Technische vragen algemeen bestuur 28 november 2012 Fractie Gezond Water 3.b. Strategie samenwerking Vlaanderen Noot vooraf: De antwoorden zijn opgesteld door het waterschap in samenspraak met de Vlaamse Milieumaatschappij en de provincie Antwerpen. Vraag: Wordt al het water in Vlaanderen gezuiverd voordat het op het oppervlaktewater geloosd wordt? Antwoord: Nee. Het percentage gezuiverd afvalwater neemt geleidelijk toe als gevolg van investeringen in zuiverings-infrastructuur. Inmiddels wordt 79% van het huishoudelijk afvalwater in Vlaanderen gezuiverd. Industriële lozingen zijn gebonden aan een milieuvergunning. Bedrijven zijn of aangesloten op een RWZI of moeten ingevolge de vergunning zelf voor zuivering zorgen. Vraag: Hoe staat het met de zuivering van het afvalwater in Wortel, met name van de “gevangenis” in Wortel- Kolonie. Wat zijn de te verwachten toekomstige ontwikkelingen? Antwoord: Deze instelling in Wortel heeft een tijdelijke milieuvergunning waarbij de voorwaarde is dat zij, in afwachting van verdere afkoppeling (scheiden afvalwater) binnen de instelling en aansluiting via nieuwe persleiding op bestaand rioleringsstelsel en RWZI, een tijdelijke zuivering moeten doen via een biorotor (KWZI). De aanbesteding van deze biorotor door Regie der Gebouwen (beheerder instelling) is voorzien voor eind 2012. De nieuwe persleiding zal door de intercommunale/stad Hoogstraten aangelegd worden begin 2013. In het kader van de ruilverkaveling Wortel is de Staakheuvelseloop reeds verplaatst naar een milieutechnisch gezien logischere nieuwe bedding. Men voorziet hierbij nog een rietveld/doorstroommoeras voor de monding in het Merkske.
Vraag: Is er inzicht in welke mate de aandelen P en N in de Vlaams Nederlandse oppervlaktewateren zijn afgenomen. Is die afname proportioneel gelijk aan beide zijden van de grens? Antwoord: We hebben de meetcijfers voor de periode van 1990 t/m 2010 op een rij gezet en vergeleken voor locaties op de grens met Vlaanderen locaties die representatief zijn voor de inspanningen voor zowel stikstof als fosfor (zie document 12IT031703 in de bijlage). Conclusie is dat er zowel in Vlaanderen als Nederland aanzienlijke reducties zijn gerealiseerd. Vlaanderen heeft een duidelijke inhaalslag gemaakt. Absoluut gezien zijn liggen de concentraties fosfaat en stikstof op de grensmeetpunten met Vlaanderen nog wel hoger dan de concentraties op de benedenstroomse meetpunten in West-Brabant. De verschillen worden mogelijk veroorzaakt door het landelijke (agrarische) karakter van de omgeving van de grensbeken.
Vraag: Wat is de stand van zaken bij de afspraak Middelburg 2010 over de “grensoverschrijdende stroomgebiedvisie Keine Aa/Molenbeek (blz 1)”.
