Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
Deze uitgave is mogelijk gemaakt door financiële steun van VSB Fonds en Fonds 1818
Colofon Tekst: Rieneke de Groot, Paulien van Katwijk en Marjan Möhle, JSO Met dank aan: Aafke van Rhijn, Pel van Hattum, Mariëtte Haak en alle voorlichters van GGD Hollands Midden Aukje van der Veen en alle jongeren van Expose Your, Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden-Holland Illustraties: Rekel Producties Datum uitgave: Juni 2015
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 Inleiding ................................................................................................................................................... 4 Wat is ‘Vraag het ze zelf!’? .................................................................................................................. 4 Aanleiding ................................................................................................................................................ 5 Methode van ‘Vraag het ze zelf!’ ............................................................................................................. 6 Pilot ...................................................................................................................................................... 6 Doel .................................................................................................................................................. 6 Doelgroep ......................................................................................................................................... 6 Het bereiken van ouders .................................................................................................................. 7 Het bereiken van jongeren ............................................................................................................... 7 Training aan jongeren ...................................................................................................................... 8 Werkvorm 1: Over de streep ................................................................................................................ 9 Werkvorm 2: Lagerhuis ...................................................................................................................... 10 Werkvorm 3: Opiniespel ..................................................................................................................... 11 Werkvorm 4: Elevator pitch ............................................................................................................... 12 Lessons Learned ................................................................................................................................... 13 Uitvoering pilot ................................................................................................................................ 13 Randvoorwaarden .......................................................................................................................... 13 Waar kan ‘Vraag het ze zelf!’ worden toegepast? ......................................................................... 13 Tips voor toepassing .......................................................................................................................... 14 Samenwerking tussen organisaties: .............................................................................................. 14 Inzet jongeren als vrijwilliger .......................................................................................................... 14 Training en voorbereiding:.............................................................................................................. 14 Samenwerking voorlichter en jongere ............................................................................................ 15 Vraag het ze zelf! in beeld! ............................................................................................................. 16
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
3
Inleiding
In 2012 ontstond bij JSO en de GGD Hollands Midden het idee voor het peer-to-parent project ‘Vraag het ze zelf!!’. Hierbij worden jongeren in aanvulling op een professionele voorlichter ingezet om vanuit hun eigen ervaring bij te dragen aan voorlichting en opvoedingsondersteuning. Dankzij subsidies van het VSB Fonds en van Fonds 1818 kon JSO samen met GGD Hollands Midden en Expose Your (Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden-Holland) deze methode ontwikkelen en als pilot in 2014 en 2015 uitvoeren. Deze methodebeschrijving geeft handvatten om ook in uw organisatie of gemeente peer-to-parent voorlichting te gebruiken.
Wat is ‘Vraag het ze zelf!’? ‘Vraag het ze zelf!!’ is een peer-to-parent project, waarbij jongeren, de peers, zelf tijdens een 1 voorlichting aan ouders vertellen wat zij prettig vonden of juist hebben gemist in gesprek met hun ouders over lastige opvoedonderwerpen. In dit project kunnen ouders aan de jongeren zelf vragen hoe zij terugkijken op specifieke situaties en hen advies vragen over de do’s en don’ts als ze met hun kind in gesprek gaan. ‘Door de verhalen van Michael hoorde ik ook wel dat hij lieve ouders had maar ook een paar keer op zijn bek is gegaan, ik besef me dan dat je het ook een beetje los moet laten en dat het dan ook goed komt. Je moet dus echt een beetje loslaten. Dan helpt het ook dat je een beeld van zo’n Michael voor je hebt die dat net allemaal meegemaakt heeft.’ (Vader van twee dochters van 10 en 12 jaar) Voor de ontwikkeling van deze methode zijn jongeren getraind en hebben zij geparticipeerd in de Gezonde School voorlichtingen van de GGD. In deze methodebeschrijving staat de opzet beschreven van deze pilot van de uitvoering van de formule ‘Vraag het ze zelf!’ en voorwaarden voor het toepassen van ‘Vraag het ze zelf!’ in voorlichtingen of bijeenkomsten. Ook wordt, vanuit de opgedane ervaring, een aantal adviezen geformuleerd. Naast deze handreiking zijn er ook filmpjes gemaakt die gebruikt kunnen worden bij de borging en verspreiding van de werkwijze van ‘Vraag het ze zelf!’. Deze filmpjes zijn beschikbaar op www.jso.nl of kunnen opgevraagd worden bij JSO (
[email protected]). Het filmpje van de werkwijze van ‘Vraag het ze zelf!’ is beschikbaar op www.jso.nl. De methodebeschrijving is opgebouwd uit de aanleiding, de methode van ‘Vraag het ze zelf!’, inclusief werkvormen voor de training aan jongeren en tips en adviezen voor de toepassing en uitvoering.
