INHOUD
Voorwoord .......................................................................................................................................... 4 Historisch: Van waar komt het fascisme?Mussolini en Hitler alsuitdrukking van wanhoop ........ 5 Historisch: Van collaboratie tot VB.De tradities van het Vlaams Belang ..................................... 8 Van collaboratie tot het Vlaams Blok. Na de oorlog: collaborateurs doen verder ................. 10 Programma van het Vlaams Belang .............................................................................................. 13 De verboden vleespotten. Waarom het neo-fascistische VB populisme nodig heeft ............. 18 Neo-nazi’s, het gevaar van Blood&Honour .................................................................................. 21 Name and shame ............................................................................................................................ 23 Wallonië. Front National breekt door zonder partijorganisatie ................................................... 26 Een Europees fenomeen ................................................................................................................. 28 Welke anti-fascistische strategie? .................................................................................................. 34 Ons antwoord op extreem-rechts .................................................................................................. 35
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
P.
3
VOORWOORD Dit is een nieuwe en herwerkte uitgave van een brochure die voor het eerst in 2003 verscheen. Het is de bedoeling om met deze brochure een duidelijker beeld te schetsen van wat wij onder ‘fascisme’ verstaan, wat de gelijkenissen en verschillen zijn tussen het klassieke fascisme van de jaren 1920-30 en het neofascisme van partijen zoals het Vlaams Belang of het Front National langs Franstalige kant. Tevens willen we met deze brochure een aantal ideeën naar voor brengen over hoe de strijd kan worden gevoerd tegen extreemrechts. Wij stellen in deze brochure dat partijen als het VB neofascistisch zijn. We doen dit niet omdat we ons vanuit onze afkeer van het VB richten tot scheldwoorden zonder inhoud. Neen, we stellen vast dat het VB een partij is die recht uit de traditie van de collaboratie met de nazi’s tijdens WO 2 komt, tot op vandaag is de VB-leiding geschoold in het fascisme. Bovendien zijn heel wat karakteristieke programmapunten van de partij terug te brengen tot het klassieke fascisme van de jaren 1920 en 1930. Daarbij moet worden opgemerkt dat wij geen fundamentele verschillen zien tussen het ‘Italiaanse’ fascisme en het ‘Duitse’ nazisme. Er zijn belangrijke verschillen tussen het klassieke fascisme en het neofascisme dat we vandaag zien. Uiteraard is de historische achtergrond vandaag anders en dat op verschillende vlakken. Mussolini en Hitler slaagden er in om de stoottroepen van het patronaat te leveren na belangrijke en fundamentele nederlagen van de arbeidersbeweging. Dat is vandaag niet het geval. Bovendien slaagden ze er in om een actieve basis uit te bouwen waarmee het mogelijk was om de straten te beheersen door brutaal en massaal straatgeweld. Die actieve basis is vandaag niet aanwezig bij een partij als het Vlaams Belang en al helemaal niet bij een partij als het Front National langs Franstalige kant. Het VB is groot geworden op basis van een passief ongenoegen tegenover de consequenties van een jarenlang neoliberaal beleid. Het ongenoegen bleef de afgelopen 15 jaar grotendeels passief door onder meer het ontbreken van een duidelijk actief alternatief. Het VB groeit als een schimmel op het rotte systeem, maar is niet in staat om die groei om te zetten in een (massaal en) actief geheel dat bereid is om methoden als straatgeweld te gebruiken. Als we stellen dat het VB groeit als een schimmel op het rotte systeem, geven we ook aan dat wij ons verzetten tegen het kapitalistisch systeem. We denken dat er in de strijd tegen extreem-rechts geen beroep moet worden gedaan op het actuele systeem. Integendeel, we denken dat er nood is aan een alternatief. De beste manier om extreem-rechts te bestrijden, is door het passief ongenoegen om te zetten in een actief verzet dat gericht is op het bekomen van echte verandering. Dat kan volgens LSP enkel door de vestiging van een socialistisch alternatief waar de behoeften van de arbeiders en hun gezinnen centraal staan en niet de winsthonger van een kleine groep kapitalisten. Onze antifascistische strijd is onlosmakelijk verbonden met de strijd voor een socialistisch alternatief. Geert Cool, juni 2007
P.
4
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
HISTORISCH: VAN WAAR KOMT HET FASCISME? MUSSOLINI EN HITLER ALS UITDRUKKING VAN WANHOOP
Als we een beeld willen schetsen van wat fascisme inhoudt, is het belangrijk om niet alleen naar inhoudelijke standpunten te kijken maar ook naar de krachten in de samenleving die in staat zijn om in specifieke omstandigheden die inhoudelijke standpunten tot een materiële factor om te vormen. In die zin is het nuttig om de voorbeelden van het klassieke fascisme in Italië en Duitsland kort te beschrijven.
Dat het fascisme meer is dan “één figuur” die op basis van een “populistische boodschap” aansluiting vindt bij bredere lagen van de bevolking, werd duidelijk gemaakt in Italië in de jaren 1920 en Duitsland in de jaren 1920-30. Toen Hitler en zijn kleine groep aanhangers in 1923 probeerden aan de macht te komen via een staatsgreep in München, werd dit een totale mislukking. Nochtans bracht Hitler op dat ogenblik een gelijkaardige boodschap op een gelijkaardige wijze die 10 jaar later wel tot een overwinning voor het fascisme zou leiden. Wat was het verschil tussen 1923 en 1933? Het belangrijkste verschil werd gevormd door de uitbouw van een actieve sociale basis door de nazi’s, wat mee mogelijk werd door de financiële steun vanuit de burgerij en door de zwakheden in het antwoord van de arbeidersklasse op de ontwikkeling van de nazi’s.
ITALIË: FASCIO DI COMBATTIMENTO Met wortels in het 19e eeuwse conservatieve nationalisme, werd vlak na Wereldoorlog 1 de eerste fascistische organisatie in Italië opgezet met de beweging ‘Fascio di Combattimento’ van Mussolini (Fascio di Combattimento staat voor “bundeling van strijders”, met het idee om alle “gezonde Italianen” samen te brengen om het Italiaanse volk haar eer en glorie te bezorgen…). Vlak na de oorlog kwam Italië in een economische depressie terecht met massale werkloosheid en een groot ongenoegen, zeker onder de kleinburgerij die de oorlog volop had gesteund. Mussolini baseerde zich op deze laag om een beweging op te bouwen rond een nationalistisch programma dat “solidaristisch” was. Met solidarisme wordt bedoeld dat er geen tegenstelling zou zijn tussen arbeiders en patroons. De enige fundamentele tegenstellingen die aanwezig zijn, zouden volgens de solidaristen deze zijn tussen verschillende volkeren. Het “volk” zou een eigen identiteit hebben waardoor de verdeeldheid die er is tussen arm en rijk, tussen arbeider en kapitalist, niet relevant zou zijn. Dit leidde ertoe dat de fascisten zich sterk verzetten tegen stakingen, vakbonden en arbeidersstrijd in het algemeen.
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
De Italiaanse fascisten slaagden erin terrein te winnen op basis van belangrijke nederlagen van de arbeidersbeweging. Na de oorlog was de Russische Revolutie een inspiratiebron voor de ontwakende arbeidersbeweging in het land. Geconfronteerd met een sociale catastrofe als gevolg van een oorlog, waarin gevochten werd om de belangen van een kleine nationale elite te verdedigen, was er een grote beweging met fabrieksbezettingen en betogingen. In 1919 waren er 1.663 stakingsacties in Italië, in 1920 waren dat er reeds 1.881. De dokwerkers staakten, net zoals 800.000 arbeiders in de staalsector. Tegen 1920 was de beweging op een hoogtepunt, maar deze bleef steken op het niveau van fabrieksbezettingen die niet onderling verbonden werden in een landelijke strijd met de eerste stappen om nationaal de macht in handen te nemen en het Sovjetvoorbeeld in Rusland te volgen. Het belangrijkste probleem was het gebrek aan een politiek verlengstuk: er was een arbeiderspartij nodig om op basis van de beweging een programma en activiteit te ontwikkelen waarmee het een impact kon hebben en waardoor het met correcte eisen de be- Benito Mussolini weging vooruit kon stuwen. De sociaal-democraten waren te bang om conclusies te trekken uit de beweging en trokken zich terug. In de zomer van 1920 riepen ze op om de bedrijfsbezettingen te stoppen. De communisten stonden nog erg zwak en waren nog steeds te nauw verbonden aan de sociaal-democratische PSI. Ze waren niet in staat om een grote impact te hebben bij gebrek aan een duidelijk programma. Achteraf stelde Mussolini terecht dat in 1919-1920 de PSI geen gebruik maakte van een “unieke revolutionaire situatie”. Als de arbeidersbeweging geen gebruik maakt van een revolutionaire situatie, proberen andere krachten terrein te winnen om een einde te maken aan die revolutionaire situatie. Het Italiaanse patronaat organiseerde zich tegen de arbeiders en deed daartoe beroep op de fascisten van Mussolini die met een toevloed van oorlogsveteranen over bereidwillige troepen beschikte die bereid waren om met fysiek geweld op te treden. De gevolgen waren rampzalig. Tegen eind 1920 waren de meeste bedrijfsbezettingen gestopt en was er een enorme desillusie. Vooral die lagen die niet op een directe manier betrokken waren bij de acties maar er wel naartoe uitkeken als hoop op verandering, werden het sterkst getroffen door ontgoocheling. Aangezien de arbeidersbeweging er niet in geslaagd was een uitweg uit de impasse te bieden, zochten
P.
5
vooral de middenstanders, de uitoefeners van vrije beroepen en de boeren naar een ander middel om de orde te herstellen. De versterking van de fascisten had onmiddellijke gevolgen. Eind november 1920 was er een gewelddadige aanval op het stadhuis van Bologna waarbij 10 doden vielen. Dit was een test voor de fascisten: Bologna stond immers gekend als een “rood bastion”. Het gebrek aan reactie tegenover de gewelddadige bezetting van het stadhuis door de fascisten, leidde ertoe dat hun zelfvertrouwen versterkte. Dat resulteerde dan weer in een opdrijven van geweld tegen arbeiders en andersdenkenden in het algemeen. De PSI en de communisten hadden op dat ogenblik illusies in de burgerij om de fascisten te stoppen. Ze hielden hun eigen troepen tegen om de strijd aan te gaan en gingen zelfs over tot een formele “wapenstilstand”. Beide partijen deden oproepen aan de traditionele partijen om op te treden tegen de fascisten en hun geweld. Ze droegen zelf hun eigen wapens over en wat niet werd overgedragen, werd in beslag genomen door de politie. De fascisten daarentegen werden minder geviseerd door de politie en ook niet door de traditionele partijen. Een aantal traditionele politici waren bereid om een kartel SOCIALE SAMENSTELLING VAN DE aan te gaan ITALIAANSE FASCISTEN IN 1921: bij de verkiezingen van 24,3% landarbeiders 1921. Daar15,4% stedelijke arbeiders mee hoopte 13,8% studenten Mussolini 12,0% boeren zijn bewe9,2% middenstanders ging “aan6,6% vrije beroepen vaardbaar” te maken en een grotere impact te verwerven. Dat lukte ook, dankzij het kartel verkregen de fascisten 38 verkozenen in het parlement. De burgerij dacht door middel van een kartel en een parlementaire aanwezigheid van de fascisten deze formatie onder controle te kunnen houden. De fascisten maakten er evenwel net gebruik van om hun eigen positie te versterken, ook al was er daartoe een zuivering van de eigen rangen noodzakelijk. Bij de verkiezingen van 1921 betaalden de arbeiderspartijen een hoge prijs voor de nederlaag van de beweging van 1919-1920. De PSI verloor 7,7% en kwam uit op 24,7%. De nieuwe en jonge communistische partij haalde een bescheiden resultaat met 2,8% van de stemmen. Eind oktober 1922 slaagden de fascisten er zelfs in om naar aanleiding van een groots aangekondigde ‘Mars op Rome’ mee het bestuur in handen te nemen op vraag van het establishment dat dacht op die manier sterker te staan tegen de arbeidersbeweging die opnieuw van zich liet horen met acties.
P.
6
De arbeiderspartijen hadden het gevaar op dat ogenblik compleet onderschat. De communistische partij schreef tot vlak voor de Mars op Rome dat die mars er toch nooit zou komen. De PSI beperkte zich tot de mededeling dat de politie zou moeten optreden indien er onregelmatigheden zouden zijn. Van een eigen optreden van de arbeiderspartijen was er geen sprake. Door de zwakke tegenstand van de arbeidersbeweging, slaagden de fascisten er in om vrij snel tot een regeringspositie te komen. Vanuit die regeringspositie waren ze op dat ogenblik nog niet in staat om een openlijk fascistische dictatuur te vestigen op grote schaal, maar er kon daar wel aan gewerkt worden. Dat gebeurde door middel van geweld tegen de arbeidersbeweging. Tussen december 1921 en november 1922 werden 3.000 socialisten vermoord door fascistische troepen, de zogenaamde ‘zwarthemden’. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij aanvallen op stakingspiketten of arbeidersbijeenkomsten. De vorming van een coalitieregering in 1922 leidde aanvankelijk tot zware spanningen binnen de fascistische beweging, waar een aantal ‘radicalen’ ontevreden was omdat er teveel toegevingen gedaan werden aan de burgerlijke coalitiepartners. In juni 1924 moest Mussolini zelfs optreden tegen leden van zijn partij die verantwoordelijk waren voor de moord op een sociaal-democratische politicus, Giacomo Matteotti. Mussolini gebruikte de coalitieregering om de eigen positie te versterken en de troepen klaar te stomen voor repressie op veel grotere schaal. In 1926 verbood hij uiteindelijk alle andere politieke organisaties en werden tienduizenden antifascisten opgepakt en gevangen gezet. De vakbonden werden verboden en dagbladen die niet positief genoeg stonden tegenover de fascisten werden verboden. Vanaf eind jaren ‘20 kwam er dus een openlijk fascistische dictatuur in Italië. Op sociaal vlak legde Mussolini in naam van de nationale eer harde regels op, waarbij verzet onmogelijk gemaakt werd door de fascistische repressie.
DUITSLAND: NSDAP In Duitsland waren er heel wat gelijkenissen met de ontwikkeling in Italië. Ook hier waren er verschillende grote bewegingen van de arbeidersklasse die op een nederlaag uitliepen bij gebrek aan een duidelijk programma om komaf te maken met het rotte kapitalistische systeem dat had geleid tot oorlog en miserie voor een overgrote meerderheid van de bevolking. In 1918 werd de revolutie gestopt door de sociaal-democratische Partij (SPD) die zelf mee in de regering stapte. Ook in de jaren ‘20 waren er nog tal van mogelijkheden voor revoluties, maar deze botsten op een gebrek aan leiding om een fundamentele stap vooruit te maken.
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
Eind jaren ‘20 ontwikkelde de stalinistische Communistische Partij (KPD) de theorie van het “sociaal-fascisme”. De KPD noemt zowat iedereen ‘fascistisch’, maar voor de sociaal-democraten en andere groepen binnen de arbeidersbeweging voegen ze daar de term ‘sociaal’ aan toe, als een soort ‘linkervleugel van het fascisme’. De stalinistische Communistische Internationale verkoos het “openlijke fascisme” van de nazi’s omdat dit ‘minder gevaarlijk’ zou zijn dan het ‘sociaal fascisme’… De economische recessie, met de diepe val van de economie in 1929, had een enorme impact op Duitsland waar de al erg fragiele economie in elkaar stortte. Tegen februari 1930 waren er 4 miljoen werklozen, in 1932 waren 26% van de werklozen jongeren dan 24 jaar.
Het gebrek aan sterke tegenstand van de arbeidersbeweging liet Hitler in ‘33 toe om zonder noemenswaardige tegenstand de macht te grijpen in het land dat de sterkste georganiseerde arbeidersbeweging ter wereld had! Terwijl de - stalinistische - KP en de sociaal-democratie elkaars bijeenkomsten uit elkaar knuppelden, verpletterden de nazi’s elke oppositie. In 1933 reeds slaagde Hitler erin de vakbonden op te doeken en de leiders op te sluiten.
WAT IS FASCISME? Doorheen de historische voorbeelden zijn een aantal belangrijke elementen van het fascisme duidelijk geworden. Fascisme wordt gekenmerkt door het breken van de onafhankelijke arbeidersorganisaties. Vakbonden en partijen werden verboden en de arbeidersbeweging werd geatomiseerd door de mobilisatie van lagen die losgekomen zijn van de arbeidersbeweging.
De KPD kon daarvan profiteren om zich op te werpen als radicale oppositie tegen het systeem. Maar ook de fascisten wonnen terrein, vooral omdat de KPD en de SPD heel wat mogelijkheden lieten liggen waardoor er ruimte was voor een retoriek op basis van ontgoocheling in de arbeidersbeweging. De Russische Bolsjewistische leider Trotski omschreef hoe het fascisme eigenlijk een uitdrukking was van contrarevolutionaire wanhoop nadat de revolutio- In 1923 probeerden Hitler en naire hoop had gefaald. co om met een putsch aan de De Duitse socialiste Cla- macht te komen. Dit mislukte ra Zetkin stelde in 1923 omdat de fascisten nog geen reeds dat het fascisme het sterke basis hadden. Als gevolg werden de kopstukken van de resultaat zou zijn indien putsch voor de rechtbank gebracht. de Russische revolutie niet werd verder gezet. De arbeidersklasse werd het verboden om zich te organiseren. Daartegenover plaatsen de fascisten het De SPD betaalde een prijs voor het asociale beleid solidarisme en corporatisme (gemeenschappelijke waarvoor het mee verantwoordelijk was. Bovendien organisaties van patroons en arbeiders op bedrijfshad het in de strijd tegen de nazi’s illusies in de bur- niveau). De nazi-ideoloog Gregor Strasser stelde dat gerlijke staat die wel zou optreden en de hete kas- het vertrekpunt van het nazisme wordt gevormd tanjes uit het vuur zou halen. De stalinistische KPD door “de geest en de inhoud van de gilden en corpozag het gevaar van het fascisme niet in. Volgens hen raties in de middeleeuwen.” Dat maakt ook meteen betekende een groei van de fascisten een ondermij- de verhouding binnen die corporaties duidelijk: de ning van de traditionele partijen en zou het fascisme arbeiders hebben er niets te zeggen. een revolutionaire beweging versnellen. De Duitse De klassieke fascisten hadden echter een probleem communistische leiding deed niets anders dan verwarring creëren onder de arbeiders en legde daarmee op economisch vlak. In hun retoriek moesten de fasde basis voor de tweedracht tussen sociaal-democra- cistische krachten soms een dubbele houding aantische en communistische arbeiders. Die verwarring nemen. Enerzijds werd soms een links aandoende ging gepaard met een onderschatting van het fas- retoriek gehanteerd tegen het kapitalisme, zeker cisme. Toen de nazi’s vlak voor het hoofdkwartier tegen het internationaal kapitalisme of pakweg de van de KPD betoogden, gaf de partijleiding bevel aan Joodse kapitalisten. Anderzijds werd soms de verhaar leden om niets te doen. dediging van kapitalisten opgenomen. De Duitse industrieel Krupp was een trouwe bondgenoot van Hierdoor konden de nazi’s zich versterken en ze Hitler. Om die dubbele houding te overbruggen, werd kregen daartoe de steun van delen van de burgerij, beroep gedaan op nationalisme en racisme. Het gezeker de burgerij uit de zware industrie. Hitler stelde loof in het volk en de grootsheid van dat volk werd achteraf dat hij in 1930 nooit een verkiezingsover- centraal gesteld. Via die weg werd anti-kapitalisme winning had kunnen boeken zonder de financiële omgeleid naar nationalisme. Goebbels stelde ooit in steun van de burgerij. Zonder auto’s, vliegtuigen en een toespraak dat de nazi’s wilden komen tot een luidsprekers was het volgens hem niet mogelijk ge- socialistisch systeem, maar daartoe was verzet nodig weest om 107 zetels binnen te halen. tegen de Joodse kapitalisten: “Socialisme kan enkel
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
P.
7
bereikt worden als we ons verzetten tegen de joden. Omdat we socialisme willen, zijn we tegen de joden”. Het gebruik van de term “socialisme” wijst overigens op de pogingen om een linkse retoriek naar voor te brengen, ook al stemde dat niet overeen met de inhoud die er aan werd gegeven. Het omleiden van anti-kapitalisme tot nationalisme en racisme gebeurde in Italië en Duitsland op verschillende manieren, naargelang het de fascisten goed uitkwam. Zo was er in Italië een veel beperktere Joodse gemeenschap (met zo’n 50.000 tot 60.000 mensen). Dat verklaart waarom er in Italië aanvankelijk geen negatieve houding was tegenover de Joden en waarom er pas vanaf 1938 – mee onder invloed van nazi-Duitsland – repressief werd opgetreden tegen de Joden. Naast het economisch programma van solidarisme, zagen we in Duitsland en Italië dat er sterk nadruk werd gelegd op het nationalistische element. Het nationalisme – meestal samen met racisme – was verbonden en noodzakelijk voor het economisch solidarisme. Het nationalisme werd voorgesteld als een geloofskwestie en iets quasi sacraal. Daarmee werd ingespeeld op gevoelens van ontgoocheling nadat bredere lagen van de bevolking het slechter hadden als voorheen, of gevoelens van revanchisme die sterk leefden onder bijvoorbeeld de oorlogsveteranen. Daarnaast draagt het fascisme een sterk ethisch conservatisme mee (vb. tegen vrouwenrechten). Dat werd onder de fascistische dictaturen doorgetrokken met een sterke nadruk op het “normale” gezin met een vervolging van al wie anders was: mensen met een beperking, van vreemde afkomst,… De fascistische krachten in Italië en Duitsland konden pas na een fundamentele nederlaag van de arbeidersbeweging overgaan tot hun politiek van straatgeweld. Die nederlagen kwamen er door een gebrek aan verzet van de communistische partijleiders en illusies van de sociaal-democratische partijleiding in de burgerij en haar staatsapparaat. Zowel in Italië als Duitsland heeft de leiding van de arbeidersbeweging een verpletterende verantwoordelijkheid in het aan de macht komen van de fascisten. Het was op basis van de nederlagen van de arbeidersbeweging dat de middenklasse haar vertrouwen in de arbeidersklasse verloor en open begon te staan voor het alternatief van de fascistische wanhoop. Hitler erkende de rol van de middenklasse reeds vroeg. In zijn boek ‘Mein Kampf’ stelde hij dat lagen die ooit net boven het gemiddelde van de bevolking hebben uitgestoken, het veel moeilijker hebben als ze terugvallen in armoede en miserie. Samen met het lompenproletariaat (waaronder veel jongeren die nooit hadden gewerkt) en andere lagen van de bevolking die los waren gekomen van de arbeidersbeweging, vormde de middenklasse de voornaamste actieve basis voor de fascisten. Die actieve basis kon
P.
