uw nummer uw datum
16 en 17 september 2008
ons nummer onze datum verzonden inlichtingen bij
KC/UIT/2008/985 3 februari 2009
AAN De raadsleden de heer H. Lucas en de heer B. Achten
doorkiesnr.
E. Berkx KC/Kabinet en Communicatie 0475 - 359401
bijlage(n) betreffende
1 Artikel 43-vragen inzake voorval Kitskensberg
sector/afdeling
Aantal uren besteed aan beantwoording brief: 5
Ter beantwoording van de door u gestelde vragen op grond van artikel 43 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad met betrekking tot voorval Kitskensberg delen wij u, met opneming van de inleidingen van de heer Lucas en de heer Achten, het volgende mede. Volgend op een tussenbericht d.d. 30 oktober 2008, waarin besloten werd de beantwoording van de vragen op te schorten in afwachting van de uitkomst(en) van het klachtenonderzoek van de korpsbeheerder, zenden wij u hierbij de antwoorden op uw vragen. Inmiddels heeft de korpsbeheerder, de burgemeester in kennis gesteld van de afhandeling van de klacht middels een positieve bemiddeling. Bij dit bemiddelingsgesprek op 21 november 2008,onder leiding van de politie, waren namens de klagers de heer Kellenaers, de heer R. Teuwsen en de heer J. Smits aanwezig. In zijn inleiding verzoekt de heer Lucas, de beantwoording van de vragen die door de heer Kellenaers van bewonersgroep Kitskenberg zijn gesteld, aan de leden van de gemeenteraad kenbaar te maken. U treft de beantwoording van deze vragen als bijlage bij deze brief aan. Vragen de heer Lucas d.d. 17 september: Inleiding: Wij hebben met verbazing de brief van 11 september gelezen welke dhr. Kellenaers heeft geschreven over het voorval in de wijk Kitskensberg. Wij kunnen de vragen van dhr. Kellenaers onderschrijven en willen u derhalve vragen de antwoorden op deze vragen ook aan (ons en) de raad kenbaar te maken. Vraag 1
Wat is de procedure bij een dergelijke melding bij het alarmnummer 112 en 0900-8844? Stadhuis, Markt 31 Postbus 900 6040 AX Roermond Telefoon (0475) 359999 Fax (0475) 338163 SNS-bank 82.15.28.580
Ons nummer Pagina
KC
2
Antwoord:
Bij 112 of 0900-8844 meldingen geeft de meldkamer van de politie, conform een protocol, een bepaalde prioriteit aan de melding. Dit kan zijn reageren met spoed-, binnen bepaalde tijd- of op een later tijdstip.
Vraag 2
Hoe kan het dat door politie in 1e instantie niet adequaat is gereageerd op de melding om direct een unit met toeters en bellen te sturen?
Antwoord:
Naar aanleiding van de klacht bij de korpsbeheerder heeft onder leiding van de politie een bemiddelingsgesprek plaatsgevonden. Uit het bemiddelingsgesprek is gebleken dat de melding op 5 september omstreeks 22.00 uur op vriendelijke en rustige toon werd gedaan, waarbij inhoudelijk werd verzocht in de wijk rond te rijden ter geruststelling. De centralist heeft daarop aangegeven dat het, gezien het verzoek en het feit dat het erg druk was, niet mogelijk was constant door de wijk te rijden. De volgende melding is hetzelfde van aard en hier wordt op eenzelfde wijze gereageerd door de politie. De derde melding betreft een klacht over geluidsoverlast. Op de vierde melding wordt een concreet signalement gemeld waarbij tevens gemeld wordt dat de bewoners zelf op ‘klopjacht’ zijn. De politie is hierop ter plaatse gegaan.
Vraag 3
De confrontatie van de dader met het kind vinden wij een zeer kwalijke zaak, waarbij represailles niet uitgesloten kunnen zijn, deelt u deze mening en bent u bereid dit voorval met politie en O.M. op te nemen zodat deze werkwijze in Roermond, maar naar onze mening ook elders, niet meer wordt toegepast?