Antwoord: Op 19 november 2012 is een trainee begonnen bij de afdeling Beleid (trainee voor een ½ jaar). Hij gaat samen met een collega van de dienst waterbeleid van de provincie Antwerpen een grensoverschrijdend stroomgebiedsvisiedocument opstellen. Hiervoor zullen verschillende partners van het waterschap actief worden betrokken. Planning is om voor de zomer van 2013 de visie gereed te hebben. Vraag: Omvatten invasieve exoten naast de flora ook de fauna? Zo ja, om welke fauna soorten gaat het? Antwoord: Bij invasieve exoten gaat het zowel om flora en fauna. Dieren betreffen onder meer diverse soorten zoetwaterkreeften, wolhandkrab, tijgermug, halsbandparkiet, nijlgans, Japanse eekhoorn, Amerikaanse brulkikker en zonnebaars. Op de site www.invasieve-exoten.nl is een Nederlandse top 100 beschikbaar. In het invexo project van Vlaamse en Nederlandse partners is overlast door brulkikker (stierkikker) en overzomerende ganzen onderzocht. Voor de flora is gekeken naar grote waternavel, waterteunisbloem, parelvederkruid en andere soorten. Dit zijn echter niet de enige invasieve exoten waar we last van hebben, zo is er bijvoorbeeld nog de Amerikaanse rivierkreeft. Zie voor informatie: www.invexo.nl Vraag: Wordt er vanuit de waterschapsdoelen al ingespeeld op de plannen van de provincie Antwerpen voor een groot Kempisch landschapspark dat mogelijk ook grensoverschrijdend wordt en het gebied Turnhout-Hoogstraten-Breda-Tilburg , (“Landschap de Mark”) kan omvatten? Antwoord: Voor januari 2013 is een verkennend gesprek gepland tussen de Vlaamse ideevormers voor een Kempisch landschapspark en de dijkgraaf en loco-dijkgraaf. Fractie CDA
3.j. Overdracht eigendommen Rijkswaterstaat Vraag: we gaan er van uit dat in de landelijke regeling omtrent verborgen gebreken, duidelijkheid is omtrent vaststelling van verborgen gebrek. (zie o.a. bij vervuilde bagger). Kunnen wij nader inzicht krijgen in de afspraken omtrent verborgen gebreken in die regeling? Antwoord: Met Rijkswaterstaat is de principe afspraak gemaakt voor bodemkwaliteit en explosieven: “De landelijke regeling “Verborgen gebreken” is hierop van toepassing.” De term “verborgen gebreken regeling” is verwarrend. In feite wordt hier bedoeld het Burgerlijk Wetboek, artikel 7:15. Dit regelt hoe omgegaan moet worden bij de verkoop van zaken die niet voldoen aan hetgeen is afgesproken (zoals een huis met verborgen gebreken). Deze artikelen van het BW gelden ook voor de overdracht van beheerobjecten. Het komt erop neer dat de geleverde zaak moet beantwoorden aan wat de koper op grond van de gesloten overeenkomst had mogen verwachten. Geen verborgen gebreken dus. De koper (of de partij die het beheer overneemt) moet dit aanhangig maken bij de verkoper of overdragende partij. Voor de nog op te stellen juridische overeenkomst betekent dit dat helder moet zijn vastgelegd wat bekend is cq verwacht wordt.
4.a. Management letter 4 Vraag: waarop is de gewijzigde bijdrageregeling van de provincie omtrent vaarwegen gebaseerd, en wat betekent dat gemiddeld? Komt dat overeen met de afwijking van € 116.000 in de prognose? Antwoord: De financiële regeling Vaarwegenbeheer is niet gewijzigd. Bij de begroting 2011 is door het AB van het waterschap ingestemd met een vereenvoudiging van de doorbelastingssystematiek. Hierdoor zijn de overige doorberekeningen aan de taak Vaarwegenbeheer sterk gestegen en werd geen recht meer gedaan aan de afspraken uit deze bestaande financiële regeling. Het terugbrengen van de overige doorrekeningen tot een reëel verdedigbaar niveau veroorzaakt het overgrote deel van de afwijking van € 116.000 ten opzichte van de begroting. Fractie Vrienden Markdal en Buitenplaats Bouvigne Eerder gestelde vragen over 3.e. voortgang emissiebeleid Vraag: graag per “oranje” maatregel een verklaring voor achter liggen op schema, alsmede een plan van aanpak van herstel van dit achterliggen op schema, met concreet tijdpad Antwoord: er zijn vier „oranje‟ maatregelen die om uiteenlopende redenen achter lopen op de oorspronkelijke planning. Onderstaand is dit per maatregel kort toegelicht: Beter prioriteren handhavingsinspanning: Vertraging is opgetreden in samenloop met de vertraagde implementatie van de benodigde software. Inmiddels is hiermee gestart. Indien binnen afzienbare termijn een besluit wordt genomen tot aanschaf van een integrale module (Waterpro) dan kan vanaf 2014 een betere prioritering van de handhavingsinspanning worden uitgevoerd. Indien besluit leidt tot het voorlopig handhaven van de huidige systemen dan is pas vanaf 2016 zicht op verbetering van de prioritering. Dit houdt verband met de vordering van één landelijk systeem door het Waterschapshuis. Onderbouwing regionale normen N en P: De actie en planning was gebaseerd op gebruik maken van beschikbare gegevens. Gebleken is, dat een goede onderbouwing pas mogelijk is met meetgegevens conform de monitoringsvereisten van de Kaderrichtlijn Water. Daarmee zal pas in de periode 2013-2014 een nieuwe analyse worden uitgevoerd. Voorlichting burgers samen met gemeenten: Op dit moment wordt de toolbox voor watercommunicatie alsnog gemaakt nadat hier aanvankelijk geen geld meer voor bleek bij onze partners. De bedoeling is om die toolbox uit te reiken bij een bijeenkomst voor communicatieadviseurs van bij de Samenwerking Water West - Brabant betrokken gemeenten, deze winter. Bekendheid gescheiden stelsel bij particulieren: Hier is wegens beperkte personele en financiële capaciteit geen invulling aan gegeven (geen prioriteit). Dit aspect wordt nu opgenomen in de communicatietoolbox, zoals hierboven beschreven.
