.
JE EIGEN TKOÜWE VROUW -S VAN JACQUES VAN TOL
Moderate.
•.
SE ^
s UmÊ WF^ *d.1it>.
i=*
5 ^ ^ £
m mm
ÏEE^
^
mm
MUZIEK VAN HARRY HART
AlS
ar.moe in je l e . v e h k j m T X n je hebt zwg.re zor. gen Zoo.
^ g ^ f ^ *P
f
^
^ Ür TO ^P
n: f F I2CT iP^j^D ^Hr b
Pff=£
lief
Hl
en leed
Je
IN-T "
e j . ' . . . qen t r m - . - - - * g
É^Ê
=5=-^
.da.t\eitee
J5ie 2öent
je cp
Zn j e c ^ ^ ^ ^ e r . s l ^ t e n n t i k t X h h n'II 3 I f~l i >
m ^m
P
W
je zsra
^
mm
ge..zicht
Tér..wijl
Als armoe in je leven komt, En j e hebt zware zorgen, Zoodat j e steeds moet piekeren Over den d a g van morgen. Als alles, wat maar waarde heeft, Naar 't pandjeshuis toe gaat, En j e costuum versleten raakt, En kaal wordt op den naad, Als men je quasie niet herkent, Of maar brutaal negeert. Omdat j e in j e sjovel pak, Zoo gauw compromitteert.
Wanneer j e plots een ziekte krijgt, En niet meer kunt gaan werken, Dan brengt men bloemen mee en fruit En wijn om aan te sterken. Maar als j e dan zoo maanden ligt, En n o g niet beter bent, Dan komt er eind'lijk niemand meer, Men raakt daaraan gewend.. Je laatste spaargeld geef j e uit, Want ziek zijn is zoo duur, Je vrienden, bang dat je iets vraagt. Praten van 't armbestuur.
Wanneer je in de branding staat, Van 't wisselende leven, Waar alom de verleiding loert, En menigeen doet sneven, Dan komt er op een kwaden dag, Soms een critiek moment, Waarop j e voor j e 't zelf beseft, Een dief geworden bent. Dan maakt je de gevangenisstraf, Het leven tot een hel, Dan zit ie met gebogen hoofd Te snikken in j e cel.
Dan is er een, die zich niet schaamt Op straat te gaan met jou, Dat is je steun in lief en leed, Je eigen t r o u w e vrouw. Die zoent je op j e zorg-gezicht, Terwijl ze teeder zegt: „Zeg man, we hebben toch elkaar, De rest komt wel terecht.
Maar een is er, die dag en nacht, Aan 't ziekbed zit bij jou, Die 't eten uit haar mond n o g spaart, Je e i g e n t r o u w e v r o u w . En als de nood stijgt, zegt ze met Een glimlach en een traan, Maak jij j e maar geen z e r g ; als 't moet, Kan ik uit werken gaan.
Maar als dan de gevang'nisdeur Weer open gaat voor jou. Dan is er een, die buiten wacht: Je e i g e n t r o u w e vrouw. Ze maakt je geen verwijten en Van schande spreekt ze niet, Ze huilt alleen van blijdschap maar, Omdat ze je weer ziet.
ze
i M ^ S T I I I ^ ' i ¥ O B € E Concert Model No. 6 0 0 / " ^ ^ voor de allerbeste Muziek en Zang in groote Zalen, Dancings, Lunchrooms of andere Amusements-gelegenheden „HIS MASTER'S VOICE" Official Dealer:
111EM SPRENGER'2 Redactie en Administratie: Oalgewater 22. Leiden. Tel. 760
GRAMOPHONE PASSAGE 4 6
EN RADIOHANDEL DEN HAAG
Verschijnt wekelijks — Pril» per kwartaal f 1.05
^VOSSEKOPJ^S^
AAA G.T H-
VOOR VOLWASSENEN EN KINDEREN MODELLEN VOOR KRUISSTEEK-WERK
SERIE MQ.I5A F 0 . 5 0 PER POJT .. r „„
SECOND BOOK * ) 0 ds.
v....
Amtt%
Wilt ge voor Uzelf en de meisjes een boek vol met aardige voorbeelden, verzuim dan niet om direct Weldon s Cross-Stitcbboek No. 154 te bestellen T o e z e n d i n g na o n t v a n g s t v a n f! 0 . 5 0 fr. p . post a a n M e v r . MILLY SIMONS, 2de Schuytstr. 261, D E N H A A O
enkt ü er vooral aan, dat het géén gewichtig „interview" mag worden," is het eerste, wat Elias van Praag tegen ons zegt, als we op een winterschen namiddag zijn gezellig „home" binnenstappen . . . Gelukkig laat hij er evenwel, zoodra we gezeten zijn, direct op volgen: „Vraagt u maar, wat u weten wilt!" En op onze vraag, hoe oud hij nu eigenlijk wel is, antwoordt hij lachend „Hoe oud ik ben ? — O, dat durf ik nog best te vertellen! Ik ben 44 jaar en bijna 25 jaar aan het tooneel verbonden. Bij die 25 jaar reken ik dan de jaren, die ik op de Tooneelschool bij Bouberg-Wilson doorbracht, niet eens mee . .." — Werkelijk, als Van Praag het ons zélf niet had verteld, zouden wij niet hebben geloofd, dat deze acteur, die er als een goede dertiger uitziet, reeds lang de vier kruisjes achter den rug heeft! „Oh, wilt u ook nog wat finesses van mijn loopbaan weten ? — Welnu dan, ik zal die even in het kort voor u ' „schetsen". In 1907 speelde ik bij Lyda Roelof sen en Van Hees, dezelfde Van Hees, die nu directeur is van den mooien Haarlemschen Schouwburg. Daarna was ik vijf jaar verbonden aan „De Tooneelvereeniging". Daar speelde ik o.a. in „De Zonen van Japan" en dan nog samen met wijlen Louis Bouwmeester in Zola's meesterwerk „De Kroeg". Toen volgde een engagement bij Rooyaards. Met heel veel voldoening denk ik aan dezen tijd terug en vooral aan de verschillende rollen, die ik in het klassieke repertoire, dat Rooyaards toen ten tooneele bracht, heb gespeeld. „Op Rooyaards volgde Louis de Vries als mijn directeur. Aan zijn gezelschap was ik ook als regisseur verbonden. O.a. werd toen ond
tooneele gebracht het mooie tooneelstuk „De Schepper", waarin ik ook een van de hoofdrollen vervulde . . . Toen stichtte onze groote Heijermans nieuw gezelschap, waartoe ik ook jer behoorde. Mooi werk kreeg ik daar te spelen; doch deze vreugde was van korten duur en voor den tweeden keer werd Dr. Rooyaards toen mijn directeur. Van de talrijke rollen, die ik in dien tijd bij hem heb gespeeld, noem ik slechts „Saint-Just" in „Danton" en „Puck" in „Een Midzomernachtdroom"... Helaas, ook Rooyaards ging heen en toen stkhtten wij met ons zevenen van „Het Ned. Tooneel", „Het Nieuwe Ned. Tooneel". Nog steeds maak ik van het dagelijksch bestuur van dit gezelschap deel uit, tezamen met Louis Saaibom en Jansen Kok . . . „Ziezoo, nu weet u zoo'n beetje mijn loopbaan. En nu wilt u nog weten, of ik een „ideaal" heb? — Ja, inderdaad hèb ik dat. Mijn ideaal is de regie, maar dan alleen van goede stukken. Zoo regisseerde ik bij ons gezelschap in dit seizoen de reprise van „Op hoop van zegen" en van „Alles voor de kinderen". „En uw liefhebberijen, buiten uw „vak" om?" waagden wij nog te vragen, met eenigen angst denkend aan Van
Praags waarschuwing, dat het vooral géén „interview" zou mogen worden. Maar het antwoord klonk gelukkig joviaal: „O natuurlijk heb ik diè ook' Zoo houd ik bijvoorbeeld veel van goede literatuur. En dan van de film, die ik als kunst geweldig waardeer. De toekomst van de sprekende film zie ik echter duister in. De film wordt hierbij ongeveer tooneel, terwijl het voordeel van de stomme film juist is, dat zij een geheel aparte kunst vertegenwoordigt. Na de film komt de sport. Vooral van voetbal houd ik veel en dit beoefen ik dan ook zelf. Voorts tennis ik nog en maak ik af en toe wel eens een dansje ter tijdpasseering en ontspanning, en om de beslommeringen van het dagelijksche leven af en toe eens te vergeten. En ook .. . om fit te blijven voor mijn werkzaamheden . . . " Zoo was Van Praag vanzelf weer tot zijn beroepsbezigheden, die zijn „liefde" zijn, teruggekeerd en omdat we meenden, hem niet nog meer van zijn kostbaren tijd te mogen ontrooven, namen wij afscheid, dankbaar dat wij door dit korte „babbeltje" onzen ^zers en lezeressen ook eens iets over den grooten en beminden kunstenaar konden mededeelen, dat wij uit zijn eigen mond hadden opgeteekend . . . ERICH WINTER.
VAN PRAAG IN SHAKESPEARE'S WINTERAVONDSPROOKjr
IN DE GETEMDE FEEKS
DE VROUW, DIE WACHTTE... T O O N E E L S P E L IN E E N BE DRIJF DOOR
D'ALVAREZ VOOR A M A T E U R S 15 H E T O P V O E R E N VAN DIT TOONEELSPEL ZONDE R TOE STE MMING GE OORLOOFD Personen: Een vrouw van om en nabij de veertig, eenvoudig gekleed. Ze heeft een grooten hoed op , waardoor haar gezicht, dat zij handig, zonder het te laten blijken, zooveel mogelijk voor den man verbergt, niet goed is te zien. Zij maakt een veel ouderen indruk dan haar leeftijd recht vaardigt. Onder den hoed uit komen een p aar grijze haren. Een man, van even over de veertig. Hij heeft een confectiep ak aan, dat hem iets te groot is. Van onder tijn p et komen blonde haren. Zijn gezicht staat strak; hij heeft een norsche uitdrukking. Het is hem aan te zien, dat hij zich in zijn kleeren wat onwennig voelt en dat hij langen tijd bin nenshuis heeft gezeten. Het tooneel stelt een gelagkamer voor, waar zij de eenige bezoekers zijn. Ze zitten naast elkaar aan een der tafeltjes. Dicht bij hen hangt een goedkoop e sp iegel, waarin wat reclamekaarten zijn gestoken. Aan de wanden wat eenvoudige p laten. O p den achtergrond een buffet. Als het ■ scherm op gaat, kan er iemand achter staan, die kwasi juist wordt weggeroe p en.
De man (stuursch): „Nou, nou zit ten we hier. J e wilde me op straat niet zeggen, waar Nora, mijn verloofde (hij legt nadruk op dit woord en kijkt de vrouw een beetje sarcastisch aan) was. (Bruusk) Waar is ze en waarom is ze niet meegekomen om me te halen ?" De vrouw schrikt duidelijk zichtbaar van zijn bruut optreden. Als ie niet dadelijk antwoord geeft, herhaalt De man: „Nou, waar is ze ? Vond ze het de moeite niet waard om aan de poort te zijn als haar verloofde na vijf tien jaar eindelijk weer vrij is gekomen ?" De vrouw (zwakjes): „Ik ben al leen." (Ze krijgt tranen in haar oogen. En als om hem van zijn onderwerp af te brengen, zegt ze:) „Maar wat zie je er goed uit, Fredl Ja, het is nu al meer dan vijftien jaar geleden, dat wij elkaar gezien hebben. Jij bent nu al veertig, is het niet, Fred?" De man (stuursch weer): Ja, één en veertig! God, toen ik wegging, was ik zes en twintig! Ze hebben me wèl opgeknapt! Alle donders! Vijftien jaar, omdat je iemand, die tóch nog maar een paar jaar te leven had, de hersens inslaat. (Met een beweging van zijn hoofd, doelend op den ouden man dien hij vermoordde). Hèm heb ik maar een paar jaar van zijn leven afgenomen. Mij hebben ze er met mijn halve leven voor laten terugbetalen, de ellendelin gen! W at een tijd! (Als zich opeens bezinnend.) Toen ik v e r o o r d e e l . . . . toen ik wegging, was je dochter drie en twintig, vrouw Nolks!"
r
A\
D/insiris r/r uu r
f/ J.RVANHINTE f i
/ Ij j
HtlUGCWEQ B6-2B
TEi 3*98"
PRIVÉ L ESSEN RHYTMISCHE GYMNASTIEK 1*
De vrouw (met een zucht): „Dat beteekent, dat ze nu acht en dertig is." De man: „Ja, dat begrijp ik. Maar waarom is ze nou niet meegekomen ? Ze wist toch, dat ik naar hier overge bracht zou worden, om vrijgelaten te worden ? Ze is toch niet getrouwd, is het wel ? Zoo gemeen kan ze toch zeker niet huichelen ? Ze heeft me altijd ge schreven en . . . . (met een afdoend ge baar met zijn hand) en gezegd, dat ze op me wachtte De vrouw (schamper, droevig lachend): „Getrouwd! Neen, dat nu juist niet! (Dan opeens, als wil ze hem wéér van zijn onderwerp afbrengen) J e zou anders niet zeggen, dat je het er zoo slecht hebt gehad, Fred! Ik zie nog geen enkele grijze haar bij je!" De man (opspringend): „Dat is waar ook! Ik heb me zelf in geen jaren ge zien, want een spiegel vinden ze daar een overbodige weelde. (Hij loopt op den spiegel toe en bekijkt er zichzelf met zichtbaar welgevallen in). Ja, alleen wat bleek en dan natuurlijk ook ouder, sinds ik mezelf voor het laatst zag. M a a r . . . . nou ik me weer vrij kan bewegen en van de buitenlucht kan pro fiteered zal ik weer gauw mijn kleur terug hebben. E nfin, het gaat wel. (Hij gaat weer zitten.) De vrouw (peinzend): „De tijd is altijd veel vriendelijker voor jullie man nen dan voor ons vrouwen!" De man (schouderophalend): „Nou ja, maar ik ben ook zooveel jonger dan j i j . . . . " De vrouw (die blijkbaar niet over zichzelf wil spreken): „We vergeten Nora... " De man (ongeduldig): „Nou ja, gééf me dan ook antwoord. Ik begrijp niet, waarom je zoo geheimzinnig doet. (Dan opeens bedachtzaam.) Heeft ze zich soms bedacht ? Houdt ze niet meer van me soms ? Wat zei ze wel, toen ik zoo lang kreeg ?"
ffj
is de titel van een nieuwe Ufa film, die wij binnenkort ook hier in Nederland zullen kunnen bewonderen. H e t is 'n vroolijk filmblijspel met allerdolste verwikkelingen en met Schwung gespeeld door het puikje der Ufakluchtspelers met Jenny Jugo, Harry Halm, Albert Paulig en Julius Falkenstein aan het hoofd. D e regie is in handen van den bekenden Duitschen regisseur Johannes Guter onder supervisie van den productieleider Gtlnther Stapenhorst. Indien U zich een paar uur wilt amuseeren, let dan goed op de aankondigingen, welke weldra zullen verschijnen. D e Blauwe Muis zal het dubbel en dwars waard blijken te zijn.
d
~
De vrouw (verhalend): „Ik dacht, dat ze het niet overleven zou. Toen ze het hoorde, viel ze flauw. E r moest een dokter gehaald worden. Langzaam herstelde ze. (Medelijdend): Ach, wat hééft ze van je gehouden, Fredl" De man (trotsch): „Ja, dat weet ik." De vrouw (afkeerig van zijn manier van doen): „Ze werd uit haar betrek king ontslagen. (Ze speelt met 't lepeltje naast haar kopje.) De andere meisjes maakten haar het leven ondraaglijk. Ze sarden haar, liepen haar na en altijd maar weer hadden ze het over moor denaars De man wil wat zeggen. Hij zwijgt echter; balt zijn vuisten van ingehouden drift. Dan opeens, juist als de vrouw weer verder wil gaan: „Was ik er maar bij g e w e e s t . . . . Ik had ze een pak ram mel gegeven
*■ ^K
De vrouw (zonder acht te slaan op wat hij zegt, treurig.) „Zes maanden lang is ze toen thuis geweest, zonder dat ze probeerde een andere betrek king te krijgen. Ze durfde geloof ik n i e t . . . . E indelijk kwam ze ergens in eeii winkel. Bij menschen, die pas in het dorp waren gekomen. Ze hoorden het, evenwel gauw van de anderen en toen werd ze weer ontslagen De man (sissend tusschen zijn tan den.) „Schoften!!" De vrouw (schielijk.) „Ja, ze heeft heel veel om jou geleden, Fred!"
