Vorming AMHK’s en de mogelijke gevolgen voor arbeidsvoorwaarden
Colofon Deze publicatie is uitgegeven door de VNG in het kader van de transities Jeugd en Wmo, augustus 2014. Vereniging van Nederlandse Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag Tekst Human Capital Group & AWVN Lay-out Chris Koning, VNG
Inhoudsopgave Inleiding 5 Deel 1, CAO vergelijking CAR-UWO, Jeugdzorg en Welzijn
8
Uitgangspunten 8 Arbeidsvoorwaarden die voor alle werknemers gelden
8
Arbeidsvoorwaarden die het gevolg zijn van een specifieke gebeurtenis en voor een beperkte groep gelden
10
Deel 2, Maatmensvergelijking
12
Beloningsvergelijking 12 Uitgangspunten 12 Werkgeverskosten 13 Bijlage Salaristabellen
15
Bijlage Vergelijking cao-regelingen
22
Bijlage Vergelijking werkgeverskosten
29
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
3
4
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Inleiding Vanaf 1 januari 2015 dragen de gemeenten binnen Nederland de verantwoordelijkheid voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving: volwassenen en kinderen die te maken hebben met geweld of mishandeling in de huiselijke kring. Vanaf die datum dienen gemeenten, als gevolg van de nieuwe Jeugdwet en de Wmo, een (bovenlokaal) Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) te hebben georganiseerd. Om de gemeenten bij deze opdracht te helpen, heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) het ondersteuningsprogramma AMHK opgezet. Gemeenten in de regio hebben en houden de regie bij de inrichting en invulling van hun AMHK. Het ondersteuningsprogramma helpt hen daarbij, onder meer met deskundig advies en speciaal te ontwikkelen producten en instrumenten. De wettelijke taak om een AMHK te vormen is voor de VNG aanleiding voor dit rapport, maar de informatie is mogelijk ook van toepassing bij andere onderdelen binnen de transitie. Een AMHK kan op verschillende manieren georganiseerd worden. Er kan gekozen worden voor fuseren van partijen, maar ook het oprichten van een netwerkorganisatie behoort tot de eventuele mogelijkheden. Het VNG-rapport ‘Vorming AMHK’s en toegang jeugdhulp, organisatievormen en arbeidsrechtelijke consequenties1’ van april 2014 geeft inzicht in de mogelijke organisatievormen en de gevolgen. De inrichting van AMHK’s kan gevolgen hebben voor de arbeidsvoorwaarden van werknemers. In het AMHK worden het advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK) en het steunpunt huiselijk geweld (SHG) samengevoegd. Het AMK is ondergebracht bij het Bureau Jeugdzorg (BJZ). Op grond van de (huidige) Wmo draagt de gemeente zorg voor de organisatie van het SHG. Gemeenten doen dit op verschillende manieren. De SHG’s zijn bijvoorbeeld ondergebracht bij de gemeente, een gemeenschappelijke regeling (GR) of een stichting2. Op de werknemers van de huidige AMK’s en SHG’s zal een van de volgende drie cao’s van toepassing zijn: • De CAR-UWO • De cao Jeugdzorg • De cao Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening Afhankelijk van de keuzes op regionaal niveau kan op de werknemers van de te vormen AMHK een of meer van bovenstaande drie cao’s van toepassing zijn. In dit kader heeft de VNG een arbeidsvoorwaardenonderzoek laten uitvoeren naar de drie cao’s. Dit arbeidsvoorwaardenonderzoek is opgesteld om informatie te geven aan werkgever en werknemers over de mogelijke arbeidsvoorwaardelijke en loonkostentechnische gevolgen van de vorming van een AMHK. Deze arbeidsvoorwaardenvergelijking betreft uitdrukkelijk een handreiking en geen blauwdruk. Lokale arbeidsvoorwaardelijke afspraken maken geen onderdeel uit van dit onderzoek. Vanwege de complexiteit van de materie en de grote invloed van de omstandigheden van de specifieke situatie, zijn voor de inrichting van AHMK’s maatwerkoplossingen vereist. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de mogelijke processtappen van het transitieproces bij de vorming van een AMHK. Onderzoek naar de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen vindt op verschillende
1 www.vng.nl/onderwerpenindex/decentralisaties-sociaal-domein/amhk/nieuws/resultaten-onderzoek-arbeidsrechtelijke-consequenties-amhk 2 Hoofdstuk 4 van het VNG-rapport ‘Vorming AMHK’s en toegang jeugdhulp, organisatievormen en arbeidsrechtelijke consequenties’
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
5
momenten en op verschillende niveaus plaats tijdens het proces, bijvoorbeeld tijdens de oriëntatiefase (stap 1) en tijdens de uitwerking van een gekozen scenario (stap 4). De informatie opgenomen in dit rapport levert input tijdens de oriëntatiefase. In deze fase dient men rekening te houden met lokale afspraken en regelingen naast of boven de landelijke regelingen opgenomen in dit rapport. Bij de concretisering van het gekozen scenario (stap 4) is een arbeidsvoorwaardenvergelijking op individueel werknemersniveau noodzakelijk.
