Vragenlijst screening VO2. Schooljaar

Vragenlijst screening VO2 Schooljaar 2015 - 2016

Versie 07-12-2015

Inleiding Het is belangrijk dat je bij alle vragen jouw antwoord aankruist, ook al vind je dat soms misschien moeilijk. Kruis het antwoord aan dat het meest op jou van toepassing is. Er zijn geen ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden. Het gaat om jouw antwoorden en jouw ervaringen. Daarom vinden we het ook belangrijk dat je de vragenlijst zoveel mogelijk alleen probeert in te vullen. Lees alle vragen en antwoorden rustig door. Kruis jouw antwoord aan met pen. Meestal mag je maar één vakje aankruisen, bijvoorbeeld: Ben je een jongen of meisje?

1 2

jongen meisje

Als je meer dan één vakje aan mag kruisen, dan staat dat altijd bij de vraag vermeld! LET OP: Heb je je vergist bij het invullen, maak dan het foute hokje helemaal zwart en zet een kruisje in het juiste hokje: In welke provincie woon je?

1 2 3 'Noord- Brabant' wordt in dit geval als jouw

Limburg Noord-Brabant Zeeland antwoord gezien.

Veel succes!

2

Begin hier met de vragenlijst Algemene vragen 1.

Wat is de naam van je school?

2.

In welke klas zit je?

3.

Wat is je naam?

4.

Wat is je geboortedatum?

5.

Welk soort onderwijs volg je?  Vmbo-b (basis)  Vmbo-k (kader)  Vmbo-g (gemengd)  Vmbo-t (theoretisch, mavo)  Havo  Vwo (atheneum, gymnasium)

Gezondheid 6.

Heb je moeite met zien (ook al draag je een bril of lenzen)?  nee  soms  vaak

7.

Heb je moeite met horen (ook al draag je een hoorapparaat)?  nee  soms  vaak

8.

Heb je regelmatig last van lichamelijke klachten?  nee    ga verder met vraag 9  ja, namelijk (je mag meer dan één antwoord geven):  vermoeidheid  buikpijn  hoofdpijn  jeuk of huidirritatie  kortademigheid, piepen op de borst, hoesten  voor meisjes: menstruatiepijn of –klachten  andere klachten, namelijk:

9.

Gebruik je op dit moment medicijnen?  nee  ja, welke en waarvoor:

3

10. Ben je in de afgelopen 3 jaar onder behandeling of controle geweest van een arts of andere zorgverlener? Bijvoorbeeld: huisarts, opticien, audicien, KNO-arts, oogarts, fysiotherapeut, logopedist, Centrum voor Jeugd en Gezin, Bureau Jeugdzorg, psycholoog, alternatieve hulpverlener  nee    ga verder met vraag 11  ja, namelijk voor: Bij welke zorgverlener?  ogen  oren  lengte en/of gewicht  bewegen  spreken en/of taal  leren en/of lezen  gedrag, emoties en/of opvoeding  astma/astmatische bronchitis  andere langdurige aandoening/ziekte  iets anders, namelijk:

11. Ben je op dit moment onder behandeling of controle van een arts of andere zorgverlener? Bijvoorbeeld: huisarts, opticien, audicien, KNO-arts, oogarts, fysiotherapeut, logopedist, Centrum voor Jeugd en Gezin, Bureau Jeugdzorg, psycholoog, alternatieve hulpverlener  nee    ga verder met vraag 12  ja, namelijk voor: Bij welke zorgverlener?  ogen  oren  lengte en/of gewicht  bewegen  spreken en/of taal  leren en/of lezen  gedrag, emoties en/of opvoeding  astma/astmatische bronchitis  andere langdurige aandoening/ziekte  iets anders, namelijk:

4

12. Hoe vaak heb je je in de afgelopen 12 schoolweken ziek gemeld? Vakantieweken niet meetellen bij die 12 schoolweken.  0 keer    ga verder met vraag 15  1 keer  2-3 keer  4 keer of meer 13. Hoeveel schooldagen achter elkaar was je toen ziek? Als je in de afgelopen 12 schoolweken vaker ziek bent geweest, neem dan de langste ziekteperiode.  1-6 schooldagen  7 schooldagen of meer 14. Heb je over jouw ziek zijn in de afgelopen 12 schoolweken een gesprek gehad met je mentor of iemand anders van school?  nee  ja 15. Vind je dat je goed slaapt?  ja  nee 16. Voel je je ‘s ochtends uitgerust?  altijd  vaak  soms  nooit

