2011-0455 rapport van 13 december 2011
VRT, Vlaams minister van Media, Norkring België
FEITEN
-
-
Volgens de verzoeker is in de streek van Ronse en Oudenaarde (behalve in enkele hoger gelegen delen) het digitale tv-signaal via dvb-t van de VRT niet of zeer slecht te ontvangen. De ontvangst van de RTBF-zenders is daarentegen perfect. Al in 2008 geleden heeft de verzoeker dit probleem aan de VRT gesignaleerd. Het laconieke antwoord luidde toen dat dit aan de geografische ligging te wijten is. Drie jaar later is er nog geen verbetering in de situatie. Voor de verzoeker blijft het echter evident dat de Vlaamse publieke omroep over 100% van het Vlaamse grondgebied een perfect digitaal tv-signaal aflevert. Bovendien mag volgens hem op een zo klein grondgebied als Vlaanderen het argument van een minder gunstige geografische ligging gewoonweg geen rol spelen. Volgens de verzoeker dwingt de VRT op deze manier de bewoners van de streek RonseOudenaarde tot het nemen van een kabelabonnement. Hierdoor legt de Vlaamse overheid aan een deel van zijn inwoners een beperking op van de vrije keuze van de consument.
KLACHT
Geen aanvaarbare ontvangst via dvb-t van de VRT in de streek Ronse-Oudenaarde. ONDERZOEK
-
-
-
-
-
-
-
Sinds 3 november 2008 is de VRT overgeschakeld naar digitale uitzendingen via de ether (dvb-t, Digital Video Broadcasting - Terrestial) en is er een frequentiewijziging doorgevoerd. Dit gebeurde in opdracht van de Vlaamse overheid en kadert in een Europese richtlijn. Sindsdien is het niet meer mogelijk om analoog televisie te kijken via de ether (de zogenaamde “analoge switch-off). Sinds maart 2009 is de VRT geen beheerder meer van het zenderpark. De nieuwe uitbater van het zenderpark is de firma Norkring België. De openbare omroep stuurt enkel het digitale signaal uit. Norkring België is verantwoordelijk voor de goede antenneontvangst van het signaal en heeft dus als taak voor een goede dekking te zorgen. Norkring garandeert volgens de VRT echter enkel een goede ontvangst met een buitenantenne. In gunstige omstandigheden is het ook mogelijk om met een binnenhuisantenne een perfect signaal te ontvangen, maar die dekking wordt niet gegarandeerd. De streek Ronse-Oudenaarde is duidelijk een van de gebieden waar geen goede ontvangst mogelijk is met een binnenhuisantenne. Met een draagbare antenne is de ontvangst vermoedelijk ook problematisch. Met “draagbare” ontvangst wordt hier ontvangst bedoeld met een draagbaar toestel buiten een woning, niet de ontvangst in een rijdend voertuig. Als een bewoner van de streek Ronse-Oudenaarde gebruik maakt van een digitale antenne, dan moet deze nauwkeurig naar de zender gericht worden, liefst op zeer ruime hoogte in de vorm van een dakantenne. In Oudenaarde richt men dan het beste naar Egem, in Ronse kan men op de meeste plaatsen het beste naar Sint-Pieters-Leeuw richten. Die twee richtingen staan helaas bijna 180 graden ten opzichte van elkaar. Bij het richten van de antenne, moet men er rekening mee houden dat er bij dvb-t steeds een vertraging zit tussen het signaal komende van de antenne en het getoonde beeld. Dat wil zeggen dat men even moet wachten tot de corrigerende eigenschappen van het dvb-t–signaal hun werk hebben gedaan. Pas daarna kan men de beeldkwaliteit waarnemen zoals ze daadwerkelijk is. De VRT concludeert dat in de streek Ronse-Oudenaarde perfect digitaal televisie gekeken worden, maar op voorwaarde dat dit gebeurd met een dakantenne, die bovendien goed gericht moet zijn. Voor dat laatste kan de hulp van een deskundige technicus nuttig zijn. De VRT erkent dus dat de klacht voor een deel terecht is, namelijk voor de ontvangst via een binnenhuisantenne of via een draagbare buitenhuisantenne. De VRT stelt tegelijkertijd dat ze zelf geen oplossing kan bieden, omdat ze geen beheerder meer is van het zenderpark.