T T e t verheugt ons, dat wij van talrijke JL JL zijden bewijzen van inst smtning o n t v i n g e n naar aanleiding van de ver grooting van den omvang van ons blad. M e l d o n s e e n s hoe u over den inhoud en de uitvoering denkt.
ƒi
\1ÉÉ *
■■:■
De man (heftig): „Dat geloof ik nou wel, maar waarom heeft ze haar woord niet gehouden ?" De vrouw (verontschuldigend): „Vijftien jaar is een heele tijd, jongen! Vooral als je wachten m o e t . . . " De man (haar in de rede vallend): „Ik heb zeker niet gewacht, h è ? " Voor mij was het zeker niét erg?" De vrouw (zachtjes): Jij hadt het verdiend! Maar zij... Bovendien, zoo aardig was je ook niet voor haar geweest. Ja, toen je begreep, dat je gearresteerd zou worden en toen iedereen je haatte, toen werd je gek op haar! J e wilde toch van iemand sympathie en medelijden .. ." De man (kwaad): Laten we het daar nu niet over hebben. Ik begrijp niet, waarom jij eigenlijk aan de gevangenis bent gekomen. Jij hebt me nu eenmaal nooit mogen lijden en je hadt er al een hekel aan, dat ik met je dochter ging. (Schamper) Jij wilde wat béters voor h a a r . . . " De vrouw (eenvoudig): „Ik wou Nora gelukkig zien . . . " De man (gretig): „Zijn er om haar geweest ?" De vrouw (met iets van trots in haar stem): „Tweemaal heeft ze aanzoek gehad! Eén keer ongeveer een jaar nadat jij was weggegaan en den anderen keer zes maanden later .. ." De man (triomfantelijk): „En heeft ze het niet gedaan om mij?" De vrouw (eenvoudig): „Nora kon niet vergeten, dat ze je beloofd had, op je te wachten. (Als denkend) Ze had een heel netten jongen kunnen trouwen. Een jongen, waar niet dit op te zeggen viel! Hein Harms. Hij had een eigen zaak, maar omdat ze met jou te doen had, bleef ze je trouw . . . " De man (plagend): „Ik geloof niet, dat jij dat prettig vondt, vrouw Nolks!" De vrouw (als voorspellend:) Misschien heeft Nora nog wel eens spijt van haar dwaasheid . .." De man (opgewonden door haar toon : ) . J e mag anders om mij ook wel eens een beetje denken! Ik heb nu ook vijftien jaar lang niet bepaald wat je noemen kunt een heerenleventje gehad! Ik heb in een graf geleefd!" De vrouw (eenvoudig): „Dat zou je je anders niet a a n z e g g e n . . . " De man (geprikkeld): Zooveel te beter voor mij.' Ik moet werk vinden en ik zal heel wat geluk noodig hebben, eer ik weer aan den slag ben. Als ik er beroerd uitzag, zou niemand me willen hebben. — Maar vertel verder. Wie was die andere ?" De vrouw: „Dick Nodds. — J e kent hem toch wel ?" De man (verbaasd:) „Je wilt toch niet zeggen, dat dié om haar geweest is ?" De vrouw (kalm): „Toch wel. Hij heeft haar heel netjes en officieel gevraagd. En ze zou het goed met hem hebben gehad, want hij heeft een heel groote b o e r d e r i j . . . " De man (een afwijzend gebaar met zijn hand makend): „Dat weet ik. Hij had geld. Maar hij is toch veel te oud voor Nora ?"
De vrouw: „Ach, hij was toen pas even veertig. Net zoo oud als jij nu!" De man (zuchtend): „Ja, ik zoo oud. Maar toen . . .
nu
ben
De vrouw (zonder op zijn opmerking acht te slaan): „De laatste jaren vooral zijn erg moeilijk geweest voor Nora. Ze werkte als een slavin. lederen dag naaide ze van 's morgens vroeg tot 's avonds laat voor een fabriek in de stad. En er ging geen dag voorbij, dat ze niet voor je bad . . . " De man (schouderophalend): „Dat heeft me niet veel geholpen. Ik had het mooier gevonden van haar als ze hier was geweest nu . . . " De vrouw (hem in de rede vallend; snel): „Ik weet niet, hoeveel moeilijkheden ze niet om jouwentwille te overwinnen had, Fred! De buren, die wisten, waarom ze niet wilde trouwen met die anderen, verklaarden haar voor gek. Ze hielden haar altijd voor, dat jij in de gevangenis zoudt sterven of dat je in je drift weer wat anders zoudt uithalen en je zoodoende nooit ontslagen zoudt worden . . . " De man (grimmig): „Ze hebben zich vergist! Zooals ik me heb vergist in Nora, toen ik dacht, haar vandaag hier te zullen zien . . . " De vrouw (snel): „Maar ze heeft op je gewacht! Ze leed honger en onderging vernedering op vernedering.. . Ze werd om jou uitgejouwd; ze werd uit haar betrekkingen ontslagen om jou, want je weet, Fred, dat zij nooit iets heeft te maken gehad met dien moor . . . " De man (uitvallend): „Zwijg daar toch over! Anders smeer ik hem! Ik begrijp heel goed, waar de schoen hem wringt. Nora had haar eigen wil, vrouw Nolks! Je hadt wel kunnen begrijpen, dat ze me nóóit zou loslaten, al lag je nog zoo aan haar hoofd te zeuren! Het was geen prettige tijd voor haar, dat weet ik wel, maar ze heeft overwonnen, want Fred Stevens leeft nog..." De vrouw (snel en angstig): „Ja, maar houdt hij ook nog van haar ?" De man (verward): „Dat zal ik haar wel zeggen, als ik haar zie! Dat gaat jou niet aan . .. We hebben onze verloving een heelen tijd stil gehouden voor jou, omdat ik wist, dat je anders zou gaan s t o k e n . . . (Snel, als hij ziet dat de vrouw even glimlacht): Ja, je mag nu lachen, maar ik wil goedmaken, wat ik heb misdaan. Ik blijf niet in het land. Ik ga naar Indië of Australië of Zuid-Amerika en ik zal hard werken . . . " De vrouw (peinzend, vragend): „Zou je daar wel zoo gemakkelijk in komen als je gezeten h e b t . . . ?" De man (wrevelig): „Kijk eens, ik wou dat je dat nu maar aan mij overliet, om daarover te denken. Zeg me maar liever, waar ik Nora kan vinden. En als ze me soms niet meer wil kennen, wil ik jou ook niet meer kennen..." De vrouw: J e bent nog altijd even gauw met je gevolgtrekkingen als vroeger, Fred. Hoe weet je, dat Nora niets meer van je weten wil? Ze kon toch wel eens ziek zijn of.. ."
De man (Langs zijn voorhoofd strij kend met .zijn vlakke h a n d ) : „Ja, dat is waar. Daar heb ik niet aan gedacht. (Verontschuldigend) Ik heb ook zooveel narigheid gehad, dat ik aan de moeilijkheden van anderen niet heb gedacht (Vragend) Is ze dus ziek?" De vrouw (terechtwijzend): „Weet je wel, dat dit den eersten keer is, dat je vraagt hoe Nora het m a a k t ? " De man (driftig): „Begin nu niet weer te zedenmeesteren! Ik ben te opgewonden geweest. — Maar ik houd werkelijk veel van haar. J e weet niet, wat Nora voor mij beteekent. In het dorp kan ik niet meer terugkomen. Als ze me ,zien, zullen ze natuurlijk gaan..." De vrouw (verklarend): „Dat is dan ook een van de redenen, waarom ik hier ben gekomen. Om je te zeggen, dat je niet meer terug moet komen bij o n s . . . " De man (opstandig): „Laten ze anders maar hun mond houden, hoor! Ik heb mijn portie gehad voor hetgeen ik heb gedaan! Ze kunnen me voortaan met rust laten!" De vrouw (gedecideerd): „Ter wille van Nora mag je nergens heengaan, waar ze je kennen! Ze wil, dat je daar opnieuw zult beginnen, waar niemand weet, wie je bent. Ze heeft vijftien jaar op je gewacht, Fred, dus daar heeft ze toch zeker wel recht op! Daar geeft haar lijden haar recht op, Fred! (Overtuigd.) En ze heeft veel meer geleden dan jij! Er zijn heel wat maanden geweest, dat zij niet zoo goed te eten heeft gehad als j i j . . . " De man steunt zijn hoofd in zijn handen, terwijl zijn ellebogen op de tafel rusten. (Dan zegt hij, peinzend en met een oprechten klank in zijn stem): „Ik wil haar zien! Ik wil naar haar toe . . . " De vrouw (waarschuwend): „Maarze is niet langer jong of m o o i . . . (Vlug). Denk je, dat je nóg van haar zou kunnen houden als ze er zoo uitzag als . . . (angstig) als ik bijvoorbeeld ?" De man (impulsief): „Niets kan maken, dat ik niet meer van haar zou houden!" De vrouw schuift met een langzame beweging haar hoed wat naar achter op haar hoofd en terwijl ze den rand terugslaat, kijkt ze hem voor het eerst goed aan . .. De man (verbaasd en verschrikt tegelijk): „Nora! Nora! Ben jij het werkelijk ?" De vrouw (met tranen in haar oogen; zachtjes en als beschaamd): „Ja, ik bén het! De tijd is voor ons vrouwen veel wreeder dan voor jullie m a n n e n . . . (Ze kijkt hem angstig aan, in afwachting van hetgeen hij doen zal. ..) De man aarzelt eenige oogenblikken. Hij wil wat zeggen, maar kan blijkbaar geen woorden vinden. Dan trekt hij langzaam zijn stoel dichter bij den hare en legt zijn arm om haar middel, terwijl hij zijn hoofd tegen haar aandrukt . .. (Doek.)
CAFERESTAURANT
Middag, Diner en Avondconcert: HONGKAPEL BONZOOL AH
Lift
BE KIS©©IM" l l
OP AMSTERDAM
REMBRANDTPLEIN
Zalen disponibel voor Vergaderingen en Partijen. Gerenommeerde Keuken. 17 Ie klasse electrisch verwarmde Toulet Billards — Billijke Prijzen. Aanbevelend F. RE IBE L (Gérant]
^ J O H N GALSWORTHY'S E XPE RIME NT: In E ngeland wint het streven, de too neelvoorstellingen in steeds eenvoudiger banen te leiden, hoe langer hoe meer veld. Dat een tooneelstuk in plaatsen waar veel behoefte aan, maar weinig gelegenheid voor voorstellingen is, een voudig wordt voorgelezen, teneinde het publiek toch met de voornaamste voort brengselen der tooneelliteratuur bekend te maken, is geen zeldzaamheid meer. Er zijn zelfs artisten, die op dit ge bied een eigen genre hebben gescha pen. Dit deden bijvoorbeeld Ruth Dra per en E lspeth DouglasReid. Zij schrij ven hun dramatische monologen — als men ze zoo noemen mag — en dra gen ze bijna zonder eenige entourage en zonder de hulp van anderen voor.. . Een paar stoelen vormen dikwijls de eenige tooneelaankleeding. En Miss E va Saunderson heeft een uitdrukkingsvorm gevonden, die aan de schepping van de hiervoor genoemde artisten verwant is, maar daar toch ook weer van afwijkt, omdat zij een too neelstuk geheel alleen opvoert en de stemmen en karakters van alle er in voorkomende personen weergeeft. Zij schept daarbij de karakters niet, zoo als de gewone acteur dit doet, doch imiteert ze slechts .. . Indertijd heeft zij op die wijze eens stukken van Ber nard Shaw met zeer veel succes opge voerd en nu pas weer heeft zij Gals worthy's beroemde. „Skin Game" ten tooneele gebracht en wel tot diens groote tevredenheidl Toen zij hem voor het eerst toe stemming vroeg een „monoopvoering" van zijn „Skin Game" te mogen geven, wilde hij daar niet in toestemmen. Hij kende haar noch haar wijze van spelen; evenmin kon hij zich voorstellen, wat er met zijn werk eigenlijk zou gaan ge beuren. Toen heeft een wederzijdsche vriend voor Miss Saunderson gepleit bij den grooten schrijver: hij ver. zekerde Galsworthy, dat zijn werk niét zou lijden als de artiste het opvoerde; dat hij Shaws „Heartbreak House" had gezien en er door geboeid was ge worden. Wilde Galsworthy haar nu niet eens hooren en mocht zij voor hem niet eens de groote scène tusschen Chloe en Dawker spelen ? Het zou wer
zij even een pauze om het beeld, dat zij door haar beschrijving had opge roepen, te laten bezinken. E n t o e n . . . hoe zonderling het ook moge schijnen, werd Miss Saunderson een groep per sonen, die allemaal verschillende stem men hadden en die bijna allen zicht baar werden, ondanks hun slechts schijn bare aanwezigheid. De handeling zoowel als de personen, werden door die ééne vrouw daar op het tooneel als het ware werkelijkheid. Met eenige verbeelding — en de meeste toehoorders schenen die verbeelding te bezitten, want men kon de spreekwoordelijke speld hooren vallen! — kreeg men een complete voorstelling van het stuk te zien... • Natuurlijk waren niet alle scènes even „sterk" — vooral die, waarbij veel per sonen op het tooneel werden veronder steld, waren wel eens zwak — maar JOHN GALSWORTHY wanneer de handeling wat snel verliep keiijk de moeite waard zijn. E nzoovoort. en beperkt bleef tot twee personen bij voorbeeld, was de illusie van de wer Enzoovoort. Met het gevolg, dat Gals kelijkheid bijna niet meer te onderschei worthy toestemde en ten zeerste onder den. Wanneer men zijn oogen sloot, den indruk van Miss Saundersons kon men zich zeer goed toehoorder bij „lezen" kwam. . . . Hierdoor aangemoedigd, besloot zij een gewone opvoering wanen. in het openbaar op te treden met haar Alle eentonigheid bij een éénper nieuwe kunst. Tijdens een matinee gaf soonsopvoering te willen elimineeren, zij een nagenoeg volledige voorstelling zou natuurlijk een bovenmenschelijke van het spel, waarin slechts enkele cou taak zijn. Maar in ieder geval is Miss peeringen — met toestemming van den Saunderson ér toch in geslaagd, de een schrijver — waren aangebracht. Het vormigheid voor een goed deel te over was een riskante onderneming, doch het winnen. was een groot succes! Voor de aanwezigen, die Galsworthy's Het auditorium was zeer gemengd: „Skin Game" kenden, was haar wijze Er waren critici, acteurs en actrices, van voordracht een „geheugenopfris grootheden uit de literaire en de too sching"; zij, die het stuk voor het eerst neelwereld, maar er waren ook men hoorden, kregen een juisten indruk van schen, die men slechts zelden in de de sterke, dramatische elementen, welke theaters zag en die slechts gekomen er in verborgen zijn . . . waren om een liefdadig doel te hel Om te besluiten: Miss Saunderson's pen bevorderen. geslaagde poging om dramatische kunst Toen het scherm opging, zag men in zeer „beknopten" vorm ten tooneele een tooneel, waarop slechts één stoel te brengen, verdient zeker alle aan stond. Toen verscheen Miss Saunder dacht. E n in ons land wellicht ook son — in avondtoilet — en het was navolging; en dan vooral in diè steden, haar taak om zoowel het milieu te waar men niet te vaak in de gelegen scheppen als om de dertien (!) ka heid is goede stukken door goede spe rakters uit het stuk te doen leven voor lers te hooren vertolken. Want ook dit haar gehoor! leerde Miss Saundersons debuut, dat Vlug, met ■ enkele rake toetsen,' be haar wijze van „opvoeren" verre de voor schreef zij de plaats der handeling en .keur verdient boven die van een slecht tooneelgezelschap... het uiterlijk der personen. Toen hield
EN WAT CHAKLOTTE K
I
