VU Breed ondernemerschapsonderwijs: Minor Ondernemerschap Eindrapport Projectgegevens EMP-project Projecttitel VU Breed ondernemerschapsonderwijs: Minor Ondernemerschap
Faculteit Faculteit Sociale Wetenschappen
Werkelijke looptijd
September 2007 – Augustus 2008
(van maand-jaar tot maand-jaar)
Opsteller
Naam en functie, en uw betrokkenheid / rol bij dit project Dr. Ingrid Wakkee Universitair Docent Bestuur en Organisatie Faculteit Sociale Wetenschappen + Projectleider ondernemerschap VU Center for Entrepreneurship Faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfswetenschappen (Voormalig CIMO)
Coördinator Minor Ondernemerschap Verantwoordelijk voor onderwijsontwikkeling, organisatorische inbedding, selectie en aansturing docenten, promotie en evaluatie
Toelichting en formateindrapportage ICT&O projecten
Projectevaluatie Beoordeelt u het project als geslaagd? Zo ja, waarom wel, zo nee, waarom niet?
Beschrijf kort of het eindresultaat voldoet aan de verwachtingen. Wie profiteert van het eindresultaat? Op welke wijze? De minor docent ondernemerschap als economisch, sociaal en maatschappelijk fenomeen met de nadruk op thema's als (sociale) innovatie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en maatschappelijke inbedding.
In totaal wordt een samenhangend pakket van 6 vakken aangeboden (zie bijlage 1). Studenten worden gestimuleerd om alle vakken te volgen. Een aantal studenten zal in de praktijk slechts een aantal vakken volgen. Voor hen is Inleiding Ondernemerschap verplicht, Ondernemerschap in Verschillende Disciplines 1 geldt als ingangseis voor Ondernemerschap in Verschillende Disciplines 2.
De minor ondernemerschap staat open voor alle derdejaars bachelorstudenten van de VU.
Doel van het EMP project was om een programma te ontwikkelen dat aantrekkelijk zou zijn voor studenten van verschillende faculteiten en opleidingen. Juist door studenten met een multidisciplinaire achtergrond bij elkaar te brengen, dachten we door middel van kruisbestuivingen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een community of learners.
Hoewel er actief geworven is onder studenten van andere faculteiten dan FSW is het aantal aanmelders van buiten FSW beperkt gebleven. Een belangrijke oorzaak is het ontbreken van gelijkgeschakelde programma’s waardoor niet-FSW studenten onvoldoende vrije ruimte in hun onderwijsprogramma hebben om de minor in haar geheel te volgen. Vooral vanuit FEWEB viel de instroom erg tegen.
Van de deelnemers studeert 70% bij FSW (B&O, Antropologie, COM, CW), de overige 30% komt vanuit FALW (natuurkunde, informatica), Rechtsgeleerdheid, Medische Wetenschappen, Psychology, Geneeskunde, en FEWEB.
Toelichting en formateindrapportage ICT&O projecten
Op basis van de ervaringen in het vak Inleiding Ondernemerschap en Ondernemerschap in Verschillende Disciplines 1 kunnen we concluderen dat de diversiteit zorgt voor de verwachte dynamiek. Dit betekent dat we voor de komende jaren zeker zullen blijven streven naar diversiteit van deelnemers.
Een voordeel van de beperkte instroom vanuit andere faculteiten is wel geweest dat we geen studenten hebben hoeven afwijzen – het maximaal aantal deelnemers van 50 is pas de laatste dag bereikt.
Het project heeft geleid tot het ontwikkelen van een onderwijsprogramma waar de betrokken docenten zeer tevreden over zijn. De evaluatie van het vak inleiding ondernemerschap lijkt positief, - de officiële evaluatieresultaten van dit vak worden eind oktober verwacht. Op basis van eigen observaties durf ik wel te concluderen dat -
het overgrote deel van de studenten tijdens alle colleges actief meedoen, vragen stelt en kritisch reflecteert op vragen van docenten.
-
studenten steeds actiever worden in het voorbereiden en inleveren van de opdrachten ter voorbereiding op de colleges.
-
studenten actief relaties leggen met kennis die zij eerder in hun bachelorprogramma’s hebben opgedaan.
Is het project verlopen volgens planning en binnen budget (= geraamde personeelsinzet) gebleven? Graag toelichten
De planning van een project kan wijzigen tijdens de looptijd. Wanneer dat ook bij uw project het geval was, geeft u dan aan waar dat door komt (bijv. herformuleren doelstellingen, wijziging samenstelling projectteam, etc.). Zowel de faculteit als het Onderwijscentrum hebben voor aanvang van het project een beraming gemaakt van de in te zetten fte’s voor dit project. Klopte die beraming? Wanneer deze niet klopte, hoe is daar mee omgegaan? Voor het opzetten van nieuwe onderwijsmodules ontvangen we normaalgesproken slechts 40 uur vanuit de afdeling per vak. Dit zou voor de hele minor neer gekomen zijn op 240 uur in totaal. Dit zou veel te weinig zijn geweest voor de ontwikkeling van de minor.
