Samenwerkingsverband Noord-Nederland Jaarverslag 2009
Voorwoord Medio 2009 werd ik voorzitter van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen en de vier grote steden Assen, Emmen, Groningen en Leeuwarden). Waar mijn voorganger John Jorritsma het voorgaande jaarverslag nog opende met 'Kom op, dien voorstellen in!', een aanmoediging om meer projectaanvragen bij het SNN in te dienen, kan ik nu stellen dat de boodschap blijkbaar goed ontvangen is. De Europese en nationale fondsen zijn in een ongekend tempo door Noord-Nederlandse ondernemers en overheden aangesproken. In 2009 hebben we driemaal zoveel projecten behandeld en gestart als in de voorgaande jaren gebruikelijk. In het licht van de economische crisis, die het Noorden raakt, is het goed te zien dat er fors geïnvesteerd wordt. De kruisbestuiving tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen heeft dit jaar wederom een vlucht genomen. Het SNN ondersteunde in 2009 alle partijen door aanvraagprocessen te stroomlijnen en subsidies toegankelijker te maken, onder andere door de laagdrempelige website 123subsidie.nl. Samenwerking tussen de drie noordelijke provincies en de vier grote steden is een voorwaarde om ons doel voor Noord-Nederland te bereiken: een innovatieve kenniseconomie, met sterke steden en een vitaal platteland. Mede dankzij het SNN spreekt Noord-Nederland met één mond richting Brussel en Den Haag en wordt er samengewerkt op thema's als mobiliteit, energie en klimaat en landelijk gebied. Voor 't eerst waren we als Noord-Nederland samen in Den Haag en in 2010 geldt hetzelfde voor Brussel. De unieke samenwerkingsconstructie tussen Europa, Rijk, regio, provincies, steden, ondernemers en kennisinstellingen geeft ruimte aan de regionale economische dynamiek en is een voorbeeld voor toekomstig beleid van Europa, EZ en provincies. In dit jaarverslag willen we onze werkzaamheden als uitvoerder van diverse nationale en Europese subsidieprogramma's en onze functie als platform voor noordelijke samenwerking verantwoorden. We beschrijven onze doelstellingen, leggen uit waarom we juist deze doelstellingen nastreven en geven onze concrete acties in 2009 ter ondersteuning van deze doelstellingen, weer. Daarbij hebben we onze omgeving en toekomstige ontwikkelingen als onderbouwing gebruikt. Het jaarverslag is grotendeels gebaseerd op interviews met mensen die betrokken zijn bij het SNN, als medewerker of bestuurder. De interviews vormen per onderwerp een samenvatting en een persoonlijke kijk op de gebeurtenissen van 2009. Daarnaast vindt u natuurlijk de bijbehorende achtergrondinformatie. Ik hoop dat u door dit jaarverslag een goed beeld krijgt van de activiteiten van het SNN in 2009 en de toegevoegde waarde van samenwerking in Noord-Nederland. Max van den Berg, voorzitter Samenwerkingsverband Noord-Nederland
2
Inhoud 1. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland ..................................................................... 4 1.1. Missie, visie en doelstellingen ........................................................................................ 4 1.2. Overige ontwikkelingen .................................................................................................. 6 2. Het SNN-platform .................................................................................................................. 9 2.1 Bestuurlijke organisatie.................................................................................................... 9 2.2 Economische Zaken ......................................................................................................... 9 2.3 Europa ............................................................................................................................ 11 2.4 Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit ........................................................................... 12 2.5 Klimaat en Energie......................................................................................................... 13 2.6 Landelijk Gebied ............................................................................................................ 14 2.7 Lobby ............................................................................................................................... 7 2.8 SER Noord-Nederland ................................................................................................... 15 3. Uitvoering subsidieprogramma's.......................................................................................... 17 3.1 Koers Noord, Op weg naar Pieken................................................................................. 17 3.2 OP-Noord ....................................................................................................................... 18 3.3 UILN-N .......................................................................................................................... 18 3.4 Kompas voor het Noorden ............................................................................................. 19 3.5 Subsidieprogramma’s in de afrondingsfase ................................................................... 19 3.6 Interreg ........................................................................................................................... 21 3.7 Subsidieregelingen ......................................................................................................... 24 3.8 Bezwaar- en beroepschriften .......................................................................................... 27 4. Nordconnect ......................................................................................................................... 29 5. Uitvoeringsorganisatie ......................................................................................................... 32 Bijlagen .................................................................................................................................... 33 Bijlage A: Overzicht van regelingen uitgevoerd door het SNN in 2009. ............................ 33 Bijlage B: Samenstelling bestuursorganen en aanverwante vergadergroepen ultimo 2009 35 Bijlage C: Organogram ........................................................................................................ 40
3
1. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) is een samenwerkingsverband van de drie noordelijke provincies met als doel de economische positie van Noord-Nederland te versterken. Sinds 1992 is de samenwerking in het Noorden vastgelegd in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. In dit samenwerkingsverband hebben de vier grote steden Groningen, Leeuwarden, Emmen en Assen sinds 2007 een belangrijke adviesrol. 1.1. Missie, visie en doelstellingen Missie We stimuleren namens de regionale overheden en de vier grote steden in Noord-Nederland de ruimtelijke- en economische ontwikkeling van het Noorden. Visie We willen dat Noord-Nederland zich duurzaam ontwikkelt naar een innovatieve kenniseconomie met sterke steden en een vitaal platteland. Strategie 1. We beheren en besteden landelijke en Europese subsidies die gericht zijn op het versterken van de economie in het Noorden. Verantwoording Een heldere verantwoording van beschikte fondsen wordt steeds belangrijker. In 2009 hebben we naar aanleiding van het Nationaal Actieplan (zie 1.2) aanpassingen doorgevoerd in het systeem dat we gebruiken bij het beheer van de subsidieprogramma’s. We zijn zelf constant op zoek naar mogelijke verbeteringen van het beheerssysteem en zijn niet blind adviezen over onze werkwijze vanuit Den Haag of Brussel. We zijn verder gegaan met de implementatie van ons automatiseringssysteem. 2. We werken aan het intensiveren van de samenwerking en het overleg tussen de drie noordelijke provincies om het ruimtelijk- en economisch beleid op elkaar af te stemmen en te versterken. We versterken ook de samenwerking met andere partners in het Noorden: werkgeversorganisaties, kennisinstellingen en NOM, Syntens en de Kamer van Koophandel. Netwerkdiners Naast onze reguliere werkzaamheden hebben we in 2009 twee zogeheten netwerkdiners gehouden, waarin kopstukken uit het bedrijfsleven en de wetenschap bijeen kwamen. Het eerste diner werd in samenwerking met NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) georganiseerd, hierin stonden de instellingen SRON, ASTRON, CWI en NIOZ centraal. De tweede bijeenkomst is in samenwerking met de RUG georganiseerd en had als thema Healthy Ageing. Partners In 2009 stonden we met onze stand op de Bedrijvencontactdagen, de Promotiedagen NoordNederland, het Ondernemerscongres van MKB-Noord en de exportbijeenkomsten van de KvK. In het afgelopen jaar zijn we ons mede dankzij deelname aan deze evenementen nog meer bewust geworden van het feit dat samenwerking loont. Zo hebben we bijvoorbeeld met Syntens de samenwerking geïntensiveerd, waarna ons en Syntens duidelijk werd dat ons werk
4
begint waar Syntens ophoudt. Sindsdien loopt Syntens dan ook met onze folders rond, waardoor de ondernemer gemakkelijker een subsidietraject in kan gaan. Op 29 juni 2009 werd het voorzitterschap van het SNN overgedragen. We hebben deze gelegenheid aangegrepen om de Pieken van Noord-Nederland extra onder de aandacht te brengen. Een viertal projecten ontving een zogenoemde 'Piek'-award uit handen van de minister van Economische Zaken en de drie noordelijke CdK's. Een aantal noordelijke partners waren bij deze gelegenheid betrokken door deelname aan een informatiemarkt, waarin hun werkzaamheden onder de aandacht werden gebracht. 3. We bevorderen gemeenschappelijk optreden tegenover derden, vooral het Rijk en de Europese Unie, om de gezamenlijke belangen te behartigen. Lobby-event Op 22 september 2009 hebben we een avondvullend programma georganiseerd met als centraal thema: de kracht van Noord-Nederland. Het doel van deze avond was Kamerleden en Directeuren-generaal van de ministeries te laten zien wat Noord-Nederland presteert op het vlak van de Pieken watertechnologie, sensortechnologie, energie, agribusiness en het speerpunt Healthy Ageing. Ook VNO-NCW Noord, MKB Noord, SER Noord-Nederland, KvK en NOM waren aanwezig om de boodschap van het Noorden luister bij te zetten. Rijksdiensten We hebben een gezamenlijke lobby gevoerd om Rijksdiensten voor Noord-Nederland te behouden en uit te breiden. Cohesiebeleid In de loop van 2009 heeft de discussie omtrent de toekomst van het Europese cohesiebeleid (periode 2013-2020) zich verder ontwikkeld. De Europese Commissie is deze discussie in 2007 reeds gestart en heeft met de publicatie van het Groenboek Territoriale Cohesie in oktober 2008 gevraagd aan alle stakeholders om hun visie te geven. We hebben in januari 2009 in dit kader gereageerd, enerzijds samen met de alle Nederlandse provincies maar ook door een reactie van de Neue Hanze Interregio (NHI). Tegelijkertijd bereiden we ons met een 'Taskforce Cohesiebeleid' voor op de kansen die Brussel kan bieden in de periode 2013-2020. 4. We stimuleren de economische betrekkingen met andere regio’s in Nederland en Europa, in het bijzonder langs de Noordelijke Ontwikkelingsas. Niedersachsen Met de Duitse regio Niedersachsen is er gesproken over samenwerking op gemeenschappelijke thema’s. Niedersachsen is zo groot als Nederland, het ruimtelijke karakter van stad en platteland en economische sectoren is echter vergelijkbaar met NoordNederland. Gezamenlijk optrekken met Niedersachsen biedt kansen voor Noord-Nederland (zie 2.3). Polen De Nederlandse Staat heeft een overeenkomst (een 'Memorandum of understanding') afgesloten met Polen. Vanuit SNN zijn vanaf begin 2009 contacten gelegd met de Poolse overheid om zo de nationale overeenkomst ook in te vullen met regionale initiatieven,