ndien we den oorsprong van den Tango willen vinden, moeten we dien zoeken in den „baile con corte", den dans met den klemtoonpas, dien de gauchos dansten, die 't gewone publiek vormden van de kroegjes in' de om geving van Buenos Ayres. Zooals de tango daar gedanst werd, was hij natuurlijk niet geschikt voor de ver fijnde danszalen en soirees, noch in Parijs, noch in de argentijnsche hoofd stad zelf. Het duurde zelfs nog geruimen tijd, nadat de dans was opgenomen op de mondaine dansprogramma's, vooral door toedoen van de fransche dansleeraren, alvorens de aristocratie van Buenos Ayres kon vergeten, dat dezelfde dans nog slechts onlangs hoogtij had ge vierd in de achterbuurten van die stad. Het is de bedoeling niet, dat ik hier ga schrijven over de geschiedenis van den tango tijdens al de jaren, die ver loopen zijn sinds hij, slechts korten tijd vóór den oorlog, voor het eerst gedemonstreerd werd — tot blijdschap van velen, tot verontwaardiging van evenveel anderen. Vooral maakte hij destijds opgang om de veelvoudigheid der figuren, om de afwisseling, die hij mogelijk maakte en .. . misschien ook, omdat nu eenmaal vooral datgene be geerd wordt, dat veel stof en veel ge schrijf doet opwaaien. Intusschen zijn d e dansvormen heel wat veranderd, hoewel het rhythme natuurlijk in hoofdzaak ongewijizigd bleef, evenals de voornaamste passen. Zooals de londensche society (waarop de dans wei eld in Holland zich meestal tracht te scholen) den tango thans kent, biedt deze dans geen verschil met den franschen tango, d.w.z. den tango, zoo als men dien ziet in de etablissementen van Montmartre. Voor zooverre hij daar merkbare verschillen vertoont met den echten argentijnschen volksdans, is dit waarschijnlijk het rechtstreeksche gevolg van 't temperamentsverschil dergenen, die hem dansen. De dans heeft heel wat van zijn heftigheid en ruwheid verloren. De fransche tango maakt meer gebruik van langzame passen. De schreden worden korter genomen en de dans kan beoefend worden op een muziektempo van ongeveer veertig tel len per minuut. De eigenlijke Argentijnsche tango daarentegen wordt driftiger, vlugger ge danst. Hij kent meer vrijheid van be wegingen, is minder verfijnd en biedt door zijn eenvoudiger samenstelling een grootere gemakkelijkheid bij het aanleeren. Een dans te beschrijven op papier is minstens moeilijk, indien niet on mogelijk wat betreft de eigenlijke finesses. Hetgeen volgt moet dan ook meer beschouwd worden als een reeks indrukken, dan wel als een technisch betrouwbare ontleding van den tango. Dit zal wel geen overbodige waar schuwing blijken. Eerst en vooral een kleine eigen aardigheid van den tango, die voor sommigen het geheim van Polichinelle kan zijn, indien ze vruchteloos hebben gezocht naar de oorzaak van het eigenlijktypeerende van den onder havigen dans. Men trachte namelijk eiken pas, dien men doet, indien dit
DE ARGENTIJNSCHE TANGO
eenigszins mogelijk is, zoodanig te doen, dat het lichaamsgewicht op het rechterbeen blijft rusten. Om dit te bereiken kan het nuttig zijn, het lichaam aan de heupen even zijwaarts naar rechts te buigen, echter zonder te overdrijven. In deze houding trachtte men zich dan vrij en natuurlijk te bewegen. In den tango telt elke maatslag van de muziek twee tellen. Als algemeene regel geldt, dat elke pas één tel duurt. Deze gewone passen van een halven maatslag zal ik aanduiden als „lang zame passen", in tegenstelling tot de vlugge passen, die men tegenkomt, waarvan er twee geplaatst worden, ter wijl men één telt. Wat betreft de snelheid geldt, dat de muziek speelt op een tempo van ongeveer 30 tot 32 maatslagen per minuut. De W alk. De Walk bestaat uit zes passen, be ginnende met den linkervoet. De eerste, tweede, vijfde en zesde pas zijn lang zame passen, doch de twee middelste, nml. de derde en vierde, zijn vlugge passen. Het rhythme is dus langzaam langzaamvlugvluglangzaamlangzaam. Niet vergeten wat hierboven ge schreven is over het voortschrijden met het lichaamsgewicht rustende op het rechterbeen. Dat is hoofdzaak. De „Promenade". Men heeft de „Walk" geëindigd met den rechtervoet vooruit en linkervoet achteruit. Nu sleept men den linkervoet langs den rechtervoet voorwaarts. Indien ik deze schrede aanduid door het woordje sleepen is dit niet zonder opzet. Want behalve dat deze pas natuurlijk ge maakt wordt al schuivende, is hij zeer langzaam te doen. In feite duurt hij langer dan één tel, minstens ander halve tel. Zooals men verder zal zien, wordt de lengte van een halven stap aangevuld bij den derden pas. Terwijl men die eerste langzame schrede plaatst, begint men zich om te draaien, zóó, dat de linkerzijde voor uit komt te staan in de dansrichting. De tweede (eveneens langzame) pas bestaat hierin, dat men den rechter voet vóór den linkervoet kruist. De
Wien • Diploma - Berlin
F~ MAISON " " l ■ OSCAR HEGELEl L
DAMESK APSAION
J
Utrechtschestr. 41, Amsterdam Telefoon 31941
derde pas bestaat in het aanhalen van den linkervoet. Deze pas geschiedt zeer vlug (een half tellen), en dit bijhalen van den linkervoet van den derden pas wordt voltooid tot een volkomen aansluiting, doordat men in den vier den pas den rechtervoet nauwer bij den linkervoet brengt. Natuurlijk heeft men de schreden 2, 3 en 4 zijwaarts gemaakt, d. w. z. in de dansrichting. Het staat den danser vrij, deze figuur al dan niet te herhalen, maar na elke fijjuur moet men eerst overgaan tot den Walk, alvorens een 'nieuwe figuur te beginnen. De omgekeerde draai (reverse turn). Deze volgt natuurlijk op den „walk", waarbij men geëindigd heeft met den rechtervoet vooruit. Eén: stap vooruit met linkervoet. Twee: Breng rechtervoet terzijde van den linkervoet. Terwijl men deze twee langzame passen maakt, moet men een completen halven draai gemaakt hebben in tegengestelde richting, zoodat men thans met den rug staat naar de gewone dansrichting. Drie: Linkervoet achter uit. Vier: Breng den rechtervoet met een halfcirkelvormigen zwaai achter den linkervoet. Vijf: linkervoet achteruit. E n zes: rechtervoet bij linkervoet aan sluiten. Al deze schreden zijn langzame pas sen en na het eindigen van het zestal staat men nog steeds met den rug naar de dansrichting gekeerd. Men zal zich herinneren, dat men bij het maken van de twee eerste passen een halven draai gemaakt heeft. Men moet nu dien draai voltooien, om opnieuw in de dansrich ting te komen. Dus: twee achtereenvolgende stappen achteruit met den linkervoet. De eerste is een pas van slechts eenige centi meters afstand, de tweede brengt den voet nog een beetje verder. Deze twee passen samen duren één tel, en gelijken tamelijk wel op hetgeen men doet in den Brandy Drag van den FoxTrot. Bij drie tellen brengt men den rech tervoet achteruit en begint gelijktijdig met het voltooien van den draai in om gekeerde richting. Bij vier: breng den linkervoet naar links buitenwaarts. Vijf: aansluiten van den rechtervoet bij den linkervoet. Wanneer men nu overgaat tot den Walk, staat men opnieuw in de ge wone dansrichting. De open draai (open turn). Deze figuur zweemt naar de Prome nade, gecombineerd met den gewonen draai. Men danst ze als volgt: Bij één: linkervoet vooruit. Twee: rechtervoet vooruit en schuin voor den linkervoet plaatsen. Drie en vier: lin kervoet naar links brengen. De aange vangen halve gewone draai wordt tijdens deze twee tellen voltooid door op den rechtervoet om te draaien. Men staat thans met den rug naar de dansrichting. Om den gewonen draai compleet te maken, brengt men den linkervoet ach teruit, hem tegen den rechtervoet aan sleepend en draait verder naar rechts, terwijl men overgaat tot de Prome nade, zooals hierboven reeds is aan geduid.
H
BE B L i U W I MAZW R
et is de schuld van „de Blauwe Mazurka" — de laatste mazurka, die op de W e e n s c h e bals bij het aanbreken van den ochtendschemer wordt gedanst — dat de jonge Poolsche Graaf Juljan Olinski zich smoorlijk verlieft in de kuische en trotsche W e e n s c h e baronesse Blanka von L ossin. Hals over kop stort deze jeugdige charmeur zich in het huwelijk en als het doek opgaat, zijn wij getuige van de feestvreugde op het slot Olinski. M a a r deze vreugde is niet geheel en al onverdeeld, want Juljan's boezem vriend, Adolar von Sprintz, een geweldig fuifnummer, verschijnt ten tooneele in gezelschap van een temperamentvol danseresje — alias amouretje — van Graaf Olinski. U i t een vertrouwelijk gesprek tusschen Juljan en zijn vriend verneemt Blanka de waarheid omtrent Juljan s losbandig leven. N o g voor het feest is geëindigd, vlucht Blanka, in haar trotsche gevoelens gekwetst, naar de woning van een jeugdvriend van haar overleden moeder, het slot van Clemens von Reiger. D e z e laatste woont tezamen met t w e e verstokte vrijgezellen Baron Albin von Planting en L eopold Klammdatsch. Adolar von Sprintz ontmoeten wij daar ook, want hij is niemand anders dan de neef van von Reigen, alleen heet hij hier geen Adolar, maar Engelbert. Adolar is zijn fuif naam na halftien 's avonds, vóór dien tijd speelt hij ten huize van Oompje den kuischen, zedigen jongeling. D o o r een chaos van allervermakelijkste verwikkelingen lachen wij ons ten slotte naar een blij en bevredigend einde. H e t is, zooals U bemerkt, zoo'n beetje het oude recept, maar bereid door t w e e gerouti neerde librettisten als Bela Jenbach en L eo Stein. Franz L ehar schreef de muziek voor deze operette. Ik zag Joh. Heesters na langen tijd (ik had hem het laatst in een Bouwmeester revue in Amsterdam gezien) terug, en ik moet consta teeren dat hij veel heeft gewonnen. N o r a de V o s is een allerliefste Blanka; Jacq. van Bijleveld heeft beslist de z.g. „vis comica". Een kostelijk type was ook Kalman Knaack, Baron Albin von Planting, door John Schilt huizen voorgesteld als een soort Bernard Shaw, w a s mij te veel een clichétype. Marga Graf als het danseresje deed haar best iets van haar moeilijke rol te maken, terwijl de Oom Clemens von Reigen van Frans Meersman een van die fijne, echte operette types was. E CH F VAN DIJK
fOTOJ
CÓ>w*fl
OJ/ÏWAAO
K U N S T IN UW W O N I N G O
rtiz Echague, w i e n s actieve medewerking bij de totstandkoming van d e Spaansche tentoonstelling in N e d e r l a n d van zoo groote b e t e e k e n i s was, is in ons land geen onbekende. Hij beeft «reruimen tijd in N e d e r l a n d gewerkt en zijn expositie in den Haag w a s e e n geweldig succes. M e v r . Echague, wier litteraire talenten algemeen erkend worden, is e e n N e d e r l a n d s c b e van geboorte.
ORJIZ
5pAAn$CH
ECU AGUE
INTERIEUR
Verschenen een fraaie reproductie in kleuren 4 0 x 4 7 cM. groot (bijkans de origineele grootte) van het beroemde meesterwerk van Jan Vermeer „Het meisjeskopje", een sieraad van het Mauritshuis, dat op het oogenblik in Londen aller bewondering trekt. Toezending na ontvangst van fl 15.— aan de uitg. fa. VINKENBOS en DEWALD, Conradtkade 61, DEN HAAG
\
Een P A R A M O U N T Film mei in de hoofdrollen : Adolph Menjou, Louise Brooks, Virginia Valli en Noah Beery
[ROKü
lm is vervaardigd onder regie L U T H E R R E E D . Opvoering in and is s p o e d i g te verwachten
HET „TABLEAU DE LA TROUPE"
L
ucien d'Artois, een fransche heere boer, besteedt al zijn tijd aan zijn renpaarden, zijn vee en zijn var kens op zijn prachtig landgoed, dat op 40 K.M. afstand van Parijs is gelegen. Volgens het fransche gebruik heeft hij met de ouders van zijn aanstaand bruidje, Germaine, een huwelijkscon tract geteekend. Lucien is te lang vrij gezel gebleven, om ware liefde naar waarde te schatten... Hij vat zijn aan staand huwelijk meer op als formaliteit. Germaine trouwt met tegenzin en uit sluitend om haar aan lager wal geraakte ouders uit den nood te helpen. Zelfs eenige uren voor de bruiloft treft Ger maine haar verloofde op zijn landgoed aan bij de stallen in een plunje, die meer van zijn liefde voor de var kens dan voor haar getuigt. Het roman tische, ongelukkige meisje heeft zulk een afkeer van den boerschen Lucien d'Ar tois, dat zij hem, den avond na de huwelijksinzegening, te kennen geeft, dat hun huwelijk inderdaad niets dan een formaliteit kan zijn. Lucien moge wel een heereboer zijn, doch hij is tevens een gentleman. Den volgenden morgen geeft hij zijn zaak waarnemers opdracht drie vierde van zijn vermogen op naam van zijn vrouw te stellen. Germaine blijft alleen ach ter op het groote kasteel, terwijl Lu cien op raad' van een zijner vrienden naar Parijs gaat om „een volmaakte Parijzenaar" te worden. Onder de be kwame leiding van dezen bonvivant, He 'norfdurend geld leent van Lucien,
HET BRUIDSPAAR Curieus Is op deze foto M enjou met een baard
stort deze zich van het eene dolle avon tuur in het andere, om na verloop van tijd te merken, dat zijn vermogen ge heel is geslonken. De deurwaarder legt beslag op zijn weelderige woning in Parijs . . . Volgens de faillissements wet moet men hem de beschikking laten over: één stoel, één tafel, één bed en één costuum. Aangezien Lucien zóó het nachtleven gewend is, dat men hem feitelijk altijd in rok aantreft, laat hij zijn keuze op dat costuum vallen. Zonder een cent op zak loopen de twee vrienden een chic restaurant bin nen, waar Germaine, die zich reeds lang met Lucien wilde verzoenen, van een wederzijdschen vriend Lucien's hachelijke positie verneemt. Lucien beschouwt de situatie van den philosophischen kant. Hij loopt als een sandwichman reclame voor het een of het andere café met een air, alsof hij het zijn leven lang gedaan heeft . .. Doch het is k o u d . . . het regent Lucien verlangt naar een hartig maal. .. naar iets warms. Zijn werkgever belooft hem zijn loon van acht francs, als hij den volgenden morgen het reclamebord terugbrengt. Rillerig en hongerig komt hij thuis... naar zijn ééne bed, zijn éénen stoel en zijn ééne tafel in zijn ééne costuum, dat thans als een vaatdoek om zijn lichaam hangt. Hij draait het licht aan .. • en ziet tot zijn verwondering, dat al zijn meubels inmiddels teruggebracht zijn e n . . . Germaine vliegt hem in de armen . . .
EN WIJ SCHENKEN U EEN BIBLIOTHEEK VOL BOEKEN
BRENG E L K E W E E K ' SLECHTS ÉÉN ABONNE ■
BEZOEKT NIZZA IN CARNAVALTIJD 31 JAN—7 M AART INLICHTINGEN EN
GEEFT
DE „ C H A M B R E
HET ..SYNDICAT
SYNDICALE
GELUKKIG HEREENIGD
D'I N ITI A T I V E "
DESHOTELIERS"
NICE
VOOR ELK ABONNE EEN BOEK
ADOLPH M ENJOU ALS LUCIEN
VIRGINA VALLI ALS GERM AINE
/ \
Wie is Vera Truezko beweert, dat er geen enkele vrouw ter wereld is, die zooveel verstand heeft van paarden als de Engebche. Vele dames uit de Engelsche society dresseeren hun paarden zelf. Wie zou hiervan de dupe zijn? Haar paard, haar man of haar kinderen ?
Eemi zoeklicht in eemi is het allernieuwste. Zoodra men het opendoet,' gaat er een klein electrisch lampje branden, dat den inhoud van het taschje verlicht. Het batterijtje zit in een klein zakje zóó goed verborgen, dat het onzichtbaar is.
Groote en vooral zware oorringen zijn in de mode. Een dame uit de Parijs,cht' society kringen verscheen onlangs met een paar oorringen, die minstens tien centimeter lang waren en zóó zwaar, dat de lelietjes van haar ooren waren uitgerekt.
