VOSEC Memorandum
Gemeente- en provincieraadsverkiezingen 8 oktober 2006. Kiest u ook voor sociale economie in uw gemeente? Op 8 oktober 2006 zijn er gemeente- en provincieraadsverkiezingen in België. Het Vlaams Overleg Sociale Economie (VOSEC) wil lokale beleidsvoerders in Vlaanderen stimuleren om de sociale economie een plaats te geven in hun plannen en in hun beleid. VOSEC pleit in dit memorandum voor een sterkere lokale sociale economie en doet een aantal voorstellen aan alle politieke partijen, lokale politici en toekomstige mandatarissen.
Wie is VOSEC? In Vlaanderen bestaan honderden sociale economie projecten en ondernemingen. VOSEC organiseert het overleg tussen al die ondernemingen en geeft hen een stem. VOSEC groepeert de verschillende deelsectoren in de sociale economie: - Buurt- en Nabijheiddiensten - Kringloopcentra - Sociale werkplaatsen - Invoegbedrijven en -afdelingen - Financiers sociale economie - Adviesbureaus sociale economie - Activiteitencoöperaties - Startcentra sociale economie - Coöperaties VOSEC - stimuleert de verdere ontwikkeling van de sociale economie; - legt de brug tussen de praktijk en het beleid op Vlaams en op lokaal niveau; - gaat in gesprek met de reguliere sectoren over sociale economie; - stimuleert samenwerking, duurzaam en sociaal verantwoord ondernemerschap, plattelandsontwikkeling en betere Noord -Zuid verhoudingen. Meer informatie over VOSEC, de deelsectoren en de sociale economie, vindt u op www.vosec.be of www.socialeeconomie.be
Wat is sociale economie ? Ondernemingen in de sociale economie onderscheiden zich van de reguliere economie, omdat zij in de eerste plaats maatschappelijke meerwaarde creëren. - Jobs gaan bij voorkeur naar mensen die elders niet aan de bak komen: laaggeschoolden, allochtonen, personen met een handicap, vrouwen, oudere werklozen, mensen met een moeilijk verleden. - Ondernemers hebben aandacht voor mens en milieu en voor duurzame ontwikkeling. - Er is een grote betrokkenheid van de werknemers bij de bedrijfsvoering. - Arbeid krijgt voorrang op kapitaal. - Het bedrijf steunt op een brede maatschappelijke inbedding en stelt zich open voor haar omgeving. Het belangrijkste onderscheid met de sociale sector, is dat sociale economie ondernemingen groepeert. De sociale economie is de grootste groeisector in België. - Er werken meer dan 50.000 mensen in kleine projecten tot middelgrote bedrijven. - Al die ondernemingen leveren diensten en producten op de markt. Zij spelen vaak in op nieuwe maatschappelijke noden. Alle sociale economie ondernemingen hebben inkomsten uit zowel de markt als uit subsidies. - De markt bepaalt de prijs voor de goederen en de diensten. - De overheid ondersteunt met subsidies de sociale impact van de ondernemingen. Lokale inbedding Ondernemingen in de sociale economie zijn meestal kleinschalig en vaak lokaal ingebed. Ze spelen een belangrijke rol in een lokaal sociaal en economisch beleid. Enkele gekende voorbeelden zijn: - een kringwinkel met mensen die voordien vijf jaar of langer werkloos waren; - een groendienst geleid door een beschutte werkplaats; - een atelier met langdurig werklozen die fietsen of oude computers herstellen; - een strijkdienst die aan huis levert en waar vooral allochtonen werken; - een buurt- en nabijheiddienst waar vrouwen in de middenleeftijd werken die bejaarden helpen die nog thuis wonen. Elke sociale economie onderneming creëert win-win situaties voor de werknemers, de klanten én de economie. Elk nieuwe bedrijf verbetert de leefkwaliteit en veroorzaakt een nieuwe lokale dynamiek. - Mensen die anders niet aan werk geraken, krijgen een nieuwe kans. - Veel inwoners zijn gebaat bij de geleverde diensten. - Er ontstaan nieuwe sociale netwerken, vaak voor mensen die het moeilijk hebben in de samenleving. Buurten worden er beter van. Elke gemeente heeft er baat bij die dynamiek te stimuleren.