1
Overal waarin deze handreiking ‘ouders’ staat worden ook pleegouders en andere opvoeders bedoeld.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
4
Aanleiding
In de puberteit verandert er veel voor jongeren, zowel fysiek, emotioneel als sociaal. Jongeren komen los van hun ouders. Hun lichaam verandert, ze krijgen relaties en ze richten zich al meer op vrienden. Meer dan voorheen zijn ze zelf verantwoordelijk om hun eigen grens aan te geven. Daarmee start voor jongeren de zoektocht naar de eigen grens en hoe je dat kenbaar maakt. Bijvoorbeeld of je wel of geen alcohol drinkt en hoeveel. Of dat je nee kunt zeggen als je geen seks wilt, of als je het juist wel wilt. Ouders krijgen het advies om hun kind weerbaar te maken, zodat ze ook als ze alleen bij vrienden zijn hun grens kunnen aangeven en zichzelf niet beschadigen. Praten met je kind, weten wat je kind doet en grenzen stellen zijn hierbij erg belangrijk. Veel ouders weten alleen niet hoe ze dit moeten doen, en ervaren vaak een drempel om hiervoor instanties te benaderen. ‘Wat zouden jongeren zelf alarmerend vinden? Ik zou mijn zorgen over mijn dochter wel aan jongeren voor willen leggen, misschien hebben zij tips wat ik er mee zou kunnen doen.’ (vader van een dochter van 14 jaar). Uit ervaringen van JSO met bijeenkomsten voor jongerenparticipatie bleek dat de aanwezige volwassenen in de zaal, die vaak zelf ook vader of moeder zijn, graag de kans benutten om van jongeren zelf te horen hoe zij als ouder het beste met hun kind in gesprek kunnen komen over alcohol, drugs en relaties. Zij stellen dan vragen die zij (nog) niet aan hun eigen kind durven stellen en vragen tips voor het voeren van een ‘goed gesprek’ met hun kind of voorbeelden voor het maken van afspraken. ‘Wat zou ik er als ouder aan kunnen doen dat mijn kind eerlijk vertelt wat ze doet?’ (moeder van een dochter van 13 jaar). Zo hebben ouders, na afloop van de bijeenkomst, hun beeld van de leefwereld van jongeren aangescherpt en dit maakt het voor hen makkelijker om thuis in gesprek te gaan met hun kind. De bijeenkomst zelf kan hierbij als aanleiding gebruikt worden. Vader tegen dochter van 14: ‘Ik hoorde gisteravond een meisje zeggen dat zij de enige bij haar in de klas was die op haar 14de nog nooit alcohol had gedronken. Hoe zit dat bij jou in de klas?’ Deze ervaringen én de nominatie van het idee voor ‘Vraag het ze zelf!’ voor de Nationale Zorgvernieuwingsprijs, inspireerden tot verdere ontwikkeling van ‘Vraag het ze zelf!’. JSO heeft samen met de GGD Hollands Midden en StJJMH subsidie ontvangen van het VSB fonds en Fonds 1818 voor het ontwikkelen van de methode ‘Vraag het ze zelf!’, het uitvoeren van een pilot en het ontwikkelen van filmpjes om andere instellingen, organisaties en gemeenten te inspireren tot ‘Vraag het ze zelf!’.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
5
De methode ‘Vraag het ze zelf!!’
In de pilot zijn jongeren die stage lopen bij Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden Holland getraind om tijdens De Gezonde School voorlichtingen van de GGD te vertellen over hun behoefte en belevingswereld, als het gaat over praten met ouders over lastige opvoedonderwerpen, zoals middelengebruik en relationele vorming. In de methode worden de kaders van ‘Vraag het ze zelf!’, zoals uitgevoerd in de pilot, geschetst.
