DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Voorwoord Voor u ligt het eindrapport van de afstudeergroep Duurzaam Advies Gevelrenovatie (DAG). Dit eindrapport is opgesteld in het kader van het afstuderen aan de Hanzehogeschool te Groningen. Het rapport is geschreven in het Atelier Duurzaam Bouwen van de Academie voor Architectuur, Bouwkunde & Civiele Techniek. In het atelier Duurzaam Bouwen op de Hanzehogeschool staat duurzaam bouwen centraal. Het doel van het atelier is, om onderzoek te doen naar het milieuvriendelijk bouwen en renoveren. Binnen het atelier werken afstuderende studenten, meerdere centrale onderzoeksvragen uit. Het doel is om de kennis van duurzaam bouwen te verbreden. Dit eindrapport maakt deel uit van de centrale onderzoeksvraag: “Is het mogelijk om de gevels van rijtjeswoningen uit de bouwperiode 1966-1975 te renoveren aan de hand van de Cradle-to-Cradlefilosofie?” Rijtjeswoningen uit de bouwperiode 1966-1975 vertegenwoordigen met 654.000 woningen, bijna 10% van de Nederlandse woningvoorraad. In de bouwperiode 1966-1975 werd meestal slecht of niet geïsoleerd. De woningen typeren zich door energieverlies en een slechte behaaglijkheid. Door meerdere milieuvriendelijke renovatieadviezen te geven voor deze woningen wordt een groot gedeelte van de Nederlands woningvoorraad voorzien van renovatieadviezen. Doordat de adviezen zo Cradle-to-Cradle mogelijk zijn opgesteld, zijn de adviezen zeer milieuvriendelijk. Bij Cradle-to-Cradle is het de intentie om goed te doen, niet minder slecht! Door te renoveren aan de hand van de Cradle-to-Cradle-filosofie worden materialen duurzamer ingezet. Ook bij de uiteindelijke sloop van de woningen wordt het milieu minder belast en kunnen vele materialen zonder kwaliteitsverlies opnieuw ingezet worden. De adviezen worden gegeven voor de twee woningtypes die het meest voorkomen bij grondgebonden rijtjeswoningen uit de periode 1966-1975. Bij elk woningtype zijn meerdere adviezen gegeven. Op deze wijze worden de belangrijkste woningtypes onder de loep genomen en heeft de woningbezitter keuze uit diverse mogelijkheden. Door de adviezen te ondersteunen met tekeningen, berekeningen, argumentatie en een financieel gedeelte wordt het advies realistisch en meetbaar. Tijdens het maken van dit eindrapport hebben we met diverse personen gesproken. Deze personen hebben ons ondersteund bij het maken van het onderzoeksverslag. Ten eerste willen we de docenten van de Hanzehogeschool bedanken. In het bijzonder bedanken we dhr. P. Donderwinkel, mevr. I. de Jong, dhr. R. Ovbiagbonhia en dhr. R. de Vrieze. Dit voor de begeleiding van het eindrapport. Verder willen we projectleiders E. Abee en H. Elting bedanken van de woningcorporatie Lefier. Hiernaast bedanken we G. de Vries van aannemingsbedrijf Rottinghuis bv voor het geven van adviezen en informatie over renoveren. Tot slot danken wij J. Biesma en de bedrijven Dubomat en de Vries Schilders voor hun adviezen en medewerking. Groningen, 2 juni 2009 Arjan Wever, Gerco Krijnen, Patrick Ketelaar en Richard Alkema
3 Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
3
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
4
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Samenvatting Het doel van dit eindrapport is om een beschrijving te maken van de renovatie mogelijkheden voor gevels van rijtjeswoningen uit de bouwperiode 1966-1975. In de beschrijving worden adviezen gegeven om te renoveren aan de hand van de Cradle-to-Cradle-filosofie. Bij Cradle-to-Cradle zijn de bouwmaterialen biologisch afbreekbaar of volledig her te gebruiken zonder kwaliteitsverlies. Deze kenmerken hebben positieve gevolgen voor het milieu. De woningen uit de bouwperiode 1966-1975 vertegenwoordigen ongeveer 10% van de Nederlandse woningvoorraad. Deze woningen zijn te verdelen in twee verschillende types. De grondgebonden woningen met gemetselde gevels en grondgebonden woningen met gevels voorzien van complete puien. Voor elke woningtype zijn er in dit eindrapport meerdere renovatieadviezen gegeven. De verschillende renovatieadviezen hebben allemaal een energieverbetering tot gevolg. Echter is niet elk advies even goed. Het is beter om een gehele woning te renoveren, dan dat er voor een gedeeltelijke renovatie wordt gekozen. Bij gedeeltelijke isolatierenovatie bestaat er het risico dat er schimmelvorming ontstaat. Dit gebeurd dan hoofdzakelijk op de plekken die niet geïsoleerd zijn. Deze plekken zijn koud en hierop kan dan het vocht neerslaan dat de woning produceert. Mede hierom is het beter om de gehele woning te isoleren. Hiermee voorkom je om later weer te moeten renoveren. Ook koudebruggen worden bij gehele na-isolatie verholpen. De adviezen zijn geschreven voor grondgebonden rijtjeswoningen uit de bouwjaren 1966-1975. De adviezen kunnen echter ook door bijvoorbeeld particuliere woningbezitters of andere woningcorporaties worden gebruikt. Het is een advies die door zijn ruime opzet op meerdere woningen toegepast kan worden. In dit eindrapport wordt in de inleiding de aanleiding van het eindrapport besproken (hoofdstuk 1). Daarna volgt in hoofdstuk 2 de strategie van het eindrapport. In hoofdstuk 3 zijn de resultaten van het onderzoeksrapport te vinden. Vervolgens komen in hoofdstuk 4 de adviezen aanbod met onder andere de bestaande situatie, energielabels, tekeningen en berekeningen. In hoofdstuk 5 worden de resultaten gepresenteerd. Ten slotte wordt in hoofdstuk 6 de conclusie weergegeven met hierna de literatuurlijst en bijlagen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
5
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Inhoudsopgave 1
Inleiding ........................................................................................................................................... 9
2
Strategie ........................................................................................................................................ 10
3
Onderzoeken ................................................................................................................................. 11
4
Advies ............................................................................................................................................ 12 4.1
Het energielabel ................................................................................................................... 14
4.2
Basis adviezen....................................................................................................................... 15
Woningtype ‘Emmerhout’ ................................................................................................................. 17 4.3
Woningtype ‘Emmerhout’ .................................................................................................... 19
4.3a
Bestaande situatie ‘Emmerhout’ .......................................................................................... 19
4.3b
Materiaalbladen bestaande situatie ‘Emmerhout’ .............................................................. 20
4.3c
Thermische eigenschappen - bestaande situatie ‘Emmerhout’ ........................................... 25
Woningtype ‘Emmerhout’ ................................................................................................................. 27 4.3d
1e advies ‘Emmerhout’ Deels vervangen panelen en glaswerk............................................ 29
4.3e
Materiaalbladen 1e advies ‘Emmerhout’ .............................................................................. 30
4.3f
Thermische eigenschappen – advies 1 woningtype ‘Emmerhout’ ....................................... 41
Woningtype ‘Emmerhout’ ................................................................................................................. 43 4.3g
2e advies “Emmerhout” Complete pui vervangen ............................................................... 45
4.3h
Materiaalbladen 2e advies ‘Emmerhout’ .............................................................................. 47
4.3i
Thermische eigenschappen – advies 2 woningtype ‘Emmerhout’ ....................................... 60
Woningtype ‘Emmerhout’ ................................................................................................................. 61 4.3j
3e advies “Emmerhout” Out of the box ............................................................................... 63
Woningtype ‘Keerpunt’ ..................................................................................................................... 69 4.4
Woningtype ‘Keerpunt’ ........................................................................................................ 71
4.4a
Bestaande situatie “Keerpunt” ............................................................................................. 71
4.4b
Materiaalbladen bestaande situatie ‘Keerpunt’................................................................... 72
4.4c
Thermische eigenschappen – bestaande situatie ‘Keerpunt’ .............................................. 77
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
6
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Woningtype ‘Keerpunt’ ..................................................................................................................... 79 4.4d
1e advies “Keerpunt” Na-isoleren binnenzijde ................................................................... 81
4.4e
Materiaalbladen 1e advies ‘Keerpunt’ .................................................................................. 82
4.4f
Thermische eigenschappen – advies 1 woningtype ‘Keerpunt’ .......................................... 90
Woningtype ‘Keerpunt’ ..................................................................................................................... 91 4.4g
2e advies “Keerpunt” Na-isoleren buitenzijde .................................................................... 93
4.4h
Materiaalbladen 2e advies ‘Keerpunt’ .................................................................................. 94
4.4i
Thermische eigenschappen – advies 2 woningtype ‘Keerpunt’ ........................................ 102
Woningtype ‘Keerpunt’ ................................................................................................................... 103 4.4j
3e advies “Keerpunt” Vervangen complete buitengevel ................................................... 105
4.4k
Materiaalbladen 3e advies ‘Keerpunt’ ................................................................................ 106
4.4l
Thermische eigenschappen – advies 3 woningtype ‘Keerpunt’ ......................................... 115
4.5
Adviezen uitgelicht .............................................................................................................. 116
5
Resultaten.................................................................................................................................... 125
6
Conclusie ..................................................................................................................................... 127
Literatuurlijst ....................................................................................................................................... 129
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
7
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
8
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
1
Inleiding
In het atelier D op de Hanzehogeschool staat duurzaam bouwen centraal. Het onderwerp wordt in al zijn vormen uitgezocht en uitgewerkt. DAG houdt zich in het kader van het afstuderen bezig met duurzaam renoveren aan de hand van de Cradle-to-Cradle-filosofie. Door te renoveren aan de hand van de Cradle-to-Cradle-wijze worden materialen duurzamer ingezet. Bij sloop van de woningen kunnen de materialen weer toegepast worden in de techno- en/of biosfeer. De materialen zijn direct inzetbaar bij andere bouwprojecten of terug te zetten in de natuur. Het vooronderzoek heeft geleid tot een verbreding van de kennis van renovatie, woningen uit de jaren 1966-1975 en Cradle-to-Cradle. Deze kennis had DAG nodig, om het eindrapport uit te werken en meerdere adviezen te kunnen geven. In dit eindrapport zijn meerdere adviezen te vinden om gevels van rijtjeswoningen uit de bouwperiode 1966-1975 te renoveren aan de hand van de Cradleto-Cradle-filosofie. De adviezen hebben als hoofddoel woningcorporaties duurzamer en energiezuiniger te laten renoveren. Echter doordat de adviezen ruim opgezet zijn, kan men met enige creativiteit de adviezen ook toepassen op woningen uit andere jaren. De woningen die gebouwd zijn in de jaren 1966-1975 voldoen niet aan de eisen die tegenwoordig gelden in Nederland. Ook voldoen ze niet aan de eisen die gebruikers stellen aan woningen. Mede hierdoor worden vele woningen uit 1966-1975 gerenoveerd. Bij de meeste renovaties wordt er gekozen voor methoden die eenmalig en permanent zijn. Hiermee wordt bedoeld dat men ervan uitgaat dat dit de laatste renovatie is die op de woning wordt toegepast en dat de materialen na renovatie rijp zijn voor sloop. Bijvoorbeeld door het volspuiten van de spouw met isolatie PUR. Door te renoveren aan de hand van de Cradle-to-Cradle-filosofie kan er sloopafval bespaard worden en milieuvriendelijker gerenoveerd worden. Dit kan doordat de materialen hergebruikt kunnen worden zonder kwaliteitsverlies en/of volledig biologisch afbreekbaar zijn. Door zoveel mogelijk volgens de Cradle-to-Cradle-filosofie te bouwen is er bij renovatie en sloop minder afval. Dit komt doordat de materialen herbruikbaar zijn. Hierdoor zullen de kosten bij toekomstige projecten omlaag gaan. Waardoor de bouwwijze rendabel zal worden voor woningbouwcorporaties en eventueel particuliere woningbezitters. In hoofdstuk 4 zijn de adviezen uitgewerkt. Hier zijn onder andere de energielabels uitgewerkt, materiaal keuzes belicht en tekeningen te zien. Vervolgens zijn alle resultaten te vinden in hoofdstuk 5. De conclusies van dit eindverslag staan in hoofdstuk 6.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
9
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
2
Strategie
In dit verslag zijn adviezen te vinden voor het renoveren van woningen uit de bouwperiode 19661975. Voorbeelden van woningen uit deze periode heeft DAG verkregen van de woningbouwcorporatie Lefier te Emmen. Van de woningcorporatie zijn tekeningen en eventuele technische omschrijvingen verkregen. Al deze woningen hebben een energielabel E of lager. De woningcorporatie renoveert desbetreffende woningen doorgaans naar energielabel C. De woningbouwcorporatie staat open voor duurzame adviezen en is bereid mee te werken aan een groenere bouwwereld. DAG en Lefier hebben besloten om voor twee verschillende voorbeeldwoningen te kiezen, deze woningen staan op de lijst van renovaties. Dit is gedaan om de algehele adviezen zo realistisch mogelijk te maken. De adviezen kunnen gehanteerd worden als de woningen daadwerkelijk gerenoveerd worden. Bij de adviezen is er gekeken, hoe de gevels van de rijtjeswoningen zo duurzaam/Cradle-to-Cradle mogelijk gerenoveerd kon worden. Naast adviezen voor de gevels, geeft DAG ook adviezen voor vloerisolatie, dakisolatie en andere energiebesparende maatregelen die toegepast kunnen worden. Naast het beargumenteren van de gemaakte keuzes, zijn er tekeningen van de bestaande en nieuwe gevels te vinden. Ter ondersteuning van dit alles zijn er details en energieberekeningen toegevoegd.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
10
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
3
Onderzoeken
Om tot een goed eindverslag te komen heeft DAG onderzoek gedaan naar woningen uit de periode 1966-1975, hedendaagse renovatie en Cradle-to-Cradle. In deze onderzoeken zijn er antwoorden gekomen op onderzoeksvragen die DAG had opgesteld. In dit hoofdstuk zijn de resultaten te vinden van de onderzoeken. Dit om een goed beeld te krijgen van waar de problemen en mogelijke oplossingen zitten. Woningen die gebouwd zijn in de jaren 1966-1975 zijn gebouwd volgens voorschriften die niet meer te vergelijken zijn met de huidige eisen. De huidige en potentiële woningcorporaties stellen steeds hogere eisen aan de woningen en willen deze eisen bereiken aan de hand van renovaties. Bij renovaties worden de esthetische kanten van de woningen ook meegenomen. Kunnen woningen uit de jaren 1966-1975 gerenoveerd worden aan de hand van de Cradle-to-Cradlefilosofie? Het antwoord op deze vraag is dat er deels gerenoveerd kan worden aan de hand van de Cradle-to-Cradle-filosofie. Voor de rest van de renovaties moet er naar een zo duurzaam en milieubewust alternatief gekozen worden. Dit omdat er op dit moment niet genoeg Cradle-to-Cradle materialen te verkrijgen zijn. Woningen uit de periode 1966-1975 typeren zich door slechte tot geen isolatie. Hiernaast hebben de woningen een grote gehorigheid door de doorlopende constructies van woning naar woning. Ook is er veel enkel glas toegepast en zijn er ongeïsoleerde panelen te vinden in de woningen. De woningen hebben veelal een koude ongeïsoleerde betonvloer, ligt er een houtenvloer dan is deze vaak ook ongeïsoleerd en rottingsgevoelig. Naast de slechte thermische isolatie zijn er ook veel koudebruggen aanwezig. Het volledig renoveren van de woningen aan de hand van de Cradle-to-Cradle wijze zal niet lukken. Dit komt doordat de Cradle-to-Cradle-filosofie zich nog in een beginstadium bevindt. Hiernaast zijn er op dit moment zeer weinig bouwmaterialen die 100% Cradle-to-Cradle zijn. Wel kan er veel milieubewuster en duurzamer gerenoveerd worden dan er op dit moment wordt gedaan. Uit dit onderzoek is gebleken, dat er gezocht moet worden naar een zo duurzaam en milieubewust mogelijke oplossing, om zo dicht mogelijk bij de Cradle-to-Cradle- filosofie aan te sluiten. De meerdere adviezen die gegeven zullen worden, zullen betrekking hebben op twee verschillende woningtypen. De adviezen houden rekening met het budget, Cradle-to-Cradle-filosofie en milieubewust bouwen. Doordat met deze factoren rekening gehouden wordt komen er duurzame en realistische adviezen naar voren.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
11
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4
Advies
De renovatieadviezen zijn opgesteld door afstudeergroep DAG. De rijtjeswoningen gebouwd in de bouwperiode 1966-1975 vertegenwoordigen met 654.000 woningen, bijna 10% van de Nederlandse woningvoorraad. De renovatieadviezen zijn opgesteld voor de meest voorkomende gevelbeelden uit de bouwperiode 1966-1975. Dit is gedaan om zo veel mogelijk woningen te voorzien van renovatieadviezen. De meest voorkomende gevelbeelden zijn op te delen in twee categorieën. In de eerste categorie behoren de gevels die voorzien zijn van complete puien met glas en panelen. In de tweede categorie worden de gevels met metselwerk behandeld. Voor beide categorieën zijn er meerdere adviezen opgesteld. Dit is gedaan om de woningbouwcorporatie keuze te geven en om aan te geven dat er meerdere oplossingen zijn. Om een zo realistisch mogelijk advies te geven heeft afstudeergroep DAG contact gezocht met woningbouwcorporatie Lefier. Lefier is in dit geval de woningcorporatie waar de adviezen voor zijn geschreven. DAG heeft met twee projectleiders van de afdeling renovatiewerkzaamheden een verkennend gesprek gehouden. Tijdens het verkennend gesprek zijn er vragen gesteld met betrekking tot de hedendaagse renovaties en hoe het advies opgesteld zou moeten worden zodat deze ook daadwerkelijk gebruikt zullen worden. Na overleg zijn er voor twee projecten gekozen die op te delen zijn in de meest voorkomende gevelbeelden. Daarnaast staan beide woningtypen op de nominatielijst voor renovatie. Het gaat om de woningtypes ‘Emmerhout’ en ‘Keerpunt’. Woningtype ‘Emmerhout’ valt onder de categorie woning met complete puien met hierin glas en panelen. Voor dit woningtype zijn drie verschillende renovatieadviezen gegeven. Bij het eerste renovatieadvies worden er deels panelen en glaswerk vervangen. Bij het tweede renovatieadvies wordt de complete pui vervangen. Bij het laatste renovatieadvies is er voor gekozen om een ‘out of the box’ advies te geven. Bij het woningtype ‘Keerpunt’ bestaat het gevelbeeld geheel uit metselwerk met hierin de kozijnen. Ook voor dit woningtype zijn drie renovatieadviezen gegeven. Deze drie renovatieadviezen zijn onder te verdelen in na-isoleren aan de buitenzijde van gevel, na-isoleren aan de binnenzijde van de gevel en het vervangen van de complete buitenspouwblad. In paragraaf 4.1 wordt er meer verteld over het energielabel en de bijbehorende energie-index. In 4.2 staat er omschreven wat Cradle-to-Cradle is, hoe de materiaalkeuzes zijn bepaald en hoe de bouwfysische berekeningen zijn gemaakt. Paragraaf 4.3 en 4.4 zijn voorzien van de adviezen. De adviezen worden uitgelicht met: o Beschrijving bestaande situatie o Materialenbladen bestaande situatie o Rc-berekeningen + energielabel bestaande situatie o Beschrijving adviezen o Materialenbladen adviezen o Rc-berekeningen + energielabel adviezen
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
12
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie In paragraaf 4.3 en 4.4 wordt alles beknopt omschreven, mochten er dan nog onduidelijkheden zijn dan kan paragraaf 4.5 opheldering bieden. De belangrijkste onderdelen van de adviezen zijn hier duidelijker omschreven. De geveltekeningen en details zijn apart weergegeven in een tekeningenboek. Dit is gedaan omdat de tekeningen gemaakt zijn op A3 formaat. Uitgebreide berekeningen van de Rc-waarden zijn te vinden in bijlage 1. De energielabel berekeningen zijn te vinden in bijlage 2 van het bijlagenboek.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
13
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.1
Het energielabel
Tegenwoordig zijn energielabels verplicht op gebouwen, auto’s en apparaten. Deze verplichting is een gevolg van de invoering van de Europese EPBD-richtlijn. Het energielabel is in het leven geroepen om de energieprestaties in beeld te brengen en te leiden tot verbetering van de energieprestaties van gebouwen. DAG houdt zich bezig met het energielabel dat geldt voor gebouwen. Het energielabel geeft de energieklasse aan, en hiernaast ook de mogelijke energiebesparende maatregelen. Energielabel A++ is het beste en is vrijwel alleen haalbaar bij nieuwbouw. Energielabel G is de slechtste en is te verwachten bij zeer oude ongeïsoleerde woningen. Bij woningen met een energielabel tussen A++ en B zijn veel minder mogelijkheden tot energiebesparing dan C tot/m G. Tot slot geeft het energielabel een Energie-Index en het gestandaardiseerde energieverbruik aan.