8
evenwel enkel worden ingezet door de steun van de grote burgerij aan de fascistische krachten. Vandaag zitten we in een compleet andere situatie. De slinger gaat vandaag naar links met een opkomende arbeidersbeweging die aan zelfvertrouwen wint na een moeilijke periode met het ideologisch offensief van de burgerij in de jaren 1990 (na de val van het stalinisme in Rusland en het Oostblok). De arbeidersbeweging bevindt zich in een opgaande fase en is haar eigen macht aan het ontdekken. Het zal natuurlijk nog de vraag zijn of deze opgaande fase tot succesvolle stappen vooruit en overwinningen zal leiden, maar het potentieel daarvoor is vandaag minstens even groot en misschien zelfs groter dan in de jaren 1920 en 1930. De arbeidersklasse staat vandaag numeriek en potentieel inhoudelijk veel sterker. De rol van de middenklasse is veel beperkter, onder meer door het wegconcurreren van de kleine zelfstandigen en winkeliers en de concentratiebeweging die eigen is aan het kapitalisme. Dat ondermijnt de mogelijkheden voor fascistische krachten om een grote actieve basis te ontwikkelen. Hierdoor ligt de nadruk sterker op het gebruik van een populistische methode en is het geweld – ook al zijn er voorbeelden van – beperkter dan destijds in Italië en Duitsland. Dat zijn allemaal factoren die het voor de fascistische krachten moeilijker maken en waardoor niet kan worden overgegaan tot gelijkaardige interventies als in de jaren 1920 en 1930. Dat is de reden waarom wij vandaag eerder de term “neofascisme” gebruiken. Er zijn fascistische elementen aanwezig in het programma en het kader van een partij als het VB, maar het ontbreekt de partij aan een sterke actieve basis die kan inspelen op de ontgoocheling in fundamentele nederlagen van de arbeidersbeweging om tot straatgeweld over te gaan.
HISTORISCH: VAN COLLABORATIE TOT VB. DE TRADITIES VAN HET VLAAMS BELANG Het Vlaams Belang komt rechtstreeks voort uit de tradities van collaboratie met de nazibezetters in dit land. Er is zowel een band in de zin dat de oude collaborateurs die de oorlog overleefden meewerkten aan de eerste initiatieven om tot een formatie te komen die uiteindelijk tot het VB zou leiden, als in de zin dat er vandaag nog steeds wordt teruggegrepen naar de voorbeelden van de collaboratie. Als het VB de door haar gecontroleerde IJzerwake houdt, wordt niet geaarzeld om te verwijzen naar figuren als VNVkopstuk Staf De Clerq (dat was althans het geval op de IJzerwake van 2004). Natuurlijk moet het VB voorzichtig zijn en kan het zich niet permitteren om al te openlijk de “gevallen
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
helden” te herdenken. In oktober 2006 stelde voormalige VB-ondervoorzitter Roeland Raes nog in een gesprek met De Standaard: “In de jaren zeventig bestonden minder taboes over krasse taal of reminiscenties [herinneringen] aan de jaren dertig en veertig. De maatregelen tegen ons waren toen niet zo uitgesproken en vastberaden.” Omdat de druk van de media en het politieke establishment groter is, kan dus minder openlijk teruggegrepen worden naar herdenkingen van de jaren 30 en 40… Achter de schermen blijft de steun voor herdenkingen echter bestaan. Toen onder meer Voorpost een herdenking van Staf De Clercq organiseerde, waren de parlementsleden van het VB niet aanwezig wegens een “werkvergadering”, maar Dewinter liet wel weten dat de VB-fractie in het Vlaams Parlement de herdenking alle succes toewenste. Dat is niet zo verrassend. Op de IJzerwake verschenen meermaals portretten van Staf De Clercq of andere collaborateurs. Eind jaren 1980 was het Vlaams Blok nog openlijker en nam Dewinter bijvoorbeeld deel aan een herdenking van de Waffen SS’ers die op het kerkhof van Lommel begraven liggen (1988) of aan de herdenkingen van Cyriel Verschaeve. Begin juni 2004 publiceerde het weekblad Humo een interview met een vrouw die afstand wou nemen van haar collaboratieverleden. Terloops wist deze vrouw wel het volgende te melden: “Ik weet dat in de lokalen van het Blok, aan de Van Maerlantstraat, elke eerste zondag van de maand ‘de vergadering van de SS’ plaatsvindt. Dan heb je er een soort volkshuis voor oostfronters en DRK’s: een kantine met druksels en pamfletten van het Blok, waar je ook wat kunt drinken en een kaartje leggen, en achterin een vergaderzaal. Eén of twee keer ben ik daar geweest. Ik dacht: dat is niks voor mij. De laatste toespraak van Hitler werd er afgespeeld, van een abominabele geluidskwaliteit: je verstond er geen woord van. En aan het einde wordt steevast het Horst Wessel-lied gezongen, of ‘Deutschland über alles’, of dat andere liedje van de SS.”
COLLABORATIE MET NAZIBEZETTERS VERDINASO In de jaren ‘30 kwam een groot deel van het Vlaams nationalisme in extreem-rechts vaarwater terecht. In 1931 richtte Joris Van Severen het Verdinaso op, het Verbond van Dietse Nationaal-Solidaristen, een beweging die dweepte met Hitler en Mussolini. Tot op de dag van vandaag bestaat er een studiecentrum Joris Van Severen. Onder de voortrekkers van dit studiecentrum vinden we prominente VB’ers als Luc Pauwels, mede-oprichter van het Vlaams Blok. Ieder jaar wordt een colloquium georganiseerd waarvoor ook binnen kringen van bvb. de NSV (studentenorganisatie gelinkt aan het VB) wordt gemobiliseerd. Er is ook een jaarlijkse bedevaart naar Abbeville, waar Van Severen vermoord werd. VB-parlementslid
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
Ortwin Depoortere stelde in 2005 nog in het maandblad van VB: “In mijn ogen was Joris Van Severen de grootste visionair die de Vlaamse Beweging ooit heeft gekend.” Van Severen had een vrij grote aanhang onder de Vlaams-nationalisten. Als bedenker van de slogan “België Barst” (een slogan die hij voor het eerst lanceerde in 1928) wordt hij later wel eerder Belgicist… aangezien ‘Dietsland’ niet enkel Vlaanderen en Nederland zou omvatten maar ook Wallonië en een deel van Noord-Frankrijk. Dit wordt hem vandaag nog steeds kwalijk genomen door een aantal VB’ers. In de ‘Korte geschiedenis van de Vlaamse Beweging’ dat door het VB werd uitgegeven staat te lezen dat de koerswijziging van Van Severen hem isoleerde en in de marge van de Vlaamse Beweging plaatste. Het Verdinaso liet zich opmerken met een militaire stijl (uniformen) en een harde fascistische lijn. In november 1936 bracht ‘Jongdinaso’, de krant van de jongerenafdeling van het Verdinaso, verslag uit van een actie dat het had ondernomen in Antwerpen: “Toen begon de zuivering. Alles wat Joods was en rook, werd het park uitgeranseld, voetzoekers deden de kromneuzige uitverkorenen trippeldansen en de Antwerpenaars konden een tweede vlucht naar Egypte bewonderen. Jammer voor de Joden ontbrak de Rode Zee.” Dat ze bij Verdinaso “niets wisten” van de concentratiekampen, kan enkel lachwekkend overkomen. Reeds voor de oorlog schreef het blad Hier Dinaso! (op 23 januari 1937) dat het een oplossing had voor het “jodenprobleem”. Die oplossing doet achteraf gezien luguber aan: “Wij zullen lachend de wacht optrekken rond de concentratiekampen. De zon zal uw huid verschroeien, de regen zal kil zijn en eentonig, gij zult het sluipen kennen van den dorst en het trage knagen van den honger die duizenden lijden om uwentwil. Mocht ge begrijpen waarom de haat recht in ons vaandel staat.” Bij de Duitse inval werd Van Severen opgepakt en uiteindelijk vermoord in Abbeville. Delen van Verdinaso trokken naar Rex, maar de meeste aanhangers sloten aan bij het VNV.
VNV In 1933 werd vanuit de Frontpartij het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) opgericht. Het VNV was opgezet rond het principe “één volk, één leider”, waarbij die laatste rol weggelegd was voor Staf Declerq. Het VNV zette militaire groepen op en nam het fascisme aan als ideologie. Vanaf 1938 kreeg het VNV financiële steun vanuit nazi-Duitsland. In 1936 nam het VNV aan de verkiezingen deel onder de naam ‘Vlaamsch Blok’ en won een grote aanhang. Onder impuls van de nazi’s in Duitsland werd ook
P.
9
een groep opgericht onder de naam DeVlag (Deutsch Vlämische Arbeitsgemeinschaft). DeVlag werd geleid door Jef Vandewiele en kon op sympathie rekenen bij figuren als Cyriel Verschaeve die graag met DeVlag meeging op snoepreisjes naar nazi-Duitsland. Op 10 mei 1940 trokken de nazi’s België binnen. Het VNV stapte onmiddellijk mee in de collaboratie in de hoop zo een ‘Dietse’ staat te kunnen vestigen, ondanks het feit dat de NSDAP duidelijk die boot afhield. Staf Declercq verklaarde in een toespraak dat het vroegere België een vijand van het VNV was, terwijl Duitsland dit niet was. Hij zei: “Duitschland is onze vijand niet. Wij hebben vertrouwen in den Führer. Wij twijfelen er niet aan of wat hij zal doen, zal goed gedaan zijn. Goed voor ons Volk, voor heel ons Volk. “ Om de nazi’s te ondersteunen werd een militie opgezet in de vorm van de Zwarte Brigade. De Clercq riep op om aan te sluiten bij de SS om ten strijde te trekken tegen “het jodendom, vrijmetselarij, plutocratie en bolsjewisme” en dat onder leiding van Hitler, “de Führer aller Germanen”. Dat de Belgische collaborateurs niet op de hoogte waren van de concentratiekampen is een leugen. In 1941 schreef een Vlaams SS-blad: “En tegen al wat in de weg staat is er de SS, de politieke politie van het nationaal-socialisme. Voor dezen die zich verzetten heeft de SS een ijzeren vuist, de zweep van het concentratiekamp, omdat het zonder concentratiekampen in Vlaanderen nooit zal gaan”. Groepen als het VNV hielpen actief mee met het oppakken van Joden die gedeporteerd werden. Heel wat Vlaamsnationalisten trokken ook naar het Oostfront om de strijd tegen het bolsjewisme aan te gaan.
ste poging gedaan om een politieke organisatie op te bouwen in de vorm van de “Vlaamse Concentratie”, een partij waarin onder meer Karel Dillen (de latere ‘voorzitter-voor-het-leven’ van het Vlaams Blok) en Bob Maes (de oprichter van VMO, in 1949 noemde dit nog Vlaamse Militanten Organisatie, nadien werd het Vlaamse Militanten Orde tot de VMO begin jaren ‘80 werd verboden als privé-militie) een rol speelden. Op hetzelfde ogenblik werden de eerste ideeën naar voor gebracht om een partij onder de naam ‘Volksunie’ op te zetten met een solidaristisch en anti-democratisch programma. Door de felle tegenkantingen belandde dit voorstel in de koelkast tot 1954. Karel Dillen werd door de radicaal-rechtse vleugel sterk naar voor geschoven. Er wordt gezegd dat dit vooral onder impact van Walter Bouchery was. Bouchery was een oud-collaborateur en als advocaat actief in Antwerpen. Bouchery gaf het blad ‘Opstanding’ uit waarin melancholisch werd teruggekeken naar de nazi-periode. Tegelijk vinden we in deze kringen ook de eerste ontkenningen van de holocaust. Karel Dillen vertaalde het boek ‘Nürnberg ou la terre promise’ van Bardèche waarin geschreven wordt dat de concentratiekampen na de oorlog gebouwd werden met filmdecors uit (het joodse…) Hollywood. In het blad ‘Opstanding’ wordt geschreven dat er hoogstens 350.000 Joden het leven gelaten hebben in de tweede wereldoorlog. Dit soort standpunten komt dus van diegenen die rechtstreeks uit de collaboratie komen en zelf mee verantwoordelijk waren voor de misdaden van het nazisme! Robert Verbelen herneemt in ballingschap in Oostenrijk zijn politieke activiteiten en brengt ondermeer het tijdschrift Aula uit. In 1988 spreekt hij op een meeting van de rechtse AFP. Eén van de buitenlandse sprekers is VB-kopstuk Francis Van Den Eynde.
VAN COLLABORATIE TOT HET VLAAMS BLOK. NA DE OORLOG: COLLABORATEURS DOEN VERDER Na de oorlog werd een prijs betaald voor de collaboratie. Tal van leiders moesten vluchten naar vooral Oostenrijk (Cyriel Verschave, Robert Verbelen) of Argentinië (Leo Poppe) waar ze hun fascistische activiteiten verderzetten. Zo was er jarenlang een tijdschrift ‘De Schakel’ waarlangs de voormalige collaborateurs in Argentinië hun ideeën verspreidden. De Belgische contactpersoon voor dit blad was Roeland Raes, tot 2001 ondervoorzitter van het Vlaams Blok. In België werden de fascisten in het defensief geduwd. Ze zetten groepen op van oud-Oostfrontstrijders (zoals rond het Berkenkruis, de voorloper van het Sint-Maartensfonds). Er waren echter tal van organisaties en de belangrijkste leiders waren naar het buitenland verdwenen. In 1949 werd een eer-
P.
10
Met de VMO en het blad Dietsland Europa treedt extreem-rechts toe tot de Volksunie. Dillen wordt in 1957 voorzitter van de Antwerpse Volksuniejongeren. In de jaren ‘50 en ‘60 vormt vooral de VMO een verzamelplaats voor fascisten in Vlaanderen. De organisatie wordt geleid door Wim Maes, een voormalig lid van de Zwarte Brigade (de militie van het VNV) die veroordeeld werd voor z’n collaboratie met de nazi’s. Andere actieve leden van de VMO waren toen reeds de latere VB-parlementsleden Xavier Buisseret en Wim Verreycken (beiden werden in september 1963 opgepakt bij een VMO-actie in Oostende). Op 5 april 1959 hield de VU een verboden betoging in Lier om amnestie te eisen. De sprekers op de betoging waren
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
VU-voorzitter Vander Elst, Leo Wouters (één van de oprichters van het VNV) en Karel Dillen. De onafhankelijkheid van Congo in 1960 betekent volgens Dietsland-Europa, het blad van Karel Dillen, een “blanke zelfvernedering en zelfbevlekking”. Het blad vreesde dat Europa , “het vaderland van de blanke man”, teveel migranten zou krijgen als het de voormalige kolonie als onafhankelijk land erkende. Ook de algemene staking van 1960-61 kon niet op de goedkeuring van de groep rond Dillen rekenen. Dillen had het over de “degeneratie van het proletariaat”. Eind jaren ‘60 kwam de VMO in de problemen wegens een aantal gewelddadige manifestaties. Zo waren er zware rellen bij een VMO-herdenkingsactie in het Wase Stekene ter ere van de SS-gesneuvelden in WO 2. In 1971 kwam er een “nieuwe versie” van de VMO onder leiding van figuren als Bert Eriksson (vanaf 1943 lid van de Hitlerjugend) en Luc Vermeulen (de oprichter van Voorpost en vandaag verantwoordelijk voor de ordedienst van het VB). Begin jaren ‘70 werd door de rechtse vleugel meer afstand genomen van de Volksunie, omdat deze “te links” zou geworden zijn. De aandacht ging opnieuw vooral uit naar bewegingen als Were Di (dat het blad ‘Dietsland-Europa’ uitgeeft) en de VMO. In 1973 werd de leiding van de VMO vervangen door een groep rond Xavier Buisseret, Siegfried Verbeke (die later het ‘Vrij Historisch Onderzoek’ oprichtte, een groep die de holocaust ontkent) en Roeland Raes. In het VMO-blad Alarm schreef huidig VB’er Xavier Buisseret in 1977: “Met alle middelen moeten we in Vlaams Brabant (en ook elders, de kust, Gent, Kortrijk, Mol,…) een klimaat van terreur, gevaar en onveiligheid scheppen ten aanzien van de Franstaligen en de Vlaamse overlopers. (…) Wij bedoelen praktisch: met katapulten en moeren de ramen van villa’s kapotschieten, auto’s en bezittingen vernielen (..), brandstichting van privé-woningen of bedrijven die een verfransende invloed uitstralen, (…), dreigbrieven, telefoonoproepen, kidnapping, (…).” In 1977 leidde Buisseret een uittocht uit de VMO en stichtte hij het blad ‘Haro’. Eriksson kon opnieuw de leiding van de VMO opnemen. In het blad ‘Haro’ werd de ideologische basis nog eens duidelijk gemaakt, voor zover er daar nog twijfel over kon bestaan. Roeland Raes bracht er bijvoorbeeld een lovende bespreking van het boek “Contribution à une éthique raciste” van René Binet, een oude vriend van Karel Dillen. In het blad werd ook de holocaust ontkend. Intussen ging de groep rond Buisseret aan tafel zitten met Karel Dillen om verantwoordelijkheden op te nemen in de pas opgerichtte Vlaams Nationale Partij (VNP), een partij opgezet uit protest tegen het feit dat de VU het Egmontpact had goedgekeurd en die zich inschakelde in het federaliseren van België.
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
In 1978 bracht VMO-leider Bert Eriksson de leiders van de VNP en de VVP (een andere rechtse Vlaamsnationalistische partij onder leiding van Lode Claes) samen in Antwerpen. Vanop deze bijeenkomst worden gesprekken gestart voor een gezamenlijk politiek initiatief. Bij de verkiezingen van 17 december 1978 werd samen opgekomen onder de naam Vlaams Blok, een referentie naar de naam waarmee het VNV in 1936 deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen (‘Vlaamsch Blok’). Begin 1979 verbrak Lode Claes het kartel wat leidt tot een splitsing binnen de VVP. Een groep rond Roeland Raes verlaat de VVP en vormt samen met de VNP een gestructureerde samenwerking in de vorm van een nieuwe partij die de naam van het kartel overnam: het Vlaams Blok was geboren. Het Vlaams Blok ging van start met Karel Dillen als voorzitter. Roeland Raes werd ondervoorzitter. Het Vlaams Blok kon rekenen op de volledige steun van de VMO, Were Di, Voorpost,… Een aantal VMO-kopstukken uit de jaren 1970 en 1980 werden achteraf parlementslid voor het VB. Zo is er Wim Verreycken die betrokken was bij tal van ‘operaties’, maar ook het parlementslid Pieter Huybrechts die veroordeeld was wegens een aanslag op een migrantencafé in St Niklaas. Bert Eriksson bleef steeds beweren dat hij trouw was aan zijn “führer” en bleef het nazisme verdedigen. Toen hij recent overleed, waren op zijn begrafenis een aantal politici van het VB aanwezig, waaronder parlementslid Pieter Huybrechts. Tot midden jaren 1990 waren er berichten over de aanwezigheid van tal van wapens in deze kringen. Zo was er in 1995 in het Roeselaarse VB-café ‘De Gezelle’ een bijeenkomst van figuren als Roger Spinnewijn (zie hierboven) en andere figuren van radicale fascistische groepen in Europa. Er vond een Een betoging eind jaren ‘40. Karel Dillen (vooraan) brengt de Hitlergroet
discussie plaats over het leveren van wapens voor rechtse blanke groepen in Zuid-Afrika (waaronder de Afrikaner Weerstandbeweging). Met het verdwijnen van de apartheid nam de machtspositie van de neo-nazi groepen in Zuid-Afrika af. Om een blank ‘thuisland’ te creëren in Zuid-Afrika waren wapens en huurlingen nodig. Het leveren daarvan gebeurde onder toezicht van Roger Spinnewijn. In 1995 werd hij hiervoor gearresteerd door de Duitse politie.
P.
11
DE GEWELDDADEN VAN DE VMO EIND
P.
JAREN
‘70,
BEGIN JAREN
‘80
LIET DE
VMO
GEREGELD VAN ZICH HOREN:
februari 1979:
Bij een anti-vreemdelingenbetoging van het VMO in Schilde komt het tot hevige botsingen met de politie
april 1979:
VMO-leden bestormen een franstalige school in Mortsel
mei 1979:
Drie VMO-leden stichten brand in een Turks café in Antwerpen
mei 1979:
De auto van een franstalige Voerenaar wordt in brand gestoken door VMO’ers
juni 1979:
de VMO houdt een ‘militair’ trainingskamp in Houffalize
augustus 1979:
VMO-leden nemen deel aan een trainingskamp van de terroristische Hoffman groep in Duitsland. Later wordt een kopstuk van die Hoffman-groep gearresteerd bij Spinnewyn thuis in Brugge
augustus 1979:
VMO-leden worden tijdens een auto-controle betrapt op het illegaal transport van verboden vuurwapens
oktober 1979:
Bij een huiszoeking bij VMO-leider Robbijns in Temse wordt legermateriaal in beslag genomen. Daaronder een SS-dolk.
februari 1980:
Boekhandel ‘De Rode Mol’ in Mechelen wordt aangevallen, er vallen twee gewonden
februari 1980:
VMO-aanslag met een rijkswachtgranaat op een café in Moelingen
april 1980:
Aanval op Brugse Halletoren, 16 VMO-leden worden vervolgd
oktober 1980:
Leidinggevende VMO’ers worden uit de VS uitgewezen nadat ze er poogden te vergaderen met leiders van de Ku Klux Klan
november 1980:
Bij rellen in Kraainem wordt VMO’er Patrick Coreman aangehouden wegens verboden wapendracht
januari 1981:
start van het VMO-proces in Antwerpen. 109 neo-nazi’s worden vervolgd voor een hele lijst gewelddaden
mei 1981:
een groep VMO’ers vernielt in Sint Niklaas een aantal vakbondsvlaggen die buiten hangen ter ere van 1 Mei. Een Marokkaans café wordt aangevallen en er wordt brand gesticht.
januari 1982:
ontdekking van een wapenarsenaal in Antwerpen
mei 1983:
Het VMO wordt verboden als privé-militie door het Hof van Beroep te Gent.
juli 1983:
Drie militairen, leden van de VMO, beschieten een café in Voeren
december 1984:
Aanval op een links café in Brugge door NJSV’ers en VMO’ers. Er vallen 3 gewonden.