Ingrijpende gebeurtenissen 17. Heb je in de afgelopen 3 jaar een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt? Bijvoorbeeld: scheiding ouders, overlijden/ernstige ziekte, mishandeling, geweld, (cyber)pesten, verslaving, werkloosheid ouder(s), armoede, etc.  nee    ga verder met ‘Sterke kanten en moeilijkheden’  ja, welke gebeurtenis(sen)?:

18. Ben je daar nu nog veel mee bezig?  nee    ga verder met ‘Sterke kanten en moeilijkheden’  ja

5

19. Kun je met iemand uit je omgeving praten over wat je hebt meegemaakt? Bijvoorbeeld met je vader, moeder, vriend(in).  ja  nee 20. Wil je een gesprek met de jeugdverpleegkundige over wat je hebt meegemaakt?  ja  nee

Sterke kanten en moeilijkheden Het is belangrijk dat je alle vragen zo goed mogelijk beantwoordt, ook als je niet helemaal zeker bent of als je de vraag raar vindt. Wil je bij het beantwoorden nadenken over hoe dat bij jou de laatste 6 maanden is geweest? niet waar

een beetje waar

zeker waar

Ik probeer aardig te zijn tegen anderen. Ik houd rekening met hun gevoelens







Ik ben rusteloos, ik kan niet lang stil zitten







Ik heb vaak hoofdpijn, buikpijn, of ik ben misselijk







Ik deel makkelijk met anderen (snoep, speelgoed, potloden, enz.)







Ik word erg boos en ben vaak driftig







Ik ben nogal op mijzelf. Ik speel meestal alleen of bemoei mij niet met anderen







Ik doe meestal wat me wordt opgedragen







Ik pieker veel (piekeren = ergens over inzitten of je zorgen maken)







Ik help iemand die zich heeft bezeerd, van streek is of zich ziek voelt







Ik zit constant te wiebelen of te friemelen







Ik heb minstens één goede vriend of vriendin







Ik vecht vaak. Het lukt mij andere mensen te laten doen wat ik wil







Ik ben vaak ongelukkig, in de put of in tranen







Andere jongeren van mijn leeftijd vinden mij over het algemeen aardig







Ik ben snel afgeleid, ik vind het moeilijk me te concentreren







Ik ben zenuwachtig in nieuwe situaties. Ik verlies makkelijk mijn zelfvertrouwen







Ik ben aardig tegen jongere kinderen







Ik word er vaak van beschuldigd dat ik lieg of bedrieg







Andere kinderen of jongeren pesten of treiteren mij







Ik bied vaak anderen aan hen te helpen (ouders, leerkrachten, kinderen)







Ik denk na voor ik iets doe







Ik neem dingen weg die niet van mij zijn thuis, op school of op andere plaatsen







Ik kan beter met volwassenen opschieten dan met jongeren van mijn leeftijd







Ik ben voor heel veel dingen bang, ik ben snel angstig







Ik maak af waar ik mee bezig ben. Ik kan mijn aandacht er goed bij houden







6

Heb je opmerkingen?

21. Denk je over het geheel genomen dat je moeilijkheden hebt op één of meer van de volgende gebieden: emoties, concentratie, gedrag of vermogen om met andere mensen op te schieten?  nee    ga verder met vraag 25  ja, kleine moeilijkheden  ja, duidelijke moeilijkheden  ja, ernstige moeilijkheden Als je “Ja” hebt geantwoord, wil je dan alsjeblieft de volgende vragen over deze moeilijkheden beantwoorden? 22. Hoe lang bestaan deze moeilijkheden?  korter dan een maand  1-5 maanden  6-12 maanden  meer dan een jaar 23. Maken de moeilijkheden je overstuur of van slag?  helemaal niet  een beetje maar  tamelijk  heel erg 24. Belemmeren de moeilijkheden jouw dagelijks leven op de volgende gebieden? helemaal niet