Afbeelding 1: De energielabels met energie-index Door de energielabel van de bestaande constructie te vergelijken met die van de gerenoveerde gevel kan er gezien worden wat de renovatie heeft opgeleverd. Om tot een energielabel te komen wordt er een energie-index berekend. Deze energie-index bepaalt de labelklasse van de woningen. De berekening wordt gedaan op verschillende onderdelen. Onder andere wordt er gekeken naar het bewonersgedrag, de gebouweigenschappen en gebouwgebonden installaties.
Afbeelding 2: Beeldmerk verbeterd energielabel Van de twee woningtypen ‘Emmerhout’ en ‘Keerpunt’ zijn er energielabels berekend voor de bestaande situatie en de nieuwe gerenoveerde situatie. Deze berekeningen laten zien dat er een verbetering van energielabel oplevert na renovatie (zie paragraaf 4.3 en 4.4). Bronvermelding:
www.energiebesparingsverkenner.nl
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
14
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Basis adviezen
4.2
Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things (2002) is de titel van het boek, geschreven door William McDonough en Michael Braungart. In het boek wordt een nieuwe visie op duurzaam ontwerpen omschreven. Bij Cradle-to-Cradle is het de intentie om goed te doen, niet minder slecht! Demontabel ontwerpen en materialen toepassen die herbruikbaar zijn in de biosfeer of technosfeer, vallen onder de Cradle-to-Cradle-filosofie. Bij Cradle-to-Cradle materialen is het de bedoeling dat het voedsel is voor nieuwe producten. Zoals de ondertitel van het Nederlandse Cradle-to-Cradle boek als zegt: Afval = Voedsel. Bronvermelding:
Braungart, Michael en McDonough, William. Cradle-to-Cradle
Materialen Bij het maken van de adviezen is er rekening gehouden met de X-lijst, Grijze lijst en Positieve bouwmaterialenlijst. In deze lijsten staat beschreven welke bouwmaterialen beslist niet en juist wel toegepast kunnen worden, als je rekening houdt met de Cradle-to-Cradle-filosofie. Mede door deze lijsten is er voor gekozen om onder andere geen metalen, MDF, OSB, PUR-schuim en Akrylhydverf te kiezen. Bij de gemaakte keuzes is er gekeken of de bouwmaterialen ook schadelijk afval veroorzaken. Hiernaast is gekeken of het materiaal demontabel is en/of her te gebruiken is in de technosfeer en/of biosfeer. Met andere woorden is het bouwmateriaal her te gebruiken zonder kwaliteitsverlies of is het product biologisch afbreekbaar. Wanneer er voor een bouwmateriaal geen Cradle-to-Cradle alternatief gevonden werd is er een zo duurzaam en minst schadelijk alternatief gekozen. Bronvermelding:
Braungart, Michael en McDonough, William. Cradle-to-Cradle
X-lijst Akrylhydverf Bitumen Lood PUR-isolatie PUR-schuim PVC
Grijze lijst Aluminium Beton Hardboard Koper MDF Multiplex OSB Roestvrij staal Staal Zink
Positieve lijst Hout met FSC-label Isolatie - Hennep Isolatie - Houtvezelplaten Isolatie - Kurk Isolatie - Riet Isolatie - Schapenwol Isolatie - Strobalen Isolatie - Vlas Leem Lijmen (minerale/plantaardige grondstof) Producten met Natureplus-Label Verven (minerale/plantaardige grondstof) Afbeelding 3: Samenvatting X-lijst, Grijze lijst en Positieve lijst ‘Cradle-to-Cradle bouwmaterialen’ Bij de adviezen is de keuze onder andere gevallen op duurzame houtsoorten. Het gaat hierbij om houtsoorten met het FSC keurmerk en fabrikanten met het Natureplus-label. Hiernaast is er gekozen voor verven en lijmen waarvan de bind- en vulmiddelen voor het grootste deel bestaan uit minerale of plantaardige grondstoffen. Bij de isolatie is er gekozen voor isolatieplaten die zijn gefabriceerd uit hernieuwbare grondstoffen. Om ook de binnenkant van de woningen een duurzaam Cradle-toCradle materiaal te geven is er gekozen voor leem en/of duurzame houten panelen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
15
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Bouwfysica In dit verslag wordt uitgezocht wat de thermische eigenschappen van de bestaande situaties zijn . De thermische eigenschappen worden aangegeven met de Rc-waarde, deze waarden zijn van belang om te bepalen waar warmteverlies optreedt in de constructie. Ook worden de waarden gebruikt om de energielabels te bepalen. Bekend is dat de bestaande ongerenoveerde woningen vallen onder de energielabels E en F. Het streven van afstudeergroep DAG en woningcorporatie Lefier is om de woningen te upgraden naar energielabel C. Om dit energielabel te behalen zijn er voor beide woningen meerdere adviezen opgesteld waarin wordt geadviseerd hoe de gevels van de woningen door middel van een renovatie beter geïsoleerd kunnen worden. Tevens zijn er adviezen gegeven voor het na-isoleren van de vloeren en daken. Vervolgens zijn de thermische eigenschappen van de nieuwe constructie ook berekend, om deze te kunnen vergelijken met de bestaande situatie. Zowel voor de bestaande situatie als de nieuwe situaties is ook berekend of er inwendige condensatie in de constructie optreedt. Met betrekking tot de bestaande situatie is dit gedaan om te analyseren hoe de bestaande situatie verbeterd moet worden. Voor het bepalen van de thermische eigenschappen, of er condensatie in de constructies optreedt en wat het werkelijke dampspanningsverloop in de constructie zal zijn, is gebruik gemaakt van de Glaser methode. Deze berekeningen zijn te vinden in bijlage 1 van het bijlagenboek. De resultaten van de Rc-waarden zijn verwerkt in het verslag onder paragraaf 4.3 en 4.4.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
16
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Bestaande situatie Woningtype ‘Emmerhout’
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
17
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
18
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3 4.3a
Woningtype ‘Emmerhout’ Bestaande situatie ‘Emmerhout’
Het woningtype genaamd ‘Emmerhout’ kenmerkt zich door zijn plat dak en de gevels welke bestaan uit puienwerk met hierin glas en panelen. De dakconstructie van het woningtype ‘Emmerhout’ bestaat uit een in het werk gestorte betonplaat van 150mm dik. Het dak is aan de binnenzijde afgewerkt met een spacklaag en aan de buitenzijde met bitumineuze dakbedekking. Het gevelbeeld van het type ‘Emmerhout’ wordt bepaald door puien, met hierin glas en panelen. De bovenverdieping is voorzien van enkel glas. Enkel glas heeft een slecht isolerende waarde, wat de bouwfysische eigenschappen van het enkelglas zijn te zien in de Rc-waarde berekeningen.
Afbeelding 4: Woningen Emmerhout Op de begane grond zijn de kozijnen voorzien van dubbele beglazing. Hoogstwaarschijnlijk is hier het enkel glas al vervangen door dubbele beglazing bij een voorgaande renovatie. Tegenwoordig zijn er betere isolerende glastypes verkrijgbaar, onder andere de HR++ beglazing. Om de verschillen van de bestaande situatie en de adviezen aan te tonen zijn er berekeningen gemaakt. In de gevel van de woningen zijn panelen verwerkt in de borstweringen. De opbouw van de borstweringen is van buiten naar binnen: In de sponning van het kozijn is het plaatmateriaal trespa bevestigd, achter deze plaat bevindt zich 20mm luchtspouw en dit geheel wordt geïsoleerd door middel van 30mm PS-schuimplaat. Van binnen is het kozijn afgewerkt met het plaatmateriaal multiplex met een dikte van 12mm dik. Voor de berekeningen is als model een tussenwoning gebruikt van het type ‘Emmerhout’ welke is gebouwd in 1968. De woning staat in de Laan van de Eekhorst te Emmen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
19
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3b
Materiaalbladen bestaande situatie ‘Emmerhout’
Onderdeel: Houten Kozijnen Bestaand materiaal Vurenhouten kozijnen - standaard bosbouw (geverfd) Samenstelling: - Vurenhout uit standaard bosbouw (geprofileerd) - Alkydverf - Lijm Mate van C2C: Een vurenhouten kozijn gewonnen uit standaard bosbouw behandeld met alkydverf is een verreweg van C2C materiaal. Standaard bosbouw houd in dat er voor de gevelde bomen geen nieuwe bomen worden teruggeplant. Hierdoor wordt het milieu dus behoorlijk belast. Tijdens het profileren van het hout wordt energie verbruikt, met als gevolg dat er CO2 vrijkomt. Doordat het hout is behandeld met alkydverf is het geen natuurproduct meer en kan het dus niet meer terug in de natuur worden gelegd zonder de natuur hiermee te belasten. De twee materialen zijn namelijk niet volledig meer van elkaar te scheiden. Door het aanbrengen van lijm voor de verbindingen en de behandeling met alkydverf maakt de kozijnen tot een slecht product.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
20
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Trespa beplating in panelen Bestaand materiaal Trespa 6mm Samenstelling: - Houtvezels - fenolhars bindmiddel - Kleurafwerking Mate van C2C: Trespa is officieel een merknaam. Het is een massieve vezelplaat opgebouwd uit houtvezels met een fenolhars bindmiddel. Het fenolhars maakt het product niet natuurlijk afbreekbaar. Wanneer de platen mechanisch worden bevestigd is hij makkelijk te verwijderen en opnieuw te gebruiken. Het materiaal kan na gebruik worden teruggegeven aan de fabriek, daar kan het dan weer gerecycled worden tot nieuwe platen. Bij de productie van trespa wordt veel energie gebruikt wat zorgt voor veel CO2 uitstoot. De platen worden afgewerkt met een bepaalde soort kleurafwerking. Deze wordt door een chemisch proces aangebracht en is onomkeerbaar. Het product is geen C2C materiaal te noemen omdat het proces onomkeerbaar is en het product niet terug te geven is aan de natuur.
Onderdeel: EPS isolatie platen Bestaand materiaal Polystyreen 30mm Samenstelling: - Polystyreen - Lucht Mate van C2C: De basis voor geëxpandeerd polystyreen is styreen. Styreen wordt vervaardigd uit aardolie. Het polystyreen wordt d.m.v. een proces met stoom geëxpandeerd. Het proces vergt hierdoor veel energie met CO2 uitstoot tot gevolg. Door de basis van aardolie en het energievragende proces kan dit materiaal niet worden gezien als C2C materiaal.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
21
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Multiplex binnenbetimmering in panelen Bestaand materiaal Multiplex 12mm - Fineerlagen - Lijm Mate van C2C: Multiplex wordt opgebouwd uit een oneven aantal fineerlagen die kruislings op elkaar worden verlijmd. Voor de niet watervaste platen is dat ureumformaldehydelijm. De belangrijkste grondstof voor deze lijm is aardgas. Aangezien aardgas uit de aarde gewonnen wordt en niet kan wordt teruggestopt wordt hierdoor het milieu aanzienlijk belast. Tijdens het proces worden de fineerlagen onder hoge temperatuur en druk met elkaar verlijmd. Dit proces vraagt veel energie en zorgt dus ook voor CO2 uitstoot. Het materiaal kan door het proces en het lijm niet worden beschouwd als milieuvriendelijk en dus zeker niet tot de C2C materialen.
Onderdeel: Regelwerk in panelen Bestaand materiaal Vurenhout regelwerk Samenstelling: - Vurenhout uit standaard bosbouw Mate van C2C: Onbehandeld vurenhout gewonnen uit standaard bosbouw is ook niet C2C te noemen. Dit komt omdat het hout uit standaard bosbouw is gewonnen en niet het FSC keurmerk draagt. Dit houdt o.a. in dat er voor de gekapte bomen geen nieuwe zijn terug geplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus aangetast. Ook het zagen van boomstammen tot bruikbaar constructiehout is een proces dat energie kost en zorgt voor CO2 uitstoot.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
22
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Enkele beglazing Bestaand materiaal Enkele beglazing 6 mm Samenstelling: - Zand - Soda - Kalk - Dolomiet Mate van C2C: Tijdens de productie van glas worden de grondstoffen in een bepaalde samenstelling bij elkaar gemengd. Ook wordt hierbij glasgruis (afval glas) toegevoegd. Deze massa wordt dan verhit tot 1550 ºC. Daarna wordt het gevormd, gecoat, afgekoeld en versneden. De productie van glas vraagt dus ook erg veel energie. Aangezien er in Nederland jaarlijks 5 tot 5,5 miljoen m² glas wordt geproduceerd zorgt dit voor aanzienlijk veel uitstoot van CO2. Voordeel van glas is wel dat het volledig recyclebaar is, en hiermee het uitputten van de grondstofbronnen wordt beperkt. Maar als we het hebben over C2C past ook dit product daar niet in thuis.
Onderdeel: Dubbele beglazing Bestaand materiaal Dubbele beglazing 4-12-4 Samenstelling: - Zand - Soda - Kalk - Dolomiet - Aluminium - Inert gas Mate van C2C: Het proces van dubbel glas verloopt hetzelfde als bij enkel glas, met dit verschil dat het glas dubbel word uitgevoerd met een laag lucht of inert gas ertussen. De glasplaten worden d.m.v. een aluminium strip van elkaar gehouden en verlijmt om het geheel lucht- en vochtdicht te maken. Het proces vraagt dus nog meer energie als dat van enkel glas. Wel heeft het glas een vele betere isolatiewaarde, waardoor er in huis minder energie wordt verbruikt. Ook dit glas is recyclebaar, maar wel lastiger te scheiden door het aluminium. Ook dit product is dus niet erg C2C.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
23
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Metselwerk Bestaand materiaal Baksteen vermetseld met metselspecie Samenstelling baksteen: - Klei Samenstelling metselspecie - cement - water - zand Samenstelling cement: - kalksteen - poederkoolvliegas - hoogovenslak - gipsgesteente - klei Mate van C2C: Een gemetselde muur bestaande uit bakstenen en metselspecie is niet C2C te noemen. Dit heeft er mee te maken dat de belangrijkste grondstoffen voor zowel de bakstenen (klei) en het specie (cement) gewonnen wordt uit uitputbare bronnen. Nog een belangrijke factor is dat het uithardingproces van het metselspecie onomkeerbaar is. Een gemetselde gevel is daardoor niet demontabel en kan ook niet voor hetzelfde doeleind worden gebruikt. Voor de productie van bakstenen moet eerst het klei geschikt gemaakt worden, daarna gevormd en gebakken. Dit proces vergt dus erg veel energie, en zorgt daarmee ook voor veel CO2 uitstoot.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
24
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3c
Thermische eigenschappen - bestaande situatie ‘Emmerhout’
Onderstaand ziet u een overzicht van de Rc-waarden welke de thermische eigenschappen weergeven van de constructies behorende bij de bestaande situatie van het woningtype ‘Emmerhout’. Ook wordt aangegeven of er in theorie inwendige condensatie optreedt in de constructie. De volledige berekeningen zijn te vinden in bijlage 1 van het bijlagenboek. Woningtype 'Emmerhout'
Constructie
Detail
Dakconstructie Beglazing bovenverdieping Beglazing begane grond Panelen
1 1 2 2&3
Bestaande situatie Rcwaarde in m2•K/W 0,11 0,18 0,36 1,12
Inwendige condensatie Ja Ja Ja Nee
Uit de berekeningen is gebleken dat de constructies van de woning in de huidige situatie beschikken over zeer slechte Rc-waarden. In eerste instantie was al bekend dat de woning slecht geïsoleerd zijn. Toch zijn de Rc-waarden van de huidige situatie berekend om deze te kunnen vergelijken met de adviezen. Ook zijn bovenstaande Rc-waarden van belang om te kunnen bepalen welke energie-index tot de woning behoort, en welk energielabel hier aan gekoppeld is. Uit de berekening is gebleken dat er inwendige condensatie optreedt ter plaatse van de dakconstructie, de enkele beglazing bij de bovenverdieping en bij het dubbele beglazing op de begane grond. Bij de dakconstructie is inwendige condensatie niet mogelijk aangezien de bitumineuze dakbedekking beschikt over een hoog dampdiffusieweerstandsgetal en dus waterdicht is. Volgens de berekening treedt er op de bovenverdieping bij het enkel glas condensatie op aan de buiten- en binnenzijde. Ook bleek uit de berekening dat er condensatie optreedt in de spouw van de dubbele beglazing. Dit is slechts theorie en onmogelijk aangezien de spouw van de dubbele beglazing lucht- en dampdicht is. Wanneer de spouw lek is door verkeerde montage of breuken in het glas wordt de condensatie wel zichtbaar.
Energielabel - bestaande situatie woningtype ‘Emmerhout’ Met de berekende Rc-waarden is het mogelijk om de energie-index te berekenen. Aan de hand van de energie-index kan bepaalt worden welk energielabel tot de woning behoort. In het geval van de bestaande situatie hoefde er geen berekening gemaakt te worden om het energielabel te bepalen, omdat de gegevens al in het bestand van woningcorporatie Lefier stonden. Hieruit bleek dat de woning in de huidige situatie een energie-index van 2,31 heeft en hiermee onder energielabel E valt, zie afbeelding 6.
