VOORZIENING VOOR BESCHERMD WONEN De gemeente Lelystad bekijkt de mogelijkheden voor een beschermd wonen voorziening in de stad. Dat heeft het college besloten. In opdracht van centrumgemeente Almere deed het IVO (wetenschappelijk bureau voor onderzoek) uit Rotterdam in 2009 onderzoek naar chronisch verslaafden in Flevoland. In het IVO-rapport wordt gesteld dat er in Lelystad behoefte is aan een voorziening voor beschermd wonen van ongeveer 20 plaatsen. Het gaat hierbij om een voorziening waar dakloze verslaafden gedurende langere tijd kunnen wonen en waar 24 uur per dag en 7 dagen per week toezicht en/of begeleiding aanwezig is. Iriszorg zal deze voorziening in samenwerking met de gemeente gaan ontwikkelen. Iriszorg is een professionele instelling voor verslavingszorg en maatschappelijke opvang en is reeds actief in Lelystad. In de komende tijd zal een plan gemaakt worden door Iriszorg, zal gekeken worden naar mogelijke locaties, criteria die daarbij gelden, etc. De ervaring met onder andere de dag- en nachtopvang van het Leger des Heils en het daarbij horende hulpverleningstraject leert dat het belangrijk is om voorzieningen te hebben voor de mensen voor wie dit traject niet succesvol is en om deze mensen ook daarna goed te blijven begeleiden. Daarvoor biedt deze voorziening de mogelijkheden. Om de voorziening te kunnen realiseren zijn minstens 24 plaatsten noodzakelijk.
LELYSTAD BIEDT MAROKKAANS-NEDERLANDSE JONGEREN PERSPECTIEF Het college van Lelystad stelt de gemeenteraad voor tijdelijk extra maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat er een trendbreuk komt in de groei en omvang van de overlast en criminaliteit gepleegd door Marokkaans-Nederlandse risicojongeren. De aanpak staat beschreven in het plan “Perspectief bieden en grenzen stellen”. Uitgangspunt van dit plan is dat de groep jongeren waarmee het goed gaat groter wordt. In een aantal steden in Nederland hebben zich in de afgelopen jaren incidenten voorgedaan met Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren. Een klein deel van de Marokkaans-Nederlandse jongeren is hiervoor verantwoordelijk, de meesten van hen doen het goed in de maatschappij. Landelijk zijn er 22 gemeenten geselecteerd, waar sprake is van meer dan een gemiddeld aantal overlastgevende en criminele Marokkaans-Nederlandse jongeren. De landelijke overheid heeft tot en met 2012 geld beschikbaar gesteld en in ruil daarvoor prestatieafspraken gemaakt met deze 22 gemeenten, om een trendbreuk in de groei en omvang van de groep criminaliteit en overlast plegende Marokkaans-Nederlandse risicojongeren te realiseren. Lelystad is één van deze gemeenten. Het Lelystadse plan van aanpak, “Perspectief bieden en grenzen stellen”, is er op gericht de groep overlastveroorzakende en criminaliteitplegende Marokkaans-Nederlandse jongeren te verkleinen, door hen te begeleiden naar een goede toekomst en te voorkomen dat Marokkaans-Nederlandse jongeren uit hun omgeving zich bij de groep aansluiten. Het plan richt zich daarom niet alleen op de groep overlast veroorzakende jongeren, maar ook op hun directe omgeving. Het plan bestaat ondermeer uit een aantal extra tijdelijke activiteiten op het gebied van gezinscoaching, hulp bij opvoeding, ambulant jongerenwerk, jeugdhulpverlening en talentmanagement. Uitgangspunt bij deze extra activiteiten is dat deze deel uitmaken van een integrale benadering en zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande activiteiten. Het plan van aanpak is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de jongeren zelf en alle betrokken organisaties: Welzijn Lelystad, Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland, het Centrum voor Jeugd en Gezin, de gemeente Lelystad, de politie en de Marokkaanse organisaties in Lelystad (Stichting Buurtvaders, INSAF, de Zusterraad, Moskee El Imaan en Stichting El Chabab).
Voor de uitvoering van het plan van aanpak dat loopt tot en met 2012 is € 535.000 nodig. De gemeente Lelystad ontvangt een rijksbijdrage van in totaal € 465.000 en investeert zelf € 70.000. De gemeenteraad zal gevraagd worden in te stemmen met het inzetten van de benodigde middelen ter realisatie van de doelen uit het plan 'Perspectief bieden en grenzen stellen’.