12
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
PROGRAMMA VAN HET VLAAMS BELANG Bij de omvorming van het Vlaams Blok tot Vlaams Belang kwam er een nieuw partijprogramma in plaats van de brochure “Grondbeginselen. Manifest van het rechtse Vlaams-nationalisme”. De nieuwe grondbeginselen zijn vrij beperkt en vaag genoeg om wat ruimte voor interpretatie over te laten. In essentie blijft het programma van het VB echter ongewijzigd.
1. SOLIDARISME “Solidarisme is voor het Vlaams Blok de waarachtige beleving van de natuurlijke volksverbondenheid” stond te lezen in de Grondbeginselen van het VB. Eerder werd al uitgelegd dat solidarisme erop neerkomt dat uitgegaan wordt van de idee dat er geen onderscheid is tussen arbeider en kapitalist, maar enkel tussen volkeren. Dit leidt tot een sterk antivakbondsstandpunt: “Als solidaristische partij wijst het Vlaams Blok de ongecontroleerde partijsyndicaten af”. In oktober 1983 schrijft het partijblad van het Blok een artikel onder de titel: “Crisis? Staken schaadt, werken baat”. Karel Dillen in dat artikel: “Stakingen leiden alleen tot een verdere verergering en verslechtering van de algemene toestand. (…) Het Vlaams Blok heeft steeds beklemtoond: Staken schaadt, werken baat. Vandaag zegt het Vlaams Blok: staken is een misdaad.” Het alternatief voor het VB is duidelijk: onderdanig werken en luisteren naar het patronaat. In het partijblad ‘De Vlaamse Nationalist’ schreef Edwin Truyens in 1981 dat de Belgische arbeiders zich moeten spiegelen aan de Japanse collega’s: “De Japanse werknemer toont een grote inzet voor zijn bedrijf, presteert 40 uren per week, vindt bandwerk niet geestdodend, is bereid onbezoldigd meerprestaties te leveren en moet bijna gedwongen worden zijn wettelijke vakantie te nemen.” In 1983 schrijft het VB dat het een stakingsverbod eist in economische sleutelsectoren en het openbaar vervoer. Naar aanleiding van de strijd tegen de sluiting van Forges de Clabecq midden jaren ‘90 eist senator Wim Verreycken dat zou opgetreden worden tegen de vakbondsleider Roberto D’Orazio. “Werd tegen de betrokkene vervolging ingespannen? Zullen de deelnemers aan de vernieltocht worden vervolgd wegens het vormen van een privé-militie?” vroeg Verreycken in het parlement. De afgelopen jaren is er enige discussie ontstaan over het economisch programma van het VB. Meer bepaald werd in de aanloop naar het economisch congres van 2005 een uitermate liberaal economisch programma opgemaakt. Het VB ging pleiten voor lastenverlagingen voor het patronaat, aanvallen op de sociale zekerheid, beperking van de werkloos-
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
heidsuitkering in de tijd,… Was het VB nu plots een liberale partij geworden? Ondanks het neoliberale programma moeten we vaststellen dat dit vooral een onderdeel is van een poging om bondgenoten te vinden bij de burgerij en zeker ook bij kleine ondernemers. Het VB kan niet zomaar haar economisch programma naar buiten brengen, maar moet voorzichtig zijn. Het balanceert tussen oproepen naar de arbeiders dat het de enige arbeiderspartij is en oproepen naar het patronaat dat het de beste verdediger van de patronale belangen is. Intern is er binnen het VB heel wat onduidelijkheid over het economisch programma, ook al blijft de partijleiding vasthouden aan de oude solidaristische posities. Anderen in het VB zijn echter meer aanhangers van een liberale visie en in de zoektocht naar steun bij het patronaat neemt het VB dat geregeld over in congresresoluties (uiteraard niet in de pamfletten die massaal worden verspreid). Een steeds terugkerend element is natuurlijk wel de afkeer tegenover de vakbonden. De gefaalde ondernemer Freddy Van Gaever stelde zelfs dat er nood is aan een eigen VB-vakbond. Hij had het echter niet over een vakbond, maar over patronale volgelingen. Het VB keert zich tegen de arbeiders, zo sprak de partij zich uit tegen de beweging tegen het Generatiepact. Eerder verklaarde VB-voorzitter Vanhecke dat langer werken nu eenmaal nodig zal zijn. Ook stelde de partij dat het Generatiepact niet ver genoeg ging, volgens het VB kunnen er teveel mensen nog op brugpensioen gaan. Als er dan toch gestaakt werd tegen het Generatiepact in oktober 2005, vroeg de Gentse gemeenteraadsfractie van het VB aan de burgemeester of de politie niet kon worden ingezet tegen de stakersposten…
2. NATIONALISME Vanuit het ‘volksverbonden solidarisme’ is de stap naar nationalisme niet moeilijk. De Grondbeginselen bepalen: “Het nationalisme steunt op de volksgemeenschap als natuurlijk gegroeid gegeven en behartigt de stoffelijke, zedelijke, culturele en geestelijke belangen van deze gemeenschap.” Vandaar eist het VB een onafhankelijk Vlaanderen (met daarbij ook “verloren gegane” gebieden als Komen, Moeskroen, Dhoppe, Edingen, de Jekervallei, Overmaas. Brussel is volgens het VB een deel van Vlaanderen waarbij het einddoel deze is: “Brussel Vlaamse stad, Nederlands naar wezen, taal, cultuur en uitzicht.” Uiteindelijk wou het Vlaams Blok komen tot een ‘Nederlandse federatie’ met Vlaanderen, Nederland en ook de “Vlamingen, levend in Zuid-Vlaanderen in het kader van de huidige Franse staat”. Omwille van haar nationalisme nam Zuid-Afrika onder de apartheidspolitiek een belangrijke plaats
P.
13
in bij het VB. In de Grondbeginselen benadrukte het Vlaams Blok destijds haar solidariteit met “blank Zuid-Afrika”. Over de omvang van “Vlaanderen” of “Dietsland” blijft het Vlaams Belang vandaag zo vaag mogelijk. Intern zijn er groepen die opkomen voor de “Heel-Nederlandse” gedachte met een eenheid van Vlaanderen en Nederland. Voorpost bijvoorbeeld noemt zichzelf een “Heel-Nederlandse” beweging en beschikt over afdelingen in Nederland. De partijleiding beperkt zich in haar publieke stellingen echter tot de positie dat Vlaanderen onafhankelijk moet worden. Over aansluiting zoeken bij Nederland wordt zedig gezwegen. Wellicht omdat de VB-leiding beseft dat dit niet bepaald een mobiliserend standpunt is.
3. ETHISCH CONSERVATISME Een derde pijler van het programma van het VB is het ethisch conservatisme. In de oude Grondbeginselen van het Vlaams Blok werd dit als volgt omschreven: “In plaats van deze mens los te scheuren, af te snijden van zijn verleden, in plaats van het verleden te minachten als overbodig en verwerpelijk, erkennen wij dat de mens alleen met de traditie mens is en mens kan zijn. De mens wordt geboren, hij is geen fabrieksproduct. De traditie erkennen en aanvaarden betekent niet dat de levenden in het verleden leven, maar dat de doden in het nageslacht verder leven. In de traditie weerspiegelt zich het ware wezen van het volk”. Hoe dat moet bereikt worden is ook duidelijk voor het VB: “een geordende gemeenschap (is) alleen mogelijk door een echt gezag”. Op die basis komt het VB ervoor op dat een einde wordt gemaakt aan bvb het “aanprijzen van allerlei perversies” (lees: homoseksualiteit). De realiteit staat blijkbaar in schil contrast met de pogingen van de partij om zich als “gezinspartij” te profileren. De houding tegenover vrouwen is echter geen toeval in een partij met een wel erg lage dunk over vrouwen en de vrouwenbeweging. Eind jaren ‘80 schreef Eric De Lobel nog over de vrouwenbeweging dat deze vooral bestaat uit vrouwen “die hun vrouwelijkheid blijkbaar beu zijn of er zich voor schamen” en bijgevolg “zo veel mogelijk de man gaan nabootsen.” (VB Kaderblad, januari - februari 1988). Jan Stalmans deed daar op een Vlaams Blok kadervorming in december 1989 nog een schepje bovenop. Volgens hem bestaat de vrouwenbeweging uit “steeds dezelfde lesbische trutten”. En wat het VB van ‘lesbische trutten’ en homoseksuelen denkt is ook al duidelijk: “Het is echter duidelijk dat homoseksualiteit alleen al door het feit dat ze niet geschikt is in de natuurlijke orde (m.n. het verschil tussen man en vrouw) de maatschappij geen baat bijbrengt.” (VB-brochure ‘Een keuze voor het leven’, p. 10). In 2007 klonk het VB-standpunt over homoseksualiteit niet veel an-
P.
14
ders. In een persbericht van de nauw aan het VB gelieerde beweging Beweging voor Christelijke Solidariteit” (geleid door VB’ers als Philippe Van der Sande en Tanguy Veys - beiden werden overigens ooit veroordeeld wegens geweld…) werd gesteld: “De katholieken hebben begrip voor de situatie waarin homosexuelen zich bevinden, maar niet voor homosexualiteit. Dit blijft tegennatuurlijk en abnormaal en moet dan ook bestreden worden.” In het blad ‘Revolte’ van Voorpost (onder eindredactie van voormalig VB ondervoorzitter Roeland Raes) schreef in 1982 ene Sieghild Rossaert: “20 jaar geleden emancipeerde men de neger, 10 jaar geleden kwamen de jongeren aan de beurt. Te oordelen naar bepaalde voortekens (zie sommige artikels in tijdschriften en filmen in de aard van de “apenplaneet”) zal men over 10 jaar de chimpasees emanciperen. Intussen, na de negers en nog juist voor de apen, emancipeert men de vrouw.” Ook op vlak van gezin komt VB op voor een “gezagssituatie” gericht op het “waarborgen van het voortbestaan van de eigen volksgemeenschap”. Bijgevolg is de partij tegen “de huidige losbandigheid en ontaarding en tegen alle verschijnselen van menselijk en maatschappelijk verval en het misbruik van communicatiemiddelen, waardoor dit verval gepropageerd wordt.” (citaten uit de VB Grondbeginselen) Blijkbaar wil het VB terugvallen op de oude standpunten van de fascisten uit de jaren ‘30 en ‘40. In het tijdschrift ‘Hier Dinaso’ werd in 1937 bvb de lof gezongen van de vrouw als “het altijd weer kinderen zoogende huisdier, de strijkende, vegende, kokende, borstelende, verstellende en voor alles zorgende dienstbode van haar huistyran en haar kinderen”.
4. RACISME Aanvankelijk was het partijprogramma van het VB inzake het “vreemdelingen-standpunt” erg beperkt. Midden jaren ‘70 spraken groepen als de VMO zich al uit tegen de migranten en Roeland Raes liep hoog op met het boek “Contribution à une éthique raciste” van René Binet. Het is echter pas later dat grotere nadruk gelegd wordt op dit standpunt. Met het beruchte 70-puntenprogramma schetst Filip Dewinter wat het VB wil bereiken. Hij vertrekt daarbij van de volgende vaststelling: “De aanwezigheid van de vele immigranten verandert onze leefwereld langzaam maar zeker. Het straatbeeld verandert, de kwaliteit van het onderwijs vermindert, de criminaliteit stijgt, de werkloosheid neemt toe.” Het is blijkbaar geen toeval dat het VB in de jaren ‘80 zo enthousiast was over het apartheidsregime in Zuid-Afrika dat zwarten als tweederangsburgers beschouwde. Het VB zou inmiddels het 70-puntenprogramma naar de geschiedenis hebben verwezen,
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
maar Dewinter haalt op vraag van journalisten nog erg snel het programma terug boven.
ONTWIKKELING VAN HET NEO-FASCISTISCHE VB
Het Vlaams Belang komt recht uit de traditie van Het formeel afstand nemen van het programma betekent overigens niet dat er geen plaats meer is voor de collaboratie. Dat kwam tot uiting in de politieke racisme in het VB. VB-parlementslid Filip Deman achtergrond van de voortrekkers van deze partij, alshaalt graag oude slogans terug boven en verklaar- ook uit het programma. Het VB is groot geworden met electorale campagnes die zich de in 2007 nog: distantiëren van het rotte systeem. “Waarom gastENKELE OPVALLENDE PUNTEN IN Daartegenover wordt een “grote arbeiders als er HET 70-PUNTENPROGRAMMA: kuist” voorgesteld. Hiermee wordt meer dan een half # Punt 8: Nationaliteit als voorwaarde tot deelgeprobeerd een anti-establishment miljoen werklozen name aan sociale verkiezingen. Wie geen Belg is imago op te bouwen, wat electoraal zijn?” Hij voegde zou niet mogen stemmen of kandidaat zijn. gezien zeer lonend was. Zeker bij er overigens aan de eerste verkiezingsdoorbraken toe dat migran# Punt 11: Verbod op buitenlandse politieke van het VB speelde dit een rol. Naten van de tweede propaganda: een verbod voor buitenlandse polidien kon het VB het zich permitof derde generatie tieke groeperingen om propaganda te voeren of teren om ‘zachtere’ campagnes te voor hem ook geen activiteiten te ontplooien. Politieke vluchtelinvoeren, op het vlak van anti-estaVlamingen zijn. gen mogen in België niet aan politiek doen. blishment imago had het immers “Als een kat begeen concurrentie. valt in een viswin# Punt 16: Oprichting van een apart onderkel, heeft zij dan wijsnet voor niet-Europese vreemdelingenkinHiernaast spelen de racistische visjes?”, vraagt deren elementen in het VB-programma Deman zich af een belangrijke rol. Er wordt inin een discussie # Punt 18: Tewerkstelling in de openbare diengespeeld op angstgevoelens en op over de mogelijksten voorbehouden voor wie de Belgische natide toenemende polarisatie in de heid van een dubonaliteit heeft. samenleving door zich te richten bele nationaliteit. tegen een bevolkingsgroep die er Vreemdelingen # Punt 22: De ‘bloedafstamming’ terug invoenog slechter voor staat. De afgelozorgen ervoor dat ren, de nationaliteit wordt voorbehouden voor pen jaren is de armoede in België “het beschavingswie uit een Vlaamse of Waalse ouder wordt getoegenomen tot 15% van de bevolpeil” zienderogen boren. king, onder migranten ligt dat cijzou zakken… fer nog heel wat hoger. In bepaalEn veel hoop op # Punt 34: Enkel nog Europese politieke vluchde wijken stellen zich dan ook heel beterschap is er telingen opvangen wat problemen, ook op het gebied niet. Want je kan van (kleine) criminaliteit en overproberen katten # Punt 45: Verhogen van het budget voor uitlast. Het VB speelt daarop in. te leren blaffen, wijzingen van vluchtelingen en het inschakelen maar het worden van C130 toestellen van de luchtmacht Minder populaire punten uit het daarom geen honprogramma worden liefst onder den. # Punt 64: Verplichte terugkeer na drie maanhet stof gelaten. Het solidarisme, den werkloosheid nog steeds in het VB-programma, VB-personeelskomt amper aan bod in de propalid Paul Beliën # Punt 68: Onmiddellijke terugkeer van ongeganda. Een economisch congres stelde naar aanveer 140.000 migranten eind 2005 was er enkel op gericht leiding van een om een aantal meer neoliberale geval van zinloos standpunten naar voor te brengen geweld in Brussel (de moord op Joe Van Holsbeeck) dat het nodig in kringen van Vlaamse ondernemers. Deze standwas om de Vlaamse bevolking te bewapenen. Onder punten werden absoluut niet breed verspreid onder de titel “Geef ons wapens” schreef hij over migran- de VB-kiezers. De partijleiding beseft dat ze daar ten: “De roofdieren hebben tanden en klauwen. De met een probleem zit: een meerderheid van de VBroofdieren hebben messen. Van kleinsaf hebben ze kiezers steunde de stakingen tegen het Generatietijdens het jaarlijkse offerfeest geleerd hoe ze warm- pact, voor de VB-leiding ging het Generatiepact niet bloedige kuddedieren moeten kelen. Wij worden mis- ver genoeg. De logische reactie van het VB hierop selijk wanneer we bloed zien, maar zij niet. Zij zijn is om te zwijgen. Hetzelfde zagen we met de acties getraind, zij zijn gewapend. (...) Wij zijn de kuddedie- tegen de afdankingen bij Volkswagen-Vorst en Opelren, zij zijn de roofdieren. De kuddedieren hebben de Antwerpen. roofdieren zelf in hun biotoop toegelaten.“ De economische standpunten van het VB worden Dit soort standpunten staat niet geïsoleerd in het enkel boven gehaald bij die doelpublieken waar het ermee kan scoren. Hetzelfde met de ethische standVB, integendeel!
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
P.
15
punten waarmee de partij voornamelijk in de deftige, meer kleinburgerlijke milieus kan scoren. In de villawijken haalt het VB goede scores door zich voor te doen als de beste verdedigers van “law and order”, de herstellers van de orde. Vandaar worden de ethisch conservatieve standpunten in de schijnwerper geplaatst. Dat de partij hierdoor overkomt als sterk pro-establishment, is geen probleem. Voor andere doelgroepen (bijvoorbeeld in de arme stedelijke wijken) is er een andere aanpak en stelt de partij zich voor als de enige oppositiepartij.
van het VB een zekere impact hebben in de partij. Op minder dan 20 jaar is er een enorm partij-apparaat uitgebouwd, waardoor er een machtsconcentratie is bij slechts enkele figuren. In een periode van groei kunnen steeds meer nieuwe jobs en functies worden uitgedeeld aan bereidwillige aanhangers, maar bij een stagnatie of zelfs achteruitgang kunnen tegenstellingen sterker op de voorgrond komen. Dat is vandaag nog niet direct het geval, maar de teleurstellende vooruitgang bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 in Antwerpen zorgde wel vrij snel voor relatief beperkte spanningen in de VB-top.
Het VB kan haar spreidstand bij verschillende doelgroepen enkel in stand houden omdat de groei van de partij gebaseerd is De teleurstellende vooruitop passief verzet. De mobilisagang in Antwerpen (van 33% tiekracht van extreem-rechts is tot 33,5%) versterkte de poBert Eriksson, sinds decennia de afgelopen decennia niet funsitie van VB-voorzitter Vaneen vriend van Karel Dillen, damenteel veranderd. Ondanks hecke tegenover Dewinter. aan het graf van nazi-collabohet feit dat de partij in 2007 De pogingen om bij de lijstoprateur Cyriel Verschaeve bij reeds over 131 betaalde medemaak rekening te houden met een herdenking in 2001. Erikswerkers beschikte, slaagt de verschillende clans en gevoeson in een interview met Het partij er niet in om grootschalige ligheden werden er niet makLaatste Nieuws van 12 mei 2001: kelijker op. Het leidde onder mobilisaties op te zetten. Ook in “Ik ben een racist”. Het nameer tot het vertrek van de de jaren 1950 kreeg voormalig zisme omschrijft hij in het invoorheen binnen gehaalde VB-voorzitter Karel soms 500 terview als “zuiver” en “ideaverruimer Jurgen Verstreman op de been voor een meelistisch”. “Ik geloof absoluut ting. Vandaag kan het VB wel pen. Er moet wel gewaarin het goede van het natiomeer mensen bijeen brengen, schuwd worden voor de vele naal-socialisme” zegt Eriksmaar voor pakweg haar 1 mei speculaties over verdeeldheid son. Karel Dillen noemde op een bijeenkomsten komt de partij in de VB-leiding. Mogelijke Vlaams Blok congres Eriksson niet eens meer aan 500 aanweverdeeldheid zal pas een reeen “grote Vlaamse leider”. zigen. De grootste ‘mobilisatie’ ele impact krijgen indien het tot nu toe was de familiedag die VB zich in een defensieve pode partij organiseerde in Bobsitie bevindt. Geleidelijk aan bejaanland in 2007. Hierop waren 12.500 aanwezi- wordt de tijdsgeest van het passief ongenoegen van gen, met die opmerking dat alle gezinsleden werden de jaren 1990 verlaten, maar zolang er geen politiek geteld en zeg nu zelf: voor een kleine bijdrage van alternatief op grote schaal aanwezig is, kan het VB 2 euro met de bus meegaan naar Bobbejaanland is nog extra ademruimte krijgen. voor gezinnen met kinderen echt wel een koopje. Op Wij stellen dat het Vlaams Belang een neo-fascistipolitieke bijeenkomsten is er een harde kern aanwezig van hooguit 2.000 tot 3.000 aanhangers, waarbij een sche partij is. Het is geen klassiek fascistische partij groot deel hiervan ook een mandaat of functie voor omdat het VB niet in staat is om massaal en actief te de partij uitoefent. Voor een partij met meer dan 20% mobiliseren om haar politiek van het breken van de van de stemmen, is dat vrij beperkt. georganiseerde arbeidersbeweging door te drukken. Anderzijds beschikt het VB wel over een fascistisch De beperkte actieve basis van het VB heeft overi- programma en is er een bereidheid om tot geweld gens heel wat gevolgen voor de wijze waarop het VB over te gaan. Dat kan vandaag echter niet openlijk, is georganiseerd. Er ligt een sterke nadruk op het onder meer omdat het heel wat kiezers zou afschrikproduceren van propaganda en het vele personeel ken. Veel VB-kiezers stemmen voor deze partij uit wordt vaak ingezet om propaganda te verspreiden. ongenoegen met de traditionele partijen en hun beBij de parlementsverkiezingen van juni 2007 waren leid, zonder daarom te kiezen voor een fascistisch 20 van de 32 kandidaten op de Antwerpse Kamerlijst alternatief. Integendeel, veel VB-kiezers zouden niet ofwel parlementslid ofwel voltijdse medewerker van eens open staan voor een fascistische dictatuur. de partij. Er is met andere woorden een sterke inteelt Het VB kan vandaag niet overgaan tot openlijk en dat versterkt de macht van de partijtop. geweld. In de historische voorbeelden van Italië en In die zin is het mogelijk dat spanningen aan de top Duitsland zagen we evenzeer dat fascistische krach-
P.