Opbouw van het rapport Het rapport kent twee delen. Het eerste deel geeft een overzicht van de belangrijkste verschillen in arbeidsvoorwaarden tussen: • De CAR-UWO • De cao Jeugdzorg • De cao Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening (Welzijn) Het tweede deel gaat in op de mogelijke arbeidsvoorwaardelijke en loonkostentechnische gevolgen bij de vorming van een AMHK. Deze gevolgen worden weergegeven aan de hand van een aantal maatmensen gebaseerd op de volgende functies: • Uitvoerende medewerker (HBO) • Uitvoerende medewerker (MBO) • Teamleider • Beleidsmedewerker • Secretarieel ondersteuner • AMK-onderzoeker • Gedragswetenschapper • Pedagoog/psycholoog/gedragswetenschapper (WO) • Vertrouwensarts • Teamleider • Beleidsmedewerker 6
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Deel twee vergelijkt de beloningsniveaus van bovengenoemde functies op basis van de CAR-UWO, de cao Jeugdzorg en de cao Welzijn. Vervolgens worden voor drie kenmerkende functies, namelijk de Uitvoerende medewerker (HBO), de Vertrouwensarts en de Gedragswetenschapper, inzicht gegeven in de werkgeverskosten. Aandachtspunt bij de salarisvergelijking De CAR-UWO, de cao Jeugdzorg en de cao Welzijn hanteren verschillende methoden om functies in te delen in de salarisschalen3. Voor dit rapport zijn bovenstaande functies indicatief ingedeeld in de salarisschalen van de betreffende cao’s. NB: Op lokaal niveau kunnen de werkelijke functie-indelingen afwijken van de indelingen weergegeven in dit rapport. Bovendien kunnen als gevolg van de transitie, de functie-eisen van bepaalde functies wijzigen waardoor deze functies in hogere of lagere salarisschalen worden ingedeeld.
3
Zie Primair salaris in tabel ‘Arbeidsvoorwaarden die voor alle werknemers gelden’.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
7
Deel 1, CAO vergelijking CAR-UWO, Jeugdzorg en Welzijn In dit deel lichten we de verschillen tussen de belangrijkste arbeidsvoorwaarden in de cao-vergelijking toe. De arbeidsvoorwaarden zijn onderverdeeld in: • Arbeidsvoorwaarden die voor alle werknemers gelden. • Arbeidsvoorwaarden die leeftijdsafhankelijk zijn. • Arbeidsvoorwaarden die slechts op specifieke groepen van werknemers van toepassing zijn (bijvoorbeeld werknemers die onregelmatige diensten verrichten). • Arbeidsvoorwaarden die het gevolg zijn van een specifieke gebeurtenis/kwalificatie en die slechts voor individuele werknemers of een beperkte groep van toepassing zijn (bijvoorbeeld ouderschapsverlof).
Uitgangspunten • In de vergelijking is uitgegaan van arbeidsvoorwaarden zoals die gelden op 1 januari 2014. • Arbeidsvoorwaarden zijn vergeleken op basis van een 36-urige werkweek. • Voor de vergelijking van de primaire beloning is de salarisstructuur van CAR-UWO geconverteerd naar de Bakkenist-methode voor functiewaardering4. Zodoende kan op basis van functiezwaarte een salarisvergelijking worden gemaakt. • De salarisschalen van de CAR-UWO, de cao Jeugdzorg en de cao Welzijn zijn opgenomen in de bijlage. Op pagina 25 wordt een vergelijking van de minimum- en maximumsalarissen van de drie salarisschalen weergegeven op basis van bovenstaande aannames.
Arbeidsvoorwaarden die voor alle werknemers gelden Arbeidsvoorwaarde
Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening
CAR-UWO
Jeugdzorg
Primaire salaris
15 schalen op basis van de MNTsystematiek voor Welzijn.