5
passend bij de Nordconnect strategie van Noord-Nederland. Het opzetten van projecten met EU-middelen, zoals we in Noord-Nederland doen met de speerpunten, is een van de belangrijkste onderwerpen in deze contacten. De voor Polen beschikbare EFRO-middelen bedragen in de periode 2007-2013 bijna 70 miljard euro. De Poolse overheid heeft er natuurlijk groot belang bij om zoveel mogelijk van deze beschikbare subsidies toe te kennen aan sterke projecten. In het najaar van 2009 is een grote Poolse delegatie bestaande uit 20 Poolse managementautoriteiten naar ons toegekomen voor een meerdaags programma, om te bekijken hoe wij ons EFRO-programma en ons Pieken-beleid uitvoeren en welke projecten wij opstarten. Een van de doelen is natuurlijk om uiteindelijk Noord-Nederlandse bedrijven een kans te bieden op de Poolse markt. St. Petersburg In november 2009 is als vervolg op een missie in 2008 een bestuurlijk bezoek gebracht aan St. Petersburg, waarbij een officiële samenwerkingsovereenkomst is getekend tussen enerzijds de drie noordelijke provincies en anderzijds de Leningrad Oblast (de provincie rond St. Petersburg). Deze overeenkomst valt onder de nationale overeenkomst die Nederland heeft met Rusland. In deze overeenkomst staat dat beide regio’s willen samenwerken op diverse gebieden, waaronder: regionale ontwikkeling, landbouw, transport en logistiek, energie, sensor-technologie, water, gezondheidszorg, handelsbevordering, cultuur en toerisme en milieu. In november 2009 werd ook het eerste Nordconnect House geopend. Dit handelskantoor in St. Petersburg is een gedeelde kantooraccommodatie voor Noord-Nederlandse bedrijven die de Russische markt willen aanboren of beter willen bedienen. 1.2. Overige ontwikkelingen Economische crisis Het Noorden wordt niet geheel gespaard voor de gevolgen van de economische crisis. In het kader van het economisch herstelplan van de Europese Commissie hebben we een voorstel gedaan om 4 procent van het gehele OP-Noord budget in te mogen zetten op energieefficiënte maatregelen voor de bestaande bouw in het Noorden. Daarnaast kregen projecten in het EFRO-programma 2000-2006 de mogelijkheid om nog tot 30 juni 2009 subsidiabele kosten te declareren, een verlenging van zes maanden. We hebben onze subsidieprogramma's Koers Noord / OP-Noord versneld uitgevoerd (zie 3.1 en 3.2), de subsidiemogelijkheden voor de regelingen NIOF en HRM verruimd en de drempels verlaagd (zie 3.7). We hebben de website 123subsidie.nl in het leven geroepen, waarmee Noord-Nederlandse ondernemers gemakkelijk kunnen uitzoeken welke subsidie er voor hen beschikbaar is. Nationaal Actieplan Het EFRO-programma over de periode 2000-2006 is in 2006 onderworpen aan een systeemaudit van de Europese Commissie. Deze audit heeft geleid tot opmerkingen van de Europese Commissie, die betrekking hebben op individuele projecten alsmede op het beheer en uitvoering van het programma in het algemeen. Er is door de Europese Commissie geen correctie toegepast. Omdat bij audits van andere programma’s in Nederland vergelijkbare fouten werden vastgesteld, is onder auspiciën van het ministerie van Economische Zaken een
6
Nationaal Actieplan opgesteld, dat ertoe moet leiden dat fouten in het controlesysteem van de programma’s worden gecorrigeerd. In 2008 heeft een onderzoek onder projecten in heel Nederland plaatsgevonden. We hebben hierop met het ministerie van Economische Zaken over de bevindingen van het onderzoek gesproken. Het onderzoek is uitgevoerd door ADEZ, de accountantsdienst van het ministerie van EZ. In Noord-Nederland lag het gemiddelde foutpercentage eind 2006 op 2,7 procent. Het Rijk heeft in 2009 met de Europese Commissie onderhandeld over de hoogte van de correctie. Op 8 maart 2010 is de Europese Commissie akkoord gegaan met de door het ministerie van EZ voorgestelde financiële correctie van 3,4 procent van de gedeclareerde subsidiabele kosten tot eind 2006. De Managementautoriteiten in Nederland, waaronder het SNN, stemden al eerder in met dit landelijke gemiddelde kortingspercentage van 3,4 procent. Deze middelen konden opnieuw ingezet worden in het vervolg van het programma. Bij de eindafrekening van het EFROprogramma 2000-2006, die voor 30 september 2010 wordt ingediend, zal duidelijk zijn in hoeverre deze middelen alsnog zijn benut. Controledruk In 2009 is de controledruk op onze organisatie toegenomen. We proberen te voorkomen dat onze klanten deze druk ook gaan voelen, al is dit niet in alle gevallen uit te sluiten. Communicatie Sterker dan voorheen werken we aan de zichtbaarheid van onze organisatie en de subsidieprogramma's die we uitvoeren. In 2009 werd de website Europaomdehoek.nl gelanceerd, een site waarop in één oogopslag alle projecten van het OP-Noord programma te zien zijn. Op 2e Pinksterdag werd de zogenoemde 'Europa Kijkdag' gehouden. Jaarlijks laten we de inwoners van Noord-Nederland zien wat er allemaal met door ons verstrekte Europese subsidies tot stand komt in hun eigen regio. De campagne 'Blij met Europa' (Blij-meteuropa.nl) liep in de maand voorafgaand, ter promotie van dit evenement. We hebben in samenwerking met ondernemers 123subsidie.nl opgezet. Hierop kunnen Noord-Nederlandse ondernemers gemakkelijk uitzoeken welke subsidie er voor hen beschikbaar is. Ruim 40 regelingen, niet alleen van onszelf, zijn hierop gebundeld en we breiden dit aantal steeds uit.
1.3 Lobby We lobbyen in Brussel en Den Haag zodat we ontwikkelingen die van belang zijn voor Noord-Nederland kunnen identificeren en er zo mogelijk en zonodig invloed op uit kunnen oefenen. Als onderdeel van onze strategie om het gemeenschappelijk optreden van NoordNederland te bevorderen en de economische betrekkingen met andere regio's in Nederland en Europa te stimuleren is de gezamenlijke noordelijke lobby een vanzelfsprekend instrument. Europa Afgelopen jaar werd al hevig gediscussieerd over het Europese beleid na deze begrotingsperiode (2007-2013). Na de verkiezingen voor het Europees Parlement medio 2009
7
is dit proces even stil komen te liggen. Begin 2010 wordt de commissie geïnstalleerd, waarna de begroting voor de periode 2014-2020 kan worden ingericht. Noord-Nederland heeft hierin een groot belang. De vrees is dat na 2013 de EZ-middelen zullen verminderen danwel opdrogen, waarna er slechts EFRO-middelen zullen overblijven. De nieuwe Europese begroting moet een aantal nieuwe prioriteiten bevatten, zoals klimaat, energie, demografie en veiligheid. Aangezien de EU eerder minder dan meer geld van de lidstaten zal krijgen moet dit geld ergens anders vandaan komen. De blik van de Europese Commissie is dan mogelijk gericht op de structuurfondsen als het huidige EFRO-programma en de steun aan de boeren. Noord-Nederland probeert de discussie zo te beïnvloeden dat de regio’s wel de beschikking houden over het geld. Als er veel geld bij de inkomens van de boeren wordt weggehaald, willen we hiervoor een aanzienlijke compensatie ontvangen, die eventueel wat breder weer kan worden ingezet. Medio 2010 komt de Commissie met een mid-term review van de huidige begrotingsperiode. In het najaar wordt het zogenoemde ‘vijfde cohesierapport’ uitgebracht, hierin staat wat de plannen omtrent de EFRO-gelden zijn. Daarna gaan de lidstaten samen met het parlement bepalen wat er gebeurt. CCS In het Carbon Capture and Storage-project (CCS) zijn we samen met Rotterdam opgetrokken. Rijnmond heeft het nu gekregen, de Eemsmond krijgt nationale middelen voor de volgende pilot. Dat kan een hele belangrijke opstap zijn naar de Eemshaven als klimaatneutrale energiehaven. In Brussel vindt men het heel belangrijk dat regionale- en nationale autoriteiten achter de plannen staan. De noordelijke redenering in deze is aangenaam nuchter: ‘het gas is uit de velden, we stoppen er iets anders in’. Nederland Door een intensivering van de voorbereiding van de Haagse lobby door de 3 CdK's in Den Haag trachten we beter aansluiting te vinden met de ontwikkelingen rond het Binnenhof. Op 22 september 2009 organiseerden we een lobby-event in Den Haag waar een groot aantal noordelijke kamerleden en woordvoerders kennis konden nemen van de kracht van NoordNederland: de 'Pieken' en 'Healthy Ageing'. De noordelijke samenwerking staat er in Den Haag goed voor: er wordt met één mond gesproken, acties worden tijdig ingezet en contacten worden goed onderhouden. Daarnaast is de ambtelijke lobby richting departementen geïntensiveerd en wordt via een Taskforce een meer gedegen anticipatie op FES-middelen voorbereid. Rijksdiensten We hebben een gezamenlijke lobby gevoerd om Rijksdiensten voor Noord-Nederland te behouden en uit te breiden.
8
2. Het SNN-platform 2.1 Bestuurlijke organisatie Dagelijks bestuur Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de drie Commissarissen der Koningin en per provincie twee gedeputeerden. Advies krijgt het Dagelijks Bestuur van de burgemeesters van de vier grote gemeenten in het Noorden (Groningen, Leeuwarden, Assen en Emmen) en de directeur van het SNN. Het Dagelijks Bestuur voert strategisch overleg en fungeert als aanspreekpunt voor het Rijk en de Europese Unie. Verder neemt het besluiten over programma’s en projecten en bewaakt het de voortgang van het programma Koers Noord, op weg naar Pieken. Wisseling voorzitterschap Op 29 juni 2009 werd tijdens een feestelijke bijeenkomst het voorzitterschap van het SNN van de provincie Fryslân overgedragen aan de provincie Groningen. Vanaf 1 juli 2009 is de provincie Groningen voor een periode van twee jaar voorzitter. Algemeen Bestuur In het Algemeen Bestuur zitten alle negen leden van het Dagelijks Bestuur en negen leden uit de Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen (3 per provincie). In 2009 wijzigde het takenpakket van het AB: in principe houdt het zich alleen nog bezig met de bij wet of regeling aan het AB opgedragen taken. De inhoudelijke discussie en de verantwoording van de gedeputeerden vindt plaats in de Staten van de afzonderlijke provincies. Voornaamste taken van het Algemeen Bestuur zijn, gehoord de Provinciale Staten, het vaststellen van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag van het SNN en het toezichthouden op het Treasurybeleid onder andere door vaststelling (en wijziging) van het SNN-Financieringsstatuut. Het Dagelijks Bestuur krijgt ondersteuning van drie bestuurscommissies. Dat zijn de Bestuurscommissie Economische Zaken, de Bestuurscommissie Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit en de Bestuurscommissie Europa, die halverwege 2009 in de plaats is gekomen van de Poho NOA (Noordelijke Ontwikkelingsas). Per Bestuurscommissie levert iedere provincie twee gedeputeerden, de vier grote steden zijn ieder met één wethouder vertegenwoordigd. Voor de thema’s Landelijk Gebied en Klimaat en Energie zijn portefeuillehoudersoverleggen (Poho's) actief. In de Poho's heeft elke provincie één gedeputeerde. In het Poho Klimaat en Energie leveren de vier grote steden bovendien allemaal één wethouder. De Programmacommissie beoordeelt projecten voor het rijksprogramma Pieken in de Delta en bevordert het draagvlak van het programma. Het Comité van Toezicht houdt toezicht op de besteding van de Europese gelden. De samenstelling van de Programmacommissie is gelijk aan die van het Comité van Toezicht.
2.2 Economische Zaken De Bestuurscommissie Economische Zaken houdt zich bezig met een breed scala aan economische onderwerpen. Recente onderwerpen waar de commissie zich over buigt zijn: de lobby Rijksdiensten, het regionaal economisch programma (REP) en het nieuwe Piekenbeleid.