‘Ik vond dat de meerwaarde van de jongere vooral zat in het aanvullen van de verhalen. Hij is al wel wat ouder maar kan nog wel wat verser terugkijken op zijn puberteit.’ (Vader van een dochter van 12 jaar)
Pilot In de pilot zijn de volgende onderdelen ontwikkeld en uitgevoerd: De werkwijze ‘Vraag het ze zelf!’ is in co-creatie ontwikkeld. Er is een jongerentraining ontwikkeld en uitgevoerd. Er zijn 23 voorlichtingen aan ouders gegeven in het basis- en voortgezet onderwijs. Er zijn filmpjes ontwikkeld met uitleg van de methode en filmpjes van voorlichting door jongeren. De werkwijze is in deze methodebeschrijving beschreven, als inspiratie tot peer-to-parent projecten. Doel Het doel van het project was: Het vergroten van de weerbaarheid van jongeren ten opzichte van middelengebruik (roken, blowen, alcohol, energydrink) en relationele vorming door het versterken van de vaardigheden van ouders op het gebied van gespreksvoering, betrokkenheid en grenzen stellen. Aan dit doel is gewerkt aan de hand van de volgende operationele doelen: Ouders en andere opvoeders horen van jongeren uit de eerste hand hoe hun belevingswereld aangaande middelengebruik en relationele vorming eruit ziet. Ouders doen direct ervaring op in het praten over middelengebruik en relationele vorming met jongeren. Jongeren leren hoe zij een positieve bijdrage kunnen leveren aan het vergroten van de weerbaarheid ten opzichte van middelengebruik en relationele vorming van andere jongeren. Zorgvragen van ouders aangaande weerbaarheid worden gesignaleerd en besproken en ouders worden zo nodig doorverwezen. Doelgroep Jongeren: de primaire doelgroep van het project zijn jongeren in de leeftijd van 11 tot 14 jaar in het algemeen, dit is de leeftijd waarop jongeren voor het eerst in aanraking komen met alcohol en roken, en starten met relaties. Het project is niet gericht op een specifieke risicogroep. Ouders: in het project worden ouders als intermediaire doelgroep gezien. Zij worden via de voorlichting in staat gesteld en gemotiveerd om met hun kinderen in gesprek te gaan over middelengebruik en relationele vorming, hun betrokkenheid te vergroten en grenzen te stellen.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
6
Hierdoor maken zij hun kind meer weerbaar ten opzichte van middelengebruik en relationele vorming. Peers: de deelnemende jongeren zijn zelf ook intermediaire doelgroep; door hun bijdrage aan de voorlichting leren zij zelf hoe zij de weerbaarheid ten opzichte van middelengebruik en relationele vorming bij andere jongeren kunnen vergroten en dit ook toepassen in hun eigen sociale omgeving of in hun latere rol als ouder. ‘Door de bijdrage van Michael wordt de generatiekloof wel overbrugd. Hij zit net tussen ons en onze kinderen in. Net tiener af. Het is leuk om van iemand te horen en het op deze manier persoonlijk te maken.’ (Vader van twee dochters van 10 en 12 jaar)
Het bereiken van ouders Om ouders te bereiken is in ‘Vraag het ze zelf!’ gekozen om aan te sluiten bij de GGD voorlichtingen: De Gezonde School. De GGD Hollands Midden bereikt via deze voorlichting jaarlijks veel ouders, zo wordt er aangesloten bij een succesvolle bestaande activiteit. De GGD Hollands Midden doet jaarlijks een aanbod voor het programma ‘De Gezonde School’ aan de scholen voor het basis- (BAO) en voortgezet onderwijs (VO) in Midden-Holland en Zuid-Holland Noord. Het programma heeft als doel het vergroten van de weerbaarheid van kinderen en hun ouders/opvoeders in het omgaan met genotmiddelen. In het BAO wordt er gewerkt met lessen en ouderavonden, in het VO is er naast gastlessen en ouderavonden ook aandacht voor het schoolreglement en docentenscholingen (signaleren en begeleiden). Om zoveel mogelijk ouders te bereiken vindt de voorlichting door de GGD nu in het VO veelal plaats als onderdeel van een verplichte ouderavond op school, in het BAO zijn het vaak thema-avonden. Ook op deze avonden blijkt dat ouders behoefte hebben aan tips om met hun kind in gesprek te komen. Door jongeren een actieve bijdrage te laten leveren aan de reeds bestaande voorlichting van de GGD wordt voorzien in deze behoefte, ouders krijgen uit de eerste hand informatie over de leefwereld van hun kind wat het makkelijker maakt om hier thuis over in gesprek te gaan. Op www.gezondeschool.nl vindt u meer informatie over de Gezonde School. Ook voor andere toepassingen van ‘Vraag het ze zelf!’, is het raadzaam om aan te sluiten bij bestaande activiteiten of bijeenkomsten waar ouders naar toe komen. Het bereiken van jongeren ‘Vraag