Afbeelding 5: Energielabel E
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
25
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
26
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Advies 1 Woningtype ‘Emmerhout’
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
27
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
28
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3d
1e advies ‘Emmerhout’ Deels vervangen panelen en glaswerk
Bij het 1e advies voor woningtype ‘Emmerhout’ worden de panelen en het glaswerk vervangen. Hiernaast wordt de woning nageïsoleerd en worden er kieren gedicht. Koudebruggen worden ook aangepakt, echter zover mogelijk is. Niet alle koudebruggen kunnen aangepakt worden doordat de bestaande kozijnen blijven zitten. De gevel wordt nageïsoleerd met vlasvezel, het dak met houtvezelplaten en de vloer met thermoskussens. De kierdichtingen worden gedaan met tochtstrippen bij scharnierende delen. De slecht geïsoleerde borstwering met Trespa Exterieur buiten en multiplex binnen worden vervangen door: (van buiten naar binnen) o Robinia Wood rabatdelen 16mm geschroefd o Regelwerk 22x54mm geschroefd o Vochtkerende dampdoorlatende folie geniet o Vlasvezel 80mm o (Bestaand) regelwerk 89x44mm o Vochtkerende dampremmende folie o Pavaclay 20mm geschroefd o Leemstuc rechtstreeks op onderplaat. Totale Rc-waarde: 3,01 m2*k/W
Het dak wordt aan de bovenzijde nageïsoleerd met houtvezelplaten van 60mm. De oude dakbedekking zal blijven liggen om optrekkend vocht van binnenuit te scheiden van de houtvezel isolatieplaten. De dakbedekking zal worden uitgevoerd met een EPDM-membraam (gelast), en de dakrand wordt afgewerkt met een aluminium daktrim. Het dak zal een totale Rc-waarde verkrijgen van 2,34 m2*k/W. De kopkanten van het dak worden nageïsoleerd met vlasvezel isolatie 30mm. De kopzijde wordt voorzien van regelwerk 40x44 mm, een geniete vochtwerende folie en geschroefde Robinia delen van 16mm. De vloeren worden nageïsoleerd met thermoskussens (driekamers). De vloer van de kruipruimte wordt voorzien van een PE bodemfolie. De zijkanten van de funderingen worden nageïsoleerd met 60mm houtvezelplaten, om koudebruggen te elimineren. De houtvezelplaten worden afgeplakt met PE folie, hierdoor kan er geen vocht in de platen trekken. De vloer zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 3,2 m2*k/W. Het glaswerk wordt, waar nodig, vervangen met HR++ isolatieglas. Het HR++ isolatieglas zal zoveel mogelijk droog worden geplaatst. De glaslatten worden genageld. De kopzijden van de woningen worden nageïsoleerd met geschroefde 60mm houtvezel isolatieplaten. De buitenzijde zal afgewerkt worden met een gesmeerde hechtmortel, wapeningsweefsel, nogmaals gesmeerde hechtmortel, voorstrijk en vervolgens de gesmeerde Spachtelpleister. De kopzijde zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 2,43 m2*k/W.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
29
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3e
Materiaalbladen 1e advies ‘Emmerhout’
Onderdeel: Isolatie in Panelen Vervangend materiaal voor polystyreen isolatie Vlasvezel isolatie (Isovlas) Samenstelling: - Vlas Mate van C2C: Vlasvezel isolatie is een zacht isolatiemateriaal welke vervaardigt wordt uit vlas. Ook afvalstoffen van de linnenindustrie worden hierin verwerkt. Het is dus een afvalproduct. De thermische isolatie is gelijk aan die van traditionele isolaties zoals glaswol en steenwol. De akoestische isolatie van vlaswol is zelfs beter. Het kost weinig energie om het materiaal te vervaardigen en is volledig biologisch afbreekbaar. Dit materiaal is dus C2C te noemen.
Alternatief 1 Schapenwol isolatie (Texelwool Graaf isolatie) Samenstelling: - Schapenwol Mate van C2C: Schapenwol is uiteraard een natuurlijk product. Het wordt tot rollen of tot platen verweven met een speciale techniek, waarbij geen andere toevoegingen worden gedaan. Het materiaal is 100% recyclebaar zonder dat het extra energie kost. Het materiaal zou ook na gebruik in de grond gestopt kunnen worden. Het is niet schadelijk en helpt mee aan een goede bodemvoeding. Het zorgt ervoor dat vocht en zuurstof onder de grond beter hun weg kunnen vinden. Het materiaal wordt daarom ook veel gebruikt onder kunstgrasvelden. Er valt dus te stellen dat dit product volledig C2C is.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
30
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 2 Glaswol (Isover) Samenstelling: - Zand - Gerecycled glas Mate van C2C: Glaswol bestaat voor 75% uit gerecycled glas en kan in principe oneindig worden gerecycled tot nieuw glaswol. 25% van het materiaal moet dus opnieuw gewonnen worden en is dus schadelijk voor het milieu. Ook kan het materiaal niet terug worden gegeven aan de natuur, omdat het niet biologisch afbreekbaar is en dus vervuilend voor het milieu. Door het hoge recyclepercentage kan glaswol niet worden gezien als een slecht materiaal, maar ook niet als C2C.
Kosten Indicatiekosten(ex. btw): -
Vlasvezel 60mm €6,24/m² Schapenwol 60mm €6,60/m² Glaswol 60mm €3,35/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
31
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Isolatie op metselwerk Toegevoegd materiaal Houtvezelplaat (Diffutherm WDVS Pavatex) Samenstelling: - Houtvezels Mate van C2C: De houtvezelplaat bestaat volledig uit samengeperste houtvezels. Het is een afvalproduct waaraan geen schadelijke materialen zijn toegevoegd. Het materiaal zou hierdoor na gebruik terug kunnen worden gegeven aan de natuur en als voeding gelden voor de bodem. Het materiaal is keer op keer recyclebaar zonder verlies van zijn eigenschappen. Ook is het door zijn mechanische bevestiging demontabel en dus opnieuw te gebruiken. Door deze eigenschappen kan houtvezelplaat worden gezien als C2C.
Alternatief 1 Steenwolplaat (Strikotherm) Samenstelling: - Diabaas of basalt - Bindmiddel Mate van C2C: De diabaas of basalt wordt verhit tot 1400 ºC zodat het smelt en vervolgens weggeslingerd met een spinner. Hierdoor stolt het weer tot draden waarna het samen met een bindmiddel in een verhardingsoven tot een mat wordt vervaardigd. Het is een onomkeerbaar proces en vergt veel energie. Het steenwol wordt verlijmt toegepast op de gevel en is daardoor moeilijk te scheiden van de onderconstructie. Doordat steenwol 100% recyclebaar is wordt het een interessant product voor duurzaam bouwen. Maar het product is niet volledig C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Houtvezelplaat 60mm € 23,11/m² Strikotherm 60mm 13,04/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
32
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Glas Vervangend materiaal enkel glas HR++ Isolatieglas Samenstelling: - Zand - Soda - Kalk - Dolomiet - Aluminium - Inert gas Mate van C2C: HR++ isolatieglas wordt op dezelfde wijze vervaardigd als dubbel glas. Alleen wordt er bij dit glas nog een heel dun metaallaagje aangebracht. Dit kost dus uiteindelijk meer energie en zorgt dus voor meer CO2 uistoot. Wel heeft het glas een vele betere isolatiewaarde, wat dan weer zorgt voor een vermindering van de CO2 uitstoot. Het glas is volledig recyclebaar, maar door de hoge energiekosten van zowel de productie als de recycling is dit product verre van C2C. Voor glas zou nog een beter alternatief uitgevonden moeten worden.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
HR++ glas € 65/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
33
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Binnenbetimmering Vervangend materiaal voor multiplex binnenbetimmering Pavaclay 20 mm (Pavatex) Samenstelling: - Houtafval - Leem Mate van C2C: Pavaclay is een plaat welke is samengesteld uit hout en leem. Dit zijn twee natuurproducten waaraan geen verdere bindmiddelen worden toegevoegd. Hierdoor blijft het materiaal volledig biologisch afbreekbaar. De platen worden mechanisch bevestigt en zijn dus geheel demontabel. Deze platen kunnen op dezelfde manier worden afgewerkt als bijvoorbeeld gipsplaat. Dit product is zeker C2C te noemen.
Alternatief 1 Gipskartonplaat Samenstelling: - Gips - Karton Gipskartonplaat bestaat uit een kern van gips met een kartonnen omhulsel. Gips is niet een heel slecht materiaal, maar ook geen natuurproduct dat kan worden terug gegeven aan de natuur. Wel is het gips en ook het karton recyclebaar. De platen zijn mechanisch te bevestigen en dus demontabel. Na Pavaclay het een redelijk alternatief, maar niet C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Pavaclay 20mm €20,35/m² Gipskartonplaat 12,5mm €3,44/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
34
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Buitenbeplating in panelen Vervangend materiaal voor Trespa Robinia delen DB (onbehandeld en FSC-keurmerk) Samenstelling: - Robiniahout - Schroeven Mate van C2C: Robinia is een boomsoort die een hard loofhout levert en snel aangroeit. Het hout wordt gewonnen uit duurzame bosbouw. Dit wil zeggen dat er voor gekapte bomen ook weer nieuwe worden teruggeplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus niet belast. Het zagen en profileren van het hout kost energie, maar niet meer dan bij bijvoorbeeld vurenhout. Een nadeel van het gebruiken voor kozijnen is dat het hout vrij veel werkt. Door de verbindingen met deuvels en schroeven te monteren, zijn de kozijnen demontabel. Het hout is onbehandeld toe te passen en wordt op deze manier dus niet ‘besmet’ met milieuonvriendelijke materialen. Het onbehandelde hout zou na gebruik simpelweg weer kunnen worden achtergelaten in het bos, zonder daarmee de natuur te beschadigen. Het rotten van het hout is een natuurlijk proces, en werkt weer als voeding voor de bestaande flora en fauna. Dit materiaal is zeker C2C te noemen.
Alternatief 1 Western Red Cedar delen DB (onbehandeld en FSCkeurmerk) Samenstelling: - Western Red Cedar hout - Schroeven Mate van C2C: Ook Western Red Cedar is een loofhoutsoort die onbehandeld is toe te passen. Het is zachter dan Robiniahout en erg duurzaam. Het hout werkt minder ten gevolge van weersomstandigheden dan Robinia. Daardoor is Western Red Cedar beter geschikt voor kozijnhout. Een groot nadeel van dit houtsoort is dat het veel minder snel groeit. Ook dit materiaal is dus C2C.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
35
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 2 Europees eikenhouten delen DB (onbehandeld en FSCkeurmerk) Samenstelling: - Eikenhout - Schroeven Mate van C2C: Europees eikenhout is loofhout wat wordt vervaardigt uit de eik. Het is een harde houtsoort dat langzaam aangroeit. De dichtere structuur maakt het hout veel zwaarder als bijvoorbeeld Western Red Cedar. Hierdoor moet de onderconstructie ook zwaarder worden geconstrueerd. Door de hardheid van het hout is het moeilijker te verwerken. Zolang de bomengroei van de eik in takt wordt gehouden is ook dit product C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Robina delen € 2,40/m (15 x 80) Western Red Cedar delen €2,10/m (15 x 80) Europees Eikenhout delen €3,10/m (15 x 80)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
36
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Constructiehout Vervangend/bestaand materiaal in panelen Vuren regelwerk (onbehandeld en FSC-keurmerk) Samenstelling: - Vurenhout Mate van C2C: Vurenhout is een loofhoutsoort dat snel aangroeit. Er wordt in de duurzame bosbouw voldoende wordt teruggeplant om de voorraad op pijl te houden. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. In dit geval gaat het om constructiehout dat niet behandeld hoeft te worden. Dit materiaal is C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Vuren regelwerk € 1,60/m (44x75)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
37
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Buitenstucwerk Toegevoegd materiaal voor buitenafwerking Buitenstucwerk op isolatieplaat Samenstelling: - Hechtmortel - Wapeningsweefsel - Voorstrijk - Spachtelpleister Mate van C2C: Traditioneel buitenstucwerk is geen C2C product. Omdat de ondergrond zacht is en niet uit een vlak oppervlak bestaat moet het stucwerk worden gewapend. Dit om scheuring en stootschade te voorkomen. De materialen waaruit dit bestaat zijn geen natuurlijke producten. Wel zijn sommige recyclebaar maar ook erg moeilijk van elkaar te scheiden. Het is mogelijk om de buitengevel met leem te stucen alleen zijn hiervoor wel extra behandelingen nodig zoals impregneren. Hierdoor is ook het leem geen volledig natuurproduct meer en dus ook niet geschikt. Ook zal het leem altijd heel gevoelig blijven voor vocht. Daarom is traditioneel stucwerk in combinatie met de houtvezelplaat de beste oplossing.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Buitenstucwerk incl. hechtmortel, wapeningsweefsel, voorstrijk en spachtelpleister € 41,00 /m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
38
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Folie Toegevoegd materiaal in panelen tegen vochttransport door constructie
PE Folie Samenstelling: - Polyethyleen Mate van C2C: Tot nu toe is er geen folie uitgevonden dat voldoet aan de C2C normen. Uit alle kwaden komt PE folie echter het best naar voren. Het materiaal is een thermoplast. Dit houdt in dat het kan worden omgesmolten. Hierdoor is het volledig recyclebaar. Het kost veel energie om te vervaardigen, wordt deels gemaakt uit aardolie en is niet biologisch afbreek. Het materiaal is dus niet C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
PE folie €1,20/m²
Onderdeel: Afwatering onder kozijnen Vervangend materiaal voor raamdorpelstenen Aluminium waterslag Samenstelling: - aluminiumoxidepoeder - aluinaarde Om aluminium te vervaardigen moeten er natuurproducten worden gewonnen wat schadelijk is voor de natuur. Ook kost de productie van aluminium heel erg veel energie. Het productieproces kost 5x zoveel energie als het vervaardigen van staal. Wat aluminium interessant maakt is het recycleproces. Aluminium is voor bijna 100% recyclebaar. Dit kost een stuk minder energie waardoor het na 3x recyclen al duurzamer is als staal. Hoe vaker aluminium gerecycled wordt des te schoner het materiaal dus wordt. Het materiaal kan door de winning van natuurproducten en door het intensieve productieproces niet worden gerekend als C2C materiaal.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Aluminium waterslag €11,45/m (niet in kleur gespoten)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
39
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Stucwerk (binnen) Vervangen van traditioneel stucwerk Leemstucwerk Samenstelling: - Zand - Leem - Water Mate van C2C: Het grote voordeel van leemstucwerk is dat voor 100% bestaat uit natuurlijke producten. Leemstucwerk zou zowel binnen als buiten toegepast kunnen worden. Wanneer leemstucwerk buiten wordt toegepast mag dit niet gelijk vanuit het maaiveld worden toegepast. Ook moet het worden geïmpregneerd met een dampdoorlatend en vochtwerend middel waardoor het product een stuk minder natuurvriendelijk wordt. Leem kan op dezelfde ondergronden worden verwerkt als traditioneel stucwerk. Om verschillende structuren te krijgen in leemstucwerk worden er toevoegingen gedaan in de vorm van stro, hennephout, papiercellulose, weidepoeder en zaagsel. Leemstucwerk is dus een erg natuurvriendelijk materiaal welke kan worden teruggegeven aan de natuur zonder deze daarmee te beschadigen. Daardoor kan worden gezegd dat leemstucwerk een C2C materiaal is. Bron: www.dubomat.nl
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Leemstucwerk € 18,65/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
40
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3f
Thermische eigenschappen – advies 1 woningtype ‘Emmerhout’
Onderstaand ziet u een overzicht van de Rc-waarden welke de thermische eigenschappen weergeven van de constructies behorende bij advies 1 van het woningtype ‘Emmerhout’. Ook wordt aangegeven of er in theorie inwendige condensatie optreedt in de constructie. De volledige berekeningen zijn te vinden in bijlage 1 van het bijlagenboek. Woningtype 'Emmerhout'
Advies 1
Bestaande situatie
vervangen glas+panelen
Constructie
Detail
Dakconstructie Beglazing bovenverdieping Beglazing begane grond Panelen
1 1 2 2&3
Rcwaarde in m2•K/W 0,11 0,18 0,36 1,12
Inwendige condensatie Ja Ja Ja Nee
Rcwaarde in m2•K/W 2,34 0,83 0,83 3,01
Inwendige condensatie Nee Nee Nee Ja
In het overzicht is te zien dat de Rc-waarde van de dakconstructie in het advies enorm is verhoogd ten opzichte van de bestaande situatie, namelijk van 0,11 m2·K/W naar 2,34 m2·K/W. Dit resultaat wordt behaalt door de dakconstructie te na-isoleren door middel van houtvezel isolatieplaten met een dikte van 60mm. Bij de beglazing op de bovenverdieping en op de begane grond is de Rc-waarde flink verbeterd door het toepassen van HR++ isolatieglas met een Rc-waarde van 0,83 m2·K/W. Door de borstweringen in de kozijnen te isoleren met vlasvezel-isolatieplaten van 90mm wordt een Rc-waarde van 3,01 m2·K/W behaalt. Ook dit is aanzienlijk beter dan de huidige situatie met een Rcwaarde van 1,12 m2·K/W. Wel opvallend is dat er bij de huidige situatie geen inwendige condensatie optreedt, en bij het advies wel. Uit de berekening is gebleken dat er in het geval van advies 1, theoretisch gezien inwendige condensatie aanwezig zal zijn. Deze condensatie zal plaatsvinden in de spouw tussen de Robinia Wood rabatdelen en de Vlasvezel isolatieplaten. Doordat er dampdoorlatende folie voor het isolatie is geplaatst wordt de condensatie van buitenaf geweerd. Hiernaast is het erg belangrijk om goed te ventileren.
Energielabel – advies 1 woningtype ‘Emmerhout’ Wanneer de constructies en materialen worden toegepast vanuit advies 1 voor het woningtype ‘Emmerhout’ resulteert dit in een energie-index van 1,31. Dit houdt in dat de woning nog net onder het energielabel C valt. De energie-index is nog te verbeteren door geïsoleerde buitendeuren toe te passen, hiermee wordt een energie-index van 1,29 en energielabel B behaalt. Afbeelding 6: Energielabelverbetering advies 1
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
41
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
42
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Advies 2 Woningtype ‘Emmerhout’
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
43
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
44
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3g
2e advies “Emmerhout” Complete pui vervangen e
Bij het 2 advies voor woningtype ‘Emmerhout’ wordt de complete gevel vervangen. Hierbij wordt de woning nageïsoleerd en worden de kieren gedicht. Doordat er bij dit advies de kozijnen worden vervangen kunnen alle koudebruggen geëlimineerd worden. De gevel wordt nageïsoleerd met vlasvezel, het dak wordt nageïsoleerd met houtvezelplaten en de begane grondvloer met thermoskussens. De kieren tussen de aansluitingen van de kozijnen en het metselwerk worden afgedicht met compriband. De slecht geïsoleerde Trespa Exterieur buiten en multiplex binnen worden vervangen door (van buiten naar binnen): o Robinia Wood rabatdelen 16mm geschroefd o Regelwerk 22x54mm geschroefd o Vochtkerende dampdoorlatende folie geniet o Vlasvezel 90mm o (Bestaand) regelwerk 89x44mm o Vochtkerende dampremmende folie o Pavaclay 20mm geschroefd o Leemstuc rechtstreeks op onderplaat. Totale Rc-waarde: 3,01 m2*k/W Het verschil met het eerste advies is dat de nieuwe constructie verder naar voren wordt geplaatst. Hierdoor ontstaat er meer ruimte tussen de bestaande constructiedelen zoals bijvoorbeeld de verdiepingsvloer. Doordat er meer ruimte ontstaat is er ook de mogelijkheid om hier dikkere isolatie toe te passen. Dankzij het dikker pakket aan isolatie kunnen de koudebruggen worden verholpen. Het dak wordt aan de bovenzijde nageïsoleerd met houtvezelplaten 60mm. De oude dakbedekking zal blijven liggen om optrekkend vocht van binnenuit te scheiden van de houtvezel isolatieplaten. De nieuwe dakbedekking zal worden uitgevoerd met een EPDM-membraam, en worden de dakranden afgewerkt met een aluminium daktrim. Met deze nieuwe constructie zal het dak een Rc-waarde van 2,34 m2*k/W verkrijgen. De kopkanten van het dak worden nageïsoleerd met houtvezel isolatieplaten van 60 mm. Ook aan de onderzijde van de overstek wordt voorzien van 60mm houtvezel isolatieplaten. Het dak zal een totale De gevel zal afgewerkt worden Spachtelpleister. De nieuwe kozijnen worden uitgevoerd uit onbehandelde Robinia Wood. De kozijnen worden verankerd aan stelkozijnen van Robinia Wood 91x66mm. De afwerking aan de binnenzijde zal een geschroefde Robinia koplat zijn van 12x54mm. De vloeren worden nageïsoleerd met thermoskussens (driekamers). De vloer van de kruipruimte wordt voorzien van een PE bodemfolie. De zijkanten van de funderingen worden nageïsoleerd met 60mm houtvezelplaten, om koudebruggen te elimineren. De houtvezelplaten worden afgeplakt met PE folie, hierdoor kan er geen vocht in de platen trekken. De vloer zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 3,2 m2*k/W. Het glaswerk wordt, waar nodig, vervangen met HR++ isolatieglas. Het HR++ isolatieglas zal zoveel mogelijk droog worden geplaatst. De glaslatten worden genageld.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
45
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie De kopzijden van de woningen worden nageïsoleerd met geschroefde 60mm houtvezel isolatieplaten. De buitenzijde zal afgewerkt worden met een gesmeerde hechtmortel, wapeningsweefsel, nogmaals gesmeerde hechtmortel, voorstrijk en vervolgens de gesmeerde Spachtelpleister. De kopzijde zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 2,43 m2*k/W.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
46
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3h
Materiaalbladen 2e advies ‘Emmerhout’
Onderdeel: Kozijnen Vervangen van kozijnen Robinia kozijnhout DB (onbehandeld en FSC-keurmerk) Samenstelling: - Robiniahout - Deuvels en schroeven Mate van C2C: Robinia is een boomsoort die een hard loofhout levert en snel aangroeit. Het hout wordt gewonnen duurzame bosbouw. Dit wil zeggen dat er voor gekapte bomen ook weer nieuwe worden teruggeplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het zagen en profileren van het hout kost energie, maar niet meer dan bij bijvoorbeeld vurenhout. Een nadeel van het gebruiken voor kozijnen is dat het hout vrij veel werkt. Door de verbindingen met deuvels en schroeven te monteren, zijn de kozijnen demontabel. Het hout is onbehandeld toe te passen en wordt op deze manier dus niet ‘besmet’ met milieuonvriendelijke materialen. Het onbehandelde hout zou na gebruik simpelweg weer kunnen worden achtergelaten in het bos, zonder daarmee de natuur te beschadigen. Het rotten van het hout is een natuurlijk proces, en werkt weer als voeding voor de bestaande flora en fauna. Dit materiaal is zeker C2C te noemen.