VOSEC Memorandum Gemeente- en provincieraadsverkiezingen 8 oktober 2006
2
Sociale economie als lokale hefboom Ook uw gemeente - kan ervoor zorgen dat nieuwe bedrijven in de sociale economie meer slagkracht krijgen; - kan inspelen op nieuwe maatschappelijke behoeften en aandacht hebben voor milieu, senioren, kansengroepen, buurtontwikkeling, enzovoort; - kan de tewerkstelling van kansengroepen bevorderen en diversiteit op de werkvloer stimuleren. - kan een grotere rendabiliteit halen en besparend investeren door samen te werken met de sociale economie. Een onderneming in de sociale economie starten, vraagt een grondige kennis van zowel bedrijfsmanagement als van subsidiedossiers. Europa, België en Vlaanderen steunen de uitbouw van de sociale economie. De lokale overheden krijgen hoe langer hoe meer mogelijkheden en middelen om hun verantwoordelijkheid te nemen. Enkele gekende subsidies zijn - het decreet op de sociale werkplaatsen (Vlaams) - de dienstencheques (federaal) - de SINE regeling ook voor buurt- en nabijheidsdiensten ( federaal) - de regeling voor invoegbedrijven en – afdelingen (Vlaams) - Vanaf 2007 biedt het lokaal dienstendecreet (LDE, Lokaal Diensten Economie) een wettelijk kader voor de Buurt- en Nabijheiddiensten op lokaal niveau. - Met het Meerbanenplan geeft de Vlaamse overheid ook aan de sociale economie de kans om nieuwe jobs te creëren voor jongeren, kansengroepen en oudere werknemers. - Het Jeugdwerkloosheidplan biedt dertien grote steden in Vlaanderen de kans om jongeren o.a. aan te werven in invoegbedrijven- of afdelingen. Meer info over regelgevingen en subsidies op www.socialeeconomie.be Wilt u ook in uw gemeente uw verantwoordelijkheid nemen? VOSEC verzamelde voorbeelden en tips die alle gemeentes kunnen inspireren om hun rol in de sociale economie ten volle te spelen. Het is een uitnodiging om in de volgende legislatuur extra aandacht te besteden aan de sociale economie in uw gemeente.
VOSEC Memorandum Gemeente- en provincieraadsverkiezingen 8 oktober 2006
3
Zeven tips voor een lokaal beleid sociale economie Geen lokaal sociaal beleid zonder sociale economie Veel gemeentes - stimuleren de lokale economie al door bijvoorbeeld bedrijventerreinen in te richten of een bedrijfsvriendelijk klimaat te creëren; - bevorderen de werkgelegenheid voor kansengroepen reeds door bijvoorbeeld deel te nemen aan de lokale Werkwinkels en door een PWA op te richten. - steunen ook projecten in de sociale economie. Het nieuwe decreet op de Lokale Diensten Economie biedt nieuwe kansen om de sociale economie een volwaardige plaats te geven in het lokale beleid. De minister van sociale economie kent een belangrijke rol toe aan de lokale besturen om het beleid te adviseren en de middelen te besteden. Tevens krijgen de lokale werkgelegenheidsfora een belangrijke rol. Hier vindt u zeven tips om een doelmatig overleg en een beleid op lange termijn mogelijk te maken. 1. Benoem een schepen voor sociale economie en een verantwoordelijk ambtenaar Elke gemeente moet trachten om nieuwe jobs te creëren in het kader van de sociale economie, met bijzondere aandacht voor de lokale diensteneconomie. Een voorbeeld: in Kortrijk kreeg een schepen de bevoegdheid om de sociale economie verder uit te bouwen. Eerst werd een analyse gemaakt van wat er in de gemeente reeds bestond en welke impact die initiatieven hadden. Om blinde vlekken in te vullen, kregen nieuwe initiatieven gemeentelijke steun. Zo ontstond de vzw Mobiel die met een fietsenatelier als sociale werkplaats het fietstoerisme in de regio stimuleert. De vzw Mobiel werd in 2006 uitgeroepen tot Ambassadeur van de sociale economie.
2. Speel uw rol als regisseur Het lokale beleid moet verder bouwen op wat er al bestaat en overleggen met iedereen die reeds op het terrein actief is: VDAB, werkwinkel, lokale initiatieven in de sociale economie, enzovoort. Op basis van overleg en wederzijds vertrouwen kan de gemeente - de lokale agenda bepalen om zo de uitbouw van de sociale economie te stimuleren; - een sterk netwerk uitbouwen van partners in de sociale economie; - de inspanningen coördineren en op elkaar afstemmen; - de juiste partners met elkaar in contact brengen; - ondersteuning bieden waar nodig.