16
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
ten pas na fundamentele nederlagen van de arbeidersbeweging in staat waren om openlijk geweld te hanteren. De maatschappelijke draagkracht of aanvaarding om tot geweld te kunnen overgaan is in grote mate afhankelijk van de reactie van de arbeidersbeweging ertegen.
ders?”. Dat was een kopie van de slogan van het Franse FN bij de verkiezingen van 1984 (‘3 miljoen werklozen, dat zijn 3 miljoen migranten te veel”) dat op zijn beurt was gaan kijken naar een oude slogan van de Duitse nazi’s (“500.000 werklozen, 400.000 Joden”).
Op dit ogenblik wordt het geweld van de fascisten niet getolereerd. Enerzijds is de actieve basis van extreem-rechts veel kleiner en anderzijds staat de arbeidersbeweging potentieel veel sterker dan in de jaren ‘20 en ‘30. Het is echter wel duidelijk zo dat extreem-rechts wel bereid is om over te gaan tot geweld. Er zijn kleine marginale gevallen geweest van geweld, duidelijk gesteund door de partijleiding, o.a. in Brugge in ‘96-’97. Door de tegenreactie moesten ze inbinden, en wordt het geweld overgelaten aan kleine groepjes die rond het VB (of zelfs op enige afstand) hangen, zoals Blood&Honour. Dergelijke groepen hebben wel een aantal kenmerken gemeen met het VB of bevatten figuren die zowel in het VB als meer radicalere kringen actief zijn. De inmiddels overleden zelfverklaarde nazi Bert Eriksson was een dergelijk voorbeeld.
Het leidde ertoe dat de partij sterk vooruit gaat in de verkiezingen. Met de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 haalt het Blok 10 gemeenteraadszetels in Antwerpen en 17,7% (+12,5% in vergelijking met 1982). Volgens een peiling onder de Vlaams Blok kiezers koos 79% van hen voor het Blok omwille van het vreemdelingenstandpunt.
Partijen als het Vlaams Belang kunnen zich niet manifesteren als klassiek fascistische partijen. Om tactische redenen is dat niet mogelijk in de huidige situatie, het kader van die partijen bestaat echter uit fascisten die bereid zijn, zodra ze in de mogelijkheid gesteld worden, over te gaan tot de omvorming van hun partijen tot klassiek fascistische partijen, zoals de NSDAP in Duitsland in de jaren ‘30. De fascistische kern is echter nu al aanwezig, vandaar noemen we het Vlaams Belang neo-fascistisch.
POPULISME ALS METHODE Het Vlaams Belang slaagt erin zichzelf naar voor te brengen als een oppositie partij die ingaat tegen het huidige beleid. Vooral in de steden hebben ze op basis van een anti-establishment imago een sterke electorale doorbraak gemaakt. Eigenlijk wordt het VB slapend rijk op basis van het falen van de traditionele partijen om een antwoord te bieden op de enorme problemen die veroorzaakt worden door het huidig systeem.
Het VB maakt gebruik van de tactiek om naar onderen te schoppen. Het is gemakkelijker om je buur die het slechter heeft aan te duiden als schuldig voor je eigen miserie. De slogan van het VB houdt eigenlijk in dat de werklozen zelf verantwoordelijk zijn voor de werkloosheid, of dat alleszins de migrante werklozen ervoor verantwoordelijk zijn terwijl de migranten die wel werken net ons werk afpakken. Dat biedt geen enkel antwoord op de vraag waarom er economische crisis is, waarom bedrijven massaal afdanken om hun winsten veilig te stellen,… Maar naar onder schoppen is gemakkelijker dan naar boven terug te vechten. Het impliceert immers dat het niet nodig is om je te organiseren, om een krachtsverhouding op te bouwen en zo de strijd te kunnen aangaan. Het is immers louter gebaseerd op passief ongenoegen. Populisme, links of rechts, is een gevolg van de patstelling tussen arbeid en kapitaal. De burgerij en haar systeem is in crisis. Er bestaat een wantrouwen in de traditionele, kapitalistische partijen. Tegelijkertijd beschikt de arbeidersklasse nog niet over een instrument om het vacuüm op te vullen, een brede massapartij. Linkse of rechtse populistische krachten proberen deze ruimte op te vullen, zonder het kapitalisme zelf in vraag te stellen.
Vanaf begin jaren ‘80 begon het Franse Front National een grotere impact te krijgen bij verkiezingen. In 1981 kwam de linkse Filip Dewinter en regering Mitterand aan Jean-Marie Le Pen Het Vlaams Blok volgde vanaf midden de macht op basis van een jaren 1980 de succesformule van het programma dat beloofde te Franse Front National om met een anti-migranten- breken met het kapitalisme. De sociaal-democraten campagne meer stemmen te halen. Op het congres en communisten in de regering weigerden echter om van maart 1984 werd beslist om het vreemdelingen- effectief te breken met de logica van het systeem en thema sterker uit te spelen. Roeland Raes, de onder- zagen zich bijgevolg gedwongen om in een periode voorzitter verklaarde dit als volgt: “Met Nietzsche van economische crisis zelf een liberaal beleid te stellen wij dat onrecht juist ligt in het aanspraak voeren. Dit vormde een belangrijke basis voor onmaken op gelijke rechten voor alles en iedereen.” genoegen. Een ongenoegen waar het FN handig op Om bredere steun te vinden werd dit verpakt als: inspeelde door zich voor te doen als diegenen die wel “400.000 werklozen, waarom dan nog gastarbei- opkwamen voor de belangen van de Fransen.
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
P.
17
Dit werd duidelijk bij de gemeenteraadsverkiezingen in Dreux (vlakbij Parijs) waar het FN in 1983 haar vier eerste verkozenen behaalde. Het FN voerde er een zware anti-migrantencampagne. Kranten in die periode brachten bericht uit van valse deur-aandeur verkopers van luxeproducten die aanbelden en vertelden hoe Mohamed uit de straat al twee TV’s of een video had gekocht. De racistische campagne vond ingang bij gebrek aan een alternatief na de ontgoocheling in de linkse regering Mitterand. Daarenboven werd het FN geholpen door een electoraal akkoord met het RPR van Jacques Chirac. Chirac verklaarde hoe hij liever 4 FN’ers in de gemeenteraad zag dan 4 communisten.
DE VERBODEN VLEESPOTTEN. WAAROM HET NEOFASCISTISCHE VB POPULISME NODIG HEEFT Pas de laatste jaren is er wat meer toegang tot cijfers van het VB over de interne partijwerking. In 2003 verscheen reeds een belangrijke studie van VUB-onderzoekers Jo Buelens en Kris Deschouwer onder de veelzeggende titel “De verboden vleespotten”. Ook hierna waren er nog opvallende cijfers beschikbaar over het aantal leden, personeelsleden,… van het VB. Dit soort cijfers maakt duidelijk waarom een partij als het VB het moet hebben van haar populistische methode.
kiezingen van 2004 beschikte de partij over 17.892 leden, tegenover 981.587 kiezers. Dat is een organisatiegraad van 1,82%. Bij de andere partijen ligt de organisatiegraad opvallend hoger. Een overzichtje met cijfers van achtereenvolgens 1999 en 2004.
VERKIEZINGEN 1999: leden
kiezers
%
CVP
105.939
875.455
12,10
SP
78.616
593.372
13,25
VLD
75.780
888.861
8,53
VU
15.500
345.576
4,49
Agalev
4.281
434.449
0,99
Vlaams Blok
12.427
613.399
2,03
VERKIEZINGEN 2004: CD&V/NVA
92.413 (*)
1.060.580
8,71%
SP.a-Spirit
67.166 (**) 799.325
8,40%
VLD
72.748
804.578
9,04%
Groen
6.153
308.898
1,99%
VB
17.892
981.587
1,82%
(*) CD&V 81.819 leden, N-VA: 10.594 (**) SP.a 62.779 leden, Spirit: 4.387
BEPERKT LIDMAATSCHAP Het VB is een neo-fascistische partij die niet in staat is om zoals de klassieke fascistische partijen van de jaren 1920 en 1930 een massabasis te mobiliseren en die ook in te zetten bij geweld tegen andersdenkenden en vooral tegen de arbeidersbeweging. De beperkte mobilisatiekracht op straat is één van de grootste beperkingen van het VB. Enerzijds slaagt de partij er in om veel kiezers te bereiken, maar anderzijds kan het dit niet omzetten in een fundamentele verbreding van de groep die bereid is op straat het gevecht aan te gaan (letterlijk dan wel). In 1981 beschikte het VB over 1.607 leden en haalde het 66.422 stemmen. Dit kwam overeen met een organisatiegraad van 2,42%, ruim 2% van de kiezers waren ook lid van de partij. Deze organisatiegraad nam licht toe in de jaren 1980. In 1985 waren 4,33% van de (85.392) kiezers lid van het VB. De electorale doorbraak op de “zwarte zondag” van 24 november 1991 deed de organisatiegraad opnieuw sterk dalen: minder dan 1% van de kiezers waren lid van de partij. Met 405.281 kiezers, had de partij slechts 4.069 leden. Het aantal leden is sinds 1991 gestaag vooruit gegaan tot zo’n 20.000 in 2005. Bij de laatste ver-
P.
18
De dalende organisatiegraad van alle partijen is uiteraard opvallend. Steeds meer worden alle partijen omgevormd tot kiesmachines waarbij de partijleiding alle beslissingen neemt (in samenspraak met een reclamebureau). Dat doet het belang van de basis en de leden afnemen. Toch blijft er een opvallend verschil tussen de gevestigde partijen en het VB waar de organisatiegraad minder dan 2% bedraagt. Het aantal VB-leden is des te opvallender als we er een aantal andere cijfers bijnemen: # Aantal parlementsleden: 67 # Betaalde personeelsleden: 131 # Gemeenteraadsleden (2006): 794 Er zullen natuurlijk een aantal gemeenteraadsleden ook parlementslid zijn, maar het aantal mandatarissen en betaalde personeelsleden van het VB moet samen toch zo’n 1.000 bedragen. Zowat 5% van alle leden werkt dus voor de partij of is mandataris. Deze 1.000 mandatarissen en personeelsleden zijn in veel gevallen nog niet zo lang lid van de partij. 20 jaar geleden, in 1988, beschikte het VB immers over slechts 2.463 leden. De helft daarvan kwam uit de
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
provincie Antwerpen (met 727 leden in de stad Antwerpen). Slechts 75% daarvan (1.838) waren ook in orde met het betalen van het lidgeld. Bij de verkiezingen van 1999 werd de organisatiegraad per kiesdistrict onderzocht. De kiesdistricten waren toen nog kleiner, waardoor regionale verschillen sterker opvallen. Het toenmalige Vlaams Blok haalde relatief hoge scores qua organisatiegraad in Mechelen-Turnhout (3,06%), Antwerpen (2,57%), Aalst-Oudenaarde (2,55%) en Brugge (2,25%). De slechtste scores waren er in Leuven (438 leden voor 36.021 stemmen of 1,22%) en Gent (882 leden voor 56.447 stemmen of 1,56%). Tussen 2000 en 2004 groeide het Vlaams Belang electoraal verder, maar kwamen er amper nieuwe leden bij. In 2000 telde het VB 17.167 leden, in 2004 waren dat er 17.892. In de provincie Antwerpen was er zelfs een achteruitgang, daar ging de partij van 6.724 leden naar 6.574 in 2004. Dit kwam vooral door het arrondissement Antwerpen waar het aantal leden afnam van 4.821 tot 4.653. De organisatiegraad per provincie bedroeg in 2004: (achtereenvolgens: aantal leden, stemmen, organisatiegraad)
toename van het belang van propaganda bij andere partijen. Maar bij het Vlaams Belang blijft propaganda de belangrijkste uitgavenpost die aan belang blijft winnen. In 2006 gaf de partij 4,8 miljoen euro uit aan propaganda. Qua inkomsten is het VB quasi volledig afhankelijk van gemeenschapsmiddelen (en dus van ons belastingsgeld!). De inkomsten van het VB in 2006 waren als volgt samengesteld: # Overheidsdotaties: 6.800.000 euro # Afdrachten mandatarissen: 57.000 euro # Lidgelden: 94.000 euro Het VB heeft dus niet alleen een beperkte actieve basis, maar ook een financiële basis die quasi uitsluitend verbonden is met de electorale vooruitgang die de partij de afgelopen jaren maakte. Zonder de gulle giften van de Belgische autoriteiten (dat daartoe ons belastingsgeld gebruikt), zou het VB amper over middelen beschikken. Dit geldt overigens voor zowat alle partijen, maar bij andere partijen liggen de inkomsten van lidgelden en afdrachten van mandatarissen meestal heel wat hoger. Blijkbaar geldt voor de VB-mandatarissen ook het motto “eigen portemonnee eerst”.
# Antwerpen 6.574 325.096 2,02% # Oost-Vlaanderen 4.247 216.409 1,96% # West-Vlaanderen 2.337 158.323 1,48% # Vlaams Brabant 2.267 143.442 1,58% # Limburg 1.541 117.410 1,31% # Brussel 750 21.297 3,52% Dit soort cijfers geeft aan dat het VB er niet in slaagt om de brede steun bij verkiezingen om te zetten in een groter lidmaatschap dat bovendien actief deelneemt aan activiteiten van de partij. Met 1.000 mandatarissen en personeelsleden is het mogelijk om congressen op te vullen en daar een groepsgevoel te creëren met oppeppende toespraken van de partijleiders, maar qua mobilisatie stelt het VB eigenlijk niet zoveel voor. 98% van de kiezers zijn geen lid van de partij en van de leden neemt slechts een beperkt aantal deel aan de activiteiten van de partij.
POPULISTISCHE METHODE De lage organisatiegraad bij het Vlaams Belang maakt dat de partij bijzonder voorzichtig moet omspringen met het grote kiezerspubliek. Dit komt tot uiting in de strikte partij-organisatie, maar ook bijvoorbeeld uit het feit dat het Belang enorm veel geld besteedt aan externe propaganda. In 2001 gaf de partij zowat 2 miljoen euro uit aan propaganda terwijl geen enkele regeringspartij meer dan 0,25 miljoen uitgaf. In 1997 en 1998 gaf de partij meer uit dan alle traditionele partijen samen! Op dat punt is er een evolutie sindsdien met een
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
Filip Dewinter legt de eed af in het parlement. Rechts achteraan kijkt Xavier Buisseret lachend toe. Wellicht vond hij het grappig dat het leek alsof Dewinter de Hitlergroet bracht… De enorme uitgaven aan propaganda zijn noodzakelijk om een minimum aan band te hebben met de vele kiezers. Die band moet het VB onderhouden en ze beschikt over weinig middelen daarvoor: weinig kiezers zijn actief bij de partij, veel kiezers zijn het niet eens met elementen van het VB-programma,…
P.
19
In haar werking moet het VB een enorme voorzichtigheid aan de dag leggen. De VUB-onderzoekers Jo Buelens en Kris Deschouwer kregen voor hun studie uit 2003 toegang tot verslagen van de partijraad. Een opvallend feitje daarin was een discussie over het voorstel om in Antwerpen aan de gemeenteraad voor te stellen om een straat naar SS-kopman Ward Hermans te noemen. De onderzoekers citeren het verslag: “X. Buisseret wijst erop dat ook Borms, Verschaeve e.d. niet ‘zuiver’ waren, en vraagt sarcastisch of er nu ook een lijstje gaat komen van wie we nog kunnen huldigen. F. Dewinter stelt dat we in Antwerpen 90.000 kiezers hebben, en dat die mensen niet gediend zijn met krantenkoppen zoals ‘Vlaams Blok wil straat noemen naar stichter SS Vlaanderen” (partijraad van 13.9.1997). Ze voegen er aan toe dat Bart Laeremans in deze discussie stelde dat historische figuren moeten blijven geëerd worden, maar dat dit best binnen de eigen beweging gebeurt. Het VB beseft met andere woorden dat haar kiezers geen overtuigde fascisten zijn en dat het eren van fascistische figuren uit het verleden best “intern” gebeurt. Aangezien bepaalde standpunten niet al te publiekelijk aan bod kunnen komen, wordt dit gecompenseerd met een propagandaslag inzake de meer populaire thema’s. De bedoeling daarvan is om het VB te positioneren als “de enige oppositiepartij, de partij anders dan anderen, de partij die het opneemt tegen het politiek establishment,” aldus Dewinter. Dit is een typisch element van wat wij omschrijven als het gebruik maken van een populistische methode. Het gebruiken van slogans die “goed in de markt liggen” om het VB te profileren als anders dan de anderen. Dat is de methode die ook Fortuyn bijvoorbeeld hanteerde in Nederland. Het verschil met Fortuyn is echter dat dit populisme bij Fortuyn het enige element van zijn politieke strategie was. Het VB daarentegen is er zich van bewust dat het vandaag gelet op de lage organisatiegraad gedwongen wordt een populistische methode te gebruiken om haar enorme kiezersaantallen niet af te schrikken, terwijl het anderzijds poogt een sterker partijkader op te bouwen om een klassiek fascistische politiek te kunnen voeren. Met klassiek fascistische politiek bedoelen we het voeren van straatgeweld om haar ideeën op te leggen, het mobiliseren van een massa-aanhang om op straat een heerschappij af te dwingen.
VERSTERKING VAN HET POPULISTISCHE ELEMENT Er is een zekere gewenning ten aanzien van het VB, zeker ook in de media waar de partij zich vaak kan voordoen als “normale” partij. Dat leidt ook tot discussie in de rangen van het VB waar een aantal aangetrokken carrièristen uit zijn op meer macht. Daartoe wil het VB “aanvaardbaar” overkomen bij verschillende lagen. Het “salonfähig” maken van het
P.
20
VB kan echter een negatieve impact hebben op de VB-kiezers in de grote steden die vooral op basis van een anti-establishment gevoelen op deze partij stemmen. Het VB schippert nu wat tussen “verzachten” (of “verruimen”) en “harde” campagnes. Sommige media denkt daarin verschillende VB-fracties aan het werk te zien, maar in feite is het een logische evenwichtsoefening voor een formatie die gebruik maakt van een populistische methode en bijgevolg moet zoeken wat populair is bij bepaalde bevolkingsgroepen zonder andere af te stoten. Alleszins is het duidelijk dat geprobeerd wordt om publiekelijk afstand te nemen van de meest controversiële standpunten. Geen enkel programma werd zoveel keer officieel begraven als het 70-puntenprogramma (het feit dat meermaals werd aangekondigd dat dit een tekst uit het verleden is en vandaag niet meer van toepassing is, wijst er wel op dat de tekst nog een impact heeft in het VB). Misschien is ook dat een voorbeeld van iets dat aan bod kan komen “in de eigen beweging”, maar liefst niet te ver daarbuiten. Ook neemt de partijleiding sneller afstand van figuren die een “aangebrande” uitspraak doen. Zo moest Roeland Raes aftreden als ondervoorzitter nadat hij in 2001 op de Nederlandse televisie had gezegd dat hij twijfels had over de holocaust. Het balanceren van het VB tussen aanvaardbaar worden of een harde koers varen, is in wezen een discussie die tot verdeeldheid kan en mogelijk zal leiden in die partij. Het electorale succes heeft een groep carrièristen aangetrokken die er zich van bewust is dat er in het VB snel carrière kan worden gemaakt (onder meer door het gebrek aan een sterke actieve basis). Alleen willen deze figuren natuurlijk ook steeds meer. De “vetpotten van de macht” lonken en een aantal carrièristen wil die kelk niet laten voorbijgaan. Anderen houden liever vast aan een harde koers die electoraal stemmen kan opleveren, maar wel een politiek isolement inhoudt. Een beperkte electorale achteruitgang of een defensieve positie voor het VB kan die discussie sterk op de voorgrond plaatsen in de kringen van de VB-leiding. Reeds na de voor het VB teleurstellende vooruitgang bij de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2006 werd hierover gediscussieerd en vertrok uiteindelijk één van de carrièristen (Jurgen Verstrepen) om met de rechts-liberale formatie van Jean-Marie Dedecker in zee te gaan. Dat vertrek was geen fundamenteel keerpunt en ook geen uitdrukking van belangrijke tegenstellingen in het VB, het was een individuele carrièrezet van een figuur met een bijzonder groot ego. Alleen is het voor de VBleiding een probleem dat er wel meer van dat soort figuren zijn aangetrokken die gelijk welke belangrijkere discussie in het VB tot grotere proporties kunnen doen leiden.
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
NEO-NAZI’S, HET GEVAAR VAN BLOOD&HONOUR Neo-nazi’s blijven ook vandaag een bedreiging vormen. Groepen zoals Blood&Honour zijn bereid geweld te gebruiken. Hoe zijn ze georganiseerd en wat is het gevaar dat uitgaat van neo-nazi’s? We beseffen dat neo-nazistische groepen marginaal zijn qua steun in de samenleving. Maar dat neemt niet weg dat er een gevaar van uitgaat, onder meer op het vlak van fysiek geweld tegen andersdenkenden, migranten,… De vele incidenten van racistisch geweld tonen dat gevaar aan.
BLOOD&HONOUR In september 2006 barstte een schandaal uit van militairen in dienst die tevens deel uitmaakten van een neo-nazistische groepering: Blood&Honour. De vele aandacht van de media en de politieke wereld voor deze ontdekking, maakte het neonazistische milieu plots bekend. Nochtans waren er al veel langer pogingen om groeperingen op te zetten.
headgroepen in Oudenburg (vlakbij Brugge). Eén van de opgepakten was Yannick Pollet uit Brugge, de toenmalige jongerenverantwoordelijke van het Vlaams Blok in Brugge. Het optreden was wellicht één van de eerste wapenfeiten van Blood&Honour in België. Het was pas kort nadien dat Pollet uit het VB stapte uit onvrede met het feit dat figuren die veel minder opofferingen deden voor de partij toch gemakkelijker postjes kregen toebedeeld door Vanhecke. Meer bepaald had Pollet het niet begrepen op Yves Buysse. Pollet nam deel aan verschillende activiteiten van Blood&Honour in Engeland en verspreidde het materiaal van die organisatie via zijn postorderbedrijf Excalibur dat van zichzelf beweerde het grootste neonazi postorderbedrijf van Europa te zijn. Tevens dook Pollet op in de middens van het Odal Actiecomité, de poging tot opvolging van de Vlaamse Militanten Orde (VMO) en de voorloper van een actieve kern van Blood&Honour in Vlaanderen. Ian Stuart en Screwdriver lagen aan de basis van Blood&Honour. Op een concert in 1994 in Londen werd Pollet opgepakt.