2 KWALIFICATIE EN NORMEN VOORLOPIG KWALIFICATIERAPPORT De Vlaamse Ombudsdienst stelt vast dat uit dit antwoord van de VRT blijkt dat door de verkoop van het zenderpark de mogelijkheid voor de VRT om rechtstreeks in te grijpen in de kwaliteit van de digitale ontvangst verdwenen is. Volgens de nieuwe Beheersovereenkomst 2012-2016 (art. 6.2.1.1) “zorgt [de VRT] voor een voor de eindconsument vrij toegankelijk lineair aanbod via fm, dab, dvb-t, conform de modaliteiten voorzien in het facilitair dienstencontract met NV Norkring België dat de VRT heeft gesloten en dat loopt tot 2019”. Echter ook toen de VRT nog beheerder was van het zenderpark, stipuleerde de VRT uitdrukkelijk dat “de dvb-t-uitzendingen voorzien zijn voor ontvangst met een buitenantenne op dakhoogte” (Beheersovereenkomst 2007-2011, art. 26, §3, 3°). De Vlaamse overheid is minderheidsaandeelhouder van Norkring België, de huidige beheerder van het zenderpark. De Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV), de holdingsmaatschappij voor de Vlaamse overheid, bezit immers 25% van de aandelen. De Vlaamse overheid is dus langs deze weg betrokken in Norkring België. De Vlaamse Ombudsdienst is van mening dat de Vlaamse overheid ernaar moet streven zijn tv-signalen zodanig te verspreiden of laten verspreiden dat alle inwoners van Vlaanderen en Brussel op een zo evenwaardig mogelijke manier bediend worden. Natuurlijk mag door de Vlaamse overheid daarbij wel gekeken worden naar een evenwichtige verhouding tussen kosten en baten. Tegelijkertijd moet die Vlaamse overheid er ook rekening mee houden dat de prijs van een goede digitale dakantenne ongeveer het dubbele bedraagt dan die van een digitale binnenantenne, circa 80 euro tegenover circa 40 euro. Voor de installatie en het correct richten van een dakantenne is het wellicht voor veel mensen wenselijk om een beroep te doen op een vakman, wat over het algemeen niet gratis is. Los van het financiële aspect, moet de Vlaamse overheid in het algemeen en de VRT in het bijzonder correct en volledig communiceren over de beperkingen bij het gebruik van een dvb-t-binnenantenne en een mobiele buitenantenne. Een goede communicatie geldt uiteraard ook voor de huidige zenderpark-beheerder Norkring België. In de praktijk blijkt de communicatie over de beperkingen van de digitale antennes wel beschikbaar te zijn, bijvoorbeeld op de site van de VRT (http://www.vrt.be/digitaletelevisie/distributeurs). Heel opvallend wordt dat echter niet gecommuniceerd. Op de site van VRT-Medialab, de onderzoeksafdeling van de VRT, zijn op 20 oktober 2008 wel nauwkeurige kaartjes over de ontvangst van de verschillende types antennes gepubliceerd (www.vrtmedialab.be/news/end_of_analogue_antenna_era). Maar dit is geen site waar de gewone infozoeker gemakkelijk terechtkomt. Die kaartjes zijn niet op een eenvoudige manier terug te vinden op andere sites van de VRT of de Vlaamse overheid. Norkring België vermeldt op zijn website helemaal niet dat binnenantennes niet bruikbaar zijn voor 30% van de inwoners van Vlaanderen. Integendeel op zijn faq-pagina (stand 15 september 2011) zegt Norkring uitdrukkelijk: “Waar kan ik de uitzendingen via het netwerk van