het ze zelf!’ vraagt best veel inzet van jongeren. Daarom is er gezocht naar een vorm om jongeren te betrekken waarbij er een win-win situatie is, zoals bij stage. Ook is er expliciet gekozen voor samenwerking met een organisatie die aansluit bij de belevingswereld van jongeren en contacten heeft voor de werving van jongeren. Zowel voor de werving, als voor de begeleiding heeft dit meerwaarde. Daarom zijn de jongeren geworven door Expose Your, het jongeren informatiepunt van StJJMH in Leiden. De jongeren lopen stage bij Expose Your, vanuit de MBO opleidingen zorg en welzijn. De jongeren zijn 16 tot 20 jaar en daarmee een paar jaar ouder dan de kinderen van de aanwezige ouders (11 tot 14 jaar). Zodat zij hun recente ervaringen kunnen toepassen in hun voorlichting. De jongeren zijn geschoold en begeleid door de GGD Hollands Midden en StJJMH. Het volgen van de training en het verzorgen van de voorlichting is een onderdeel van hun stage. Jongeren ontvangen een certificaat na deelname aan de training en uitvoering van minimaal vijf voorlichtingen. Zowel de training als de ervaring zijn waardevolle ervaringen voor op hun CV.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
7
Training aan jongeren In twee dagdelen zijn jongeren getraind voor hun voorlichtingsdeel van de ouderbijeenkomst. Belangrijke onderdelen in de training zijn: Zelfreflectie op de eigen opvoeding van de jongere. Zelfreflectie op de eigen weerbaarheidsontwikkeling van de jongere. Bewustzijn van de keuzes die de jongere zelf heeft gemaakt. Bewustzijn en kunnen verwoorden van lastige momenten bij het stellen van eigen grenzen en bij het stellen van de grenzen die ouders hen hebben opgedragen. Het kunnen verwoorden van de eigen ervaringen voor een groep ouders Eigen grenzen kunnen stellen tijdens de voorlichting naar ouders.
Het doel van de training was om de jongeren toe te rusten om te kunnen: Verwoorden wat voor hen belangrijk is in gesprek met ouders m.b.t. de onderwerpen alcohol en drugs, social media, seks en of relaties. Het onderwerp hangt af van het onderwerp van de ouderbijeenkomst. Verwoorden wat voor hen helpend is voor de betrokkenheid van ouders. Verwoorden wat voor hen helpend is voor grenzen stellen door ouders. Vertellen aan ouders over hun eigen ervaringen met gesprekken met volwassenen. Reageren op vragen van volwassenen over in gesprek gaan met hun kind over het thema van de ouderbijeenkomst Houding, taalgebruik en communicatie aanpassen op de ouders in de zaal. Inschatten hoe te reageren op vragen; privé-vragen, zorgvragen en ingewikkelde kennisvragen worden bijvoorbeeld doorverwezen naar de GGD voorlichter. Op de volgende bladzijden staan voorbeelden van werkvormen voor de training aan jongeren.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
8
Werkvorm 1: Over de streep Duur: 30 minuten Doel: deelnemers denken na over hun eigen ervaringen m.b.t. grenzen, weerbaarheid, de rol van hun ouders. Uitleg: Deze oefening is bedoeld om voor jezelf na te gaan wat voor jou momenten zijn geweest dat je dingen deed die niet gezond voor je zijn en/of die je ouders niet oké vinden. Deze herinneringen kunnen input bieden voor de ouderavond. We gaan hierbij de oefening over de streep doen, waarbij ik je ga vragen om over de streep te gaan als je je een situatie herinnert. We bespreken het pas achteraf, dus tijdens over de streep gaan we niet op je ervaringen in. De stellingen gaan over momenten dat je zelf iets wel wilt, maar ouders niet, of momenten dat je zelf iets niet wilt, maar die moeilijk zijn. Ga over de streep: Als je wel eens met iemand die je niet kent op facebook contact hebt gemaakt. Als wel eens alcohol op hebt. Als je iets hebt gedaan waarvan je weet dat je ouders dat niet goed vinden (uitgaan, alcohol, drugs, relaties, seks) Als je niet goed weet wat je ouders wel en wat je ouders niet goed vinden. Als je het ooit lastig vond om nee te zeggen tegen vrienden/groepsdruk (bijvoorbeeld bij alcohol, drugs, social media). Als volwassenen/ouders je op een fijne manier vertelden wat wel of niet ok was. Als volwassen/ouders je op een vervelende manier vertelden wat de grenzen waren. Als volwassen/ouders je tips gaven hoe je met moeilijke (groepsdruk) situaties om kunt gaan. Als volwassenen/ouders je goede tips gaven over omgaan met internet/msn/facebook. Benodigd materiaal: Schilderstape voor de lijn (buiten kan met touwen) Evaluatie: Ga tijdens over de streep niet met elkaar in gesprek/discussie over de situaties, maar bespreek achteraf wat de oefening deed met de deelnemers.