De planning in termen van de gemaakte uren en kosten bleek achteraf goed te
Toelichting en formateindrapportage ICT&O projecten
kloppen. Er is gedurende 9 maanden in totaal ongeveer 1 fte besteed aan onderwijsontwikkeling, facultaire inbedding en promotieactiviteiten en het opzetten van een administratieve ondersteuning. Door de beschikbare tijd hebben we een zeer ambitieus programma kunnen ontwikkelen met een aantal leuke en vernieuwende onderwijselementen, zoals de challenges in het vak new venture creation. Ook hebben we door de beschikbare tijd voldoende mogelijkheden gehad om contact te leggen met externe partijen. Dit heeft er voor gezorgd dat een groot aantal gastsprekers en workshop docenten hun opwachting maken tijdens de colleges en werkgroepen. De samenwerking met het Financieel Dagblad is in deze context zeker het vermelden waard: niet alleen hebben medewerkers van FD een gastcollege verzorgd in het vak Ondernemerschap in Verschillende Disciplines 1, het beste afsluitende essay van Ondernemerschap in Verschillende Disciplines 2 wordt – bij voldoende kwaliteit gepubliceerd in het FD. Andere belangrijke gastoptredens zijn / worden verzorgd door -
Ondernemerschap.Nu
-
Ennui
-
Stichting Sociaal Ondernemen
-
LaRed
Welke plaats neemt het projectresultaat nu in, in het huidige onderwijs? Graag in zo concreet mogelijke termen beschrijven.
Geef eventueel de onderwijscontext aan: om welke studiefase of cursus het gaat, aantal studenten, studiejaar, etc. Wat wordt nu anders gedaan in het onderwijs dan voor aanvang van het project? Hoe sluit het projectresultaat aan bij het facultaire onderwijsbeleid ? Onderwijs blijkt alleen door faculteiten, binnen al bestaande opleidingen te moeten worden aangeboden. Het was daarom niet mogelijk om de minor aan te bieden vanuit het VU Center for Entrepreneurship (eerder CIMO) of vanuit twee faculteiten (FSW en FEWEB). Er is uiteindelijk gekozen om de minor als onderdeel van de opleiding Bestuur en Organisatie, faculteit Sociale Wetenschappen aan te bieden omdat: a. deze opleiding reeds voldoende vrije ruimte biedt aan derdejaars bachelor studenten b. deze opleiding verschillende minoren aanbiedt.
Toelichting en formateindrapportage ICT&O projecten
c.
de coördinator aan deze faculteit verbonden is en zij direct steun kreeg voor dit initiatief bij de onderwijsmanager
Om de minor toegankelijk te maken voor studenten van andere faculteiten is besloten om zolang er met een maximaal aantal deelnemers wordt gewerkt, een vaste verdeelsleutel te hanteren bij de toelating van studenten: 35% FSW, 35% FEWEB, 30% overige faculteiten.
Omdat elke faculteit haar eigen richtlijnen kent mbt de omvang en invulling van vrije ruimte bleek al snel dat alleen studenten van de faculteit sociale wetenschappen voldoende vrije ruimte in hun programma kennen om de minor helemaal te volgen zonder rekening te hoeven houden met overlappende vakken of programmaonderdelen. Dit betekende dat de verwachtingen met betrekking tot de instroom van andere faculteiten snel naar beneden is bijgesteld.
Uiteindelijk bleek het aantal inschrijvingen van buiten de Faculteit Sociale Wetenschappen dusdanig beperkt te zijn dat alle inschrijvers van FSW konden worden toegelaten.
In totaal hebben 57 studenten zich ingeschreven voor de minor ondernemerschap waarvan 47 studenten ook daadwerkelijk hebben deelgenomen aan het vak Inleiding Ondernemerschap. Het overgrote deel van deze groep zal in elk geval ook de vakken New Venture Creation en Ondernemerschap in Verschillende Disciplines 1 volgen. Naar verwachting zullen ongeveer 30 studenten ook de vakken Ondernemende Regio’s, Ondernemen en Netwerken en Ondernemerschap in Verschillende Disciplines 2 volgen en daarmee dus de minor in haar geheel afronden.
Hoewel de minor gericht is 3dejaars Bachelorstudenten hebben we geconstateerd dat 8 deelnemers Master-studenten zijn. Als reden voor hun deelname voeren zij aan dat: -
de minor nog niet werd aangeboden tijdens hun eigen bachelorfase en zij deze zo interessant vinden dat zij daarom bereid zijn om extra vakken te volgen boven op standaard studielast
-
zij de mastervakken uit de eerste periode al afgerond hebben en dus een
Toelichting en formateindrapportage ICT&O projecten
half jaar ruimte hebben alvorens zij verplichte vakken uit de tweede periode kunnen volgen (die zij door bijv eerder gelopen stages niet hebben kunnen afronden).
Welke stappen neemt u om het projectresultaat breder in te zetten in de faculteit of daarbuiten?
Daarbij kunt u denken aan: -
Uitbreiding naar andere vakken, vakgroepen, andere fase binnen de studie.
-
Disseminatie- activiteiten zoals het schrijven van een artikel, een presentatie op een conferentie, onderdeel van een studiedag enz.
