Eindejaartips 2015
Voorwoord De aangekondigde brede belastingherziening gaat vooralsnog niet door. Maar toch is dit dossier nog niet van de politieke tafel. Het pensioen in eigen beheer zal ingrijpend worden gewijzigd. Er zijn ingrijpende wijzigingen aangekondigd in het fiscale eenheidsregime. En waar gaat de discussie omtrent de belastingheffing in box 3 toe leiden? Gaan we toch naar een belastingheffing over het werkelijk behaalde rendement? Belangrijke ontwikkelingen die wij uiteraard voor jou op de voet volgen. Maar ook 2016 dient zich langzaam weer aan. De vraag is of er nog zaken zijn die je in 2015 zou moeten gaan regelen. Zaken die je nog in 2015 een fiscaal voordeel kunnen opleveren. Daarvoor zijn deze Fiscale Eindejaarstips bedoeld. In de nieuwe Fiscale Eindejaarstips tref je meer dan 90 tips aan die je dit jaar nog zou kunnen opvolgen. Bij deze tips houden we uiteraard rekening met het Belastingpakket 2016 zoals dat met Prinsjesdag is gepubliceerd. Dit pakket wordt behandeld in de Tweede en Eerste Kamer. Hierbij kunnen nog wijzigingen optreden die het noodzakelijk maken, dat je daar nog dit jaar op moet reageren. Van inhoudelijke wijzigingen van het Belastingpakket houden wij je op de hoogte via onze website www.practical-accounting.com en uiteraard onze Nieuwsbrief. Wij wensen je veel fiscaal voordeel met deze Fiscale Eindejaarstips. Indien je meer informatie wilt, of een advies op maat, Kun je uiteraard contact opnemen met je vaste adviseur. Ook in 2016 staat we als kantoor voor je klaar Amsterdam December 2015 Met vriendelijke groet, Practical Accounting
2
Inhoudsopgave 1. ONDERNEMERS – ALGEMEEN .......................................................................................4 2. ONDERNEMINGEN - VENNOOTSCHAPSBELASTING ....................................................5 3. ONDERNEMINGEN EN BTW ...........................................................................................8 4. ONDERNEMINGEN EN FORMALITEITEN .................................................................... 10 5. DGA’S EN PERSONEEL ................................................................................................. 12
6. TOEKOMSTVOORZIENINGEN: PENSIOENEN EN LIJFRENTEN .................................. 13 7. EIGEN WONING ............................................................................................................ 13 8. SPAREN EN BELEGGEN................................................................................................ 14 9. FAMILY-TAXPLANNING .............................................................................................. 14 10. OVERDRACHTSBELASTING ...................................................................................... 16
3
1. ONDERNEMERS – ALGEMEEN Maak gebruik van de investeringsaftrekken Een energie-investering levert je een extra aftrek op van 41,5%. Een milieu-investering levert je een extra investeringsaftrek op van 13,5%, 27% of zelfs 36%. Ook kun je mogelijk de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek benutten. Een dergelijke extra aftrekpost zorgt voor meer liquiditeit voor je onderneming. Voorkom desinvesteringsbijtelling De desinvesteringsbijtelling is een bijtelling bij de jaarwinst van de onderneming. De desinvesteringsbijtelling moet plaatsvinden bij vervreemding van bedrijfsmiddelen waarvoor eerder een investeringsaftrek ten laste van de winst is gebracht (drempel € 2.300). Deze vervreemding wordt een desinvestering genoemd. De desinvesteringsbijtelling is van toepassing als de vervreemding plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar waarin de investering heeft plaatsgevonden. Deze desinvesteringsbijtelling geldt ook in een aantal situaties die gelijk te stellen zijn met een verkoop. In bepaalde gevallen kunt je deze bijtelling voorkomen door de desinvestering uit te stellen tot 2016. Neem bedrijfsmiddelen in gebruik in verband met willekeurige afschrijving Als tijdelijke crisismaatregel konden bepaalde investeringen, gedaan in de periode 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013, onder voorwaarden, willekeurig worden afgeschreven. Eenmalig kon in deze periode ten hoogste 50% van de af te schrijven aanschaffings- of voortbrengingskosten willekeurig worden afgeschreven. Deze bedrijfsmiddelen moeten als hoofdregel voor 1 januari 2016 in gebruik worden genomen. Als je van deze regeling gebruik hebt gemaakt, zorg er dan voor dat de bedrijfsmiddelen voor het einde van het jaar in gebruik zijn genomen. Waardeer onvolwaardige vorderingen, voorraden of bedrijfsmiddelen af Als er activa op de fiscale balans staan die een lagere waarde hebben, kun je deze afwaarderen binnen de grenzen van goed koopmansgebruik. Het afwaarderen van oninbare vorderingen, voorraden of bedrijfspanden kan je een flinke aftrekpost opleveren. Maak je onderneming inflatiebestendig door een optimale voorraadwaardering Bij het bepalen van de fiscale winst zijn er verschillende methoden om voorraden te waarderen. Een van de toegelaten systemen is het ijzeren voorraadsysteem. Dit waarderingssysteem houdt kort gezegd in dat een voor de onderneming normale voorraad tegen de historische kostprijs gewaardeerd mag blijven. Dit heeft tot gevolg dat prijsstijgingen buiten de winst blijven. Inflatie heeft dan geen vat op meer op jouw onderneming.
Zorg voor een onderbouwing van je herinvesteringsvoornemen Heb je een bedrijfsmiddel met winst verkocht, dan kun je de winst reserveren in een herinvesteringsreserve (HIR). De herinvesteringstermijn is normaal gesproken maximaal drie jaar. Wel moet dan uiterlijk aan het einde van het boekjaar waarin het bedrijfsmiddel is vervreemd een herinvesteringsvoornemen aanwezig zijn om te investeren in: een bedrijfsmiddel dat economisch eenzelfde functie inneemt in het ondernemingsvermogen; of bedrijfsmiddelen die in niet meer dan tien jaar worden afgeschreven. Het herinvesteringsvoornemen moet aanwezig zijn bij de directie van de onderneming. In een concern van vennootschappen kan dit onder bijzondere omstandigheden ook de concernleiding zijn. Wel moet dan aannemelijk zijn dat het bedrijfsmiddel waarin geherinvesteerd wordt bij de vennootschap met de HIR terecht komt. Het herinvesteringsvoornemen moet niet alleen tijdig aanwezig zijn en blijven, het moet ook aannemelijk gemaakt worden. Een voornemen kan aannemelijk gemaakt worden via zoekopdrachten, investeringsprogramma’s, etc. Zorg voor een duidelijke onderbouwing anders gaat de HIR aan je neus voorbij. Prettig nieuws is dat de Hoge Raad in 2014 heeft beslist dat al geherinvesteerd is als de verplichting is aangegaan. Er hoeft dus niet te worden gewacht totdat het bedrijfsmiddel is afgeleverd. Voorkom verdamping van verliezen Verliezen zijn maximaal negen jaar voorwaarts verrekenbaar. Na afloop van die termijn verdampen de verliezen. Je hebt verschillende mogelijkheden om verliesverdamping te voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn het realiseren van stille reserves en het optimaliseren van het tijdstip waarop winst en kosten in aanmerking mogen worden genomen. Genereer liquiditeit: verzoek om voorlopige verliesverrekening Als je over geheel 2015 een verlies verwacht, kun je in ieder geval het weglekken van liquiditeit voorkomen door de voorlopige aanslag voor 2015 op nihil te stellen. Je betaalt dan niet teveel. Voorts kan na afloop van het boekjaar, bij het indienen van de aangifte een verzoek om voorlopige verliesverrekening worden gedaan. 80% van het aangegeven verlies kan dan mogelijk alvast worden benut. Als je in 2014 nog fiscale winst had, ontvang je eventueel al betaalde belasting terug. Snel doen dus. Maak gebruik van specifieke regelingen voor de startende ondernemer Ben je een startende ondernemer? Dan zijn er specifieke regelingen waarvan je mogelijk gebruik kunt maken. Zo geldt o.a.: een soepeler urencriterium. Zorg voor een goede registratie van de uren om diverse ondernemersfaciliteiten te kunnen benutten; een verhoogde zelfstandigenaftrek; een verhoogde aftrek speur- en ontwikkelingswerk; willekeurige afschrijving voor startende ondernemers.
4
Inbreng in personenvennootschap makkelijker Op grond van goed koopmansgebruik is het niet langer noodzakelijk om (herwaarderings)winst te nemen bij inbreng van activa in een personenvennootschap tegen de waarde in het economische verkeer, indien en voor zover de ondernemer een belang bij het activum behoudt, aldus de Hoge Raad in juli 2014. Daarmee is de Hoge Raad teruggekomen op een arrest uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Het is nu makkelijker geworden om een onderneming in een samenwerkingsverband in te brengen. Als herwaardering gewenst is (bijvoorbeeld in verband met verliesverdamping), kan echter nog steeds een beroep worden gedaan op het arrest uit de jaren zestig. Bekijk of het voor jou voordelig is om een personenvennootschap aan te gaan.