IN NAJAAR MEER DUIDELIJKHEID OVER STARTERLENING Naar verwachting neemt de Raad in het najaar een besluit over de verordening van de starterlening. Sinds 26 mei kunnen starters in de gemeente Lelystad al geen gebruik meer maken van deze lening. Eind maart is bekend geworden dat de middelen ten behoeve van de VROM koopsubsidie zijn uitgeput en eind mei werd bekend dat ook het VROM-deel van het startersfonds op is. Sinds 26 mei van dit jaar kunnen starters in de gemeente Lelystad hierdoor geen gebruik meer maken van de starterlening. Mocht de raad besluiten de verordening starterlening in te trekken, dan volgt de gemeente Lelystad het ingezette Rijksbeleid. Zou de gemeente Lelystad besluiten de starterlening met 100% eigen middelen voort te zetten, dan kunnen er, gezien het beperkte budget dat nog beschikbaar is, relatief weinig mensen geholpen worden. De raad buigt zich in het najaar over de mogelijkheid om in plaats van starterleningen duurzaamheidleningen in te stellen. Deze leningen zijn voor een breder publiek en van het budget kunnen meer mensen profiteren. Dit is uiteraard afhankelijk van de afweging die de raad moet maken ten opzichte van andere voorstellen voor de begroting van 2011.
LELYSTAD BIJZONDER GOED OP WEG MET INBURGERING Lelystad is bijzonder goed op weg met inburgering. In 2010 moeten gemeenten, waaronder Lelystad, extra inspanningen verrichten om de verbreding te maken van verplichte naar vrijwillige inburgeraars. Naast het aantal mensen dat verplicht moet inburgeren zijn er namelijk ook veel mensen die baat kunnen hebben bij een inburgeringstraject, maar niet verplicht zijn om zo’n traject te volgen. Lelystad heeft haar doelstellingen ruimschoots gehaald. Onze afspraak met het Rijk was van januari tot en met mei 2010 minimaal 132 inburgeringstrajecten te realiseren. In mei 2010 stond de teller reeds op 194 trajecten. Daarom krijgt Lelystad ruim € 700.000,-. Onze doelstelling voor heel 2010 is 500 trajecten. Hiermee geven we het collegemotto ‘Iedereen doet mee’ concrete uitvoering. In Lelystad wonen veel mensen uit verschillende landen. Om elkaar te begrijpen is het van belang dat iedereen Nederlands spreekt en de Nederlandse cultuur kent. Inburgeren bevordert het participeren in de Nederlandse samenleving en zelfredzaamheid. Lelystad kent jaarlijks tot 150 personen die verplicht moeten inburgeren en in totaal 5000 mensen die behoefte hebben aan verbetering van de Nederlandse taal, maar dat niet verplicht zijn. We nodigen iedereen uit die de Nederlandse taal beter wil leren om nog dit jaar een cursus te volgen. Dit is in de meeste gevallen gratis. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden via telefoonnummer (0320) 278911, vraagt u naar Team Inburgering. Of u kunt langskomen bij de Stadswinkel op de Meent 14. In een brief aan de gemeente schrijft het ministerie: Omdat in 2010 gemeenten extra inspanningen moeten verrichten om de omslag van verplichte naar vrijwillige inburgeraars te maken, is indertijd een extra financiële bijdrage in het vooruitzicht gesteld op basis van een minimum aantal te realiseren voorzieningen t/m mei 2010. Deze bijdrage is bedoeld om de uitvoering van de inburgering te intensiveren, extra personeel aan te nemen en meer algemeen om vrijwillige inburgeraars de taal te laten leren. Voor uw gemeente betrof dit minimum aantal te realiseren voorzieningen 132. Het doet mij
genoegen te constateren dat uw gemeente met een gerealiseerd aantal voorzieningen van 194 in de periode van januari tot en met mei dit aantal tijdig behaald heeft. Ik wil uw gemeente, in het bijzonder de afdeling inburgering, feliciteren met het behalen van de doelstelling t/m mei. Ik weet dat in veel gemeenten alles op alles gezet is om inburgeraars te bereiken, te begeleiden naar een voor de desbetreffende inburgeraar optimaal traject en dit op de juiste manier administratief te verwerken. Als gemeente zijn we blij met de bonus. Deze zal zeker een bijdrage leveren aan de door de gemeente uit te voeren taken.