Alternatief 1 Western Red Cedar kozijnen DB(onbehandeld en FSCkeurmerk) Samenstelling: - Western Red Cedarhout - Deuvels en schroeven Mate van C2C: Ook Western Red Cedar is een loofhoutsoort die onbehandeld is toe te passen. Het is zachter dan Robiniahout en erg duurzaam. Het hout werkt minder ten gevolge van weersomstandigheden dan Robinia. Daardoor is Western Red Cedar beter geschikt voor kozijnhout. Een groot nadeel van dit houtsoort is dat het veel minder snel groeit. Ook dit materiaal is dus C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Robinia € 24,75/m (67x114) Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
47
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie -
Western Red Cedar € 22,30/m (67x114)
Onderdeel: Stelkozijn Toegevoegd materiaal voor stellen kozijnen en koudebrug onderbreking
Vurenhout DB (geplatoniseerd en FSC-keurmerk) Samenstelling: - Vurenhout - Stoom Mate van C2C: Vurenhout is een loofhoutsoort dat snel aangroeit. Er wordt in de duurzame bosbouw voldoende wordt teruggeplant om de voorraad op pijl te houden. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het grote nadeel is dat het niet onbehandeld is toe te passen als bij robinia en Western Red Cedar. D.m.v. de speciale techniek platoniseren is het mogelijk om dit hout duurzamer te maken. Het proces is te vergelijken met stomen en vergt weinig energie. Het verbruikte energie is weg te strepen tegen de snelle aangroeitijd van dit houtsoort. Hierdoor kan het materiaal wel worden gezien als C2C.
Alternatief 1 Robiniahout DB (onbehandeld en FSC-keurmerk) - Robiniahout Mate van C2C: Robinia is een boomsoort die een hard loofhout levert en snel aangroeit. Het hout wordt gewonnen duurzame bosbouw. Dit wil zeggen dat er voor gekapte bomen ook weer nieuwe worden teruggeplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het zagen en profileren van het hout kost energie, maar niet meer dan bij bijvoorbeeld vurenhout. Een nadeel van het gebruiken voor kozijnen is dat het hout vrij veel werkt. Door de verbindingen met deuvels en schroeven te monteren, zijn de kozijnen demontabel. Het hout is onbehandeld toe te passen en wordt op deze manier dus niet ‘besmet’ met milieuonvriendelijke materialen. Het onbehandelde hout zou na gebruik simpelweg weer kunnen worden achtergelaten in het bos, zonder daarmee de natuur te beschadigen. Het rotten van het hout is een natuurlijk proces, en werkt weer als voeding voor de bestaande flora en fauna. Dit materiaal is zeker C2C te noemen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
48
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 2 Western Red Cedar (onbehandeld en FSC-keurmerk) Samenstelling: - Western red Cedar Mate van C2C: Ook Western Red Cedar is een loofhoutsoort die onbehandeld is toe te passen. Het is zachter dan Robiniahout en erg duurzaam. Het hout werkt minder ten gevolge van weersomstandigheden dan Robinia. Daardoor is Western Red Cedar beter geschikt voor kozijnhout. Een groot nadeel van dit houtsoort is dat het veel minder snel groeit. Ook dit materiaal is dus C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Vurenhout € 1,90/m (44x89) Robinia € 3,60/m (54x96) Western Red Cedar € 3,20/m (56x80)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
49
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Buitenstucwerk Toegevoegd materiaal voor buitenafwerking Buitenstucwerk op isolatieplaat Samenstelling: - Hechtmortel - Wapeningsweefsel - Voorstrijk - Spachtelpleister Mate van C2C: Traditioneel buitenstucwerk is geen C2C product. Omdat de ondergrond zacht is en niet uit een vlak oppervlak bestaat moet het stucwerk worden gewapend. Dit om scheuring en stootschade te voorkomen. De materialen waaruit dit bestaat zijn geen natuurlijke producten. Wel zijn sommige recyclebaar maar ook erg moeilijk van elkaar te scheiden. Het is mogelijk om de buitengevel met leem te stucen alleen zijn hiervoor wel extra behandelingen nodig zoals impregneren. Hierdoor is ook het leem geen volledig natuurproduct meer en dus ook niet geschikt. Ook zal het leem altijd heel gevoelig blijven voor vocht. Daarom is traditioneel stucwerk in combinatie met de houtvezelplaat de beste oplossing.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Buitenstucwerk incl. hechtmortel, wapeningsweefsel, voorstrijk en spachtelpleister € 41,00 /m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
50
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Isolatie op metselwerk Toegevoegd materiaal Houtvezelplaat (Diffutherm WDVS Pavatex) Samenstelling: - Houtvezels Mate van C2C: De houtvezelplaat bestaat volledig uit samengeperste houtvezels. Het is een afvalproduct waaraan geen schadelijke materialen zijn toegevoegd. Het materiaal zou hierdoor na gebruik terug kunnen worden gegeven aan de natuur en als voeding gelden voor de bodem. Het materiaal is keer op keer recyclebaar zonder verlies van zijn eigenschappen. Ook is het door zijn mechanische bevestiging demontabel en dus opnieuw te gebruiken. Door deze eigenschappen kan houtvezelplaat worden gezien als C2C.
Alternatief 1 Steenwolplaat (Strikotherm) Samenstelling: - Diabaas of basalt - Bindmiddel Mate van C2C: De diabaas of basalt wordt verhit tot 1400 ºC zodat het smelt en vervolgens weggeslingerd met een spinner. Hierdoor stolt het weer tot draden waarna het samen met een bindmiddel in een verhardingsoven tot een mat wordt vervaardigd. Het is een onomkeerbaar proces en vergt veel energie. Het steenwol wordt verlijmt toegepast op de gevel en is daardoor moeilijk te scheiden van de onderconstructie. Doordat steenwol 100% recyclebaar is wordt het een interessant product voor duurzaam bouwen. Maar het product is niet volledig C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Houtvezelplaat 60mm € 23,11/m² Strikotherm 60mm 13,04/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
51
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Glas Vervangend materiaal enkel glas HR++ Isolatieglas Samenstelling: - Zand - Soda - Kalk - Dolomiet - Aluminium - Inert gas Mate van C2C: HR++ isolatieglas wordt op dezelfde wijze vervaardigd als dubbel glas. Alleen wordt er bij dit glas nog een heel dun metaallaagje aangebracht. Dit kost dus uiteindelijk meer energie en zorgt dus voor meer CO2 uistoot. Wel heeft het glas een vele betere isolatiewaarde, wat dan weer zorgt voor een vermindering van de CO2 uitstoot. Het glas is volledig recyclebaar, maar door de hoge energiekosten van zowel de productie als de recycling is dit product verre van C2C. Voor glas zou nog een beter alternatief uitgevonden moeten worden.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
HR++ glas € 65/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
52
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Stucwerk (binnen) Vervangen van traditioneel stucwerk Leemstucwerk Samenstelling: - Zand - Leem - Water Mate van C2C: Het grote voordeel van leemstucwerk is dat voor 100% bestaat uit natuurlijke producten. Leemstucwerk zou zowel binnen als buiten toegepast kunnen worden. Wanneer leemstucwerk buiten wordt toegepast mag dit niet gelijk vanuit het maaiveld worden toegepast. Ook moet het worden geïmpregneerd met een dampdoorlatend en vochtwerend middel waardoor het product een stuk minder natuurvriendelijk wordt. Leem kan op dezelfde ondergronden worden verwerkt als traditioneel stucwerk. Om verschillende structuren te krijgen in leemstucwerk worden er toevoegingen gedaan in de vorm van stro, hennephout, papiercellulose, weidepoeder en zaagsel. Leemstucwerk is dus een erg natuurvriendelijk materiaal welke kan worden teruggegeven aan de natuur zonder deze daarmee te beschadigen. Daardoor kan worden gezegd dat leemstucwerk een C2C materiaal is. Bron: www.dubomat.nl
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Leemstucwerk € 18,65/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
53
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Binnenbetimmering Vervangend materiaal voor multiplex binnenbetimmering Pavaclay 20 mm (Pavatex) Samenstelling: - Houtafval - Leem Mate van C2C: Pavaclay is een plaat welke is samengesteld uit hout en leem. Dit zijn twee natuurproducten waaraan geen verdere bindmiddelen worden toegevoegd. Hierdoor blijft het materiaal volledig biologisch afbreekbaar. De platen worden mechanisch bevestigt en zijn dus geheel demontabel. Deze platen kunnen op dezelfde manier worden afgewerkt als bijvoorbeeld gipsplaat. Dit product is zeker C2C te noemen.
Alternatief 1 Gipskartonplaat Samenstelling: - Gips - Karton Gipskartonplaat bestaat uit een kern van gips met een kartonnen omhulsel. Gips is niet een heel slecht materiaal, maar ook geen natuurproduct dat kan worden terug gegeven aan de natuur. Wel is het gips en ook het karton recyclebaar. De platen zijn mechanisch te bevestigen en dus demontabel. Na Pavaclay het een redelijk alternatief, maar niet C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Pavaclay 20mm €20,35/m² Gipskartonplaat 12,5mm €3,44/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
54
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Folie Toegevoegd materiaal in panelen tegen vochttransport door constructie
PE Folie Samenstelling: - Polyethyleen Mate van C2C: Tot nu toe is er geen folie uitgevonden dat voldoet aan de C2C normen. Uit alle kwaden komt PE folie echter het best naar voren. Het materiaal is een thermoplast. Dit houdt in dat het kan worden omgesmolten. Hierdoor is het volledig recyclebaar. Het kost veel energie om te vervaardigen, wordt deels gemaakt uit aardolie en is niet biologisch afbreek. Het materiaal is dus niet C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
PE folie €1,20/m²
Onderdeel: Isolatie in Panelen Vervangend materiaal voor polystyreen isolatie Vlasvezel isolatie (Isovlas) Samenstelling: - Vlas Mate van C2C: Vlasvezel isolatie is een zacht isolatiemateriaal welke vervaardigt wordt uit vlas. Ook afvalstoffen van de linnenindustrie worden hierin verwerkt. Het is dus een afvalproduct. De thermische isolatie is gelijk aan die van traditionele isolaties zoals glaswol en steenwol. De akoestische isolatie van vlaswol is zelfs beter. Het kost weinig energie om het materiaal te vervaardigen en is volledig biologisch afbreekbaar. Dit materiaal is dus C2C te noemen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
55
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 1 Schapenwol isolatie (Texelwool Graaf isolatie) Samenstelling: - Schapenwol Mate van C2C: Schapenwol is uiteraard een natuurlijk product. Het wordt tot rollen of tot platen verweven met een speciale techniek, waarbij geen andere toevoegingen worden gedaan. Het materiaal is 100% recyclebaar zonder dat het extra energie kost. Het materiaal zou ook na gebruik in de grond gestopt kunnen worden. Het is niet schadelijk en helpt mee aan een goede bodemvoeding. Het zorgt ervoor dat vocht en zuurstof onder de grond beter hun weg kunnen vinden. Het materiaal wordt daarom ook veel gebruikt onder kunstgrasvelden. Er valt dus te stellen dat dit product volledig C2C is.
Alternatief 2 Glaswol (Isover) Samenstelling: - Zand - Gerecycled glas Mate van C2C: Glaswol bestaat voor 75% uit gerecycled glas en kan in principe oneindig worden gerecycled tot nieuw glaswol. 25% van het materiaal moet dus opnieuw gewonnen worden en is dus schadelijk voor het milieu. Ook kan het materiaal niet terug worden gegeven aan de natuur, omdat het niet biologisch afbreekbaar is en dus vervuilend voor het milieu. Door het hoge recyclepercentage kan glaswol niet worden gezien als een slecht materiaal, maar ook niet als C2C.
Kosten Indicatiekosten(ex. btw): -
Vlasvezel 60mm €6,24/m² Schapenwol 60mm €6,60/m² Glaswol 60mm €3,35/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
56
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Buitenbeplating in panelen Vervangend materiaal voor Trespa Robinia delen DB (onbehandeld en FSC-keurmerk) Samenstelling: - Robiniahout - Schroeven Mate van C2C: Robinia is een boomsoort die een hard loofhout levert en snel aangroeit. Het hout wordt gewonnen duurzame bosbouw. Dit wil zeggen dat er voor gekapte bomen ook weer nieuwe worden teruggeplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het zagen en profileren van het hout kost energie, maar niet meer dan bij bijvoorbeeld vurenhout. Een nadeel van het gebruiken voor kozijnen is dat het hout vrij veel werkt. Door de verbindingen met deuvels en schroeven te monteren, zijn de kozijnen demontabel. Het hout is onbehandeld toe te passen en wordt op deze manier dus niet ‘besmet’ met milieuonvriendelijke materialen. Het onbehandelde hout zou na gebruik simpelweg weer kunnen worden achtergelaten in het bos, zonder daarmee de natuur te beschadigen. Het rotten van het hout is een natuurlijk proces, en werkt weer als voeding voor de bestaande flora en fauna. Dit materiaal is zeker C2C te noemen.
Alternatief 1 Western Red Cedar delen DB (onbehandeld met FSCkeurmerk) Samenstelling: - Western Red Cedar hout - Schroeven Mate van C2C: Ook Western Red Cedar is een loofhoutsoort die onbehandeld is toe te passen. Het is zachter dan Robiniahout en erg duurzaam. Het hout werkt minder ten gevolge van weersomstandigheden dan Robinia. Daardoor is Western Red Cedar beter geschikt voor kozijnhout. Een groot nadeel van dit houtsoort is dat het veel minder snel groeit. Ook dit materiaal is dus C2C.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
57
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 2 Europees eikenhouten delen DB (onbehandeld met FSCkeurmerk) Samenstelling: - Eikenhout - Schroeven Mate van C2C: Europees eikenhout is loofhout wat wordt vervaardigt uit de eik. Het is een harde houtsoort dat langzaam aangroeit. De dichtere structuur maakt het hout veel zwaarder als bijvoorbeeld Western Red Cedar. Hierdoor moet de onderconstructie ook zwaarder worden geconstrueerd. Door de hardheid van het hout is het moeilijker te verwerken. Zolang de bomengroei van de eik in takt wordt gehouden is ook dit product C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Robina delen € 2,40/m (15 x 80) Western Red Cedar delen €2,10/m (15 x 80) Europees Eikenhout delen €3,10/m (15 x 80)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
58
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Constructiehout Vervangend/bestaand materiaal in panelen Vuren regelwerk (onbehandeld met FSC-keurmerk) Samenstelling: - Vurenhout Mate van C2C: Vurenhout is een loofhoutsoort dat snel aangroeit. Er wordt in de duurzame bosbouw voldoende wordt teruggeplant om de voorraad op pijl te houden. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. In dit geval gaat het om constructiehout dat niet behandeld hoeft te worden. Dit materiaal is C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Vuren regelwerk € 1,60/m (44x75)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
59
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3i
Thermische eigenschappen – advies 2 woningtype ‘Emmerhout’
Onderstaand ziet u een overzicht van de Rc-waarden welke de thermische eigenschappen weergeven van de constructies behorende bij advies 2 van het woningtype ‘Emmerhout’. Ook wordt aangegeven of er in theorie inwendige condensatie optreedt in de constructie. De volledige berekeningen zijn te vinden in bijlage 1 van het bijlagenboek. Woningtype 'Emmerhout'
Constructie
Detail
Dakconstructie Beglazing bovenverdieping Beglazing begane grond Panelen
1 1 2 2&3
Bestaande situatie Rcwaarde in m2•K/W 0,11 0,18 0,36 1,12
Inwendige condensatie Ja Ja Ja Nee
Advies 1
Advies 2
vervangen glas+panelen
vervangen kozijnen+glas+panelen
Rcwaarde in m2•K/W 2,34 0,83 0,83 3,01
Inwendige condensatie Nee Nee Nee Ja
Rcwaarde in m2•K/W 2,34 0,83 0,83 3,01
Inwendige condensatie Nee Nee Nee Ja
Met advies 2 worden dezelfde resultaten als advies 1 behaalt omtrent de Rc-waarden. Bij advies 2 worden ook dezelfde materialen toegepast, alleen is hierbij het principe anders. Bij advies 2 worden namelijk ook de bestaande kozijnen vervangen, door onbehandelde kozijnen van Robinia hout met FSC-keurmerk. Door andere kozijnen te plaatsen kan de detaillering van de kozijnen aangepast worden, en hiermee de koudebruggen worden opgelost.
Energielabel – advies 2 woningtype ‘Emmerhout’ Wanneer de constructies en materialen worden toegepast vanuit advies 2 voor het woningtype ‘Emmerhout’ dan resulteert dit in een energie-index van 1,31. Dit houdt in dat de woning nog net onder het energielabel C valt. De energie-index is nog te verbeteren door geïsoleerde buitendeuren toe te passen, hiermee wordt een energie-index van 1,29 en energielabel B behaalt.
Afbeelding 7: Energielabelverbetering advies 2
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
60
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Advies 3 Woningtype ‘Emmerhout’
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
61
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
62
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.3j
3e advies “Emmerhout” Out of the box
Voor het derde advies van de woningtype ‘Emmerhout’ wilden we ‘out of the box’ ideeën bedenken. DAG heeft ‘out of the box’ geïnterpreteerd als het zoeken naar oplossingen die nog niet eerder zijn toegepast en een gedachtegang die vraagt om creatief met materialen te zijn. Er zijn de afgelopen decennia vele verschillende constructies bedacht. De Cradle-to-Cradle-filosofie is nog erg nieuw waardoor er weinig constructies ontworpen zijn aan de hand van deze filosofie. Als 3e advies voor woningtype Emmerhout zijn er enkele constructies bedacht om de gevels te renoveren. Deze constructies zijn niet zover uitgewerkt als de andere adviezen. Dit is niet gedaan, omdat de ideeën nieuw zijn en elk een apart onderzoek en uitwerking nodig hebben. Er is eerst onderzoek gedaan naar materialen die in aanmerking komen en mogelijke constructies die in aanmerking komen. Hierna is er combinatie gemaakt van de materialen en de constructies. Deze ideeën voor nieuwe constructies zijn hieronder uitgewerkt. Idee ‘Glaspapier’: Hierbij is het de bedoeling om de bestaande gevel te voorzien van cellulose als naisolatie, dit in combinatie met een glazen ‘pui’ als buitenwand. Cellulose wordt gewonnen uit gerecycled papier.