12IT031703 Bijlage vraag fractie Gezond Water over fosfaat en stikstof Inleiding Het algemeen bestuur (AB) van het waterschap heeft een vraag gesteld over fosfaat en stikstof. Het AB wil graag weten in hoeverre de concentratie van deze stoffen is gedaald in de periode 1990 t/m 2010. Daarnaast wil het AB graag weten of de afname in Nederland afwijkt van de afname in Vlaanderen. Methode De meetgegevens van drie grensbeken met Vlaanderen zijn vergeleken met twee benedenstroomse meetpunten in West-Brabant. De drie grensmeetpunten zijn: 210016 (Boven Mark, brug in weg Castelre-Minderhout) 220005 (Aa of Weerijs, brug in Vloeiweg) 240103 (Molenbeek, 600 meter benedenstrooms van grens) De drie benedenstroomse meetpunten in West-Brabant zijn: 200001 (Dintel, voor instroom Volkerak-Zoommeer) 590901( Zuiderafwateringskanaal, voor gemaal Keizersveer) Van bovengenoemde meetpunten zijn de concentraties voor het jaar 1990 en 2010 afgelezen van de trendlijn door de grafieken in de bijlage. Resultaat tabel 1: concentraties grensbeken met Vlaanderen (waarde op trendlijn) Stof Fosfaat (mg/l) Stikstof (mg/l)
1990 0,90 12,0
2010 0,20 6,5
afname 78% 46%
tabel 2: concentraties benedenstroomse meetpunten in West-Brabant (waarde op trendlijn) Stof Fosfaat (mg/l) Stikstof (mg/l)
1990 0,25 8,0
2010 0,10 4,5
afname 60% 44%
Conclusie
De concentratiedaling voor fosfaat op de grensmeetpunten met Vlaanderen is met 78% iets hoger dan de concentratiedaling van 60% op de benedenstroomse meetpunten in West-Brabant (zie tabel 1 en 2). De concentratiedaling voor stikstof op de grensmeetpunten met Vlaanderen is met 46% nagenoeg gelijk aan de concentratiedaling van 44% op de benedenstroomse meetpunten in West-Brabant (zie tabel 1 en 2). Absoluut gezien zijn liggen de concentraties fosfaat en stikstof op de grensmeetpunten met Vlaanderen hoger dan de concentraties op de benedenstroomse meetpunten in West-Brabant. Fosfaat in de grensbeken met Vlaanderen is 0,20 mg/l in 2010. Fosfaat in de benedenstroomse meetpunten van West-Brabant is 0,10 mg/l in 2010. De verschillen worden mogelijk veroorzaakt door het landelijke (agrarische) karakter van de omgeving van de grensbeken.
Fosfaat, grensbeken
y = -9E-05x + 3,8785 R² = 0,0833
7,00 6,00 5,00 4,00 Fosfaat, grensbeken
3,00
Lineair (Fosfaat, grensbeken) 2,00 1,00 0,00
Stikstof, grensbeken 40,00 35,00
y = -0,0007x + 35,356 R² = 0,0953
30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00
Stikstof, grensbeken Lineair (Stikstof, grensbeken)
Fosfaat, Nederland 1,20
y = -2E-05x + 0,8304 R² = 0,1556
1,10 1,00 0,90 0,80 0,70 0,60
Fosfaat, Nederland
0,50
Lineair (Fosfaat, Nederland)
0,40 0,30 0,20 0,10 0,00
Stikstof Nederland
y = -0,0005x + 23,452 R² = 0,074
30,00
25,00
20,00
15,00
10,00
5,00
0,00
Stikstof Nederland Lineair (Stikstof Nederland)