Excalibur was volgens de minister van justitie in 1996 een Midden jaren 1990 werden “publicatie die uitgegeven wordt de eerste activiteiten van door een neo-nazistische werkBlood&Honour in België waargroep uit West-Vlaanderen « genomen. Dit leidde zelfs tot Leibstandarte A. Hitler » (LAH), een reeks parlementaire vranaar de buitenwereld toe ook gegen in de Senaat. Bert Anciaux noemd « Leergangen algemene vroeg onder meer waarom niet historiek » (LAH). Deze groep werd opgetreden tegen de neomet een beperkt aantal leden, nazistische verzendingsdienst doch meerdere sympathisanten, BBET-lid Thomas B poseert in Excalibur dat het materiaal bestaat sedert einde 1991, en de kazerne van Leopoldsburg van Blood&Honour hier verwil het nationaal-socialistisch spreidde. De verantwoordelijke gedachtegoed levendig houden van Excalibur, voorheen jongerenvoorzitter van het en verspreiden. Zekere leden en bestuursleden zijn VB in Brugge, organiseerde mee de eerste optredens tevens lid of mandataris van het Vlaams Blok in de van Blood&Honour in Vlaanderen in 1994. Samen regio. LAH organiseert praktisch elk jaar een A. Hitmet een VB-verantwoordelijke uit Roeselare werd lerherdenking in gesloten kring.” De minister stelde in 1991 de Leibstandarte A. Hitler (LAH) opgezet dit in een antwoord op een parlementaire vraag. wiens jaarlijkse Hitler-herdenking nadien door Blood&Honour werd verdergezet. Het VB zat verveeld met de verwijzing naar haar partij en wist heel goed dat Yannick Pollet inmiddels Frank Vanhecke van het Vlaams Belang haalde de partij had verlaten om de VNP (Vlaams Nationanaar aanleiding van de heisa rond BBET en de wa- listische Partij) op te zetten, een initiatief dat weipenvondsten bij neo-nazi’s meermaals uit naar de nig succes kende. Roeland Raes maakte van dat feit “bietekwieten” van Blood&Honour. Nochtans was gebruik om in augustus 1996 een bijkomende vraag het in zijn eigen partij-afdeling dat de eerste stap- te stellen aan de minister van justitie: “Op welke inpen werden gezet om die organisatie ook in Vlaan- formatie hij zich baseert om te beweren dat Vlaams deren op te zetten. Meer zelfs, het was zijn eigen Blok-mandatarissen zouden betrekking hebben met jongerenverantwoordelijke in Brugge die er een grote de groep « LAH »; Welke mandatarissen in het antverantwoordelijkheid voor droeg. woord bedoeld worden.” De minister antwoordde: “De Staatsveiligheid heeft inderdaad kunnen vaststellen In de media verscheen er in 1994 een onopvallend dat bepaalde LAH-leden ook lid zijn van het Vlaams klein artikel over rellen na een optreden met skin- Blok, die verantwoordelijke plaatsen op het locale ni-
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
P.
21
veau bekleden.” Maar namen noemen, deed hij niet. “Het is de Veiligheid van de Staat niet toegelaten de naam van personen, die zijn aandacht hebben getrokken, bekend te maken.” Kort voordien (mei 1996) was A. Horrie verdwenen als verantwoordelijke voor het Vlaams Blok in Roeselare. Ook Horrie lag mee aan de basis van de Leibstandarte A. Hitler. De groep die de eerste activiteiten van Blood&Honour in dit land organiseerde, had goede contacten met onder meer Bert Eriksson van de vroegere VMO. Een aantal neo-nazistische groepen organiseerden in 1997 een tegenbetoging tegen een anti-fascistische betoging in Brugge (gericht tegen fascistisch geweld). Onder de tegenbetogers onder meer Eriksson naast skinheads, VB’ers en neo-nazi’s (waaronder ook Nederlandse neo-nazi’s zoals Joop Glimmerveen). Maart 2007: Blood&Honour houdt een herdenking op het Duitse kerkhof in Lommel. Hier zie je de Nederlandse veteraan Joop Glimmerveen samen met de would-be Hitler-lookalike Stefan Wijkamp. Die laatste sprak de aanwezigen toe en stelde dat de Duitsers beter hadden gewonnen. Glimmerveen is een oudgediende, hij lag mee aan de basis van de Nederlandse Volksunie in 1971. De NVU had vanaf 73 overigens ook een Vlaamse ondervoorzitter: Roeland Raes (nadien ook ondervoorzitter van het VB tot 2001). Glimmerveen heeft nu wel gebroken met wat overblijft in de NVU, die zijn volgens Joop niet zuiver genoeg. Volgens verschillende insiders zou Pollet vandaag niet meer actief deelnemen aan de werking van Blood&Honour, ook al was hij één van de oprichters ervan. Wel houdt Pollet nog steeds zijn skinheadwinkel open in Brugge (Hitshop) vlakbij het café De Kastelein dat in opspraak kwam omwille van het racistische geweld dat in mei 2006 plaatsvond door bezoekers van het café. Uit de parlementaire vragen en de antwoorden van de minister blijkt dat reeds in 1996-97 heel wat informatie bekend was over de activiteiten van de groep die aan de basis lag van Blood&Honour. Het gewelddadig karakter van de groep en de neo-nazistische activiteiten waren reeds bekend. Er waren verschillende incidenten met geweld, waaronder een granaataanslag in januari 1997. Toch is nadien zo’n 10 jaar gewacht vooraleer werd opgetreden tegen neo-nazistische kringen. Bovendien lijkt het erop dat
P.
22
Blood&Honour Midgard ongemoeid wordt gelaten. Een andere opvallende vaststelling is dat de minister van justitie in 1996-97 stelde dat in deze neo-nazistische organisaties verschillende kaderleden van het VB actief waren, onder meer in de Leibstandarte Adolf Hitler (LAH) dat ieder jaar een Hitler-herdenking organiseerde. Die traditie werd voortgezet door Blood&Honour Midgard. 10 jaar na deze parlementaire discussies, moeten we ons de vraag stellen waarom er zo lang niet is opgetreden tegen neo-nazistische activiteiten. Daarnaast wordt het duidelijk dat het VB hypocriet is als het zich vandaag in harde woorden uitspreekt tegen Blood&Honour. De origine van deze groepering in België ligt immers bij figuren die kaderlid waren van het Vlaams Blok en dat in het Brugge van Vanhecke… Uiteraard moet het VB zich distantiëren van Blood&Honour en andere neo-nazi’s. Tegenover een breed kiespubliek is het immers niet nuttig om banden te hebben met marginale opvattingen en methoden.
VERDEELDHEID IN BLOOD&HONOUR De haat van Blood&Honour richt zich natuurlijk tegen migranten, andersdenkenden en al wie afwijkt van hun normen. Opvallend is ook dat hun haat zich evenzeer richt tot concurrerende groeperingen. Zo zijn (of waren) er ook in Vlaanderen twee groepen die de traditie van Blood&Honour claimden en die elkaar het licht in de ogen niet gunden.
1.MIDGARD De oudste versie van Blood&Honour in dit land noemt zichzelf B&H Midgard (door de tegenstanders steevast “shitgard” genoemd). Deze groep komt voort uit de originele Brugse groep die B&H in dit land introduceerde. Toen in mei 2006 een zwarte man voor het Brugse skinheadcafé ‘De Kastelein’ werd neergestoken, vond de politie bij een huiszoeking in dat café heel wat materiaal van B&H. Blood&Honour Midgard is de afgelopen jaren ook gaan bouwen aan een kern in de provincie Antwerpen. Daartoe vond het steun bij een aantal rechtse skinheads in Turnhout. Die waren betrokken bij tal van gewelddadige acties, met onder meer een aanval op het lokale jeugdhuis. Naar verluidt was er een vergadering van de aanhangers van Blood&Honour in een café dat nauw gelinkt is aan het VB (De Schalmei). Eén van de Turnhoutse skinheads van Blood&Honour werd tijdelijk opgepakt na het racistisch geweld in Brugge. Hij kwam echter op voorwaarden vrij. Het was de afdeling in de Antwerpse provincie die in
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
2007 de ‘Adolf Hitler herdenking’ van Blood&Honour organiseerde rond het tijdstip van de verjaardag van Hitler (20 april). Het is ook B&H Midgard dat tal van concerten organiseert in dit land. Na het verbod op B&H in Duitsland, werd geregeld uitgeweken naar België voor dit soort optredens. Andere strekkingen van B&H verwijten Midgard teveel bezig te zijn met optredens, cafébezoeken en ander lichtvoetige apolitieke activiteiten.
2. BBET De andere tak van Blood&Honour Vlaanderen noemde zichzelf ‘Bloed, bodem, eer, trouw’ (BBET). Deze tak probeerde zich inhoudelijker op te stellen, het is onduidelijk of er na de arrestaties in september 2006 een poging zal zijn om deze groep verder te zetten. Alleszins staan er reeds anderen klaar om te werken met een groep rond “Combat 18”. BBET organiseerde in de zomer van 2004 een internationale bijeenkomst met een gekende neo-nazi uit de VS. Het deed dit in een zaal van VB-gemeenteraadslid Frieda Foubert in Waasmunster. Toen dit te veel ruchtbaarheid kreeg (onder meer door het bekendmaken van de bijeenkomst door Blokbuster), moest BBET uitwijken naar een andere zaal en verdween Foubert (tijdelijk) uit het VB. Later haalde Francis Van den Eynde haar terug binnen, maar naar verluidt zou ze nu toch gebroken hebben met het VB. Het was ook in haar café dat de inmiddels overleden neo-nazistische leider Bert Eriksson een opmerkelijk interview gaf (over het opgraven van het lijkt van de Nederlandse nazi Anton Mussert). In BBET-kringen bleken heel wat wapens te circuleren. Gecombineerd met soms waanzinnige standpunten, is dat natuurlijk gevaarlijk. De groep stelde openlijk dat het sympathie had voor de bomaanslag van Timothy McVeigh in Oklahoma. Er werden 17 BBET’ers opgepakt en dat lijkt meteen het einde te betekenen van deze organisatie. Zeker toen ook bleek dat een aantal figuren niet enkel met politiek terrorisme bezig was, maar ook met ordinaire criminaliteit.
VB MOET ZICH DISTANTIËREN Het VB heeft weinig keuze en moet zich distantiëren van Blood&Honour. Ook al ging er een publieke activiteit door in een zaal van een VB-gemeenteraadslid. Ook al verklaarde de Amerikaanse neo-nazi professor Robert S Griffin naar aanleiding van een bezoek aan de Belgische Blood&Honour afdeling dat zijn gastheren (Joeri V. uit Dendermonde en Mark H uit Antwerpen) actief waren bij het VB. De partij beseft echter maar al te goed dat de overgrote meerderheid van haar kiezers niet akkoord gaat met de methoden en opvattingen van groe-
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
pen als Blood&Honour. De partij moet zich dus wel distantiëren. Toch alleszins als dit publiek bekend wordt. In 2004 werd Frida Foubert van het VB in Waasmunster tijdelijk uit de partij gezet nadat bekend werd dat Blood&Honour een bijeenkomst organiseerde in haar zaal. Toen de media-aandacht was gaan liggen, haalde Francis Van den Eynde haar terug binnen in de partij... Hetzelfde zagen we reeds in 1996 in Brugge. Toen pleegde een jong lid van het Vlaams Blok een bomaanslag op zichzelf. Het ging om een ex-militair die uit het leger was gezet wegens openlijke nazi-propaganda. De betrokkene, Jeroen M, was lid van het VB en een leidinggevend figuur van de jongerenorganisatie NJSV in de thuisstad van Frank Vanhecke. Jeroen M pleegde een bomaanslag op zichzelf om de anti-racisten van Blokbuster te beschuldigen, maar hij viel al snel zelf door de mand. Ook toen moest het VB zich snel distantiëren van de betrokkene.
WELK ANTWOORD? Wij denken dat Blood&Honour een gevaarlijke groepering is. Naar aanleiding van het verbod op deze organisatie in Duitsland werden heel wat wapens gevonden. In Oost-Europa kennen gewelddadige neonazi’s een opmars. Uiteraard moet opgetreden worden tegen de criminele feiten van dit soort groepen, dat heeft niets met politiek te maken. Maar er is ook een politiek antwoord nodig. Het volstaat niet om het geweld zelf af te keuren, we moeten ons ook verzetten tegen een politiek klimaat dat racisme versterkt. In een dergelijk klimaat kunnen marginale groepen zich gesterkt voelen en tot de aanval overgaan. Foto. Bert Eriksson, jarenlange vriend van Karel Dillen en de man die mee aan de basis lag van het Vlaams Blok, spreekt hier in 2001 op een bijeenkomst van de nazi-groep ‘Blood and Honour’ ter nagedachtenis van de geboortedatum van Hitler (20 april).
NAME AND SHAME Wat sommige VB’ers liever niet al te openlijk op hun CV plaatsen… Vandaag probeert het VB zich voor te stellen als een normale partij, een gezinspartij zelfs. Nochtans is de geschiedenis van het VB en haar leiding doorspekt met geweld en feiten waar ze vandaag liever niet al te openlijk over opscheppen.
1. OPERATIE BREVIER In 1973 hadden Bert Eriksson, Roger Spinnewijn en John Spinnewijn (van 1991 tot 2003 senator voor het Vlaams Blok) het plan opgevat om met een commando van de VMO naar Oostenrijk te trekken om daar het lijk van de in 1949 overleden nazi-collabora-
P.
23
teur Cyriel Verschaeve (zie afbeelding hiernaast) op te graven om hem opnieuw te begraven in Vlaamse grond… Verschaeve moest naar Oostenrijk vluchten omdat hij hier zou vervolgd worden wegens zijn collaboratie met nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een 8-koppig commando van de VMO trok naar Oostenrijk om het lijk van Verschaeve op te graven en het naar België te smokkelen. Verschaeve werd begraven in Alveringem waar sindsdien ieder jaar een herdenkingsplechtigheid plaats vindt. In 1984 sprak Filip Dewinter namens het Brugse NJSV op deze herdenking. Hij betreurde het dat Bert Eriksson niet aanwezig kon zijn (die zat vast naar aanleiding van het VMO-proces waarin hij veroordeeld was). Na het verbod van de VMO als privémilitie was het echter nog niet gedaan met de VMO. Begin jaren ‘90 probeerde Eriksson het opnieuw met een groep jongeren onder de naam Odal. Deze groep ging snel ten onder wegens drugsproblemen (!) van de voorzitter. Op 21 juni 2001 vroeg VB’er Luc Vermeulen de aanwezigen op een ‘Radicale Sporenherdenking’ in Antwerpen om samen het VMO-lied te zingen. VB’er Rob Verreycken schreef een boek over de VMO waarin de ‘helden’ vereerd worden…
2. BRUGGE
BEGIN JAREN
GEWELD VAN HET
NJSV
‘80: EN DE
GOLF VAN
VMO
Begin jaren ‘80 was blijkbaar een gouden periode voor extreem-rechts in Brugge. Die stad herbergt op dat ogenblik een aantal leiders van de Vlaamse Militanten Orde (VMO) en ook een nieuwe generatie jongeren waaronder Filip Dewinter en Frank Vanhecke. De VMO in Brugge werd gedomineerd door de familie Spinnewijn. Vader Roger en zijn 4 zonen trokken de VMO. Zoon Patrick Spinnewijn was vooral actief in het NJSV, samen met Dewinter en Vanhecke. Op 13 april 1980 bezet een commando van de VMO de Brugse Halletoren. Daarbij viel een gewonde. Eén van de VMO’ers op deze actie is een franstalige Brusselaar, Michel Graisse, een wapenhandelaar. In 1982 voert de VMO een aanslag uit op een progressief café, een feit waarvoor drie leden van de familie Spinnewijn worden veroordeeld. Samen met het Nationalistisch Jongstudentenverbond (NJSV) is er in 1982 een “anti-marxistische boekenbeurs” in Brugge. Onder de boeken o.a. werken van nazi-collaborateurs als Leon Degrelle en negationistische boeken (negationisme: ontkennen van de holocaust). In 1985 werd zelfs geschoten op een progressief lokaal in Brugge. De voorzitter van het NJSV was Filip Dewinter, de woordvoerder was Frank Vanhecke die toen al in de partijraad van het Blok zat.
3. BRAND
IN CAFÉ
‘ROELAND’
In de nacht van 9 op 10 juni 1997 brandt het in het Gentse secretariaat van het Vlaams Blok, café ‘De Roeland’. De bewoners van het pand kunnen nipt aan de dood ontsnappen terwijl de brand het café vol-
P.
24
ledig vernielt. Het Blok schreeuwde moord en brand en organiseerde zelfs een betoging tegen de “rode terreur”, met café-uitbater Bruno Verstraete als “martelaar” voorop. Met Blokbuster wezen we er onmiddellijk op dat de brand het werk was van extreemrechts, maar “toen werd dit door niemand geloofd” aldus De Morgen. De verdeeldheid binnen het Gentse extreem-rechtse milieu zorgde samen met de financiële problemen van De Roeland ervoor dat Bruno Verstraete z’n eigen café in brand stak. De overtuigende argumenten die wij naar voor brachten zorgden ervoor dat het onderzoek zich ging toespitsen op de rol van Verstraete bij de brand. Binnen de maand moest Verstraete bekennen dat hij het zelf had gedaan. VB-leiders Vanhecke en Dewinter, die op 10 juni 1997 bij de eersten waren om de “linkse ratten” te veroordelen, verklaarden dat dit een “individueel geval” zou zijn en dat Bruno Verstraete in een vlaag van “zinsverbijstering” zou gehandeld hebben. Ze stelden zelfs dat hij “geen actief Blokmilitant is”, al kon Vanhecke “niet ontkennen dat Bruno Verstraete een VB café uitbaatte”.
4. KOSMOS -
GEHEIME DIENST VAN HET
VB
Het VB was tot 1998 de enige partij die een eigen inlichtingendienst had: de Kring voor Onderzoek naar Socialistische en Marxistische Ondermijning van de Samenleving (KOSMOS, ‘marxistische’ werd naderhand vervangen door ‘multiculturele’). Kosmos werd geleid door Luc Dieudonné (alias Jan Stalmans), vandaag een full time medewerker van het VB. De bedoeling van Kosmos is het bespioneren en verzamelen van informatie over iedereen die links is, van radicaal-links tot de vredesbeweging of de vakbonden. Dat Kosmos niet bepaald subtiel tewerk ging, hebben we met Blokbuster en LSP ook mogen ervaren. In 1996 meldde zich in Brugge een nieuw lid, ene Kim Vandenberghe. De betrokkene probeerde ons te infiltreren en al snel bleek waarom. Kim Vandenberghe bleek een pseudoniem te zijn van Jeroen Mol. Mol was een ex-para die uit het leger gezet werd en in 1994 reeds in opspraak kwam bij een aanval op een jonge migrant in Limburg (hij werd daarbij voor
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
het gerecht verdedigd door advocaat Rob Verreycken). Mol probeerde informatie te verzamelen die later in een speciaal dossier in het blad ‘Doorzicht’ van Kosmos verwerkt werd. Mol werd ontmaskerd en kon slechts beperkte informatie doorgeven aan Dieudonné die naderhand in zijn artikelenreeks over Blokbuster en Militant Links (de voorloper van LSP) beweerde info gekregen te hebben van “een ontgoochelde student”. In 1998 werd Kosmos opgedoekt na een klacht bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Naar verluidt zouden de activiteiten in Nederland verdergezet worden.
5. DE
DOE-HET-ZELF AANSLAG VAN
JEROEN MOL
Op 22 januari 1997 werd Brugge opgeschrikt door een heuse bomaanslag. De woning van Jeroen Mol liep zware vernielingen op nadat een granaat ontploft was. De jongeman zelf kon ‘op het nippertje’ ontkomen en hield er slechts wat schrammen aan over. Dat was niet de eerste keer dat “ze” het op Mol gemunt hadden. In augustus 1996 werd hij al overvallen door ‘linkse rakkers’ die hem messteken toebrachten. De aanslag op 22 januari 1997 liep echter niet zoals verwacht. Al snel moest Mol toegeven dat de daders niet in de kringen van Blokbuster moesten gezocht worden (zoals hij eerder verklaarde), maar dat hij zelf de dader was… Mol, niet slim maar wel gevaarlijk, had resten van de touwtjes waarmee hij de bom geplaatst had in zijn broekzak. Hij moest toegeven zelf de bom geplaatst te hebben! Procureur Berkvens die eerder die dag op het radionieuws verklaarde dat de daders moesten gezocht worden “in de kringen van Blokbuster en Militant Links, gesteund door de harde kern uit Gent” had een blunder van formaat gemaakt! Mol was een gekend figuur binnen het Brugse NJSV en kwam geregeld over de vloer op het partijsecretariaat van het Vlaams Blok in Brugge. VB-voorzitter Vanhecke moest zich haasten om afstand te nemen van Mol. Andere VB’ers gaven wel toe dat hij actief was in het VB. Naar aanleiding van proces over de bomaanslag werd Mol verdedigd door advocaat Rob Verreycken. Hij werd veroordeeld tot 9 maanden effectieve gevangenisstraf.
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
6. WAPENS
VOOR
ZUID-AFRIKA
In 1995 was er in het Roeselaarse VB-café ‘De Gezelle’ een bijeenkomst van figuren als Roger Spinnewijn (zie hierboven) en andere figuren van radicale fascistische groepen in Europa. Er vond een discussie plaats over het leveren van wapens voor rechtse blanke groepen in Zuid-Afrika (waaronder de Afrikaner Weerstandbeweging). Met het verdwijnen van de apartheid nam de machtspositie van de neo-nazi groepen in Zuid-Afrika af. Om een blank ‘thuisland’ te creëren in Zuid-Afrika waren wapens en huurlingen nodig. Het leveren daarvan gebeurde onder toezicht van Roger Spinnewijn. In 1995 werd hij hiervoor gearresteerd door de Duitse politie.
