Vragen op de startdag intervisie 13-1-2015 Op 13 januari jl. was de startdag intervisie. Voorafgaand aan de startdag zijn er bijeenkomsten geweest voor de facilitators en voor (nieuwe) leden die aan intervisie gaan doen. Op 3 momenten zijn door de Ooa-leden vragen gesteld: - door de faciltators - door de nieuwe leden - door de deelnemers aan de startdag. Wij hebben de vragen geïnventariseerd en geven hierbij de antwoorden. Mochten deze antwoorden (nieuwe) vragen oproepen, dan kun je contact opnemen met één van de leden van de werkgroep intervisie. De namen en telefoonnummers staan onderaan dit document vermeld. Wij hopen jullie hiermee van dienst te zijn geweest. Met vriendelijke groet, Werkgroep intervisie Ooa ___________________________________________________________________ Vragen van de Facilitators •
Wat is ideale omvang van een intervisiegroep (is 5 niet beetje klein)? Vijf personen is echt minimaal, de voorkeur heeft 6-8 (max.)
•
Hoeveel casussen per intervisiebijeenkomst te behandelen? Maximaal twee met een pauze ertussen voor de incubatie van het eerdere traject voor de casusinbrenger.
•
Hoe maak je een keuze voor een methode? De casusinbrenger selecteert enkele methoden waarvan hij het idee heeft dat ze kunnen helpen bij het inzicht verkrijgen op het vraagstuk. Hij kijkt naar methoden die bij hem passen, of juist wellicht niet. Van belang is dat de casusinbrenger de methode als leidraad accepteert. De facilitator selecteert methoden waarvan hij denkt dat ze passen bij het vraagstuk en de casusinbrenger. Daarnaast neemt hij mee welke ervaring hij en de groep hierbij hebben. 1
De facilitator en casusinbrenger wisselen hun keuzen uit en onderzoeken welke methode het beste bij kan dragen aan inzicht voor de casusinbrenger. Een hulpmiddel is de methode-selectiewijzer (zie Praktijkboek intervisie) op de inhoud en richting van de methode en het TV model (idem) op meer feitelijke/concrete vraagstukken of richtinggevende- of koersvraagstukken. •
Wat zijn de regels voor de toekenning van PE –punten? Alle informatie daarover tref je aan op de website van de Ooa. Met deze link http://www.ooa.nl/kwaliteit-van-intervisie-en-toekennen-pe-punten is deze informatie na te lezen.
•
Worden er nog workshops gegeven over methoden? Via de kanalen van de Ooa is een oproep uitgegaan voor leden die een workshop willen geven vanuit het voor-de-leden-door-de-leden- principe. Afhankelijk van de reacties zullen zij ingepland worden. Dit wordt zichtbaar op de Ooa website.
•
Komt de Ooa tegemoet in het regelen van praktische zaken bij intervisie, zoals een vergaderruimte? De Ooa levert geen voorzieningen voor een ruimte voor een intervisiebijeenkomst. De leden van de intervisiegroep komen meestal thuis of op kantoor bij elkaar.
Afspraken 1. De werkgroep intervisie stuurt het overzicht PE-punten naar de facilitators (gedaan). 2. Schaduwfacilitering: de facilitators ontvangen een email met de oproep om zich als facilitator op te geven voor het formeren van 2-tallen. Ook zal zij een uitleg opsturen met handvatten voor het schaduwfaciliteren (in bezit) en een lijst met namen, telefoonnummers en e-mailadressen van de facilitators. Die kunnen elkaar dan makkelijk benaderen (verstuurd). 3. De werkgroep inventariseert in de evaluatie aan het einde van het jaar per facilitator welke methoden zijn gebruikt. Verzoek aan de facilitators om bij te houden welke methoden worden ingezet. Vragen van nieuwe leden •
Hoe werkt intervisie, de diversiteit van intervisiemethoden, de rollen en groepsgrootte, professionaliteit van het traject, ect? De diversiteit van de methoden is afhankelijk van de ingebrachte casus en of deze past op de gewenste methode. Waar voel je je comfortabel bij, zowel als facilitator, als casusinbrenger? Rollen en groepsgrootte. De rol is verwisselbaar als dit de kwaliteit van de casus waarborgt. De facilitator moet wel ervaring hebben. 2
De groepsgrootte is bij voorkeur 6-8 personen i.v.m. goede reflectie en inbreng van voldoende deelnemers. Professionaliteit zit aan twee kanten. Hoe zit je er zelf in (wat wil jij als professional) en hoe zitten de collega’s in het traject? Dit onderwerp komt in de 1e bijeenkomst van de intervisiegroep aan bod als contractering ter sprake komt. •
Waarop kan ik mijn facilitator aanspreken? Op de afspraken die gemaakt zijn bij het contracteren en op de professionele begeleiding van de casus en casusinbrenger. Intervisie moet helpen en niet mensen afbranden. Heel belangrijk is het waarborgen van veiligheid en respect. Als dat er niet is, kan er geen sprake zijn van intervisie.
•
Wat kan ik doen als ik vragen heb of als er problemen zich voordoen tijdens het traject? Als je er met de collega’s uit de groep niet uitkomt, aarzel dan niet om te bellen of mailen met de leden van de werkgroep intervisie (telefoonnummers op de Ooawebsite).