2. ONDERNEMINGEN - VENNOOTSCHAPSBELASTING Maak optimaal gebruik van de fiscale stimuleringsmaatregelen voor innovatie De fiscale stimuleringsmaatregelen voor innovatie kunnen je veel liquiditeit opleveren. Denk aan de innovatiebox, de Research & Developmentaftrek (RDA), de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O-regeling) en de mogelijkheid om voortbrengingskosten van zelf voortgebrachte immateriële activa direct ten laste van het resultaat te brengen.
Beperk de uitsluiting aftrek gemengde kosten In beginsel komen zogenoemde gemengde kosten tot een bedrag van € 4.500 niet in aftrek. Bij aanwezigheid van één of meer werknemers wordt dit niet-aftrekbare bedrag vervangen door, kort gezegd, 0,4% van de totale loonkosten. Dus bij een totale loonsom van meer dan € 1.100.000 wordt het niet-aftrekbare bedrag verhoogd. Bij de aangifte kan er voor worden gekozen om loon uit vroegeredienstbetrekking (betaalde pensioenen) niet tot de loonkosten te rekenen. Hierdoor kunnen meer gemengde kosten in aftrek worden gebracht.
Maak je beleggingsverliezen definitief (en beleg in box 3 of de VBI) Als de beleggingen van je BV in waarde zijn gedaald, overweeg dan om de verliezen definitief te maken door overdracht van de beleggingen aan privé of aan een familiale Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI). De verliezen zijn dan aftrekbaar en de toekomstige waardestijgingen van de beleggingen zijn dan vriendelijker belast. Zorg voor een verrekenprijsadministratie De voorwaarden van onderlinge rechtsverhoudingen tussen gelieerde lichamen mogen niet afwijken van de voorwaarden die in het economische verkeer tussen onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen. De administratie dient gegevens te bevatten waaruit blijkt op welke wijze de verrekenprijzen tot stand zijn gekomen en waaruit kan worden opgemaakt dat er met betrekking tot de tot stand gekomen verrekenprijzen sprake is van voorwaarden die in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zouden zijn overeengekomen. Als een Nederlandse vennootschap onderdeel is van een (buitenlandse) groepsstructuur en de geconsolideerde omzet van de groep bedraagt 50 miljoen euro of meer, gaan additionele voorwaarden gelden voor de huidige documentatieverplichting van het gehanteerde transfer pricingbeleid. In een dergelijk geval dient de vennootschap een masterfile en een lokaal dossier op te nemen in haar administratie. In de masterfile wordt het gehele transfer pricingbeleid binnen de groep onderbouwd/ gedocumenteerd inclusief alle intra groeptransacties. In het lokale dossier worden enkel de intra groeptransacties van de Nederlandse vennootschap gedocumenteerd. Als onvoldoende documentatie aanwezig is kan de Belastingdienst besluiten boetes op te leggen. We raden dan ook aan om na te gaan of deze maatregel gevolgen heeft voor je groep. Verzoek om toepassing van de regeling voor functionele valuta De aangifte vennootschapsbelasting wordt normaal gesproken gedaan in euro’s. Als de vennootschap haar jaarrekening opmaakt in een andere functionele valuta, is het in principe mogelijk om ook in die valuta aangifte te doen. Het voordeel is dat valutaresultaten niet meer van invloed zijn op de in Nederland verschuldigde vennootschapsbelasting. Om met ingang van 2016 gebruik te maken van de regeling voor functionele valuta moet je vóór 1 januari 2016 een verzoek indienen bij de Belastingdienst. Een keuze voor de regeling voor functionele valuta geldt in beginsel voor een periode van tien jaar. Benut je houdsterverliezen Als een vennootschap in een jaar een fiscaal verlies lijdt, kan dit normaal gesproken worden verrekend met de winst van het voorgaande jaar en de toekomstige winsten in de negen volgende jaren. De houdsterverliesregeling beperkt deze verliesverrekeningsmogelijkheden voor houdster- en financieringsmaatschappijen. Per 1 januari 2016 wordt de houdsterverliesregeling in de vennootschapsbelasting aangepast naar aanleiding van arresten van de Hoge Raad uit september 2014. De verscherping raakt onder andere vennootschappen die na een inactieve/opstartperiode een
5
deelneming verkrijgen. Ondanks de verscherping van de houdsterverliesregeling per 1 januari 2016, zijn er ook vanaf 2016 nog steeds manieren waarop de werking van deze regeling uit kan blijven of kan worden beperkt. Daarnaast zijn er mogelijkheden om je houdsterverliezen alsnog te benutten. Raadpleeg hiervoor je adviseur binnen Practical.
Zorg voor een leningsovereenkomst De laatste jaren is veel jurisprudentie verschenen over de onzakelijke lening. Een dergelijke lening wordt geacht te zijn verstrekt onder voorwaarden die alleen een aandeelhouder zou overeenkomen. Denk hierbij aan het verstrekken van een lening zonder adequate zekerheden. Een afwaarderings-verlies op een dergelijke lening is niet aftrekbaar op het moment dat de vordering oninbaar wordt geacht. Om te voorkomen dat een lening wordt aangemerkt als een onzakelijke lening, is de eerste stap dat een leningsovereenkomst wordt opgesteld. Zorg dus voor een leningsovereenkomst en voor een onderbouwing van de voorwaarden waaronder de lening is aangegaan. Ben kritisch op een paraplukrediet In 2013 heeft de Hoge Raad beslist dat een betaling uit hoofde van een paraplukrediet niet aftrekbaar is. In de procedure was sprake van een concern dat circa € 110 miljoen had geleend van een bankconsortium. Alle groepsmaatschappijen waren hoofdelijk aansprakelijk. Eén van de groepsmaatschappijen werd aangesproken voor ruim € 5 miljoen en wilde dit bedrag ten laste van de winst brengen. Dit mocht niet van de Hoge Raad, omdat de hoofdelijke aansprakelijkheid niet voortvloeide uit haar eigen onderneming, maar voortvloeide uit het feit dat zij behoorde tot een concern met een gezamenlijke aandeelhouder. Zelfstandig had de groepsmaatschappij zich nooit garant gesteld (kunnen stellen) voor een bedrag van € 110 miljoen. De aansprakelijkheid speelde in de aandeel-houderssfeer. Hoewel de omvang van de geldlening in de casus voor de Hoge Raad fors was, is feitelijk sprake van een alledaagse situatie. Een concern, inclusief DGA, staat garant/borg voor een krediet. Hou er rekening mee dat betaalde bedragen niet aftrekbaar zijn als de garantie/borg wordt aangesproken. Wil je dit voorkomen of het risico beperken, dan zal per vennootschap de aansprakelijkheid moeten worden beperkt tot het bedrag waarvoor zij zelfstandig garant zou (kunnen) staan, respectievelijk het bedrag dat zij zelfstandig had kunnen lenen. In de praktijk zal deze ‘oplossing’ niet altijd mogelijk zijn. De bank zal dan geen krediet willen verstrekken. Maak aan- en verkopen deelnemingen maximaal aftrekbaar Aankoopkosten voor deelnemingen zijn niet aftrekbaar. Denk hierbij aan de kosten voor de due diligence. Voor de vraag of sprake is van aankoopkosten deelneming is relevant of de kosten verband houden met de aankoop van een deelneming. Op twee punten kan discussie ontstaan met de inspecteur: Zien de kosten alleen op de aankoop van een deelneming of ook op andere zaken, zoals de financiering? In dat geval kunnen de kosten worden gesplitst;
Zijn de kosten gemaakt vóórdat aannemelijk was dat de deelneming zou worden gekocht. Bijvoorbeeld de kosten van een zoekopdracht lijken niet in causaal verband te staan. In de praktijk leeft de stelregel dat kosten die zijn gemaakt vóór het tekenen van de letter of intentwel aftrekbaar zijn en vanaf dat moment niet meer. Voor verkoopkosten gelden vergelijkbare regels. Het is dus van belang om goed te onderbouwen waar de kosten op zien en in welke fase de kosten zijn gemaakt. Dit levert je voordeel op. Doe je dit niet, dan loop je het risico dat de kosten ‘netto’ zijn. Pas je financieringsstructuur aan aan de gewijzigde Moeder-Dochterrichtlijn In het Belastingpakket 2016 is naar aanleiding van een aanpassing van de Moeder-Dochterrichtlijn een wijziging opgenomen in de Nederlandse deelnemingsvrijstelling per 1 januari 2016. De deelnemingsvrijstelling of deelnemingsverrekening is niet langer van toepassing op ontvangen dividenden uit buitenlandse deelnemingen, voor zover deze dividenden in het buitenland aftrekbaar zijn, bijvoorbeeld omdat deze dividenden daar gezien worden als rentelasten. Ook vervangende inkomsten van deze dividenden zijn niet langer vrijgesteld. Ofschoon deze beperking voortkomt uit een aanpassing van de Moeder- Dochterrichtlijn van de EU, heeft het kabinet gekozen de anti-misbruikmaatregelen niet te beperken tot EU- en EER-situaties. Beoordeel dit jaar of je financieringsstructuur een aanpassing behoeft. Voorkom toepassing van de aftrekbeperking voor deelnemingsrente Renten en kosten van geldleningen die geacht worden verband te houden met de financiering van een deelneming zijn niet aftrekbaar indien en voor zover deze bovenmatig zijn. De aftrekbeperking voor deelnemingsrente geldt bovendien pas indien en voor zover je jaarlijks meer dan € 750.000 aan bovenmatige deelnemingsrente betaalt. De aftrekbeperking van deelnemingsrente kan worden voorkomen of beperkt door te zorgen voor een tijdige toename van het eigen vermogen. De rekenregel op basis waarvan de aftrekbeperking wordt berekend houdt namelijk rekening met het gemiddelde eigen vermogen. Hoe hoger het eigen vermogen hoe lager in principe de renteaftrekbeperking is. Naast het voorkomen van een beperking van renteaftrek, zijn er door de franchise van € 750.000 ook nog ruime planningsmogelijkheden die je veel voordeel kunnen bezorgen. Vraag ons naar naar de mogelijkheden. Besteed aandacht aan de deelnemingsvrijstelling en een liquidatieverlies De deelnemingsvrijstelling vindt geen toepassing op een verlies dat tot uitdrukking komt nadat de deelneming is ontbonden. Met andere woorden; een liquidatieverlies is aftrekbaar. Eén van de voorwaarden om een liquidatieverlies in aanmerking te nemen is dat de vereffening voltooid moet zijn. Als je nog in 2015 een liquidatieverlies wilt nemen, zorg dan dat de vereffening nog in 2015 helemaal is afgerond. Kun je het verlies pas later gebruiken, wacht dan met het voltooien van de vereffening. Dan blijft het fiscaal verlies ten minste een jaar langer verrekenbaar.