7. ONTKENNEN
VAN DE HOLOCAUST
De website www.revisionist.com omschrijft Siegfried Verbeke als “de meest dynamische revisionist in België en misschien in heel Europa”. Verbeke begon zijn holocaustontkenning in het blad ‘Alarm’ van de VMO midden jaren ‘70. Hij begon nadien met het ‘Vrij Historisch Onderzoek’, een groep die zich bezig houdt met het samenstellen en verspreiden van negationistische (ontkennen van de holocaust) en revisionistische (minimaliseren van de holocaust) lectuur. Tot vandaag bestaat het VHO, zij het als internetbedrijf dat officieel vanuit de VS opereert om het werk van Verbeke verder te zetten. Verbeke stond binnen het Vlaams Blok niet alleen met zijn standpunten. Reeds in de jaren ‘70 prees Roeland Raes (ondervoorzitter van het VB van 1978 tot 2001) het werk van Verbeke als “het passende antwoord op de door links én Israëlitische kringen geïnspireerde anti-Duitse en antirechtse hetze”. In 2001 moest Roeland Raes ontslag nemen nadat hij zijn mening over de holocaust op de Nederlandse televisie had herhaald. Raes verdween uit de Senaat, de Raad van Bestuur van de Gentse unief en nam ook ontslag als ondervoorzitter. Ook Karel Dillen, de voormalige voorzitter van het VB, stond in voor de Nederlandse vertaling van het boek ‘Nürnberg ou la terre promise’ van de Franse negationist Bardèche. In dat boek wordt beschreven hoe de concentratiekampen na de oorlog gebouwd werden met filmdecors uit Hollywood. Het boek wordt vandaag nog altijd verkocht door Siegfried Verbeke. Huidig VB-voorzitter Frank Vanhecke houdt zich op de vlakte en laat zich niet betrappen op een uitspraak over de holocaust. Naar aanleiding van de bewering van een rechtse dissident die uit het VB gestapt was in Brugge en beweerde dat Vanhecke hem tal van revisionistische boeken had bezorgd, kon Vanhecke enkel antwoorden: “Over de geschiedenis spreek ik me niet uit”.
P.
25
Tal van VB-mandatarissen hebben via de organisatie Voorpost wel mee financiële steun aangeboden aan Siegfried Verbeke toen die opnieuw vervolgd werd voor de rechtbank.
8. AANVAL
OP
IJZERBEDEVAART 1996
In 1996 vond het VB dat het sterk genoeg stond om eens een einde te maken aan de te gematigde leiding van de IJzerbedevaart. De partij organiseerde een heuse bestorming van de IJzerbedevaart. Onder leiding van Voorpost-leider Luc Vermeulen zetten de troepen van het VB een aanval in waarbij rake klappen vielen. De leiding van het VB was volledig betrokken in de stormloop en kreeg bijzonder veel kritiek. Ze slaagden er niet in om een ‘putsch’ te plegen op de organisatie van de IJzerbedevaart en kregen zelfs af te rekenen met beperkte dissidentie in eigen rangen. VB-parlementslid Jan Caubergs nam ontslag naar aanleiding van het geweld op de bedevaart. Sindsdien beperkt het VB zich tot alternatieve vieringen, met name in de vorm van de IJzerwake.
9. VB-VEILIGHEIDSSPECIALIST VEROORDEELD…
ZELF
Het VB haalde een geschorste politie-agent binnen: Bart Debie. Die werd meteen tot veiligheidsspecialist van de partij gebombardeerd. Dewinter was razend enthousiast en stelde nadien zelfs dat er in de politie meer “robocops” zoals Debie nodig zijn en geen “mietjes”. Voor de correctionele rechtbank werd Debie echter veroordeeld wegens geweld, vervalsing van PV’s, machtsmisbruik,… De feiten? In 2003 kwam de Turk Bilen Uludogan tussen als enkele dronkelappen vernielingen aanbrengen. De dronkaards vielen hem aan, waarop Bilen de politie belde. Met zijn broer en schoonbroer achtervolgde Bilen de dronkaards om hen aan de politie over te leveren. De politie arriveerde en besloot onmiddellijk dat de Turken de agressors waren en sloeg hen in de boeien. Ze werden opgepakt en naar het kantoor gebracht. Vooraleer hen iets gevraagd werd, sloeg de overste van de agenten de arrestanten. Die overste was commissaris Bart Debie. Eén van de Turken werd tegen een radiator gegooid en kreeg een bottine van een agent tegen het hoofd. Hij moest uiteindelijk naar het ziekenhuis. Nadien blijkt dit geen alleenstaand feit te zijn geweest. Tussen 1999 en 2003 waren er minstens 27 slachtoffers van Debie en drie ondergeschikten. Er zijn klachten over geweld, racisme, illegale huiszoekingen, het stelen van geld, vervalsing van PV’s,... Debie werd veroordeeld en ging enkel in beroep toen het openbaar ministerie zelf in beroep was gegaan
P.
26
omdat het oordeelde dat de straf te beperkt was.
10. NAZI’S
BIJ DE
NSV?
De studentenclub van het VB, de Nationalistische Studentenvereniging (NSV), mag al eens wat radicaler uit de hoek komen. Bruno Valkeniers stelde in februari 2007 nog over zijn studententijd: “Ik schaam me niet voor dat occasionele straatgeweld” van NSV. Er is effectief regelmatig geweld uit NSV-hoek, maar ook wat radicalere standpunten. In december 2004 werd vanuit een NSV-betoging in Gent gechargeerd op tegenbetogers. Daarbij vielen rake klappen. In 2006 werd NSV-Hasselt terug opgericht en de eerste voorzitter werd Thierry Vanroy die bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 kandidaat was voor het VB in Heusden-Zolder. Op het internet schreef Vanroy eerder onder meer: “Eens de democratie in chaos ineenstuikt, hoop ik dat er een ijzeren fascistische hand is om over te nemen”. Vanroy trok meermaals naar activiteiten van Blood&Honour. In februari 2006 schreef hij nog op een internetforum: “Ik heb geen lang haar meer, nu geen gezeik meer van Duitsers op een Blood&Honour concert”. Vanroy uitte zich op dat forum als een fan van Blood&Honour Midgard.
WALLONIË. FRONT NATIONAL BREEKT DOOR ZONDER PARTIJORGANISATIE In het Franstalige landsgedeelte is er reeds jarenlang een groot probleem voor extreem-rechts. Het Front National (FN) van Daniël Féret haalt regelmatig goede scores en heeft verschillende verkozenen. Maar er zit amper iets van partij-organisatie achter. Het FN wordt vooral gekenmerkt door opeenvolgende afsplitsingen en dissidenties. Bij de federale verkiezingen van juni 2007 waren er naast lijsten van het FN ook lijsten van FNB en Force Nationale. Er zijn ook pogingen om radicale groepen op te zetten zoals Nation.
FRONT NATIONAL Het FN werd in België opgezet in 1985. Jean-Marie Le Pen scoorde in 1984 een eerste belangrijke verkiezingsoverwinning en dat werd aandachtig gevolgd door extreem-rechts gezinde figuren in Franstalig België. In Brussel was er bijvoorbeeld reeds langer een traditie van extreem-rechts, maar daar zaten die figuren in de traditionele partijen. Zo was er CEPIC, de extreem-rechtse vleugel van de christen-democratische PSC (de voorloper van CDH) onder leiding van Paul Van Den Boeynants. CEPIC had goede banden met onder meer de Parti des Forces Nouvelles (PFN) en
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
haar militie, het Front de la Jeunesse. Het Front de la Jeunesse was in 1974 opgezet, maar werd in 1982 veroordeeld als privé-militie. Onder de leden van het Front de la Jeunesse bevond zich ook het latere VBkopstuk Johan Demol. Het Front werd ontbonden en in 1983 omgevormd tot de PFN. Het PFN zag het nieuwe Front National als een bedreiging, toch stapten een aantal leiders van de PFN in het Front National om er leidinggevende posities in te nemen. Dat was onder meer het geval met Daniel Gilson, Georges Matagne, Daniel Leskens, Patrick Cocriamont, Roland Pirard of Frédéric Erens (die nadien overstapte naar het VB en daar zelfs even jongerenvoorzitter was). De oorsprong van het Front National lag aanvankelijk wel sterker bij de extreem-rechtse vleugel van de liberale partij PRL (nu MR). In de PRL waren er jarenlang extreem-rechtse figuren actief, onder meer rond de Schaarbeekse burgemeester Roger Nols die op gezegende leeftijd overigens zijn steun uitsprak voor het Front National. Ook FN-voorzitter Daniël Féret kwam uit de liberale partij. Naar aanleiding van een bezoek van Le Pen aan Brussel in 1984 (op uitnodiging van Roger Nols) werd het Front National Belge opgezet onder leiding van Georges Magné, die goede banden had met de illegale neo-nazi groep Westland New Post. In 1985 ontstond vanuit het FNB het huidige FN dat op dat ogenblik werd versterkt door Daniël Féret en enkele medestanders. Sindsdien kende het FN talloze afsplitsingen en affaires. Het kwam nooit tot kartels of samenwerking met andere radicale groeperingen zoals L’Assault of Agir. Dankzij de naam FN en de verwijzing naar het succes van het Franse FN van Le Pen, slaagt Féret er wel in om electoraal te scoren en telkens opnieuw terug te komen na nieuwe afsplitsingen. Dat leidt wel tot ongenoegen bij Le Pen die zich reeds uitdrukkelijk distantieerde van Féret. Het FN slaagt er niet in om een ernstige actieve kern uit te bouwen. In 2006 erkende de partij in de Franstalige media nog dat het over amper 450 betalende leden beschikt. Het gebrek aan enige partijstructuur en organisatie leidde tot verschillende schandalen. Zo was er het schandaal van de Zuid-Franse villa van Féret die was betaald met partijmiddelen (en dus met middelen die het FN van de overheid kreeg aangezien ruim 90% van de inkomsten van dotaties komen). De partij betaalt mee de huur voor de woning van Féret en dat via een schimmige maatschappij: Eurodim. Dezelfde maatschappij zou 250.000 euro hebben geleend van een FN-vzw om een villa voor Féret te kopen aan de Côte d’Azur… Eerder kwam FN-senator Delacroix in opspraak omdat hij over een arsenaal wapens bleek te beschikken. Gemeenteraadslid Daniel Leskens (Ander-
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
lecht) was op een video te zien terwijl hij urineerde op Joodse graven. Dartevelle, gemeenteraadslid in Bergen, bleek niet over de nodige politieke en burgerlijke rechten te beschikken wegens zijn activiteiten als collaborateur aan het Oostfront tijdens WO2. Het Brusselse gemeenteraadslid Nadine Lemmens bracht zonder verpinken de Hitlergroet bij haar eedaflegging in 1995. Féret zelf was naar eigen zeggen in de jaren ‘60 actief in het OAS, een Franse terroristische organisatie die zich verzette tegen de Algerijnse onafhankelijkheid. Hij heeft geen moeite met de neo-nazistische opvattingen van FN-leden. Ondanks het electoraal succes zit het FN met grote problemen. Een partij met een dergelijk klein kader kan de situatie niet onder controle houden en haar openlijk nazisme kan zich tegen haar richten want daarvoor is geen basis aanwezig. Veel FN-stemmen zijn proteststemmen van mensen die een afkeer hebben van de traditionele partijen, maar die geen Hitler-adepten zijn.
NATION: POGING OM EEN KADERORGANISATIE OP TE ZETTEN Een aantal figuren in radicaal-rechtse kringen erkent de problemen van het FN en wil een poging doen om een kaderorganisatie uit te bouwen. Vooral de groep Nation lijkt zich daarop te richten. Nation is een extreem-rechtse Franstalige groep die voortkomt uit de gewelddadige neo-fascistische groepen uit de jaren 1970-80, onder meer Assaut en Agir. Nation baseert zich op racistische haat en gewelddadige acties van die groepen. Zo is er Hervé Van Laethem, één van de leiders van Nation, die een historische leider van de gewelddadige groep Agir was (die groep had banden met de verboden privémilitie VMO toen die probeerde om ook een Franstalige groep op te zetten). In de jaren 1980 werd Agir opgezet, in 1994 werd het ontbonden. De groep rond Van Laethem vormde hierop onder meer het “Actiecomité Rudolf Hess - België” om de nazi-leider te herdenken. In 2001 nam het deel aan het comité “nationalisten tegen globalisering” waar-
P.
27
mee verschillende acties werden opgezet. Op die acties waren er ook militanten van Blood&Honour naast de NSV (studenten van het VB) en zelfs een aantal openlijke VB’ers (zo was de woordvoerder een lokale VBJ-voorzitter). Het waren dezelfde organisaties die in 1997 een actie organiseerden tegen een betoging tegen fascistisch geweld in Brugge. Nation is aanwezig op activiteiten zoals de jaarlijkse betoging van de NSV waar tal van kleine groepjes hun gewelddadig karakter reeds meermaals hebben aangetoond. Nation nam ook deel aan acties tegen de gay-pride, multiculturele activiteiten, abortus, of voor “de verdediging en het opwaarderen van waarden zoals arbeid en het gezin.” In december 2006 deed het zelfs een poging om tussen te komen op een betoging tegen de afdankingen bij Volkswagen Vorst. Voor de gelegenheid had het een frontnaam uitgevonden: “Nationaal Links”. Bij de verkiezingen probeert Nation deel te nemen aan de campagnes van het FNB (Front Nouveau de Belgique). Nation slaagde er in om op een lijst van FNB in 2006 een gemeenteraadslid verkozen te krijgen in Verviers. Het gevaarlijke van Nation is dat geprobeerd wordt om een groep kaders te vormen. Daartoe zoekt het aansluiting bij radicaliserende jongeren, onder meer door zich uit te spreken tegen globalisering (met de “nationalisten tegen globalisering”). Het enorme vacuüm op het vlak van georganiseerde extreem-rechtse krachten in Wallonië en Brussel kan Nation wat ruimte geven om te ontwikkelen. Dat is zeker het geval bij een uitblijven van een grootschalig politiek alternatief op de traditionele partijen langs Franstalige kant.
EEN EUROPEES FENOMEEN Extreem-rechts is geen fenomeen dat tot ons land beperkt is. Zowat overal in Europa waren er de afgelopen decennia tal van neo-fascistische en rechtspopulistische formaties actief met wisselend succes. Een beperkt overzichtje.
FRANKRIJK: FRONT NATIONAL Het Front National is in grote mate het levenswerk van voorzitter Jean-Marie Le Pen. De partij komt voort uit de radicaal-rechtse kringen van na de Tweede Wereldoorlog. Vlak na de oorlog zat extreem-rechts in het defensief, maar kon het rekenen om steun vanuit het politieke establishment in de strijd tegen het “rode gevaar” vanuit het Oosten. Om te kunnen samenwerken met voormalige collaborateurs, heeft De Gaulle bijvoorbeeld nooit echt de collaboratie veroordeeld. Le Pen werd als student actief in de ordedienst van een omstreden advocaat (Isorni) die onder meer op-
P.
28
trad als advocaat van Pétain, het hoofd van het collaboratiebewind in Frankrijk in WO2. Nadien trok Le Pen onder meer naar Indochina (het latere Vietnam) om te vechten tegen het communisme. Na de Franse nederlaag kwam Le Pen terug naar Frankrijk waar hij lid werd van de Poujadistische beweging. Die populistische beweging was gesticht door Pierre Poujade als protest tegen een belasting op kleinhandel en kleine zelfstandigen. Poujade hanteerde een populistisch discours om onder de zelfstandigen steun te krijgen. Poujade kon echter ook rekenen op de steun van heel wat neo-nazi’s zoals Maurice Bardèche (wiens kritiek op Hitler eruit bestond dat volgens hem het Duitse fascisme niet puur genoeg was). De Poujadistische beweging kon op vrij veel sympathie rekenen van de rechterzijde en behaalde in 1956 een verkiezingsoverwinning waarbij ook Le Pen verkozen werd in het parlement. De basis hiervoor was voornamelijk een anti-establishment stem en de afkeer tegenover de traditionele politici, ook al kwam een groot deel van de Poujadisten uit de beweging van president De Gaulle (zo was Poujade zelf aanvankelijk een gemeenteraadslid voor de Gaullisten). De Poujadisten dompelden hun anti-establishment imago in een sfeer van racisme en anti-semitisme. De regering van France-Mendès werd omschreven als een Joodse regering die niets te zoeken had in Frankrijk. Het succes van de Poujadisten was van erg korte duur. Er kwamen vrij veel meningsverschillen binnen deze beweging. Zo was Le Pen tegenstander van de losse aanpak van Poujade die weigerde de beweging te organiseren. Poujade stelde dat zijn aanhangers “onder de mensen” moesten komen in plaats van zich te organiseren in lokale afdelingen. Le Pen daarentegen was voorstander van de uitbouw van een sterk partijkader. Een ander discussiepunt was de houding tegenover Algerije en de onafhankelijkheidsstrijd die daar plaats vond. Le Pen en de meeste Poujadisten waren tegenstanders van een mogelijke onafhankelijkheid. Le Pen stelde dat Algerije een kolonie moest blijven omdat dit garanties bood om het blanke ras te vrijwaren omdat zo de Algerijnen beter konden onderdrukt worden. Na de splitsing in de Poujadistische beweging trok Le Pen naar Algerije om er als legerofficier de strijd te gaan voeren. De Fransen traden in Algerije niet bepaald zacht op, er waren harde martelingen, verschillende massa-slachtingen,... Le Pen maakte persoonlijk deel uit van die gewelddadige tussenkomst van het Franse leger. Later verklaarde hij hierover: “Ik heb gemarteld omdat het nodig was” (Le Combat, 9.11.1962). Le Pen vond dit nodig omdat een nederlaag een signaal zou zijn voor de “barbaren”. De onderdrukking van de Algerijnen was volgens hem deels “biologisch bepaald”.
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
Terug in Frankrijk nam Le Pen deel aan onderhandelingen over een mogelijke staatsgreep vanuit de groep rond de terroristische OAS (Organisation de l’Armée Secrète, een groep die opkwam tegen de onafhankelijkheid van Algerije), maar hij vond dit uiteindelijk een te riskante onderneming en trok zijn steun terug. In de jaren ‘60 werd rechts in het defensief geduwd. Le Pen trok zich terug in zijn boekhandel en uitgeverij waar hij rechtse propaganda publiceerde. Hij werd daarvoor overigens twee maal veroordeeld (in 1965 en 1968) toen hij platen met toespraken van Hitler had geproduceerd.
gemaakt door te denken in termen van electorale rekenkunde. Het FN haalde immers veel stemmen weg van de sociaal-democratie en scoorde onder de ontgoochelde linkse kiezers.
Begin jaren ‘70 werden door de verschillende extreem-rechtse organisaties onderhandelingen gevoerd voor het opzetten van een alliantie, een “nationalistisch front”. De belangrijkste kracht daarbij was de groep ‘Ordre Nouveau’, een organisatie met erg gewelddadige militanten die er niet voor terugschrokken om politieke tegenstanders fysiek zwaar aan te pakken. Toen het Front National als alliantie gelanceerd werd in 1972 maakte Ordre Nouveau ongeveer één derde van het lidmaatschap van het FN uit. Le Pen werd vrij vlug de leider van het FN en ondernam pogingen om vanuit de alliantie te komen tot een strak georganiseerde partij. In de jaren ‘70 was dit de hoofdbezigheid van Le Pen, die oppositie van de Ordre Nouveau hieromtrent moest wegwerken.
Deze opmars werd slechts twee keer deels doorbroken. Na de beweging van de Franse arbeidersklasse in 1995 tegen het asociale regeringsbeleid zat het FN wat in het defensief en dat speelde een belangrijke rol in interne discussies die leidden tot een afsplitsing van de tweede man van het FN, Bruno Mégret. Die afsplitsing had weinig succes, maar de interne verdeeldheid zorgde tijdelijk voor een verzwakking van het FN. Het FN kwam opnieuw in de problemen in 2007 toen het bij de presidentsverkiezingen maar matig scoorde, onder meer omdat de rechtse kandidaat Sarkozy een deel van de polariserende FNretoriek had overgenomen. Het FN voerde een meer gematigde campagne en slaagde er niet in om een grote impact te hebben, onder meer door het gebrek aan antwoord op bewegingen tegen de invoering van een flexibel jongerenbanenplan (CPE) en ander verzet van de arbeidersbeweging. Of dit dipje van het FN slechts tijdelijk zal zijn, hangt in grote mate af van de capaciteit van de arbeidersbeweging en de linkerzijde om zelf een politiek instrument op te zetten en aldus een alternatief aan te bieden dat gebaseerd is op actief verzet in plaats van passief ongenoegen.
Vanaf begin jaren ‘80 begon het FN een grotere impact te krijgen bij verkiezingen. In 1981 kwam de linkse regering Mitterand aan de macht op basis van een programma dat beloofde te breken met het kapitalisme. De sociaal-democraten en communisten in de regering weigerden echter om effectief te breken met de logica van het huidig systeem en zagen zich bijgevolg gedwongen om in een periode van economische crisis zelf een liberaal beleid te voeren. Dit vormde een belangrijke basis voor ongenoegen tegenover de sociaal-democraten en de communisten. Een ongenoegen waar het FN handig op inspeelde door zich voor te doen als diegenen die wel opkwamen voor de belangen van de Fransen. Daarenboven werd het FN geholpen door een electoraal akkoord met het RPR van Jacques Chirac. Chirac verklaarde hoe hij liever 4 FN’ers in de gemeenteraad zag dan 4 communisten. Het FN kreeg ook enorme steun vanuit een onverwachte hoek. Mitterand wou zijn positie versterken door het kiesstelsel te veranderen (proportionele vertegenwoordiging in plaats van een meerderheidssysteem), zodat de verschillende fracties van rechts zouden scoren en de verdeeldheid van de rechterzijde zou versterken. Mitterand zag in het FN een ideaal middel om traditioneel rechts (de RPR van Chirac) te verzwakken. Mitterand was dan ook de eerste om het FN aan TV-debatten te laten deelnemen op de staatstelevisie. Het gevolg was catastrofaal: in 1986 haalde het FN 10% van de stemmen en bijgevolg ook 10% van de zetels. Mitterand had een cruciale fout
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
Le Pen zette zijn electorale doorbraak verder in de jaren 1980 en 1990. In 1995 kreeg de partij de controle over enkele gemeenten in het zuiden van Frankrijk (Toulon, Orange en Marignane), in 1997 volgde het stadje Vitrolles. In 2002 slaagde Le Pen er zelfs in om door te stoten naar de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen.
NEDERLAND: SNELLE OPGANG EN NEERGANG VAN HET FORTUYNISME Op 6 maart 2002 gooide Pim Fortuyn met Leefbaar Nederland het politieke landschap in Nederland om. Bij de gemeenteraadsverkiezingen behaalde hij 34% in Rotterdam. Overal werd gesproken van een draai naar rechts in Nederland. Nochtans waren de stemmen voor Fortuyn geen stemmen voor een nog hardere besparingspolitiek. Het waren proteststemmen tegen de verloedering en onveiligheid in de grote steden, tegen de problemen in het onderwijs, bij de ziekenzorg en het recent geprivatiseerde spoor. De uitdieping van de kapitalistische crisis zorgde ervoor dat de traditionele normen van de politiek steeds minder gelden. De plotse doorbraak van Fortuyn was daarvan een voorbeeld. De burgerij heeft het steeds moeilijker om haar gezag te vestigen. Haar traditionele instrumenten worden gewantrouwd en zelfs gehaat. In Rotterdam verzette 60% van de bevolking zich tegen de traditionele politiek - hetzij door op Fortuyn te stemmen, hetzij door niet te stemmen.