9
Daarnaast heeft de commissie het mandaat van het DB gekregen om besluiten te nemen over projectaanvragen binnen de subsidieprogramma’s Koers Noord en OP-Noord. Gedeputeerde Sjoerd Galema (Fryslân) is voorzitter van de BC Economische Zaken "Samenwerken De kern van de boodschap zit in de noordelijke samenwerking. Ik raak steeds meer en beter overtuigd van het nut van die samenwerking. Je ziet dat we als collectief meer zijn dan de som der delen. Die samenwerking maakt dat we in de toekomst mogelijk nieuwe bronnen kunnen aanboren, maar deze samenwerking maakt ook dat de huidige subsidieprogramma’s al gauw uitgeput raken. Waar we in 2007, bij de start van deze Europese periode, zorgen hadden of er wel voldoende kwalitatief goede projecten zouden komen, zie je nu dat het zeer voorspoedig verloopt. Koers Noord en OP-Noord Ik zie af en toe nog steeds dat er met het schaarse ‘economiegeld’ van Noord-Nederland weer stenen worden gestapeld, terwijl we veel meer aan de kennis- en duurzaamheidskant moeten zitten. Dit sluit ook aan bij de thema’s van waaruit het programma begonnen is. Ik vind het jammer dat we pas dit jaar met een website de lucht in zijn gegaan om onze subsidies in de markt te zetten. Eigenlijk had deze er in 2007 al moeten zijn. Het MKB weten we nog onvoldoende te bereiken, dat stelt mij soms teleur. Je merkt dat ondernemers met andere ogen naar een project kijken. Wat dat betreft is het goed dat ze vertegenwoordigd zijn in de Programmacommissie. Deze ondernemers zijn heel concreet en stellen altijd relevante vragen. In plaats van het aanbieden van aanbodgedreven subsidies zou ik veel liever op de thema’s innovatie en duurzaamheid de markt afstropen, de overheid moet een spion zijn die de niches ontdekt. We moeten onszelf de vraag stellen: ‘Wie loopt hier het risico, wie steekt hier een euro in en wil op termijn hier twee euro van maken’? Ik wil ondernemerschap in projecten zien, de overheid moet het laatste zetje geven. Er gebeurt overigens heel veel goeds, dit zijn voor mij de aandachtspunten. Rijksdiensten Ik denk dat we een ontzettend goede dialoog in Noord-Nederland hebben op het gebied van de lobby voor het behoud en uitbouw van de Rijksdiensten. We hebben een open agenda, kennen elkaars wensen en hebben daar succes in. We spreken steeds beter met één mond."
10
2.3 Europa De Bestuurscommissie Europa is verantwoordelijk voor de thema’s beleidsbeïnvloeding Brussel en Den Haag, interregionale samenwerking en projectontwikkeling en exportbevordering voor de NOA-landen (Nordconnect). Gedeputeerde Rob Bats (Drenthe) is voorzitter van de BC Europa. Veranderingen “In 2009 is het besef en het begrip binnen SNN en de provincies gekomen dat het echt anders zal zijn na 2013. Europa was de afgelopen jaren naast complex, moeilijk en ver weg ook vanzelfsprekend. Iedereen leefde in de veronderstelling dat het allemaal zo zou blijven. De werkelijkheid rond bijvoorbeeld zelfstandig regionaal economisch beleid is als gevolg van de Europese discussie over cohesiebeleid en structuurfondsen echt aan het kantelen. Het Rijk lijkt nog steeds te denken dat Europa bedoeld is voor het rondpompen van fondsen. Het SNN probeert de nieuwe werkelijkheid over te brengen en Noord-Nederland een nieuwe plek te geven in de innovatieve agenda van Europa. Grotere regio’s We moeten niet alleen wat willen halen, we moeten Europa ook wat bieden. De provincie Drenthe is niets qua geografische grootte in Europa, het SNN is iets minder niets maar heeft nog steeds geen echte omvang. Onlangs heb ik met de regio Niedersachsen gesproken over samenwerking op gemeenschappelijke thema’s. Niedersachsen is zo groot als Nederland, maar is als je kijkt naar het ruimtelijke karakter van stad en platteland en economische sectoren wel een Europese regio vergelijkbaar met Noord-Nederland. We worden binnenkort ook gedwongen om over de landsgrenzen te kijken, aangezien Brussel vindt dat er teveel regio’s zijn. Als we met Niedersachsen en ook Bremen samen kunnen werken, kunnen we Europa bijvoorbeeld als leading partner op het gebied van Healthy Ageing echt iets bieden. Dat noemen we gebiedsgerichte territoriale cohesie. Inzet die niet meer naar grenzen kijkt, maar naar culturele, historische en toekomstgerichte innovatieve clusters. Nordconnect Ik ben enthousiast over Nordconnect (zie 4). De noordelijke economische ontwikkelingsas brengt een aantal kansen voor samenwerking en dynamiek in het MKB. De discussie wordt complex op het moment dat je hem verbindt met het cohesiebeleid en de trend om op te schalen naar heel grote macroregio’s. Dan is die totale regio te groot en te divers. Maar als je de verbinding vooral legt met de sociale cohesie dan kan de noordelijke as attractief zijn. Aan het einde van de as liggen landen die budgettair minder goed bedeeld zijn, daar kan je verbindingen mee maken. Komend jaar zullen we in de evaluatie van Nordconnect en in afstemming met de initiatieven van de KvK nog beter de sterke punten van bedrijfsleven en overheid inzetten en de nieuwe koers formuleren. Rapporteur Ik voel me verantwoordelijk voor de vertegenwoordiging van Noord-Nederland. In 2009 ben ik rapporteur geworden bij het Comité van de Regio’s om optimaal invloed uit te oefenen op het beleidsvormingsproces in Brussel. Voor onze regio is het dossier ‘Vergrijzing’ zeer interessant omdat de verhoudingen tussen werkenden en gepensioneerden in de komende jaren van 4 op 1 naar 2 op 1 gaan. We proberen dit thema aan het cohesiedossier te verbinden,
11
om thema’s als arbeidsparticipatie of Heatlhy Ageing, een typisch Noordelijk cluster, in de Europese strategische agenda te krijgen. Als Europa ons dan echt als waardevolle partner ziet, krijgen we daar, ook na 2013, veel voor terug.
2.4 Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit De Bestuurscommissie Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit is verantwoordelijk voor de thema’s ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, RSP en MIRT. Gedeputeerde Marc Jager (Groningen) is voorzitter van de BC SOM “Gebiedsagenda Een heel belangrijk punt in 2009 was de opstelling van de gebiedsagenda’s. De Gebiedsagenda Noord-Nederland bevat de gezamenlijke en integrale visie en de daaruit voortvloeiende opgaven van het Rijk en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland in het ruimtelijk-fysieke domein. De agenda is bedoeld als onderbouwing voor onder meer toekomstige investeringsbeslissingen, bijvoorbeeld in het kader van het MIRT. Er zit natuurlijk wel een spanning in, enerzijds zijn er onze ambities, anderzijds het geld om deze ambities te realiseren. De uitwerking hiervan wordt in 2010 spannend. Zullen de kansen of de bedreigingen doorslaggevend worden? Bereikbaarheidsprojecten We moeten binnen 10 jaar het RSP in uitvoering hebben. Dat lijkt heel veel tijd, maar dat is juist heel weinig. Infrastructuur heeft één groot nadeel, het realiseren ervan is vaak een proces van lange adem. Planvorming, procedures en voorbereiding kosten allemaal veel tijd. Met het Rijk gaan we de uitdageing aan om het 'sneller en beter' te doen. Het leek er eerder op dat er in ieder geval voor 2020 geen rijksgelden beschikbaar zouden zijn voor de echte aanpak van de Zuidelijke Ringweg van Groningen. Het alternatief pakket voor de Zuiderzeelijn bracht daar verandering in. Er is nu groen licht voor de drukste verkeersader van Noord-Nederland. In 2009 hebben gemeente Groningen, provincie Groningen en Rijkswaterstaat hard gewerkt om tot één gedragen plan te komen. De minister heeft daar vervolgens zijn handtekening onder gezet. Van de grote RSP-projecten is dit de eerste die al zover is. Dit geeft mij vertrouwen in een goede afloop. Samenwerking Noordelijke samenwerking is welgemeend eigenbelang. De kracht van het SNN blijft ‘het Noorden is het Noorden, onderling verdelen we het wel weer’. In sommige projecten, zoals bijvoorbeeld de spoorlijn Groningen-Heerenveen, is er een bestuurlijke samenwerking met veel gemeenten en twee provincies. Daarin is het van essentieel belang dat de neuzen in de zelfde richting blijven wijzen. In de bestuurscommissie SOM vechten we niet om een pot geld, je helpt elkaar, gegeven het feit dat je verdeelafspraken hebt gemaakt. We gaan samen naar Den Haag om te onderhandelen. Als Groninger gedeputeerde sta en lobby ik voor het Noorden, niet louter voor mijn eigen provincie. Ik merk nergens dat de belangen van de bestuurscommissie haaks staan op de belangen van mijn provincie. De samenwerking levert ons juist allemaal wat op.” MIRT en RSP
12
Het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) verschijnt jaarlijks als bijlage bij de begroting van Verkeer en Waterstaat. Het MIRT vormt het planningskader voor de rijksinfrastructuur in Nederland en omvat een lijst met onderhanden zijnde rijksprojecten. In 2008 is het Convenant Regiospecifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn gesloten. Het RSP omvat een aantal projecten dat gericht is op versterking van de ruimtelijke en economische structuur in Noord-Nederland (incl. Noordoostpolder) en het verbeteren van de bereikbaarheid van deze regio. De totale investering in Noord-Nederland bedraagt ruim 2,8 miljard euro, waarvan circa 700 miljoen euro door de regio zelf wordt opgebracht.