een beetje maar

tamelijk

heel erg

Thuis









Vriendschappen









Leren in de klas









Activiteiten in de vrije tijd









7

Leefstijl We willen graag weten op hoeveel dagen per week je minstens 1 uur sport of beweegt. Tel alle vormen van sporten of bewegen die je op een dag doet bij elkaar op. Bijvoorbeeld: op maandag fiets je 15 minuten naar school, je hebt 50 minuten schoolgym, je fietst 15 minuten terug naar huis en ’s avonds ga je 20 minuten hardlopen: op die dag heb je minstens 1 uur bewogen. Doe dit voor alle dagen per week. 25. Op hoeveel dagen per week sport of beweeg je minstens 1 uur?  (bijna) nooit  1 dag per week  2 dagen per week  3 dagen per week  4 dagen per week  5 dagen per week  6 dagen per week  elke dag 26. Vind je dat je gezond eet?  ja  nee Wil je advies over gezond eten, geef dan op het eind van de vragenlijst aan dat je een gesprek met de jeugdverpleegkundige wil over voeding. 27. Heb je ooit gerookt? (bijv. sigaret, waterpijp, shisha-pen etc.)  ja  nee    ga verder met vraag 29 28. Hoe vaak rook je nu?  elke dag  minstens 1 keer per week, maar niet elke dag  minder dan 1 keer per week  ik rook niet

8

Denk bij het beantwoorden van de volgende vragen aan de afgelopen 4 weken! 29. Hoe vaak drink je alcohol?  nooit    ga verder met vraag 32  minder dan 1 keer per 4 weken  1 keer per 4 weken  2-4 keer per 4 weken  2-3 keer per week  4 keer per week of vaker 30. Hoeveel drink je meestal op een dag dat je alcohol drinkt?  1-2 glazen  3-4 glazen  5-6 glazen  7-9 glazen  10 glazen of meer 31. Hoe vaak drink je 5 of meer glazen alcohol per keer?  nooit  minder dan 1 keer per maand  maandelijks  wekelijks  (bijna) dagelijks 32. Op hoeveel dagen per week drink je energiedrank (zoals Red Bull, Bullit, Rockstar, Golden Power, Highway, Rodeo, Burn, Monster)? We bedoelen dus géén sportdrankjes in flesjes zoals AA-drank en Extran.  (bijna) nooit  1-3 dagen per week  4-6 dagen per week  elke dag 33. Heb je ooit één van de volgende middelen gebruikt: wiet (marihuana), hasj, XTC (ecstasy, MDMA), cocaïne, paddo’s, amfetamine (uppers, pep of speed), LSD, GHB, heroïne en/of lachgas?  ja  nee    ga verder met vraag 35 34. Heb je in de laatste 4 weken wiet (marihuana), hasj, XTC (ecstasy, MDMA), cocaïne, paddo’s, amfetamine (uppers, pep of speed), LSD, GHB, heroïne en/of lachgas gebruikt?  ja  nee

9

Sociale media, gamen en internet De volgende vragen gaan over sociale media. Met sociale media bedoelen we bijvoorbeeld: -

berichten via smartphone, tablet, laptop of pc (zoals Whatsapp, Snapchat)

-

sociale netwerken (zoals Facebook, Twitter)

-

forums (zoals Fok.nl, Tweakers.net).

35. Ben je actief op sociale media?  nee, (bijna) nooit    ga verder met vraag 39  ja 36. Hoe vaak vind je het moeilijk om met sociale media te stoppen? 

nooit



zelden



soms



vaak



zeer vaak

37. Hoe vaak voel je je onrustig, gestrest of geïrriteerd wanneer je geen sociale media kunt gebruiken?  nooit  zelden  soms  vaak  zeer vaak 38. Hoe vaak raffel je je huiswerk af om sociale media te gebruiken?  nooit  zelden  soms  vaak  zeer vaak