6
Voorkom toepassing van de renteaftrekbeperking voor overnameholdings Er geldt mogelijk een renteaftrekbeperking wanneer een overname wordt gefinancierd met vreemd vermogen en de overnemende partij en de over te nemen partij een fiscale eenheid vennootschapsbelasting aangaan. De overnamerente is alleen aftrekbaar voor zover de overnameholding zelf winst maakt. Flankerende maatregelen zijn getroffen voor de juridische splitsing en juridische fusie. De aftrekbeperking voor overnameholdings kent een franchise van € 1.000.000 aan rente waarbinnen de overnamerente aftrekbaar is. Als de overnamerente meer bedraagt, is het van belang dat je binnen de bandbreedte van de toegestane financiering blijft om buiten de toepassing van de renteaftrekbeperking voor overnameholdings te blijven. De toegestane financiering bedraagt in het eerste jaar van de fiscale eenheid 60% van de verkrijgingsprijs, 55% in het tweede jaar, enz. 25% van de verkrijgingsprijs is altijd toegestaan. Extra aflossing van de overnameschuld in 2015 kan wenselijk zijn om een beperking van de renteaftrek in volgende jaren te voorkomen. Haal voordeel uit het aangaan van een fiscale eenheid Een fiscale eenheid kan je onderneming diverse voordelen bieden. Denk hierbij vooral aan de onderlinge verliesverrekening. In voorkomende gevallen kun je door voeging van een dochtermaatschappij de latent aanwezige verliezen van de dochtermaatschappij mogelijk in de fiscale eenheid verrekenen. Zorg voor een goede verrekeningsovereenkomst tussen de fiscale eenheidsmaatschappijen Binnen de fiscale eenheid moet de vennootschapsbelastinglast worden verdeeld tussen de fiscal eenheidsmaatschappijen. Zorg voor een zodanige verrekening dat dit optimaal gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld bij een eventueel faillissement een groot voordeel opleveren. Fiscale eenheid met buitenlandse EU/EER-moeder of tussenhoudster Het besluit van 16 december 2014, naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie van 12 juni 2014, breidt de mogelijkheden voor het aangaan van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting binnen internationale concerns uit. In de volgende gevallen is een fiscale eenheid nu bijvoorbeeld ook mogelijk: Een fiscale eenheid tussen een Nederlandse moedermaatschappij en een Nederlandse kleindochtermaatschappij met één buitenlandse tussenhoudster gevestigd in een EU- of EERlidstaat; Een fiscale eenheid vergelijkbaar met de situatie hiervoor, maar met meerdere buitenlandse tussenhoudsters gevestigd in verschillende EU- of EER-lidstaten; Een fiscale eenheid tussen twee zustermaatschappijen met een buitenlandse moedermaatschappij gevestigd in een EU- of EER-lidstaat. Het vormen van een fiscale eenheid kan met drie maanden terugwerkende kracht vanaf het moment van aanvraag plaatsvinden. Bekijk of in je situatie het besluit extra mogelijkheden biedt voor het aangaan van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Let wel op dat bij vorming van een fiscale
eenheid in de loop van het boekjaar tussen twee zustermaatschappijen met een buitenlandse EU- of EER-moedermaatschappij allebei de zustermaatschappijen hun boekjaar dienen af te sluiten. Inmiddels is een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer die bovengenoemd beleid codificeert. Haal indirect voordeel met het fiscale eenheidsregime Heb je een deelneming van 95% of meer in een buitenlandse (EU/EER) dochtermaatschappij of een 95% (of meer) buitenlandse (EU/EER) moedermaatschappij? Door een arrest van het Hof van Justitie (HvJ EU) ontstaan dan wellicht nieuwe mogelijkheden om de voordelen van het fiscale eenheidsregime te kunnen claimen. Het arrest van het HvJ EU van 2 september 2015 betrof de Groupe Steria, een Frans IT-concern. Steria hield een aantal buitenlandse deelnemingen en als deze deelnemingen dividend uitkeren naar Frankrijk, dan is 5% van dit dividend belast in Frankrijk. Binnen een Franse fiscale eenheid is dat niet het geval (100% onbelast). Het HvJ EU vindt deze beperking van de voordelen van de fiscal eenheid in strijd met de vrijheid van vestiging. Dus alleen het feit dat een fiscale eenheid mogelijk was in binnenlandse verhoudingen was al voldoende om het voordeel te kunnen claimen. Ook het Nederlandse fiscale eenheidsregime biedt voordelen, die zonder een fiscale eenheid niet incasseerbaar zijn. Door dit arrest is het soms mogelijk dat de voordelen van het Nederlandse fiscal eenheidsregime ook kunnen worden geïncasseerd door een binnenlandse belastingplichtige vennootschap met een 95%-buitenlandse (EU/EER) moeder- of dochtermaatschappij. In Nederlandse context heeft dit mogelijk consequenties voor bijvoorbeeld de houdsterverliesregeling of de deelnemingsrenteaftrekbeperking. Het HvJ EU heeft overigens wel aangegeven dat de mogelijkheid om winsten en verliezen te verrekenen beperkt blijft tot een fiscale eenheid. Bekijk of dit arrest in jou situatie mogelijkheden biedt. Voorkom nadelen door het tijdig verbreken van een fiscale eenheid Een fiscale eenheid biedt je onderneming veel voordelen, maar kan ook belangrijke nadelen met zich meebrengen. Voor een onderneming in zwaar weer kan de onderlinge verliesverrekening voordelig zijn. Echter, voor diezelfde onderneming in zwaar weer is de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de vennootschapsbelastingschuld van de fiscale eenheid voor elk van de gevoegde maatschappijen een potentieel nadeel. Bovendien heeft de ontvanger van de Belastingdienst bij een fiscale eenheid ruime verrekenmogelijkheden. Zo kan een loonbelastingschuld van de ene gevoegde maatschappij worden verrekend met een teruggaaf omzetbelasting van een andere gevoegde maatschappij. Een verbreking van de fiscale eenheid zorgt ervoor dat deze nadelen voor toekomstige belastingschulden worden vermeden. Haal voordeel door het verbreken van de fiscale eenheid Door de fiscale eenheid te verbreken kan wellicht meerdere malen gebruik worden gemaakt van het tariefsopstapje in de vennootschapsbelasting. Dit kan per BV een voordeel opleveren van maar liefst € 10.000.