In bijlage A vindt u een uitgebreid verslag van de werkzaamheden van de bestuurscommissie SOM. 2.5 Klimaat en Energie Het Energieakkoord Noord-Nederland is in het najaar van 2007 gesloten door de provincies Drenthe, Fryslân, Groningen en Noord-Holland. In 2008 hebben de noordelijke gemeenten, MKB-Noord en VNO-NCW-Noord het akkoord mede ondertekend. In 2011 moet de energieopwekking voor een half miljoen huishoudens duurzaam worden gerealiseerd, door energiebesparing, duurzame energie en biobrandstoffen. Gedeputeerde Tanja Klip-Martin (Drenthe) is voorzitter van het Portefeuillehoudersoverleg Energie en Klimaat, dat het Energieakkoord mede vormgeeft en de voortgang bewaakt. “Het energieakkoord heeft een impuls gegeven aan de samenwerking in het Noorden en het opereren van Noord-Nederland als Energy-Valley gebied. In 2007 is er een besluit genomen, in 2008 is gepraat, in 2009 heeft dit tot resultaten geleid. Samenwerken Samenwerken is elkaar wat gunnen; rekening houden met de specifieke zaken die in een bepaalde provincie spelen. Een concrete uitkomst van deze samenwerking is dat NoordNederland vanaf 1 juli 2010 duurzamer gaat bouwen dan de rest van Nederland. De duurzaamheidseisen voor nieuwe woningen zijn voor de hele regio gelijk getrokken, iets waar vanuit zowel de markt als de gemeenten om is gevraagd. Daarnaast gaan we als eerste in Nederland volgens een nieuwe methodiek energiezuinig bouwen, wat tot een kennisvoorsprong van onze bouwsector leidt. Zonder deze samenwerking hadden we dit, ook tegenover het Rijk, niet voor elkaar gekregen. Duurzame energie Een ander voorbeeld is de taskforce groen gas: samen met het bedrijfsleven en de vier grote gemeenten hebben we enorme stappen gezet. Dat heeft ertoe geleid dat de Tweede Kamer akkoord is gegaan met een aanpassing van de SDE-regeling (Stimulering Duurzame Energieproductie) op het gebied van met name grotere groen gas-initiatieven, de groen gashubs. Dit helpt een duurzame energie-infrastructuur neer te leggen, door bijvoorbeeld boerenbedrijven aan te sluiten op een biogasnetwerk. Toekomst Ik denk dat we in 2011 in ieder geval nog eenmaal een nieuw energieakkoord moeten afsluiten met het Rijk: de doelstellingen zijn immers deels aan 2015 gekoppeld en je hebt een
13
akkoord ook wel nodig om de broodnodige versnelling te krijgen. De rijksambities die we voor een deel voor onze rekening nemen, leiden daarnaast tot economische ontwikkeling. Dat is altijd de hoofdmoot, robuuste ontwikkelingen zoals grote windparken op zee leiden tot gigantisch veel werkgelegenheid. Zonder groen geen groei.” 2.6 Landelijk Gebied Een aantrekkelijke omgeving als essentiële voorwaarde voor een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het Noorden, dat onderschrijft het SNN. Het Portefeuillehouderoverleg Landelijk Gebied (Poho LG) draagt daar aan bij door samenwerken te stimuleren en een gezamenlijke visie te ontwikkelen op de gebieden natuur, landschap, land en tuinbouw, recreatie, toerisme en plattelandsontwikkeling. Daarbij zet het Poho zich in voor een eenduidig natuurbeleid in de noordelijke provincies of extra inzet vanuit het Ministerie voor plattelandsontwikkeling. Gedeputeerde Hans Konst (Fryslân) is voorzitter van de Poho Landelijk Gebied Samenwerking "We zijn drie provincies met een forse inspanning in het Landelijk Gebied. Grensoverstijgende activiteiten vragen om goede afstemming en samenwerking." De noordelijke samenwerking krijgt in 2010 een concrete rol bij de 'Mid-Term Review' van het Investeringsbudget Landelijk Gebied en bij de tussenevaluatie van het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma 2. Het Noorden moet het geld voor de regio behouden en de inzet versterken. Door Europese- en rijksmiddelen niet te besteden in de regio kunnen deze door de verstrekkers teruggehaald worden, iets dat we willen voorkomen. De voorbereidingen voor de terugblik en de evaluaties zijn in 2009 gestart. “In de afstemming en uitvoering komen we elkaar voortdurend tegen, het is de moeite waard om op dezelfde manier om te gaan met bijvoorbeeld het ammoniakprobleem of subsidies die naar het Noorden toekomen .” Samenwerken op interprovinciale schaal is bij het ammoniakdossier van groot belang. De problemen bij de ammoniakuitstoot zijn niet gebonden aan de provinciegrens. Een eenduidige aanpak is daarbij van groot belang voor die agrariër die door de wet en regelgeving z’n bedrijf niet kan uitbreiden. We spannen ons in voor een noordelijke, mogelijk landelijke, oplossing. Ook in 2010 zetten we dit voort. “We verwachten dat de verandering van het landbouwbeleid al voor de afloop van de huidige periode (2007-2013) in 2010 zichtbaar wordt.” Na 2013 verandert het systeem van inkomenssteun aan boeren. Brussel gaat geld koppelen aan het verlenen van maatschappelijke groene en blauwe diensten, zoals duurzaamheid in je bedrijfsvoering of het toestaan van een hoge grondwaterspiegel. Voor de toekomst zijn we zelfs aan het bekijken of gouden diensten, het beheer van archeologische waarden, mogelijk is. In 2009 hebben we daarvoor de ontwikkelingen van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid in beeld laten brengen. De resultaten daarvan verwachten we in 2010. ILG Het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) is sinds januari 2007 opengesteld voor de
14
verbetering van het landelijk gebied. Het Rijk heeft met elke afzonderlijke provincie afspraken gemaakt voor zeven jaar. Deze afspraken gaan over de vraag welke rijksdoelen de provincie in die periode realiseert en welk rijksbudget daarvoor beschikbaar is.
2.7 SER Noord-Nederland De Sociaal Economische Raad Noord-Nederland is op 17 maart 2007 door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland opgericht, als platform voor overleg en advies over sociaal-economische aangelegenheden. Hiermee wordt een nauwe betrokkenheid beoogd van sociale partners bij het proces van beleidsontwikkeling. De SER Noord-Nederland kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen. Geert Sanders is voorzitter van de SER Noord-Nederland. "Uit onze evaluatie van januari 2010 kwam onder meer naar voren dat de Raad ‘een mooie rebellenclub’ is: een groep van constructief kritische denkers en doeners. Kenmerkend voor de Raad is dat het gaat om 14 mensen die heel scherp zijn, goede antennes hebben en vaak al behoorlijk lang van tevoren zien aankomen wat de thema’s zijn waarover zij zich, al dan niet op aanvraag van het SNN, gaan buigen. Verder blijkt dat de verschillende groeperingen die in de Raad vertegenwoordigd zijn, de werkgevers, werknemers en onafhankelijke deskundigen, heel goed naar elkaar luisteren. De Raad is echter nog onvoldoende bekend. Ik maak het geregeld mee dat mensen vragen: ‘Is er dan een noordelijke SER?’ Dit is een belangrijk aandachtspunt voor ons. Actueel Actuele punten op dit moment zijn krimp, niet alleen als probleem maar ook als uitdageing; de internationalisering; Nordconnect met hierbij speciale aandacht voor onze Noord-Duitse buren; en energie en duurzaamheid. Daarnaast staat Noord-Nederland als één bestuurlijke eenheid op de agenda. We merken dat bij thema’s zoals bestuurlijke vernieuwing, de bezuinigingen, het cohesiebeleid en de ruimtelijke ordening onze gesprekspartners het vanzelfsprekend vinden dat dit vanuit één bestuurlijke eenheid wordt aangepakt. Opvolging Iets wat in 2010 versterkte aandacht zal krijgen is de opvolging van de tien adviezen die in de loop van de laatste twee en een half jaar door ons zijn uitgebracht. Wat is er nou in de praktijk mee gebeurd? Die opvolging raakt ons eigen bestaansrecht natuurlijk ook. Kredietcrisis In 2009 heeft de Raad ongevraagd advies uitgebracht aan het Dagelijks Bestuur over de kredietcrisis. Hoe kun je tot versnelling van de economie komen? De Raad heeft geadviseerd over hoe te investeren in innovatie en duurzaamheid, hoe kom je ‘van werk naar werk’ en hoe kun je maximaal investeren in scholing? KoersVAST De Raad wil een andere manier van denken en handelen introduceren: het kapitaliseren van haar sterke punten. Aan dit advies is een omvangrijk traject vooraf gegaan, waarbij de noordelijke bestuurders en ambtenaren betrokken werden. KoersVAST is iets dat in het noordelijke bestuurlijke DNA begint te komen, bij alle cruciale bijeenkomsten zal KoersVAST de komende 10 tot 15 jaar op tafel liggen.
15
Samenwerking SER De Raad werkt samen met de nationale SER. Voorzitter Alexander Rinnooy Kan heeft de SER Noord-Nederland genoemd als rolmodel voor haar regionale equivalenten. Bij de start in 2007 is het budget beperkt gebleven, de nationale SER heeft haar waardering inmiddels geuit door dit op te schroeven."
16
3. Uitvoering subsidieprogramma's 3.1 Koers Noord, Op weg naar Pieken Pieken in de Delta In 2006 kwam een einde aan het traditionele regionale steunbeleid. Dat beleid ging volgens de rijksoverheid te veel uit van de zwakten. Het accent zou juist moeten liggen op de krachten van elke regio. Vandaar de beleidskeuze voor een gebiedsgerichte economische agenda: Pieken in de Delta. Doel is het versterken van ‘pieken’. Hiermee draagt EZ bij aan de ambitie om van Nederland een concurrerende en dynamische economie te maken in een sterk en innovatief Europa. Pieken in de Delta is uitgewerkt in zes gebiedsgerichte programma’s voor de periode 2006-2010, waarvan één voor Noord-Nederland. De vier Pieken • Energie • Water • Sensortechnologie • Agribusiness Voor de periode 2007-2010 heeft EZ circa 80 miljoen euro beschikbaar gesteld om deze Pieken in Groningen, Fryslân en Drenthe te versterken. Het programma wordt in NoordNederland door ons uitgevoerd. Dat is een unieke situatie, want in de rest van Nederland wordt het programma door Agentschap NL uitgevoerd. Daarnaast is er nog het zogenoemde 'Transitiebudget' van 40 miljoen euro, ten behoeve van de speerpuntsectoren 'Life Sciences', toerisme en het MKB. Er is in 2009 een groot beroep gedaan op het budget van het programma, het loket is echter nog steeds geopend. Tot en met 2010 is het mogelijk middelen toe te kennen. Tabel 1: Kengetallen Koers Noord 2009 Financieringsbron Totaal budget Waarvan beschikbaar voor uitvoeringskosten Aantal aanvragen in 2009 Toegekend/afgewezen/nog in behandeling Totaal aantal projecten gestart Totaal toegekend bedrag in 2009 Gemiddeld toegekend bedrag in 2009 Totaal toegekend bedrag cumulatief
Pieken in de Delta € 80.000.000 € 2.800.000 25 19 / 1 / 5 26 € 30.400.000 € 1.400.000 € 40.900.000
Transitie € 40.000.000 € 1.400.000 14 12 / 0 / 2 17 € 26.800.000 € 2.400.000 € 35.800.000
Combinatie Koers Noord, Op weg naar Pieken wordt door ons in combinatie met het OP-Noord uitgevoerd. Deze voor Nederland unieke integratie van subsidieprogramma's betekent dat een subsidieaanvrager slechts één aanvraag hoeft in te dienen. Een project kan na deze aanvraag mogelijk middelen uit beide programma's ontvangen.
17
3.2 OP-Noord Noord-Nederland ontwikkelt zich volop naar een moderne kenniseconomie. Dat betekent: innovatie en technologische ontwikkeling. Maar ook: versterking van het platteland en de stedelijke gebieden. Uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is hiervoor 170 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het Rijk draagt nog eens 80 miljoen euro bij. De financiële steun geldt voor de programmaperiode 2007-2013. Het zogenoemde Operationeel Programma Noord (OP-Noord) kent drie prioriteiten: • Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie • Attractieve regio’s • Attractieve steden Zoals uit tabel 2 blijkt, is het budget van het programma nog niet volledig toegekend. Desondanks werd besloten om het loket per 27 oktober 2009 te sluiten, aangezien er op dat moment nog 31 projectaanvragen behandeld moesten worden. Na behandeling van deze aanvragen zal het budget naar verwachting geheel toegekend zijn. Tabel 2: Kengetallen OP-Noord ultimo 2009 Financieringsbron Totaal budget Waarvan beschikbaar voor uitvoeringskosten Aantal aanvragen in 2009 Totaal toegekend/afgewezen/in behandeling Totaal aantal projecten gestart Totaal toegekend bedrag in 2009 Gemiddeld toegekend bedrag in 2009 Totaal toegekend bedrag cumulatief
EFRO € 169.400.000 € 6.700.000 55 46 / 1 / 8 71 € 62.500.000 € 1.300.000 € 112.000.000
Rijkscofinanciering € 80.031.000 € 3.200.000 15 14 / 0 / 1 27 € 44.500.000 € 1.900.000 € 52.200.000
3.3 UILN-N Het Uitvoeringsprogramma Innovatie Landbouw Noord-Nederland (UILN-N), is het resultaat van een samenwerking met het Ministerie van LNV. De doelstelling van het programma is: vernieuwing en versterking van een maatschappelijk verantwoorde, markt- en ketengerichte landbouw en voedselproductie in Noord-Nederland met behoud of toename van de werkgelegenheid. Het budget is opgebouwd uit subsidiebeschikkingen van het ministerie van LNV aan ons, de uitvoering van het programma loopt van 2001 tot en met 1 september 2010. Tabel 3: Kengetallen UILN-N ultimo 2009 Totaal budget Totaal aantal toekenningen Totaal aantal eindafrekeningen Totaal toegekend bedrag Gemiddeld toegekend bedrag Totaal vastgesteld en afgerekend
€ 15.613.407 114 86 € 17.727.320 € 155.503 € 10.523.797
We kennen standaard meer toe dan het beschikbare budget, aangezien niet alle toegekende middelen worden omgezet in een definitieve bijdrage. Begrotingen kunnen bijvoorbeeld uiteindelijk te hoog blijken, waardoor niet het gehele toegekende bedrag uiteindelijk kan worden uitgekeerd.