BEZOEKT H E T
E 7 ^STT&-
TE B E N HAAG Eern baby-schildpad
^ Een van de geschenken, die prinses Elisabeth, het dochterje van den hertogvan Vork,op Kerstmis heeft gekregen, is heelemaal uit Japan gekomen.Het was ^en jonge schildpad met zeer zonderlinge en ongewone gele vlekken. Het geschenk was Melk op school Niet minder dan 8 0 % van de Ameri- afkomstig van een Japansch diplomaat, kaansche schoolkinderen drinken op school die jarenlang in Londen heeft gewoond, regelmatig melk. Meestal zorgen de onder- doch nu weer in zijn vaderland vertoeft! De schildpad heeft den naam Madame wijzers of de kinderen van de hoogste klasse zelf voor de distributie van de Butterfly gekregen . . . . melk. die in fleschjes. welke ongeveer een kwart liter inhouden, worden afgeleverd. In Los Angeles werd door een liefdadige vereeniging onder de schoolïnnnen er kinderen in 't jaar 1927 3 404,000 fleschjes niet buiten melk verdeeld. In d a t jaar was er op Engeland en speciaal Londen wordt 8o°/0 van de scholen voor de kinderen vaak door een dikken mist bezocht. Namelk te verkrijgen. tuurlijk schelden de Londenaars er altijd Een voorbeeld, dat ook voor ons land op. Het is dan ook wel heel erg, want vaak navolging verdient, dunkt ons. Aan koeien, loopen de menschen uren lang te dwalen die de melk geven, ontbreekt het ten eer zij den weg vinden en het is niet overonzent alvast niet. Nu nog maar de goede dreven te zeggen, dat men geen hand voor wil in sommige kringen ! oogen kan zien, als het in de Engelsche hoofdstad góéd mist. Maar waartegen de Engelschen op straat Pas op yw taodemi foeteren — en nog érger ! — kunnen ze Onze tanden hebben het meest te lijden klaarblijkelijk binnenshuis niet missen. door het gebiuik van t e heete of te koude Ik heb tenminste ergens gelezen, dat men spijzen en in het bijzonder door de plot- de hulpbronnen der moderne wetenschap s linge temperatuurwisseling die ontslaat, heeft „aangeboord" ten einde in de balwanneer we bijvoorbeeld tijdens een war- zalen te Londen een mist te voorschijn te men maaltijd koude dranken, salade of too veren, die zoo dik is als de bewuste . . . . compote gebruiken. Hierdoor ontstain „erwtensoep". En niet alleen zal men in het zuur v a n onze tanden kleine gekleurde lantaarns aan .de wanden opspleetjes, waardoor de bacteriën kunnen hangen, die ,.eng" door dé duisternis binnendringen. schijnen, maar bovendien zullen de danDaar tandenpoetsen dan meestal te sende paartjes ook lantaarntjes dragen, laat geschiedt, is het aan t e bevelen, daar ze anders tegen elkaar zouden opdirect na den maaltijd een stukje brood- botsen korst te nuttigen, daar hierdoor de tanden Zouden er niet veel dansen worden uitop natuurlijke wijze worden gereinigd. gezeten . . . . met gedoofde lantaarns ?
Een bekend Engelsch chirurg stond onlangs tegenover een zonderling geval. Hij had een patiënt geopereerd voor appendicitis.. Toen de man beter was, Vroeg de chirurg hem, wat hij het laatst gegeten had voordat hij ziek werd . . . . De patiënt somde een en ander op. O.a. ook een fazant. De chirurg glimlachte, toen hij dit laatste hoorde, want in den blindendarm had hij verscheidene hagelkorrels gevonden.
De wimitermaamideini ep het engelsche koningshuis Het heeft de aandacht getrokken, dat de drie wintermaanden en vooral November en December gevaarlijke maanden zijn geweest voor Koning George en zijn overleden vader Koning Edward. Het was namelijk gedurende deze maanden, dat koning Edward te Sandringham heel ernstig ziek lag aan dezelfde ongesteldheid als waaraan nu de koning lijdende is en toen deze laatste nog prins George was, lag hij, eveneens in Sandringham, ook in November en December te bed met typhus.
Stel u voor : een slank meisje met bobbed hair en een gepoederd neusje trippelt de trappen pp van een Gymnasium of H.B.S.- Opeens schiet er een straatjongen op haar toe, die haar heur tasch wil ontstelen. De jongen is veel forscher en grooter dan het meisje. Maar een blanke arm schiet uit en het „schoffie" ligt op den grond en smeekt om genade . . . . Het aardige meiske werpt hem een trotschen blik toe, laat hem los, poedert haar neusje en tippelt alsof er niets gebeurd was verder . . . . Dat is de macht van Judo, een nieuw verdedigingssysteem, waarvoor de dames uit de hoogste kringen in Engeland zich op het oogenblik bijzonder druk maken
W a t nieuw en Ik houd mij gaarne aanbevolen om door H.H. Fabrikanten, Importeurs en Winkeliers te worden ingelicht over nieuwe „snufjes" op het gebied van kleeding, voeding, woninginrichting enz., die door hen in den handel worden gebracht. Indien ik van mecning ben, dat er belangstelling voor zal zijn bij onze lezeressen en lezers, zal vermelding ervan in beknopten of uitgebreiden vorm, al naar den aard. van het artikel, in „Het Weekblad Cinema & Theater" {gratis) volgen. Ook op medewerking van lezeressen en lezers, stel ik prijs. Hun bijdragen worden gehonoreerd. PHILOSOOF.
DE REVOLUTIFRRt Jin EEN SUBLIEM FILMWERK IN IEDER
OPZICHT
MET DIOMIRA JACOBINI, GÖSTA EKMAN KARINA BELL, FRITZ KORTNER, WALTER RILLA V a n a f 18 J a n . a.s. in C O R S O C I N E M A Kalverstr. 122, A M S T E R D A M
Spannende WilcUWesf Film uit hei jaar 1365. mei Jackie Coogan in de hoofdrol «^* -«**Regie \»n Edward Sedgwick
Foio'« Mcho-Qoldwin-Tiayer
I
n het jaar 1865, toen in Amerika de groote burgeroorlog tusschen Noord en Zuid was uitgestreden, waren de levensverhoudingen geheel anders dan nu. Kapitein Randolph, die commandant is van het midden in het vijandige Indianengebied gelegen fort Hudson, keert van Washington naar zijn post terug. Twee jaar geleden stierf zijn vrouw, en zijn zoontje Jackie, een lieve jongen, is zijn oogappel. Zijn bezoek aan Washington gold Miss Alice Tremayne, die zoo juist beloofd heeft zijn vrouw te zullen worden. Kapitein Randolph heeft zijn kleinen zoon nog niets van zijn trouwplannen medegedeeld, voornamelijk omdat hij bang is het knaapje, dat met zijn overleden moeder dweept en haar maar niet vergeten kan, te kwetsen. Hij heeft zijn aanstaande vrouw veel van Jackie verteld en zij voelt al groote genegenheid voor het moederlooze kind. Wat zij echter niet weet, is dat hij zoo'n ferme jongen is, die als een echte soldaat wordt opgevoed. Alice, die zich 7.00 graag van de liefde van haar aanstaand stiefzoontje wil verzekeren, maakt de fout zijn vader kinderspeelgoed voor hem mee te geven. Daar is hij niet van gediend, hij, die als trompetter in dienst is gesteld en zijn uiterste best doet op de echte groote-menschen-rrompet alle signalen te blazen. Van het kindertrompetje, dat Alice hem zendt, moet hij dan ook niets hebben. Als Jackie haar bij haar aankomst met een escorte soldaten komt afhalen, inplaats van zijn vader, die onderhandelingen voert met eenige opstandige Indianen-opperhoofden, blijkt het kind door een verbitterden geest tegenover zijn aanstaande stiefmoeder bezield. De manier, waarop hem het feit, dat hij een stiefmoeder zal krijgen, werd medegedeeld, is dan ook niet gelukkig geweest. Jackie had een brutaal stukje uitgehaald. Geprikkeld door den hoon hem aangedaan door zijn boezemvriend Sergeant Doolan, die minachtend beweerde, dat hij niet op een echte soldatentrompet signalen kon blazen, had hij 's nachts, toen alle soldaten sliepen, valsch alarm gegeven ! Hij wordt gestraft met corvee bij den kok: aardappelen jassen. Terwijl hij hiermede bezig is, komen een paar kinderen hem uitlachen en wordt hem verteld, dat hij een stiefmoeder krijgen zal. Troosteloos vlucht hij naar de kamer waar de herinneringen aan zijn moeder worden bewaard en daar geeft hij zich over aan zijn kinderlijk verdriet. Wat de lieve vrouw van zijn vader ook doet om zijn genegenheid te verwerven, het mag niet baten. Met Kersttijd komt
JACKIE
JACKIE VOELT ZICH ONGELUKKIG
het tot een ters van he halen, blijk Men zoekt hem wordt hij ontd overleden moe lieve Mevrouw winnen, — alh van het kind, da te noemen en, er ernstig over voorgoed. In de verzoening en weljL wijze. De ontevreaif het opgraven va gegaan en het ga aanvoering van d onderwerpen. V maken zij gebrul te vallen, waarin e j dekking is achtergi het Jackie, die heldenmoed verdedigt? heime grot uit beschiet trompetgeschal brengt de troepen 1 die hem en Alice uit hun netelige positie bevrijden. Hij is thans vol bewondering voor haar koelbloedig gedrag, dat zijn jongenshart aangegrepen heeft en hij wil niet, dat zijn stiefmoeder hem zal verlaten . . .
DE KLEINE TROMPETTER
VUE ÊÖOGAM II-H o e TITELROL.
Een zonderlinge tooneelvoorstelling uit de oude doos
IIH
■ il
DE MAN, DIE IN EEN KWARTLITE RFLE SCH. ZOU KRUIPE N goe ver kan men, ten opzichte van de goedgeloovigheid van het publiek, gaan ? Dit is een vraag, waarop het niet moge lijk is een nauwkeurig ant woord te geven ; men kan hoogstens zeggen, dat deze goedgeloovig heid dikwijls op zeer zware proef is ge steld en dat het publiek tóch nog erin is gevlogen ; of men nóg verder had kunnen gaan — wie zal dit vermogen te zeggen? Terwijl er in heel veel gevallen natuur lijk altijd de mogelijkheid van een „grein /waarheid" onder de „tonnen onzin" bestond, is er uit de geschiedenis van het theater één voorbeeld van goedgeloovig heid bekend, waarbij de mogelijkheid, dat er tóch wel iets waars in kon zijn verscho len, door geen enkel denkend wezen kón worden aanvaard, zoodat men moet aan nemen, dat allen, die erin vlogen, een voudig lieden zijn geweest, die tot een be hoorlijk gebruik van hun hersens niet in staat waren . . . . Wij ontleenen over dit interessante „theaterschandaal" eenige gegevens aan . het E ngelsche weekblad „The Weekly Telegraph". Het tooneel der voorstelling was het Haymarket Theatre te Londen. Op den zestienden Januari van het jaar 1704 zat deze schouwburg van onder tot boven propvol met menschen, wier verwachtin gen tot den hoogsten graad gespannen waren. Ze waren niet gekomen om getuige te zijn van een tooneelopvoering ; even min was het doel van hun komst geweest te luisteren naar zang of muziek, fveen, ze waren gekomen om een wojider te zien. Niets meer en niets minder 1 E n allen had den zij een — voor die dagen heel hoog — entree betaald, daarbij slechts afgaand op' . . . . een aankondiging, waarin was ver meld, dat ze iets te zien zouden krijgen, wat nog nooit door iemand was aan schouwd ! E r stond namelijk in te lezen, dat in het Haymarket Theatre dien avond iemand zou optreden, die uit een dood gewonen wandelstok iedere muziek zou tevoorschijn tooveren, die gemaakt kon worden op alle in die dagen bekende muziekinstrumenten. Bovendien zou hij, zonder „truc of verlakkerij" in een kwart litcrfleschje kruipen en daarin verschei dene liedjes zingen. Ook zou iedere toe schouwer, die daar lust toe voelde, de flesch in zijn handen mogen nemen, terwijl de man, die erin gekropen was, van ieder persoon, die gemaskerd in den schouw burg verscheen, op verzoek onmiddellijk zou zeggen, wie hij of zij was ! Deze aankondiging was wijd en zijd ver spreid en het theater was dan ook, zooals reeds is gezegd, tot den nok toe gevuld ! Xiet alleen de goedkoope rangen, maar ook de duurste, waar de high life en de rijkdom g'vptui was 111 pven tjrootc spanning en Indien U meent HE T BE STE gezien te hebben, dat er op filmgebied bestaat, dan heeft de
WILTON METRO GOLDWYN altüd N O G B E T E R E FILMS
verwachting als de man van het schel linkje ! Natuurlijk zal de lezeres en lezer zich afvragen, wat die menschen nu eigenlijk' verwachtten te zullen zien. Laten wij, als een antwoord daarop, maar zoo „beleefd" zijn aan te nemen, dat zij niét geloofden, dat een man werkelijk in een kwartliter f leschje zou verdwijnen, maar dat zij slechts nieuwsgierig waren geworden door de aan kondiging en alleen maar verwachtten iets „bijzonders" te zullen aanschouwen ! Maar dan moeten we wel hèèl „beleefd" tegenover hen zijn, want de aankondiging vermeldde uitdrukkelijk, dat er gèèn verlakkerij bij te pas kwam en het heefter daarom allen schijn van, dat de „onder nemers" eens wilden zien, tot welke — uiterste — grens de goedgeloovigheid van het publiek nu wel op te voeren was en hoeveel eenden er in die dagen in Londen waren. De tijd voor de voorstelling kwam en . . . ging voorbij. Het publiek, dat in een ge noeglijke stemming was gekomen, werd prikkelbaar. Minuten gingen voorbij en het scherm ging niet op, nóch verscheen er een „muziekje" om den wachttijd wat te bekorten. De opwinding van het publiek werd allengs grooter ; men begon met de voeten te stampen, te klappen, te roepen en ten slotte te schreeuwen . . . . Maar er gebeurde nog steeds niets en toen eindelijk het rumoer tè luid werd, verscheen iemand van de directie van het theater ten tooneele en deelde mee, dat als de voorstelling soms niet mocht doorgaan of er bedrog in het spel zou blijken te zijn, het entreegeld zou worden terugbetaald . . Dit kalmeerde de gemoederen een weinig, maar toen men nog geruimen tijd had zit ten wachten, zonder dat er op het tooneel ook maar het geringste gebeurde, steeg de opwinding meer en meer om ten slotte het hoogtepunt te bereiken, toen een grappenmaker onder de toeschouwers met luider stemme heel ernstig aankondigde, dat hij, als men het dubbele entree wilde betalen, in een achtsteliterfleschje krui pen z o u . . . . Deze grap schijnt de lont in het kruit te zijn geweest. Men scheen nu eerst pas goed te beseffen, dat men er tusschen genomen was — en höè ! ! Tot op dit oogenblik scheen men steeds nog gedacht te hebben, dat men een wonder te zien zou krijgen, al kwam het wat laat ! Maar nu was de kentering ingetreden. De werke lijkheid was een tè groote teleurstelling en in een oogenblik was de schouwburg herschapen in het tooneel van een hevig oproer ! ! Iemand van dè toeschouwers wierp een kaars — de verlichting in die dagen was nog primitief ! — op het tooneel om ; er was een begin van brand, maar het vuur werd onmiddellijk gedoofd door de voeten van een aantal oproerigen, die zich op het tooneel hadden begeven. E n onder dezen was niemand minder dan de Hertog van Cumberland, de overwinnaar van Culloden, en hij schijnt zelfs ook hier de aanvoerder te zijn geweest. Volgens het verhaal van een ooggetuige althans was „Cumberland de eerste, die woedend o phet tooneel sprong en riep om den schouwburg af te breken.