Norkring België ontvangen? In Vlaanderen en Brussel.” “Hoe kan ik de uitzendingen via het netwerk van Norkring België ontvangen? Dat zal heel eenvoudig zijn, want u heeft geen tv-distributie- of internetkabel meer nodig. Met enkel een kleine binnenhuisantenne in of bij uw tv- of radiotoestel wordt het mogelijk om altijd en overal digitale tv en radio te ontvangen binnen het uitzendgebied van Norkring België.” (www.norkring.be/index2.php?page=faq). Op de site Datenews.be is op 9 mei 2011 een artikel verschenen over de dvb-t-dekking. De ceo van Telenet had tijdens de bekendmaking van de kwartaalresultaten aangegeven “dat het commerciële dvd-t-aanbod van het bedrijf nog even op zich moest laten wachten. Als reden noemde hij de voorlopig nog onvoldoende dekking binnenshuis. "We zoeken nog steeds naar een manier om voldoende dekking binnenshuis te krijgen. We zijn dat samen met Norkring technisch aan het valideren", klonk het.” Norkring reageerde hierop dat er geen problemen zijn met de dekking: "In 2010 heeft Norkring België zijn volledige uitzendinfrastructuur uitgebreid en gemoderniseerd: het dvb-
netwerk ging van 8 naar 13 zendstations en het aantal dvb-t zenders ging van 8 naar 47. Sinds 1 oktober 2010 is het dvb-t-netwerk in Vlaanderen en Brussel operationeel. Onze testen bevestigen dat de reële dekking de voorspelde dekking overtreft (indoor en outdoor).” Ook in de communicatie gedurende de afgelopen jaren van de Vlaamse minister van Media wordt meestal voorbij gegaan aan deze beperking in de dvb-t-ontvangst. Bijvoorbeeld naar aanleiding van ombudsdossier 2006-0826 (rapport van 24 april 2007) over de analoge switch-off zegt de minister: “De Vlaamse overheid kiest voor een begeleide overgang. Er zal vooral op toegezien worden dat de publieke omroep ook in de digitale omgeving zonder meerkost inzake abonnement ontvangen zal kunnen worden. Als men geen gebruik wil maken van kabel- of satelliettelevisie is een digitale antenne (dvb-t) echter wel noodzakelijk. De kostprijs daarvan - vanaf 40 euro - is echter redelijk”. Ook in verschillende parlementaire documenten ontbreekt een vermelding van de beperking van sommige types dvb-t-antennes, hoewel die vermelding wel aangewezen was: - Gedachtewisseling in de Commissie Media van 7 juni 2007 over “de toepassing en evolutie van de digitale netwerken DAB, DVB-T en DVB-H”. - Vraag om uitleg nr. 112 in de Commissie Media van 18 oktober 2007 over “armoede en toegang tot de media”. - Schriftelijke vraag nr. 11 van 23 oktober 2007 aan de Vlaamse minister van Media: “Stopzetting analoge ethertelevisie - Gevolgen voor arme mensen”. - Gedachtewisseling in de Commissie Media van 30 januari 2008 over “de analoge switchoff door de VRT”. - Schriftelijke vraag nr. 11 van 10 september 2009 aan de Vlaamse minister van Media: “Lineair VRT-aanbod - Niet-digitale kijkers”. In een antwoord op schriftelijke vraag nr. 47 van 30 januari 2008 over “Digitale ethertelevisie - Faciliterende maatregelen” is de Vlaamse minister van media daarentegen wel erg duidelijk over de dekking: “Na de analoge afschakeling (in november 2008) zal 71% van de Vlaamse bevolking de dvb-t-uitzendingen van de VRT-netten kunnen ontvangen