18
3.4 Kompas voor het Noorden Dit subsidieprogramma, dat loopt van 2000 tot en met 2006 met een uitloop voor de uitvoering tot 2011, is gericht op het verkleinen van de achterstand die het Noorden had ten opzichte van de rest van Nederland. De economische groei moet hand in hand gaan met het behouden en versterken van de natuurlijke en landschappelijke waarden en het milieu. De thematiek van het door EZ gefinancierde Kompas voor het Noorden was bijna gelijk aan het EFRO-programma 2000-2006. Daardoor was het mogelijk dat bepaalde projecten deels werden gesubsidieerd vanuit het Kompas, en deels vanuit EFRO. Inmiddels is het niet meer mogelijk aanvragen te doen. Tabel 4: Kengetallen Kompas voor het Noorden ultimo 2009 Totaal budget € 414.280.000 Totaal aantal toekenningen 361 Totaal aantal eindafrekeningen 263 Totaal toegekend bedrag € 425.139.000 Gemiddeld toegekend bedrag € 1.177.670 Totaal vastgesteld en afgerekend € 117.047.736 We kennen standaard meer toe dan het beschikbare budget, aangezien niet alle toegekende middelen worden omgezet in een definitieve bijdrage. Begrotingen kunnen bijvoorbeeld uiteindelijk te hoog blijken, waardoor niet het gehele toegekende bedrag uiteindelijk kan worden uitgekeerd.
3.5 Subsidieprogramma’s in de afrondingsfase De programma’s EFRO 2000-2006 en Leader+ worden in het najaar van 2010 afgerekend. In 2009 kregen we toestemming van de Europese Commissie om de termijn waarin begunstigden subsidiabele kosten kunnen maken met zes maanden te verlengen, tot 30 juni 2009. We hebben hiervan gebruik gemaakt en onze klanten van deze mogelijkheid op de hoogte gesteld. EFRO 2000-2006 Het Europese programma EFRO 2000-2006 was de voorganger van OP-Noord. Het programma had een uitloop voor de uitvoering tot medio 2009. Dit programma heeft diverse grote projecten in Noord-Nederland mogelijk gemaakt op het gebied van infrastructuur en innovatie. Tabel 5: Kengetallen EFRO 2000-2006 ultimo 2009 Financieringsbron Totaal budget Totaal aantal toekenningen Totaal aantal eindafrekeningen Totaal toegekend bedrag Gemiddeld toegekend bedrag Totaal vastgesteld en afgerekend
Doelstelling-2 € 341.580.000 229 150 € 402.823.724 € 1.751.407 € 129.346.512
Phasing Out € 15.020.000 34 20 € 16.521.000 € 485.912 € 7.143.578
We kennen standaard meer toe dan het beschikbare budget, aangezien niet alle toegekende middelen worden omgezet in een definitieve bijdrage. Begrotingen kunnen bijvoorbeeld uiteindelijk te hoog blijken, waardoor niet het gehele toegekende bedrag uiteindelijk kan worden uitgekeerd.
LEADER+
19
Het Europese programma LEADER+ liep van 2000 tot 2006. De projecten konden nog worden uitgevoerd tot medio 2009. LEADER+ werd wel de kraamkamer voor nieuw plattelandsbeleid genoemd. Initiatiefnemers zoals private partijen, plaatselijke verenigingen, provincies en gemeenten konden subsidie krijgen voor sociaal-economische projecten gericht op het ontwikkelen van het platteland. Noord-Nederland was hierbij onderverdeeld in acht gebieden. Tabel 6: Kengetallen LEADER+ ultimo 2009 Totaal budget Totaal aantal toekenningen Totaal aantal eindafrekeningen Totaal toegekend bedrag Gemiddeld toegekend bedrag Totaal vastgesteld en afgerekend
€ 25.502.541 384 379 € 28.522.680 € 74.278 € 22.733.901
We kennen standaard meer toe dan het beschikbare budget, aangezien niet alle toegekende middelen worden omgezet in een definitieve bijdrage. Begrotingen kunnen bijvoorbeeld uiteindelijk te hoog blijken, waardoor niet het gehele toegekende bedrag uiteindelijk kan worden uitgekeerd.
Interview Roelof Jansma (Coördinator Regioprogramma’s) We zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de subsidieprogramma’s ‘Koers Noord, Op weg naar Pieken’ en ‘OP-Noord’ in Noord-Nederland. Het cluster Regioprogramma’s is belast met deze uitvoering. Roelof Jansma is de coördinator van het cluster. Het geeft erg veel voldoening om grote, complexe projecten met veel partners een goede start mee te geven. In bijvoorbeeld het Carbohydrate Competence Center (CCC) en Target zit zowel vanuit de aanvrager als vanuit SNN veel werk. Dit zijn projecten die echt iets kunnen betekenen voor de economische ontwikkeling van Noord-Nederland. Met ons werk dragen we hieraan bij. Controledruk Het inrichten van ons controlesysteem en de uitvoering van onze controles zijn in 2009 twee belangrijke thema’s geweest voor mijn cluster. In 2007, nog tijdens de uitvoer van het subsidieprogramma ‘Kompas voor het Noorden’, zijn we gestart met uitgebreide controles bij begunstigden gedurende de looptijd van het project. In Koers Noord / OP-Noord zijn deze controles verder uitgewerkt. Door het zwaartepunt van de controles naar voren te halen is de verwachting dat eventuele fouten vroegtijdig kunnen worden gesignaleerd. Ongewenste verrassingen bij subsidievaststelling worden op deze manier zoveel mogelijk vermeden. We hebben in het OP-Noord 2007-2013 te maken met een Audit Autoriteit, die in 2009 gecontroleerd heeft of onze processen op orde zijn. Daarnaast wordt iedere betaalaanvraag richting Brussel door een Certificeringsautoriteit gecertificeerd. Deze instanties zijn nieuw voor ons en waren afgelopen jaar soms nog zoekende naar hun rol. Ik vind dat Europa en Nederland wat betreft controleren dreigen door te slaan. Als je kijkt naar het Nationaal Actieplan dan zie je dat op een grote steekproef in Noord-Nederland nog geen drie procent niet goed is. Er was in geen enkel geval sprake van fraude. We halen de administratieve onvolkomenheden er voor het grootste gedeelte uit. Je moet niet willen streven naar een honderd procent-controle. Natuurlijk moet je controleren op het naleven van de regels, ook daar zijn we voor aangesteld. De controles moeten echter wel in verhouding 20
zijn met het doel en de kosten van het subsidieprogramma. We hebben flinke slagen gemaakt ten opzichte van het verleden, de controleurs namens Brussel en Den Haag zouden ons werk moeten controleren, niet zelf het werk overdoen. We hebben eind 2008 de pilot controledrukvermindering opgezet. We willen naar een betrouwbare controle met zo weinig mogelijk controlelast voor de eindbegunstigde toe. Accountant PWC heeft zijn eerste bevindingen voor deze proef overgelegd en deze zijn positief. We verwachten in het eerste halfjaar van 2010 de evaluatie af te ronden. Uitputting Dit programma kwam relatief traag op gang, vanwege het afstemmen van het Pieken- en het OP-Noord-programma, om in 2009 in volle vaart van start gegaan. De snelle uitputting is te verklaren, we werken volgens het molenaarsprincipe: ‘Wie het eerst komt, eerst maalt’. We hebben echt onder hoogspanning gewerkt door circa driemaal zoveel projecten te behandelen als de vorige jaren en dit gaat in 2010 voorlopig nog door. Inzet middelen We ontvangen de middelen voor de uitvoer van het OP-Noord 2007-2013 in jaartranches. De zogenoemde ‘N+2’-regel schrijft voor dat de middelen die we ontvangen binnen twee jaar ingezet moeten worden. Voor het OP-Noord was 2009 het eerste jaar waarin we aan deze regel moesten voldoen. De vertraagde start in combinatie met de economische crisis heeft tot een achterstand geleid, die we ondanks een geweldige inspanning niet meer zijn ingelopen. Op 23 december jl. is onze betaalaanvraag van 14 miljoen euro door de CA goedgekeurd. Deze 14 miljoen euro ligt 4 miljoen euro lager dan het vereiste bedrag. Omdat deze problematiek zich ook in andere Europese regio’s voordoet is er Europabreed actie ondernomen, waardoor het Europees Parlement in 2010 zeer waarschijnlijk zal beslissen om met een eenmalige versoepeling van de N+2-regel akkoord te gaan, waardoor we geen schade ondervinden van het niet halen van N+2 ultimo 2009. 3.6 Interreg Noord-Nederland is sinds vele jaren actief op het gebied van internationale samenwerking binnen Europa. Dat gebeurt onder meer via de Interreg-programma's. In de verslagperiode is het Interreg IV-progamma 2007-2013 in uitvoering, dat als doel heeft territoriale samenwerking binnen Europa te stimuleren. Interregprojecten worden gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). De bijdrage hieruit varieert van 45-85 %. Het overblijvende deel wordt verkregen door cofinanciering door de deelnemende projectpartners. Onderverdeling Het programma bestaat uit drie onderdelen: Interreg A - gericht op grensoverschrijdende samenwerking (voor Noord-Nederland samenwerking met Noord-Duitsland/de EDR-regio) Interreg B - gericht op transnationale samenwerking (in het geval van Noord-Nederland met landen in de Noordzeeregio) Interreg C - gericht op interregionale samenwerking (deelname staat open voor alle lidstaten in Europa)
21
Interreg A In het Interreg A programma gingen in 2009 de volgende projecten van start: Project
Inhoud
Looptijd
Netzwerk Toekomst
De bekendheid van de EDRregio als toeristische bestemming vergroten door verbetering van de toeristische infrastructuur met ICTtoepassingen.
2009-2014
Totaal budget in miljoenen euro's €8
Partners NoordNederland - Provincie Fryslân (leading partner) - Gemeente Leeuwarden - Gemeente Sneek - Gemeente Oldambt - Internetacademie Leeuwarden - Fryslân Marketing - Stichting Waddenfederatie - Provincie Groningen - Marketing Groningen - Recreatieschap Drenthe
Interreg B Het Interreg B programma heeft als doel de kwaliteit van het Noordzeegebied te verhogen door: - stimuleren van innovaties - verbeteren van de kwaliteit van het milieu - een betere toegankelijkheid van de regio - aantrekkelijke steden en regio's te creëren Noord-Nederland speelt een zeer actieve rol in het Interreg B programma. Het SNN beschikt over een eigen Interreg B-coördinator, die een aanjagende rol speelt bij het tot stand brengen van nieuwe projecten en lopende projecten ondersteunt. Bovendien is SNN lid van het Steering Committee van het Interreg B Noordzee Programma. In 2009 werd SNN voor het eerst partner in een Interreg B-project: het project North Sea Supply Connect, gericht op het tot stand brengen van grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen bedrijven in de maritieme, energie- en voedingssector. Bijzonder aan het project is dat een soortgelijk project - Baltic Sea Supply Connect - van start is gegaan in het Interreg B Baltische Zee-programma. Tussen de projecten wordt samengewerkt, waardoor de projectresultaten zich uitstrekken over geheel Noord-Europa. In 2009 werd het groene licht gegeven aan 12 Interreg B-projecten. Hiermee komt het totaal aantal Interreg B-projecten met Noord-Nederlandse deelname op 20.