OP WEG MET WERK ‘Op weg met werk’ is de naam van de nieuwe beleidsnota over arbeidsparticipatie voor de periode 2010 – 2014. Het college stelt de raad voor in te stemmen met dit plan, waarin de beleidsuitgangspunten op het terrein van arbeidsparticipatie voor de komende vier jaar zijn beschreven. Deze kadernota borduurt voort op het succesvolle beleid van de afgelopen jaren, maar kiest ook voor een meer samenhangende aanpak, door een vijftal wetten (WWB, WIJ, WI, WSW en WEB) op het terrein van toeleiding naar werk en participatie te bundelen. Dat leidt tot een integrale benadering om meer maatwerk te kunnen leveren, zodat meer mensen mee kunnen doen. Hiermee anticipeert Lelystad nu al op de te verwachten landelijke ontwikkelingen op dit gebied. Terugkijkend op de afgelopen periode kan geconcludeerd worden dat er sprake is geweest van een succesvolle periode, waarin grote aantallen klanten zijn uitgestroomd (van 2100 naar 1500) en dat Lelystad een zgn. voordeelgemeente is gebleven. Deze successen staan echter als gevolg van de recessie onder grote druk. Groeiende aantallen klanten vragen om extra inspanningen, net als de voorgenomen bezuinigingen van het rijk, zoals minder geld, de stelselherziening van de sociale zekerheid, verplichte samenwerkingen, etc. Onverminderd belangrijk in het Lelystadse beleid blijft dat succesvol (voor)investeren in mensen loont, zowel op financieel als inhoudelijk gebied. Een speerpunt van het nieuwe beleid is bijvoorbeeld het inzetten op kansrijke klanten om de uitstroom zo hoog mogelijk te houden. Ook het hoog houden van het arbeidspotentieel van de klanten heeft prioriteit, bijvoorbeeld door omscholingstrajecten en behoud van arbeidsritme. Verloning is hierbij in het verleden een succesvol instrument gebleken. Daar gaan we dan ook mee door. Ook het versterken van de zelfredzaamheid en een actieve inzet op het voorkomen van jeugdwerkloosheid staan voorop. Een voorbeeld hiervan is de uitbouw van het speciale Jongerenloket en het aanbieden van leerwerktrajecten. Onderwijs gaat daarbij altijd voor werk, het behalen van een startkwalificatie staat voorop. Bij alle inspanningen is de samenwerking met andere partners, zoals het ROC, UWV, Concern voor werk, e.d. essentieel. Het samenbrengen van de Wet Werk en Bijstand, Wet Investeren in Jongeren, Wet Inburgering, Wet Sociale Werkvoorziening en de Wet Educatie en Beroepsonderwijs zorgt ervoor dat er meer samenhang is op al deze verschillende terreinen en dat de middelen hiervoor ook integraal kunnen worden ingezet. Middelen vanuit de Rijksoverheid voor één bepaald terrein, kunnen op deze manier worden ingezet waar het effect het grootste is. Bij de Wet inburgering verandert de prioritering bijvoorbeeld van het halen van het inburgeringsdiploma naar actieve participatie (in onder andere werk). Ook de WsW kan bijvoorbeeld gebruikt worden om meer mensen toe te leiden naar werk. ‘Op weg met werk’ zal eerst in het Participatieplatform WWB/WSW besproken worden en vervolgens ter besluitvorming aangeboden worden aan de gemeenteraad.
FACELIFT VOOR DE NERINGWEG Stap voor stap toewerken naar een goed bereikbaar Stadshart De gehele Neringweg wordt opnieuw ingericht met dezelfde uitstraling als het overige nieuwe deel van het Stadshart. Met de facelift van de Neringweg wordt toegewerkt naar een goede bereikbaarheid van zowel het nieuwe als het bestaande deel van het Stadshart. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft daarom besloten tot een samenhangend verkeersmaatregelenpakket. De werkzaamheden starten begin september en duren naar verwachting vijf maanden. Werkzaamheden Het asfalt en straatwerk wordt over de volledige breedte van de weg verwijderd waarna de Nerinweg wordt heringericht. Er komt een extra verbindingsweg naar de Lindelaan. Deze is nodig omdat de weg tot aan het ABC(D)-complex wordt ingericht voor éénrichtingsverkeer. De herinrichtingswerkzaamheden worden gecombineerd met een rioleringsvervanging om de overlast zo veel mogelijk te beperken. Verkeersmaatregelen Om de verkeersstromen op de Neringweg in de nieuwe situatie in goede banen te leiden is een samenhangend verkeersmaatregelenpakket ontworpen dat primair beoogt om al het verkeer op een veilige wijze af te wikkelen. Kenmerkende elementen in dat pakket zijn daarom: een snelheidsregiem van maximaal 30 km/uur, éénrichtingverkeer, fietssuggestiestroken , een voetgangersoversteekplaats en specifieke parkeerplaatsen voor gehandicapten. Bereikbaarheid De werkzaamheden worden in verschillende fases gerealiseerd zodat de bereikbaarheid van de centrumverbinding en de toegang tot winkels en woningen mogelijk blijft. Om de toegang te garanderen wordt een deel van werkzaamheden in de nacht uitgevoerd. Het doorgaande autoverkeer zal worden omgeleid naar de Lindelaan.