met een binnenhuisantenne”. Als er om welke reden dan ook problemen zijn met de dekking van het dvb-t-signaal, dan moet daarover duidelijk, volledig en correct gecommuniceerd worden. Dat geldt voor Norkring België, de VRT, de Vlaamse minister van media en andere relevante informatiekanalen van de Vlaamse overheid. Het dikwijls achterwege laten van de beperkingen van digitale binnenantennes en mobiele buitenantennes kan geen doeltreffende informatieverstrekking (10) genoemd worden. AANBEVELINGEN EERSTE KWALIFICATIERAPPORT 1) Zo spoedig mogelijk duidelijke, volledige en correcte informatieverstrekking verzekeren over de beperkingen van digitale binnenantennes en mobiele buitenantennes op alle relevante communicatiekanalen waarover de Vlaamse overheid geheel of gedeeltelijk zeggenschap heeft. 2) Norkring België en de Vlaamse overheid moeten ervoor zorgen dat de huidige dekkingsgraad van digitale binnenantennes en mobiele buitenantennes aanzienlijk wordt opgetrokken. REACTIES De drie instanties waarnaar de voorlopige kwalificatie is gestuurd, hebben uitgebreid gereageerd op het rapport. Hieronder beperkt de Vlaamse Ombudsdienst zich tot een samenvatting van de reacties die direct ingaan op de twee aanbevelingen Vlaamse minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding - Volgens de minister is er tijdens twee informatiecampagnes in 2008 (“Weg met sneeuw op je tv”, www.cjsm.vlaanderen.be/media/archief) ook uitdrukkelijk aandacht besteed aan de beperkingen van de binnenhuisontvangst via dvb-t. - Een dekkingsgraad van meer dan 99% is haalbaar voor een goed gerichte dakantenne buiten. 100% is ook daarbij nooit haalbaar ten gevolge van de lokale afscherming door bijvoorbeeld hoge gebouwen.
4 -
-
-
Voor de dekking van de binnenhuis-antennes is het aantal dvb-t-zendlocaties van belang. Norkring heeft in mei 2011 aan de Vlaamse overheid laten weten dat in het onlangs gebouwde netwerk voor de commerciële omroepen 13 dvb-t-zendlocaties aanwezig zijn. Dat gaf bij een test een dekking van 87% van de Vlaamse bevolking. Voor de VRT, met 8 zendlocaties, is die dekking onvermijdelijk lager. De VRM houdt toezicht op de uitvoering van de Beheersovereenkomst van de VRT. In het toezichtrapport over 2010 schrijft de VRM dat de dekking voor de binnenhuisantenne circa 75% bedraagt en voor de buitenantenne vrijwel volledig is. De Vlaamse regelgeving op zich bevat geen verplichtingen over het dekkingspercentages in dvb-t. De minister ziet geen problemen in de uitvoering van de eerste aanbeveling over de communicatie. De sites van de VRT, van Norkring België en van het portaal Media van de Vlaamse overheid kunnen bijvoorbeeld de dekkingskaarten publiceren van de dvb-tbinnenhuisantennes. De verhoging van de dekkingsgraad van dvb-t-binnenhuisantennes impliceert een uitbreiding van het aantal dvb-t-zenders. Dat vereist een inpasbaarheid in het internationale digitale frequentieplan, maar ook bijkomende investering. De uitvoering van de tweede aanbeveling hangt dan ook af van de technische en financiële haalbaarheid. Vooral die laatste overweging maakt volgens de minister een uitbreiding van de dekkingsgraad van de dvb-t-binnenantennes niet evident.