22
Titel project
Inhoud
Looptijd
Aquarius The farmer as water manager under changing climatic conditions
Ontwikkelen van duurzame maatregelen die de gevolgen van klimaatverandering in de landbouw (overstroming, droogte en watertekort) moeten verminderen. Verbetering van bodemkwaliteit door toepassing van 'biochar' Vermindering van CO2-uitstoot door innovatieve strategieën voor stedelijk en regionaal transport Eilanden als proeftuin voor duurzame oplossingen op het gebied van water, energie en materialen en ontwikkelen 'cradle to cradle' strategie
1/1/200931/12/2011
Biochar Climate changing soils
Care North Carbon Responsible Transport Strategies for the North Sea Region C2CI Cradle to Cradle Islands
Totaal budget in miljoenen euro's € 5,8
Partners NoordNederland
01/10/200931/10/2013
€ 4,8
Provincie Groningen (leading partner)
01/08/2009 31/08/2012
€ 4,8
Provincie Fryslân
01/01/2009 31/07/2012
€ 3,6
- Provincie Fryslân (leading partner) - Wetsus Top WaterTechnologie Instituut - Vitens - Gemeente Ameland - Wetterskip Fryslân Gemeente Groningen
- Waterschap Hunze en Aa's - Provincie Drenthe
Creative City Challenge
De innovatieve capaciteit van steden vergroten door de ontwikkeling van creatieve bedrijvenclusters.
01/09/2009 31/08/2012
€ 4,1
CA! Coast Alive
Cultureel en natuurerfgoed in kustgebieden als basis voor welzijnsactiviteiten, nieuwe bedrijvigheid. Ontwikkeling van maatregelen tegen de
01/02/2009 31/12/2012
€4
- Provincie Fryslân - Landschapsbeheer Friesland - Provincie Groningen
01/09/2008 -
€ 5,5
- Vitens - Provincie Fryslân
Cliwat Climate and Water
23
LNS Living North Sea
North Sea - SEP North Sea Sustainable Energy Planning
NSSC North Sea Supply Connect
Vital Vital Rural Area
Waterways for Growth Sustainable Development of Inland Waterways in the North Sea Region
effecten van verhoging van het grondwaterpeil door klimaatverandering. Problemen rondom vismigratie oplossen en input leveren voor nationaal en EUbeleid.
30/09/2011
- Wetterskip Fryslân
01/03/2009 30/09/2012
6,4
- Waterschap Hunze en Aa's - Waterschap Noorderzijlvest
Energiebesparing door ontwikkeling van 'tools' voor gerichte regionale energieplanning. Ontwikkeling van grensoverschrijdende samenwerkingsverba nden tussen verschillende landen om de concurrentiekracht te vergroten.
01/09/2009 31/08/2012
5,2
Provincie Drenthe
01/10/2009 30/09/2012
€2
- Provincie Groningen (leading partner) - NOM - Kamer van Koophandel NoordNederland - SNN
Het platteland vitaal houden door verbetering concurrentiekracht bedrijven, positieve beeldvorming en op peil houden van voorzieningen Door verbetering van het vaarwegennet ontwikkelen van bedrijvigheid, toerisme en het opwaarderen van de omgeving
01/01/2009 30/06/2013
7,7
- NOFA - Provincie Fryslân - Friese Poort Bedrijfsopleidingen
01/01/2009 31/12/2011
3,4
Gemeente Emmen
Interreg C In 2009 zijn geen Interreg C-projecten van start gegaan.
3.7 Subsidieregelingen
24
Subsidieregelingen We zijn in november 2009 de opvolger van de NIOF 2008, de NIOF 2010 gaan uitvoeren. Daarnaast is begin 2009 de HRM+ 2009 van start gegaan en ging de IPR 2009 in juli 2009 in. Deze regelingen worden gefinancierd vanuit de subsidieprogramma’s OP-Noord en Pieken in de Delta. In het najaar van 2009 ging de energiebesparingsregeling SEBB voor de provincies Drenthe en Groningen van start, gefinancierd met enkel provinciaal geld. In bijlage B vindt u een overzicht van alle subsidieregelingen die we uitvoeren. Energiebesparingsregeling We voeren namens Drenthe en Groningen de subsidieregeling Subsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw 2009 (SEBB 2009) uit. Deze subsidieregeling voor particulieren is van start gegaan op 16 november 2009. De provincie Fryslân start in het voorjaar van 2010. De provincies willen hiermee de energiebesparing van bestaande woningen een impuls geven, om lagere energielasten, meer wooncomfort en een waardestijging van de woning mogelijk te maken. De regeling levert veel werkgelegenheid op voor aannemers en installateurs uit Noord-Nederland. Huiseigenaren kunnen een bijdrage krijgen in de aanschaf en/of installatie van energiebesparende maatregelen, zoals vloerisolatie, isolatieglas en een zonneboiler. De particuliere huiseigenaar kan 20 procent subsidie ontvangen op de subsidiabele kosten, met een maximum van € 3.200,-Tabel 6: Kengetallen gezamenlijke subsidieregelingen SNN 2009 NIOF 2008 NIOF 2010 IPR2009 HRM+ 2009 Totaal
Aanvragen Verleningen Afgewezen In behandeling Gemiddelde subsidie 805 369 145 291 € 12.467 183 1 0 182 € 23.378 37 1 13 23 € 127.933 81 41 12 28 € 12.525 1106 412 170 524
Tabel 7: Kengetallen provinciale subsidieregelingen uitgevoerd door SNN 2009 STINAT STINAF STINAG SEBB Drenthe SEBB Groningen Totaal
Aanvragen Verleningen Afgewezen In behandeling Gemiddelde subsidie 119 49 15 55 € 32.178 83 0 5 78 €0 32 18 4 10 € 33.824 259 58 0 201 € 2.856 243 47 0 196 € 2.248 736 172 24 540
Ter vergelijking: in 2008 hebben we in totaal 646 aanvragen binnengekregen. Henk Emmens is de coördinator van het cluster Regelingen. “We zijn een cluster dat subsidieregelingen uitvoert voor bedrijven, veelal MKB, namens de provincies. In het verleden voerden we enkel gezamenlijke regelingen uit, vanaf 2008 zijn we ook afzonderlijke provinciale regelingen gaan uitvoeren, voor rekening en risico van de provincie. Zo zijn de STINAT, STINAF en STINAG aparte toeristische regelingen voor respectievelijk Drenthe, Fryslân en Groningen. In 2009 hebben we met de 25
energiebesparingsregeling voor particulieren een nieuwe markt opgezocht. Het bijzondere hiervan is dat in Drenthe de provincie onze opdrachtgever is. De gemeente Assen geeft bovenop de 'standaardregeling' een toeslag voor haar eigen inwoners. We voeren dit in combinatie uit. Ons nieuwe automatiseringssysteem maakt dergelijke complexe constructies eenvoudig in de uitvoering. Klantgerichte werkwijze We hebben in 2009 onze nieuwe klantgerichte werkwijze doorgezet. Onze ervaring uit 2008 leerde ons dat vooral in het vinden van subsidies bedrijven vaak al afhaken. We hebben in samenwerking met ondernemers 123subsidie.nl bedacht en gelanceerd. Hierop kunnen NoordNederlandse ondernemers gemakkelijk uitzoeken welke subsidie er voor hen beschikbaar is. Ruim 40 regelingen, niet alleen van SNN, zijn hierop gebundeld en we breiden dit aantal steeds uit. Internetgoeroe Ben Woldring bemerkte na de lancering dat ook hij subsidiegeld liet liggen, de bezoekersstatistieken van de website bewijzen dat de behoefte aan heldere informatievoorziening onder bedrijven op het gebied van subsidies enorm is. We zijn constant bezig onze aanvraagformulieren te vereenvoudigen en de spelregels van de subsidies simpeler te formuleren. Daarnaast hebben we in het licht van de economische crisis de ondergrens voor minimale subsidiabele kosten van onze NIOF-subsidie verlaagd van €12.500 naar €7.500 en het subsidiepercentage van 40- naar 50 procent verhoogd. De meerwaarde van het klantgericht werken is dat je een product krijgt waar vraag naar is: als de klant iets wil dat we kunnen maken gaan we dat regelen. We zijn indirect in dienst van de ondernemer. Communicatie We steeds beter herkenbaar. We treden naar buiten, kennen de subsidieadviseurs, betrekken bijvoorbeeld Syntens bij onze werkzaamheden en staan op beurzen. Het bewijs hiervoor is wat mij betreft het afnemende aantal bezwaren en de exponentieel stijgende lijn in aanvragen, die in 2009 meer dan verdubbeld zijn ten opzichte 2008. We hebben in onze toeristische regelingen nu meer aanvragen dan we ooit binnen de voorloper ervan hebben gehad. De afhandelingstermijn, die eind 2008 op zes weken zat, is bij sommige regelingen helaas naar acht weken gelopen. Harder dan hard kunnen we echter niet. Begin 2010 zien we gelukkig de afhandeltermijn alweer dalen.
26
3.8 Bezwaar- en beroepschriften Bezwaarschriften In 2009 zijn 63 bezwaarschriften binnengekomen, een dalende trend die in 2008 (104) werd ingezet zet zich door (zie tabel 8). De meeste bezwaren betreffen de NIOF-regelingen. Tabel 8: Overzicht ingediende bezwaren in 2009 EFRO 2000-2006 7 HRM 1 IPR 9 KOMPAS 1 KITS 7 LEADER 1 NIOF 37 Totaal aantal ontvangen bezwaren: 63 In totaal zijn er 57 bezwaarschriften afgehandeld. Hiervan waren er tien afkomstig uit 2008, zestien bezwaren uit 2009 schuiven voor behandeling door naar 2010. De trend dat meer bezwaren sneller worden afgehandeld door een aangepaste werkwijze, heeft zich doorgezet. Van de in 2009 binnengekomen bezwaren zijn er 20 ambtshalve afgehandeld, dat is bijna 1/3 van de in 2009 binnengekomen bezwaren. Van de overige zaken zijn de meeste op een hoorzitting behandeld. De externe bezwaarschriftencommissie is hiervoor twaalf maal bijeengekomen in 2009. Per bijeenkomst zijn twee tot vier bezwaarschriften behandeld. Beroepen In 2009 is er een zestal beroepen ingediend. Het aantal beroepen is ten opzichte van de jaren voor 2008 nog steeds laag. Negen zaken liepen vanuit voorgaande jaren door in 2009. Aan het einde van 2009 liepen van deze vijftien zaken er nog vijf. Drie zaken zijn ingetrokken en er zijn zeven uitspraken gedaan in 2005. Twee beroepen waren gegrond, de overige vijf zijn ongegrond verklaard door de rechtbank. Tabel 9: Bezwaren en beroepen, 2000-2009 Jaar Bezwaren Beroepen 2000 88 4 2001 88 13 2002 71 8 2003 88 13 2004 101 17 2005 113 18 2006 138 23 2007 119 13 2008 104 4 2009 63 6
27
Hoger beroep. In 2009 is vijfmaal hoger beroep ingesteld tegen een door de rechtbank genomen beslissing in een SNN-zaak, waarvan eenmaal door onszelf. In twee van die nieuwe zaken is ook in 2009 al uitspraak gedaan door de Raad van State. Eenmaal is de wederpartij niet-ontvankelijk verklaard en eenmaal is de wederpartij in het gelijk gesteld. De overige zaken liepen nog per 1 januari 2010 WOB-verzoeken In 2009 is één verzoek op grond van de Wet openbaarheid van Bestuur (WOB) behandeld. Conclusies Het aantal bezwaren is in 2009 weer gedaald. Het aantal beroepen is ten opzichte van 2008 gestegen maar blijft in verhouding tot de voorgaande jaren relatief laag.
