Vrouwen en de Franse Revolutie
“Ah het gaat wel, het gaat wel” Prent, Duchemin, ca. 1790 (verz. BNF).
In de 18de eeuw hebben vrouwen niet dezelfde rechten als mannen. Hun statuut verschilt ook grondig naargelang de sociale stand waartoe ze behoren. Net zoals de mannen zijn ze ondergeschikt aan of genieten ze van de voorrechten van de heersende standen.
“Boerin met herendienst” De boerin bezwijkt onder het gewicht van de geestelijkheid en de adel. Prent, Parijs, ca. 1789 (verz. BNF).
Reeds in de 18de eeuw geven deze ongelijkheden aanleiding tot debat. Filosofen zijn overtuigd van de minderwaardigheid van de vrouw (Rousseau). Anderen gaan uit van verschillende niveaus van gelijkheid op domeinen zoals het huwelijk, het onderwijs, het recht op echtscheiding, of zelfs politieke rechten (Diderot, Condorcet). «Wie draagt de broek?”, symbool van de strijd tussen de sexen. Prent, 2de helft 18de eeuw (verz. MuCEM, Marseille).
De Franse Revolutie Vanaf 1788 doet een zware economische crisis (hongersnood en prijsstijgingen) de politieke problemen nog toenemen. In de geesten leven de ideeën van de Verlichting. Het koningschap bij de gratie Gods wordt heftig betwist. De verklaring van de rechten van de mens en van de burger (1789) geeft hoop op een samenleving met meer gelijkwaardigheid en democratie.
“Verklaring van de rechten van de mens en van de burger”. Prent, Niquet le Jeune, Parijs, ca. 1789 (verz. BNF).
Steun aan de revolutie De vrouwen spelen een actieve rol tijdens de Franse Revolutie. Ongeacht hun politieke strekking of hun werkwijze nemen vrouwen vanaf 1788 volop deel aan protestbewegingen. Ze verschijnen op straat en in politieke vergaderingen. Sommige vrouwen nemen ook de pen ter hand om verandering te bepleiten.
Parijse burgeressen schenken hun juwelen aan de grondwetgevende vergadering, 7 september 1789. Gouache, J.-B. Lesueur, 1789 (verz. Musée Carnavalet, Parijs).
Uit vaderlandsliefde geven jonge arbeidsters geld voor de uitrusting van een soldaat die naar de oorlog vertrekt. Gouache, J.-B. Lesueur, ca.1789 (verz. Musée Carnavalet, Parijs).
Armoede veroorzaakt revolutionaire volksopstanden die zich steeds meer uitbreiden en aanhouden tot 1795. Meestal geven volksvrouwen de aanzet tot hongerrellen. In hun voetspoor volgen de mannen en krijgen de rellen een politieke betekenis.
De sansculotten, een radicale Parijse volksbeweging, steunen de Jacobijnen en het terreurbewind. Zij dragen de rode muts. Prent, Parijs, ca.1789 (verz. BNF).
Op 5 oktober 1789 brengt een gewapende volksopstand met in hoofdzaak vrouwen de koning van Versailles terug naar Parijs. Deze bijzonder bewogen dag vormt het onderwerp van talrijke tekeningen. “De Parijse dames trekken op naar Versailles” Prent, ca. 1789 (verz. BNF).
«De voorhoede van vrouwen die naar Versailles trekken”. Prent, Parijs, ca.1789 (verz. BNF).
“De koning slaaf of de onderdanen koning; vrouwelijk patriottisme”. De koning keert terug naar Parijs op 6 oktober 1789. Prent, 1789 (verz. BNF).
Tijdens de revolutie groeit de politieke discussie die zowel gematigde als radicale vormen aanneemt. In de politieke salons die vaak door geschoolde vrouwen georganiseerd worden, komen de belangrijkste denkers van de Revolutie bijeen. Overal openen in hoofdzaak mannelijke revolutionaire clubs. Sommige daarvan zijn gemengd en vanaf 1791 ontstaan ook vrouwelijke clubs. Vanaf 1793 worden ze echter te radicaal beschouwd en verboden.
Marie-Jeanne, bijgenaamd Manon Phlipon, echtgenote van J.-M. Roland de la Platière, is republikeins. Zij heeft een salon waar de belangrijkste revolutionaire denkers en Girondijnse voormannen samenkomen. Samen met haar man wordt ze in hechtenis genomen door de Jacobijnen en op 8 november 1793 sterft ze onder de guillotine. Prent, C. Le Vachez, ca.1799 (verz. BNF).