Antwoord:
Tijdens het bemiddelingsgesprek is aangegeven dat op het moment dat de politie op de melding reageerde op zaterdagavond 6 september 2008 zij een bewoner op straat aantroffen. Deze vertelde dat er sprake was van een man die een kind met een mes had bedreigd en dat men inmiddels wist waar de man woonde. Voor de woning heeft zich dan al een grote groep bewoners verzameld die zelf actie willen ondernemen richting verdachte. Omdat de politie de zaak nog steeds nuchter probeerde te bekijken vroegen ze zich af op grond waarvan een eventuele aanhouding zou moeten plaatsvinden. Op dat moment wordt een 11 –jarig meisje door eerder genoemde bewoner min of meer opgedrongen aan de politie, dat slachtoffer van de bedreiging zou zijn en de verdachte zou aanwijzen. Er was voor de politie ter plaatste geen keuze meer. De sfeer werd steeds grimmiger. Gezien de boosheid van de omstanders was het niet meer mogelijk niet over te gaan tot de aanhouding van de verdachte, omdat de politie vreesde dat de menigte de verdachte zelf uit de woning zou halen. Bij de aanhouding en het wegrijden beheerste de menigte zich niet meer en werd nog een deuk in de auto geschopt of geslagen. De politie heeft in het bemiddelingsgesprek duidelijk aan de klagers aangegeven, te gruwen van het feit dat een kind op deze manier gebruikt wordt om een verdachte te identificeren. De confrontatie heeft op instigatie van de aanwezige buurtbewoners plaatsgevonden en de politie werkte hier aan mee, omdat gevreesd werd voor escalatie indien men niet tot een aanhouding zou over gaan. Uiteindelijk escaleerde de zaak alsnog en werd de ‘verdachte’ aangevallen en een politieauto beschadigd. Vervolgens is uit politieonderzoek gebleken dat de aangewezen man zeer waarschijnlijk niets met de bedreigingen van kinderen te maken had.
Ons nummer Pagina
KC
3 Dit relaas maakt het optreden van de politie begrijpelijk, hoewel de politie en ook u het erover eens zijn dat dit geen gebruikelijke werkwijze is.
Vraag 4
Wij vragen u met klem, snel actie te ondernemen middels contact met de politie jegens “de kinderlokker” zodat herhaling vermeden kan worden.
Antwoord:
Aangelegenheden met kinderlokkers nemen wij snel en serieus op. Met betrekking tot deze aangelegenheid hebben wij veelvuldig contact gehad met de politie. Wie nu verdachte is van de gemelde feiten is niet bekend. Zeer waarschijnlijk is het niet de man die door de politie is meegenomen.
Vragen dhr. Achten d.d. 16 september 2008: Inleiding:
In afschrift heeft de VVD-fractie Roermond bijgaande aan U gerichte brief (incl. relaas) ontvangen van de bewonersgroep Kitskensberg / Heide (kinderlokker i.r.t. wijkfeest). Net als hun zijn ook wij verbijsterd en vol ongeloof. Wederom wordt het vertrouwen van de samenleving in de rechtsorde behoorlijk op de proef gesteld. Wij verzoeken U per ommegaande een onderzoek in te stellen naar het door de bewoners omschreven gebeuren en daarbij in ieder geval aandacht te besteden aan:
Vraag 5
Welke instanties zijn door de school geïnformeerd, en wat hebben zij vervolgens gedaan?
Antwoord:
De directie van de basisschool heeft een advies gevraagd aan de politie. Daarna heeft de school onder eigen verantwoordelijkheid, echter in tegenspraak met het advies van politie, een brief verspreid onder de ouders van de schoolkinderen waarin werd gewaarschuwd voor een man die zich vreemd gedroeg naar kinderen toe. Deze brief is op 5 september verspreid, de vrijdag direct voorafgaande aan het wijkfeest. Tijdens het wijkfeest is een bericht van dezelfde strekking bekend gemaakt.
Vraag 6
Welke acties heeft de gemeente / stadstoezicht in het proces ondernomen?
Antwoord:
Nadat de wijkbewoners wethouder Schreurs hadden gebeld, is door wethouder Kemp als loco-burgemeester, vanwege vakantie van de burgemeester, contact onderhouden met de politie en afdeling Stadstoezicht over extra toezicht in de wijk. Na zijn terugkeer heeft de burgemeester de regie op zich genomen en nog dezelfde week gesprekken gevoerd met de politie, de basisschool Mozaïek, het schoolbestuur, de afdeling Stadstoezicht, de wijkcoördinator en de bewonersgroep Kitskensberg. Daarnaast verrichtte de politie een strafrechtelijk onderzoek. Tevens is de communicatie met de buurt door Wel.kom op gang gebracht.