Waren er momenten dat niemand over de streep ging? Waren er momenten dat iedereen over de streep ging? Wat waren opvallende momenten voor jezelf? Dacht je aan situaties die heel helpend waren? Of situaties die je lastig vond? Zijn er situaties naar voren gekomen die je zou kunnen gebruiken in je verhaal naar ouders?
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
9
Werkvorm 2: Lagerhuis
Duur: 20 minuten Doel: jongeren zijn zich bewust van verschillende meningen t.a.v. opvoedingsvraagstukken en kunnen deze mening verwoorden. Uitleg: tijdens de ouderbijeenkomst gaan we verder in gesprek met ouders over hun rol in het opvoeden. Hoe hun rol er uit moet zien, zal iedereen anders tegenover staan. Iedereen heeft andere ervaringen, die je normen en waarden kleuren. Om te kijken wat jullie vinden gaan we m.b.v. het Lagerhuis met elkaar in discussie. Stellingen (hoeven niet allemaal aan de orde te komen): Ouders kunnen hun kind onder de 18 niet verbieden om alcohol te drinken. Ouders moeten tips geven aan hun kind hoe ze nee kunnen zeggen tegen hun vrienden. Ouders moeten in de computer van hun kind kijken om te controleren of zij geen gekke dingen doen (zoals bloot voor de webcam gaan). Door samen te alcohol te drinken of samen te blowen kunnen ouders hun kind het beste begeleiden bij het gebruik hiervan. Ouders moeten condooms voor hun kinderen kopen en ze vertellen hoe ze werken. Werkwijze: Verdeel de groep in twee kampen die, ongeacht of ze in het ‘ja’ of ‘nee’-kamp zitten, hun stelling moeten verdedigen. Door een prijs in het vooruitzicht te stellen worden deelnemers gestimuleerd hun mening te verkondigen. Procedure: Mensen verdelen in twee groepen, de ‘ja’ en de ‘nee’ club. Procedure uitleggen. (ook wedstrijd element van beste debater). Inleiding door de trainer. De stelling poneren. De groepen uitdagen om te reageren en goed te beargumenteren. De discussie in goede banen leiden. Tussendoor ‘goede’ conclusies trekken. Zorgen voor afronding na circa 5 minuten. Evalueer de argumenten. Welke argumenten/opmerkingen vond je goed? Waarom? Ben je anders over een situatie gaan denken door het debat? Ga nu aan de kant staan waar je zelf voor zou kiezen in het debat. Uitroepen beste debater (na een aantal rondes). Benodigdheden: Discussieleider; een goede opstelling; een ‘deskundige’ die het onderwerp inleidt; prijsje voor de beste debater; horloge.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
10
Werkvorm 3: Opiniespel
Duur: 20 min Doel: jongeren zijn zich bewust van hun eigen grenzen m.b.t. de voorlichting. Uitleg: discussie a.d.h.v. verschillende situaties over wat zij wel of wat zij minder erg vinden als dat tijdens een oudervoorlichting zou gebeuren. Werkwijze: Print de stellingen op A4 vellen. Leg vier stellingen op tafel. De deelnemers krijgen een groene en een rode pion. Deelnemers krijgen de instructie: Zet je rode pion op de situatie die je het ergst vind en de groene pion op de situatie die je het minst erg vind. Daarna discussie over waarom je het wel/niet erg vond.