Afbeelding 8: Cellulose(4) als na-isolatie op bestaande buitenwand De bestaande gevel moet allereerst kierdicht gemaakt worden. Hierna zal er een nieuwe buitenwand geplaatst worden. De buitenwand zal er uitzien als 1 grote kozijnenpartij. De kozijnen kunnen opgevuld worden met glaswerk, panelen of hier een combinatie van. Deze buitenwand zal ongeveer 15 cm voor de bestaande gevel geplaatst worden. Plekken waar deuropeningen en ramen in de bestaande gevel zitten moet 1 dichte constructie gemaakt worden met de nieuwe gevel. Dit kan op de 2 manieren. De ramen en deuren kunnen op dezelfde plek blijven zitten, maar dan wordt de negge verlengt met 15 cm. Als men liever heeft dat de vensterbanken aan de binnenzijde groter moeten worden dan kan dit ook. Dan moeten de oude ramen verwijderd worden en nieuwe ramen in de kozijnen van de nieuwe buitenwand geplaatst worden. De keuze die hierin gemaakt wordt heeft nog meer gevolgen. Er zullen nieuwe daglichtberekeningen en onder andere energieberekeningen gemaakt moeten worden om de resultaten van de verschillende constructie te kunnen vergelijken.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
63
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Tussen de bestaande gevel en de nieuwe gevel zal cellulose gespoten worden. De cellulose heeft een goede isolatiewaarde en zal in combinatie met het glas een milieuvriendelijk uiterlijk geven. Voordat de cellulose ertussen gespoten wordt, moet eerst de constructie rondom dicht gemaakt worden. Er moet een dichte bak gecreëerd worden waartussen het cellulose zal worden gespoten. De nieuwe gevel zal hoger worden uitgevoerd dan de bestaande gevel. Er zal echter een verbinding moeten komen van de nieuwe kozijnen met het dak. Door dit schuin af te laten lopen, zal het water op het platte dak komen. Het platte dak zal nageïsoleerd worden met houtvezelplaten. Bovenop de houtvezelplaten (Pavaflat merk: Pavatex) zal een vegetatiedak komen. Een vegetatiedak is niet in zijn geheel Cradle-to-Cradle. De drainagelaag bestaat uit gerecycled kunststof en het EPDM- folie is een aardolieproduct. Het dak zal de woning zomers koel houden en in de winter warm. Verder zal het dak het regenwater bufferen en reinigen. Ten slotte haalt het Co2 en andere kwalijke stoffen uit de lucht.
Afbeelding 9: Pavaflat
Afbeelding 10: Pavaflat verbinding
Voordelen van het idee zijn: Als er gekozen wordt voor bijvoorbeeld onbehandelde Robinia Wood houten kozijnen, in combinatie met Robinia Wood houten rabatdelen, glas en cellulose wordt er een duurzaam en Cradle-to-Cradle advies gegevens. Het geheel is namelijk demontabel en recyclebaar zonder kwaliteitsverlies en/of biologisch afbreekbaar. Hiernaast zal het energieverlies flink verminderd worden door de na-isolatie van de cellulose. Het na-isoleren zal voor een verbetering van het energielabel zorgen. Nadelen van het advies is: Mogelijke schimmelgevaar, cellulose moet toegepast worden bij een dampopen constructie. De Kozijnenpui is een dampdichte constructie. Hier moet naar een oplossing gezocht worden. Om een vegetatiedak toe te passen zullen de hoofddraagconstructies van de woning opnieuw berekend moeten worden om te controleren of deze voldoende capaciteit hebben om het dak te kunnen dragen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
64
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Idee ‘Kas’: Het is de bedoeling dat er soort kas om de woningen gezet zal worden. Bij dit idee zal er een complete puienpartij om de woningen gezet moeten worden. Dit wil zeggen aan de langszijde en ook aan de kopzijde van de woningen. Deze pui zal ongeveer een meter voor de bestaande gevel geplaatst worden. Zo kan de bestaande gevel intact blijven. De complete pui zal moeten worden voorzien van glas. (Daar waar nodig openslaande ramen en deuren meenemen) Waar de dorpels moeten komen en of het nou symmetrisch of juist asymmetrisch word uitgevoerd is aan het ontwerpteam/architect. Ook kan er voor gekozen worden om delen van het glas af te plakken met plakfolies om er een aparte uitstraling aan te geven. De puienpartij zal bovenaan gekoppeld moeten worden met het bestaande dak. Of het nodig is om de puien te verstevigen met kolommen hangt af van de materiaalkeuze en hoe het materiaal is gedimensioneerd. Mocht er bijvoorbeeld voor hout gekozen worden, zal er een hele dikke kozijn moeten komen om het geheel zelfdragend te maken. Bij een lichtere uitvoering van het kozijn zal er voor kolommen ter ondersteuning gekozen moeten worden. Er zal ten alle tijden een nieuwe fundering gemaakt moeten worden om de nieuwe pui op te laten rusten. De kansen van deze constructie zitten in de isolatiewaarden van het glas en de lucht tussen de nieuwe en oude constructie. Het glas zal (in combinatie met de kozijnen) zorgen voor een isoleren werking. De lucht die tussen beide constructies zit opgesloten wordt verwarmt door zonlicht. De verwarmde lucht zal zorgen voor het verwarmen van de gevel van de woning. Doormiddel van mechanische regeltechnieken kan ervoor gezorgd worden dat de verwarmde lucht naar bijvoorbeeld een Warmte Terug Winning (WTW) installatie wordt geleid. Zo kan er bijvoorbeeld lucht/buizen uit de woning worden verwarmt met de verwarmde lucht wat tussen beide constructies zit. Hiernaast kan er zonwering geplaatst worden in de nieuwe kozijnen. Deze zonwering kan leiden tot een koeler huis in de zomer. Het dak zal ook na-isolatie moeten verkrijgen. Deze na-isolatie kan in de vorm van drukvaste isolerende houtvezelplaten in combinatie met een vegetatiedak of dakbedekking. Hiernaast zal de nieuwe pui moeten worden afgedicht met de bestaande gevel. Dit kan hetzelfde geschieden als bij het vorige idee. Zo kan de nieuwe gevel hoger uitgevoerd worden dan de bestaande gevel. De nieuwe gevel kan dan schuin worden afgewerkt naar het dak.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
65
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Idee ‘Stro-to-Leem’: Het is de bedoeling: Om de buitengevel te na-isoleren met stro en vervolgens af te werken met leem. Door een constructie te maken met stro en leem ben je zeer milieuvriendelijke en Cradle-to-Cradle aan het werk. Daarnaast heeft stro een hele goede isolatiewaarde en is er makkelijk mee te werken. Leem is van nature schimmelafstotend, antistatisch, dampopen en onbrandbaar. Dit zijn goede eigenschappen voor gevelbekleding. Beschadigingen kunnen snel verholpen worden. Met een beetje leem stopt je de beschadiging vol en met een natte spons kan het geheel worden gladgestreken. Leem is er in vele verschillende kleuren te verkrijgen.
Afbeelding 11: Pavaflat
Afbeelding 12: Pavaflat verbinding
De mogelijke nadelen van de constructie is de breedte van het stropakket wat geplaatst moet worden en het feit dat leem gevoelig is voor (regen)water. De breedte van het stropakket moet men mooi vinden, het is een gevoelskwestie. Mocht men de dikke pakket stro niks vinden, kan er altijd voor drukvaste houtvezel isolatieplaten gekozen worden. Op deze platen kan ook leemwerk en/of stucwerk aangebracht worden. De problemen met het leem kunnen verholpen worden door een grote overstek bovenaan de woning te plaatsen. Het leem kan zo niet nat worden. Daglicht kan verkregen worden door de overstek transparant te maken. De overstek kan in combinatie met kolommen tot ver voor de gevel worden uitgevoerd. Overleg met gemeente is natuurlijk wel nodig. Zo kan er alsnog voor volledig leem gekozen worden. Ook kan er gekozen worden voor een kleine overstek met eventueel alleen leem bij de bovenverdieping en onderaan stucwerk. Tot slot kan er gekozen worden voor complete vervanging van leem met stucwerk. De traditionele stuclaag is echter niet Cradle-to-Cradle of milieuvriendelijk.
Afbeelding 13: Glazen overstek
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
66
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie De overstek zal niet geïsoleerd hoeven te worden, maar het dak in combinatie met de gevel wel. Zo worden koudebruggen bij de overstek verholpen. Ook zal er geen onnodige warmte meer verloren gaan via het dak. Het grootste voordeel van dit idee is, dat bij een goede uitwerking van het idee men een zeer goedkoop, simpel (qua bouwmethode) en milieuvriendelijk gevelrenovatie advies hebt. Het advies heeft een milieuvriendelijk uiterlijk. Energielabels: Voor de ‘out of the box’ ideeën zijn geen energielabels berekend. Dit omdat er voor de ‘out of the box’ ideeën geen goede aansluitingen gegarandeerd kunnen worden. Er kunnen thermische complicaties of eventuele andere problemen optreden. Dit weet men nog niet, de ideeën moeten eerst verder onderzocht worden. Nadat de ideeën verder uitgewerkt zijn kunnen er energieberekeningen gemaakt worden.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
67
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
68
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Bestaande situatie Woningtype ‘Keerpunt’
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
69
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
70
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4 4.4a
Woningtype ‘Keerpunt’ Bestaande situatie “Keerpunt”
Het woningtype genaamd ‘Keerpunt’ kenmerkt zich door zijn zadeldak en gevels welke bestaan uit metselwerk met hierin kozijnen. De dakconstructie van het woningtype ‘Keerpunt’ bestaat uit houten spanten met hierop het dakbeschot van het plaatmateriaal underlayment met een dikte van 19mm. Op het dakbeschot zijn verticaal tengellaten bevestigd, en hier zijn vervolgens horizontaal de panlatten op bevestigd. Op deze panlatten liggen betonnen dakpannen om de waterdichtheid van het dak te waarborgen.
Afbeelding 14: Woningen Keerpunt Het gevelbeeld van het type ‘keerpunt’ wordt bepaald door metselwerk waar kozijnen in zijn gemonteerd. De wandopbouw ziet er als volgt uit: Het buitenspouwblad bestaat uit metselwerk van bakstenen met een dikte van 100mm, een luchtspouw van 50mm en binnenspouwblad van bakstenen met een dikte van 100mm. Gezamenlijk is dit dus een ongeïsoleerde wandopbouw met een dikte van 250mm. De bovenverdieping van de woningen zijn voorzien van enkel glas. Het is algemeen bekend dat enkel glas een slecht isolerend effect heeft. De begane grond is voorzien van dubbele beglazing. Hoogstwaarschijnlijk is hier het enkel glas al vervangen door dubbele beglazing bij een voorgaande renovatie. Tegenwoordig zijn er betere isolerende glastypes verkrijgbaar, onder andere de HR++ beglazing. Om de verschillen van de bestaande situatie en de adviezen aan te tonen zijn ook hier berekeningen van gemaakt. Voor de berekeningen is als model een tussenwoning gebruikt van het type ‘Keerpunt’ welke is gebouwd in 1968. De woning staat in de Voeghoutenstraat te Klazienaveen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
71
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4b
Materiaalbladen bestaande situatie ‘Keerpunt’
Onderdeel: Houten Kozijnen Bestaand materiaal Vurenhouten kozijnen - standaard bosbouw (geverfd) Samenstelling: - Vurenhout uit standaard bosbouw (geprofileerd) - Alkydverf - Lijm Mate van C2C: Een vurenhouten kozijn gewonnen uit standaard bosbouw behandeld met alkydverf is een verreweg van C2C materiaal. Standaard bosbouw houd in dat er voor de gevelde bomen geen nieuwe bomen worden teruggeplant. Hierdoor wordt het milieu dus behoorlijk belast. Tijdens het profileren van het hout wordt energie verbruikt, met als gevolg dat er CO2 vrijkomt. Doordat het hout is behandeld met alkydverf is het geen natuurproduct meer en kan het dus niet meer terug in de natuur worden gelegd zonder de natuur hiermee te belasten. De twee materialen zijn namelijk niet volledig meer van elkaar te scheiden. Door het aanbrengen van lijm voor de verbindingen en de behandeling met alkydverf maakt de kozijnen tot een slecht product.
Onderdeel: Regelwerk in panelen Bestaand materiaal Vurenhout regelwerk Samenstelling: - Vurenhout uit standaard bosbouw Mate van C2C: Onbehandeld vurenhout gewonnen uit standaard bosbouw is ook niet C2C te noemen. Dit komt omdat het hout uit standaard bosbouw is gewonnen en niet het FSC keurmerk draagt. Dit houdt o.a. in dat er voor de gekapte bomen geen nieuwe zijn terug geplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus aangetast. Ook het zagen van boomstammen tot bruikbaar constructiehout is een proces dat energie kost en zorgt voor CO2 uitstoot.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
72
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Enkele beglazing Bestaand materiaal Enkele beglazing 6 mm Samenstelling: - Zand - Soda - Kalk - Dolomiet Mate van C2C: Tijdens de productie van glas worden de grondstoffen in een bepaalde samenstelling bij elkaar gemengd. Ook wordt hierbij glasgruis (afval glas) toegevoegd. Deze massa wordt dan verhit tot 1550 ºC. Daarna wordt het gevormd, gecoat, afgekoeld en versneden. De productie van glas vraagt dus ook erg veel energie. Aangezien er in Nederland jaarlijks 5 tot 5,5 miljoen m² glas wordt geproduceerd zorgt dit voor aanzienlijk veel uitstoot van CO2. Voordeel van glas is wel dat het volledig recyclebaar is, en hiermee het uitputten van de grondstofbronnen wordt beperkt. Maar als we het hebben over C2C past ook dit product daar niet in thuis.
Onderdeel: Dubbele beglazing Bestaand materiaal Dubbele beglazing 4-12-4 Samenstelling: - Zand - Soda - Kalk - Dolomiet - Aluminium - Inert gas Mate van C2C: Het proces van dubbel glas verloopt hetzelfde als bij enkel glas, met dit verschil dat het glas dubbel word uitgevoerd met een laag lucht of inert gas ertussen. De glasplaten worden d.m.v. een aluminium strip van elkaar gehouden en verlijmt om het geheel lucht- en vochtdicht te maken. Het proces vraagt dus nog meer energie als dat van enkel glas. Wel heeft het glas een vele betere isolatiewaarde, waardoor er in huis minder energie wordt verbruikt. Ook dit glas is recyclebaar, maar wel lastiger te scheiden door het aluminium. Ook dit product is dus niet erg C2C.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
73
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Metselwerk Bestaand materiaal Baksteen vermetseld met metselspecie Samenstelling baksteen: - Klei Samenstelling metselspecie - cement - water - zand Samenstelling cement: - kalksteen - poederkoolvliegas - hoogovenslak - gipsgesteente - klei Mate van C2C: Een gemetselde muur bestaande uit bakstenen en metselspecie is niet C2C te noemen. Dit heeft er mee te maken dat de belangrijkste grondstoffen voor zowel de bakstenen (klei) en het specie (cement) gewonnen wordt uit uitputbare bronnen. Nog een belangrijke factor is dat het uithardingproces van het metselspecie onomkeerbaar is. Een gemetselde gevel is daardoor niet demontabel en kan ook niet voor hetzelfde doeleind worden gebruikt. Voor de productie van bakstenen moet eerst het klei geschikt gemaakt worden, daarna gevormd en gebakken. Dit proces vergt dus erg veel energie, en zorgt daarmee ook voor veel CO2 uitstoot.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
74
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Raamdorpelsteen (geglazuurd) Bestaand materiaal Raamdorpelstenen in metselspecie Samenstelling: - Klei - Keramische toplaag Mate van C2C: Bij de productie van raamdorpelstenen worden in hoofdlijnen dezelfde handelingen verricht als bij bakstenen. Raamdorpelstenen worden afgewerkt met een keramische toplaag die de stenen een langere levensduur geven, en hiermee duurzamer worden gemaakt. De belangrijkste grondstof hiervoor is klei. Aangezien klei een natuurproduct is wordt hierdoor het milieu aangetast. Het bakproces van stenen is onomkeerbaar waardoor we dus niet kunnen spreken van C2C product.
Onderdeel: Gewapende betonnen Latei Bestaand materiaal Vermetselde lateien in binnenmuur Samenstelling beton: -
Cement Grind Zand Water
- Wapening Mate van C2C: Een gewapende betonnen latei bevat veel grondstoffen die gewonnen moeten worden uit de uitputbare bronnen van de aarde. Het product is hierdoor totaal niet milieuvriendelijk. Ook het uithardingproces van het beton is onomkeerbaar. Een voordeel van een gewapende betonnen latei is dat het een lange levensduur heeft zou kunnen worden gebruikt. Dit maakt het product wel duurzaam. Maar een C2C product is het niet.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
75
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Lood Bestaand materiaal Vochtwering rondom kozijnen Samenstelling: - Lood Mate van C2C: Lood wordt de afgelopen jaren steeds minder verwerkt in bouwwerken. Dit heeft er mee te maken dat men er in de jaren 80-90 achter is gekomen dat het materiaal gevaarlijk is om mee te werken. Er bestaat dan ook een lange lijst met lichamelijke en geestelijke gezondheidseffecten. Ook komen er steeds meer loodvervangers op de markt. Lood is een legering die gewonnen moet worden ertsen en is dus alles behalve milieuvriendelijk. Lood is absoluut geen C2C materiaal.
Onderdeel: Stalen hoekprofiel Bestaand materiaal Bevestigd aan betonvloer t.b.v. ondersteuning Samenstelling: - Legering bestaande uit ijzer en koolstof - Afwerking Mate van C2C: Staal is een legering bestaande uit ijzer en koolstof. De eigenschap van staal is dat het een laag koolstof gehalte bij zich draagt. Beide elementen moeten uit de natuur gewonnen worden en mede daardoor is ook staal geen milieuvriendelijk materiaal. Daarentegen is het wel recyclebaar. Om staal te vergaren zijn hoge temperaturen nodig. Dit vraagt veel energie en hierdoor zorgt het voor veel CO2 uitstoot. Staal als constructiemateriaal moet altijd worden behandeld tegen corrosie. In de meeste gevallen wordt het dan verzonken of gecoat. Ook staal mag niet gezien worden als een C2C materiaal.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
76
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4c
Thermische eigenschappen – bestaande situatie ‘Keerpunt’
Onderstaand ziet u een overzicht van de Rc-waarden welke de thermische eigenschappen weergeven van de constructies behorende bij de bestaande situatie van woningtype ‘Keerpunt’. Ook wordt aangegeven of er in theorie inwendige condensatie optreedt in de constructie. De volledige berekeningen zijn te vinden in bijlage 1 van het bijlagenboek. Bestaande situatie
Woningtype 'Keerpunt' Constructie Dakconstructie Beglazing bovenverdieping Beglazing begane grond Metselwerk
Detail 1 1 2 1&2
Rc-waarde Inwendige in m2•K/W condensatie 0,12 Ja 0,18 Ja 0,36 Ja 0,42 Ja
Evenals het woningtype ‘Emmerhout’ is het woningtype ‘Keerpunt’ slecht geïsoleerd. Vooral bij de dakconstructie gaat veel warmte verloren door de slechte Rc-waarde van 0,12 m2·K/W. Ook is bij het woningtype ‘Keerpunt’ op de bovenverdieping enkel glas geplaatst en is vermoedelijk tijdens een voorgaande renovatie op de begane grond dubbele beglazing toegepast met een Rc-waarde van 0,36 m2·K/W. Het metselwerk heeft ook een geringe Rc-waarde van 0,42 m2·K/W. Dit komt vooral door de smalle ongeïsoleerde spouw. Volgens de berekening treedt er in alle constructies inwendige condensatie op. In de praktijk zal er condensatie optreden bij de enkele beglazing op de bovenverdieping, door voldoende te ventileren zal dit voorkomen kunnen worden. Ook in de spouw van het metselwerk zal condensatie optreden, hierbij geldt ook dat hier voldoende geventileerd moet worden om eventuele (vocht)schade te voorkomen.