Hij trok zijn zwaard en was zoo razend, dat iemand, die achter hem gekomen was, het zwaard uit zijn hand trok, alsof hij hiermee te kennen wilde geven : ,dwazen moeten met geen hakmes rondloopen !' Men heeft van dit zwaard nooit meer iets gehoord, noch van dengeen, dié het uit zijn hand heeft gerukt, hoewel er dertig guineas werden uitgeloofd als belooning voor hem, die het terugbezorgde !" De teleurstelling van de toeschouwers zocht en vond een uitweg in vernieling. Slechts een handvol menschen slaagden erin, uit het gebouw te komen, doch niet dan met gescheurde kleeren en met achter lating van hun hoed, pruik en zwaard. Degenen, die bleven, deden dit alleen om alles te vernielen, wat zij in handen kon den krijgen. Ze sloegen de stoelen en ban ken stuk, snelden het tooneel op waar zij het scherm en de decors aan flarden trokken. Ten slotte moesten de loges het ontgelden. De directie deed moeite, de gemoederen te kalmeeren. E r kwam iemand 'tot dit doel op het tooneel, maar niemand nam eenige notitie van zijn woorden, om de eenvoudige reden, dat zij in het tumult niet te verstaan waren . . . . Toen.men ten slotte genoeg vernield had, trok men naar buiten en maakte op de Haymarket van de meegenomen brandbare voorwerpen een groot vuur. In het midden ervan heesch men als een vlag het fluweelen scherm van het tooneel, voor zoover dit dan nog in tact was ! Deze zinnelooze vernieling kon men, moest men wellicht verwachten van menschen, die zóo gemakkelijk als slacht offer vielen van een zóó groot boeren bedrog. We zullen daaraan dus geen woor den meer verspillen. Interessanter lijkt het ons, de vraag te stellen : wie was of waren voor de heele geschiedenis verant woordelijk ? Van wie is het plan „de man in het kwartliterfleschje" uitgegaan ? Wiè heeft de aankondiging opgesteld ? Wie heeft er voor betaald en wie heeft het theater gehuurd ? Jammer genoeg kunnen wij deze vragen niet beantwoor den ! Men leefde in die dagen „vrijer" dan thans en er was toen nog geen machtige pers of politie, die een onderzoek instelde en die de aanstichters van het plan aan het daglicht brachten. De directie van den schouwburg ging geheel vrijuit. Wèl schijnt zij er een flauw vermoeden van te hebben gehad, dat een man onmogelijk in een kwart literfleschje kon kruipen, want ze maakte later bekend, dat alle entree's zorgvuldig waren gereserveerd en dat deze aan de bezoekers zouden zijn terug betaald, indien deze er niet toe waren over gegaan, het theater te plunderen en te vernielen ! GIJ HEBT SUCCES MET
144 Keizersgracht, Amsterdam Telef. 45348
)T&Ur\JT D&NJ A D D t l D TETS BÊWOE V& VAM U t T
HULP EN BESCHERMING BEHOEVENDE
VC I NJ O KOOPT EN VERZENDT DE
GEÏLLUSTREERDE KAARTEN DERDE SERIE REPRODUCTIES NAAR WERK VAN JAN VETH
REPRODUCTIES NAAR WcRKVANFRANS HALS
1. Meisje 2. Kindje
1. Visschersjongen 2
Visschersmeisje
3. M in met kind
3. Schrijvende jongen
4. Zingende jongen
4. Larensch meisje
5. M eisje
5. Slapende zuigelaar
6. Lezende jongen
6. Lezende jongen
PRIJS PER M APJE 35 CT. IEDER
MAPJE
BEVAT
5
STUK S
Deze fraaie kaarten met reproducties naar werk van twee onzer beste vaderlandsche schilders zijn een geschenk dat iedereen aangenaam is, en waarmee gij bovendien een goed doel helpt steunen.
UITGAVE NEDERLANDSCHE BOND TOT KINDERBESCHERM ING
r
■~1 r
ir
III =
II
FYFN .,, .
de meester van het licht leert u in zijn pastel
ir
L~ - ft IIii If"! s
Si
«i in
£r/f*
>; \
-\
te Amsterdam de machtige bekoring van de stad bij avond licht bewonderen STKHK VE RKLE INDE E E N KLEURIGE AFBE E LDING DE KLE URE NGRAVURE IS 87', 2 x 67 cM. GROOT
EEN REPRODUCTIE, die het origineel ten volle weergeeft
Alléén voor lezers van Het Weekblad is na gravure Maatschappij te Lelden, een exemplaar Zend postwissel of postcheque met opgave ■ Heyenbrock
l—
inzending van f 5.— aan de Ned. Roto van deze wondermooie plaat verkrijgbaar. van naam en adres en vermelding van ï Kolkje. "
1
DE NACHTE LIJKE ONTMOETING De poorten van de dokken achter mij latend, begaf ik mij, parallel met de rivier loopend, op weg naar de Chi neezenwijk. Het was ongeveer half twaalf op een Septemberavond; het uur, waarop in een omgeving als deze iets verstikkends de lucht schijnt te ver vullen en ze bijna niet meer geschikt maakt om er in adem te halen. E r hing een zware mist boven de rivier en het was heel moeilijk om uit te maken, of het nog regende, of dat het vocht, dat zich aan mijn kleeren en mijn ge zicht vasthechtte, afkomstig was van den mist. Hier en daar hoorde ik een niet definieerbaar geluid; lichten doemden op en vervaagden weer en het voort durend huilen van de sirenen der boo ten, die de rivier op en afvoeren, onder streepten nog de geheimzinnige, bijna angstige stemming, die deze plek op dien avond kenmerkte. Zelfs wanneer mijn vriend John voor zijn zaken uit de stad was, werd ik dik wijls zoo sterk aangetrokken door de betoovering van „klein China," zooals men de Chineezenwijk in Londen zou kunnen noemen en die ik onder zijn leiding voor het eerst had leeren ken nen, dat ik het op mijn kamers niet meer kon houden. Dan trok ik mijn gewone costuum uit en gekleed als een stoker of tremmer, die aan het passa gieren is, doolde ik door de smalle straatjes en steegjes der Chineezenwijk. Dikwijls van middernacht totdat het eerste morgengloren zich vertoonde. Dien nacht had ik echter een zeker angstig voorgevoel. Ik ken het district heel goed en ik weet, dat er soms in donkere hoeken of portieken geheim zinnige schaduwen loeren op den een zamen voorbijganger, gereed om hem te bespringen en hem uit te schudden. Ofschoon ik natuurlijk steeds op mijn hoede was,' had ik toch nooit eenige angst gekend. Nu was het echter anders. Hoe zonderling het ook moge schijnen: hoewel er niets concreets was, waar voor ik speciaal beducht had moeten zijn, verhaastte ik toch mijn schreden om zoo spoedig mogelijk het doel van mijn tocht, de kroeg van Jack den Maleier, te bereiken. Niet dat ik daar nu zoo veilig zou zijn, want op de Londensche politiekaart is dit café met een rood kruis gemerkt, hetgeen zoo veel wil zeggen, als dat het een broei nest van misdaad is. De koude mist of regen, die mij in het gelaat sloeg, maakte echter mèt de onrust, die mij voortdreef, dat ik verlangend was naar de warmte en het gjas likeur, dat ik stellip bij Jack zou vinden. Bo vendien ha ik een stille hoop, dat ik er Jones van Scotland Yard zou ont moeten en dat ik een gezelligen boom met hem zou kunnen opzetten.
\
Juist was ik op het punt een nauwe, namelooze steeg in te slaan en de Theems rechts van mij te laten liggen, toen ik opeens bleef stilstaan. Ik balde mijn vuisten en luisterde scherp toe . .. In het donker vóór mij hoorde ik een geluid, alsof vechtende honden grommend aan het sjorren waren aan een voorwerp, dat zij tusschen hun tan den hielden. Toen onderscheidde ikmen schelijke geluiden, die evenwel dierlijk genoeg klonken en het schuifelen van voeten over de steenen. E én oogenblik aarzelde ik, toen, duidelijk tusschen de verwarde geluiden door een kreet om hulp hoorend, versnelde ik mijn schre den en bevond mij even later temidden van een groep vechtende kerels, die ik in het duister evenwel niet onder scheiden kon. Het gevecht vond plaats tegen een blinden muur, waarboven schemerig een lantaarn brandde, waarvan het licht niet sterk genoeg was om door den dikken mist heen te dringen. „Help! Allemachtig! Ze smoren me." Ik hoorde dezr woorden om zoo te
zeggen vlak bij mijn voeten en ze wer den in een eigenaardig koeterwaalsch uitgestooten. Ik bukte me, en zag, dat het gevecht ging tusschen een zwaren Engelschen zeeman en twee kleine Chi neezen. De laatsten schenen in het voor deel te zijn en het werd mij duidelijk, wat ik moest doen. Een flinke stoot tegen de kaak van den Chinees, die bezig was den ma troos de keel dicht te knijpen, deed hem achterover tuimelen en als een blok neervallen. Zijn makker, die de pol sen van hun slachtoffer vast hield, sprong op alsof hij door een veer werd omhooggeschoten. Ik viel naar hem uit; hij uitte een kreet en vluchtte zoo gauw hij kon. Weldra was hij in den mist verdwenen . . . „Ik dank je wel, maat," zei de man, die, nog steeds naar adem snakkend, op den grond lag. Met eenige moeite schoof hij toen het lichaam van den Chinees, die op hem gevallen was, van zich af en krabbelde overeind. Mijn veronderstelling, dat hij een zee man was, bleek juist te zijn. Hij droeg nog zijn zware zeelaarzen en zijn wijde, blauwe broek, zoodat ik vermoedde, dat hij pas met zijn schip in de haven was gekomen. Hij vatte mijn hand in een ijzeren greep en keek mij recht in mijn gezicht. Hij rook hevig naar drank. „Het waren er twee, maat," zei hij heesch. „Dezelfde, die mij ook in „Het Blauwe Anker" hebben aangevallen. Als ze me niet op mijn rug waren gespron gen daarnet, had ik ze gekraakt. .." „Dat geloof ik graag," zei ik snel, „maar wat moeten we aanvangen met den Chinees, die nog hier ligt ?" Terwijl ik dit zei, deed ik alle mogelijke moeite uit den greep van zijn met modder be vuilde hand los te komen, waarin ik eindelijk slaagde. „Hij heeft een leelijken smak gemaakt. Hij kwam met zijn hoofd op de steenen terecht!" Als om mijn woorden te logenstraffen, stond de liggende man opeens op en vluchtte zonder een woord te zeggen de duisternis in, waar hij spoedig was ver dwenen. Mijn nieuwe makker maakte geen aanstalten hem te volgen, maar zei: „Je kunt die kerels niet dood krijgen. Het is gewoonweg onmogelijk. J e kunt gemakkelijker een kat wurgen. — Ga mee, dan tracteer ik. Ik heb je wat te vertellen ook . . . " Met een naar verhouding tot de la ding sterke drank, die hij „aan boord" had, nog steviger, en kaarsrechten loop, leidde hij mij door een labyrinth van nauwe steegjes en straatjes naar een klein bierhuis, waar lieden van zijn slag gewoonlijk komen. Ik deed, alsof ik mij in deze omgeving heel goed thuis ge voelde en hoewel de man reeds genoeg gedronken had, liet ik hem toch met
drinken zijn gang gaan, ten einde het '•Vverhaal te hooren te krijgen, dat hij mij blijkbaar wilde toevertrouwen. Samen in een hoekje gezeten van het kleine lokaal, dat bijna geheel verlaten was, en ieder met een glas bier voor ons, waaraan ik slechts af en toe voor bewijs nipte, begon mijn nieuwe vriend te vertellen: „Ik heb afgemonsterd van de „Jupiter "> — een vrachtboot opZuid-China Ik ben stoker." „Is de „Jupiter" niet pas in Londen aangekomen ?" vroeg ik. , „Ja. We komen regelrecht van Suez, en het was in Suez, dat het voor het eerst gebeurde." Ik viel h e m niet in de rede: hij was al spraakzaam genoeg. „Ik was gaan passagieren in Suez en ik had een boel geld in mijn zak. Nou, in Suez kun je geen whisky krijFoto de Groot gen, maar wèl vergif. Ben je al eens in Suez geweest ?" BETS RANUCCI-BECKMAN, de talentvolle regisseuse, verbonden aan het Ik knikte, hoewel ik de stad niet Vereenigd Tooneel kende, maar ik was bang, dat de man zou gaan uitweiden over details, als hij hoorde, dat ik er nooit geweest was. en dat ik dan zijn eigenlijk verhaal F. B. te AMSTERDAM. De vrouwelijke misschien niet te hooren zou krijgen. hoofdrol in „Haar vier jongens" speelt Mar„Nou dan," vervolgde hij, „dan ken garet Mann. Het Is haar eerste filmrol. Haar je natuurlijk ook Griekschen Jimmy en adres: Fox-Studio, 1401, Western Avenue, daar was ik geweest." Los Angeles, Californië. Ik kende Griekschen Jimmy niet, S. H. te G O U D A . Wij hebben de foto maar Ik vond het niet noodig dit te aangevraagd. Het adres van Walter Steinzeggen. weg is, Berlijn W. 15, Uhlandstrasse 28. „Het was ongeveer net zoo laat als H. L. R. te ROTTERDAM. Het adres nu op een heeten zomeravond, toen ik van Wilhelm Dieterle is Berlijn-Wilmersdorf, Jenaerstrasse 8. Hij is zoowel regis* bij Jimmy weg ging en naar boord teseur als acteur. rug wandelde. Ik liep heel in mijn eentje, net als vannacht en net als jij zag ik W. R. te D E N HAAG. Ramon Novarro zal in Februari een reis door Europa onderop een gegeven oogenblik een stuk of nemen. Ben Hur zal dan eenige concerten wat Chineezen op den grond liggen geven. vechten. Ik was natuurlijk van de partij, D. G. £e D E N BOSCH. Het adres van sloeg er op in en' deelde flinke klapAsta Nielsen is Berlijn-Wilmersdorf, Kaiserpen uit. Het zullen, naar ik dacht, ongeAllee 203. Getrouwd. Niet vergeten antveer een stuk of tien kerels zijn geweest, woordcoupon in te sluiten. maar het kunnen er ook wel drie geT. R. te AMSTERDAM. U kunt natuurweest zijn, want ik had nog al wat op. lijk een portret inzenden. Maar de kans In ieder geval: op een gegeven moment van slagen is zoo gering, dat het werkelijk waren ze allemaal verdwenen en stond verstandiger is, het geld van de porto te ik alleen in die steeg met dit hier in sparen. Adres: Universum A. G., Kochmijn hand." sfrasse 6—8, Berlijn. Terwijl hij deze laatste woorden zei, A. D. C. te HAARLEM. Hierbij de gevraagde maten. U wilt dezen beeren toch haalde hij zonder eenigen verderen omgeen stof voor een cosfuum cadeau geven? haal een staart van een Chinees uit zijn Monte Blue 1.85 M., Rod. la Roque 1,87 zak, waaraan nog een stukje huid zat. M.. Ricardo Cortez 1,81 M. en Charles Hij was dus blijkbaar met groote kracht Ray 1,80 M. van het,hoofd van den eigenaar gerukt. D. F. te VENLO. Een normale speelMijn nieuwe kennis, wiens oogen schitfilm is circa 2000 Meter lang. Wij geven terden, nu hij weer aan zijn heldendaad U hierbij eenige films, die U misschien terug dacht, hield het ding vlak voor gezien zult hebben en vermelden daarbij mijn oogen en liet het triomfantelijk de lengte. „Wien, Wien, nur du allein" heen en weer zwaaien. 2613 Meter, „De Sheik" 1814 Meter, „Moana" 1624 Meter en „Het vierde ee„Van wien van die kerels hij is, weet bod" 2094 Meter. ik niet," vervolgde hij, den staart weer J. L. te AMSTERDAM. Het adres van in zijn zak stekend en om een ander Eleanor Boardman is Metro«Goldwynglas bier roepend. „Maar dit is nog Mayer Studio, Culver-City, Californië. niet alles," vervolgde hij toen weer. „Ik was van plan, dit ding als een soort herinnering te bewaren. Maar wat gebeurt er?" Ik zal het je zeggen. Onder de bemanning van de „Jupiter" waren drie Chineezen. We zijn nog niet het Kanaal uit, of een van hen, een zekere Li Ping, komt naar me toe, toen hij kalmeeren en worden gesterkt door zag, dat ik het ding in het volkslogies stond te bekijken en bied er mij vijf shilling voor. Ik geef hem een opstopper tegen zijn neus en hij bood i Buisje 7 5 c t Bij Apoth en Drogisten niet meer. Maar op een nacht — we
FILMmTHOUSIAÖTEri
overwerkte ^ zenuwen
lagen in Port Said — probeert hij het te stelen. Ik heb hem bijna zijn nek gebroken en hij heeft er na dien tijd geen hand meer naar uitgestoken. En nu vanavond" — hij strekte met een weidsch gebaar zijn rechterarm uit — „vanavond staat er een deputatie van die gele kerels aan de poort van het dok op mij te wachten. Ze vertellen me, dat ze het uit een vaderlandslievend oogpunt als hun plicht beschouwen, dien staart van mij te koopen en ze bieden m e . . . vijf pond contantl" Hij knipte met zijn vingers en dronk zijn glas bier uit. Ik begon nu te vermoeden wat er moest komen. Dat de aanval, die zooeven op h e m gepleegd was, met dien staart verband hield, was zeer goed mogelijk en denkend aan het warme onthaal, dat ik den beiden Chineezen h a d bezorgd, moest ik inwendig toch een beetje lachen. Aan den anderen kant was het natuurlijk ook denkbaar, dat de zeeman den staart heel handig met den aanval in verband bracht, op die manier hopend, dat ik interesse voor het voorwerp zou gaan koesteren en het misschien wel van hem zou willen koopen. Ik hoedde mij er echter wel voor, om te laten blijken wat ik dacht en wachtte dus weer, tot hij verder zou gaan met vertellen. Dit deed hij weldra. „Ik zei hun, dat ze voor mijn part naar China konden gaan tippelen," vervolgde hij, „en nu zie je, wat daar het gevolg van is geweest. Want dat het om dien staart te doen was, staat bij me vast als een paal boven water. En nou wil ik alleen maar dit zeggen: als ze werkelijk zoo vaderlandslievend zijn, wil ik hen niet in den weg staan. Je hebt me vanavond een goeden dienst bewezen, maat. Ik zal er j e een terug bewijzen! Hier is de staart en hier is mijn leege portemonnaie. Vul mijn portemonnaie en de staart is voor jou. Hij is ieder uur van den dag aan de poort van het dok zijn vier of vijf pond waard . . . I" Mijn wantrouwen verdween en mijn belangstelling rees tot het kookpunt. Ik vulde de beurs van mijn eendagsvriend — om eerlijk te blijven, moet ik vertellen, dat hij een pond eigenlijk te veel vond en dat ik veel moeite moest doen, eer hij het geld aannam — en vertrok met den staart netjes gewikkeld in een papier, dat ik van den waard gekregen had. Een half uur later was ik veilig en wel weer op mijn kamer.
