Integraal emanciperen
Vrouwen laten schitteren Het thema Participatie en emancipatie van allochtone vrouwen stond op maandag 29 september 2008 centraal in een volle Statenzaal van het provinciehuis. De bijeenkomst, georganiseerd door Alleato CMO Utrecht, Axion CMO Flevoland en FORUM, bestaat uit een videoboodschap en inleiding van het Rijk, een presentatie over de gemeente Almere en een vijftal presentaties van good practices, gevolgd door rondetafelgesprekken. Joan Ferrier van EQuality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit, is dagvoorzitter. Welkom en inleiding In 2006 is de participatie van alle Nederlandse vrouwen 55,8 procent, in Flevoland is dat 56,2 procent. In Flevoland is de arbeidsparticipatie autochtone vrouwen 58 procent en die van niet wersterse allochtone vrouwen 51 procent. De allochtone vrouwen kruipen dichter naar de autochtone vrouwen toe. Het scheel nog 7 procent. Er mag verder niet geregistreerd worden, daarom is er cijfermatig weinig bekend. Wanneer wordt gekeken naar opleidingsniveau tot mboniveau is de arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen gelijk of zelfs meer dan die van autochtone vrouwen. Videoboodschap Minister Vogelaar wees de aanwezigen er via een videoboodschap op dat integratie één van de grootste maatschappelijke vraagstukken, zo niet hét grootste maatschappelijke vraagstuk van deze tijd is. Zij benadrukte dat het een opdracht van de overheid is om iedereen – ongeacht afkomst, etniciteit, sekse of geaardheid – de kans te bieden om mee te doen, maar dat het aan de burgers is om die kansen te grijpen. Duizend en één kracht Jantina Walraven, projectleider Emancipatie en Integratie bij de Directie Emancipatie van het ministerie van OCW, gaat in op ´Duizend en één kracht - vrouwen en vrijwillige inzet’. Ze haalt onder andere de Emancipatienota ‘Meer kansen voor vrouwen’ (2008-2011) aan. De doelen zijn: (1) verhogen participatie vrouwen en meisjes uit etnische minderheden, (2) vergroten zelfredzaamheid en persoonlijke ontwikkeling en (3) bevorderen emancipatie mannen en jongens uit deze groepen. De inzet vanuit het Rijk is onder andere ‘uitvoering van het Deltaplan Inburgering’ en ‘stimuleren paraprofessionele functies’. De doelen van Duizend en één kracht zijn: (1) instroom van 50.000 allochtone vrouwen in vrijwilligerswerk, (2) interculturalisatie van vrijwilligersorganisaties en (3) versterking van de keten van inburgering, maatschappelijke participatie en betaalde arbeid. In de praktijk betekent dat onder meer ‘organiseren lokale samenwerking en afstemming’ en ‘formuleren van een samenhangend aanbod in de stad’. Gemeente Almere All-in De gemeente Almere geeft een presentatie over het beleidsdocument ‘Almere All-in’ (http://www.kleurrijkalmere.nl/docs/Beleidsnota_Diversiteit_2008-2010_(2).doc). Kort gezegd bestonden de sheets van de gemeente uit de opbouw van Almere, een jonge stad: eerst was er niets en vervolgens is er een stad neergezet. Hierbij kijkt men continue hoe je verschillende wijken gaat inrichten en (her)structureren. Welke plek geef je een wijk, de bedrijven, de voorzieningen en zijn deze bereikbaar? Verder over het vormgeven en inrichten van een stad en over de factoren waar je daarbij rekening moet houden, zodat iedereen tot zijn recht kan komen. Almere is een gebied in ontwikkeling, voortdurend wordt er gebouwd en wordt het gebied ingericht. Almere heeft een relatief jonge bevolking. Hoe ga je samen aan de slag? Er zijn diverse groepen en