Energielabel – Bestaande situatie woningtype ‘Keerpunt’ In het bestand van woningcorporatie Lefier valt het woningtype ‘Keerpunt’ in bestaande situatie onder energielabel F dankzij de energie-index van 2,55. Aangezien het energielabel G het slechtste energielabel is valt woningtype ‘Keerpunt’ dus onder het op één na slechtste energielabel.
Afbeelding 15: Energielabel F
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
77
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
78
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Advies 1 Woningtype ‘Keerpunt’
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
79
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
80
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4d
1e advies “Keerpunt”
Na-isoleren binnenzijde
e
Bij het 1 advies voor woningtype ‘Keerpunt’ wordt de binnenzijde van de gevel nageïsoleerd. Hiernaast wordt het dak en de begane grondvloer nageïsoleerd. Kieren rondom de kozijnen worden gedicht met compriband en bij de scharnierende delen worden tochstrippen geplaatst. Koudebruggen worden geëlimineerd doormiddel van na-isolatie. Niet alle koudebruggen kunnen aangepakt worden doordat de bestaande kozijn blijven zitten. De gevel wordt aan de binnenzijde nageïsoleerd door 80mm houtvezel isolatieplaten aan het binnenspouwblad te schroeven. Het dak zal worden nageïsoleerd met cellulose isolatievlokken en de vloer met thermoskussens. De ongeïsoleerde spouwmuur wordt aan de binnenzijde nageïsoleerd met 80mm houtvezel isolatieplaten. De houtvezel isolatieplaten worden afgewerkt met leemstuc (een gesmeerde hechtmortel, wapeningsweefsel, weer een gesmeerde hechtmortel en vervolgens een gesmeerde afwerklaag). De spouwmuur zal een totale Rc-waarde verkrijgen van 2,43 m2*k/W. Het dak wordt tussen de spanten nageïsoleerd met 150mm cellulose. De cellulose zal na het plaatsen van de dampopen folie ertussen worden gespoten. Het geheel zal aan de binnenzijde worden afgewerkt met plafondregels 22x62 mm en geschroefde Pavaplan 8mm. Het dak zal een totale Rcwaarde verkrijgen van 4,07 m2*k/W. De vloeren worden nageïsoleerd met thermoskussens (driekamers). De vloer van de kruipruimte wordt voorzien van een PE bodemfolie. De zijkanten van de funderingen worden nageïsoleerd met 60mm houtvezelplaten, om koudebruggen te elimineren. De houtvezelplaten worden afgeplakt met PE folie, hierdoor kan er geen vocht in de platen trekken. De vloer zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 3,2 m2*k/W. Het glaswerk wordt, waar nodig, vervangen door HR++ isolatieglas. Het HR++ isolatieglas zal zoveel mogelijk droog worden geplaatst. De glaslatten worden genageld. De kopzijden van de woningen worden ook aan de binnenzijde nageïsoleerd met geschroefde 80mm houtvezel isolatieplaten. De binnenzijde zal afgewerkt worden met leemstuc (een gesmeerde hechtmortel, wapeningsweefsel, weer een gesmeerde hechtmortel en vervolgens een gesmeerde afwerklaag).De kopzijde zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 2,43 m2*k/W.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
81
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4e
Materiaalbladen 1e advies ‘Keerpunt’
Onderdeel: Stucwerk (binnen) Vervangen van traditioneel stucwerk Leemstucwerk Samenstelling: - Zand - Leem - Water Mate van C2C: Het grote voordeel van leemstucwerk is dat voor 100% bestaat uit natuurlijke producten. Leemstucwerk zou zowel binnen als buiten toegepast kunnen worden. Wanneer leemstucwerk buiten wordt toegepast mag dit niet gelijk vanuit het maaiveld worden toegepast. Ook moet het worden geïmpregneerd met een dampdoorlatend en vochtwerend middel waardoor het product een stuk minder natuurvriendelijk wordt. Leem kan op dezelfde ondergronden worden verwerkt als traditioneel stucwerk. Om verschillende structuren te krijgen in leemstucwerk worden er toevoegingen gedaan in de vorm van stro, hennephout, papiercellulose, weidepoeder en zaagsel. Leemstucwerk is dus een erg natuurvriendelijk materiaal welke kan worden teruggegeven aan de natuur zonder deze daarmee te beschadigen. Daardoor kan worden gezegd dat leemstucwerk een C2C materiaal is. Bron: www.dubomat.nl
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Leemstucwerk € 18,65/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
82
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Isolatie op metselwerk Toegevoegd materiaal Houtvezelplaat (Diffutherm WDVS Pavatex) Samenstelling: - Houtvezels Mate van C2C: De houtvezelplaat bestaat volledig uit samengeperste houtvezels. Het is een afvalproduct waaraan geen schadelijke materialen zijn toegevoegd. Het materiaal zou hierdoor na gebruik terug kunnen worden gegeven aan de natuur en als voeding gelden voor de bodem. Het materiaal is keer op keer recyclebaar zonder verlies van zijn eigenschappen. Ook is het door zijn mechanische bevestiging demontabel en dus opnieuw te gebruiken. Door deze eigenschappen kan houtvezelplaat worden gezien als C2C.
Alternatief 1 Steenwolplaat (Strikotherm) Samenstelling: - Diabaas of basalt - Bindmiddel Mate van C2C: De diabaas of basalt wordt verhit tot 1400 ºC zodat het smelt en vervolgens weggeslingerd met een spinner. Hierdoor stolt het weer tot draden waarna het samen met een bindmiddel in een verhardingsoven tot een mat wordt vervaardigd. Het is een onomkeerbaar proces en vergt veel energie. Het steenwol wordt verlijmt toegepast op de gevel en is daardoor moeilijk te scheiden van de onderconstructie. Doordat steenwol 100% recyclebaar is wordt het een interessant product voor duurzaam bouwen. Maar het product is niet volledig C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Houtvezelplaat 60mm € 23,11/m² Strikotherm 60mm 13,04/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
83
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Glas Vervangend materiaal enkel glas HR++ Isolatieglas Samenstelling: - Zand - Soda - Kalk - Dolomiet - Aluminium - Inert gas Mate van C2C: HR++ isolatieglas wordt op dezelfde wijze vervaardigd als dubbel glas. Alleen wordt er bij dit glas nog een heel dun metaallaagje aangebracht. Dit kost dus uiteindelijk meer energie en zorgt dus voor meer CO2 uistoot. Wel heeft het glas een vele betere isolatiewaarde, wat dan weer zorgt voor een vermindering van de CO2 uitstoot. Het glas is volledig recyclebaar, maar door de hoge energiekosten van zowel de productie als de recycling is dit product verre van C2C. Voor glas zou nog een beter alternatief uitgevonden moeten worden.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
HR++ glas € 65/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
84
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Isolatie in Panelen Vervangend materiaal voor polystyreen isolatie Vlasvezel isolatie (Isovlas) Samenstelling: - Vlas Mate van C2C: Vlasvezel isolatie is een zacht isolatiemateriaal welke vervaardigt wordt uit vlas. Ook afvalstoffen van de linnenindustrie worden hierin verwerkt. Het is dus een afvalproduct. De thermische isolatie is gelijk aan die van traditionele isolaties zoals glaswol en steenwol. De akoestische isolatie van vlaswol is zelfs beter. Het kost weinig energie om het materiaal te vervaardigen en is volledig biologisch afbreekbaar. Dit materiaal is dus C2C te noemen.
Alternatief 1 Schapenwol isolatie (Texelwool Graaf isolatie) Samenstelling: - Schapenwol Mate van C2C: Schapenwol is uiteraard een natuurlijk product. Het wordt tot rollen of tot platen verweven met een speciale techniek, waarbij geen andere toevoegingen worden gedaan. Het materiaal is 100% recyclebaar zonder dat het extra energie kost. Het materiaal zou ook na gebruik in de grond gestopt kunnen worden. Het is niet schadelijk en helpt mee aan een goede bodemvoeding. Het zorgt ervoor dat vocht en zuurstof onder de grond beter hun weg kunnen vinden. Het materiaal wordt daarom ook veel gebruikt onder kunstgrasvelden. Er valt dus te stellen dat dit product volledig C2C is.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
85
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 2 Glaswol (Isover) Samenstelling: - Zand - Gerecycled glas Mate van C2C: Glaswol bestaat voor 75% uit gerecycled glas en kan in principe oneindig worden gerecycled tot nieuw glaswol. 25% van het materiaal moet dus opnieuw gewonnen worden en is dus schadelijk voor het milieu. Ook kan het materiaal niet terug worden gegeven aan de natuur, omdat het niet biologisch afbreekbaar is en dus vervuilend voor het milieu. Door het hoge recyclepercentage kan glaswol niet worden gezien als een slecht materiaal, maar ook niet als C2C.
Kosten Indicatiekosten(ex. btw): -
Vlasvezel 60mm €6,24/m² Schapenwol 60mm €6,60/m² Glaswol 60mm €3,35/m²
Onderdeel: Folie Toegevoegd materiaal in panelen tegen vochttransport door constructie
PE Folie Samenstelling: - Polyethyleen Mate van C2C: Tot nu toe is er geen folie uitgevonden dat voldoet aan de C2C normen. Uit alle kwaden komt PE folie echter het best naar voren. Het materiaal is een thermoplast. Dit houdt in dat het kan worden omgesmolten. Hierdoor is het volledig recyclebaar. Het kost veel energie om te vervaardigen, wordt deels gemaakt uit aardolie en is niet biologisch afbreek. Het materiaal is dus niet C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
PE folie €1,20/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
86
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Afwatering onder kozijnen Vervangend materiaal voor raamdorpelstenen Aluminium waterslag Samenstelling: - aluminiumoxidepoeder - aluinaarde Om aluminium te vervaardigen moeten er natuurproducten worden gewonnen wat schadelijk is voor de natuur. Ook kost de productie van aluminium heel erg veel energie. Het productieproces kost 5x zoveel energie als het vervaardigen van staal. Wat aluminium interessant maakt is het recycleproces. Aluminium is voor bijna 100% recyclebaar. Dit kost een stuk minder energie waardoor het na 3x recyclen al duurzamer is als staal. Hoe vaker aluminium gerecycled wordt des te schoner het materiaal dus wordt. Het materiaal kan door de winning van natuurproducten en door het intensieve productieproces niet worden gerekend als C2C materiaal.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Aluminium waterslag €11,45/m (niet in kleur gespoten)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
87
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Stelkozijn Toegevoegd materiaal voor stellen kozijnen en koudebrug onderbreking
Vurenhout DB (geplatoniseerd met FSC-keurmerk) Samenstelling: - Vurenhout - Stoom Mate van C2C: Vurenhout is een loofhoutsoort dat snel aangroeit. Er wordt in de duurzame bosbouw voldoende wordt teruggeplant om de voorraad op pijl te houden. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het grote nadeel is dat het niet onbehandeld is toe te passen als bij robinia en Western Red Cedar. D.m.v. de speciale techniek platoniseren is het mogelijk om dit hout duurzamer te maken. Het proces is te vergelijken met stomen en vergt weinig energie. Het verbruikte energie is weg te strepen tegen de snelle aangroeitijd van dit houtsoort. Hierdoor kan het materiaal wel worden gezien als C2C.
Alternatief 1 Robiniahout DB (onbehandeld met FSC-keurmerk) - Robiniahout Mate van C2C: Robinia is een boomsoort die een hard loofhout levert en snel aangroeit. Het hout wordt gewonnen duurzame bosbouw. Dit wil zeggen dat er voor gekapte bomen ook weer nieuwe worden teruggeplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het zagen en profileren van het hout kost energie, maar niet meer dan bij bijvoorbeeld vurenhout. Een nadeel van het gebruiken voor kozijnen is dat het hout vrij veel werkt. Door de verbindingen met deuvels en schroeven te monteren, zijn de kozijnen demontabel. Het hout is onbehandeld toe te passen en wordt op deze manier dus niet ‘besmet’ met milieuonvriendelijke materialen. Het onbehandelde hout zou na gebruik simpelweg weer kunnen worden achtergelaten in het bos, zonder daarmee de natuur te beschadigen. Het rotten van het hout is een natuurlijk proces, en werkt weer als voeding voor de bestaande flora en fauna. Dit materiaal is zeker C2C te noemen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
88
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 2 Western Red Cedar (onbehandeld met FSC-keurmerk) Samenstelling: - Western red Cedar Mate van C2C: Ook Western Red Cedar is een loofhoutsoort die onbehandeld is toe te passen. Het is zachter dan Robiniahout en erg duurzaam. Het hout werkt minder ten gevolge van weersomstandigheden dan Robinia. Daardoor is Western Red Cedar beter geschikt voor kozijnhout. Een groot nadeel van dit houtsoort is dat het veel minder snel groeit. Ook dit materiaal is dus C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Vurenhout € 1,90/m (44x89) Robinia € 3,60/m (54x96) Western Red Cedar € 3,20/m (56x80)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
89
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4f
Thermische eigenschappen – advies 1 woningtype ‘Keerpunt’
Onderstaand ziet u een overzicht van de Rc-waarden welke de thermische eigenschappen weergeven van de constructies behorende bij advies 1 van het woningtype ‘Keerpunt’. Ook wordt aangegeven of er in theorie inwendige condensatie optreedt in de constructie. De volledige berekeningen zijn te vinden in bijlage 1 van het bijlagenboek. Bestaande situatie
Woningtype 'Keerpunt'
Advies 1 van binnen na-isoleren
Constructie Dakconstructie Beglazing bovenverdieping Beglazing begane grond Metselwerk
Detail 1 1 2 1&2
Rc-waarde Inwendige Rc-waarde Inwendige in in m2•K/W condensatie m2•K/W condensatie 0,12 Ja 4,07 Nee 0,18 Ja 0,83 Nee 0,36 Ja 0,83 Nee 0,42 Ja 2,43 Ja
Opmerkelijk is dat de Rc-waarde van de dakconstructie van advies 1 enorm is verhoogd van 0,12m2·K/W naar 4,07 m2·K/W. Dit resultaat wordt behaalt door het toepassen van cellulose isolatie(papiervlokken). Over de spantbenen van de dakconstructie wordt een folie getrokken, vervolgens wordt er tussen de spantbenen een pakket van 150mm cellulose isolatie gespoten. Met dit pakket wordt de hoge Rc-waarde van 4,07 m2·K/W behaalt. Bij het woningtype ‘Keerpunt’ wordt zowel het enkel glas op de bovenverdieping als de dubbele beglazing op de begane grond vervangen door HR++ isolatieglas met een Rc-waarde van 0,83 m2·K/W In advies 1 blijft de bestaande wandopbouw behouden en wordt de gevel van binnenuit geïsoleerd door middel van Diffutherm houtvezel isolatieplaten met een dikte van 80mm. Door de gevel van binnenuit te isoleren wordt de Rc-waarde van de bestaande gevel met een Rc-waarde van 0,42 m2·K/W geüpgrade naar een Rc-waarde van 2,43 m2·K/W. Wel dient de spouw goed geventileerd te worden om inwendige condens te voorkomen.
Energielabel – Advies 1 woningtype ‘Keerpunt’ De woning van het type ‘Keerpunt’ valt in bestaande situatie onder energielabel F. Zoals eerder vermeld is dit het op één na slechtste label, dit is vooral te danken aan het ongeïsoleerde dak en de ongeïsoleerde gevels. Opmerkelijk is dat juist bij de dakconstructie het meeste resultaat wordt behaalt. Dit is vooral te danken aan de beschikbare ruimte om te isoleren. Uiteraard hebben de overige maatregelen ook een goede werking, dit blijkt wel uit de berekening van de energie-index voor advies 1. Met advies 1 wordt een energie-index van 1,24 behaalt, hierdoor komt de woning onder categorie energielabel B te vallen. De energie-index is nog te verbeteren door geïsoleerde buitendeuren toe te passen, hiermee wordt een energieindex van 1,22 behaalt. Afbeelding 16: Energielabelverbetering advies 1
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
90
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Advies 2 Woningtype ‘Keerpunt’
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
91
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
92
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4g
2e advies “Keerpunt”
Na-isoleren buitenzijde
e
Bij het 2 advies voor woningtype ‘Keerpunt’ wordt de buitenzijde van de gevel nageïsoleerd. Hiernaast wordt het dak en de begane grondvloer nageïsoleerd. Kieren rondom de kozijnen worden gedicht met compriband en bij scharnierende delen worden aluminium tochstrippen geplaatst. Koudebruggen worden aangepakt door middel van na-isolatie. Niet alle koudebruggen kunnen aangepakt worden doordat de bestaande kozijn blijven zitten. De gevel wordt aan de buitenzijde nageïsoleerd met geschroefde 60mm houtvezel isolatieplaten. Het dak zal worden nageïsoleerd met cellulose isolatievlokken en de vloer met thermoskussens. De ongeïsoleerde spouwmuur zal aan de buitenzijde worden nageïsoleerd met 60mm houtvezel isolatieplaten. Het terug liggende gedeelte tussen de kozijnen wordt opgevuld met 80mm houtvezel isolatieplaten. Zo heeft de gevel geen diepteverschil meer. Dit geheel zal worden afgewerkt met kalkstuc (een gesmeerde hechtmortel, wapeningsweefsel, weer een gesmeerde hechtmortel, ververfde voorstrijk en vervolgens een gesmeerde spachtelpleister). De spouwmuur zal een totale Rc-waarde verkrijgen van 2,43 m2*k/W. Het dak wordt tussen de spanten nageïsoleerd met 150mm cellulose. De cellulose zal na het plaatsen van de dampopen folie ertussen worden gespoten. Het geheel zal aan de binnenzijde worden afgewerkt met plafondregels 22x62 mm en geschroefde Pavaplan 8mm. Het dak zal een totale Rcwaarde verkrijgen van 4,07 m2*k/W. De vloeren worden nageïsoleerd met thermoskussens (driekamers). De vloer van de kruipruimte wordt voorzien van een PE bodemfolie. De zijkanten van de funderingen worden nageïsoleerd met 60mm houtvezelplaten, om koudebruggen te elimineren. De houtvezelplaten worden afgeplakt met PE folie, hierdoor kan er geen vocht in de platen trekken. De vloer zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 3,2 m2*k/W. Het glaswerk wordt, waar nodig, vervangen met HR++ isolatieglas. Het HR++ isolatieglas zal zoveel mogelijk droog worden geplaatst. De glaslatten worden genageld. De kopzijden van de woningen worden aan de buitenzijde nageïsoleerd met geschroefde 60mm houtvezel isolatieplaten. De buitenzijde zal afgewerkt worden met kalkstuc (een gesmeerde hechtmortel, wapeningsweefsel, weer een gesmeerde hechtmortel, ververfde voorstrijk en vervolgens een gesmeerde spachtelpleister). De kopzijde zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 2,43 m2*k/W.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
93
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4h
Materiaalbladen 2e advies ‘Keerpunt’
Onderdeel: Isolatie op metselwerk Toegevoegd materiaal Houtvezelplaat (Diffutherm WDVS Pavatex) Samenstelling: - Houtvezels Mate van C2C: De houtvezelplaat bestaat volledig uit samengeperste houtvezels. Het is een afvalproduct waaraan geen schadelijke materialen zijn toegevoegd. Het materiaal zou hierdoor na gebruik terug kunnen worden gegeven aan de natuur en als voeding gelden voor de bodem. Het materiaal is keer op keer recyclebaar zonder verlies van zijn eigenschappen. Ook is het door zijn mechanische bevestiging demontabel en dus opnieuw te gebruiken. Door deze eigenschappen kan houtvezelplaat worden gezien als C2C.