Deze film, die door de First National werd gedraaid, speelt in de onderwereld en wel voornamelijk in de Chineesche wijk van een groote Amerika'ansche stad. Milton Sills karakteriseert als „De Havik" op uitnemende wijze den leider van een dievenbende, die verliefd wordt op het meisje (MadeIon Arden, Doris Kenyon) van zijn grootsten vijand Dan Daugherty ^Montagu Love), die eveneens het hoofd van een bende is. Als deze laatste een bediende van een café doodschiet, omdat hij met zijn meisje danst, geeft hij de schuld hiervan aan een ander,
die de rechterhand van De Havik is. De man wordt ter doodveroordeeld. Iedereen in de Chineezenstad komt nu in opstand regen Daugherty, omdat men weet, dat hij de moordenaar is. „ D e Havik zal hen helpen den schuldige te straffen. Zij brengen Madeion voor den Chineezenraad, doch zij weigert te spreken, ook als men haar martelt. Ten slotte wordt Dan Daugherty voor de Chineesche tong gebracht. D a n spelen zich natuurlijk sterke scènes af, doch aan het eind komt alles in orde: Madeion en „De rïavik" vinden elkaar en worden gelukkig . . .
HET ïWlK's riEör
Het was niet vóór den volgenden avond, dat ik tijd en gelegenheid vond mijn zonderling, nieuw verworven' bezit eenigszins nauwkeuriger te bekijken. Zaken van meer gewicht hadden mij er tot dan toe van teruggehouden Om een uur of tien echter zette ik mij er tot dan toe van terug gehouden.
\
Om een uur of tien echter zette ik mij voor mijn schrijfbureau, draaide de lamp aan en den staart uit de la halend, legde ik hem op mijn sous main en begon hem zorgvuldig te be kijken .. . Nauwelijks echter was ik hiermee be gonnen, of ik werd op een zeer dramatische manier gestoord. E r werd opeens hevig gebeld. Ik stond op en terwijl ik naar de deur van mijn kamer liep, hield het bellen op en in de plaats daarvan werd er hevig op de deur gebonsd. Ik snelde de gang in, juist toen de bel opnieuw ging, en ik was bijna bij de deur, toen het gebel ophield en een vrouwestem angstig riep: „Doe openl Oh, om 'shemelswil, doe open!" Niet begrijpend, wat er aan de hand kon zijn, haastte ik mij de deur te openen. E r viel een vrouw naar bin nen, die een dichte sluier droeg, zoodat ik haar gelaatstrekken niet kon onder scheiden, maar naar de lijnen vanhaar gestalte te oordeelen, moest ik wel aannemen, dat zij nog jong was. Terwijl zij een kreet van afschuw slaakte, sloot ze zelf snel de deur achter zich dicht, en, er met haar rug tegenaan blijvend staan, keek ze mij door haar dichte voile doordringend aan, onderwijl snel ademhalend. „Den hemel zij dank, dat er'iemand thuis was!" hijgde ze toen. Ik geloof, dat ik eerlijk kan be weren, dat ik nog nimmer in mijn leven zóó verbaasd ben geweest. „Mevrouw", begon ik aarzelend, „u schijnt ergens zeer van te zijn ge schrokken, en als ik u met het een of ander van dienst kan zijn, dan . . . " „U heeft mijn leven gered, mijnheer!" hijgde zij, en ze drukte haar" handen tegen haar jagenden boezem. „E en oogenblikje, alstublieft", verzocht ze toen, „ik zal u direct alles verklaren". „Wilt u niet wat uitrusten van de doorstane emoties ?" vroeg ik. Mijn zonderlinge bezoekster knikte en zonder te spreken beduidde ik haar mij naar mijn studeerkamer te volgen, zette een stoel voor haar bij de tafel, waardoor het licht van de lamp juist op haar gelaat viel en ik haar dus goed kon opnemen. Ik kan natuurlijk niet aannemen, dat zij mijn bedoeling doorzag, maar eigenaardig mag ik het toch noemen, dat zij, toen ze goed en wel gezeten was, haar dichte voile terugsloeg, zoodat ik haar gelaatstrek ken nu goed onderscheiden kon. Ik keek in een paar gitzwarte oogen, die, te oordeelen naar hun stand, toebe hoorden aan een vrouw van Mon goolsche afkomst; bovendien merkte ik nu, dat de vrouw — of laat ik nü liever zeggen: het meisje dat tegenover mij zat, niet ouder dan achttien, negen tien jaar was. Ze was zóó mooi, dat ik niet geloof, ooit een vrouw te hebben gezien, die in haar schaduw kon staan. Een oogenblik keek ik haar zwijgend aan, sterk onder den indruk van de verschijning, die daar zoo opeens de rust van mijn stille studeerkamer was komen verstoren. Ze raadde blijkbaar wat er in mij o ïging, want opeens deed een eigena; dig, misschien wel halfspottend lachje haar lippen krullen.
Dit bracht mij tot de werkelijkheid terug. „U moet mij nog vertellen, juffrouw," zei ik koel, maar toch zoo hoffelijk mogelijk, „wat u zoo heeft opgewonden en of ik u met het een of ander van dienst kan zijn." Bij deze woorden leek het, alsof mijn bezoekster opnieuw door haar vrees werd overvallen: de pupillen van haar oogen schenen grooter en donkerder te worden; ze drukte haar witte tanden in haar onderlip en met haar handen op de tafel steunend, boog zij zich naar mij over. „Ik ben vreemd in Londen," begon zij, nu een zekere schroomvalligheid aan den dag leggend", en ik was vanavond op zoek gegaan naar de kamers van Mr. Raphael Philips op Figtree Court." „U bent hier op Figtree Court," zei ik, „maar ik ken geen Mr. Rapheael Philips, die hier kamers heeft." „Maar ik weet zéker, dat ik hier aan het goede adres ben," protesteerde mijn schoone, doch zonderlinge bezoekster en zij haalde uit haar handtaschje een stukje papier, dat zij mij zien liet. „Alstublieft, hier leest u het", zei ze. Ik keek naar het papiertje, waarop met een dameshand de woorden Mr. Raphael Philips, 36b Figtree Court, Londen, waren geschreven. ' Niet begrijpend, staarde ik haar aan. „Deze kamers zijn nummer 36b," zei ik toen. „Maar ik ben Raphael Philips niet, en ik heb nooit van hem gehoord ook. Mijn naam is Malcolm Knox. E r is klaarblijkelijk een vergissing in het spel." E n terwijl ik haar het stukje papier teruggaf, voegde ik er nog aan toe: „Neemt u mij niet kwalijk, maar ik weet nog steeds niet, waarom u zoo opgewonden was, toen u hier belde . . ." „Ik werd achtervolgd!" „Achtervolgd? Door wien ?" „Door een man, die er verschrikkelijk onaangenaam uitzag en die in een vreemde taal, die ik absoluut niet ver stond, iets tegen mij zei." Mijn verbazing werd hoe langer, hoe grooter. „Wat voor een soort man ?" vroeg ik snel. „Een man met een gelig gezicht. Ik kon hem in het donker niet zoo goed opnemen en ik zag bijna niets anders van hem dan zijn oogen en zijn akelig glinsterende tanden . . . Oh, het was een verschrikkelijk gezicht!" „U verbaast mij werkelijk," zei ik. „Het heele geval komt mij onbegrijpe lijk en zonderling voor." Ik deed de. lamp uit. „Ik zal eens zien, of er iemand op straat is te bekennen," zei ik toen, opstaand. Zij greep mijn arm in het donker.
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE B E S T E PROGRAMMA'S
/
„O, laat me alsjeblieft niet alleen!" nep ze uit. „Laat me niet alleen!" „Wees maar niet bang; het is alleen mijn bedoeling even door het raam te kijken." De daad bij het woord voegend, keek ik naar buiten. E r was niemand te bekennen. Het was erg donker buiten en er waren veel hoeken en portieken in de straat, waarin een man zich ge makkelijk zou hebben kunnen verber gen, zoodat ik niet met zekerheid kan zeggen, dat er niemand was. „Ik kan niemand ontdekken", zei ik. zoo geruststellend mogelijk, toen ik de lamp weer aandraaide. „E n als ik een taxi bel en u er veilig in zet, geloof ik niet, dat u iets te vreezen heeft." „Er wacht een taxi op mij," ant woordde zij en haar sluier weer voor haar gezicht trekkend, stond zij.op om weg te gaan. „Ik zal u even uitlaten," zei ik. „Het spijt me, dat u mijnheer Philips hier niet heeft aangetroffen en dat u zulk een onaangenaam avontuur heeft mee gemaakt." „Ik dank u zeer voor uw vriendelijk heid", antwoordde zij. „E n wat het adres betreft, dat moet natuurlijk een vergissing zijn." Terwijl wij door de gang liepen, hield zij mij stevig aan mijn arm vast en tel kens keek zij gejaagd achter zich, alsof ze bang was door iemand gevolgd te worden. Toen ik de deur opendeed, keek ik eerst naar alle kanten, of ik iemand kon ontdekken; er was echter memand in de heele straat te bekennen. Wel zag ik, bijna vlak tegen de huizen rij aan waar ik woonde, een taxi staan. Ik bracht er haar heen en hielp haar •instappen. „Ik dank u nog wel, Mr. Knox," zei ze, „en het spijt mij heel erg voor de moeite, die ik u heb veroorzaakt." Ik maakte slechts een korte buiging en de taxi reed weg. E en oogenblik keek ik het voertuig na, niet wetend, wat ik van het heele voorval eigenlijk denken moest en ging toen weer naar binnen. Op mijn kamer gekomen, zette ik mij aan de tafel en dacht na over het zonderlinge gebeuren, dat zich had afgespeeld. Hoe meer ik er over na dacht, hoe meer ik tot de overtuiging kwam, dat het voorval niet een opzich z.elf staande gebeurtenis was, maar ver band hield met een feit of zaak, waarvan ik nu de beteekenis nog niet wist. In overeenstemming met de gewoonte, die ik van een politieinspecteur had geleerd, besloot ik aanteekening te houden van hetgeen er gebeurd was. Ik ging daarom naar mijn schrijfbureau om een en ander op te schrijven, nu mijn indrukken nog versch waren. Toen ik evenwel voor mijn bureau stond, deed ik een verbazingwekkende ont dekking. Ofschoon ik slechts een paar minuten — misschien nog niet eens — van mijn kamer was weg geweest en ik er stellig van overtuigd was, dat gedurende mijn afwezigheid niemand naar binnen kon zijn gegaan, was de staart verdwenen!
Verzuim n i e t *"♦
in h e t no. van de volgende w e e k de onéknooping van dié verhaal £e volgen
P I A N N E N VOOR BALMJÖSQUE oe lang nog, een paar weken en we zitten in Februari, van ouds bekend als de carnaval, de bal masqué maand. Het is dus niet zoo héél vroegtijdig, wanneer ik met u over de balmasqué plannen ga praten, die véél méér dan een gewone danspartij voorbereiding en hoofdbrekens kosten. Het is waar, je kunt je heel wel met een domino, met een pierrotpakje be helpen, doch aardig is dat eigenlijk niet. Wie nog jong is en niet van uiterlijk schoon ontdaan, die wil toch ook wel met wat bijzonders voor den dag komen. Het eerste wat ge moet doen, dame lezeres, mijnheerlezer, wanneer ge over de keuze van een balmasquécostuum wilt nadenken, is vobr den spiegel gaan staan, liefst voor een, .waann ge u zelf ten voeten uit kunt zien. Want het succes van uw vermomming Ibangt voor geen klein deel af vaft uw "iguur. 'n Kleine man, die als chinees, feals Louis XVI figuur, als clown, of l^esnoods als apache heel wel acceptabel " ^ e zal als kozak, als m]A
Hi
zich b e l a c n ^ ö k m a k e n , t e n z i j . . . . hij de door hem unfiÉbeelde voorstelling op zettelijk chargeert. Zoo zal een slanke vrouw, wat lang van beenen, doch eer aan >kn mageren kant, verstandig doen veenjStejuum te kiezen dat haar de H S J H I iwö^eeeft haar slanke lijn te te veel „been" te een kleinere molli; aardigst als ballet dag komt. Zelfs een niet mooi meisje met ietwat schuin staande oogen kan furore ver wekken indien zij het fantaisie chineesje uitbeeldt, vooral als zij daarbij geest genoeg heeft om zich aardig van een gebroken taaltje te bedienen. In het algemeen gesproken kan men constateeren, dat het echte succes niet alléén komt van het costuum, doch bijlna zonder uitzondering, afhankelijk h van de wijize waarop de drager o ^ ; draagster zich met het costuum weet te vereenzelvigen. Gemasqueerd zij' ^raagt het zich inleven in een ander
*iê3t.L
*'
leven, waarvan men de uiterlijke vormen door de keuze van het costuum zelf kan bepalen. Er bestaan verschillende albums en boeken, waaruit men de keuze van costuums kan bepalen (in het bijzonder wijs ik op het aardige boek Weldons Fancy Dress, waarvan in ons blad een advertentie voorkomt). Doch ter iliustreering van dit artikel heb ik mij van een ander materiaal bediend. De keuze werd gemaakt onder de film artisten, die geregeld er voor te zorgen hebben, dat bij hen uitbeelding en costuum één is. Deze methode heeft het voordeel, dat ge ook kunt zien hoe '„levende men schen er in de verkleeding uitzien. Het is veel gemakkelijker daardoor het resultaat te beoordeelen, dan naar teekeningen alleen. Zoo kreeg ik deze week een fransch album van „maskerade"pakjes in han den, dat, hoe mooi ook in ontwerp, m.i. uitermate ongeschikte modellen gaf. Er waren n.1. verschillende dames costuums bij met heel lange en wijde rokken. Nu staan die costuums wel aardig, maar ze maken het voor de draagster bijkans onmogelijk om te dansen. En ge gaat toch ten slotte naar een bal om je te amuseeren, om mee te doen, ter verhooging van het ge noegen en niet ter vermindering ervan! Bij het volgen der voorbeelden moet men natuurlijk niet verstand te werk geen. Het costuum van spaansche dan seres kan zoo noodig even goed, met wat méér schouderbedekking uitgevoerd wor den, ook behoeft ze geen zwart te dra gen, al naar gelang van het uiterlijk der draagster is de keuze te bepalen. Een mooi rood zal soms héél goed staan. Een brutale leuke snuit, met een doodsimpele matrozenpet op en een aar dige trui doet het verschrikkelijk leuk op een balmasqué, doch men moet zich hoeden het niet al te gewoon te maken en daarom een aardig zijden rokje kie
ECHT WILDWEST Ken M aynard, de First National Cowboy, geeft een prachtig voorbeeld
zen, mooie kousen en verlakte dans schoentjes.' Deze combinatie van onver zorgdheid en chique doet het juist goed. Het fantaisie chineesje laat allerlei variaties toe, men kan desnoods een muts met staart er aan dragen. De oogen goed bijgrimeeren! Een knappe, slanke jonge kerel heeft als kozak zeker succes. Dergelijke costuums zijn niet zoo gemakkelijk te maken, ze moeten meestal wel gehuurd worden. De wildwesterling is beter be stemd voor wat, gezetter figuren. Het balletmeisje is zoowel voor de blondine als voor de brunette geschikt. Beter voor het eerste type. De veeren hoofdbekleeding hoeft er niet bij; men kan hierbij ook allerlei variaties be denken. Dit costuum is heel geschikt voor groepjes, die samen naar het bal gaan. Hierover wil ik het nog in het bij zonder hebben. Uit ervaring weet ik, hoe dolgezellig het kan zijn om met een clubje naar een balmasqué te gaan, liefst evenveel heeren als dames, doch noodig is het niet. De club kan ook uit alléén dames of alléén heeren bestaan. Maar als ge dan zoo gaat, tracht dan een afspraak over de keuze van het costuum te maken. Vandaar dat ik op dit onderwerp speciaal de aandacht vestigde. De charge die Louise Fazenda van den cowboy geeft, is ook op ander gebied uitstekend toe te passen. Doch het moet geestig gebeuren! E en groepje man en vrouw cowboys heeft meestal succes. Net als een aardig stel houten soldaatjes en marketensters. Het mimee ren is daarbij van veel invloed. Samen binnen komen, samen houterig stappen en dansen. Wanneer onze lezeressen en lezers bij de keuze van het balcostuum soms ons willen raadplegen, gaarne. Wij staan, zooveel het ons mogelijk is, ten dienste. Maar dan vooral volledige inlichtingen geven. We vermogen véél, hoor, maar raden en tooveren kunnen we niet, be slist niet! L. E . KOS.