20 schalen op basis van de V-balans systematiek (functiewaardering voor gemeente) functiegroepenstructuur op basis van categorie 1.
15 schalen op basis van de MNT-systematiek.
Eindejaarsuitkering
8.3% met een minimum van € 1110,22 bij een volledig dienstverband (artikel 4.8). Grondslag = salaris + vakantietoeslag.
6%, minimaal € 1.750,- bij een volledige betrekking.
8.3% over salaris + vakantietoeslag. Geen minimum.
Pensioen
Ouderdomspensioen: Totale pensioenpremie: 24,4% Deel werkgever: 12.2% Deel werknemer: 12.2%
Ouderdomspensioen: Totale pensioenpremie: 21.6%. Deel werknemer: 7.39% Deel werkgever: 14.21% Franchise: € 11.150,Arbeidsongeschiktheidspensioen: Totale pensioenpremie: 0.30%. Deel werknemer: 0.075% Deel werkgever: 0.225% Franchise: € 19.250,FPU premie: Deelwerknemer: 0.00% Deelwerkgever: 4.00%
Ouderdomspensioen: Totale pensioenpremie: 24,4% Deel werkgever: 12.7% Deel werknemer: 11.7%
Franchise: € 11.005 Arbeidsongeschiktheidspensioen: Totale pensioenpremie: 0.40%. Deel werkgever: 0.4% Deel werknemer: 0.0% Franchise: € 19.043 Premieverhogingen worden 50/50% verdeeld
Franchise: € 11.005 Arbeidsongeschiktheidspensioen: Totale pensioenpremie: 0.40%. Deel werkgever: 0.4% Deel werknemer: 0.0% Franchise: € 19.043 Premieverhogingen worden 50/50% verdeeld
4 De Bakkenist-methode voor functiewaardering is een functiewaarderingssysteem van de Human Capital Group. Een uitleg van de methode is te vinden in bijgaande link: www.hucag.nl/Hucag/Oplossingen/Waarderen-en-belonen/Functieontwerp-en--waardering/default.aspx
8
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Verlof
Artikel 7.1 Basisverlof van 170 uur o.b.v. een arbeidsduur van 36 uur of meer.
158,4 uren per jaar, met de mogelijkheid regelingen op te stellen voor het toekennen van extra verlof op basis van dienstjaren of leeftijd. Daarnaast ontvangen werknemers met recht op een ORT toelage 14.4 uur extra verlof en kan extra verlof ook in de vorm van een gratificatie worden toegekend wanneer de werkgever erg tevreden is met de prestatie of inzet van een werknemer.
Artikel 19 en 20 144 uren per jaar + 56 “extra” verlof uren
Werkgeversbijdrage levensloop
Werknemers ontvangen geen bijdrage voor levensloop sparen.
1,5% van het jaarsalaris, minimaal € 400,-bij volledige betrekking. 2,5% bij zgn. ‘bezwarende functies’.
29.16 Bijdrage levensloop 0,5% van salaris
• De CAR-UWO, de cao Jeugdzorg en de cao Welzijn hanteren verschillende methoden om functies in te delen in de salarisschalen. • De eindejaarsuitkering is bij de cao Jeugdzorg en de cao Welzijn 2.3% hoger dan bij CAR-UWO. • Bij de verdeling van de pensioenkosten hanteert het ABP-pensioen (CAR-UWO) een hogere werkgeversbijdrage (en lagere werknemersbijdrage) dan de premieverdeling van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (cao Jeugdzorg en cao Welzijn). • Werknemers binnen de cao Jeugdzorg hebben ten opzichte van werknemer binnen de cao Welzijn en CAR-UWO respectievelijk zo’n 30 en 41,6 meer verlofuren. Kanttekening is wel dat onder de CAR-UWO de werkgever lokaal afwijkende regelingen kan vaststellen op basis van diensttijd of leeftijd. Deze afwijkende regelingen kunnen mogelijk tot een hoger verlof leiden dan de cao’s Jeugdzorg en Welzijn. Dit geldt dan wel voor een beperkte groep werknemers. • De werkgeversbijdrage levensloop is voor werknemers binnen de CAR-UWO hoger dan bij de cao’s Jeugdzorg en Welzijn. NB: Op lokaal niveau kunnen aanvullende regelingen gelden. Bijvoorbeeld, extra verlof en extra doorbetaald feestdagen (1 mei, Leids Ontzet, etc.)