Alternatief 1 Steenwolplaat (Strikotherm) Samenstelling: - Diabaas of basalt - Bindmiddel Mate van C2C: De diabaas of basalt wordt verhit tot 1400 ºC zodat het smelt en vervolgens weggeslingerd met een spinner. Hierdoor stolt het weer tot draden waarna het samen met een bindmiddel in een verhardingsoven tot een mat wordt vervaardigd. Het is een onomkeerbaar proces en vergt veel energie. Het steenwol wordt verlijmt toegepast op de gevel en is daardoor moeilijk te scheiden van de onderconstructie. Doordat steenwol 100% recyclebaar is wordt het een interessant product voor duurzaam bouwen. Maar het product is niet volledig C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Houtvezelplaat 60mm € 23,11/m² Strikotherm 60mm 13,04/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
94
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Stucwerk (binnen) Vervangen van traditioneel stucwerk Leemstucwerk Samenstelling: - Zand - Leem - Water Mate van C2C: Het grote voordeel van leemstucwerk is dat voor 100% bestaat uit natuurlijke producten. Leemstucwerk zou zowel binnen als buiten toegepast kunnen worden. Wanneer leemstucwerk buiten wordt toegepast mag dit niet gelijk vanuit het maaiveld worden toegepast. Ook moet het worden geïmpregneerd met een dampdoorlatend en vochtwerend middel waardoor het product een stuk minder natuurvriendelijk wordt. Leem kan op dezelfde ondergronden worden verwerkt als traditioneel stucwerk. Om verschillende structuren te krijgen in leemstucwerk worden er toevoegingen gedaan in de vorm van stro, hennephout, papiercellulose, weidepoeder en zaagsel. Leemstucwerk is dus een erg natuurvriendelijk materiaal welke kan worden teruggegeven aan de natuur zonder deze daarmee te beschadigen. Daardoor kan worden gezegd dat leemstucwerk een C2C materiaal is. Bron: www.dubomat.nl
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Leemstucwerk € 18,65/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
95
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Glas Vervangend materiaal enkel glas HR++ Isolatieglas Samenstelling: - Zand - Soda - Kalk - Dolomiet - Aluminium - Inert gas Mate van C2C: HR++ isolatieglas wordt op dezelfde wijze vervaardigd als dubbel glas. Alleen wordt er bij dit glas nog een heel dun metaallaagje aangebracht. Dit kost dus uiteindelijk meer energie en zorgt dus voor meer CO2 uistoot. Wel heeft het glas een vele betere isolatiewaarde, wat dan weer zorgt voor een vermindering van de CO2 uitstoot. Het glas is volledig recyclebaar, maar door de hoge energiekosten van zowel de productie als de recycling is dit product verre van C2C. Voor glas zou nog een beter alternatief uitgevonden moeten worden.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
HR++ glas € 65/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
96
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Stelkozijn Toegevoegd materiaal voor stellen kozijnen en koudebrug onderbreking
Vurenhout DB (geplatoniseerd met FSC-keurmerk) Samenstelling: - Vurenhout - Stoom Mate van C2C: Vurenhout is een loofhoutsoort dat snel aangroeit. Er wordt in de duurzame bosbouw voldoende wordt teruggeplant om de voorraad op pijl te houden. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het grote nadeel is dat het niet onbehandeld is toe te passen als bij robinia en Western Red Cedar. D.m.v. de speciale techniek platoniseren is het mogelijk om dit hout duurzamer te maken. Het proces is te vergelijken met stomen en vergt weinig energie. Het verbruikte energie is weg te strepen tegen de snelle aangroeitijd van dit houtsoort. Hierdoor kan het materiaal wel worden gezien als C2C.
Alternatief 1 Robiniahout DB (onbehandeld met FSC-keurmerk) - Robiniahout Mate van C2C: Robinia is een boomsoort die een hard loofhout levert en snel aangroeit. Het hout wordt gewonnen duurzame bosbouw. Dit wil zeggen dat er voor gekapte bomen ook weer nieuwe worden teruggeplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het zagen en profileren van het hout kost energie, maar niet meer dan bij bijvoorbeeld vurenhout. Een nadeel van het gebruiken voor kozijnen is dat het hout vrij veel werkt. Door de verbindingen met deuvels en schroeven te monteren, zijn de kozijnen demontabel. Het hout is onbehandeld toe te passen en wordt op deze manier dus niet ‘besmet’ met milieuonvriendelijke materialen. Het onbehandelde hout zou na gebruik simpelweg weer kunnen worden achtergelaten in het bos, zonder daarmee de natuur te beschadigen. Het rotten van het hout is een natuurlijk proces, en werkt weer als voeding voor de bestaande flora en fauna. Dit materiaal is zeker C2C te noemen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
97
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 2 Western Red Cedar (onbehandeld met FSC-keurmerk) Samenstelling: - Western red Cedar Mate van C2C: Ook Western Red Cedar is een loofhoutsoort die onbehandeld is toe te passen. Het is zachter dan Robiniahout en erg duurzaam. Het hout werkt minder ten gevolge van weersomstandigheden dan Robinia. Daardoor is Western Red Cedar beter geschikt voor kozijnhout. Een groot nadeel van dit houtsoort is dat het veel minder snel groeit. Ook dit materiaal is dus C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Vurenhout € 1,90/m (44x89) Robinia € 3,60/m (54x96) Western Red Cedar € 3,20/m (56x80)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
98
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Afwatering onder kozijnen Vervangend materiaal voor raamdorpelstenen Aluminium waterslag Samenstelling: - aluminiumoxidepoeder - aluinaarde Om aluminium te vervaardigen moeten er natuurproducten worden gewonnen wat schadelijk is voor de natuur. Ook kost de productie van aluminium heel erg veel energie. Het productieproces kost 5x zoveel energie als het vervaardigen van staal. Wat aluminium interessant maakt is het recycleproces. Aluminium is voor bijna 100% recyclebaar. Dit kost een stuk minder energie waardoor het na 3x recyclen al duurzamer is als staal. Hoe vaker aluminium gerecycled wordt des te schoner het materiaal dus wordt. Het materiaal kan door de winning van natuurproducten en door het intensieve productieproces niet worden gerekend als C2C materiaal.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Aluminium waterslag €11,45/m (niet in kleur gespoten)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
99
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Isolatie in Panelen Vervangend materiaal voor polystyreen isolatie Vlasvezel isolatie (Isovlas) Samenstelling: - Vlas Mate van C2C: Vlasvezel isolatie is een zacht isolatiemateriaal welke vervaardigt wordt uit vlas. Ook afvalstoffen van de linnenindustrie worden hierin verwerkt. Het is dus een afvalproduct. De thermische isolatie is gelijk aan die van traditionele isolaties zoals glaswol en steenwol. De akoestische isolatie van vlaswol is zelfs beter. Het kost weinig energie om het materiaal te vervaardigen en is volledig biologisch afbreekbaar. Dit materiaal is dus C2C te noemen.
Alternatief 1 Schapenwol isolatie (Texelwool Graaf isolatie) Samenstelling: - Schapenwol Mate van C2C: Schapenwol is uiteraard een natuurlijk product. Het wordt tot rollen of tot platen verweven met een speciale techniek, waarbij geen andere toevoegingen worden gedaan. Het materiaal is 100% recyclebaar zonder dat het extra energie kost. Het materiaal zou ook na gebruik in de grond gestopt kunnen worden. Het is niet schadelijk en helpt mee aan een goede bodemvoeding. Het zorgt ervoor dat vocht en zuurstof onder de grond beter hun weg kunnen vinden. Het materiaal wordt daarom ook veel gebruikt onder kunstgrasvelden. Er valt dus te stellen dat dit product volledig C2C is.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
100
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 2 Glaswol (Isover) Samenstelling: - Zand - Gerecycled glas Mate van C2C: Glaswol bestaat voor 75% uit gerecycled glas en kan in principe oneindig worden gerecycled tot nieuw glaswol. 25% van het materiaal moet dus opnieuw gewonnen worden en is dus schadelijk voor het milieu. Ook kan het materiaal niet terug worden gegeven aan de natuur, omdat het niet biologisch afbreekbaar is en dus vervuilend voor het milieu. Door het hoge recyclepercentage kan glaswol niet worden gezien als een slecht materiaal, maar ook niet als C2C.
Kosten Indicatiekosten(ex. btw): -
Vlasvezel 60mm €6,24/m² Schapenwol 60mm €6,60/m² Glaswol 60mm €3,35/m²
Onderdeel: Folie Toegevoegd materiaal in panelen tegen vochttransport door constructie
PE Folie Samenstelling: - Polyethyleen Mate van C2C: Tot nu toe is er geen folie uitgevonden dat voldoet aan de C2C normen. Uit alle kwaden komt PE folie echter het best naar voren. Het materiaal is een thermoplast. Dit houdt in dat het kan worden omgesmolten. Hierdoor is het volledig recyclebaar. Het kost veel energie om te vervaardigen, wordt deels gemaakt uit aardolie en is niet biologisch afbreek. Het materiaal is dus niet C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
PE folie €1,20/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
101
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4i
Thermische eigenschappen – advies 2 woningtype ‘Keerpunt’
Onderstaand ziet u een overzicht van de Rc-waarden welke de thermische eigenschappen weergeven van de constructies behorende bij advies 2 van het woningtype ‘Keerpunt’. Ook wordt aangegeven of er in theorie inwendige condensatie optreedt in de constructie. De volledige berekeningen zijn te vinden in bijlage 1 van het bijlagenboek.
Constructie Dakconstructie Beglazing bovenverdieping Beglazing begane grond Metselwerk
Advies 1
Advies 2
van binnen na-isoleren
van buiten na-isoleren
Bestaande situatie
Woningtype 'Keerpunt'
1
Rcwaarde in m2•K/W 0,12
Inwendige condensati e Ja
Rcwaarde in m2•K/W 4,07
Inwendige condensati e Nee
Rcwaarde in m2•K/W 4,07
Inwendige condensati e Nee
1 2 1&2
0,18 0,36 0,42
Ja Ja Ja
0,83 0,83 2,43
Nee Nee Ja
0,83 0,83 2,43
Nee Nee Ja
Detai l
Voor advies 2 zijn dezelfde dakconstructie en beglazingen aangehouden, dus gelden hierbij dezelfde Rc-waarden als bij advies 1. Bij advies 2 wordt de bestaande gevel van buiten geïsoleerd door middel van houtvezel isolatieplaten van 80mm. Praktisch gezien is advies 2 een omgekeerde versie van advies 1. Opvallend is dat het resultaat met het oog op de Rc-waarde ook hetzelfde is, namelijk 2,43 m2·K/W. Een groot verschil tussen de twee concepten is dat er bij advies 2 aanzienlijk minder kans is op inwendige condensatie in de constructie. Toch blijft de kans op condensatie bij advies 2, om dit te voorkomen zal ook hier voldoende geventileerd moeten worden.
Energielabel – Advies 2 woningtype ‘Keerpunt’ Door advies 2 toe te passen wordt evenals advies 1 een energie-index van 1,24 behaalt, hierdoor komt ook deze woning onder categorie energielabel B te vallen. De energie-index is nog te verbeteren door geïsoleerde buitendeuren toe te passen, hiermee wordt een energie-index van 1,22 behaalt. Afbeelding 17: Energielabelverbetering advies 2
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
102
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Advies 3 Woningtype ‘Keerpunt’
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
103
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
104
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4j
3e advies “Keerpunt”
Vervangen complete buitengevel
e
Bij het 3 advies voor woningtype ‘Keerpunt’ wordt de buitenmuur vervangen. Door het bestaande buitenspouwblad te verwijderen ontstaat de mogelijkheid om de spouw te na-isoleren. Hiernaast wordt het dak en de begane grondvloer nageïsoleerd. Kieren rondom de kozijnen worden gedicht met compriband en bij scharnierende delen worden aluminium tochstrippen geplaatst. Koudebruggen worden aangepakt door middel van na-isolatie. Alle koudebruggen worden aangepakt, doordat de bestaande kozijnen worden vervangen. De bestaande binnenmuur wordt aan de buitenzijde nageïsoleerd door hier 90mm vlasvezelplaten aan te schroeven. Het dak zal worden nageïsoleerd met cellulose isolatievlokken en de vloer met thermoskussens. De ongeïsoleerde spouwmuur wordt nageïsoleerd met 90mm vlasvezelplaten. De nieuwe buitengevel zal vervaardigd worden uit Clickbrick®gevelbakstenen. De spouwmuur zal een totale Rcwaarde verkrijgen van 3,06 m2*k/W. Het dak wordt tussen de spanten nageïsoleerd met 150mm cellulose. De cellulose zal na het plaatsen van de dampopen folie ertussen worden gespoten. Het geheel zal aan de binnenzijde worden afgewerkt met plafondregels 22x62 mm en geschroefde Pavaplan 8mm. Het dak zal een totale Rcwaarde verkrijgen van 4,07 m2*k/W. De vloeren worden nageïsoleerd met thermoskussens (driekamers). De vloer van de kruipruimte wordt voorzien van een PE bodemfolie. De zijkanten van de funderingen worden nageïsoleerd met 60mm houtvezelplaten, om koudebruggen te elimineren. De houtvezelplaten worden afgeplakt met PE folie, hierdoor kan er geen vocht in de platen trekken. De vloer zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 3,2 m2*k/W. Het glaswerk wordt, waar nodig, vervangen met HR++ isolatieglas. Het HR++ isolatieglas zal zoveel mogelijk droog worden geplaatst. De glaslatten worden genageld. De bestaande kozijnen worden vervangen door kozijnen van Robinia hout. Het nieuwe glaswerk zal van binnenuit geplaatst worden (inbraakproof). De gevels aan de kopzijden van de woningen worden ook nageïsoleerd door 90mm vlasvezel isolatieplaten aan het binnenspouwblad te schroeven. De nieuwe buitgevel zal worden vervaardigd uit Clickbrick®gevelbakstenen. De kopzijde zal een nieuwe Rc-waarde verkrijgen van 3,06 m2*k/W.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
105
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4k
Materiaalbladen 3e advies ‘Keerpunt’
Onderdeel: Buitenblad spouwmuur Vervangend materiaal voor traditioneel metselwerk Click-brick Samenstelling: - Klei - RVS clipjes en spouwankers Mate van C2C: Click-brick is een systeem dat is ontwikkeld door Daas bakstenen. Het is een droog metselsysteem waarbij stenen met een zaagsnede d.m.v. roestvast staal clipjes op elkaar worden gestapeld. Het grote voordeel t.o.v. traditioneel metselwerk is dat het niet met specie wordt verwerkt en dus niet voor eenmalig gebruik hoeft te zijn. Het is demontabel en hierdoor een stuk ‘schoner’ als traditioneel metselwerk. De belangrijkste grondstof voor deze stenen blijft natuurlijk klei. Aangezien klei een natuurproduct blijft, is ook dit product schadelijk voor het milieu. Daar komt bij dat het productieproces van de stenen zeer veel energie vraagt. Dit materiaal kan dus niet worden gezien als C2C materiaal.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Click-brick €145/m² (incl. verwerking)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
106
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Afwatering onder kozijnen Vervangend materiaal voor raamdorpelstenen Aluminium waterslag Samenstelling: - aluminiumoxidepoeder - aluinaarde Om aluminium te vervaardigen moeten er natuurproducten worden gewonnen wat schadelijk is voor de natuur. Ook kost de productie van aluminium heel erg veel energie. Het productieproces kost 5x zoveel energie als het vervaardigen van staal. Wat aluminium interessant maakt is het recycleproces. Aluminium is voor bijna 100% recyclebaar. Dit kost een stuk minder energie waardoor het na 3x recyclen al duurzamer is als staal. Hoe vaker aluminium gerecycled wordt des te schoner het materiaal dus wordt. Het materiaal kan door de winning van natuurproducten en door het intensieve productieproces niet worden gerekend als C2C materiaal.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Aluminium waterslag €11,45/m (niet in kleur gespoten)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
107
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Folie Toegevoegd materiaal in panelen tegen vochttransport door constructie
PE Folie Samenstelling: - Polyethyleen Mate van C2C: Tot nu toe is er geen folie uitgevonden dat voldoet aan de C2C normen. Uit alle kwaden komt PE folie echter het best naar voren. Het materiaal is een thermoplast. Dit houdt in dat het kan worden omgesmolten. Hierdoor is het volledig recyclebaar. Het kost veel energie om te vervaardigen, wordt deels gemaakt uit aardolie en is niet biologisch afbreek. Het materiaal is dus niet C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
PE folie €1,20/m²
Onderdeel: Isolatie in Panelen Vervangend materiaal voor polystyreen isolatie Vlasvezel isolatie (Isovlas) Samenstelling: - Vlas Mate van C2C: Vlasvezel isolatie is een zacht isolatiemateriaal welke vervaardigt wordt uit vlas. Ook afvalstoffen van de linnenindustrie worden hierin verwerkt. Het is dus een afvalproduct. De thermische isolatie is gelijk aan die van traditionele isolaties zoals glaswol en steenwol. De akoestische isolatie van vlaswol is zelfs beter. Het kost weinig energie om het materiaal te vervaardigen en is volledig biologisch afbreekbaar. Dit materiaal is dus C2C te noemen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
108
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 1 Schapenwol isolatie (Texelwool Graaf isolatie) Samenstelling: - Schapenwol Mate van C2C: Schapenwol is uiteraard een natuurlijk product. Het wordt tot rollen of tot platen verweven met een speciale techniek, waarbij geen andere toevoegingen worden aangebracht. Het materiaal is 100% recyclebaar zonder dat het extra energie kost. Het materiaal zou ook na gebruik in de grond gestopt kunnen worden. Het is niet schadelijk en helpt mee aan een goede bodemvoeding. Het zorgt ervoor dat vocht en zuurstof onder de grond beter hun weg kunnen vinden. Het materiaal wordt daarom ook veel gebruikt onder kunstgrasvelden. Er valt dus te stellen dat dit product volledig C2C is.
Alternatief 2 Glaswol (Isover) Samenstelling: - Zand - Gerecycled glas Mate van C2C: Glaswol bestaat voor 75% uit gerecycled glas en kan in principe oneindig worden gerecycled tot nieuw glaswol. 25% van het materiaal moet dus opnieuw gewonnen worden en is dus schadelijk voor het milieu. Ook kan het materiaal niet terug worden gegeven aan de natuur, omdat het niet biologisch afbreekbaar is en dus vervuilend voor het milieu. Door het hoge recyclepercentage kan glaswol niet worden gezien als een slecht materiaal, maar ook niet als C2C.
Kosten Indicatiekosten(ex. btw): -
Vlasvezel 60mm €6,24/m² Schapenwol 60mm €6,60/m² Glaswol 60mm €3,35/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
109
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Stelkozijn Toegevoegd materiaal voor stellen kozijnen en koudebrug onderbreking
Vurenhout DB (geplatoniseerd met FSC-keurmerk) Samenstelling: - Vurenhout - Stoom Mate van C2C: Vurenhout is een loofhoutsoort dat snel aangroeit. Er wordt in de duurzame bosbouw voldoende wordt teruggeplant om de voorraad op pijl te houden. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het grote nadeel is dat het niet onbehandeld is toe te passen als bij robinia en Western Red Cedar. D.m.v. de speciale techniek platoniseren is het mogelijk om dit hout duurzamer te maken. Het proces is te vergelijken met stomen en vergt weinig energie. Het verbruikte energie is weg te strepen tegen de snelle aangroeitijd van dit houtsoort. Hierdoor kan het materiaal wel worden gezien als C2C.