Vanaf volgend jaar wordt het maximaal aantal deelnemers verhoogd van 50 naar 75 of 100 (de beslissing daarover valt in januari, zodra alle vakken zijn afgerond). Kleinschaligheid en persoonlijk contact zal ook in de toekomst worden bewaakt. De minor zal dus niet onbeperkt blijven doorgroeien.
Hoewel we niet verwachten dat onderwijsprogramma’s van verschillende faculteiten binnen afzienbare tijd gelijkgeschakeld zullen worden, blijven we actief werven onder studenten van verschillende faculteiten en opleidingen. Concrete plannen daarvoor bestaan onder andere uit -
openbare voorlichtingsbijeenkomsten aangekondigd via Advalvas en de lichtkranten
-
de huidige lichting studenten zal worden gevraagd op te treden als ambassadeurs voor de minor op hun eigen faculteit
-
het ontwikkelen van filmpjes en artikelen waarin duo interviews worden getoond met docenten en studenten van verschillende opleidingen waarin studenten praten over de meerwaarde van de minor voor hun hoofdopleiding. Deze zullen worden geplaatst op de website van de VU en in de verschillende faculteitsbladen en bladen van studieverenigingen
-
studieadviseurs van verschillende opleidingen zullen actief geïnformeerd worden over de minor.
Wil deze (of een andere) minor op lange termijn levensvatbaar zijn dan lijkt het noodzakelijk om te blijven lobbyen voor het gelijktrekken van de onderwijsprogramma’s (veel opleidingen bieden bijvoorbeeld minder vrije
Toelichting en formateindrapportage ICT&O projecten
ruimte, of bieden vrije ruimte in het tweede ipv het eerste semester).
Verder hopen we het (verwachte) succes van deze pilot bijdraagt aan de interesse voor minoren onder studenten en dat hun vraag naar minoren uiteindelijk voor de gewenste gelijkschakeling gaat zorgen.
Voor disseminatie van het project wordt momenteel gedacht aan het schrijven van een artikel in een krant (bijv Financieel Dagblad) en een presentatie tijdens de eerst volgende bijeenkomst van de Nederlands – Vlaamse Academie voor Ondernemerschap (februari 2009)
Geef heel kort aan, bij voorkeur in sleutelwoorden, wat u na dit project weet en wat u daarvoor nog niet wist. Meer zicht op curriculum samenstelling Onderwijstools als annotatiesystemen Bologna Onderwijsfinanciering en opbrengsten VU-organisatie is onvoldoende voorbereid op introductie van vu-brede minoren in termen van afstemming onderwijskalenders, verrekenmodelen en administratieve ondersteuning Noem de belangrijkste lessen die u geleerd hebt uit dit project (ook met het oog op een eventueel vervolgproject)
Daarbij kunt u denken aan: Ervaringen rondom de concreetheid van de probleemstelling, ambitieniveau, projectplanning, evt. ICT middelen, inzet van projectmedewerkers, commitment van docenten of bestuur, de inzet van het projectresultaat, etc. -
Het introduceren van onderwijs met afwijkende roosters lijkt op praktische bezwaren te sluiten. Inroosteren lijkt hierdoor lastig.
-
Afstemming met het studiesecretariaat met betrekking tot inschrijfprocedures bleek lastig
-
Het opzetten van een inkomsten en kostenverdeelmodel voor een onderwijsprogramma met docenten van verschillende afdelingen binnen en buiten de faculteit moet in een eerder stadium worden geregeld. Dit bleek niet mogelijk omdat a. het pas laat duidelijk werd hoeveel subsidie we
Toelichting en formateindrapportage ICT&O projecten
zouden kunnen gebruiken uit het CASE project en b. het beloningssysteem met ingang van dit studiejaar is veranderd.
Is de ondersteuning vanuit het Onderwijscentrum voldoende geweest? Zo
ja, waar bleek dat met name uit? Zo nee, kunt u beschrijven waar dat aan ligt? Heeft u dat ook tijdens het project aangegeven en doorgesproken met de projectmedewerker(s)? Wilt u dit uitsplitsen naar ondersteuning van procesbegeleiding, onderwijskundige ondersteuning en technische ondersteuning? Ter ondersteuning van de inhoudelijke ontwikkeling zijn Sanne Meeder en Ingrid van den Oort vanuit het Onderwijscentrum als adviseurs bij het project betrokken. Zij hebben periodiek als zeer enthousiaste praatpaal gefungeerd en hebben op betrokken en enthousiaste wijze suggesties aangedragen met betrekking tot diverse activering- en toetsingsmethoden. In dat kader hebben zij ook geholpen met het leggen van contacten met deskundigen (bijv. Jakko van der Pol, annotatiesysteem). Ook hebben zij ons regelmatig geholpen met het bijstellen (naar boven en beneden) van door ons ontwikkelde ambitieniveau. De ondersteuning vanuit het onderwijscentrum heeft zeker bijgedragen aan de snelheid en kwaliteit waarmee het programma is ontwikkeld.
Toelichting en formateindrapportage ICT&O projecten