VRT - Volgens de VRT voldoet ze qua dekkingsgraad voor digitale antenne-ontvangst aan de geldende afspraken die daarover met de Vlaamse overheid zijn gemaakt in de Beheersovereenkomst 2007-2011 en de Beheersovereenkomst 2012-2016. - In het in die laatste beheersovereenkomst genoemde facilitair dienstencontract met Norkring België wordt bepaald dat Norkring België een dekking van 71 % moet garanderen voor binnenontvangst. In de praktijk wordt een dekking gehaald van 82,7% in Vlaanderen en Brussel voor de binnenantennes. Voor de buitenantennes bedraagt de dekking 98,7%. - Voor de aanbeveling van de Vlaamse Ombudsdienst – het aanzienlijk optrekken van de dekkingsgraad – bestaat volgens de VRT dan ook geen juridische grond. - De VRT kan wel nog ingrijpen in de dekking en de kwaliteit van de ontvangst via een digitale antenne, nl. als Norkring België zich niet aan de contractuele bepalingen zou houden. - Iedere verhoging van de dekkingsgraad van de digitale binnenhuisantennes zou volgens de VRT een disproportioneel hogere meerkost inhouden. Bovendien kijkt slechts 1% van de huishoudens via een digitale antenne en is de meerkost van een digitale buitenantenne tegenover een binnenantenne niet substantieel genoeg. Vanwege deze financiële overweging is de uitvoering van de tweede aanbeveling geen optie voor de VRT. - Volgens de VRT is er op de verschillende websites van de openbare omroep op zich al voldoende duidelijke en correcte informatie aanwezig over de beperkingen van de digitale antennes. Niettemin zal de VRT die informatie op zichtbaardere plaatsen weergeven, zodat de informatieverstrekking doeltreffender wordt. - De VRT zal aan Norkring België vragen om hetzelfde te doen. Norkring België - Het huidige dbv-t-netwerk van Norkring België geeft dezelfde dekking – met een beperkt aantal verbeteringen – als het vroegere anologe netwerk van de VRT. - Op de plaatsen waar de binnenhuisontvangst mogelijk is de kwaliteit van de digitale ontvangst fundamenteel beter dan de vroegere analoge ontvangst. - Een uitbreiding van de dekking is enkel maar mogelijk met een uitbreiding van het netwerk. Daartoe is door de VRT nooit beslist. - Norkring België houdt zich in de verzorging van de technische faciliteiten voor dvb-t aan de contractuele afspraken met de klanten (in dit geval de VRT). - Een uitbreiding van het netwerk is technisch mogelijk, als dat door klanten gevraagd wordt. Een dergelijke uitbreiding vereist echter significante investeringen en heeft daarom belangrijke financiële implicaties. Uitbreiding gebeurt dan ook vanzelfsprekend in onderling overleg met de klanten. Telenet is bijvoorbeeld bereid gebleken om meer zenderlocaties in haar netwerk te laten opnemen.
-
Er bestaat geen wettelijke basis die Norkring of haar klanten zou verplichten om een perfecte binnenhuisdekking te garanderen. Wat de informatie op de website betreft, zegt Norkring dat die een algemene toelichting wil geven over digitale televisie en niet streeft naar een exhaustieve weergave van beperkingen en modaliteiten. Volgens Norkring is het allereerst aan haar klanten (VRT, Telenet, etc) om de kijkers de informatie over de dekking van het netwerk te geven.
DEFINITIEVE KWALIFICATIERAPPORT
De Vlaamse Ombudsdienst stelt vast dat de Vlaamse minister voor Media, de VRT en Norkring België akkoord gaan met de aanbeveling dat de informatieverstrekking (10) over de ontvangstbeperkingen van digitale binnenantennes en mobiele buitenantennes doeltreffender gemaakt moet worden. De eerste aanbeveling uit het voorlopige kwalificatierapport wordt dan ook behouden: “Zo spoedig mogelijk duidelijke, volledige en correcte informatieverstrekking verzekeren over de beperkingen van digitale binnenantennes en mobiele buitenantennes op alle relevante communicatiekanalen waarover de Vlaamse overheid geheel of gedeeltelijk zeggenschap heeft”. De Vlaamse Ombudsdienst schrapt de tweede aanbeveling uit het voorlopige kwalificatierapport. De kosten die nodig zijn om de dekkingsgraad van de digitale binnenantennes en mobiele buitenantennes aanzienlijk op te trekken zijn blijkbaar disproportioneel hoog tegenover het te bereiken doel. De standpunten van de Vlaamse Ombudsdienst en van de Vlaamse minister voor Media, de VRT en Norkring België zijn verzoend.