VOSEC Memorandum Gemeente- en provincieraadsverkiezingen 8 oktober 2006
4
Een voorbeeld: de Cel diensteneconomie in Leuven organiseerde tijdens het actieplan 2001-2004 elke twee maanden een vergadering met alle lokale projecten in de diensteneconomie. Op de agenda stonden punten zoals - evoluties en subsidiemogelijkheden bij hogere overheden en instanties, - evoluties op het terrein, - evaluaties, - doelgroepbereik, - een gemeenschappelijke folder, -… De partners konden altijd terecht bij de Cel diensteneconomie met vragen, opmerkingen of knelpunten. Indien nodig kaartte zij die aan bij de administratie werkgelegenheid, Vereniging voor Steden en Gemeenten, RVA, enzovoort.
3. Help startende ondernemers Wie een onderneming in de sociale economie helpt oprichten - verhoogt de werkgelegenheid voor kansengroepen, - speelt in op lokale noden, - versterkt het sociaal netwerk van iedereen die erbij betrokken is. Met de middelen van de hogere overheden, leidt een kleine gemeentelijke investering tot een grote return. Een voorbeeld: de stad Kortrijk speelde in op de behoefte van de vzw Jongerenatelier om hun lokalen te onderhouden. Samen richtten ze het ‘invoegbedrijf’ Skate-construct cvba op dat in heel de regio skateterreinen aanlegt. Een gat in de markt!
4. Stimuleer samenwerking tussen ondernemingen Om hun prijzen te bepalen, respecteren de ondernemingen in de sociale economie de spelregels van de markt. De lokale overheid kan een rol spelen om de samenwerking te bevorderen tussen bedrijven in de sociale economie en reguliere bedrijven EEen voorbeeld: grote groep van sociale economie ondernemingen, Om hun prijzen teeen bepalen, respecteren de ondernemingen in de sociale OCMW’s, economie de gemeentebesturen en vertegenwoordigers van bedrijven werken samen aan spelregels van de markt. De lokale overheid kan een rol spelen omindeLimburg samenwerking te het ‘strijkprotocol’. In het protocol maken ze afspraken over de prijs-kwaliteit bevorderen tussen bedrijven in de sociale economie en reguliere bedrijven. verhouding van de strijkdiensten. Het protocol is tevens een waarborg tegen de zogenaamd ‘valse concurrentie’ tussen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde ondernemingen.
VOSEC Memorandum Gemeente- en provincieraadsverkiezingen 8 oktober 2006
5
5. Gebruik bij aanbestedingen de clausule ‘Sociale Voorkeur’ Wanneer gemeenten een aanbesteding uitschrijven, kunnen zij sociale clausules inbouwen en zo de werkgelegenheid van zwakkere groepen bevorderen. Tevens kan een uitbesteding aan een onderneming sociale economie u tijd en geld sparen door een effectiever inspelen op specifieke opdrachten. Een voorbeeld: de stad Dendermonde stimuleert ondernemingen in de sociale economie door hen opdrachten toe te wijzen. Flexibele opdrachten groenonderhoud gaan meestal naar een sociale werkplaats. Het OCMW heeft een strijkatelier. Voor het onderhoud van de buurtwegen wordt samengewerkt met de beschutte werkplaats. Een aantal toeristische taken gebeurt door een Buurt-en Nabijheiddienst. “De samenwerking met de sociale economie is bij ons ook ontstaan vanuit specifieke behoeften van onze eigen diensten. De eigen groendienst kon de grote flexibiliteit van opdrachten niet meer aan en werkten niet meer rendabel door her en der te moeten inspringen. Een opsplitsing van de opdrachten en uitbesteding aan de beschutte werkplaats heeft onze groenploeg terug in de rails gezet.”
6. Maak van uw inwoners klanten sociale economie Elk bedrijf heeft klanten nodig. Door extra reclame te maken voor hun goederen en diensten, kan de gemeente haar inwoners aanzetten om ook klant te worden. En hoe beter het product of de dienst aansluit bij de lokale behoeften, hoe sterker de economische en de sociale dynamiek. Soms kan de gemeente ook een convenant afsluiten om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Een voorbeeld: het OCMW in Bocholt sloot een convenant met de Buurt- en Nabijheiddienst Isis vzw om senioren te helpen die thuis extra zorg nodig hebben. Isis levert haar diensten zeven dagen op zeven. De gemeente Vilvoorde startte een Zilverfonds om de zorgvragen van senioren te kanaliseren naar ondernemingen in de sociale economie.