iedereen heeft recht op kansen en ontwikkeling. Het gaat om toegankelijk maken van taal, durven ontmoeten -sociale ontwikkeling en vrijwilligerswerk. Ontwikkelen gaat via toerusting, toegankelijkheid en toenadering. Naar binnen en naar buiten. Het gaat om verbanden leggen (wijk, stad, provincie en nationaal, Internationaal). Een van de principes van Almere is om diversiteit te koesteren. Verder heeft Almere een stedenband met Kumasi in Ghana en Aalborg in Denemarken. Good practices en rondetafelgesprekken 1.NIEUW POLITIEK TALENT – Presentatie door Annet Meeuws, Alleato Nieuw Politiek Talent is een project van CMO Alleato provincie Utrecht. Het is een tweejarig project waarin 25 allochtone vrouwen uit Utrecht en Amersfoort worden voorbereid op het politieke werk. Na afloop gaan zij aan de slag als lid van de gemeenteraad, het partijbestuur, een themagroep, of een adviesraad binnen de gemeente. Of zij worden actief lid van een politieke partij. De deelnemende vrouwen moeten wonen in de provincie Utrecht, minimaal mbo hebben, en het Nederlands redelijk goed beheersen, zowel mondeling als schriftelijk. De werving van vrouwen is gestart in februari 2008. Na een zorgvuldige screening start voor de geselecteerde groep vrouwen in oktober 2008 een opleidings- en trainingstraject van tien maanden. De vrouwen doen - in groepen kennis op over politiek en besluitvorming. Ze krijgen training in politieke vaardigheden en leggen werkbezoeken af. Na verloop van tijd gaan zij stage lopen bij een politieke partij. Daarbij worden zij individueel gecoacht. Rondetafelgesprek Bij het rondetafelgesprek rondom ‘Nieuw Politiek Talent’ bestonden de deelnemers uit gemeenten, provincies en welzijnsinstellingen. Reden van deelname was vooral vanuit werkgerelateerde betrokkenheid. De vragen waren daarom ook gericht op het meer inzichtelijk krijgen van de praktische uitvoering van het project. Alleato heeft de vrouwen geworven door gebruik te maken van haar diverse netwerken waaronder zelforganisaties en aandacht in de lokale media. Bij aanvang van het traject is gekeken naar waar de betrokkene staat, wat haar leerdoelen zijn en waarin en op welke wijze deze gerealiseerd kunnen worden. Dit is tijdens een intakegesprek in kaart gebracht waarop vervolgens is gezocht naar een match met een politieke partij. In oktober beginnen de stages. Inspanning van beide kanten is een belangrijk sleutelwoord voor het welslagen van de stage. De begeleider en de deelneemster moeten dezelfde visie delen en zich ervoor willen inzetten. Tijdens de werving door Alleato werd duidelijk dat partijen er steeds minder vaak in slagen om interesse in de politiek te genereren. Gezien de uitstroom wordt het ook steeds moeilijker om te achterhalen wat er leeft onder de burgers. Daarbij is de samenstelling van de partijen nog te weinig divers. Dit maakt het moeilijk om überhaupt in contact te komen met mensen maar ook om hen te enthousiasmeren voor de politiek. Het traject richt zich alleen op vrouwen omdat dit drempelverlagend werkt. Vrouwen onderling voelen zich prettiger, praten makkelijker en kunnen elkaar versterken. Het doel is dat meer allochtone vrouwen geïnteresseerd raken in de ontwikkelingen binnen de maatschappij en zich realiseren dat ze een aanmerkelijke bijdrage kunnen leveren. Website: http://www.alleato.nl/actueel/42 2.BRUGGEN SLAAN TUSSEN VROUWEN MET VERSCHILLENDE CULTURELE EN SOCIALE ACHTERGRONDEN – Presentatie door Itte Humalda, voorzitter Vrouwencentrum Noordoostpolder Het Vrouwencentrum Noordoostpolder (NOP) wacht momenteel op subsidie en geeft aan dat het centrum niet kon starten zonder professionele ondersteuning. Het Vrouwencentrum NOP is bijna
elke dag geopend en het wordt goed bezocht. Verder werkt het samen met sociaal-cultureel werk, de Friese Poort en met andere vrouwenorganisaties. Hun beroepskracht moet nog starten. Rondetafelgesprek Aan het rondetafelgesprek doen de volgende deelnemers mee: P(articipatie)-team Lelystad, gemeente Houten, gemeente Lelystad en Vrijwilligers- en Mantelzorgcentrale Almere (VMCA). In het gesprek komt het volgende naar voren. Op de vraag ‘Hoe zijn jullie begonnen’ geeft het vrouwencentrum het volgende antwoord: ‘Vrijwilligers die betrokken zijn bij het centrum waren al lang actief met het activeren van allochtone vrouwen in de NOP. Zij organiseerden allerlei activiteiten in samenwerking met het sociaal-cultureel werk en met de ROC Friese Poort. Toen er bezuinigingen werden aangekondigd in de taallessen bij het sociaal cultureel werk zagen we onze jarenlang investeringen in duigen vallen als we niet zouden ingrijpen. Het betekende teruggaan naar af en het verlies van contacten met de vrouwen. Hierna werd gedacht hoe vast te houden aan de activiteiten. In de loop naar het Vrouwencentrum werden we genomineerd voor een Appeltje van Oranje. Door het project Ruimte voor contact konden we het vrouwencentrum realiseren.’ De VMCA begint over de ervaring dat vrouwen bij taallessen thuis hun kinderen meenemen en dat dit niet praktisch is. Het Vrouwencentrum onderkent dat dit een belemmering is. Het lost dit op door vrijwilligers en stagiaires in te zetten om de kinderen op te vangen. Wat het bereiken van allochtone vrouwen betreft, geeft het Vrouwencentrum aan dat het daar weinig belemmeringen bij ondervindt. Het heeft jarenlange contacten met allochtone vrouwen door de activiteiten die in het verleden al werden gedaan. Zodoende is een relatie opgebouwd. De gemeente Houten geeft aan dat zij knelpunten ondervindt met het bereiken van de vele vluchtelingengroepen. Momenteel ligt er een opdracht vanuit de gemeente om meer te gaan doen met deze groep. Ook het P(articipatie)-team Lelystad heeft moeite met het bereiken van de doelgroep. Het bereikt voornamelijk hoogopgeleide vrouwen en vermoedt dat verschillende factoren een rol spelen. In de gemeente Lelystad worden activiteiten vaak aangeboden door reguliere organisaties en dat een groep hierop afknapt. Er is geen herkenning en ze vinden geen aansluiting. En de taal is vaak een barrière om deel te nemen. De VMCA zegt dat de taal geen belemmering hoeft te zijn wanneer de doelgroep kan worden bereikt en dat de inburgeringscursussen als een ingang kan worden gezien. Het Vrouwencentrum probeert haar activiteiten altijd in combinaties aan te bieden; ze gaan naar school met daaraan gekoppeld een activiteit in het sociaal cultureel werk. Vrouwen die te laat komen, krijgen tot ieders tevredenheid een fietscursus aangeboden. De gemeente Lelystad merkt dat de samenstelling van een organisatie bepalend is voor het betrekken van allochtone vrouwen. In Lelystad bereikte Stichting Samenspraak vrouwen die voor andere instellingen moeilijk bereikbaar waren. Deze Stichting was laagdrempelig en had een divers personeelsbestand. Het Vrouwencentrum geeft aan dat het probeert de activiteiten te laten aansluiten bij de behoefte van de doelgroep. In Lelystad worden vrouwen en meiden gestimuleerd om deel te nemen aan de samenleving. Meiden worden gecoacht in het leven in twee culturen. Dit is ook van belang om de drempel voor participatie te verlagen. Het Vrouwencentrum denkt flink na over mentorschap gericht op vrouwen. De VMCA bereikte haar vrijwilligers door zich eerst aan de organisaties voor te stellen door in samenwerking
met reïntegratiebureau’s een voorlichtingsbijeenkomst te organiseren voor allochtonen die een inburgeringscursus volgen. Door mond-tot-mond reclame kregen meer mensen belangstelling. Website: http://www.vrouwennop.nl/docs/vnop_nieuws_augustus2.pdf 3.VROUWENRECHTEN IN BEWEGING – Presentatie door Arzu Karadeniz, Idea Het project over vrouwenrechten heeft zijn oorsprong in de in 2005 georganiseerde themaweek in Utrecht. Naar aanleiding van die week bleven er bij Idea telefoontjes van vrouwen binnen komen. Er bleek sowieso weinig kennis over het familierecht in Marokko en Turkije, maar de echte aanleiding om dit project te starten waren de wetswijzigingen in Marokko en Turkije. April 2008 is het officieel van start gegaan. Rondetafelgesprek: Aan het rondetafelgesprek doen de volgende partijen mee: Arzu Karadeniz van Idea, Malika Mouhmach van het VMCA, Marjolein Aïndrou van het CWI, Georgina Zinno van het P-team, Marga Kuiken, Statenlid Flevoland, Rachel de Haan van het P-team en Shanti Tuinstra van De Schoor. Op de vraag of Idea ook samen werkt met Mudawannah antwoord Arzu dat Mudawannah wel bekend is bij Idea, maar