De ouders van je beste vriend(in) zitten in de zaal. Niemand heeft een vraag naar aanleiding van je verhaal. De voorlichter van de GGD is het niet eens met wat je zegt/vindt. Iemand stelt je een persoonlijke vraag over je seksleven. Een ouder reageert kritisch op hoe jij je ervaring verwoord. Hij vindt dat jouw ouders gelijk hadden.
Uitleg: Er is geen goed of slecht bij de keuze van de stellingen. Iedereen heeft zijn eigen referentiekader, normen en waarden. Dat wat je wel of niet erg vindt, hangt daarmee samen. Het is belangrijk om je daarvan bewust te zijn tijdens de ouder avond, zodat je naar de voorlichter en naar de ouders je eigen grens kunt aangeven.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
11
Werkvorm 4: Elevator pitch Duur: 45 minuten In een elevator pitch vertel je in ongeveer een minuut je verhaal. Hij wordt veel gebruikt voor sollicitaties, maar hij kan ook gebruikt worden voor ‘Vraag het ze zelf’. Door een elevator pitch te maken, oefenen jongeren om kort en krachtig hun eigen verhaal te vertellen, over wat zij belangrijk vonden in hun opvoeding. Zo’n korte pitch helpt de jongere als start en voorbereiding tijdens een voorlichting. Doel: jongeren hebben een ervaring uitgewerkt tot korte presentatie. Zo hebben ze woorden gegeven aan hun ervaring en opvoeding. Uitleg: begin de elevator pitch met een sprankelende binnenkomer om de aandacht van ouders te trekken. Vervolgens vertel je wie je bent, en over welke ervaring je iets wilt vertellen. Vanzelfsprekend spreek je enthousiast en overtuigend, want als jij niet in jezelf gelooft doet niemand het. Eindig met een verzoek of een vraag, dat nodigt ouders uit om je vervolgens vragen te stellen. Zorg dat het hele verhaal ongeveer 1 tot 2 minuten duurt. Op youtube.com zijn er diverse korte instructiefilmpjes die uitleg geven over een elevator pitch. Deze kunt u gebruiken bij de instructie. Werkwijze: Maak je eigen ‘Vraag het ze zelf’ pitch Kies een vraag of onderwerp waar je je ervaring over wilt delen. In de voorgaande oefeningen zijn jongeren daarmee aan de slag gegaan. Benoem in je verhaal je dilemma. Wat vond jij moeilijk? Waar liep jij tegen aan? Wat vonden je ouders daarvan? Hoe heb jij het aangepakt? Hoe hebben je ouders het aangepakt? Wat vond je hier goed aan? Wat heb je hierin gemist? Welke tip kun je ouders hierover meegeven? Sluit af met een vraag om ouders te stimuleren om op dit thema vragen te stellen. Jongeren denken zelf na over hun pitch en schrijven kernwoorden op of de tekst die ze willen zeggen uit. Vervolgens presenteert iedereen zijn pitch. Noem tops en een tip over de pitch.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
12
Lessons Learned
Uitvoering pilot Jongeren participeerden in de oudervoorlichtingen van De Gezonde School in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Voor het aandeel van de jongeren was 10 tot 15 minuten gereserveerd. Randvoorwaarden In de praktijk bleken de volgende voorwaarden van belang om de inzet van ‘Vraag het ze zelf!’ succesvol te laten zijn: Er is genoeg tijd voor de inbreng van de jongere. De bijeenkomst moet minstens 1 uur duren, waarbij er voor de jongere minimaal 15 minuten tijd is gereserveerd om aan het woord te zijn. Een kortere bijeenkomst is alleen zinvol als de inbreng van de jongere het hoofdbestanddeel is van het programma. In het thema van de bijeenkomst staat het contact tussen ouders en kind centraal. Als het een afgebakende voorlichting betreft over een bepaald thema, waarin kennisoverdracht over dat thema centraal staat, is de inzet van jongeren als peer minder effectief. De groep is niet te groot (maximaal 30 ouders). Een kleine groep zorgt voor meer interactie tussen ouders en jongere. Bij grote groepen is deze interactie er niet of nauwelijks. Het thema is ‘veilig’ voor jongere en ouders. In de pilot stelden ouders de meeste vragen aan jongeren over social media. Inzet van ervaringsdeskundigheid kan in principe ook bij ‘lastiger’ thema’s, maar dat vraagt meer gespreksleider vaardigheden van de voorlichter.