28
4. Nordconnect De projectorganisatie Nordconnect is in 2006 opgezet door het SNN. Een van onze hoofddoelstellingen is de verdere versterking van de 'sleutelsectoren' en de 'speerpuntsectoren'. Zowel de versterking van sectoren als kennisontwikkeling en innovatie vragen in toenemende mate om een internationale oriëntatie. Tegen deze achtergrond kreeg Nordconnect bij haar oprichting de opdracht om te zorgen voor een toename van het aantal contacten tussen Noord-Nederland en Noordoost-Europa en voor versterking van de netwerken tussen overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en culturele instellingen. Voor het Noordelijk bedrijfsleven is de Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA) interessant omdat het dichtbij is en een toegankelijke markt heeft. Qua markt en cultuur laat het zich goed vergelijken met Noord-Nederland. Het gebied is daardoor ook interessant voor de beginnende exporterende onderneming. De NOA heeft twee gezichten. Enerzijds is er Noord-Duitsland en de Scandinavische landen, die een hoogwaardige en kennisintensieve industrie kennen met aanknopingspunten voor sectoren als energie en life sciences. Anderzijds gaat het om Rusland, de Baltische staten en Noord-Polen: jonge economieën met relatief goedkope arbeidskrachten, interessant om productie uit te besteden. Albert Haan is projectleider Nordconnect “Nordconnect heeft de opdracht om in de periode 2007-2010 actieve netwerken op te bouwen en de noordelijke visie in de NOA-landen voor het voetlicht te brengen. In 2009 hebben we kunnen merken dat die opgebouwde netwerken ook daadwerkelijk geactiveerd zijn, wat betekent dat ‘ze’ naar ons toekomen. Na het zaaien van het gedachtegoed en het wieden van de tuin begint nu ook het oogsten. Onder de bestuurlijke paraplu die we hebben opengevouwen laten we het bedrijfsleven nu opereren. Voorbeelden De Nederlandse ambassade in Letland heeft bij ons aangegeven dat er grote kansen liggen in Letland op het gebied van energie voor Noord-Nederland. Dit gebeurt omdat de ambassade weet van de Piek ‘Energie’ en weet dat Nordconnect als loket voor het Noorden kan worden benaderd met deze boodschap. De Letten zijn vervolgens met een klein groepje met begeleiding van iemand van de ambassade naar ons toegekomen. We hebben hen hier gekoppeld aan allerlei personen uit de energiesector. We gaan begin 2010 naar Letland met een groep ondernemers, het is de verwachting dat daar dan zaken kunnen worden gedaan. In september waren we op de jaarlijkse bijeenkomst van het Baltic Development Forum, een actieve en invloedrijke groep in de Baltische regio, waarvan Nordconnect in verband met het activeren van netwerken drie jaar geleden lid is geworden. Twee jaar geleden namen we de Gasunie mee, die het zo interessant vonden dat ze zelf lid werden. Afgelopen jaar zijn we gevraagd om iemand te leveren die iets over de Nederlandse benadering van waterproblematiek kon presenteren, daaruit volgend zijn vier Nederlandse presentaties geweest op de watersummit in Helsinki, waaruit uiteindelijk weer economische kansen voor Noord-Nederland zijn ontstaan.
29
Polen We zijn in 2009 begonnen om de Poolse overheid de helpende hand te bieden bij het opzetten van projecten waardoor de voor Polen beschikbare EFRO-middelen kunnen worden besteed. Polen kan in de periode 2007-2013 bijna 70 miljard euro subsidie toekennen aan projecten. Polen is naar ons toegekomen met de vraag hoe we ons EFRO-programma en ons Piekenbeleid uitvoeren en welke projecten we opstarten. In het najaar van 2009 hebben we een groep van 20 Poolse management autoriteiten ontvangen voor een meerdaags programma. Een van de doelen is natuurlijk om uiteindelijk Noord-Nederlandse bedrijven een kans te bieden op de Poolse markt. Daarom gaan we als vervolg in 2010 terug naar drie of vier Poolse regio’s die specifiek aansluiten op de Noord-Nederlandse Pieken. We nemen de juiste mensen mee, die ze kunnen helpen met zaken als Europese tenders. Op het moment dat de Polen vervolgens een tender voor bijvoorbeeld een waterproject uitzetten kunnen Noord-Nederlandse bedrijven inschrijven. Evaluatie Medio 2010 vindt de geplande evaluatie Nordconnect plaats. Het verloop en de resultaten van de eerste projectperiode, die liep van 2007 tot 2010, zullen in het voorjaar van 2010 door een team van externe deskundigen worden geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten wordt besloten wat de opdracht, vorm en werkwijze van Nordconnect in de periode 2010-2013 moet zijn. Ook voor de langere termijn wordt verwacht dat samenwerking, in Nordconnectverband, van vitaal belang zal zijn voor Noord Nederland." Activiteiten 2009 Bedrijven Contactdagen Friesland Het ondernemersplein 'In het Hart van de Ondernemer' is het zeer geslaagde resultaat van een samenwerking die Nordconnect is aangegaan met de KvK Noord-Nederland, MKB-Noord, NVO-NCW Noord, SNN, NOM, Syntens en de Provincie Fryslân. De deelnemende organisaties Market Link, het Nederland-Rusland Centrum en Dutch-Lithuanian Businessconnect informeerden geïnteresseerde ondernemers over zakendoen in Scandinavië, Rusland en Litouwen. Project exportbevordering In 2009 hebben we wederom in een kleinschalige project een ‘exchange-student’, een aantal Nederlandse studenten van de Hanzehoogeschool Groningen en het bedrijfsleven gekoppeld. De bedrijven die meedoen krijgen gratis een volledige ‘market-entry’-strategie. Daarnaast komen er abstractere gegevens beschikbaar voor Noord-Nederland over, in dit geval, Rusland. Nordconnect Trial In mei 2009 organiseerde Nordconnect de Nordconnect Trial 2009. Een autorally die in negen dagen zeven landen bezocht: Nederland, Duitsland, Polen, Litouwen, Letland, Zweden en Denemarken. De kerntaak van Nordconnect, het faciliteren van nieuwe zakelijke verbanden, werd tijdens de rally ingevuld door middel van verschillende netwerkbijeenkomsten en bedrijfsbezoeken. Hansa Reinvented: connecting strategic partners in Northern Europe Op 29 en 30 oktober 2009 vond in de Oosterpoort in Groningen de tweedaagse internationale conferentie ‘Hansa Reinvented’ plaats. Vertegenwoordigers van Noord-Europese regionale en lokale overheden, kennisinstituten en bedrijven kwamen hier samen om de strategische samenwerkingsrelaties verder te versterken en uit te breiden. Netwerken was een belangrijk
30
onderdeel van de conferentie. Hansa Reinvented werd georganiseerd door de Gemeente Groningen, Provincie Groningen, Rijksuniversiteit Groningen, SNN en Nordconnect. Nordconnect House St. Petersburg Op 19 november 2009 werd het eerste Nordconnect House geopend. Dit handelskantoor in St. Petersburg is een gedeelde kantooraccommodatie voor Noord-Nederlandse bedrijven die de Russische markt willen aanboren of beter willen bedienen. Het Nordconnect House fungeert als een buitenlandse nevenvestiging en wordt ingericht met werkplekken en een vergaderruimte. Vanuit dit kantoor is het eenvoudig om van dichtbij de Russische markt intensief te bewerken.
31
5. Uitvoeringsorganisatie De uitvoeringsorganisatie van het SNN is verantwoordelijk voor de uitvoering van de subsidieprogramma’s. Speerpunten Onze twee speerpunten zijn nog steeds In control zijn en klantgericht werken. We hebben hierin de lijn van 2008 doorgetrokken. We zijn ons er mede door het Nationaal Actieplan van bewust geworden dat we nog beter moeten worden dan we zijn. De extra aandacht voor controlewerkzaamheden en de implementatie van ons automatiseringssysteem zijn hier directe gevolgen van. Het automatiseringssysteem wordt niet vrij van hindernissen ingevoerd, we halen er echter reeds voordelen uit en beperken de gevolgen van de implementatie voor onze klanten tot een absoluut minimum. We gaan steeds meer en in een vroeger stadium van een project naar de klant toe. Deze meer persoonlijke manier van informatievoorziening levert meer begrip en duidelijkheid over de regelgeving en controles op. Daarnaast staan we met grotere regelmaat dan voorheen op beurzen en hebben we in 2009 diverse subsidievoorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Personeel In 2009 hebben we, evenals in 2008, wegens de toegenomen controledruk tijdelijk een aantal extra werknemers aangetrokken. Daarnaast kwamen bij het cluster Regelingen (zie 3.7) een aantal tijdelijke krachten in dienst voor de uitvoering van een aantal nieuwe regelingen. Het ziekteverzuim is gestegen van 3,55 procent in 2008 naar 4,05 procent in 2009. Het aandeel van langdurig zieken in de verzuimcijfers is toegenomen. Onze afhandelingtermijn was aan het einde van 2009 acht weken, waar eerder in 2009 een gemiddelde termijn van zes weken werd gehaald. Dankzij de grote werkdruk zijn we zodoende weer op het niveau van 2008. We blijven naar een afhandelingstermijn van zes weken streven. Klanttevredenheidsonderzoek Eind 2009 is er een klanttevredenheidsonderzoek onder onze klanten uitgevoerd, waarbij de mening van klanten omtrent de kwaliteit van uitvoering van de werkzaamheden door de uitvoeringsorganisatie is gepeild. De analyse hiervan is nog niet afgerond, de eerste bevindingen worden hieronder weergegeven. Over het cluster Regelingen is de houding over het algemeen positief. Positief beoordeeld zijn het nakomen van afspraken, de informatievoorziening en een correcte behandeling. Het minst tevreden zijn onze klanten over de snelheid van afhandeling van de aanvragen, het meedenken met de klant en de persoonlijke aandacht. Het cluster Regioprogramma’s heeft bij de start van Koers Noord – OP-Noord onder toegenomen controledruk veranderingen in de werkwijze doorgevoerd. Dat heeft geleid tot minder flexibiliteit in de afhandeling van aanvragen en controles van begunstigden. Klanten zijn kritischer dan voorheen over de snelheid van afhandeling en de flexibiliteit in de afhandeling. De correctheid van behandeling, het nakomen van afspraken en de bereikbaarheid worden als positief ervaren.