Arbeidsvoorwaarden die leeftijdsafhankelijk zijn Arbeidsvoorwaarde
Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening
CAR-UWO
Jeugdzorg
Jubileumgratificatie
Artikel 4.9: Al of niet met onderbreking in dienst van cao of aanverwante cao geldt: 1/2 mnd salaris bij 25 jr, 1 mnd salaris bij 40 jr, 1 mnd salaris bij 50 jr.
Bij 25 jaar: 50% van de bezoldiging en de vakantietoelage; Bij 40 en 50-jarig jubileum 100% bezoldiging en vakantietoelage.
Artikel 28.3 Jubileumgratificatie Bij 25 dienstjaren een half maandsalaris Bij 30 dienstjaren drievierde maandsalaris Bij 40 dienstjaren een heel maandsalaris
Leeftijdsafhankelijk verlof
Leeftijdsafhankelijk verlof: 30 tot en met 39 jaar: 7,2 uur 40 tot en met 44 jaar: 14,4 uur 45 tot en met 49 jaar: 21,6 uur 50 tot 65 jaar: 36 uur
Geen leeftijdsafhankelijk verlof. CAR-UWO biedt wel de mogelijkheid het lokaal vast te stellen.
Artikel 21 Vitaliteitsbudget, v.a. 55 jr., max 158 uur per jaar.
• De Jubileumgratificatie is bij de Cao Welzijn en de CAR-UWO gelijk. Binnen de Cao Jeugdzorg wordt er ook een gratificatie uitgekeerd bij 30 dienstjaren, maar afwijkend ten opzichte van de andere twee cao’s niet bij 50 dienstjaren. • De opbouw van extra verlofuren start binnen de Cao Welzijn bij de leeftijd van 30 jaar. Dit is bij de cao Jeugdzorg 55 jaar. NB: Op lokaal niveau kunnen aanvullende regelingen gelden. Bijvoorbeeld, extra doorbetaald verlof voor werknemers in de hogere functiegroepen. Vereniging van Nederlandse Gemeenten
9
Arbeidsvoorwaarden die op groepen werknemers van toepassing zijn Arbeidsvoorwaarde
Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening
CAR-UWO
Jeugdzorg
Overwerk
Niet opgenomen
Alleen voor medewerkers in de bijzondere regeling. 100% voor overwerkuren op een zondag, 75% voor overwerkuren op een zaterdag, 75% voor overwerkuren op een maandag tussen 0 en 6 uur, 50% voor overwerkuren op een dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag tussen 0 en 6 uur, 50% voor overwerkuren op een maandag, dinsdag, woensdag donderdag of vrijdag tussen 20 en 24 uur, 25% voor overwerkuren op maandag dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag tussen 6 en 20 uur. Plus verlof voor overwerkuren.
Artikel 29.1 Keuze werknemer, compensatie in verlofuren (gelijk aan de duur van het overwerk) of financieel (uurloon gelijk aan de duur van het overwerk + 25%)
Reiskostenvergoedingen voor zakelijk verkeer
OV op basis van het laagste klasse tarief, of met eigen vervoer tegen kilometervergoeding.
Niet bij CAO geregeld.
De werkgever dient in overeenstemming met de OR of PVT een regeling voor reis- en verblijfkostenvergoeding vast te stellen. Indien er geen ondernemingsregeling is geldt Regeling uit CAO 2007-2008, op grond waarvan de werknemer (na saldering) minimaal € 0,29 netto per dienstreiskilometer ontvangt indien gebruik wordt gemaakt van de eigen auto.
• De overwerktoeslagen van de CAR-UWO liggen hoger dan de toeslagen van de cao Jeugdzorg. Overwerk is binnen de Cao Welzijn niet opgenomen. • De vergoeding voor zakelijke kilometers is bij de Cao Jeugdzorg hoger dan bij de cao Welzijn. De vergoeding bedraagt € 0,29 netto per gereden kilometer. De vergoeding voor zakelijke kilometers is niet in de CAR-UWO opgenomen.
10
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Arbeidsvoorwaarden die het gevolg zijn van een specifieke gebeurtenis en voor een beperkte groep gelden Arbeidsvoorwaarde
Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening
CAR-UWO
Jeugdzorg
BHV
niet opgenomen
Er kunnen lokaal regelingen worden opgesteld
Artikel 29.10 Vergoeding bedrijfshulpverleners De werknemer die de taak van bedrijfshulpverlener vervult ontvangt in december een vergoeding van € 150,- ongeacht de omvang van het dienstverband.