7
Aangaan en verbreken van een fiscale eenheid in één jaar Als de fiscale eenheid in de loop van het boekjaar is aangegaan, kan het (afhankelijk van de behaalde resultaten) voordelig zijn om de fiscale eenheid nog hetzelfde boekjaar weer te verbreken. De fiscale eenheid wordt dan namelijk geacht niet te hebben bestaan. BV of eenmanszaak? Bij inkomstenbelastingondernemers is de winst effectief belast tegen maximaal 44,72%. Dit komt doordat 14% van de fiscale winst is vrijgesteld (mkb-winstvrijstelling). Effectief is de marginale belastingdruk dus 44,72% (52% * 86%). Door de vele faciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek en de FOR, wordt de belastingdruk verder verlaagd. Alle winst, of dit nu voortvloeit uit de arbeidsinspanning of uit kapitaal, wordt in de inkomstenbelasting hetzelfde belast. In de BV bedraagt de gecombineerde inkomsten- en vennootschapsbelastingdruk 40% - 43,75%. Dit betreft echter de winst na aftrek van het loon van de DGA. Dat loon wordt belast tegen maximaal 52%. De totale belastingdruk in de BV is vrijwel altijd hoger dan bij ondernemers in de inkomstenbelasting. Uiteraard zijn er vele andere, niet-fiscale overwegingen om te (blijven) ondernemen in een BV. Bij winsten tussen de € 150.000 en € 200.000 dien je de BV echter fiscaal te heroverwegen. Wijzig je boekjaar Als je om administratieve en/of andere bedrijfseconomische redenen je boekjaar wenst te wijzigen, kun je wellicht een bijkomend belastingvoordeel behalen. Denk hierbij aan tariefsvoordelen, een langere verliesverrekeningstermijn of een langere termijn om te herinvesteren. Beoordeel nog voor het einde van het jaar of je boekjaar aangepast moet worden. Het besluit hiervoor moet namelijk nog voor het einde van het boekjaar zijn genomen. Tevens moet de aanpassing van het boekjaar ook statutair zijn gewijzigd voor het einde van het jaar. Verzoek om teruggave bronbelasting bij dividenden, rente of royalty’s Als je geen verzoek om (gedeeltelijke) vrijstelling hebt ingediend, wordt belasting ingehouden bij de uitbetaling van dividenden, rente of royalty’s. Je kunt dan achteraf een verzoek indienen om teruggaaf van de teveel ingehouden belasting. Hoeveel belasting je terugkrijgt, is afhankelijk van het percentage dat volgens het belastingverdrag is vrijgesteld. Onder de meeste belastingverdragen dient een verzoek om teruggave van ingehouden bronbelasting binnen drie jaar na het jaar van ontvangst van het buitenlandse inkomen te worden ingediend. Niet teruggevraagde bronbelasting is niet vatbaar voor verrekening en is bovendien niet als kosten in mindering te brengen op het resultaat. Daarom adviseren wij de in 2012 ingehouden bronbelasting voor het einde van 2015 terug te vragen. Mocht je zekerheid willen verkrijgen over de termijn waarbinnen een verzoek om teruggave van de uit het buitenland ontvangen buitenlandse inkomen ingehouden bronbelasting dient te worden ingediend, adviseren wij contact met ons op te nemen zodat we het van toepassing zijnde verdrag kunnen raadplegen.
Voor een buitenlandse belegger is er op basis van een recent arrest van het Hof van Justitie EU wellicht een extra mogelijkheid om Nederlandse dividendbelasting terug te krijgen. Zeker als er een rendement van 8% of meer behaald is op de Nederlandse aandelen, verdient het aanbeveling om contact met ons op te nemen om te beoordelen of deze uitspraak ook voor jou positieve gevolgen heeft. Let op de fiscale aspecten van de Flex-BV Met ingang van 1 oktober 2012 bestaat de Flex-BV. Als je gebruik maakt van de civielrechtelijke flexibiliseringsmogelijkheden van het nieuwe BV-recht (zoals uitgifte van winstrechtloze aandelen, stemrechtloze aandelen, aandelen met verschillende winstrechten en/of aandelen met verschillende stemrechten), laat dan ook altijd de fiscale aspecten beoordelen door een fiscalist. Emigrerende aanmerkelijkbelanghouder DGA’s die emigreren, moeten de aanmerkelijkbelangclaim aan de grens afrekenen. Tot op heden hoeft niet daadwerkelijk te worden betaald, mits ten minste tien jaar lang de aandelen niet worden vervreemd, geen aandelenkapitaal wordt terugbetaald of vrijwel alle winstreserves worden uitgekeerd. Er wordt een zogenoemde conserverende aanslag opgelegd. In de praktijk bleek dat de aanmerkelijkbelangclaim vrijwel nooit werd betaald. Daarom is op Prinsjesdag bepaald dat de conserverende aanslag niet meer vervalt na tien jaar. Dit geldt voor iedereen die na 15 september 2015, 15.15 uur is geëmigreerd. Er zal dus vrijwel altijd moeten worden afgerekend over de in de Nederlandse periode opgebouwde aanmerkelijkbelangclaim. Emigreren wordt dus fiscaal minder aantrekkelijk. Niet onaantrekkelijk, want je kunt in de meeste gevallen nog altijd de Nederlandse erf- en schenkbelasting voorkomen. En dat is ook een flinke besparing.
3. ONDERNEMINGEN EN BTW Maak slim gebruik van aangiftetermijnen Zolang sprake is van een totaal te betalen bedrag aan btw wordt een financieringsvoordeel gerealiseerd, als gekozen wordt om per kwartaal de aangifte en de afdracht van btw te doen. Krijg je structureel btw terug, doe dan juist per maand aangifte. Vraag je btw over 2015 in andere EU-lidstaten terug Nederlandse ondernemers kunnen via een elektronisch portaal bij de Nederlandse Belastingdienst de btw terugvragen die ze in een ander EU-land hebben betaald. De Nederlandse Belastingdienst stuurt dit verzoek door aan het land van teruggaaf. De sluitingsdatum om btw terug te vragen voor het jaar 2015 is 30 september 2016.
8
Let op de herzieningstermijn Als je in het verleden onroerende zaken heeft aangeschaft en voor die aanschaf de btw geheel of gedeeltelijkin aftrek heeft gebracht, moet deze btw gedurende tien jaar jaarlijks worden herzien als de onroerende zaak meer of minder gebruikt gaat worden voor btw-belaste prestaties. Als je de onroerende zaak in 2015 heeft gebruikt voor handelingen waarvoor geen recht op aftrek bestaat en je alle btw ter zake van de aanschaf van de zaak in aftrek heeft gebracht, moet je de herzienings-btw aangeven bij de laatste aangifte van het boekjaar. Als je de onroerende zaak in 2015 heeft gebruikt voor handelingen waarvoor wel recht op aftrek bestaat en je geen btw voor de aanschaf van de zaak in aftrek heeft gebracht, heb je recht op teruggaaf van de herzienings-btw. Ook deze teruggaaf doe je bij de laatste aangifte van het boekjaar. Het bovenstaande geldt ook voor roerende zaken waarop wordt afgeschreven c.q. waarop kan worden afgeschreven. De herzieningstermijn loopt dan geen tien jaar maar vijf jaar. Vraag teruggave btw voor dubieuze debiteuren Als je over 2015 debiteuren heeft die niet meer zullen betalen, kun je bij de inspecteur een verzoek indienen voor teruggave van de met betrekking tot die debiteuren door jou afgedragen btw. Voorkom btw-heffing bij maatschappen en VOF’s Voor de btw wordt de maatschap (en de vennootschap onder firma) als belastingplichtige aangemerkt en niet de afzonderlijke maten (of vennoten). Als de maten goederen aanschaffen en deze ter beschikking stellen aan de maatschap of aan de maatschap diensten verlenen (zoals licenties), is het mogelijk dat daarover btw moet worden berekend. Er zijn echter richtlijnen aan de hand waarvan de btw-heffing kan worden voorkomen. In die regeling is ook aangegeven hoe kan worden omgegaan met de aftrek van de btw die aan de maat in rekening wordt gebracht. Ga na of je huurder nog kwalificeert voor aftrekgerechtigdheid Als je onroerende zaken belast met btw verhuurt, is het van belang dat je huurder de btw voor 90% of meer kan aftrekken (in bepaalde situaties is een aftrekrecht van 70% voldoende). Informeer of je huurder nog voldoet aan de eisen voor de aftrekgerechtigdheid, zodat je weet of je nog met btw belast kunt verhuren. Loop geen btw-vooraftrek mis als medicus De btw-vrijstelling voor medische handelingen geldt met ingang van 1 januari 2013 alleen voor handelingen die gericht zijn op de gezondheidskundige verzorging van de mens, die verricht worden door een bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) erkende (para-) medicus, waarbij de handelingen binnen het deskundigheidsgebied van deze (para)medicus vallen en tevens aan de orde zijn gekomen in zijn (BIG-)opleiding. Als de overige prestaties belast zijn, bestaat er ook recht op aftrek van de aan de ondernemer op een voorgeschreven wijze opgemaakte factuur in rekening gebrachte btw voor zover deze toerekenbaar is aan de belaste handelingen.