P.
29
Fortuyn had geen gestructureerde partij, geen kader met duidelijke ideeën. Hij bespeelde dezelfde thema’s als het VB, zoals racisme en onveiligheid, maar had geen fascistische achtergrond. Fortuyn probeerde niet om een gewelddadige massabeweging op te bouwen om links en de vakbonden uit te schakelen - hoewel het VB door het verschrompelen van de middenklasse ook de sociale basis niet meer heeft om de vakbonden te confronteren. Fortuyn had enkel een populistische methode en bouwde daarop een electorale zeepbel die even snel opnieuw uiteen gespat is. In mei 2002 slaagde de LPF erin om de onvrede naar zich toe te trekken, maar al snel werd duidelijk dat de partij een verzameling ruziemakende egoïsten was die geen enkele oplossing boden voor de problemen van de bevolking. De openlijk rechtse coalitie met de LPF lanceerde een enorme aanval op bijna alle denkbare lagen van de bevolking, behalve de rijken natuurlijk. Afbraak van tijdelijk werk, de aanval op de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, de massale verhoging van de ziektekostenpremies. In januari 2003 verloor de LPF het grootste deel van haar zetels en werd de partij verschrompeld. Dit werd nog versterkt bij de Europese verkiezingen van 2004. De snelle opkomst van de LPF was een uitdrukking van het enorme wantrouwen in de traditionele politici en de instellingen van het establishment. Dit wantrouwen is niet verdwenen, wat ruimte biedt voor rechtse krachten om een electorale doorbraak te maken.
OOSTENRIJK: SPLITSING VAN DE FPÖ De Vrijheidspartij van Jörg Haider is officieel gesplitst nadat er reeds enige tijd spanningen waren binnen de partij. De nationale leiding van de partij heeft onder leiding van Haider en diens zuster die tevens partijvoorzitter was, de vorming van een nieuwe partij aangekondigd: de “Bündnis Zukunft Österreich” (Bond voor de toekomst van Oostenrijk). De oprichting van de BZÖ als nieuwe partij is in feite een voltrekking van een splitsing in de FPÖ waarbij grote delen van die partij niet met de nationale leiding meegaan naar de BZÖ. Wij hebben de FPÖ steeds omschreven als een neo-fascistische partij die erin slaagde om met een populistische retoriek een stevige electorale aanhang te verwerven. Het neo-fascistische element bleek duidelijk uit het feit dat de partij geleid werd door figuren met sympathie voor het oude nazisme, of zelfs vrij openlijke
P.
30
neo-nazi’s. Het programma van de partij legde sterk de nadruk op zaken als de “Volksgemeinschaft”, de zogenaamde volkseenheid dat iedere vorm van klassentegenstellingen verwerpt. Dat er een neo-fascistisch kader aanwezig was in de FPÖ en daar een belangrijke rol speelde, wordt nu duidelijk bij de splitsing van de partij. Moest de FPÖ een puur populistische kracht geweest zijn, genre LPF in Nederland, zou het voor Haider eenvoudiger geweest zijn om de FPÖ uit te zuiveren. Nu moest hij echter overgaan tot de vorming van een nieuwe partij omdat hij niet zeker was over de steun aan de basis van de partij. Bij de leiding van de partij in de regering en het nationale parlement, stelde de kwestie zich niet direct. Daar werd gekozen voor de eigen carrière waarbij een meer ‘aanvaardbare’ partij een positief gegeven is. De splitsing in de FPÖ leidde tot het ontstaan van twee partijen: de ‘blauwe’ FPÖ en de ‘oranje’ BZÖ. De “nieuwe” FPÖ wordt geleid door figuren als europarlementslid Andreas Mölzer en heeft een meerderheid in de lokale partijafdelingen in een reeks deelstaten. Mölzer stond jarenlang aan het hoofd van het tijdschrift ‘Aula’ dat geregeld revisionistische artikels publiceerde of reclame maakte voor nazistische boeken. In 1983 haalde Haider hem binnen in de Karintische FPÖ en hij speelde samen met Haider en Kriemhild Trattnig een centrale rol in de machtsgreep binnen de FPÖ in 1986 waarbij de oude liberale leiding aan de deur werd gezet. De voormalige FPÖ-voorzitter en ex-SA’er tijdens WO2, Otto Scrinzi, maar ook Kriemhield Trattnig, spraken zich reeds scherp uit tegen de feitelijke uitsluiting van Andreas Mölzer uit de partij. De FPÖ wordt vandaag geleid door interimvoorzitter Kabas. Die speelde jarenlang een centrale rol in de FPÖ, onder meer door het introduceren van het vreemdelingenthema in de verkiezingspropaganda van de partij. Kabas was ook nooit verlegen voor zijn banden met radicale groepjes, in 1991 gaf hij bijvoorbeeld een controversieel interview aan een openlijk neo-nazistisch blad (‘Fakten’ van Horst Jakob Rosenkranz, wiens vrouw overigens één van de FPÖparlementsleden is die niet overstapt naar de BZÖ). Was het de regeringsdeelname die heeft geleid tot de splitsing van de FPÖ en de daaraan voorafgaande electorale achteruitgang? Door de radicalisatie bij het aantreden van de FPÖ in de regering (er waren betogingen met tot 300.000 deelnemers), werd ook de vakbondsleiding onder druk gezet om acties te organiseren tegen het asociale beleid. Zo was er
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
in 2001 een betoging met 50.000 deelnemers tegen de aanvallen op de sociale zekerheid. In juni 2003 gingen meer dan 1 miljoen arbeiders in staking, de grootste staking in het land sinds de Tweede Wereldoorlog. Zelfs de politie en rijkswacht namen deel aan de protestacties. Een meerderheid van de bevolking steunde de acties, wat uiteraard de vraag deed rijzen van een politiek alternatief op de regering. De SPÖ probeerde zichzelf naar voor te schuiven als alternatief en ook de Groenen gingen sterk vooruit door het protest tegen de conservatieve regering van christen-democraten en de FPÖ. Het is echter duidelijk dat de sociaal-democratische SPÖ geen antwoord te bieden heeft op het rechtse beleid. Ondanks de poging tot het aanmeten van een linkser imago, was de partij bereid om in 2004 in een regering met de FPÖ te stappen in deelstaat Karinthië, de thuisbasis van Jörg Haider. Daarmee wordt het anti-FPÖ gehalte van de SPÖ doorprikt. Het is de druk van de bewegingen tegen het asociaal beleid die de FPÖ in het defensief geduwd hebben. Dit zou ook zonder regeringsdeelname het geval geweest zijn. Dit was echter slechts een tijdelijke positie. Reeds bij de verkiezingen van oktober 2006 werd dit duidelijk gemaakt. De FPÖ haalde toen 11% en de BZÖ 4%, samen goed voor 15%. Het waren bovendien niet de gematigden van de BZÖ die met het leeuwendeel van de stemmen gingen lopen, maar de “radicalen” van de FPÖ.
ITALIË: VAN BERLUSCONI I NAAR BERLUSCONI II EN STRAKS BERLUSCONI III? Onder druk van de electorale vooruitgang op basis van een populistisch discours hebben een aantal neo-fascistische partijen sterke veranderingen ondergaan. In Italië vormde de MSI zich om tot de “post-fascistische” Nationale Alliantie, wat leidde tot de afsplitsing van een aantal radicale elementen onder leiding van Rauti. De partij van Rauti slaagde er niet in om een grote doorbraak te kennen, maar heeft wel een aantal partijkaders met zich mee gehaald. De partij rond Berlusconi was zowat de eerste nieuwe partij die ontstond na de val van het stalinisme in het Oostblok. Forza Italia ontstond op de puinhopen van de traditionele partijen die in Italië dermate gediscrediteerd waren dat ze in staat van ontbinding waren. De christen-democraten verdwenen van het politieke toneel waardoor er niet langer een sterke conservatieve partij was. Berlusconi gebruikte zijn positie in het establishment (als eigenaar van AC Milaan en van een media-concern) om een politieke kiesmachine op te zetten die de steun genoot van een deel van de christen-democratie. Het werd geen partij als collectief orgaan van mensen die met politiek bezig zijn, maar een kiesmachine naar Amerikaans model. In die zin kan Forza Italia niet beschouwd worden
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
als een neo-fascistische partij. Er is een sterk populistisch element, maar er is geen stevig uitgebouwd fascistisch kader dat bovendien een partijmachine uitbouwt gebaseerd op een fascistische ideologie. In Italië kwam begin jaren ‘90 de fascistische MSI in de regering. Dit gebeurde nadat alle traditionele partijen een enorme crisis hadden ondergaan. De anti-corruptie beweging zorgde ervoor dat een alliantie met de neo-fascistische MSI van Fini in de regering kwam onder leiding van Berlusconi. Hierover schreef ‘De Militant’ (dec.-jan. 94-95, nr. 137): “Het succes van de neo-fascisten was te wijten aan de uitzichtloze crisis van Italiaans economisch en politieke weefsel. De stemmen voor de Nationale Alliantie waren geen stemmen voor fascisme, maar tegen corruptie, misdaad, saneringen en werkloosheid. De neo-fascisten begrepen dat er geen basis bestond voor een open fascistische partij. Daarom verborgen ze zich achter een democratisch masker ondermeer door de verbrande naam MSI te veranderen in het neutralere Nationale Alliantie. Van een fascistische reactie met een massabasis vergelijkbaar met de jaren ‘20 en ‘30 was helemaal geen sprake”. Dit betekende echter niet dat we gelaten reageerden op deze situatie, er werd in De Militant tevens gewezen op de “noodzaak van een onverzoenlijke strijd tegen neo-fascisten en iedere vorm van racisme”. De sterke interne verdeeldheid in die regering en de massale mobilisaties van arbeiders eind ‘94 maakten dat de regering-Berlusconi vlug ten val kwam. Door het falen van een ernstig alternatief op het neoliberale beleid kon de coalitie rond Berlusconi nadien opnieuw aan de macht komen. De linkse ‘Olijfboomcoalitie’ vormde na de val van de eerste regering-Berlusconi een regering die gesteund werd door de Rifondazione Comunista. Deze regering slaagde er echter niet in om een breuk te maken met het neoliberale beleid dat voorheen ook reeds gevoerd werd. Dit leidde tot heel wat ontgoocheling en desillusies. De Rifondazione steunde de regering te lang, waardoor het ook heel wat kansen liet liggen om als linkse oppositie naar voor te komen. Het is door dit falen van de linkerzijde, dat Berlusconi en co. erin slaagden om terug te komen. De tweede regering-Berlusconi zat steviger in het zadel dan in 1994. Nu zijn de massale protestacties tegen de aanvallen op de arbeidswetgeving, de pensioenen, de anti-oorlogsbetogingen,.... gewoon gepasseerd zonder enige reactie van de regering. De “linkse” oppositie van Prodi slaagde erin om nipt aan de macht te komen, maar zorgde niet voor een ander beleid. Dat leidde bovendien tot discussies in de rangen van de PRC, waardoor er geen sterke oppositie is die aan de kant van de arbeiders en hun gezinnen staat. Hierdoor wordt een derde regering-Berlusconi mogelijk.
P.
31
OPKOMST VAN DE BRITISH NATIONALIST PARTY (BNP) In het Verenigd Koninkrijk (eigenlijk in Engeland) kende de British Nationalist Party (BNP) een doorbraak bij lokale verkiezingen in 2003 en de daaropvolgende lokale verkiezingen. Volgens de socioloog Husbands slaagde de BNP er in de jaren ‘80 niet in om door te breken omwille van de rol van de rechtse premier Thatcher: “Als premier rekende Thatcher af met de vakbonden en brak ze de macht van extreemlinks, dat zich in het bestuur van grote steden had genesteld. Met haar vurig nationalisme sloot ze ook voor extreem-rechts de laatste toegangsweg naar de electorale macht af.” Tony Robson van het anti-fascistisch magazine Searchlight legt uit hoe de BNP vandaag wel kan groeien: “Met New Labour is het al privatiseren wat de klok slaat. Bovendien wordt er fel besnoeid bij de posterijen en de lokale besturen, die de grootste werkgevers in de regio zijn. Het maakt de mensen angstig en onzeker. Ze kijken uit naar een alternatief. En zo komen ze bij de fascisten terecht.” De Conservatieven maken bovendien het racisme van de BNP aanvaardbaar door zelf geregeld racistische uitspraken naar voor te brengen.
EUROPESE ALLIANTIE In 2007 werd een nieuwe fractie gevormd in het Europees parlement. Na de toetreding van een aantal Oost-Europese landen tot de EU was er de mogelijkheid om het reeds lang bestaande idee van een uiterst rechtse fractie te concretiseren. Dat daartoe met openlijke Jodenhaters, holocaust-ontkenners en nauwelijks verhulde nazi-aanbidders wordt samengewerkt, vormt blijkbaar geen probleem. Ook niet voor het Vlaams Belang dat de ondervoorzitter van de nieuwe fractie levert. VB-parlementslid Philip Claeys is ondervoorzitter van de nieuwe Europese fractie die wordt voorgezeten door de Franse FN’er Bruno Gollnisch. Een Europese fractie moet 19 parlementsleden uit 5 verschillende landen tellen vooraleer het kan erkend worden. Dat was tot nu toe altijd een probleem aangezien bepaalde extreem-rechtse formaties niet wilden samenwerken. Er stelde zich vooral een probleem tussen de FPÖ van Haider en het FN van Le Pen. Nu Haider met zijn BZÖ is afgesplitst van de FPÖ, stond de weg open voor een nieuw samenwerkingsverband. Eind 2005 was er reeds een bijeenkomst met het oog op de vorming van een dergelijke samenwerking. De deelnemers aan die bijeenkomst lopen grotendeels gelijk met de leden van de nieuwe fractie in het Europese parlement. De afgelopen jaren ondernam het VB verschillende pogingen om toch te komen tot een vorm van samenwerking. Nu wordt dat gerealiseerd met de fractie ‘Identiteit, Soevereiniteit en Traditie’, een fractie
P.
32
met 20 parlementsleden uit 7 lidstaten. De fractie meent onder andere te moeten opkomen voor de “bevestiging van de christelijke waarden, de erfenis, cultuur en tradities van de Europese beschaving”. Bij sommige deelnemers aan de fractie is de term “beschaving” echter niet gelukkig gekozen. Het Bulgaarse lid van de nieuwe fractie is niet bepaald Joods gezind. De partijleider van Atake, Volen Siderov, schreef onder meer dat de uitroeiing van de Joden in gaskamers een “leugen” was. De partij Atake stelt voor om de Turken, Roma-zigeuners en Joden allemaal uit Bulgarije uit te wijzen. Siderov stelde naar aanleiding van de rellen in de Franse voorsteden om als “oplossing” groepen Russische hooligans over te brengen… Op de website van Atake publiceerde Siderov ooit een lijst van 1.500 Joden die hij bestempelde als onderdeel van “de pest”. Het Europarlementslid van Atake liet zich al meermaals opmerken met racistische opmerkingen en binnenkort zal een uitspraak volgen naar aanleiding van een procedure tegen het Europarlementslid wegens racistische opmerkingen tegen een Hongaars parlementslid van Roma-afkomst. De Roemeense leden komen van de Groot-Roemeense partij (Romania Mare, 5 Europarlementsleden). Deze partij wordt geleid door Vadim Tudor die in zijn boek “A Journal of the Revolution, from Christmas to Easter” stelde: “Joden zijn zoals de wratten op een menselijk lichaam. In een ideale situatie leer je ermee leven. Maar als de wratten groeien en het gezicht beperken, of de mens verhinderen om te spreken, (...) en als de mens dan pas beslist om de wratten te laten verwijderen, dan is het te laat.” Wat verder in hetzelfde boek: “Vandaag, 45 jaar na de dramatische verandering in ons Nationaal Lot, zien we een kentering: de Hongaren, de zigeuners en de Joden hebben alle macht”. Die 45 jaar verwijst naar de nederlaag van Hitler. Tudor is vandaag niet langer actief bij de Groot-Roemeense Partij, maar zijn ideologische erfenis blijft er aanwezig. Verder wordt de Europese fractie van het Vlaams Belang samengesteld uit zeven verkozenen van het Front National (Frankrijk), Andreas Mölzer van de Oostenrijke FPÖ, Ashley Mote van de UK Independence Party, de kleindochter van Benito Mussolini en de negationist Luca Romagnoli (die ook leider is van de extreem-rechtse hooligans van Lazio Roma) uit Italië en de drie verkozenen van het Vlaams Belang. Toen eind 2005 ruchtbaarheid werd gegeven aan een internationale bijeenkomst waarop het Vlaams Belang, het FN (Frankrijk), FPÖ (Oostenrijk), Atake (Bulgarije), Romania Mare (Roemenië) en de Azione Sociale (Italië) aanwezig waren, stelde Dewinter dat hij de mensen van pakweg Atake niet zo kende. Marie-Rose Morel maakte wel van de gelegenheid gebruik om op de foto te poseren met Siderov.
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
TWEE
FASCISME
-
SCREENSHOTS VAN DE
VB-HOMEPAGE:
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
WAAR IS
SIDEROV
MET
MOREL
NAAR TOE?
P.
33
WELKE ANTI-FASCISTISCHE STRATEGIE? Het VB is reeds zowat 20 jaar electoraal aan het vooruitgaan. Na de eerste overwinning bij de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen in 1988 en meer nog na de “zwarte zondag” met de eerste Vlaamse doorbraak van het VB op 24 november 1991, waren er tal van voorstellen en campagnes om tegen het VB in te gaan. Sommige ideeën verdwenen snel, andere blijven overeind. Een overzichtje.
CORDON SANITAIRE Het cordon sanitaire is zowat het enige verweermiddel waarmee de traditionele partijen extreem-rechts van de macht houden. De cruciale vraag blijft echter welke politiek men dan voorstelt. Het is juist de anti-sociale politiek van de traditionele partijen die de groei van extreem-rechts mogelijk maakt. Uiteraard is LSP tegen iedere samenwerking met het VB. Daar waar het cordon doorbroken wordt, zullen wij er alles voor doen om dat te verhinderen door de mobilisatie van jongeren en arbeiders. We moeten echter beseffen dat we voor de strijd tegen het VB niet kunnen vertrouwen op de uitvoerders van de politiek die aan de basis ligt van het electoraal succes van het VB. Hetzelfde geldt ook voor de gerechtelijke stappen tegen het VB. Na de veroordeling van het Vlaams Blok (of beter gezegd van een aantal VZW’s rond het VB) wegens racisme, slaagde de partij erin haar hoogste score van 24% te behalen met de verkiezingen van 2004. Die verkiezingsoverwinning gaf meteen een antwoord over de doeltreffendheid van gerechtelijke stappen tegen het VB.
CAMPAGNES VOOR VERDRAAGZAAMHEID Heel wat anti-racistische campagnes waren erop gericht om te mobiliseren rond vage termen als ‘verdraagzaamheid’ of rond het morele argument dat racisme slecht is. Het probleem van veel van deze campagnes is echter dat ze het huidig beleid niet in vraag stellen. Dergelijke oproepen worden veelal gelanceerd vanuit krachten die als deel van het establishment worden gezien in de volkswijken. Het is nochtans in die wijken dat het VB veel stemmen haalt. Veel campagnes raken bij gebrek aan een alternatief niet verder dan moraliserende argumenten. Dat kan misschien het eigen geweten sussen, maar heeft geen impact op de VB-kiezers. Zo zagen we campagnes met de boodschap “stem niet op het VB”. Het gevaar van zo’n oproep is dat uiteindelijk opgeroepen wordt om te stemmen voor een traditionele partij, alsof die een antwoord zouden kunnen bieden op de problemen die het VB aangrijpt om slapend rijk te worden.
P.