Ouderschapsverlof
Wettelijke regeling, waarbij daarbovenop 40 % van het loon wordt vergoed door de werkgever mits het verlof binnen 12 maanden wordt genoten en minus de fiscale ouderschapsverlofkorting.
wettelijke regeling. Er wordt de eerste 13 weken een percentage van het salaris doorbetaald, minus het daaraan gekoppelde maximale uurbedrag van de fiscale tegemoetkoming van de Belastingdienst waarop de ambtenaar aanspraak kan maken.Het hiervoor genoemde percentage bedraagt voor de ambtenaar die wordt bezoldigd volgens: schaal 1: 90% schaal 2: 85% schaal 3: 80% schaal 4: 70% schaal 5: 60% schaal 6 en hoger: 50%
Artikel 24 13 weken verlof onder doorbetaling van 50% van het loon minus ouderschapsverlofkorting, mits min. 1 jaar in dienst.
• Binnen de Cao Welzijn is geen vergoeding voor BHV’ers opgenomen. Binnen de CAR-UWO kan op lokaal niveau een regeling worden vastgesteld. • Binnen elke cao wordt een regeling inzake loondoorbetaling bij ouderschapsverlof gehanteerd. De inhoud ervan verschilt per cao.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
11
Deel 2, Maatmensvergelijking Dit deel gaat in op de mogelijke arbeidsvoorwaardelijke en loonkostentechnische gevolgen van de vorming van een AMHK aan de hand van een aantal maatmensen. In het eerste onderdeel wordt op basis van de maatmensen een vergelijking gemaakt van de all-in bruto maandsalarissen (inclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en werkgeversbijdrage in de levensloop) van de CAR-UWO, de cao Jeugdzorg en de cao Welzijn. Het tweede onderdeel behandelt de mogelijke kosteneffecten voor werkgevers.
Beloningsvergelijking Op basis van maatmensen (fictieve personen) wordt onderzocht wat de concrete beloningsconsequenties zijn. Hierbij wordt de impact van de mogelijke cao-overgang berekend voor het totale beloningsniveau (primair en secundair) van de doorsnee werknemer. De volgende maatmensen (functies) zijn in overleg met GGD Nederland opgesteld. • Uitvoerend medewerker (HBO) • Uitvoerend medewerker (MBO) • Teamleider • Beleidsmedewerker • Secretarieel ondersteuner • AMK-onderzoeker • Gedragswetenschapper • Pedagoog/psycholoog/gedragswetenschapper (WO) • Vertrouwensarts • Teamleider • Beleidsmedewerker De CAR-UWO, de cao Jeugdzorg en de cao Welzijn hanteren verschillende methoden om functies in te delen in de salarisschalen. Voor dit rapport zijn bovenstaande functies indicatief ingedeeld in de salarisschalen van de betreffende cao’s. Bijvoorbeeld, op basis van gegevens van de GGD blijkt dat de functie van Uitvoerend medewerker (HBO) onder de CAR-UWO het meest voorkomt in schaal 9. Op basis van de indicatieve functie-indeling zou deze functie worden ingedeeld in functiegroep 8 van zowel de cao Jeugdzorg als de cao Welzijn. NB: Op lokaal niveau kunnen de werkelijke functie-indelingen afwijken van de indelingen weergegeven in dit rapport. Bovendien kan als gevolg van de transitie de functie-eisen van bepaalde functies wijzigen waardoor deze functies in hogere of lagere salarisschalen worden ingedeeld. In deze vergelijking wordt voor de functie van Uitvoerend medewerker het schaalmaximum van schaal 9 van de CAR-UWO vergeleken met het schaalmaximum van schaal 8 van de cao’s Jeugdzorg en Welzijn (schaal 8).