Loop de KOR niet mis Kom je als btw-ondernemer in aanmerking voor de kleine ondernemersregeling (KOR)? Pas dan op met de inkoop van goederen voor je onderneming in het buitenland. De btw over deze buitenlandse inkopen moet je in de btw-aangifte verantwoorden als verwerving en vervolgens kun je datzelfde bedrag als voorbelasting aftrekken. Maar de verschuldigde btw over deze verwervingen mag je niet meenemen voor de berekening van de KOR. Door die buitenlandse inkopen kun je de KOR mislopen. Als aan de voorwaarde voldaan wordt kun je een verzoek indienen om ontheven te worden van administratieve verplichtingen. Dit verzoek dient vóór 1 januari 2016 ingediend te zijn. Betaal nooit contant bij het tanken Betaal altijd met je tankpas, pinpas of creditcard als je tankt met de auto van de zaak. Bij een contante betaling loop je het risico om de btw-aftrek op de brandstofkosten te verspelen! Bij een contante betaling kan de fiscus niet nagaan wie de betaling heeft gedaan. De kassabon is daarvoor onvoldoende. Dat is voor de inspecteur voldoende reden om de btw-aftrek te weigeren. Zelfs als vaststaat dat met de brandstof uitsluitend zakelijke kilometers zijn verreden. Een en ander geldt uiteraard ook voor de tankbeurten van je medewerkers met een auto van de zaak. Betaal met een pas die op naam van de zaak staat! Meld verbreking van de fiscale eenheid voor de btw Heeft je holding-BV de aandelen in een werk-BV verkocht en is daardoor de fiscale eenheid voor de btw tussen die twee BV’s verbroken? Vergeet niet om dat schriftelijk te melden bij de bevoegde inspecteur. De wet bepaalt expliciet dat de hoofdelijke aansprakelijkheid van de leden van de fiscal eenheid voor de omzetbelasting – natuurlijke personen en lichamen – pas beëindigd wordt als de verbreking van de eenheid bij de inspecteur is gemeld. Niet melden kan een flinke zeperd opleveren: je kunt aansprakelijk gesteld worden voor de btw van de vroegere dochter-BV, zelfs voor de btw die is ontstaan in de periode na verkoop van de aandelen in deze BV. Stel je sportaccommodaties btw-belast ter beschikking Het is mogelijk dat de terbeschikkingstelling van sportaccommodaties aan sporters niet meer als vrijgestelde verhuur wordt aangemerkt, maar als btw-belaste dienstverlening. Dit lijkt nadelig, maar hierdoor kunnen voordelen worden behaald. Dit is het gevolg van het feit dat deze diensten onder het 6%-tarief vallen en de btw op de investeringen en exploitatiekosten belast zijn met 21%. De vooraftrek is daarmee hoger dan de af te dragen btw. Laat je adviseur eens rekenen, maar doe dat vooral bij nieuwbouw. Er dient wel rekening gehouden te worden dat deze mogelijkheid mogelijk beïnvloed kan worden door een wijziging in de vrijstelling voor diensten van organisaties die zich de beoefening van sport of de bevordering daarvan ten doelstellen.
9
Ga slim om met de verhuur van garageboxen Het uitgangspunt is altijd geweest dat de verhuur van garageboxen btw-belast is, tenzij het gebruik als parkeerruimte wordt uitgesloten. Met een recente uitspraak van Hof Den Bosch kunnen garageboxen worden verhuurd zonder btw als niet is uitgesloten dat de garagebox ook voor andere doeleinden dan parkeren kan worden gebruikt. Hierdoor is de verhuur van een garagebox voortaan eerder vrijgesteld. Vrijgestelde verhuur is niet altijd voordelig. Als er vrijgesteld wordt gepresteerd is er namelijk geen recht op aftrek van voorbelasting. Bij nieuwbouw of grote investeringen kun je sturen op belaste verhuur. Als er al langere tijd belast wordt verhuurd, kan bezien worden of de vrijstelling voordelen oplevert. Het al dan niet vrijgesteld verhuren is door juiste afspraken zeer goed zelf te sturen.
4. ONDERNEMINGEN EN FORMALITEITEN Benut de mogelijkheid van ambtshalve teruggaaf Als je in de laatste vijf jaar teveel btw op aangifte heeft voldaan, bijvoorbeeld vanwege een verkeerde tarieftoepassing, of als je te weinig btw op aangifte heeft teruggevraagd, bijvoorbeeld omdat je bent vergeten de btw op bepaalde inkoopfacturen mee te nemen, moet je een verzoek om teruggaaf doen. Gezien het feit dat een verzoek maximaal vijf jaar terugwerkt, is het van belang nog vóór het einde van het jaar te kijken of je hiervoor in aanmerking komt. Let hierbij op dat het verzoek bij de Belastingdienst ontvangen dient te zijn vóór het verstrijken van de vijfjaarstermijn. De ambtshalve regeling geldt ook voor andere belastingen. Ook daarvoor is het dus zinvol om nog voor het einde van het jaar te kijken of je nog geld terug kunt halen over de afgelopen vijf jaar. Vernietig je oude administratie (maar niet te snel) Ondernemers en belastingplichtigen die resultaat uit overige werkzaamheden genieten, zijn wettelijk verplicht tot het voeren en bewaren van hun administratie. De wettelijke bewaartermijn van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers bedraagt in het algemeen zeven jaar. Deze bewaarplicht geldt voor alle basisgegevens (zoals het grootboek, de facturen van debiteuren en crediteuren, de in- en verkoopadministratie, de voorraadgegevens en de loonadministratie) en de overige gegevens die van belang kunnen zijn bij een belastingcontrole. Ook de hiervoor bedoelde gegevens die elektronisch zijn opgeslagen vallen onder de bewaarplicht. Let wel dat bepaalde stukken betrekking kunnen hebben op meerdere jaren en dus pas dienen te worden vernietigd nadat deze hun actualiteitswaarde hebben verloren. Een contract dat ziet op 2007-2009 dient daarom pas in 2017 te worden vernietigd.
Dien zo snel mogelijk een suppletie btw in Zodra je weet dat je btw moet suppleren moet je de betreffende suppletie ook indienen. Dit geldt voor zowel positieve (teruggaaf) als negatieve (te betalen) suppleties. Doe je dit niet, dan loop je bij een te betalen bedrag het risico op een forse boete. Let op btw-schulden op de balans die zien op voorgaande jaren De Belastingdienst heeft bekend gemaakt dat zij controleert op openstaande btw-schulden uit voorgaande jaren. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de btw-aangiften en de aangiften inkomstenof vennootschapsbelasting. Als op de balans een te betalen btw-bedrag open staat en deze nog niet is betaald door middel van een suppletie, zal de Belastingdienst hiernaar een controle instellen en een naheffingsaanslag opleggen. Ondernemers met een btw-schuld hoger dan € 50.000 kunnen volgens het bekend geworden beleid rekenen op een boekenonderzoek. Daarbij wordt vooral gekeken naar de schuldvraag voor het betalingsverzuim en de vraag of is voldaan aan de suppletieverplichting die sinds een aantal jaren verplicht is. Kijk goed naar je voorlopige aanslag of voorlopige teruggaaf De berekening van belastingrente vindt voor belastingjaren vanaf 2012 plaats vanaf 1 juli volgend op het belastingjaar. Daarom raden wij je aan om je voorlopige aanslag of voorlopige teruggave voortdurend kritisch te bekijken. Dien voor 1 mei 2016 een verzoek om een te betalen voorlopige aanslag over 2015 in. Dan word je geen belastingrente in rekening gebracht ten aanzien van de belasting waarop het verzoek betrekking heeft. Als je recht heeft op een voorlopige teruggaaf over 2015, krijg je pas belastingrente vergoed, indien de dagtekening van de (voorlopige) aanslag die leidt tot de teruggaaf ligt op of na 1 juli 2016 en de Belastingdienst traag is met het afwikkelen van je verzoek om teruggaaf. Dit houdt in dat in veel gevallen geen rente meer vergoed wordt op een uitgestelde teruggaaf. Wellicht houdt dit voor je in dat je de teruggave, voor zover je dit al niet doet, beter al gedurende het belastingjaar kunt vragen. Dien de aangifte over het juiste tijdvak in Bij het indienen van de elektronische aangifte btw via het afgeschermde ondernemersdeel van de website van de Belastingdienst staat soms niet alleen de btw-aangifte klaar over het tijdvak dat moet worden ingediend, maar ook al de aangifte over het volgende (latere) tijdvak. Als per ongeluk de aangifte over de latere periode wordt ingediend, blijft de aangifte over het juiste tijdvak leeg en is niet tijdig ingediend. De Belastingdienst legt dan op basis van een schatting een naheffingsaanslag op en twee boetes. Wees er dus alert op dat de juiste aangifte wordt aangeklikt bij het indienen van de aangifte. Binnen Practical is dit standaard geregeld voor je.