10

De volgende vragen gaan over gamen. Met games bedoelen we alle spellen/spelletjes die je speelt op een smartphone, tablet, laptop, pc, Mac of spelcomputer (zoals Playstation, Wii, Xbox). 39. Game je wel eens?  nee, (bijna) nooit    ga verder met vraag 43  ja 40. Hoe vaak vind je het moeilijk om met gamen te stoppen?  nooit  zelden  soms  vaak  zeer vaak 41. Hoe vaak voel je je onrustig, gestrest of geïrriteerd wanneer je niet kunt gamen?  nooit  zelden  soms  vaak  zeer vaak 42. Hoe vaak raffel je je huiswerk af om te gaan gamen?  nooit  zelden  soms  vaak  zeer vaak 43. Heb je wel eens iets vervelends meegemaakt op internet?  nee  ja, namelijk:

11

Seksualiteit 44. Heb je ooit geslachtsgemeenschap gehad?  ja, regelmatig  ja, een paar keer  ja, 1 keer  nee, nooit    ga verder met vraag 46 45. Heb je altijd een condoom gebruikt toen je geslachtsgemeenschap had?  ja, altijd  nee, niet altijd  nee, nooit  ik weet het niet meer Heb je vragen over seksualiteit? Geef dan op het eind van de vragenlijst aan dat je hierover een gesprek wilt met de jeugdverpleegkundige.

Thuis en school 46. Bij wie woon je de meeste dagen van de week? Je mag één antwoord geven.  bij mijn ouders (samen)  ongeveer de helft van de tijd bij mijn ene ouder en de helft van de tijd bij mijn andere ouder  bij mijn moeder en haar partner  bij mijn vader en zijn partner  alleen bij mijn moeder  alleen bij mijn vader  bij anderen (bijv. pleegouders, andere familie, internaat)  ik woon op mezelf 47. Hebben jullie thuis moeite om rond te komen met geld? Met thuis bedoelen we het gezin waar je de meeste tijd woont.  nee, geen enkele moeite  nee, geen moeite maar we moeten wel opletten  ja, enige moeite  ja, grote moeite 48. Hoe vind je het op school?  leuk  gaat wel  niet leuk, omdat:

12

49. Als je een probleem hebt, heb je dan iemand met wie je daarover kan praten?  ja  nee

Lengte en gewicht 50. Hoeveel kilo weeg je (zonder schoenen)?

kilogram 51. Hoe lang ben je (zonder schoenen)?

centimeter 52. Ben je tevreden over je figuur?  ja  nee, omdat:

Tot slot Onze jeugdverpleegkundige bekijkt jouw antwoorden. Als zij daar aanleiding voor ziet, krijg je met haar een gesprek op school. 53. Heb je zélf vragen of onderwerpen die je wilt bespreken? Geef dan hieronder aan waarover je wilt praten Je mag meer dan één antwoord geven.  voeding  gedrag, concentratie  lichamelijke problemen  puberteitsontwikkeling  praten en/of taal  motoriek/bewegen  pesten  slapen  alcohol, roken, drugs, verslaving  seksualiteit  school  thuis  anders, namelijk:  ik heb geen vragen of onderwerpen die ik wil bespreken

13

Hieronder graag toelichten:

54. Met welk telefoonnummer en/of e-mailadres ben je bereikbaar, mocht de jeugdverpleegkundige je nog iets willen vragen? telefoonnummer: e-mailadres:

55. De GGD verstuurt een digitale nieuwsbrief (e-news) speciaal voor jongeren. Wil jij op de hoogte gehouden worden van alles op het gebied van gezondheid en activiteiten van de GGD?  ja, ik wil graag e-news krijgen (heb je hierboven je e-mailadres ingevuld?)  nee, ik wil geen e-news krijgen

Hartelijk bedankt voor je medewerking! Als je nog vragen hebt over je lichaam, je gevoel, je leefstijl, blijf daar dan niet mee zitten. Praat erover met iemand die je kan helpen. Bijvoorbeeld je ouders, je huisarts, de GGD of het Centrum voor Jeugd en Gezin. GGD West-Brabant tel. 076 – 528 20 00 (maandag t/m vrijdag) Neem een kijkje op onze website www.jouwggd.nl. Hier vind je eerlijke gezondheidsinformatie, filmpjes en betrouwbare links. Ook kun je hier gratis voor al je gezondheidsvragen terecht bij de online jeugdverpleegkundige of jeugdarts. Dat kan ook anoniem.

14