Waar kan ‘Vraag het ze zelf!’ worden toegepast? ‘Vraag het ze zelf!’ is in deze pilot toegepast in oudervoorlichtingen van de GGD, maar kan ook in andere werkwijzen ingepast worden. Zowel de live versie, waarbij jongeren zelf aanwezig zijn om vragen te beantwoorden, als de filmpjes die tijdens voorlichtingen gebruikt kunnen worden. Voorbeelden van andere toepassingsmogelijkheden zijn: CJG voorlichting: veel CJG’s organiseren voorlichtingen in de wijk. Ook tijdens zo’n voorlichting kunnen jongeren vragen van ouders beantwoorden volgens de methode van ‘Vraag het ze zelf!’. CJG opvoedmarkt: ook organiseren CJG’s spel- en opvoedmarkten in de wijk, waarbij jongeren vragen van ouders kunnen beantwoorden. Speeddaten met jongeren tijdens een opvoedmarkt/voorlichting voor ouders. Jongeren Informatie Punt (JIP): voor het bereiken van jongeren om mee te werken aan ‘Vraag het ze zelf!’, kan samenwerking met een JIP in de regio worden gezocht. Voor jongeren is het laagdrempeliger om via een JIP mee te werken aan een project. De meeste JIP’s bereiken zelf geen of weinig ouders en hebben ouders niet als doelgroep. De inzet van filmpjes met jongeren kan gebruikt worden om ouders kort mee te nemen in de belevingswereld van jongeren. De mogelijkheid om vragen te stellen aan jongeren ontbreekt bij deze vorm.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
13
Tips voor toepassing Vraag het ze zelf! was een pilot. De ervaringen die zijn opgedaan tijdens de pilot laten zien dat het werken met jongeren als vrijwilliger veel potentie heeft. Tegelijkertijd is duidelijk geworden dat aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan, wil peer-to-parent succesvol zijn en meerwaarde opleveren voor zowel de jongeren (peers) als de ouders. Daarom hieronder een aantal tips en adviezen voor organisaties die met ‘Vraag het ze zelf!’ aan de slag willen. Samenwerking tussen organisaties: Zorg dat de lijnen tussen de deelnemende organisaties kort zijn en de betrokken medewerkers snel en accuraat zowel de successen als de tegenvallers delen en met elkaar daarin de afstemming vinden. Regelmatige afstemmingsmomenten en duidelijke afspraken over taken, rollen en verantwoordelijkheden helpen om samen koers te houden. Stem de rol- en taakverdeling tussen voorlichter en jongere vooraf af, eerst in de projectgroep, daarna tijdens de training met jongeren en tenslotte in het individuele contact tussen voorlichter en jongere. Afstemming verheldert de verwachtingen, rollen en de mate van verantwoordelijkheid van de jongere. Zorg voor commitment bij alle betrokkenen op het idee van ‘Vraag het ze zelf!’. Voor jongeren is het belangrijk om hun eigen verhaal te mogen vertellen. Inzet jongeren als vrijwilliger: Zet in op wederkerigheid. Voor jongeren is het belangrijk dat zij er ook iets aan hebben. Een training, certificaat en een beloning aan het eind (zoals een etentje) bevorderen de motivatie om mee te gaan doen. Om het vol te houden is het belangrijk dat de jongeren een klik hebben met de voorlichters en leuke interactie hebben met ouders. Zorg voor heldere communicatie vooraf rond inhoud, rooster en praktische zaken. Concrete afspraken en afstemming over de gang van zaken tijdens de bijeenkomst, ondervangen onrust. Waarborg een goede begeleiding van de jongeren. In de praktijk is gebleken dat zij veel motivatie, coaching en begeleiding van hun stagebegeleider nodig hebben om de hoge mate van zelfstandigheid en zelfreflectie vol te houden. Werk met vaste koppels, zodat voorlichter en jongere op elkaar ingespeeld raken. Dit verhoogt de kwaliteit van de samenwerking. Oefening baart kunst: de kwaliteit van de bijdrage van de jongere en de samenwerking tussen voorlichter en jongere neemt na een aantal bijeenkomsten toe. Zet daarom in op het binden en boeien van jongeren, zodat ze bereid zijn om zich voor een wat langere periode in te zetten. Training en voorbereiding: Zorg dat in de training de focus is gericht op de rol die jongeren gaan vervullen als ervaringsdeskundige. De nadruk moet daarom liggen op reflectie op eigen ervaringen en het kunnen delen van deze ervaringen met een groep ouders. De voorlichter blijft de inhoudelijk deskundige. Organiseer vooraf een bijeenkomst met de voorlichters ter voorbereiding op de samenwerking met de jongeren. Bereid voorlichters voor op hun rol als gespreksleider, zodat voorlichters zorgvuldig omgaan met de jongeren en hun taak en rol tijdens de voorlichting. Signaleer eventuele spanningspunten tussen het persoonlijke verhaal van de jongere en de boodschap van de voorlichting en maak afspraken over hoe hiermee om te gaan.