10
11
5. DGA’S EN PERSONEEL Check de werkkostenregeling! Op 1 januari 2015 is de werkkostenregeling verplicht geworden. Dat betekent dat er dit jaar andere regels zijn gaan gelden voor vergoedingen en verstrekkingen aan personeel. Eenvoudiger is het niet geworden. Heb je het allemaal kunnen volgen? Blijf je binnen de ‘vrije ruimte’ of moet je begin volgend jaar toch bijbetalen? Of heb je juist nog vrije ruimte over in 2015 zodat je en je werknemers nog een financieel voordeel kunnen behalen. De specialisten van de Practical Accounting kunnen je helpen inzicht te krijgen in de mogelijkheden die er wellicht nog zijn in 2015. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het belastingvrij maken van de bonussen aan het eind van het jaar, of door deze juist te verschuiven naar 2016. Personeelsfonds of personeelsvereniging (PV) Uitkeringen en verstrekkingen uit een PV zijn onder voorwaarden belastingvrij. Zo kunnen werknemers op een voordeligere manier cadeautjes ontvangen of kunnen personeelsfeesten of -reizen worden georganiseerd. Eén van de voorwaarden is dat tussen het moment van oprichting en het jaar waarin de uitkeringen worden gedaan (met een maximumperiode van vijf jaar) de werkgever niet meer mag hebben bijgedragen dan de werknemers. Als je nu dus een personeelsfonds opricht kun je daar al volgend jaar van gebruik maken. Let op! De VAR gaat verdwijnen De Verklaring arbeidsrelatie (VAR) wordt zo goed als zeker in de loop van 2016 afgeschaft. Om er zeker van te zijn dat je geen loonheffingen hoeft in te houden en af te dragen moet je met je opdrachtnemer een door de Belastingdienst goedgekeurde (model)overeenkomst afsluiten. De bestaande VAR’s verliezen ook direct hun vrijwarende werking. Wij adviseren je eens kritisch te kijken naar de contracten met zzp’ers en er voor te (laten) zorgen dat deze voldoen aan de nieuwe regels. Beoordeel je (gebruikelijk) loon Als DGA wordt je geacht minimaal een gebruikelijk loon te genieten. De regels met betrekking tot het vaststellen van het gebruikelijk loon zijn dit jaar op een aantal punten veranderd. In principe geldt dat al per 1 januari 2015, al geldt er voor DGA’s die een ruling hadden met de Belastingdienst die door de Belastingdienst niet is opgezegd een overgangsregeling. Die houdt ruwweg in dat je gebruikelijk loon, als dat in 2013 meer bedroeg dan € 43.000 in 2015 op 75/70 van dat bedrag moet worden gesteld. Maar ook hierop gelden uitzonderingen. Raadpleeg je adviseur om te bespreken welke gevolgen de veranderingen voor jou hebben. Ben je bewust van de risico’s van inlenen van personeel of het uitbesteden van werk Als je personeel inleent of werk uitbesteedt, kun je al sinds jaar en dag geconfronteerd worden met aansprakelijkstellingen als de uitlener of degene die werk voor je uitvoert zijn verplichtingen jegens
de Belastingdienst niet nakomt. Deze kan je dan aansprakelijk stellen voor de niet-betaalde loonbelasting, omzetbelasting en premies. Maar sinds 1 juli 2015 zijn de risico’s alleen maar groter geworden. Als er iemand in een keten bij inleen of het uitbesteden van werk zijn werknemers niet voldoende loon betaalt, kunnen de opdrachtgevers in de keten ook nog eens aansprakelijk gesteld worden voor het niet-betaalde loon. Dat kan zich bijvoorbeeld voordoen bij het schoonmaakbedrijf dat je kantoor schoonmaakt, maar ook bij het schildersbedrijf dat je pand opknapt. Besteedt je regelmatig werk uit of leent personeel in? Bespreek een en ander dan eens met je adviseur. Kijk naar je premiebeschikking Aan het eind van het jaar vallen ze altijd in de bus. De premiebeschikkingen met de sectorindeling en de premies voor het volgend kalenderjaar. Veel aandacht krijgen ze meestal niet, want ach ze zijn pas belangrijk in het volgende jaar. Toch adviseren wij er dit jaar eens kritisch naar te kijken, want vaak zijn die beschikkingen niet helemaal juist. De sectorindeling klopt (al jaren) niet of de premies zijn niet juist berekend. Ook in 2015 hebben we weer een aantal relaties blij kunnen maken met lagere premielasten. Bijvoorbeeld door samen met ze de sectorcheck te doen. Neem vrijblijvend contact met ons op. DGA: overweeg te stoppen met verdere pensioenopbouw Een goed pensioen is een waardevolle bezitting. Het geeft financiële rust als je als DGA stopt met werken. Het is dan ook zaak om zorgvuldig om te gaan met je opgebouwde pensioenrechten in je BV. Ook het partnerpensioen moet uiteraard goed geregeld zijn. Een oudedagsvoorziening hoeft echter niet per se via een pensioen plaats te vinden, maar kan ook op een andere wijze worden opgebouwd. Vanuit fiscaal perspectief is pensioen minder aantrekkelijk indien je bij uitkering van het pensioen 52% belasting betaalt. Ingehouden winst kent immers een belastingdruk van 40%-43,75%. Heb je voldoende pensioen opgebouwd, dan kan het voordelig zijn om daarmee te stoppen en te bekijken op welke wijze je voorts in je oudedagsvoorziening wilt voorzien. DGA: overweeg een pensioenregeling op te zetten Het DGA-pensioen is inmiddels al weer drie jaar punt van discussie. De staatssecretaris van Financiënzal voorstellen gaan doen het pensioen in eigen beheer te gaan wijzigen. Maar wacht hier niet op. Ook als DGA wil je een adequate oudedagsvoorziening en het is verstandig hier tijdig mee te beginnen. Dat hoeft uiteraard niet per se een pensioen in eigen beheer te zijn. Neem contact met ons op voor een goed advies. Ga na of je jou ingegane pensioen kunt afstempelen Als je pensioen in eigen beheer is ingegaan voor 1 januari 2013, is het nog mogelijk de pensioenuitkeringen te verminderen als het vermogen in je BV niet toereikend is. Dit moet zijn geregeld voor het einde van dit jaar. Of het mogelijk is om je pensioen gedeeltelijk prijs te geven én of het raadzaam is dit te doen, kan beoordeeld worden door je adviseur.
12
Auto van de zaak: nu nog even wisselen? De bijtellingen voor de auto van de zaak gaan per 1 januari 2016 weer veranderen. Het kan fors Financieel verschil uitmaken of je in 2015 of in 2016 van auto wisselt. Soms kan het zelfs voordelig zijn lopende leasecontracten af te kopen. Dat kan zowel de werkgever als de werknemer de komende jaren geld opleveren.
6. TOEKOMSTVOORZIENINGEN: PENSIOENEN EN LIJFRENTEN Overweeg de pensioenknip te gebruiken Ga je met pensioen en heb je een beschikbare premieregeling of een pensioenregeling op kapitaalbasis? Dan mag je van de pensioenknip gebruik maken. De rentestand is momenteel bijzonder laag, waardoor je ook lage pensioenuitkeringen zult ontvangen. De pensioenknip geeft je de mogelijkheid om een uitkering gedurende twee jaar aan te kopen en over twee jaar voor het restant een pensioenuitkering aan te kopen. Als de rente over twee jaar gestegen zou zijn, zal de uitkering ook hoger zijn. Bereken je pensioentekort met de juiste gegevens Als je een pensioentekort heeft, kun je premies voor lijfrenten ten laste van je inkomen brengen op grond van de jaar- en/of reserveringsruimte. Van een pensioentekort is al snel sprake als je een auto van de zaak heeft of een bedrijfspand aan de eigen BV verhuurt. Voor de pensioentekortberekening over 2015 moet je uitgaan van de gegevens (pensioenaangroei en inkomen) uit 2014.