34
HET VB MEE IN BAD TREKKEN? Zeker voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 gingen er stemmen op om het VB in lokale coalities op te nemen. Door hen aan de macht te laten, zou het mogelijk zijn om het VB te verbranden en nadien electoraal afgestraft te zien. Daartoe wordt onder meer verwezen naar Oostenrijk waar het FPÖ van Haider een aantal verkiezingsnederlagen leed na haar regeringsdeelname. Wij zijn het niet eens met deze strategie en dit omwille van verschillende redenen. Ten eerste vinden we het gevaarlijk om het bestrijden van extreem-rechts over te laten aan extreem-rechts zelf. Het is een voorstel dat uitgaat van de eigen zwakte en daarom alle hoop stelt op de zwakte van extreem-rechts. Het mee in bad trekken van het VB zou een kortzichtige visie zijn van machtspolitici die last lijken te hebben van een ingebakken cynisme. Ze hopen dat hun eigen falen minder duidelijk zal zijn voor bredere lagen door alle hoop te stellen op het falen van anderen. Verder dan deze erg cynische logica waar de gewone bevolking het slachtoffer van is, komen ze niet. Ten tweede is er het gevaar dat een extreem-rechts bestuur haar programma deels kan doorvoeren. Dat werd duidelijk in de Zuid-Franse steden Vitrolles en Orange. In Orange werd de bibliothecaris ontslagen en alle werken tegen racisme (of zelfs sprookjes uit Afrika) werden verbannen wegens een “gebrek aan respect voor morele normen”. FN-burgemeester Bompard trok met zijn bestuur ook ten strijd tegen andere vormen van “volksvreemde” cultuur: het cultureel centrum Mosaïque werd in 1996 uit haar lokalen gezet, de culturele manifestatie “Coup de Soleil” kreeg geen toelating meer,… In de stadsdiensten werd zwaar gesnoeid om het personeel te vervangen door FN-aanhangers. Zeker vakbondsmilitanten kregen het hard te verduren. Dit leidde er in Orange toe dat de secretaris van Force Ouvrière, Pierre Nouveau, zelfmoord pleegde omdat hij de druk niet meer aankon. In zijn afscheidsbrief schreef hij: “Francoeur, Schmitt en de burgemeester hebben mij gedood.” Francoeur was FN-schepen, Schmitt was hoofd van de gemeentediensten. In Orange werden 3 van de 5 sociale centra gesloten. In de gemeenteraad werd de spreektijd voor oppositieleden beperkt tot 3 minuten per thema met slechts één mogelijkheid om tussen te komen. Een opvallende maatregel in Vitrolles, waar de vrouw van Bruno Mégret burgemeester was, bestond uit het invoeren van een premie voor blanke kinderen die geboren worden. Per kind werd een premie betaald van 5.000 franse frank, zo’n 700 euro. Burgemeester Catherine Mégret moest de maatregel intrekken toen ze wegens racisme werd veroordeeld. De reden voor de maatregel was duidelijk: Catherine Mégret verklaarde aan een Duitse krant dat er nu eenmaal “verschillen zijn tussen de rassen (...), er zijn verschillen in de genen.” Verder werd werk
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
gemaakt van het opdoeken van een standplaats van zigeuners. Een alternatief jeugdhuis werd gesloten. De cinema werd gesloten nadat een film over Aids werd getoond. ‘Volksvreemde’ straatnamen werden gewijzigd: het Nelson Mandela-plein werd het Provence-plein, de Salvador Allende straat werd de Moeder Theresa straat en er kwam een straat genoemd naar FN-leider Jean-Pierre Stirbois. In april 1997 werden alle straathoekwerkers ontslaan. Bij de gemeente werden 84 contractuelen aan de deur gezet. Daarnaast verlaten nog eens 50 ambtenaren de stadsdiensten. Intussen werd een asociaal beleid gevoerd, zo werd de prijs voor het water met 20% verhoogd. In de scholen werden migranten geweigerd. Een derde argument tegen deelname van extreemrechts aan de macht is dat dit niet noodzakelijk leidt tot een nederlaag. Als er de afgelopen jaren iets aangetoond is in Europa, is het wel dat we voorzichtig moeten zijn vooraleer een extreem-rechtse formatie afgeschreven wordt. Denk maar aan Frankrijk waar het einde van Le Pen enige jaren terug bejubeld werd nadat een groot deel van het partijkader afsplitste om de MNR te vormen onder leiding van Mégret. Bij de presidentsverkiezingen in 2002 stond Le Pen er echter opnieuw. Hoe was dit mogelijk? De burgerlijke media stond met de mond vol tanden. Nochtans was het duidelijk dat de traditionele politici bijzonder gehaat waren door hun beleid dat gericht is op de belangen van de grote bedrijven en de banken, waar enkel de winst telt. Dat daarbij een steeds groter wordende groep uit de boot valt, lijkt de traditionele politici koud te laten. Het is logisch dat velen op zoek gaan naar een alternatief op de gevestigde partijen. Hetzelfde zagen we in Oostenrijk waar het FPÖ na de afsplitsing van een deel van de partijleiding rond Jörg Haider er toch in slaagde om in 2006 11% van de stemmen te halen (tegenover 4% voor Haiders BZÖ).
ONS ANTWOORD OP EXTREEM-RECHTS Een antwoord bieden op extreem-rechts omvat verschillende elementen die kunnen worden samengevat als het opbouwen en aanbieden van een politiek alternatief gebaseerd op een actief verzet van de arbeiders en hun gezinnen tegen het neoliberale beleid en tegen uitwassen van extreem-rechts. Er moet zowel geantwoord worden op marginale racistische neo-nazi’s als op de electorale groei van het VB als op het racisme dat aanwezig is in de wijken, op de werkvloer,… Deze zaken kunnen niet los van elkaar worden gezien. Als racistische vooroordelen een opmars kunnen maken, is het makkelijker voor een formatie als het VB om erop in te spelen en dat biedt meteen ook een extra dosis zelfvertrouwen voor neo-nazi’s om met hun waanzin naar buiten te treden. Ook moet er zeker aandacht zijn voor pogingen
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
vanuit VB-kringen om gebruik te maken van intimidatie, geweld en valse beschuldigingen om politieke vijanden te bestrijden.
TEGENOVER EEN STEM VAN PASSIEF ONGENOEGEN, DE BEWEGING VAN HET ACTIEF VERZET De logica van het kapitalisme leidt tot een scherpe polarisatie tussen rijk en arm. Ook in dit land is er een stijgende armoede en een stijgende concentratie van rijkdom bij een kleine minderheid. Volgens officiële cijfers leeft zowat 15% in relatieve armoede, met ook een toename van armoede onder werkenden. De aanvallen op de arbeidscondities, lonen, uitkeringen,… hebben een impact op de arbeiders en hun gezinnen. Een zekere job met een degelijk loon wordt zowat een uitzondering. De traditionele politici bieden geen enkel antwoord op deze problemen. Extreem-rechts kan erop inspelen door zich te profileren rond hetgeen de arbeiders en hun gezinnen verdeelt: racisme, seksisme,… De opgang van het Vlaams Blok en nadien Vlaams Belang was mogelijk op basis van een reeks objectieve factoren: het neoliberaal triomfalisme van de jaren 1990 na de val van het stalinisme zorgde ervoor dat weinigen nog geloofden dat een alternatief mogelijk was. Dat opende meer ruimte voor een vorm van passief ongenoegen dat aan bod komt met een stem voor extreem-rechts. De afgelopen jaren hebben we echter een begin van een kentering gezien. Eerst was er de antiglobaliseringsbeweging waarbij jongeren op straat kwamen en het huidig systeem in vraag begonnen te stellen. Voortaan was het niet meer “vreemd” om jezelf antikapitalist te noemen. Toen reeds stelden we bij het lanceren van de jongerencampagne Internationaal Verzet dat het jongerenverzet slechts een voorbode was van een breder verzet van de arbeidersbeweging. Op internationaal vlak zagen we de afgelopen jaren inmiddels een opgang van arbeidersstrijd en ook in België is de situatie aan het veranderen. Een actief verzet tegen het neoliberalisme beperkt de mogelijkheden voor extreem-rechts om te groeien op basis van een schijnbare oppositie. Dat gebeurt natuurlijk wel niet automatisch en moet samengaan met de vorming van een echte oppositie om effect te hebben op langere termijn. Het is in dat kader dat momenteel belangrijke stappen vooruit worden gezet met de creatie en het uitbouwen van het Comité voor een Andere Politiek. We denken dat dit op termijn een belangrijke stap vooruit kan zijn met het oog op de vorming van een nieuwe arbeiderspartij. Een dergelijke partij kan de verzuchtingen en bekommernissen van de arbeiders en hun gezinnen eindelijk opnieuw een politieke vertaling geven. Door de uitbouw van een nieuwe formatie zoals
P.
35
CAP kan op termijn ook extreem-rechts worden teruggedrongen. Dat is niet de hoofdbedoeling van een initiatief als CAP, maar het is voor anti-fascisten wel een belangrijk gegeven. Jef Sleeckx benadrukte bij het opzetten van CAP dat hij hoopt dat het initiatief op termijn extreem-rechts wat kan terugdringen. Wij denken dat dit een reële mogelijkheid is. De zoektocht naar een politiek alternatief verloopt niet rechtlijnig. Het is niet correct om te denken dat enkel een rechtse formatie stemmen van extreemrechts kan overwinnen. Wie de hoop op een achteruitgang voor het VB vestigt op de Lijst-Dedecker komt bedrogen uit. In plaats van één extreem-rechtse formatie met een neo-fascistische kern, krijgen we er met de Lijst-Dedecker nog een populistische extreem-liberale rechtse formatie erbij. Veel standpunten van deze formaties komen overeen en een deel van het politiek personeel is onderling inwisselbaar. Mogelijk kan Dedecker het VB wel wat pijn doen, vooral onder een publiek van Vlaamse ondernemers en zelfstandigen. Het maakt de operatie van het VB om met haar economisch programma onder bepaalde specifieke doelgroepen te scoren iets moeilijker. Die specifieke doelgroepen vormen echter niet het gros van de kiezers van extreem-rechts. Er is een laag van VB-kiezers die voor deze partij kiest bij gebrek aan een alternatief. Als je vandaag tegen de traditionele politici en hun ‘partijen’ (lees: kiesverenigingen en reclamebureaus) wil stemmen, is er op het eerste gezicht weinig keuze voor handen: enkel het VB komt over als “anders”. De partij speelt daar handig op in door zichzelf “het enige alternatief” te noemen en uitdrukkelijk uit te halen naar de traditionele politici in haar slogan “Guy Leterme = Yves Verhofstadt. Eén pot nat.” Daar ligt nog steeds een groot potentieel voor het Vlaams Belang en dat heeft de partij zelf goed begrepen. Alleen komt het VB in de problemen als er concretere vragen worden gesteld naar wat haar alternatief dan wel is. Als de arbeiders op straat komen tegen de aanvallen op de pensioenen, vindt het VB dat het Generatiepact niet ver genoeg gaat. Als er een beweging ontstaat tegen de ontslagen bij Volkswagen-Vorst, meent het VB dat een bedrijf nu eenmaal “geen liefdadigheidsinstelling” is. Rond Opel heeft het VB vakkundig gezwegen. Als er vanuit dit soort bewegingen een vraag naar een alternatief ontwikkelt, groeit het potentieel voor een arbeidersformatie zoals CAP. De zoektocht naar een alternatief wordt dan actiever ingevuld waardoor het mogelijk wordt om kiezers van extreemrechts over te winnen voor een uitgesproken linkse formatie. Dat zagen we overigens ook bij de Franse presidentsverkiezingen: kiezers van Le Pen bleken opvallend positief te staan tegenover een kandidaat als Laguiller van Lutte Ouvrière. De mogelijkheden die zich vandaag stellen met het
P.
36
Comité voor een Andere Politiek (CAP) zijn belangrijk voor alle anti-racisten en anti-fascisten. CAP bevindt zich nog in een pril stadium en er zijn uiteraard heel wat onvolmaaktheden in de campagne en de gebrekkige structuren waarmee CAP nog te kampen heeft – en die normaal zijn op dit ogenblik van ontwikkeling. Maar als CAP kan beginnen te bouwen aan een politieke vertaling van het actieve verzet tegen het neoliberalisme, dan zou het een ernstige bedreiging vormen voor een partij als het VB. Het zou immers duidelijk maken dat het VB in werkelijkheid niet tegen het establishment is gericht, of toch alleszins enkel in woorden aan de kant van de “kleine man” zou staan. Zelfs zonder politiek verlengstuk voor de strijdbewegingen van arbeiders en jongeren, kan er reeds een druk komen te staan op extreem-rechts, maar dat is veel onstabieler en tijdelijker dan bij de creatie van een nieuwe formatie van de arbeiders en hun gezinnen. De ontwikkeling van een politiek alternatief kan extreem-rechts verder in een defensievere positie duwen. Dat zou ongetwijfeld de spanningen aan de top doen toenemen en het kan zelfs splitsingen of crisissen versterken. Uiteraard is dat niet de hoofdbedoeling bij de opbouw van een nieuwe politieke formatie, maar zeker voor anti-racisten is het een belangrijk gegeven. Blokbuster kiest duidelijk kant en schakelt zich actief in de opbouw van CAP in.
TEGEN FASCISTISCH GEWELD Na de opgaande fase van de anti-racistische beweging (‘91-’95) viel deze beweging min of meer stil. Voor een aantal fascisten was dit het startsignaal om over te gaan tot een meer openlijk gewelddadige politiek. Brugge was de eerste stad waar fascisten opnieuw op straat marcheerden, linkse cafés aanvielen, een anti-Shell actie in commandostijl uit elkaar sloegen,... Later werd ook aan de Gentse universiteit een dergelijke terreurcampagne gevoerd. Dit gebeurde steeds door individuen en/of organisaties die in feite deel uitmaken van het VB. Toen het geweld teveel persaandacht kreeg distantieerde het VB zich steevast, ondanks duidelijke bewijzen van een band. Blokbuster wees toen op de dubbele tactiek van het VB. Terwijl ze zich in het parlement een salonfähig imago probeerde aan te meten gecombineerd met een propaganda waarin het zich voorstelt als de partij van de kleine man, ging het VB anderzijds over tot intimidatie, geweld, valse beschuldigingen,... om politieke vijanden uit de weg te ruimen. De enige manier om het fascistisch geweld te stoppen bestond erin een grootse campagne op te zetten. Dat gebeurde in Brugge in 1997, waar het Comité tegen fascistisch geweld 600 betogers op de been bracht
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
en doorheen een nationale campagne zodanige druk zetten op de fascisten dat én van de leiders van het NJSV (jongerenorganisatie van het VB), Jeroen Mol, een bomaanslag pleegde op zichzelf om Blokbuster te beschuldigen, maar al vlug zelf door de mand viel. In 1998 bracht een betoging tegen fascistisch geweld in Gent 1000 antifascisten in actie. Door een erg actieve campagne kon ook hier de linkerzijde het zelfvertrouwen terugwinnen en kon extreem-rechts teruggedrongen worden. Ze slaagden er niet in meer dan 100 sympathisanten te mobiliseren voor de jaarlijkse NSV-betoging. Dit leidde er toe dat de fascisten het zelfvertrouwen verloren om over te gaan tot gewelddaden. Hetzelfde deden we in Turnhout in 2004 toen een groepje neo-nazi skinheads de jongeren in deze stad terroriseerden. We gingen in het verzet en organiseerden onder meer een betoging waarna de neo-nazi’s zich nog amper lieten zien (achteraf raakten enkelen onder hen wel betrokken in de racistische aanslag in Brugge in mei 2006).
Naarmate het VB groter wordt, moet het voorzichtiger zijn op het vlak van geweld en intimidaties. De partij beschikt nog wel over haar eigen ordedienst (Voorpost), maar haalt die minder vaak boven voor fysieke confrontaties. Dat zou kiezers kunnen afstoten. Anderzijds betekent dit ook dat sommige radicalere groepen zich iets losser zullen opstellen tegenover het VB en niet gebonden zijn aan de partijdiscipline. Dat kan hen makkelijker tot openlijk geweld brengen. Daartegenover is een gepast antwoord nodig: ons organiseren en mobiliseren. Door het geweld bekend te maken en tegelijk de tegenstanders te organiseren, kunnen extreem-rechtse geweldenaars terug in de sociale marginaliteit worden gedreven en wordt de drempel hoger om effectief tot geweld over te gaan.
-
Het is mogelijk om in te gaan tegen racistische vooroordelen in de samenleving. Dat kan echter enkel door een alternatief aan te bieden op het huidige systeem. Het kapitalistisch systeem is gebaseerd op winstmaximalisatie waarbij een groeiende groep uit de boot valt. Om protest van die groep te vermijden zien we tal van verdeel-en-heers tactieken van de burgerij: de werkenden worden opgezet tegen de werklozen die “luie profiteurs” zijn, de migranten importeren “hun miserie”, de armere wijken zijn “verzuurd”, stakende arbeiders zijn “egoïsten”,… Racisme wordt gecreëerd door een systeem in crisis.
Ook Dewinter is niet vies van wat geweld tegen andersdenkenden
Zodra elementen van geweld of intimidatie al te bekend raken, distantieert de VB-leiding zich onmiddellijk. Over Blood&Honour sprak de partijleiding zelfs in termen van “bietekwieten”. Dewinter moest publiek verklaren dat er voor skinheads geen plaats meer is in het VB.
FASCISME
TEGEN RACISME: ALLES WAT ONS VERDEELT, VERZWAKT ONS!
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
Om op de verdeelen-heers taktieken een antwoord te bieden, moeten we ons organiseren en concrete campagnes opzetten. Het moraliserende vingertje haalt niets uit, er is nood aan concrete campagnes die in de praktijk duidelijk maken dat de arbeiders en jongeren dezelfde belangen hebben in de strijd tegen de redenen van hun ongenoegen.
Dat kan in campagnes en bewegingen die plaats vinden. Zo werden bij de staking tegen het Generatiepact in oktober 2005 geen of amper vragen gesteld over de afkomst of huidskleur van wie het stakingspiket kwam vervoegen, er heerste een gevoel van solidariteit en eenheid. Hetzelfde zagen we in bewegingen tegen het jongerenbanenplan CPE in Frankrijk en andere gelijkaardige bewegingen. Voor ons is dat belangrijk: er is een opgang van strijd en in die strijdbewegingen kunnen we de verdeeldheid overstijgen en kijken naar wat ons verenigt en dus versterkt. Dat is wat we bedoelen met de slogan “Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons”.
EEN VOORBEELD: CAMPAGNE IN GENT TEGEN DURE VUILNISZAKKEN In 1998 werd door Militant Links (de voorloper van LSP) in Gent het initiatief genomen voor een campagne tegen de prijsverhoging van de vuilzakken na de privatisering van de huisvuilophaling. Deze
P.
37
campagne was bijzonder belangrijk als test voor campagnes in wijken waar het VB bijzonder hoge scores haalt bij de verkiezingen. In de armere wijken is er een grote leegte qua politieke activiteit. De traditionele partijen hebben deze wijken jaren lang links laten liggen en het VB dat er monsterscores haalt slaagt er niet in om een actieve kern op te zetten. Ook de linkse organisaties die je in allerlei gedaantes terugvindt aan de universiteiten zijn niet te bespeuren in de arme volksbuurten. Met de campagne tegen de prijsverhoging van de vuilzakken konden we in de praktijk uittesten in hoeverre we VB-kiezers konden overtuigen. Het aanbieden van een concrete campagne waarin het verschil met het VB duidelijk gemaakt wordt was daarbij erg belangrijk. Het VB beweerde wel tegen de prijsverhoging te zijn maar deed niets in de praktijk en had zelfs meegestemd voor de privatisering van de afvalophaling. Dit werd gebruikt op de wekelijkse betogingen waar als vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid commerciële vuilzakken werden gebruikt in plaats van de officiële zakken. In die betogingen stapten zowel Belgen als migranten op. Dit was een bijzonder sterk wapen tegenover racistische vooroordelen. Tegenover de verdeel-en-heers strategie waarbij de armsten tegen elkaar opgezet worden op basis van afkomst maakte de campagne immers duidelijk dat we in die armere wijken samen moeten opkomen tegen het beleid van het stadsbestuur. In deze campagne zijn we tal van VB -kiezers tegengekomen waarvan we er een aantal zelfs overtuigd hebben om actief te worden in LSP en Blokbuster.
NOOD AAN EEN SOCIALISTISCH ANTWOORD In de jaren ‘90 zagen we voornamelijk one-issue bewegingen die zich beperkten tot één thema en daar meestal een vrij beperkt programma over hadden. Met Blokbuster probeerden we vanaf eind jaren ‘90 om dat te doorbreken en een breder anti-kapitalistisch programma naar voor te brengen. Het triomfalisme van de kapitalisten van begin jaren ‘90 komt vandaag onder druk van een groeiend verzet tegen de bekendste instellingen van het kapitalisme. Na de betogingen in Seattle zagen we protesten tegen de EU in Nice en Göteborg, tegen het Wereldeconomisch Forum in Melbourne, tegen de G8 in Genua, de immense anti-oorlogsbeweging,… Nog later volgde het verzet tegen de Europese Grondwet in onder meer Frankrijk en Nederland en tegelijk de opkomst van een nieuwe linkerzijde in Latijns-Amerika. Het kapitalisme wordt in vraag gesteld omdat het voor een meerderheid van de bevolking geen stap vooruit betekent.
jaren 1990. De internationale betoging tegen racisme in Brussel in ‘92 bracht 40.000 jongeren op de been. Daarmee lagen we ook aan de basis van de oprichting van Youth against Racism in Europe, de internationale anti-racistische organisatie met afdelingen in bijna alle Europese landen. Vandaag wordt niet enkel rond thema’s als racisme actie gevoerd, maar is er een zoektocht naar een alternatief op het kapitalisme. Steeds meer arbeiders en jongeren staan open voor discussies over een socialistisch alternatief. Een dergelijk alternatief is noodzakelijk als antwoord op een systeem dat leidt tot polarisatie tussen rijk en arm met alle bijhorende verdelingen. Door met de arbeiders en jongeren eensgezind in actie te komen tegen de effecten van het kapitalisme, wordt een eerste stap gezet in de opbouw van een alternatief. Dat moet een politiek verlengstuk krijgen en uiteindelijk ook een programma waarmee fundamentele maatschappijverandering mogelijk is: een socialistisch programma. Uiteindelijk vechten we voor een ander maatschappelijk systeem als alternatief op het kapitalisme. Socialisme, met de techniek en kennis die vandaag aanwezig is, een democratisch opgesteld productieplan, en met de deelname en controle van de bevolking, kan een eind maken aan iedere vorm van uitbuiting en onderdrukking, ook racisme. Met een krachtige beweging tegen de asociale gevolgen van het kapitalisme kunnen we het VB tijdelijk in het defensief duwen en haar kiezers overwinnen. Met een socialistisch programma dat een alternatief biedt op het kapitalisme, kunnen we ervoor zorgen dat dit niet tijdelijk blijft. Deze uitdaging wil de Linkse Socialistische Partij samen met de Blokbuster-campagne aangaan. Werk hieraan mee en sluit aan! Geert Cool juni 2007
In de eerste golf van protest tegen racisme heeft Blokbuster een belangrijke rol gespeeld. Via talloze lokale betogingen, blokaddes van Vlaams Blok meetings en protestacties hebben we de linkervleugel van de anti-racisme beweging vorm gegeven in de
P.
38
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
BLOKBUSTER STAAT VOOR: Eenheid van jongeren en arbeiders, Belgen en migranten Stemrecht voor migranten op gemeentelijk, nationaal en Europees vlak Stop politiepesterijen tegen migranten Een einde aan de privatiseringen van de openbare diensten en de afbraak van de dienstverlening. Uitbreiding van de diensten en het personeelskader met volwaardige contracten en aanwervingsmogelijkheden voor migranten. Pak de multinationals aan, niet de vluchtelingen. Stop de uitwijzingen. Papieren voor iedereen. Een einde aan iedere vorm van racisme, seksisme en discriminatie. Degelijke jobs voor iedereen! 32-urenweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. Degelijke contracten. Stop de uitputtingsslag van de flexibiliteit. Goede en betaalbare woningen voor iedereen (een massaal programma van sociale woningbouw en stadsrenovatie). Gratis en degelijk onderwijs op alle niveaus. Gratis taalonderwijs. Vrije schoolkeuze, ook voor migranten. Voor een socialistische maatschappij waarin niet langer geproduceerd wordt voor de winsten van enkelen, maar voor de behoeften van iedereen.
BEZOEK ONZE WEBSITES: www.blokbuster.be www.socialisme.be www.actieflinks.be internationaalverzet.blogspot.com of contacteer ons op het nummer 02/345.61.81
FASCISME
-
WAT HET IS EN HOE HET TE BESTRIJDEN
P.
39