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
14
Een belangrijk aandachtspunt is de psychische veiligheid van de jongere. Taak van de voorlichter is om deze te borgen en in te grijpen als dat nodig is. Durf besluiten te nemen wanneer tijdens de training blijkt dat de jongere niet in staat is om een goede bijdrage te leveren aan de voorlichting, bijvoorbeeld omdat de jongere angst heeft om voor een groep te spreken. In een enkel geval kan het zo zijn dat jongeren overtuigingen hebben rondom drugs (‘zijn niet verslavend’) of relaties (‘meisjes zijn minderwaardig aan jongens’) die geen meerwaarde hebben voor de voorlichting aan ouders. In zo’n geval kan besloten worden de jongere niet in te zetten bij de voorlichting.
Samenwerking voorlichter en jongere Integreer het aandeel van de jongere in het programma en betrek de jongere bij de vragen van ouders. Een actieve rol van de voorlichter is hierbij noodzakelijk. Dit vraagt vaardigheden op het gebied van gespreksleiding en coaching. Wanneer het verhaal van de jongere niet (volledig) overeenkomt met de boodschap van de voorlichter vraagt dit om enige souplesse van de voorlichter. Belangrijk hierbij is dat de voorlichter er in slaagt om de samenhang te bewaren en tegelijkertijd de jongere de ruimte geeft om echt zijn of haar verhaal te vertellen. De voorlichter kan het verhaal van de jongere gebruiken om de dilemma’s die een ouder kan tegenkomen bespreekbaar te maken en te laten zien welke verschillende uitwerkingen dit kan hebben op de jongeren. Elke jongere is anders, elke ouders is anders en elk gezin is anders. Juist door het delen van ervaringen kunnen ouders nieuwe ideeën op doen over manieren om met hun kind in gesprek te gaan!
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
15
Vraag het ze zelf in beeld! Ter ondersteuning van het project en de verdere verspreiding zijn er zeven filmpjes gemaakt. Deze filmpjes kunnen gebruikt worden om professionals, ouders en jongeren te informeren over de opzet en bedoeling van de peer-to-peer methode (filmpjes 1 en 2). Daarnaast zijn er ook filmpjes opgenomen waarop jongeren antwoord geven op een aantal veelgestelde vragen. Deze filmpjes kunnen als oefenmateriaal in de training aan jongeren gebruikt worden of als alternatief wanneer jongeren niet fysiek aanwezig kunnen zijn tijdens een ouderavond.
Inhoud filmpjes: 1. Animatie ‘Wat is: Vraag het ze zelf’. 2. De ervaring van een ouder (Marcel) met ‘Vraag het ze zelf’. 3. Dyanne vertelt over het puberbrein: het puberbrein is nog volop in ontwikkeling en pas uitgegroeid als je 23 jaar bent. Waaraan merk je dat zelf en wat betekent dit voor een ouder? 4. Lotte vertelt over alcohol: mocht jij alcohol drinken van je ouders? En op welke leeftijd? 5. Maurits vertelt over seksualiteit: op welke leeftijd, en op welke manier kan een ouder het beste met zijn kind in gesprek over seksualiteit? 6. Michael vertelt over alcohol: Vind jij dat verbieden helpt? 7. Tarah vertelt over anticonceptie: moet ik mijn kinderen anticonceptie geven of stimuleer ik hen dan juist om seksueel actief te worden? Filmpjes 1 en 2 zijn vrij beschikbaar via youtube.com en jso.nl. Filmpjes 3 tot en met 7 zijn voor voorlichtingen verkrijgbaar via JSO. Neem hiervoor contact op met Marjan Möhle,
[email protected].
Vraag het ze zelf! Het inzetten van jongeren bij voorlichting aan ouders
16