Vanaf de stichting in mei 1793, speelt de club van de republikeinse burgeressen een actieve rol in het politieke leven. Hij steunt de val van de Girondijnen en de komst van de Terreur. Vrouwen moeten de wapens opnemen om de Revolutie te steunen.
Gouache, J.-B. Lesueur, ca.1793 (verz. Musée Carnavalet, Parijs).
Vanaf de tribunes van de volksvergaderingen proberen vrouwen te wegen op de besluitvorming.
“Jakobijnse breisters” spreken de afgevaardigden toe vanop de tribunes van de Conventie. Gouache, J.-B. Lesueur, 1793-1794. (verz. Musée Carnavalet, Parijs).
Enkele vrouwen nemen de pen ter hand om de Revolutie en de rechten van de vrouw te steunen.
Geschriften van Olympe de Gouges, Théroigne de Méricourt, Thérésa Tallien, Atta Palm Palm d’Aelders (verz. BNF).
Voor vrouwen eisen zij recht op onderwijs, werk, echtscheiding, wapendracht en uitoefening van politieke rechten. Maar deze eisen zijn niet prioritair en krijgen weinig of geen gehoor.
Olympe de Gouges (1791) en Condorcet (1791).
Strijd tegen de Revolutie Daarentegen nemen ook vrouwen deel aan contrarevolutionaire activiteiten. Zij verdedigen hun eigendom en de privileges van het Ancien Regime, de monarchie en de religie. Zij nemen het op voor de geestelijken die weigeren de eed op de Grondwet af te leggen en beschermen religieuze gemeenschappen tegen revolutionaire plunderingen.
Als de incarnatie van de voorrechten van het Ancien Regime en de contrarevolutie, staat koningin Marie-Antoinette symbool voor de reactie van de monarchisten. Gehaat tijdens haar leven blijft ze de ‘vreemdelinge’, de ‘Oostenrijkse’, de frivole en slechte moeder. Ze sterft onder de guillotine in oktober 1793.
Marie-Antoinette, koningin van Frankrijk. Prent, S. Gratise, 1793 (verz. BNF).
Karikatuur van de “Aristocrate die de Revolutie vervloekt”, Prent, ca.1790 (verz. BNF).
Tijdens de opstand in de Vendée steunen vrouwen het katholieke koninklijke leger dat strijdt tegen de republikeinse troepen.
Renée Bordereau bestrijdt het koninklijke, katholieke leger.
(Biographie des hommes vivants, t. I, Parijs, Michaud, 1816)
Victoire de Donnissan is samen met haar twee echtgenoten één van de figuren van de contrarevolutionaire opstand in de Vendée.
Een boerin weigert ballingen uit te leveren en wordt aangehouden. Pitre-Chevalier, La Bretagne moderne, 1860.
Zoals in elke burgeroorlog of revolutie zijn vrouwen net als mannen trouwens aanstokers of slachtoffers van geweld. Onder het terreurbewind worden talrijke vrouwen opgepakt en terechtgesteld met de guillotine: adellijke dames, religieuzen maar ook gewone volksvrouwen.
«Partiottische tucht » revolutionaire vrouwen geven religieuzen er van langs. Prent, ca.1791 (verz. BNF).
“Vrouwen worden op gruwelijke wijze afgeslacht” Prent, ca. 1792 (verz. BNF).
« Revolutionair geweld » Prent, ca. 1792 (verz. BNF).
In juli 1793 vermoordt de jonge Charlotte Corday Marat. Overtuigd van de Girondijnse zaak beschouwt ze hem als ergste vijand van de jonge Republiek. Als terdoodveroordeelde sterft ze onder de guillotine op 17 juli 1793. De Jacobijnen verheffen haar daad tot één van de symbolen van de contrarevolutie. Prent, Napels, ca.1793 (verz. BNF).
De verworvenheden De Revolutie haalt de maatschappelijke hiërarchie en de bestuursvormen van het Ancien Regime helemaal overhoop. Een adellijke dame en een religieuze worden terechtgewezen en terug op het goede pad gezet. Prent, ca. 1789 (verz. BNF).
Wat de vrouwen betreft is het bilan zeer mager. Vrouwen verkrijgen geen enkel politiek recht. Ter compensatie verwerven ze wel burgerlijke rechten.