7. Werk samen Sociale economie bedrijven ontstaan op de ‘vrije markt’. Vaak nemen gedreven ondernemers of organisaties het voortouw. Zonder hun pioniersrol zouden veel projecten nooit van de grond komen. Toch kunnen die pioniers het zelden alleen en vaak moeten en willen zij zich inbedden in de lokale samenleving. Zij zijn niet alleen belangrijke sterkhouders in de lokale sociale economie, maar ook deskundige partners bij de verdere uitbouw van het lokale beleid. Het lokaal dienstendecreet (LDE) kent een belangrijke plaats toe aan de Lokale werkgelegenheidsfora bij de erkenning en ondersteuning van nieuwe initiatieven. Door alle deskundigen samen te brengen, creëert de gemeente een gezond draagvlak voor
VOSEC Memorandum Gemeente- en provincieraadsverkiezingen 8 oktober 2006
6
nieuwe initiatieven. Vaak komen die op de vrije markt tot stand. Als dat niet zo is, zal de gemeente zelf tijdelijk het initiatief moeten nemen. Sommige ondernemingen in de sociale economie moeten voor een markt werken die groter is dan één gemeente. Om de leefbaarheid van zo een onderneming mogelijk te maken, is regionaal overleg noodzakelijk. Ook gemeenten en OCMW zijn vaak aangewezen partners om samen aan de kar te trekken en nieuwe ondernemingen mogelijk te maken.
Een voorbeeld: de diensteneconomie is op heel wat overlegfora een vast agendapunt, ook in Leuven. De leden van de Cel diensteneconomie zitten in overlegorganen van de stad, de Werkwinkel, het Forum, VVSG, het RIC, het RESOC (voorheen STC) en de subregionale Cel diensteneconomie die in de schoot van het STC werd opgericht. Nieuwe initiatieven hebben nood aan intensief overleg.
VOSEC Memorandum Gemeente- en provincieraadsverkiezingen 8 oktober 2006
7
Wat kunt u doen? Engageer u “Zeven procent van de tewerkstelling in Vlaanderen situeert zich op lokaal niveau”, zegt de Vereniging van Steden en Gemeenten. Heel wat maatschappelijke noden en interessante marktniches worden op het gemeentelijk niveau het beste aangevoeld. Juist daar ligt de uitdaging voor het lokale beleid en haar mandatarissen. De sociale economie biedt daartoe bijzondere invalshoeken en hefbomen. Elke gemeente in Vlaanderen heeft zijn kringloopcentrum. Veel gemeenten kennen al talloze andere initiatieven. Maar in elke gemeente is er nog plaats voor groei. Wilt u economische vernieuwing? Heeft uw gemeente specifieke noden? Jobs voor mensen die het écht nodig hebben? Allochtonen op de werkvloer? Nieuwe impulsen in moeilijke buurten? Aandacht voor ouderen in de samenleving? Dan moet u en de politieke partij die u vertegenwoordigt, investeren in sociale economie. VOSEC is uw partner Een eigen koers varen in de sociale economie en een nieuw lokaal beleid uitstippelen, is niet vanzelfsprekend. De voorbeelden in deze tekst kunnen inspirerend werken. Al doende leert men en vaak is het nuttig om beroep te kunnen doen op de ervaring van anderen. VOSEC zet u graag op weg. - VOSEC helpt u de juiste lokale partners vinden. Op www.socialeeconomie.be staat een interactieve kaart. Daarop vindt u alle bedrijven in de sociale economie in uw regio. - VOSEC en alle deelsectoren in de sociale economie maken u graag wegwijs in het doolhof van partners, initiatieven, regelgevingen en subsidies die de sociale economie stimuleren. Mensen uit de praktijk kunnen u alle informatie geven en begeleiden om richting te geven aan een lokaal beleid sociale economie. - VOSEC biedt een introductie en een vormingsprogramma aan om uw lokaal bestuur te begeleiden in de uitbouw van een lokale diensteneconomie. Vanaf januari 2007 kunt u zich inschrijven voor een introductieavond, eventueel gevolgd door drie vormingsavonden. De introductie en de vorming wordt gegeven door mensen met ervaring op het terrein en door collega-besturen die reeds langer actief zijn. Inschrijvingen en meer info op www.vosec.be of www.socialeeconomie.be. Vanaf december 2006 komt er een aparte pagina over een gemeentelijke aanpak van de lokale diensteneconomie.
VOSEC Memorandum Gemeente- en provincieraadsverkiezingen 8 oktober 2006
8