32
Bijlagen Bijlage A: Overzicht van regelingen uitgevoerd door het SNN in 2009. Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit (NIOF 2010) In de NIOF 2010 zijn ten opzichte van de NIOF 2008 de ondergrens voor minimale subsidiabele kosten verlaagd van €12.500 naar €7.500 en het subsidiepercentage van 40 naar 50 procent verhoogd. Deze regeling stimuleert MKB-bedrijven in Noord-Nederland bij de ontwikkeling en vermarkting van nieuwe innovatieve producten, diensten en werkwijzen om hiermee de marktsector in Noord-Nederland te versterken. Budget NIOF 2008 € 10.000.000 2009 € 8.000.000 2010 € 8.000.000 Toeristische regelingen In oktober 2008 is de Drentse toeristische regeling STINAT van start gegaan. In mei 2009 volgde de provincie Groningen met de STINAG, Fryslân kwam in oktober 2009 met de STINAF. Deze regelingen leveren een grote bijdrage aan ontwikkelingen in de toeristische sector in Noord-Nederland. Ondernemers worden gestimuleerd en ondersteund in het doen van kwaliteitsverbeteringen, duurzame aanpassingen en ruimtelijke inpassingsmaatregelen. Budget STINAT 2008-2010 € 7.500.000 Budget STINAG 2009-2011 € 3.900.000 Budget STINAF 2009-2011 € 6.226.000 HRM+ 2009 / 2010 Op 1 januari 2009 is de Human Resource Management Plus Regeling 2009 (HRM+2009) van kracht geworden. De HRM+2009 ondersteunt MKB-bedrijven in Noord-Nederland bij het bevorderen van het professionaliseren van het personeelsmanagement en de verbetering van de inzetbaarheid van werknemers in het arbeidsproces. Budget HRM+ 2009-2011 € 6.000.000 Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2009 De IPR 2009, een voortzetting van de IPR 2008, is op 3 juli 2009 in werking getreden. In 2009 zijn er nog aanvragen in het kader van de IPR 2008 afgehandeld. Deze aanvragen zijn allen in 2008 ontvangen. Op grond van de regeling kan aan stuwende ondernemingen, die zich in bepaalde gebieden in Noord-Nederland gaan vestigen, een subsidie worden verleend voor investeringen in bedrijfsgebouwen, duurzame bedrijfsuitrusting en immateriële activa, zoals octrooien en patenten.
33
Budget IPR 2008 € 15.500.000 2009 € 4.000.000 2010 € 6.000.000 SEBB De Subsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw 2009 (SEBB 2009). Deze subsidieregeling voor particulieren is voor de provincies Groningen en Drenthe van start gegaan op 16 november 2009. Met deze regeling krijgt de energiebesparing van bestaande woningen een impuls. Budget SEBB Groningen 16 november 2009 - 30 april 2010
€ 1.000.000
Budget SEBB Drenthe 16 november 2009 - 30 april 2010
€ 700.000
34
Bijlage B: Samenstelling bestuursorganen SNN en aanverwante vergadergroepen ultimo 2009 Dagelijks Bestuur Leden: Fryslân J.A. Jorritsma J.H.J. Konst S.H. Galema Plaatsvervangende leden: Fryslân P. Adema Mevr. C. Schokker Mevr. J.A. de Vries
Adviseurs: Gemeente Leeuwarden F. Crone
Groningen M.J. van den Berg (vz) J.C. Gerritsen M.J. Jager
Drenthe J. Tichelaar J.H. Bats Mevr. J.G. Vlietstra
Groningen D.A. Hollenga R.A.C. Slager P.M. de Bruijne W.J. Moorlag
Drenthe Mevr. A. Haarsma Mevt. T. Klip-Martin R.W. Munniksma H. Baas
Gemeente Groningen J.P. Rehwinkel
Gemeente Assen K.S. Heldoorn Gemeente Emmen C. Bijl
Adviseurs: Fryslân G.P.F. van den Boorn a.i.
Groningen H.J. Bolding (secr. DB)
Drenthe Mevr. J.M. Imhof
SNN R.A. Engelsman
Commissie Ambtelijke Samenwerking (CAS) 2x per jaar nemen de gemeentesecretarissen deel aan de vergaderingen van de CAS. Fryslân Groningen G.P.F. van den Boorn a.i. H.J. Bolding (vz)
Drenthe Mevr. J.M. Imhof
SNN R.A. Engelsman
35
Bestuurscommissie Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit (BC SOM)
Fryslân
Groningen
Drenthe
P. Adema J.H.J. Konst
M.J. Jager (vz.) W.J. Moorlag
J.H. Bats Mevr. A. Haarsma
Gemeente Leeuwarden G. Krol (vervanger H.S. Deinum)
Gemeente Groningen K. Dekker (vervanger F. de Vries)
Gemeente Assen J. Kuin Gemeente Emmen J. Holman (vervanger T. Sleeking)
secretaris: J.E. Kalter Bestuurscommissie Economische Zaken (BC EZ)
Fryslân
Groningen
Drenthe
S.H. Galema (vz.) Mevr. J.A. de Vries
J.C. Gerritsen P.M. de Bruijne
Mevr. J.G. Vlietstra Mevr. T. Klip-Martin
Gemeente Leeuwarden H.S. Deinum (vervanger: dhr. G. Krol)
Gemeente Groningen J.J. Dijkstra
Gemeente Assen H.A.M. van Hooft Gemeente Emmen G. Evenhuis
secretaris: mw. C.M. de Pee Bestuurscommissie Europese aangelegenheden (BC Europa)
Fryslân
Groningen
Drenthe
S.H. Galema P. Adema
J.C. Gerritsen M.J. Jager
J.H. Bats (vz.) Mevr. J.G. Vlietstra
Gemeente Leeuwarden H.S. Deinum (vervanger: dhr. G. Krol)
Gemeente Groningen J.J. Dijkstra
Gemeente Assen K.S. Heldoorn Gemeente Emmen H.G. Jumelet
secretaris: F.G.A.M. Cox Portefeuillehoudersoverleg Landelijk Gebied (Poho LG)
Fryslân
Groningen
Drenthe
J.H.J. Konst (vz.)
D.A. Hollenga
R.W. Munniksma
secretaris: H.G. Valk en M.A. Roersma Portefeuillehoudersoverleg Energie & Klimaat (Poho Energie & Klimaat) Groningen Fryslân Drenthe Noord-Holland M.J. Jager J.H.J. Konst mevr. T. Klip-Martin (vz.) B. Heller De vier grote steden zijn met wethouders vertegenwoordigd. secretaris: G.J. Swaving
36
Samenstelling Programmacommissie/Comité van Toezicht (per 1 juli 2009) Voorzitter:
CdK Groningen, voorzitter SNN (M.J. van den Berg)
Overheid:
De heer C. Kortleve, Ministerie van Economische Zaken, namens het rijk De heer S.H. Galema, gedeputeerde van Fryslân, namens de provincies De heer G. Evenhuis, wethouder gemeente Emmen, namens de gemeenten
Bedrijfsleven (werkgevers): De heer A. Terpstra, T2 Entertainment De heer J.P. Vaessen, directeur La Vuelta Drenthe Bedrijfsleven (werknemers): De heer H. Roeten, CNV Bedrijvenbond Drachten Milieuorganisaties: De heer R. Rabbinge, Universiteit van Wageningen Kennisinstellingen: De heer R. Veenstra MBA, voorzitter C.v.B. Stenden/CHN De heer K. Duppen, lid C.v.B. Rijksuniversiteit Groningen Mevrouw H. Donkervoort, voorzitter CvB DrentheCollege) Secretarissen: De heer B.C. Eijgendaal, programmaleider Noord-Nederland, Ministerie van Economische Zaken; De heer J.G. Wiarda, programmasecretaris De heer R.J.U. Jansma, programmasecretaris, coördinator Regioprogramma’s UO-SNN Adviseurs: De heer G. Muijzers of de heer K. vander Eecken, DG Regionaal Beleid Europese Commissie De heer M.W.V. Muller, Ministerie van Economische Zaken De heer R.A. Engelsman, directeur SNN
37
Samenstelling Algemeen Bestuur SNN Leden namens Provinciale Staten: Fryslân
Groningen
Drenthe
T.A. Dorrepaal T. van Mourik A.H.J. Versteeg
J. Batting Mevr. S.J.F. van der Graaf Mevr. J. Siersema-Venema
S. de Jong A. Huizing A. Kerstholt
Plaatsvervangende leden namens Provinciale Staten: Fryslân Y. de Boer vacature H. Korthof
Groningen P. de Veij Mestdagh S.J. Krajenbrink T.J. Zanen
Drenthe G. Seinen K.R. Dijkstra G.H. Udding
Leden uit Gedeputeerde Staten (inclusief CdK): Fryslân J.A. Jorritsma J.H.J. Konst S.H. Galema
Groningen M.J. van den Berg (vz AB) J.C. Gerritsen M.J. Jager
Drenthe J. Tichelaar J.H. Bats Mevr. J.G. Vlietstra
Plaatsvervangende leden uit Gedeputeerde Staten: Fryslân P. Adema Mevr. C. Schokker Mevr. J.A. de Vries
Groningen D.A. Hollenga R.A.C. Slager P.M. de Bruijne W.J. Moorlag
Drenthe Mevr. A. Haarsma Mevr.T.Klip-Martin R.W. Munniksma H. Baas
Adviseurs (o.g.v. art. 9 lid 3 GR SNN): De heer J.M.C.A. Berkhout (griffier Groningen, tevens secretaris AB) Mevrouw I. Rozema (griffier Drenthe) De heer O. Bijlsma (griffier Fryslân) De heer R.A. Engelsman (directeur SNN) Commissies AB: Rekeningcommissie AB: 9 AB-leden, CdK, griffier, directie en bestuurssecretariaat SNN
38
Samenstelling Sociaal-Economische Raad Noord-Nederland Leden: Dhr. G.J.E.M. Sanders Dhr. B. van der Haar Dhr. L. Zwiers Dhr. R.J.M. van Gent Mevr. H.R. Siertsema Dhr. G. Kooistra Dhr. A. Hoogsteen Mevr. I. von Pickartz Dhr. J. Vos Dhr. J.J.W. Mulder Dhr. B. Bergsma Deskundigen: Dhr. E. Wever
Dhr. W. Smink Dhr. J.C. Brezet
Dhr. J. van Dijk
Dhr. C.J.J. Jepma
voorzitter VNO-NCW Noord, vicevoorzitter algemeen secretaris VNO-NCW Noord regiomanager MKB-Noord MKB-Noord provinciaal voorzitter LTO Noord-Fryslân bestuurder FNV-Noord FNV Bondgenoten regiobestuurder FNV-Bouw CNV Noord MHP
RUU hoogleraar economische geografie, (faculteit der Aard Wetenschappen), deskundige voor het beleidsterrein regionale economie; vml. Wethouder RO gemeente Groningen, deskundige voor het beleidsterrein ruimtelijke ordening TUD hoogleraar duurzame productontwikkeling (faculteit voor Techniek, Bestuur en Management) en verbonden aan het Cartesius Instituut te Leeuwarden, deskundige op het beleidsterrein innovaties; RuG, hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse (faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen), deskundige op het beleidsterrein scholing en arbeidsmarkt; RuG hoogleraar internationale economie, (faculteit der Economische Wetenschappen); deskundige op het beleidsterrein mondialisering van de economie.
Secretaris: Mevr. W.J. Mansveld
39
Bijlage C: Organogram (in de definitieve, vormgegeven, versie zal een organogram van het SNN worden opgenomen).
40