•1791 : Het huwelijk wordt een burgerlijk contract waarbij de toestemming van de twee partners vereist is. •1792 : Recht op echtscheiding •1793-1794 : Erfenisrecht De scheiding. Gouache, j.-B. Lesueur, ca. 1795. (verz. Musée Carnavalet, Parijs).
Vanaf het einde van de Revolutie bleef het statuut van de vrouw als echtgenote en moeder nog lange tijd ongewijzigd. Pas in de loop van de 20ste eeuw zal de gelijkheid tussen man en vrouw op wettelijk vlak geleidelijk aan werkelijkheid worden.
De symbolen van de Revolutie Langzamerhand ontstaat een negatief beeld van de vrouwen die een rol speelden in de Revolutie. Ze worden voorgesteld als abnormaal, gek of gevaarlijk.
“Karikatuur van een vrouwelijke sansculot”. Prent, 1794 (verz. BNF).
Maar de Revolutie gebruikt ook het beeld van de vrouw op een positieve manier, als allegorische voorstelling van Gelijkheid en Broederlijkheid (Marianne). Allegorische figuren van de Grondwet, de Vrijheid en Rechtvaardigheid. Tekening, Ch. Monnet, ca.1791, (verz. BNF).
Enkele uitzonderlijke revolutionaire vrouwen…
Olympe de Gouges (1748-1793) Als courtisane en schrijfster veroordeelt Olympe de Gouges met klem het seksisme van de revolutionairen. Als antwoord op de Verklaring van de rechten van de mens en de burger publiceert ze in 1791 de Verklaring van de rechten van de vrouw en burgeres. Ze richt haar verklaring tot de koningin en de Volksvergadering. Zij verdedigt eveneens de afschaffing van de slavernij en de rechten van bastaardkinderen. Als gematigde kiest ze in 1792 het kamp van de Girondijnen. Als vijand van de Jakobijnen sterft ze onder de guillotine op 3 november 1793. Olympe de Gouges, Aquarel (verz. Musée du Louvre, Parijs).
Théroigne de Méricourt (1762-1817) Théroigne de Méricourt wordt geboren te Luik en kent een woelige jeugd. Vanaf 1789 is ze bijzonder actief als revolutionaire en neemt ze deel aan de belangrijkste rellen. Zij heeft een salon, is lid van verschillende clubs en woont de Grondwetgevende Vergadering bij. Zij kleedt zich als amazone, eist voor vrouwen het recht op om wapens te dragen en te strijden. Wanneer zij waanzinnig wordt verklaard, volgt haar opsluiting in het Hôpital de la Salpêtrière te Parijs in 1794. Ze sterft er in 1817.
Théroigne de Méricourt. Prent, ca.1789 (verz. BNF).
Manon Phlipon-Roland (1754-1893) In het salon van de hoogopgeleide Manon Phlipon zijn tijdens de Revolutie alle republikeinse strekkingen vertegenwoordigd die aan bod komen in de Grondwetgevende Vergadering. Wanneer haar man minister van Binnenlandse Zaken wordt (1792) gaat zij de Girondijnen actief steunen. In 1793 wordt ze samen met haar man opgepakt door de aanhangers van Robespierre en op 8 november 1793 sterft ze onder de guillotine.
Manon Phlipon, echtgenote van Roland de la Platière, Tekening, ca.1793 (verz. BNF).
Thérèse Cabarrus-Tallien (1773-1835) Als dochter van een Spaanse bankier huwde Thérèse Cabarrus met de markies van Fontenay. Ze hield een politiek salon waarin ze een betere opleiding voor meisjes bepleitte. Na tweemaal te zijn opgepakt (1793-1794) huwt ze opnieuw met J.-L. Tallien, een revolutionair politicus die ze aanzet tot gematigdheid en clementie voor de slachtoffers van de Terreur. Door haar tussenkomsten krijgt ze de bijnaam “Onze-Lieve-Vrouw van Thermidor” .Thérèse Tallien, schilderij, A.T. Umilleu, 1798. (Verz. Musée Boucher de Perthes, Abbeville).
Fin
“De vrouwen”, gouache, J.-B. Lesueur, ca.1801 (verz. Musée Carnavalet, Parijs).
Dit dossier werd gerealiseerd door het Archief- en Onderzoekscentrum voor Vrouwengeschiedenis, Rue du Méridien 10, 1210 Brussel www.avg-Carhif.be
[email protected]