Uitgangspunten • Als peildatum is gekozen voor 1 januari 2014. • Alle bedragen zijn weergegeven per maand. Bedragen die veelal jaarlijks worden uitgekeerd, zijn omgerekend naar een maandbedrag. Als voorbeeld noemen we de vakantietoeslag. • In de vergelijking is de reiskostenvergoeding buiten beschouwing gelaten omdat dit veelal op specifiek organisatieniveau wordt georganiseerd. 12
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
• Voor alle maatmensen is uitgegaan van een fulltime arbeidsduur, 36 uur. • De berekeningen zijn gemaakt op basis van het schaalmaximum5 van de schaal waarin de functie is ingedeeld. Bevindingen Onderstaande tabel geeft het overzicht van de totale bruto beloning per maand van de drie cao’s. De totale bruto beloning bevat de volgende onderdelen: Bruto maandsalaris, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en werkgeverbijdrage in het levensloopsparen. cao Car-Uwo Car-Uwo Car-Uwo Car-Uwo Car-Uwo Jeugdzorg Jeugdzorg Jeugdzorg Jeugdzorg Jeugdzorg Jeugdzorg Welzijn Welzijn Welzijn Welzijn Welzijn Welzijn
Functienaam Uitvoerend medewerker (hbo) Uitvoerend medewerker (mbo) Teamleider Beleidsmedewerker Secretarieel ondersteuner AMK-onderzoeker Gedragswetenschapper Vertrouwensarts Teamleider Beleidsmedewerker Secretarieel ondersteuner Uitvoerend medewerker (hbo) Uitvoerend medewerker (mbo) Pedagoog/psycholoog/ gedragswetenschapper (wo) Teamleider Beleidsmedewerker Secretarieel ondersteuner
€ € € € € € € € € € € € €
Bruto fulltime salaris 4.048,28 2.746,59 5.184,80 5.184,80 2.887,50 4.444,94 5.101,93 5.866,19 5.104,28 4.444,94 2.941,85 3.942,86 3.344,00
Bruto fulltime salaris Car-Uwo
Bruto fulltime salaris Jeugdzorg € 3.727,46 € 2.561,38 € 4.444,94 € 4.444,94 € 2.739,93
€ € € € € € € €
5.184,80 5.896,28 6.397,55 5.896,28 5.184,80 3.163,55 4.048,28 € 3.583,97 €
3.727,46 3.171,72
€ € € €
5.342,92 4.815,41 4.342,87 3.344,00
€ € € €
5.896,28 5.184,80 4.499,88 3.583,97
5.113,68 4.444,94 4.061,22 3.171,72
€ € € €
Bruto fulltime salaris Welzijn € 3.942,86 € 2.595,43 € 4.815,41 € 4.815,41 € 2.814,15 € 4.697,27 € 5.210,75 € 5.787,38 € 5.210,75 € 4.697,27 € 2.917,08
Er zijn een aantal zaken die opvallen in bovenstaande tabel: • In alle gevallen geldt dat onder de CAR-UWO de hoogste totale beloning wordt verstrekt. • Voor een aantal werknemers ligt de totale brutobeloning van de cao Welzijn hoger dan de Jeugdzorg. Dit geldt echter niet voor de functies van de vertrouwensarts en de secretarieel ondersteuner. Voor deze twee functies is de totale beloning onder de cao Jeugdzorg hoger dan onder de cao Welzijn.
Werkgeverskosten Dit onderdeel vergelijkt de werkgeverskosten van de belangrijkste elementen van de arbeidsvoorwaardenpakketten van de cao’s Jeugdzorg, Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening en de CAR-UWO. Vergelijkingswijze De werkgeverskostenvergelijking is op de volgende wijze uitgevoerd: Op basis van de volgende 3 maatmensen: • Uitvoerende medewerker HBO • Vertrouwensarts • Gedragswetenschapper Per maatmens wordt onderscheid gemaakt tussen een werknemer van 30 jaar en een werknemer van 50 jaar. Functievergelijkbaarheid: Voor de functievergelijkbaarheid tussen de betreffende cao’s wordt uitgegaan van de indicatieve functie-indelingen zoals beschreven in het vorige onderdeel.
5 Hierbij worden de extra periodieken van de cao’s Jeugdzorg en Welzijn die kunnen worden toegekend op basis van een beoordeling ‘zeer goed’ buiten beschouwing gelaten.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
13
Bij de werkgeverskostenvergelijking worden de volgende onderwerpen betrokken: • Het vaste jaarinkomen: • Het maximumsalaris volgens de betreffende salarisschaal • Vakantietoeslag • Eindejaarsuitkering • Levensloopbijdrage werkgever • Werkgeversbijdrage aanvullende ziektekostenpremie • Netto jaarlijkse arbeidsduur: Van bruto naar “netto” arbeidsduur waarbij rekening wordt gehouden met: • Arbeidsduurverkorting • Basisvakantie • Feestdagen • Extra vakantierechten op basis van leeftijd/diensttijd • Extra verlof voor oudere werknemers • Pensioen: Werkgeversbijdrage in de pensioenpremie Bevindingen Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de uitkomsten van de vergelijking van de werkgeverskosten tussen de CAR-UWO en de cao’s Jeugdzorg en Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening6. De percentages geven het relatieve kostenniveau van de CAR-UWO weer ten opzichte de cao’s Jeugdzorg en Welzijn. Bijvoorbeeld: het relatieve kostenniveau van de cao Jeugdzorg op jaarbasis staat op 111%. Dit betekent dat het relatieve kostenniveau van de CAR-UWO 11% hoger ligt dan bij de cao Jeugdzorg.