dat er nog niet echt mee wordt samengewerkt. Er zijn wel voorbereidingen om vanaf januari 2009 een gezamenlijk platform te vormen. Beider websites worden al wel doorgelinkt. Het inloopspreekuur is alleen voor vrouwen uit Utrecht. Vrouwen buiten Utrecht kunnen hun vragen stellen via de website. Zo is er een vraag uit Turkije binnengekomen van een Nederlandse vrouw die met een Turk is getrouwd. Er zijn nu ook mannen die vragen stellen. Idea zal voor Utrecht en Amersfoort blijven werken maar probeert het project wel zo ver uit te werken dat het makkelijk overdraagbaar wordt naar andere gemeenten. Voor dit doel wordt een stappenplan uitgewerkt. Arzu kan niet direct antwoord geven op de vraag wat nodig is om het over te nemen. Zij geeft aan dat het ontwikkelen van een project altijd meer tijd en energie kost dan het volgen van een uitgewerkt stappenplan. Arzu werkt momenteel als projectleider, met: - Twee medewerkers, elk voor achttien uur per week. Themabijeenkomsten vallen niet binnen die uren - Een advocaat voor de wettekst - Iemand die de website organiseert Alle teksten die in dit verband binnen komen, worden vertaald. Op de website zijn de teksten dan ook in het Arabisch, Turks en Nederlands te lezen. Nu, na ruim vier maanden blijken de teksten voor 60 procent in het Nederlands te worden gelezen, voor 11 procent in het Arabisch en voor 7 procent in het Turks. Website: http://www.metwet.nl/ 4. TRAININGEN EMPOWERMENT OP HET MBO - Presentatie door Nera Jerkovic, Bureau Queste De training is in Eindhoven bij drie opleidingen gegeven in anderhalf jaar. In elke opleiding zijn drie trainingen geweest. Dit is vrij grootschalig. Als afsluiting was er een themadag voor docenten (voor hen verplicht). Ouders konden hier ook aan deelnemen. Docenten en ouders hebben die dag kunnen ervaren wat de training inhield.
Rondetafelgesprek: De trainingen werden gegeven door trainers die goed zijn in het meeschakelen met groepen. Dit is erg belangrijk: er is geen manual, binnen elke groep moet gekeken worden wat er leeft. Op de vraag of de meiden worden geselecteerd geeft Nera het volgende antwoord: ‘Middels een voorlichting aan zo’n veertig meiden per training, probeerden we meiden te werven. We merkten dat iedereen in eerste instantie wegliep. De meiden willen geen probleemgeval zijn. Bij het werven is het dan ook belangrijk om te benadrukken dat iedereen empowerment nodig heeft. Verder is er bij de werving ingegaan op de vraag ‘waarom alleen allochtonen?’. Dit is gepromoot als: ‘Uit cijfers blijkt dat allochtonen minder vaak aan een baan komen, het ministerie en de provincie (de opdrachtgevers van de training red.) maken zich hier zorgen om en willen jullie daarom graag iets extra’s geven.’Meiden die mee hebben gedaan aan de training hebben vervolgens geholpen nieuwe deelnemers te werven. Oud-deelnemers zijn vaak praktisch over het resultaat:voor de training kon ik iets niet en na de training wel. Er is gekozen voor een training met alleen allochtone meiden. Zij hebben een gedeelde specifieke situatie en herkennen veel van elkaar. Volgend jaar worden de groepen zowel naar afkomst als naar geslacht gemengd.’ Een deelnemer merkt op dat wanneer je alleen allochtone deelnemers laat meedoen, je verwijdering creëert. Een ander reageert hierop met: ‘Diversiteit vergt kennis van cultuur. Voordat je dingen samen kunt doen, moet je eerst het zelfvertrouwen hebben.’ Daarnaast zijn er vaak bij docenten hoge verwachtingen. Zij vragen bijvoorbeeld wanneer een leerling die meedoet aan de training, haar huiswerk beter gaat maken. Terwijl het doel van de training het opgang brengen van een empowermentproces is. De volgende vraag is of empowerment niet leidt tot toename van conflicten in de thuissituatie en hoe de thuissituatie geïntegreerd zou kunnen worden binnen dit project. Nera geeft aan dat de meiden tijdens de training leren om hun eigen weg binnen de mogelijkheden van de eigen omgeving te vinden. Het blijft – ook binnen deze trainingen – een dilemma. Wel kwamen ouders vaker dan voor de empowermenttraining naar school. Er was sprake van een nieuwsgierigheid bij ouders. Bovendien is het leren omgaan met weerstanden, ook empowerment. Een deelnemer merkt op dat de omgeving een bepaald gedrag van een meisje is gewend, en dat ook de omgeving zou moeten mee veranderen. Om ook te werken aan de omgeving werden opdrachten mee naar huis gegeven tijdens de training. Een andere deelnemer merkt op dat de omgeving meenemen in een empowermenttraject integraal emanciperen is. Een reactie hierop: ‘Het kijken naar een familiesysteem in het kader van bijvoorbeeld zorg is belangrijk. Het gaat om inspelen in een familiesysteem.’ Bij de training gaat het om empoweren van meiden in het schoolsysteem en hierbij wordt duidelijkheid gegeven aan ouders over wat er gebeurt in de training. Leerlingbegeleiders die op school werken, dat zijn de vooruitgeschoven posten naar de ouders. Adviezen en wetenswaardigheden om een training als deze op een ROC van de grond te krijgen: - Zoek binnen de school mensen die dit binnen enkele minuten snappen; - Er is een persoon nodig met een hoge positie om een project binnen te loodsen en van de grond te krijgen; - Aan managers moet worden duidelijk worden gemaakt wat de winst is. Website: http://www.bureauqueste.nl/content.aspx?i=38
Terug naar Den Haag Peter van der Linde, van het ministerie van VROM, geeft aan dat hij de volgende geluiden heeft opgepikt: 1. Uit het gesprek met de pilot Vrouwenrechten in Beweging kwam naar voren dat men bezig is met afstemming ten behoeve van een platform/bundeling met vergelijkbare en elkaar versterkende initiatieven, zoals de activiteiten van de werkgroep Mudawannah. Vanuit het Rijk juich ik dat uiteraard toe. 2. Uit het gesprek met het Vrouwencentrum Noordoostpolder kwam naar voren dat het bereik van oudere vrouwen een punt van aandacht is voor verschillende vrouwencentra, dit betreft vrouwen in armoede en hoogopgeleide vrouwen. Ook is een issue of er ruimte is ten behoeve van opvang van kinderen. 3. Bij het Nieuwe Politiek Talent ging het gesprek over de eis om voor een politieke partij te kiezen als de motivatie van de betreffende vrouwen ligt in het uitoefenen van invloed, juist óngeacht politieke partij. 4. Bij de Intermediairtraining werd gezegd dat het rugzakje goed werkt, het beetje geld stelt in staat om keuzes te maken. Bijvoorbeeld bij het Mozaiekproject in de Baarsjes, waar altijd een blok over macht/onmacht wordt gegeven en theorie, maar ook voorzieningen aan de orde zijn zoals reiskosten en (opnieuw) kinderopvang. 5. De deelnemers rondom 'Ontdek je eigen kracht' waren in gesprek over weerstanden van leerkrachten. Zij hadden vragen als ‘Waarom is dit project voor alleen ZMV-meiden?’ en ‘Wat te doen met leerlingen die plotseling assertiever worden ten aanzien van de leerkracht?’ Voor de meiden is aan de orde: hoe ga je om met weerstand? Dat geldt ook voor de eigen situatie, onder andere thuis, die veelal niet zonder problemen is. Ook kwam naar voren dat naar aanleiding van dit project meer ouders naar school gaan, ze geven daarmee aan dat ze willen weten wat er gebeurt met hun kind. Tot slot zegt Peter van der Linde: ‘De gemeente Almere gaf in het plenarie deel aan dat zij graag handreikingen meeneemt voor het verbinden van de verschillende lokale programma's. Ik hoop dat deze dag die heeft gegeven. Ik neem in ieder geval mee naar Den Haag dat die behoefte er is.’ Verder kondigde hij het Kennisplatform aan, met de uitleg dat het een informatieve e-mailgroep is ten behoeve van het vasthouden van de deskundigheid, dat Forum het beheert, dat iedereen die op de e-maillijst staat een verslag krijgt van deze bijeenkomst en dat Forum projecten aankondigt, plus aankondiging van emancipatie-activiteiten, dat men vragen kan stellen en een eigen project kan aankondigen.’ Peter van de Linde bedankt iedereen en roept op contact op te nemen, vooral met elkaar.