Vraag 7
De politie Limburg-Noord schriftelijk verzoeken te reageren op de brief (gesproken wordt immers over aanvankelijk geen tijd / confrontatie door politie van een 11-jarig (!) kind in een huis met de mogelijk gezocht
Ons nummer Pagina
KC
4 persoon) en daarbij uitdrukkelijk de vraag te stellen of een dergelijke handelwijze met een kind gebruikelijk en verantwoord wordt geacht.
Antwoord:
Uit het bemiddelingsgesprek blijkt dat de politie de klacht naar tevredenheid van de klagers heeft afgehandeld. Bij deze afhandeling is zoals gezegd benadrukt dat de politie gruwt van het feit dat een kind op deze manier wordt gebruikt om een verdachte te identificeren, echter dat de buurtbewoners het kind aan de politie hebben opdrongen en daardoor geen andere keuze open stond.
Vraag 8
Graag vernemen wij z.s.m. of U een onderzoek instelt, en zo ja, welke onderzoeksvragen door U en aan wie worden geformuleerd.
Antwoord:
Allereerst is een gesprek met de politie over de gang van zaken geweest, daarnaast heeft een gesprek met de bewonersgroep plaatsgevonden en tevens is er dus een klacht ingediend door de bewonersgroep Kitskensberg. Nu de klacht naar tevredenheid van de klager is opgelost, bestaat er geen aanleiding een nader onderzoek in te stellen.
Een kopie van deze brief is aan de overige leden van de raad gezonden.
Burgemeester en wethouders van Roermond, De secretaris, De burgemeester,
uw nummer uw datum
Bewonersgroep Kitskensberg/Heide de heer Kellenaers De Eerensstraat 3 6045 HA ROERMOND
ons nummer onze datum verzonden
KC/UIT/2008/986 03 februari 2009
inlichtingen bij doorkiesnr.
E. Berkx KC/Kabinet en Communicatie 0475 - 359401
bijlage(n) betreffende
reactie op uw brief d.d. 11 september 2008/incident Kitskensberg
sector/afdeling
Geachte heer Kellenaers, Hierbij geven wij antwoord op de door u gestelde vragen in uw brief d.d. 11 september 2008. Inmiddels heeft de korpsbeheerder ons bericht dat de klachtenprocedure met een positieve bemiddeling afgehandeld is. Omdat het raadslid de heer H. Lucas van de fractie Burger Belangen Roermond heeft gevraagd om uw vragen en de antwoorden op deze vragen ook kenbaar te maken aan de andere raadsleden, beginnen wij deze brief met het overnemen van de inleiding van uw brief. ‘Met verbijstering, ongeloof en woede nemen wij kennis van de zaken die zich hebben afgespeeld tijdens het wijkfeest van Bewonersgroep Kitskensberg/Heide 5 en 6 september jl. Op vrijdagmiddag wordt ons door een juffrouw van de basisschool ‘t Mozaïek medegedeeld dat de kinderen een brief mee naar huis hebben gekregen met de mededeling dat er een kinderlokker actief is in de wijk. Dit ook bekend bij politie immers van hen komt de mededeling. Op vrijdagavond 5 september worden de eerste kinderen geconfronteerd met de kinderlokker, die de kinderen bedreigd met een mes. Er wordt onmiddellijk gebeld met 112 en 09008844 om hier melding van te maken. Hierop kreeg men alleen maar te horen dat men voor deze zaak geen tijd had. Een gek met een mes is blijkbaar geen gevaar voor de kinderen. Ook de dader heeft dit in de gaten gehad want op zaterdag avond was hij wederom present. Ook nu worden de kinderen bedreigd met een mes. Nu komt de politie dan wel, wellicht omdat er in de tussentijd contact was geweest met wethouder Kemp en Schreurs. Doordat bewoners de kans hadden gezien om de man te volgen was het verblijf adres bekend. In plaats van dat de politie deze man nu gewoon arresteert en een herkenning regelt op het bureau, wordt er een kind meegenomen naar het bewuste adres. Dit kind wordt vervolgens geconfronteerd met de dader die hier ook nog eens agressief op reageerde. De man is vervolgens meegenomen naar bureau en loopt denken we weer vrij rond om de volgende kinderen te kunnen belagen. Wij willen u vragen deze zaak tot in detail uit te zoeken en ons vervolgens antwoord te geven op de volgende vragen’.