TIJDELIJKE PARKEERONTHEFFING Met ingang van 1 september 2010 is het mogelijk voor minder validen om een tijdelijke parkeerontheffing aan te vragen. Dat heeft het college besloten. Voorwaarde is dat iemand door middel van een dokterverklaring kan aantonen dat hij of zij voor korte tijd (2 maanden) minder valide is. Dat is bijvoorbeeld het geval als iemand in het ziekenhuis is geopereerd en thuis revalideert. Op die manier kunnen inwoners ook in zo’n geval gebruik maken van de gehandicaptenparkeerplaatsen in Lelystad. Om voor een gehandicapten parkeerkaart in aanmerking te komen moet iemand namelijk 6 maanden of langer een beperking hebben.
ONDERWIJS EN GEMEENTE POSITIEF OVER ‘BREDE SCHOOL NIEUWE STIJL’ Met ingang van dit schooljaar is de ‘Brede school nieuwe stijl’ gestart. Leerkrachten, besturen en gemeente zijn positief over de veranderingen. Dit staat in een tussenrapportage dat dinsdag in het college is behandeld. Het gaat om een “tussenrapportage”, verwijzend naar de Kadernota Brede School-beleid in Lelystad 2009-2012”.
Betrokken De gemeente heeft de verantwoording voor de brede school nieuwe stijl overgedragen aan de schooldirecties. Zo zijn scholen, ouders en leerkrachten nog meer betrokken bij de Brede School en kan bij het organiseren van activiteiten beter worden ingespeeld op de vraag. Ook worden de schooldirecties vanaf dit schooljaar ondersteund door “activiteitencoördinatoren”, gedurende 1 dag per week per brede school-netwerk. Activiteitencoordinatoren De activiteiten-coördinatoren konden structureel worden aangesteld via de “Impulsmaatregel Brede Scholen, Sport en Cultuur”. Met behulp van die regeling zijn ook andere “combinatiefuncties” gerealiseerd, voornamelijk op het gebied van “sport en bewegen” en “kunst en cultuur”. In totaal gaat het om ca. 11 structurele formatieplaatsen, die voor een deel “nieuw” zijn, voor een deel in de plaats komen van tijdelijke functies (zoals functies in het kader van het inmiddels beëindigde project “Buurt, Onderwijs en Sport”). Het rijk betaalt voor 40% mee via verhoging Algemene Uitkering Gemeentefonds. Uitbreiding brede schoolnetwerk Er zijn op dit moment 19 brede scholen verdeeld over 6 brede school netwerken. Het vernieuwde concept spreekt aan. Drie basisscholen uit de wijk Botter/Tjalk hebben al gevraagd om z.s.m. officieel e aangemerkt te worden als 7 brede school-netwerk in Lelystad. Specifiek aandachtspunt voor het komend jaar is het ontwikkelen van een ‘keurmerk brede school (met meer aandacht voor evaluatie en monitoring).
GEMEENTE LELYSTAD STOOT KUNSTWERKEN AF Het college van Lelystad heeft besloten om de kunstwerken uit de gemeentelijke collectie grotendeels af te stoten. In het nieuwe interieurconcept van het stadhuis – dat momenteel verbouwd wordt - is het niet meer mogelijk om alle kunstvoorwerpen uit de collectie straks weer in het stadhuis op te hangen. Vanwege de verbouwing van het stadhuis zijn 500 kunstwerken (schilderijen, zeefdrukken, etsen e.d.) deels opgeslagen. De overige werken hangen in de tijdelijke huisvesting - gebouw Waterwijzer - aan het Maerland. De gemeentelijke collectie bestaat grotendeels uit kunstwerken die met de voormalige BKR-regeling* zijn verkregen. Een deel van de kunstwerken gaat terug naar de kunstenaars, een deel vindt zijn bestemming bij maatschappelijke instellingen in de stad en een deel wordt verkocht via veilingen. *Regeling van 1956 tot 1987 in Nederland, waardoor kunstenaars in ruil voor hun diensten of kunstwerken een inkomen konden krijgen.