•
Hoe weet je dat de juiste methode wordt gebruikt bij de casus? Kun je de methode testen of oefenen op de casus? Het testen of oefenen van de methode is niet het doel. De casusinbrenger moet geholpen zijn met de oplossing en hierbij is de methode een hulpmiddel, geen doel op zich. De toe te passen methode is in overleg tussen casusinbrenger en facilitator bepaald. In ieder geval wordt er een methode gekozen die de facilitator beheerst. Als het doel niet gehaald is of de CI is niet tevreden (heeft er niets/niet veel aangehad) dan kan men als groep een analyse uitvoeren waarbij de methode ook aan bod komt. Dit vraagt om een facilitator die heel goed de diverse methodes kent.
•
Hoe kan je als groep meerdere methoden leren kennen/intrainen? De facilitator is degene die de verschillende methodes kent. Wanneer hij/zij een bepaalde methode niet kent dan kan hij dit aan een collega facilitator ingehuurd worden die de methode wel kent en kan uitleggen. Er worden dit jaar workshops georganiseerd over intervisiemethoden waar je je (ook als groep) op kan inschrijven.
•
Ik ben geïnteresseerd in de opleiding facilitator intervisie. Kan ik mij opgeven? Als je geïnteresseerd in de opleiding dan contact opnemen met de begeleiders en trainers van de opleiding: Inez Kohlmann en Monique Bellersen (ook leden van de werkgroep). Telefoonnummers: website Ooa.
•
Hoe word je facilitator? Na een paar (minimaal drie) jaar meedraaien in verschillende intervisiegroepen kun je ook zelf facilitator worden. Ervaring is noodzakelijk, maar om een goede facilitator te zijn vinden we dat er ook eigenlijk een opleiding Facilitator Intervisie gevolgd moet zijn. Het gaat erom dat je een goed beeld hebt van de rol van de facilitator, beschikt 3
over een aantal vaardigheden voor die rol en natuurlijk ook kennis en ervaring hebt met een ruime diversiteit aan intervisiemethoden. Het is een mooie en leerzame rol, die goed te leren is. Bij de werkgroep Intervisie kun je terecht voor (vrijblijvende) vragen. •
Waarom een onderzoek intervisie? We hebben mooie intervisiemethodes en ieder jaar worden er honderden casussen besproken. Daar willen we graag meer over weten. Als Ooa hebben nu wel algemene indrukken en op onderdelen soms goede informatie, maar we willen graag meer weten in plaats van ‘een indruk hebben’. Welke methodes worden bijvoorbeeld het meeste gebruikt, waarom is dat, wat valt daar van te leren, wat moet worden aangepast? De inbreng van de facilitator, casusinbrenger, deelnemers wordne ook onderzocht: wat werkt wel en wat niet vanuit de verschillende rollen en interventies die toegepast worden. Daarnaast willen we ook meer weten over de effecten. Wat leer je er van, wat kun je er mee in je eigen praktijk, enzovoort? Allemaal vragen die per deelnemer misschien heel helder zijn, maar er is geen overzicht of inzicht van het geheel. We hebben ambities om de kwaliteit en het rendement van intervisie te verbeteren en daarvoor moeten we nu gaan investeren onderzoek daarnaar.
•
Is het mogelijk om de aard van de casussen weer te geven die in de loop van een jaar aan de orde komen? Dat is mogelijk als die informatie vanuit de groepen wordt aangeleverd. Het onderzoek (zie boven) kan daar goede inzichten in geven.
•
Als je geen wisselende facilitator mag inzetten (volgens Ooa) hoe krijg je dan meer facilitators? De Ooa wil liever niet dat onervaren facilitators deze rol op zich nemen. De reden hiervoor is dat het accent dan meer op het leren als facilitator komt te liggen in plaats van op de behandeling van de casus. Daarvoor is intervisie niet bedoeld. Maar, als je niet mag oefenen/trainen kun je ook niet beter worden. Het is het beste om eerst een gerichte opleiding te volgen, zodat je niet alles uit de praktijk hoeft te leren. In een opleiding is veel ruimte voor oefening zonder dat het ten koste gaat van de andere deelnemers. Dan krijg je ook voortdurend gerichte feedback op je eigen handelen en op de effecten daarvan op de casus inbrenger en de groepsdynamiek. Dat helpt enorm om je verder te ontwikkelen als facilitator. Die specifieke feedback wordt dit jaar ook geïntroduceerd in de reguliere intervisiebijeenkomsten. Dit gebeurt dan door een schaduw-facilitator. Verder organiseren we ieder jaar de Dag van de Facilitator om van elkaar te leren en natuurlijk is het goed om onderling contact te houden en te overleggen met je collega’s. 4
Acties werkgroep intervisie 2015 1. Er is een startdag intervisie georganiseerd (op 13 januari 2015) en de groepsindeling is gemaakt. 2. Er wordt een onderzoek naar intervisie gehouden en zal de waardering voor de Ooa- facilitators worden geïnventariseerd. 3. Er wordt een nieuwe-leden-kennismakingsworkshop over intervisie georganiseerd. 4. Er worden workshops over intervisiemethoden geregeld volgens het principe ‘voor de leden door de leden’. Daarvoor vragen wij aan leden om een workshop te geven. 5. Op 12 maart 2015 wordt de Dag van de Facilitator georganiseerd. Hiervoor zijn de facilitators al uitgenodigd. 6. Dit jaar gaan wij werken met schaduwfacilitering. Hierover zijn de facilitators al geïnformeerd. De informatie over deze punten is terug te vinden op de website van de Ooa en in de diverse nieuwsbrieven.
Met vriendelijke groet, we werkgroep intervisie van de Ooa,
Monique Bellersen Inez Kohlmann Wilgard van Lee Carel Wielinga
06-536 42 207 06-546 30 991 06-134 80 886 06-519 89 566
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
5