Onderwerp
Jeugdzorg
Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening
Functie
Uitvoerende HBO-medewerker
Jaarbasis
111%
106%
Uurbasis
108%
105% (50 jaar: 103%)
Functie
Vertrouwensarts
Jaarbasis
123%
118%
Uurbasis
120%
117% (50 jaar: 115%)
Functie
Gedragswetenschapper
Jaarbasis
111%
106%
Uurbasis
108%
105% (50 jaar: 103%)
Voor alle drie functies zijn de werkgeverskosten van de CAR-UWO hoger dan de cao’s Jeugdzorg en Welzijn. Vooral de CAR-UWO-werkgeverskosten voor de functie van Vertrouwensarts liggen relatief hoog in vergelijking met de cao’s Jeugdzorg en Welzijn. NB: De uitkomsten van de vergelijking van de werkgeverskosten zijn gebaseerd op indicatieve functie-indelingen. Op lokaal niveau kunnen de werkelijke functie-indelingen afwijken van de indelingen gehanteerd in dit rapport. Hetgeen tot heel andere uitkomsten leidt. Bovendien kan als gevolg van de transitie de functie-eisen van bepaalde functies wijzigen waardoor deze functies in hogere of lagere salarisschalen worden ingedeeld.
6 De uitwerking van de vergelijking werkgeverskosten is te vinden in de bijlage Vergelijking werkgeverskosten.
14
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Bijlage Salaristabellen
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
15
16
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
17
18
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
19
20
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
21
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Bijlage Vergelijking cao-regelingen
22
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
23
24
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
25
26
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
27
28
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Bijlage Vergelijking werkgeverskosten Vergelijking werkgeverskosten Uitvoerende medewerker HBO De volgende tabellen geven een overzicht van de opbouw van de werkgeverskosten van de drie cao’s voor de functie van Uitvoerende medewerker HBO. De eerste tabel betreft een werknemer van 30 jaar. De tweede tabel gaat in op een werknemer van 50 jaar. Uitvoerende medewerker HBO, 30 jaar
Bevindingen De CAR-UWO-werkgeverskosten op jaarbasis van de Uitvoerende medewerker HBO van 30 jaar liggen ten opzichte van: • Jeugdzorg: 11% hoger • Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening:
6% hoger
De CAR-UWO-werkgeverskosten op uurbasis van de Uitvoerende medewerker HBO van 30 jaar liggen ten opzichte van: • Jeugdzorg: 8% hoger • Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening: Vereniging van Nederlandse Gemeenten
5% hoger 29
Toelichting: De Uitvoerende medewerker HBO die onder de CAR-UWO valt heeft ten opzichte van de referentiecao’s: • Een hoger jaarinkomen • De Uitvoerende medewerker HBO is ingedeeld in salarisschaal: 9 CAR-UWO 8 Jeugdzorg 8 Welzijn • Een hogere werkgeversbijdrage pensioenpremie • Lagere sociale lasten • Een hogere netto jaarlijkse arbeidsduur In de praktijk hanteren gemeenten extra doorbetaalde vrije dagen (bijvoorbeeld, Goede Vrijdag, 1 mei (Amsterdam), Leids Ontzet (Leiden), enzovoorts) en extra doorbetaalde leeftijdsdagen. Het werkelijke verschil in netto jaarlijkse arbeidsduur tussen de CAR-UWO gemeenten en de cao’s Jeugdzorg en Welzijn kan kleiner zijn dan weergegeven in bovenstaande tabel.