7. EIGEN WONING Betaal je rente vooruit In 2015 kun je een hoger bedrag aan hypotheekrente opvoeren, als je rente vooruitbetaalt. Het toptarief voor de aftrek van de hypotheekrente daalt wederom met 0,5% in 2016. Daarnaast wordt de derde schijf langer, zodat je in 2016 minder snel in het toptarief uit zult komen. Al met al kan dit ertoe leiden dat de aftrek in 2015 je meer oplevert. Er kan maximaal zes maanden rente vooruit worden betaald mits je leningsvoorwaarden dit toestaan. Ook bespaar je box 3-heffing per 1 januari 2016 over de vooruitbetaalde rente. Neem een hypotheek bij de eigen BV Heb je een banklening? Overweeg dan om deze te herfinancieren bij je eigen BV als daarvoor genoeg financiële ruimte is. Een hypotheek bij de eigen BV kan je vele (tien)duizenden euro’s opleveren. Doe tijdig opgave bij de Belastingdienst van je hypotheek bij je eigen BV Als je vanuit je BV een hypotheek aan jezelf hebt verstrekt doe dan tijdig opgave aan de Belastingdienst van alle relevante gegevens of wijzigingen van de lening. Als je dit verzuimt, loop je de renteaftrek voor een jaar mis. Naar alle waarschijnlijkheid gaat de opgaveplicht vanaf 2016 wijzigen, maar op dit moment moet je zelf deze gegevens nog opgeven.
Betaal je lijfrentepremie op tijd Je lijfrentepremie (behoudens stakingswinstlijfrenten) moet uiterlijk op 31 december zijn betaald om de premie nog in 2015 in aftrek te brengen. Dus bekijk je lijfrentemogelijkheden op tijd.
Lenen aan de kinderen voor de eigen woning Sparen levert op dit moment weinig op. Geld uitlenen aan de kinderen voor de aankoop of verbouwing van hun woning, kan dan een aantrekkelijk alternatief zijn. Voor beide partijen. Je hebt een aantrekkelijk rendement. Je kinderen een goedkope(re) hypotheek. We kunnen ja alles vertellen over de mogelijkheden en de spelregels.
Benut de flexibiliteit van ‘oude’ lijfrentepolissen Als je nog een lijfrentepolis heeft van vóór de Brede Herwaardering, kort gezegd van vóór 1 januari 1992, biedt deze lijfrentepolis je veel flexibiliteit. De uitkeringen uit deze verzekering mogen aan anderen toekomen, waarbij een uitkering ineens of in termijnen mogelijk is. Het is ook mogelijk de uitkeringen nog onbeperkt uit te stellen (voor jezelf of voor bijvoorbeeld je kinderen).
Maak gebruik van de verruiming van de schenkvrijstelling in verband met de eigen woning Voor kinderen tussen de 18 en 40 jaar geldt een eenmalige verhoogde schenkvrijstelling van € 25.322. Deze vrijstelling wordt extra verhoogd tot maximaal € 52.752 (2015), wanneer het geld wordt gebruikt voor de eigen woning (dus niet voor een tweede woning) van het kind of wordt aangewend voor een ‘dure’ studie of opleiding van het kind.
Stop met uitkeringen uit je levenslooptegoed Ontvang je uitkering uit je levenslooptegoed? Overweeg hiermee te stoppen. In 2015 wordt bij volledige opname van het tegoed slechts 80% over de waarde per 31 december 2013 in de belastingheffing betrokken. Dit kan je een aardig fiscaal voordeel opleveren.
Voor de toepassing van de schenkvrijstellingen ten behoeve van de eigen woning is (sinds 2012) geen notariële schenkingsakte meer vereist. Aangezien de schenking onder de voorwaarde moet zijn gedaan dat de schenking wordt aangewend voor de eigen woning, is het raadzaam om de schenking wel schriftelijk vast te leggen. Wanneer de schenking wordt aangewend voor een ‘dure’ studie of opleiding geldt wel de verplichting van een notariële schenkingsakte. Ondanks de vrijstelling moet wel een aangifte schenkbelasting worden gedaan. Let op! Dit is een eenmalige vrijstelling. Indien je minder
13
schenkt dan het vrijgestelde bedrag, kun je het verschil tot het maximum van de huidige vrijstelling niet in het volgend jaar aanvullen. Overweeg een extra storting in je kapitaalverzekering Heb je een kapitaalverzekering (al dan niet in het kader van je eigen woning) of een spaarrekening eigen woning? Het is dan wellicht aanbevelenswaardig nog voor het einde van het jaar een extra storting te doen. Hiermee bespaart je box 3-heffing per 1 januari 2016 over dit bedrag en het kan ook tot een beter rendement in je kapitaalverzekering leiden. Laat je hierover echter goed adviseren. Aanvullende stortingen kunnen ook ongewenste fiscale effecten hebben.
8. SPAREN EN BELEGGEN Verlaag de grondslag van box 3 De peildatum voor de grondslag van box 3 is 1 januari 2016. De te betalen belasting kan worden verminderd als deze grondslag voor 1 januari 2016 wordt verlaagd. De grondslag bestaat uit de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden. Je kunt deze grondslag verminderen door een aankoop en tevens betaling te doen van een goed dat niet tot de bezittingen behoort of waarvoor een vrijstelling geldt. Denk hierbij aan de aanschaf van een auto (gebruiksgoederen) of het doen van een groene belegging voor een bedrag van in totaal maximaal € 56.928 (€ 113.856 bij fiscaal partnerschap). Een belastingschuld wordt in beginsel niet gerekend tot de schulden van de rendementsgrondslag van box 3. De grondslag in box 3 kun je ook verlagen door een belastingschuld voor het einde van 2015 te voldoen. Staat je aanslag nog niet vast, vraag dan een voorlopige aanslag aan. Als je dat schriftelijk of digitaal hebt gedaan 8 weken vóór het einde van het kalenderjaar is je box 3-vermindering verzekerd. Je kunt ook overwegen je belastingschuld over te dragen aan een ander (uiteraard geef je dan het bedrag van de te betalen belasting mee). Op grond van een uitspraak van Hof Amsterdam in 2015 is het verdedigbaar dat dan je box 3-vermogen is verminderd. Beter is het echter om tijdig de zaken te regelen.
Ga sparen in de VBI of in de NV of BV In privé sparen levert tegen de tegenwoordige lage rentestand weinig op. Bij een spaarrente van bijvoorbeeld 1,5% is de belastingdruk in box 3 80%! Door je geld onder te brengen in een BV of NV of
een open fonds voor gemene rekening, kun je de belastingdruk verlagen tot 25%. Zet je bijvoorbeeld een VBI nog vóór 1 januari 2016 op, dan bespaart je éénmaal de heffing in box 3. Op 1 januari 2016 behoort het ingebrachte spaargeld dan immers niet meer tot de rendementsgrondslag in box 3. Leen geld uit aan je BV Je kunt geld lenen aan je BV. Hierdoor gaat het uitgeleende bedrag van box 3 naar box 1. Echter, op grond van een wettelijke bepaling moet dit bedrag ten minste een half jaar worden uitgeleend aan de BV. De rente die je ontvangt is dan wel belast tegen het progressieve inkomstenbelastingtarief van maximaal 52%. Stel dat je over een periode van een half jaar een rente ontvangt van 1% dan is de belastingdruk hiervan maximaal 0,52% dus nog altijd lager dan 1,2%. Niet-ingezetene: verzoek om teruggaaf dividendbelasting Onlangs heeft het Hof van Justitie EU geoordeeld dat het strijdig is met het EU-recht dat ingezetenen de ingehouden dividendbelasting op uitgekeerd dividend kunnen verrekenen en niet-ingezetenen niet. Niet-ingezetenen hebben hierdoor een ongeoorloofd hogere definitieve belastingdruk dan ingezetenen. Niet-ingezetenen kunnen de Nederlandse ingehouden dividendbelasting middels een teruggaafverzoek terugkrijgen. Doe dit tijdig, namelijk binnen vijf jaar.
9. FAMILY-TAXPLANNING Maak gebruik van jaarlijkse vrijstellingen Voor ouders-kinderen geldt een jaarlijkse schenkvrijstelling van € 5.277 (2015) en de eenmalig verhoogde schenkvrijstelling (van € 25.322 in 2015). Deze verhoogde vrijstelling kan slechts eenmaal worden benut voor een kind dat tussen de 18 en de 40 jaar jong is. Deze eenmalige verhoogde vrijstelling kan worden verhoogd wanneer het geld wordt gebruikt voor de eigen woning (zie hiervoor) of studie/opleiding. In verband met voorgestelde wijzigingen voor de eigenwoningschenking vanaf 2017 raden wij je aan om vooraf de mogelijkheden met je adviseur te bespreken. Voor kleinkinderen geldt een jaarlijkse vrijstelling van € 2.111 (2015). Benut alsnog de hoge vrijgestelde schenking Ben je vergeten om je zoon of dochter tijdig – vóór hun 40e – een ‘grote’ vrijgestelde schenking te doen? Je kunt die vergissing herstellen als ke schoonzoon of -dochter jonger is dan 40 jaar. Overweeg schenken met behoud van beschikkingsmacht Wanneer je besluit om te schenken, kun je kiezen voor één van de vele vormen van ‘schenken met behoud van macht’, zoals gecertificeerd schenken of schenken onder bewind.