WRItlOQOE H. A. M e e m m Terwogt
1909 1 Jan. 1929 1 Januari was het 20 jaar geleden, dat Meerum Terwogt benoemd werd tot Sportredacteur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Voor genoemd dag blad en voor Terwogt zelf is deze, benoeming.van groot gewicht geweest. Geen dagblad in ons and l a t zoon welverzorgde sportrubnek heeft als de N R Crt. Dat is Terwogt's werk. Zijn groot talent van 'penvoeren en zijn nfet minder groote pave on, zich zijn medewerkers te kiezen, hebben de sport rubriek van de N. R. Crt. gemaakt tot wat zij nu is. De mannen, die hem heBben ontdekt, hebben eer met T u n protégé ingelegd. In 1908 als occasional naar de Londensche Olympische spelen gezonden heeft Terwogt zijn kans begrepen en gegrepen. Hij Teverde zulk schitterend werk, dat z.jn vaste be noeming aan Neerlands grootste dagblad met in gang van 1 Jan. 1909 volg
V. O. C. 19041029. VolhardingOlympieCombinatie, ziet daar de initialen verklaard. Deze combinatie vierde 1 Jan. haar zilveren feest, uiterlijk onder ongunst.ge innerlijk onder zeer gunstige omstandigheden. In V O C. heerscht nog de oude, amateuristische geest. De spelers zijn vrienden, de echtgenooun ^ v e r l o o f d e n der leden zijn f k a a r s vnend.nnem Z o o n club staat sterk, ook al maakt ze eenige magere jaren door, wat succes naar buiten b e t r e f Met een variatie op t 1'état e e s t moi, zouden we kunnen"schrijven V . O . C , is Dirk van P r o o £ V O C 'zonder Van Prooye of omgekeerd, zouden we óns niet kunnen voorstellen en we gelooven ook n"et, dat de V. O. C.ers dit zelf zouden kunnen.
RFPPIF DE VRIES WEER IN ONS LAND Deze aardige foto, waarop we hee! wat bekende gezichten zien, werd op het station In den Haag genomen We moeten zelfs naar de vorige eeuw tetug om ons den eersten wedstrijd te herinneren, waarin we Van Prooye zagen spelen, t Was op een middag in de Kerstweek, dat op de aloude Haagsche Malie baan een vriendschappelijke ontmoeting plaats had tusschen Hollandia, destijds een sterke Haagsche 2e klasser en Olympia uit Rotterdam. Van Prooye bezette de spilplaats bij de Rotterdammers, hetgeen hii altijd gedaan heeft, en toen reeds viel ons zijn weldoordacht en enthousiast, bovendien mterst fair spel op. In later jaren, als scheidsrechter van den N\V.B., hebben we herhaaldelijk de leiding ge had bij wedstrijden van V. O. C. en steeds viel ons op de prettige, correcte houding dier elftallen tegen over den arbiter. Zonder te kort te willen doen aan de spelers zelf van die elftallen, hebben we daar steeds Van Prooye's werk in gezien. Dank zij dit optreden van V. O. C. naar buiten, waren de rood zwartgestreepten overal zeer geziene tegenstanders. De oudspelers van V. O. C. zullen zich met mij herinneren de Duinoordsche seriewedstrijden, waar aan een V. O. C.combinatie, telken jare weer, glone b
\ Z Vorige jaar heeft V.O.C, haar plaats in de eerste klasse moeten afstaan aan een volksclub, eer. feit, dat zich in de laatste 10 a 12 jaar herhaaldelijk in den N.V.B, heeft voorgedaan. „ . , _ _ . , , Ondanks deze degradatie blijft V O.C. het spel spelen om het spel en juist daarom hebben wij ge
meend, onze gelukwenschen bij dit «lveren feest, zij 't ook wat laat, te moeten voegen bij de honder den andere, die in d e . nu atgeloopen feestdagen V.O.C, hebben bereikt.
Een moderne oplichter In de N. Rott. Crt. van 6 Jan. trof ons een be richtje van een voetbaloplichter, die in Frankrijk verschillende slachtoffers heeft gemaakt en wellicht nog maken zal. Onder den naam van Wauters, speler van de Union St. Gilloise uit Brussel, meldde zich . bij een club uit NoordFrankrijk een voetballer die zich bereid verklaarde voor de Fransche club uit te komen. Hij vulde de vereischte formulieren in en teekende die. Zooals te doen gebruikelijk is, gaf men hem daarop een som ge ds „te leen , waarmee de speler echter nog denzelfden dag naar Havre bleek verdwenen te zijn. Ook daar herhaalde hij 't zelfde spelletje. Nog twee andere clubs werden het slachtoffer van dezen modernen oplichter. 't Wordt anders zoo langzamerhand wel duidelijk, dat we voortaan 3 categorieën van voetballers (alleen bii voetballers???) moeten gaan onderscheiden, n.1. be beroepsspelers, amateurs en ,™epsarnateurs welke laatste, in enkele landen althans, blijkbaar het meeste geld met hun sport verdienen. Zaken zijn zaken, maar. . . sport bluft ^een sport,
CORRESPONDENTIE M. H. te A. E r zijn verschillende boeken op het gebied der sterrenkunde, die u voldoening kunnen geven. Wij raden u aan een briefje te schrijven aan de Mij. voor Goede en Goedk. lectuur te Amsterdam, die u zeker aan het gewenschte kan helpen. Ook het boek van Pannekoek (uitg. Sijthoff's Uitg. Mij.) is aan te bevelen. Overal in den boekhandel te verkrijgen.
NAMAAK WILDWEST Louise Fazenda, op haar kunstpaard, geeft ónzen lezeressen, die een aardig balmasquépakje zoeken, ongedacht, maar niet ongewild, een aardig voorbeeld
«»«»■«»»««»»«»♦♦♦»♦«»
•♦♦♦♦
V R A A G EN ANTWOORD
Mooie Huid van Gelaat en Handen verkrijgt men door
PUROL Doos 30 en 60. tube 80 cent. Bij Apothekers en Drogisten
BOEFJE Een ander plaatje van Hernl Lutz, dat op leuke manier door een aardig meisje geco pleerd, veel succes kan geven
HOUTEN SOLDAATJES William Boyd in Dress parade. Dit costuum Is alleraardigst, ook voor een troepje jongelui, die samen naar een bal willen gaan
,! ^ Bovenstaande aardige Ufafoto laat onf Hen H o ^ l e u r ^ haar spelen in De heilige berg, skiloopen leert. Seen gemakkelijk werkje i
bekend om
Mevr. L. te W ageningen vraagt: Ik heb een mantel met bontkraag en hoe wel ik dien niet veel gedragen heb en het bont van goede kwaliteit is, gaat het toch pletten. Wanneer u een middel weet om dat tegen te gaan, verzoek ik u vriendelijk dit in een van uwe volgende Cinema s te vernrelden. Antwoord: De bonthandelaren raden aan om ter voorkoming van het plet ten een zijden of wollen das onder den mantel te dragen, zooals de heeren doen tegen het pletten van een fluweelen kraag of om hun boord schoon te houden. Wanneer bont geplet is, kunt gij er als leek niet veel aan doen. Het beste is dan naar den winkel te gaan, waar ge het bont hebt gekocht. Wellicht dat men daar raad weet.
dacht Katharina Bush en ze begreep lers van beroep en haar geheel en a l het begin der week werd haar ver niet, waarom de twee anderen er lich breken met de traditie te Dashington, moeden, dat haar meesteres de her telijk den spot mee dreven, alsof het maar je vergeet, dat een groot deel der togin van Dashington niet ontvangen slechts één van Lady Garribardine's schuld op rekening komt van Toni, die zou, bewaarheid. De rheumatiek der eigenaardige opvattingen gold. Het ver een alleronmogelijkst echtgenoot is." arme oudejonge dame was zeer pijnlijk. wonderde haar over het algemeen, dat „Geen man is een alleronmogelijkst Zij bleef in haar kamer lunchen met niemand ooit eenig blijk gaf van een echtgenoot, wanneer hij een hertog is. haar uitverkoren neef en Mevrouw Dele vaste overtuiging of van geestdrift. Het Tenminste geen hertogin moest een der mar, aan een tafeljte dat naast haar leek wel een hoopje drijfhout. Niet één, gelijke meening kunnen zijn toegedaan. verguld ledikant geschoven was. die een beetje energie toonde. Ze waren En indien het zoo was, dan zou het Katharina zat te schrijven aan een nooit op tijd en zeer onpractisch, maar nog volstrekt geen verontschuldiging lessenaar in de onmiddellijke nabijheid. ze waren gezellig en wonderbaar „al zijn. Wanneer een vrouw een hoo Zij had haar lunch beneden gebruikt. les komt terecht. gen rang aanvaardt, dient ze er zich „U behoeft niet weg te gaan, Miss Wanneer ze eenig werkelijk gevoel vooraf rekenschap van te geven, dat Bush, wanneer ons gepraat u niet hin bezaten, kwam het toch nooit naar de alle persoonlij; ■ gevoelens voortaan bui dert bij het schrijven der invitaties." oppervlakte. Zelfs Lady Beatrice en ten gesloten dienen te blijven. Zij heeft, Katharina bleef. haar kring van hoog begaafde dichte om het zoo eens uit te drukken, de Eerst werd er over allerlei gesproken ressen en andere artisten uit de groote verantwoordelijkheid op zich genomen en Katharina nam er weinig notitie van, voor de veiligheid te waken van een wereld sprong van den hak op den tak. maar n u werd haar aandacht getrokken De manieren en ook de houding der bepaalde klasse in de maatschappij, even door een naam. Mijnheer Strobridge meesten was heel ongezocht en zou door als een schildwacht de verantwoorde zei: Mabel Cowber vaak als ongepast be lijkheid draagt voor zijn post. In oor schouwd zijn geworden. „Seraphim, het zal moeilijk gaan logstijd zou hij doodgeschoten worden, Dulcie Dashington te weigeren. Beatrice De enkelen, die werkelijk voldeden wanneer hij op wacht in slaap viel, ontving van morgen een brief van haar. aan den eisch, dien Katharina Bush aan hoe droevig het geval ook zijn mocht, aan het woord „Lady" stelde, stonden Ze is vast besloten Nell Gwyn als oranje daar hij werkelijk op dat oogenblik be daar boven als sterren. Maar met al appelmeisje voor te stellen." hoefte had aan' rust." „Dat moet ze dan maar bij andere „Het lijkt mij zeer wreed," zei Me hun gebreken, als menschengroep, be zaten ze toch allen die ongekunsteldheid tableauxvivants voorstellingen doen, vrouw Delemar. in manieren, die absolute afwezigheid maar niet bij deze, die door mij ge „Absoluut niet!" In Lady Garribar van elk soort eigenwaan, waarvan men arrangeerd zijn." dine's stem trilde toorn. „Mij lijkt het te Bindon's Green nooit een idee heb De stem der gravin klonk norsch. een doodzonde toe, zijn stand te ver ben zou. „Maar lieve Sara, wat heb je toch raden." eigenlijk op die arme Dulcie tegen?" „Daarin geef ik u gelijk," stemde protesteerde Mevrouw Delemar. „Ze is Mevrouw Delemar zwakjes toe, „maar toch werkelijk heel aardig en ziet er er zijn zooveel onwaardigen in onze allerliefst uit in die eenvoudige klee groote wereld, die ongehoorde dingen ren met die korte rokjes." doen. De jongelui, die met die nare „Ik beoordeel haar volstrekt niet on actrices trouwen of met Amerikaan rechtvaardig, daar ben ik van over schen, die hebben alles in de war ge tuigd. Ze zou een bewonderenswaardige stuurd." vrouw geweest zijn voor een vroolijken, „Beslist niet!" meende de gravin. jongen makelaar, gewend aan dwaze Te. allen tijde zijn er jongelui met grappen van minder gehalte en ruwe actrices getrouwd, en sommigen harer sport. H e t is niet de vrouw waar ik waren heel nette persoontjes en wan op tegen heb. E r is nog een dergelijke neer ze een misstap begaan, wat doet te Blissington. Ze helpt mij met de ba dat er toe? Niemand verwacht iets zaars en de schoolfeesten. We zijn de beters van haar; zij maken daardoor beste vrienden. Haar man is brouwer. geen werkelijke bres in den muur. E n Het is de hertogin van Dashington, die wat de Amerikaahschen betreft, die zijn ik verban, daar zij, volgens mijn over vaak alleraardigst en zoo verstandig, tuiging, meer gedaan heeft om haar dat ze hoogst zelden haar nieuwen rang rang omlaag te halen in deze socialisti oneer aandoen. Neen, mijn beste kind, sche dagen, dan eenig ander lid van ons het zijn de engelsche vrouwen zelf, die droevig in verval geraakt pairschap." ha'ar gevoel van eigenwaarde verloren De beide anderen lachten, maar Lady en de vlag neergehaald hebben en wan Garribardine vervolgde, haar stem een neer iemand van werkelijk hooge ge weinig verheffend: boorte dit doet, zooals Dulcie Dashing „Ik gun haar best haar aanbidders ton, dan moet ze ook maar de gevol — wij allen hebben aanbidders gehad. gen dragen." Niet één onzer, die zich daaraan ergert, Hier viel weinig tegen in te brengen wanneer de vormen in acht worden genomen en men in zijn stand blijft. Ik AVONDTOILET heb niets te maken met de moraliteit Dit, door zijn eenvoud bijzonder elegant toilet, van haar, noch van eenige anderevrouw. door M me Gavairet met gratie gedragen, onder scheidt zich door het tule overkleed met grooten Moraliteit is een zaak van temperament, strik van uit de taille, die sleepsgewijze uitloopt landaard en gewoonte, maar ik ben er ten zeerste op gesteld, dat men in de aristocratische kringen tenminste nog een schijn van waardigheid ophoudt. En Dulcie Dashington heeft het prestige van hertogin omlaag gehaald, daar zij van goede geboorte is; ofschoon de hemel mag weten wat haar vader was bij die onnaspeurbare levenswijze van de arme, beste Suzan!" Gerard Strobridge stak glimlachend een sigaret op. „Er is veel waar van hetgeen je zegt, Seraphim. Ze heeft beslist haar titel geen eer aangedaan door haar vriend Poto Henri Manuel schappelijken omgang met allerlei spe