30
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Uitvoerende medewerker HBO, 50 jaar
Bevindingen De CAR-UWO-werkgeverskosten op uurbasis van de Uitvoerende medewerker HBO van 50 jaar liggen ten opzichte van: • Jeugdzorg: 8% hoger • Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening:
3% hoger
Ten opzichte van de Uitvoerende medewerker HBO van 30 jaar, heeft een werknemer van 50 jaar ca. 29 uur per jaar meer doorbetaald verlof bij de cao Welzijn. De overige werkgeverskosten en verlofrechten van de drie cao’s zijn ongewijzigd.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
31
Vergelijking werkgeverskosten Vertrouwensarts De volgende tabellen geven een overzicht van de opbouw van de werkgeverskosten van de drie cao’s voor de functie van Vertrouwensarts. De eerste tabel betreft een werknemer van 30 jaar. De tweede tabel gaat in op een werknemer van 50 jaar. Vertrouwensarts, 30 jaar
Bevindingen De CAR-UWO-werkgeverskosten op jaarbasis van de Vertrouwensarts van 30 jaar liggen ten opzichte van: • Jeugdzorg: 23% hoger • Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening:
18% hoger
De CAR-UWO-werkgeverskosten op uurbasis van de Vertrouwensarts van 30 jaar liggen ten opzichte van: • Jeugdzorg: 20% hoger • Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening:
32
17% hoger
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Toelichting: De Vertrouwensarts die onder de CAR-UWO valt heeft ten opzichte van de referentie-cao’s: • Een (ruim) hoger jaarinkomen • De Vertrouwensarts is ingedeeld in salarisschaal: 10 CAR-UWO 8 Jeugdzorg 8 Welzijn • Een hogere werkgeversbijdrage pensioenpremie • Lagere sociale lasten • Een hogere netto jaarlijkse arbeidsduur In de praktijk hanteren veel gemeenten extra doorbetaalde vrije dagen (bijvoorbeeld, Goede Vrijdag, 1 mei (Amsterdam), Leids Ontzet (Leiden), enzovoorts) en extra doorbetaalde leeftijdsdagen. Het werkelijke verschil in netto jaarlijkse arbeidsduur tussen de CAR-UWO en de cao’s Jeugdzorg en Welzijn kan kleiner zijn dan weergegeven in bovenstaande tabel.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
33
Vertrouwensarts, 50 jaar
Bevindingen De CAR-UWO-werkgeverskosten op uurbasis van de Vertrouwensarts van 50 jaar liggen ten opzichte van: • Jeugdzorg: 20% hoger • Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening:
15% hoger
Ten opzichte van de Vertrouwensarts van 30 jaar, heeft een werknemer van 50 jaar ca. 29 uur per jaar meer doorbetaald verlof bij de cao Welzijn. De overige werkgeverskosten en verlofrechten van de drie cao’s zijn ongewijzigd.
34
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Vergelijking werkgeverskosten Gedragswetenschapper De volgende tabellen geven een overzicht van de opbouw van de werkgeverskosten van de drie cao’s voor de functie van Gedragswetenschapper. De eerste tabel betreft een werknemer van 30 jaar. De tweede tabel gaat in op een werknemer van 50 jaar. Gedragswetenschapper, 30 jaar
Bevindingen De CAR-UWO-werkgeverskosten op jaarbasis van de Gedragswetenschapper van 30 jaar liggen ten opzichte van: • Jeugdzorg: 11% hoger • Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening:
6% hoger
De CAR-UWO-werkgeverskosten op uurbasis van de Gedragswetenschapper van 30 jaar liggen ten opzichte van: • Jeugdzorg: 8% hoger • Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening:
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
5% hoger
35
Toelichting: De Gedragswetenschapper die onder de CAR-UWO-cao valt heeft ten opzichte van de referentie-cao’s: • Een hoger jaarinkomen • De Gedragswetenschapper is ingedeeld in salarisschaal: 9 CAR-UWO 8 Jeugdzorg 8 Welzijn • Een hogere werkgeversbijdrage pensioenpremie • Lagere sociale lasten • Een hogere netto jaarlijkse arbeidsduur In de praktijk hanteren veel gemeenten extra doorbetaalde vrije dagen (bijvoorbeeld, Goede Vrijdag, 1 mei (Amsterdam), Leids Ontzet (Leiden), enzovoorts) en extra doorbetaalde leeftijdsdagen. Het werkelijke verschil in netto jaarlijkse arbeidsduur tussen de CAR-UWO en de cao’s Jeugdzorg en Welzijn kan kleiner zijn dan weergegeven in bovenstaande tabel.
36
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Gedragswetenschapper, 50 jaar
Bevindingen De CAR-UWO-werkgeverskosten op uurbasis van de Gedragswetenschapper van 50 jaar liggen ten opzichte van: • Jeugdzorg: 8% hoger • Welzijn & Maatschappelijke dienstverlening:
3% hoger
Ten opzichte van de Gedragswetenschapper van 30 jaar, heeft een werknemer van 50 jaar ca. 29 uur per jaar meer doorbetaald verlof bij de cao Welzijn. De overige werkgeverskosten en verlofrechten van de drie cao’s zijn ongewijzigd.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
37