Stadhuis, Markt 31 Postbus 900 6040 AX Roermond Telefoon (0475) 359999 Fax (0475) 338163 SNS-bank 82.15.28.580
Ons nummer Pagina
KC
2
Vraag 1 Antwoord.
Waarom vindt men een dergelijke melding niet belangrijk? Zoals in het bemiddelingsgesprek op 21 november 2008 aan u bekend gemaakt door de politie is uit de opname van de melding op 5 september omstreeks 22.00 uur is gebleken dat de melding op vriendelijke en rustige toon werd gedaan, waarbij inhoudelijk werd verzocht in de wijk rond te rijden ter geruststelling. De centralist heeft daarop aangegeven dat het, gezien het verzoek en het feit dat het erg druk was, niet mogelijk was constant door de wijk te rijden. De volgende melding is hetzelfde van aard en hier wordt op eenzelfde wijze gereageerd door de politie. De derde melding betreft een klacht over geluidsoverlast. Op de vierde melding wordt een concreet signalement gemeld waarbij tevens gemeld wordt dat de bewoners zelf op ‘klopjacht’zijn. De politie is hierop ter plaatse gegaan.
Vraag 2
Waarom wordt een kind op een dergelijke manier geconfronteerd met de dader?
Antwoord:
Tijdens het bemiddelingsgesprek is aangegeven dat op het moment dat de politie op de melding reageerde op zaterdagavond 6 september 2008 zij een bewoner op straat aantroffen. Deze vertelde dat er sprake was van een man die een kind met een mes had bedreigd en dat men inmiddels wist waar de man woonde. Voor de woning heeft zich dan al een grote groep bewoners verzameld die zelf actie willen ondernemen richting verdachte. Omdat de politie de zaak nog steeds nuchter probeerde te bekijken vroegen ze zich af op grond waarvan een eventuele aanhouding zou moeten plaatsvinden. Op dat moment wordt een 11 –jarig meisje door eerder genoemde bewoner min of meer opgedrongen aan de politie, dat slachtoffer van de bedreiging zou zijn en de verdachte zou aanwijzen. Er was voor de politie ter plaatste geen keuze meer. De sfeer werd steeds grimmiger. Gezien de boosheid van de omstanders was het niet meer mogelijk niet over te gaan tot de aanhouding van de verdachte, daar de politie vreesde dat de menigte de verdachte zelf uit de woning zou halen. Bij de aanhouding en het wegrijden beheerste de menigte zich niet meer en werd nog een deuk in de auto geschopt of geslagen. De politie heeft in het bemiddelingsgesprek duidelijk aan de klagers aangegeven, te gruwen van het feit dat een kind op deze manier gebruikt wordt om een verdachte te identificeren. De confrontatie heeft op instigatie van de aanwezige buurtbewoners plaatsgevonden en de politie werkte hier aan mee omdat gevreesd werd voor escalatie indien men niet tot een aanhouding zou over gaan. Uiteindelijk escaleerde de zaak alsnog en werd de ‘verdachte’ aangevallen en een politieauto beschadigd. Vervolgens is uit politieonderzoek gebleken dat de aangewezen man zeer waarschijnlijk niets met de bedreigingen van kinderen te maken had.
Vraag 3
Waarom loopt deze man enkele dagen later weer vrij door de wijk mogelijk op zoek naar het kind dat hem heeft ”verraden”
Antwoord:
Het onderzoek van de politie heeft geen aanleiding gegeven deze persoon langer in hechtenis te houden nu de bevindingen de conclusie opleverde dat de aangewezen man zeer waarschijnlijk niets met de bedreigingen van kinderen te maken had. Het opsporing en vervolgingsbeleid is natuurlijk een verantwoordelijkheid van de Officier van justitie.
Ons nummer Pagina
KC
3
Vraag 4
Blijft de politie deze man volgen of is het wachten op de volgende melding?
Antwoord:
De politie en afdeling Stadstoezicht zijn actief in de wijk op zoek geweest naar de dader.
Burgemeester en wethouders van Roermond, De secretaris, De burgemeester,