Haar minachting voor enkelen was even groot als die voor Miss Mabel Cowber — ze zag er eenigen met titels en aanzienlijke positie, .die zij gering schattend rangschikte tot den „laagsten middenstand." „Het eenige verschil is, dat ze meer aan de dingen gewoon zijn geraakt, Katharina had .een zonderlinge ge overigens zijn ze even rampzalig als Katharina, terwijl ze terugwandelde naar waarwording, toen ze dit hoorde. Ze Mabel," dacht ze, en besloot volgens Berkeley Square, een onzelfzuchtig, zag eensklaps Lord Algy voor zich, oes gewoonte de oorzaak na te gaan en waardig, eerlijk, hopeloos dom wezen ters etend, en al de oude herinnerin tje, waarvan zij veel hield. Maar hoe uit welke families zij voortsproten. Zij gen doken weer op. O, wat scheen verkreeg eenige voldoening, door de was zij zoo geheel en al uit den aard dit alles lang geleden! bevestiging van haar theorie der erfe geslagen? Toeval bestond er niet. Alles „En heb je dien mijnheer nog ont lijkheid, daar bleek, dat de meesten had zijn oorzaak, maar meestal waren moet, waarvan je sprak?" vroeg Ma wij te blind om het te bemerken. L a g weinig aanspraak konden maken op tilda, voor ze aan het station afscheid er misschien toch eenige waarheid in dat blauw bloed. namen. vage verhaal omtrent een overgroot De onbeschaamdheid van weer ande „Mijnheer Strobridge, bedoel je — moeder, iemand van goeden huize, die ren viel in haar smaak. den neef van Lady Garribardine. J a , financieel achteruit was geraakt en ge Vele amerikaansche adellijke dames, hij is de echtgenoot der dame, die bij trouwd met den overgrootvader, ven die koninginnen en nonnen en grieksche Glad haar japonnen koopt, dezelfde, dumeester, dien haar eigen vader zich godinnen voorstelden, bewonderde zij op die dat model had, dat Glad mij aan nog zeer goed had kunnen herinneren? recht — die immers moesten ook een raadde. Hij is een verstandig man. W e Kon het zijn, dat er door deze verbin zelfden leertijd doorgemaakt hebben als hebben nog niet veel met elkaar ge tenis ook enkele droppels adellijk bloed zij, en waren zich nu bewust van sproken, maar ik zou hem graag beter door haar aderen vloeiden en toevallig het succes. leeren kennen." niet door dat der anderen, of had zij „Ik zal, wanneer het eenmaal zoover „O, Kitty, wees toch voorzichtig 1 E n door haar lectuur dien ruimeren blik is, rustige manieren bezitten," dacht ze. dan nog wel een getrouwd manl" gekregen? Neen, aan dit laatste alleen Haar geest begon eenigszins op e n „Voor hetgeen ik van hem verlang, kon het niet worden toegeschreven. Zij warenhuis te gelijken door al Lady G a m doet het niets ter zake, of hij al of herinnerde zich vanaf haar vroegste bardine's gezegden, inzichten en hande niet getrouwd is," stelde Katharina haar jeugd, dat zoowel haar smaak als haar lingen. Zij voelde, dat deze van aristo gerust en een oogenblik daarna zette gevoel had afgeweken van dat der cratie was van het zuiverste ras. E en de trein zich in beweging. overige familie. sterke vrouw, met menschelijke gebre Wat was Matilda toch goed I dacht ken, maar tot geenerlei laagheid in „Van vader erfde ik die zakenkennis." dacht ze, „maar hoe kwam ik aan dien staat, noch tot iets, wat haar stand tot oneer zou kunnen strekken. Ook vasten wil om alles te volbrengen wat zij was in groote mate onbeschaamd ik mij eenmaal had voorgenomen? Ook nu zal het mij gelukken. Het ga zoo maar nooit deed ze iets, waardoor ze de achting der menschen zou kunnen in het ga. Ik moet denken aan hetgeen Bacon beweert aangaande groote gees boeten. ten," en stil voor zich, haalde zij zijn Zij was hard en edelmoedig en han woorden a a n : „Nooit heeft één hun delde volgens den stelregel „noblesse ner zich laten meesleepen tot dien oblige" en geloofde vast en zeker in uitzinnigen graad van liefde, hetgeen het goddelijk recht van koningen en aantoont, dat groote geesten en veel om van Lady Garribardine! Niet tevergeefs vattende werkzaamheden dezen weeken was zij een baron's dochter uit de der hartstocht buitensluiten! Zij had het ge tiende eeuw! Katharina Bush deelde not er van leeren kennen, en de herin al haar inzichten en bouwde al haar nering daaraan moest haar levenslang idealen daarop. voldoende wezen. Dagelijks verrijkte zij haar woorden schat — zij maakte zich eigen al wat Op de stoep ontmoette ze Gerard Strobridge, die juist het huis verliet. er over moderne uitvindingen geschre Hij nam zijn hoed af en zei, dat het een ven werd. Lette op een goede uitspraak, verbazend koude dag was — dan pas gewende zich aan verkorte zegswijzen. seerde hij haar en sloeg de richting in Ze was zich volkomen bewust, dat ze van Hill Street. vroeger vaak alledaagsche uitdrukkin gen gebruikt had en bij het spreken Katharina Bush begaf zich naar haar kamer. niet altijd gelet had op de taal. Reeds een tijd lang had ze uitdrukkingen als H O O F D S T U K IX. „ach, wat" of „ja, zondag," die Matilda De week der tooneelvoorstellingen vaak gebruikte,' vermeden. was voorbij en had Katharina Bush In die eene week leerde ze, verge weer een anderen blik in de wereld lijkenderwijs gesproken, evenveel ken verschaft. Uit hun brieven kende ze nen van de groote wereld in het alge al verscheidene dergenen, die aan de meen, als ze in die drie dagen met lunch of op de repetities verschenen. Lord Algy had leeren kennen van het Nu zag zij ze van aangezicht tot aan mannelijk karakter. Hij was haar eerste gezicht. E r werd voortdurend beslag stap — deze vrouwen waren de tweede. op haar gelegd. Zij moest tallooze be Lady Garribardine was haar opperste stellingen doen en verschillende kleine leidsvrouw en Gerard Strobridge zou zaken regelen. Zij luisterde maar, en haar voogd worden, zoodra de tijd daar nam al wat zij hoorde in zich op. voor gekomen zou zijn. Op een dag in
VAN KATM ADINA 5U5H
WINTERSPORTPAKJE Marlette Paquot, de plquante francalse koos zich als sportpakje deze gestreepte tunlque met ge tailleerde ceintuur, waarbij het eenvoudige rokje keurig past Foto Henri Manuet
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST
20DANSIE$SEH'15' 2"Dvam Sotrèes dansante inbegrepen Dansmsütuut
TE ROTTERDAM [
EDD/RAZ AMSTCRQAM
\
Mijn neef Jansen is ook nog eenigen tijd verkooper geweest bij een bekend automobielimporteur in het buitenland. Op zekeren dag kwam er iemand, om een auto te koopen. Mijn neef Jansen prees natuurlijk de wagens, die zijn patroon verkocht, ten zeerste aan. Zoo zeer zelfs, dat hij zich op een gegeven oogenblik laat verleiden te zeggen: „Mijnheer, deze wagen heeft werkelijk zijns gelijke niet 1 Ik heb er eens met iemand proef mee gereden en na dat hij twintig kilometer zonder een enkele •hapering had afgelegd, bleef hij opeens staan. Zooiets had ik met dezen wagen nog nooit bij de hand gehad. Ik spring er verbaasd uit om naar den motor te kijken. E n wat zie ik toen, mijnheer? D a t we al dien tijd zonder motor hadden gereden 1" — ,,Zonder motori" vraagt de toekomstige kooper. ,,Maar man, hoe kan dat nou?" Waarop had die wagen dan geloopen? Waarop mijn neef Jansen een helder oogenblik kreeg en ant woordde: „Dat is het hem nu juist, mijn heerl De wagen had al dien tijd eenvoudig op zijn reputatie geloopenI"
Een lief vrouwtje. ,,Wat een prachtig bont heb jij o m l " „Dat heb ik gekocht om mijn man een plezier te doenl" „???" „Ja, die houdt zooveel van beesten en daarom dacht ik, dat die vos 'm wel ge noegen zou doenl"
DnnöLLOOLLn
TOUSSAINT K ADE 21 Sinds 1916 te 'sGravenhage gevestigd 1e kl. Inrichting DANS-INST. V. d. ZANDEN
MILLE COLONNES
Schledamschesinsel 49-50 R o t t e r d a m — Telef. 51565
AhSTERDAM CABARET VARIÉTÉ DANCING
Keesje's antwoord.
De .keeper" ; .Nee |6! Geen goal! Het is he t : r t keerde raam I" (Passing Ski wi
Oom Piet, die vreeselijk „aardig" met kinderen denkt te zijn, vraagt aan Keesje: „Zeg jij ereis, kleine vent, welk belangrijk ding d'r honderd jaar geleden nog'niet was." „Dat is gemakkelijk te zeggen," antwoordt Keesje. „Nou, wat d a n ? " „Ik zelf, o o m ! " Dat wist hij niet. „Zijn die dames zusters?" „Ja dat wil zeggen, die éen. Van die ander weet ik het niet zeker I"
PROFESSIONAL LESSEN PRIVÉ-LES CLUB-LES DANSINSTITUUT]
TH. W. B U S
HOTEL - CAFÉ ■ RESTAURANT
..CENTRAL"
Poelestraat 29 Groningen Telef. 2740
APELDOORN
MODERNE DANSEN Rhytmische Gymnastiek
R. Nieland Telefoon 217 In het Centrum gelegen
PENSION WEEKEND ARTIST6N
REDUCTIE
ACADEMIE DE DANSES - ROCCO DUBOIS 34 3. P. COENSTRAAT
Tandartsen raden aan „Verwijdert den aanslag om ge zonder, betere tanden te krijgen."
- LA HAYE - TELEF. 71909
Privélessen en Clublessen voor eiken leeftijd
ta
j£3{j£B
B
Godfried de ©root
Mevrouw (tot het nieuwe meisje) ; .Wij ontbijien hier om acht uur!" Het nieuwe meisje: .Heel goed. mevrouw, maar als ik nog niet beneden mocht zijn, wilt u dan op me wachten ?" (Buen Humor)
Oude dame (sympathiek fluisterend): .Van wien is die leege stoel naast mij ?" Gastvrouw: .Die is van Byou, maar hij zit vanavond liever op den grond." (.Passing Show)
^an euykenstr. 2a Amsterdam Tel, 28474
elangrijke ontdekkingen in verband met het onderhoud der tanden zijn gedaan. Nieuwe methodes ter bescherming d*r tanden zijn gevonden. Tandaanslag de g r o o t e vijand. De tandheelkundige wetenschap wijdt alie tand en tandvleesch aandoeningen aan een met bac teriën overladen aanslag, die zich op de tanden vormt. Voel met Uw tong langs U w tanden en U zult hem bemerken een kleverigen laag. die ze bedekt. Verwijdert hem dagelijks.
Hij : .Ik wil u niet voor den gek houden, juffrouw. Ik ben niet meer zoo piepjong!" (Buen Humor)
De aanslag hecht zich op de tanden en in de holten vast en blijft daar. Het zijn kweekplaat sen voor milliocnen bacteriën, die de tanden bloot stellen aan
Specialiteit in Moderne en Artistieke foto's
Y * 4
verval. Ouderwetsche methoden faalden dezen aanslag met succes te bestrijden. Nu een n i e u w e methode. Probeert haar. De tandheelkundige wetenschap heeft nu een afdoende bestrijder van den aanslag gevonden in een nieuwe tandpasta. Pepsodent genaamd. Deze maakt d e n aan slag los. Hij polijst de tanden schitterend wit o p een wijze, die onschadelijk is v c o r het glazuur. Probeert Pepsodent. V o e l t hoe sxhoon Uw tanden znn na het gebruik. Ziet de tanden witter worden, wanneer de aanslag wordt weggenomen N a een paar dagen gebruik zult U dit reeds ondervinden Koopt n o g heden een t u b e '
mmÊ—mm^mmmmmmmmmk
HANDC L SMCRK ■
PéDSA*lgJ\t QE.OC.P.
mmÊÊ—mmmÊi—mmmÊ—m—fmmmÊmmKm
De moderne Amerikaansclic Tandpasta Aanbevolen door voora.mstajndo landartsen over de geheel» were KI
TAen aie de vele reproducties van ons
Keukenmeid (na iang te hebben gewacht on een klein stationnetje): .Zeg eens, biijft de trein nog lang weg? Ik ben hier al langer geweest dan in mijn laatste be trekking !" (Passing Show)
DEZELFDE M ANTEL.
, M a a r dat is m ij n glas f'
I
(Faun)
,Den moet d i t het m i j n e zijn!"
„Er komt niets van dien kleinen Dick terecht. Gisteren heeft hij al de varkens van boer Jansen uit het hok ge jaagd !'' .Weet je wel zeker, dat hij het was?" E. n óf! Mijn Fritsje heef: er hem zelf bij geholpen!"
werk in „Het Weekblad" Cinema
mheater
|
ABONNEERT
loh:
U OP DIT B L A D
„Dus n o g m a a l s : Op uw gezondheid l"
I
d S C f l wordt prachtig helder en is vroeg aan de ljjn met
ré (The Daily Mirror)
I
Pinso
|
'SïiyJa^,«j5&!
-
'
.
/
' ■ / " " „ T ' W " ' u L l ^ l I l l " * '"" II 1 ** *"" '"*' f " ' ^
'■
HEIGQülfiTKEBD BlJ BLAD VAM
ÖE REÖDÏNGB OOT W O O R D E N VAN H. J O N G E V O S
x
MUZIEK VAN G. THOMPSON
Niette jyupa^fti.
Pppppiïp 1
lr.lr_r...r-j Sr
:jj>itet|clie dezeedöot: •klieven Jij
I H' I| J f
^
i ' I ' I I 1' I
^
tffT WEEKB1AD r »" rm
•
ClMEMAScl THEATER
w m e
f 4 0 0 . — bij verlies van een hand, voet
p11 m
*"
m
NEDERLAND—BELGIË 1—O
ë
ff*
w JV f J
Wfc zijner
vLve Als ko.mna W&jterfittend tent?
m r fi
Zondag 1.1. had in het Olympisch Stadion te Amsterdam.ter J ^ e ^ bond een voetbalwedstrijd plaats 5 ^ Ê & filtvoeÏHle b i J t den rfederlandschen captain bloemen dezen mter^ssanten « g ™ £ « £ & ^ ^ ^ w^endTHoUanders het eerste en eenige doelpunt te maken.
Wie zijn het, die de zee doorklieven Bij storm en ontij, d a g en nacht? Wie zijn er steeds op hun quivive Als Koning W a t e r spottend lacht? Wie zwoegen, werken voor een ander, Wie zijn ons altijd welgezind? Dat zijn d e mannen uit h e t scheepje Dat gij nu in d e haven vindt.
ir
"~';'
Wie zijn het, die steeds hulp bieden. De zeeën tarten door hun daad? Wie zijn die stoere brave lieden, Vol mannenmoed en vastberaad? Wie is het, die den naam van Neerland Vermaard deed worden, overal? Dat zijn de mannen uit dat scheepje. Kijk, ginder ligt 't aan den wal.
^ ' *
"~*i- ~-\ . :ygmaY'
Wie zijn het, die zoo vastberaden Voor and'ren altijd staan gereed? Wie zijn het, die hun leven wagen Niet denken, aan hun eigen leed? Wie zijn het, die er uitkomst brengen. Volhardend in den hoogsten nood? Dat is de dappere bemanning Van Neerlands ranke reddingbootl
~,
;
ïi u^-^&:-\Sjl[
Um M A S T E R ' S ¥©BCE Concert Model No. 600
0
voor de allerbeste Muziek en Zang in groote Zalen, Dancings, Lunch rooms of andere Amusementsgelegenheden „HIS MASTER'SS VOIC E" Official Dealer:
WBLLENI SPRENGER? ? = T E RedacHa e n Administratie: Galgewater 22, Leiden. Tel. 7Ö0
EN RA
Verschijnt wekelijks
T E £T A E £
Prü« p e r kwartaal 11.03
.