14
Maak gebruik van de uitsluitingsclausule Door het opnemen van een uitsluitingsclausule kunt je voorkomen dat de schenking via het huwelijksvermogensregime bij de schoonfamilie van je (klein)zoon en/of (klein)dochter terecht komt. Overweeg een herroepelijke schenking Door bij de schenking te bedingen dat deze herroepelijk is, kun je ervoor zorgen dat de schenking kan worden teruggedraaid. Zo kan worden voorkomen dat je financieel afhankelijk wordt van je (klein)kind. Gebrek aan liquiditeiten? Doe een papieren schenking Bij een papieren schenking (een schuldigerkenning uit vrijgevigheid) kun je het geschonken bedrag schuldig blijven. Je krijgt een schuld aan je kind(eren) welke in beginsel pas opeisbaar is bij het overlijden van de langstlevende ouder.
Heb je aan je kinderen een renteloze of laagrente directe opeisbare lening verstrekt? Vanaf 1 januari 2010 is jaarlijks schenkbelasting verschuldigd over het verschil tussen 6% en de (niet) bedongen rente. Bekijk of er mogelijkheden zijn om deze nadelige fiscale gevolgen te beperken. Laat je testament (regelmatig) checken De erflater die een goed testament opmaakt, kan een forse belastingbesparing voor zijn erfgenamen realiseren. Een goed testament is een testament dat de door de erflater gewenste vererving van zijn vermogen combineert met een minimale heffing van erfbelasting bij de erfgenamen. Door de wijzigingen van de successiewetgeving of je persoonlijke wensen, kan het zijn dat je huidige testament niet (fiscaal) optimaal meer is. Wij raden je dan ook aan je testament te laten scannen. Maak alsnog huwelijkse voorwaarden op Ben je bij het aangaan van je huwelijk ‘vergeten’ huwelijkse voorwaarden op te stellen? je kunt dat onder voorwaarden nog zonder fiscale schade herstellen binnen drie jaar. Check je huwelijkse voorwaarden De keuze voor een bepaald huwelijksgoederenregime wordt vaak bij het aangaan van het huwelijk bewust gemaakt en in de jaren daarna als vaststaand gegeven aanvaard. Door gewijzigde feiten en omstandigheden in de loop der tijd kan een ander huwelijksgoederenregime veel gunstiger zijn dan de indertijd gekozen regeling. Een periodieke heroverweging is daarom noodzakelijk, vooral bij verandering in de gezins- of familiesituatie of bij een aanzienlijke vermogensstijging of -daling.
Kom het periodiek verrekenbeding na Ben je op huwelijkse voorwaarden gehuwd met daarin een periodiek verrekenbeding? Vergeet dan niet de afrekening met je partner ook over dit jaar op te stellen. Het niet-naleven van een periodiek verrekenbeding kan namelijk, zeker als dat jarenlang is gebeurd, dramatische gevolgen hebben bij een eventuele echtscheiding en mogelijk ook bij een eventueel faillissement van de ondernemerechtgenoot. Ben je betrokken of betrokken geweest bij de afwikkeling van een nalatenschap? In de wet is een specifieke regeling opgenomen die ziet op ‘bovenmatige’ rente over overbedelingsvorderingen. Hierdoor kan het voorkomen dat een deel van de rente niet meer aftrekbaar is bij het overlijden van de langstlevende ouder. Neem daarom contact op met je adviseur wanneer je zelf een dergelijke vordering heeft, dan wel je kinderen een dergelijke vordering op je hebben. Bekijk of er nog maatregelen getroffen kunnen worden om deze nadelige fiscale gevolgen te beperken. Heb je in het verleden vermogen met je kinderen ‘gesplitst’ (ouders het vruchtgebruik/ kinderen de bloot eigendom) aangekocht? Als gevolg van één van de wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 heeft de structuur niet meer de beoogde fiscale gevolgen (besparing erfbelasting). Bekijk of er nog iets kan worden gedaan om dit nadeel te beperken. Heb je in het verleden onroerende zaken aan je (klein)kinderen overgedragen onder het voorbehoud van vruchtgebruik/recht van gebruik en bewoning? Door het intrekken van een resolutie per 1 januari 2010, heeft de structuur niet meer de beoogde gevolgen (besparing erfbelasting). In overleg met je adviseur kan bekeken worden of er nog iets kan worden gedaan om dit nadeel te beperken. Benut je fiscale partner De inkomstenbelasting is in beginsel verschuldigd over je individuele inkomen. Op dit uitgangspunt wordt bij fiscale partners een uitzondering gemaakt voor de zogenoemde gemeenschappelijke inkomensbestanddelen, zoals de inkomsten uit eigen woning. In dat geval mag het inkomen of de aftrekpost naar keuze worden verdeeld tussen de fiscale partners. Dit kan voordelig zijn. Een aftrekpost levert namelijk veelal meer op als deze benut kan worden door de partner met het hoogste inkomen. Positief inkomen wordt lager belast als de fiscale partner een vrijstelling of verliezen kan benutten. Het is nuttig om nog voor het einde van het jaar te bekijken of het fiscale partnerschap wel of niet mogelijk is. Voor de inkomstenbelasting is sprake van fiscaal partnerschap bij: Echtgenoten/geregistreerd partners (niet van tafel en bed gescheiden). Ongehuwd meerderjarige samenwonenden die gezamenlijk staan ingeschreven in de basisregistratie personen én een notarieel samenlevingscontract hebben (bloedverwanten in de eerste lijn moeten beiden ouder zijn dan 27 jaar).
15
Ongehuwd samenwonenden die gezamenlijk staan ingeschreven in de basisregistratie personen zonder een notarieel samenlevingscontract, die: samen een eigen woning hebben; samen een kind hebben; een partner hebben die het kind van de andere partner heeft erkend; een minderjarig kind hebben (waarbij zowel de ouder als degene met wie wordt samengewoond meerderjarig is), dat bij hen woont; voor de pensioenregeling als partner is aangemeld, of het vorige kalenderjaar fiscale partner waren.
Het kan soms fiscaal gunstig zijn om het fiscale partnerschap te laten voortduren over de jaargrens heen. Als je slechts voor een deel van het jaar fiscaal partner bent, kunt je er namelijk voor opteren om voor het hele jaar als fiscaal partner te worden aangemerkt. Hierdoor kun je bijvoorbeeld gebruik maken van het keuzerecht voor gemeenschappelijke inkomensbestanddelen. In een echtscheidingssituatie kan het daarom soms bijvoorbeeld wenselijk zijn om de samenwoning nog even voort te zetten tot na 1 januari 2016.
10. OVERDRACHTSBELASTING Overweeg erfpachtlease Als je de eigendom van een onroerende zaak verkrijgt en terug verhuurt aan de verkoper (sale and lease back), dan ben je overdrachtsbelasting verschuldigd. Je kunt deze overdrachtsbelasting voorkomen door de transactie als volgt vorm te geven. Je koopt de eigendom onder voorbehoud van een erfpachtrecht. De erfpachter betaalt je voortaan geen huur maar een canon, vergoeding voor het erfpachtrecht. In dat geval bent je slechts overdrachtsbelasting verschuldigd over de bloot eigendomswaarde, welke in veel gevallen tendeert naar nihil. Deze al bijna een eeuw bestaande, en bewust gekozen, systematiek wordt vanaf 1 januari 2016 als ‘ongewenst gebruik’ gekwalificeerd. Dat betekent dat je na 1 januari 2016 gewoon overdrachtsbelasting betaalt over de volle waarde van de onroerende zaak. Naast deze erfpachtlease wordt nog een aantal vergelijkbare situaties bestreden. Tot 1 januari 2016 kun je echter nog profiteren van deze routes. Bel daarom tijdig je adviseur als je onroerende zaken wilt kopen/verkopen.
Deze publicatie is zorgvuldig voorbereid, maar is in algemene bewoordingen gesteld en bevat alleen informatie van algemene aard. Deze publicatie bevat geen advies voor concrete situaties, zodat uitdrukkelijk wordt aangeraden niet zonder advies van een deskundige op basis van de informatie in deze publicatie te handelen of een besluit te nemen. Voor het verkrijgen van een advies dat is toegesneden op je concrete situatie kun je jezelf wenden tot Practical Accounting of een van haar adviseurs. Practical Accounting B.V en haar adviseurs aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van handelen of het nemen van besluiten op basis van de informatie in deze publicatie.
16
17