Alternatief 1 Robiniahout DB (onbehandeld met FSC-keurmerk) - Robiniahout Mate van C2C: Robinia is een boomsoort die een hard loofhout levert en snel aangroeit. Het hout wordt gewonnen duurzame bosbouw. Dit wil zeggen dat er voor gekapte bomen ook weer nieuwe worden teruggeplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het zagen en profileren van het hout kost energie, maar niet meer dan bij bijvoorbeeld vurenhout. Een nadeel van het gebruiken voor kozijnen is dat het hout vrij veel werkt. Door de verbindingen met deuvels en schroeven te monteren, zijn de kozijnen demontabel. Het hout is onbehandeld toe te passen en wordt op deze manier dus niet ‘besmet’ met milieuonvriendelijke materialen. Het onbehandelde hout zou na gebruik simpelweg weer kunnen worden achtergelaten in het bos, zonder daarmee de natuur te beschadigen. Het rotten van het hout is een natuurlijk proces, en werkt weer als voeding voor de bestaande flora en fauna. Dit materiaal is zeker C2C te noemen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
110
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 2 Western Red Cedar (onbehandeld met FSC-keurmerk) Samenstelling: - Western red Cedar Mate van C2C: Ook Western Red Cedar is een loofhoutsoort die onbehandeld is toe te passen. Het is zachter dan Robiniahout en erg duurzaam. Het hout werkt minder ten gevolge van weersomstandigheden dan Robinia. Daardoor is Western Red Cedar beter geschikt voor kozijnhout. Een groot nadeel van dit houtsoort is dat het veel minder snel groeit. Ook dit materiaal is dus C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex. btw): -
Vurenhout € 1,90/m (44x89) Robinia € 3,60/m (54x96) Western Red Cedar € 3,20/m (56x80)
Onderdeel: Kozijnen Vervangen van kozijnen Robinia kozijnhout DB (onbehandeld met FSC-keurmerk) Samenstelling: - Robiniahout - Deuvels en schroeven Mate van C2C: Robinia is een boomsoort die een hard loofhout levert en snel aangroeit. Het hout wordt gewonnen duurzame bosbouw. Dit wil zeggen dat er voor gekapte bomen ook weer nieuwe worden teruggeplaatst. Hierdoor wordt het milieu dus niet beschadigd. Het zagen en profileren van het hout kost energie, maar niet meer dan bij bijvoorbeeld vurenhout. Een nadeel van het gebruiken voor kozijnen is dat het hout vrij veel werkt. Door de verbindingen met deuvels en schroeven te monteren, zijn de kozijnen demontabel. Het hout is onbehandeld toe te passen en wordt op deze manier dus niet ‘besmet’ met milieuonvriendelijke materialen. Het onbehandelde hout zou na gebruik simpelweg weer kunnen worden achtergelaten in het bos, zonder daarmee de natuur te beschadigen. Het rotten van het hout is een natuurlijk proces, en werkt weer als voeding voor de bestaande flora en fauna. Dit materiaal is zeker C2C te noemen.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
111
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Alternatief 1 Western Red Cedar kozijnen DB(onbehandeld met FSCkeurmerk) Samenstelling: - Western Red Cedarhout - Deuvels en schroeven Mate van C2C: Ook Western Red Cedar is een loofhoutsoort die onbehandeld is toe te passen. Het is zachter dan Robiniahout en erg duurzaam. Het hout werkt minder ten gevolge van weersomstandigheden dan Robinia. Daardoor is Western Red Cedar beter geschikt voor kozijnhout. Een groot nadeel van dit houtsoort is dat het veel minder snel groeit. Ook dit materiaal is dus C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Robinia € 24,75/m (67x114) Western Red Cedar € 22,30/m (67x114)
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
112
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Glas Vervangend materiaal enkel glas HR++ Isolatieglas Samenstelling: - Zand - Soda - Kalk - Dolomiet - Aluminium - Inert gas Mate van C2C: HR++ isolatieglas wordt op dezelfde wijze vervaardigd als dubbel glas. Alleen wordt er bij dit glas nog een heel dun metaallaagje aangebracht. Dit kost dus uiteindelijk meer energie en zorgt dus voor meer CO2 uistoot. Wel heeft het glas een vele betere isolatiewaarde, wat dan weer zorgt voor een vermindering van de CO2 uitstoot. Het glas is volledig recyclebaar, maar door de hoge energiekosten van zowel de productie als de recycling is dit product verre van C2C. Voor glas zou nog een beter alternatief uitgevonden moeten worden.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
HR++ glas € 65/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
113
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Onderdeel: Isolatie op metselwerk Toegevoegd materiaal Houtvezelplaat (Diffutherm WDVS Pavatex) Samenstelling: - Houtvezels Mate van C2C: De houtvezelplaat bestaat volledig uit samengeperste houtvezels. Het is een afvalproduct waaraan geen schadelijke materialen zijn toegevoegd. Het materiaal zou hierdoor na gebruik terug kunnen worden gegeven aan de natuur en als voeding gelden voor de bodem. Het materiaal is keer op keer recyclebaar zonder verlies van zijn eigenschappen. Ook is het door zijn mechanische bevestiging demontabel en dus opnieuw te gebruiken. Door deze eigenschappen kan houtvezelplaat worden gezien als C2C.
Alternatief 1 Steenwolplaat (Strikotherm) Samenstelling: - Diabaas of basalt - Bindmiddel Mate van C2C: De diabaas of basalt wordt verhit tot 1400 ºC zodat het smelt en vervolgens weggeslingerd met een spinner. Hierdoor stolt het weer tot draden waarna het samen met een bindmiddel in een verhardingsoven tot een mat wordt vervaardigd. Het is een onomkeerbaar proces en vergt veel energie. Het steenwol wordt verlijmt toegepast op de gevel en is daardoor moeilijk te scheiden van de onderconstructie. Doordat steenwol 100% recyclebaar is wordt het een interessant product voor duurzaam bouwen. Maar het product is niet volledig C2C.
Kosten Indicatiekosten (ex.btw): -
Houtvezelplaat 60mm € 23,11/m² Strikotherm 60mm 13,04/m²
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
114
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.4l
Thermische eigenschappen – advies 3 woningtype ‘Keerpunt’
Onderstaand ziet u een overzicht van de Rc-waarden welke de thermische eigenschappen weergeven van de constructies behorende bij advies 3 van het woningtype ‘Keerpunt’. Ook wordt aangegeven of er in theorie inwendige condensatie optreedt in de constructie. De volledige berekeningen zijn te vinden in bijlage 1 van het bijlagenboek.
Constructie Dakconstructie Beglazing bovenverdieping Beglazing begane grond Metselwerk
Advies 1
Advies 2
Advies 3
van binnen na-isoleren
van buiten na-soleren
nieuw metselwerk (clickbrick)
Bestaande situatie
Woningtype 'Keerpunt'
1
Rcwaarde in m2•K/W 0,12
Inwendige condensati e Ja
Rcwaarde in m2•K/W 4,07
Inwendige condensati e Nee
Rcwaarde in m2•K/W 4,07
Inwendige condensati e Nee
Rcwaarde in m2•K/W 4,07
Inwendige condensati e Nee
1 2 1&2
0,18 0,36 0,42
Ja Ja Ja
0,83 0,83 2,43
Nee Nee Ja
0,83 0,83 2,43
Nee Nee Ja
0,83 0,83 3,06
Nee Nee Ja
Detai l
Bij advies 3 wordt het huidige metselwerk van het buitenspouwblad verwijderd en opnieuw opgetrokken met Clickbrick®. Door het huidige metselwerk te verwijderen ontstaat de mogelijkheid om de spouw te isoleren met 90mm. vlasvezel isolatieplaten. Ook wordt de totale spouw verbreed van 50mm. naar 110mm. Bij advies 3 is het dakconstructie hetzelfde als bij advies 1&2 en wordt er ook overal HR++ isolatieglas toegepast, hiervan zijn dus ook de Rc-waarden gelijk. De Rc-waarde van de gevel bij advies 3 is wel beter dan de overige adviezen, namelijk: 3,06 m2·K/W
Energielabel – Advies 3 woningtype ‘Keerpunt’ Het resultaat van de betere Rc-waarde van de gevel bij advies 3 zorgt voor een energie-index van 1,23. Dus valt de woning van advies 3 ook onder het energielabel B. Ook voor advies 3 geldt dat de energie-index nog lichtelijk verbeterd kan worden door geïsoleerde buitendeuren te plaatsen, hiermee zal de energie-index verlaagt worden naar 1,22. Hiermee wordt het energie-index dus gelijk aan advies 1&2.
Afbeelding 18: Energielabelverbetering advies 3
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
115
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
4.5
Adviezen uitgelicht
De adviezen zijn gemaakt ten behoeve van het renoveren van woningen uit de bouwjaren 19661975. De bouwmaterialen waarvoor gekozen zijn, zijn getoetst op de Cradle-to-Cradle-filosofie. De bouwmaterialen en adviezen zijn verkregen aan de hand van desktop research, verkennende gesprekken en literatuurresearch. Voor het maken van de adviezen hebben we onder andere gebruik gemaakt van de verkennende gesprekken met Joost Halbertsma van Dubomat Groningen en Jelmer Biesma van Koenen bouw Emmen. Hiernaast hebben wij gebruik gemaakt van productfolders, Stappenplan ‘het ontwikkelen van Cradle to Cradle woningen’, www.cradletocradle.nl, www.brandisolatiegroepnederland.nl, www.daasbaksteen.nl, www.energiebesparingsverkenner.nl en vergaderingen met ing. Ireen de Jong Architect en ir. Robert Ovbiagbonhia. Aandachtspunt gevelisolatie: Warmte kan verloren gaan via de gevel. Vooral bij gevels waar weinig of geen isolatie geplaatst is gaat veel warmte verloren. Dit komt mede doordat gevels grote oppervlakken hebben en de scheiding is tussen buiten en binnen. Naast het plaatsen van isolatie zijn kierdichtingen en het verhelpen van koudebruggen ook belangrijke aandachtspunten. Bij de adviezen is er gekozen voor isolatiematerialen die op basis zijn van hernieuwbare grondstoffen. In de adviezen is er onder andere gekozen voor vlasisolatie en houtvezelplaten. Een voordeel van de vlasisolatie is dat het materiaal niet schadelijk is bij aanraking en inademing. Hiernaast is de warmtegeleidingcoëfficiënt gelijk aan glaswol (wat goed is). De geluidstrillingen die voorkomen in de woning worden door de vlasvezels omgezet in warmte. De extra warmte draag bij aan de energiebesparing en het zorgt voor weinig geluidsoverdrachten naar andere ruimten. Mede door deze voordelen is er voor vlasisolatie gekozen. De prijs van vlasvezelisolatie is bijna gelijk aan glaswol. Vlasvezel is gemaakt uit biologische grondstoffen en is volledig te recyclen. Ideaal voor Cradle-to-Cradle.
Afbeelding 19: Vlasisolatie Houtvezelplaten zijn er in vele soorten en maten te verkrijgen. Er zijn constructieve-, drukvaste-, waterwerende-, stevige- en isolatiehoutvezelplaten. Ook zijn er platen verkrijgbaar die meerdere van deze eigenschappen bezitten. Bij de adviezen is er gekozen voor isolerende houtvezelplaten, deze platen zijn niet constructief (wel vormvast en stevig). De platen kunnen gerecycled worden, zijn demontabel, kunnen gecomposteerd worden of verbrand worden om te dienen als biomassa.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
116
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Advies gedeeltelijk renoveren: Bij gedeeltelijke isolatierenovatie bestaat er het risico dat er schimmelvorming ontstaat. Dit gebeurd dan hoofdzakelijk op de plekken die niet geïsoleerd zijn. Deze plekken zijn koud en hierop kan dan het vocht neerslaan dat binnen de woning wordt produceert. Mede hierom is het beter om de gehele woning te isoleren. Hiermee wordt voorkomen dat er later alsnog de ongeïsoleerde plekken nageïsoleerd moeten worden. Advies geheel renoveren: Als de gehele woning wordt gerenoveerd en er overal nieuwe isolatie geplaatst wordt, dan is het belangrijk om goed te ventileren. Goed ventileren is nodig om het overtollige vocht af te voeren. Ook een goede uitvoering is belangrijk, hoofdzakelijk om de koudebruggen te voorkomen. Bij een goede plaatsing worden oude koudebruggen ook verholpen. Meestal zal er voor mechanische ventilatie gekozen moeten worden, dit omdat natuurlijke ventilatie vaak niet snel genoeg het vocht kan afvoeren. Advies nieuwe gevel met Clickbrick®: De keuze voor een nieuwe gevel moet goed overwogen worden. Dit omdat het vele kosten met zich meebrengt. Allereerst zal de bestaande buitengevel verwijderd moeten worden. Hiernaast komen de kosten van de nieuwe gevel hier nog overheen. Een compleet nieuwe gevel heeft ook grote voordelen. Zo krijgt men een nieuwe buitenwand. Door de nieuwe buitengevel krijgt het hele huis een nieuw uiterlijk. Doordat de oude buitenmuur verwijderd zal worden is er ruimte om goed te na-isoleren. En kan er bij de na-isolatie koudebruggen en kierdichtingen goed aangepakt worden.
Afbeelding 20: Clickbrick®
Afbeelding 21: Clickbrick®
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
117
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Bij het 3e advies van de woningtype ‘Keerpunt’ is ervoor gekozen om het bestaande buitenspouwblad te verwijderen en deze opnieuw op te trekken met de Clickbrick® van de fabrikant Daas Baksteen. De voordelen van de Clickbrick® zijn: • • • • • • • •
dat de stenen demontabel zijn; in verschillende kleuren /structuren geproduceerd worden; ze verwerkt worden op een schone/droge manier; er is geen voegwerk nodig; er bevindt zich geen uitslag na verwerking; de stenen zijn onderhoudsvrij; er ontstaat minder puinafval dan traditionele systemen; een korte bouwtijd door de snelle verwerking.
De stenen worden geproduceerd in standaard maten, halve stenen, lateistenen, hoekstenen en dagkantstenen. De bakstenen worden droog gestapeld. Het grootste verschil met de traditionele bakstenen gevel is, de voeg tussen de bakstenen. Er wordt bij dit systeem geen mortel gebruikt, dus ontstaat er ook geen voeg. Een RVS-clip zorgt voor de verbinding van de bakstenen onderling. De RVS-clip wordt geplaatst in de groef die in de bakstenen zijn aangebracht. De speciale vorm van RVS-clip zorgt ervoor dat het zichzelf vastklemt. Bij de Cradle-to-Cradle-filosofie is het belangrijk dat een materiaal hergebruikt kan worden zonder kwaliteitsverlies. De Clickbrick® bakstenen kunnen in zijn geheel hergebruikt worden. Het afval zal beperkt worden tot kapotte stenen. Dakisolatie: In de bouwjaren 1966-1975 werd zowel bij de schuine als platte daken geen isolatie toegepast. Indien de woningen gerenoveerd zijn in de jaren ‘70 en ‘80 dan hebben de woningen met name matige isolatie verkregen (3-5 cm). Mochten de woningen nageïsoleerd zijn in de jaren ‘90 of later dan zijn ze hoofdzakelijk goed geïsoleerd (8-10 cm). Warme lucht stijgt naar boven en met een slechte dakisolatie gaat er veel warmte verloren. Dit warmteverlies is onnodig en moet er naar gestreefd worden dat de warmte beter bewaard blijft. Er zijn twee verschillende adviezen voor de daken van de rijtjeswoningen. Bij de platte daken van de woningtype‘Emmerhout’ is het advies om te kiezen voor houtvezel isolatieplaten als na-isolatie. Deze houtvezel isolatieplaten hebben een zeer goede isolatiewaarde en zijn volledig biologisch afbreekbaar. Ook zijn ze door hun plaatsingwijze volledig her te gebruiken. De platen zijn geschroefd en demontabel. Mocht men de platen niet willen hergebruiken, dan kunnen ze gecomposteerd worden of ingezet worden als biomassa. Bij het toepassen van de houtvezel isolatieplaten zal de dakrand van de woningen bij de renovatie wel verhoogd moeten worden. Bij de schuine daken van de woningtype ‘Keerpunt’ is er voor gekozen om na afdekking van de gordingen er cellulose tussen te spuiten. Deze cellulose is een volledig te recyclen isolatiemateriaal. De cellulose + folie kan eventueel nog afgewerkt worden met platen met het FSC-keurmerk.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
118
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie De cellulose heeft een zeer goede isolatiewaarde en is volledig her te gebruiken zonder kwaliteitsverlies. Door een pakket met 150mm. gespoten cellulosevlokken toe te passen krijgt de dakconstructie een Rc-waarde van 3,75 m2·K/WAan de vlokken is zout toegevoegd om het geheel onbrandbaar te maken.
Afbeelding 22: Dampopen onderdak (1) cellulose isolatie(2) Energielabel berekening: Voor het maken van de energielabel berekeningen heeft DAG gebruik gemaakt van het programma Epact-W (Builddesk). DAG heeft bij de woningcorporatie Lefier met het programma mogen werken. Voordat met het programma gewerkt kon worden heeft DAG de RC-waarden van de constructies berekend (zie bijlage 1 in het bijlagenboek). Vervolgens heeft DAG de U-waarden berekend en ingevuld in het programma. Bij het maken van de energielabel berekening zijn alle energiebesparende onderdelen meegenomen die in de adviezen staan omschreven. De isolatiewaarden van de na-isolatie, kierdichtingen, HR++ beglazing en de HR-107 ketel zijn meegenomen in de berekening. Bij de energielabel berekening zijn kleine onderdelen als bijvoorbeeld een waterbesparende douchekop niet meegenomen. Dit omdat het de opdracht is om de gevel te renoveren. Wel wordt er geadviseerd om maatregelen als bijvoorbeeld de waterbesparende douchekop wel toe te passen tijdens de renovatie. Alle kleine aanpassingen zullen samen leiden samen tot een goed eindresultaat. Ook zal het leiden tot een verbetering van de energielabel van de woning en dus het minder belasten van het milieu.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
119
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Bij de adviezen van het woningtype ‘Emmerhout’ is er als resultaat een energielabel C met een energie-index van 1,31 berekend. Mocht er echter gekozen worden voor een geïsoleerde voordeur dan zal het energie-index verbeterd worden naar 1,29 en zal de woning hierdoor onder het energielabel B worden geplaatst.
Afbeelding 23: Energie-index HR++ glas: Het plaatsen van HR++ glas levert een besparing van de stookkosten op, nauwelijks tot geen condensvorming aan de binnenzijde van het glas, verhoging wooncomfort en naast dat er verbetering is van ‘warmte’ isolatie is er ook een verbetering van het geluidsisolatie. Het plaatsen van HR++ glas kan ook nadelige effecten tot gevolg hebben. Vanwege het tintverschil kan het nieuwe dubbelglas iets donkerder uitvallen dan het bestaande enkelglas/bestaand isolatieglas. Aangezien er in relatie tot enkel glas sprake is van weinig tot geen condensvorming op de HR++ beglazing, kan het inhouden dat het vocht in de woning op een andere (koude) plek gaat condenseren. Schimmel op de wanden kan hiervan een gevolg zijn. Het is dan ook een voorwaarde om goed te blijven ventileren, zowel om condensatie op muren tegen te gaan, maar ook voor een gezond leefklimaat in de woning. Doordat er met het nieuwe HR++ beter geïsoleerd wordt, laat het glas minder warmte door vanuit de binnen, naar buiten. Een gevolg hiervan kan zijn dat er condensvorming ontstaat aan de buitenkant van het glas, dit gebeurd dan hoofdzakelijk in het voor- en najaar. DAG adviseert om op de nodige plekken ventilatieroosters boven het glas te plaatsen om voldoende te ventileren.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
120
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Ketel vervangen: Een HR-combiketel is alles behalve een Cradle-to-Cradle oplossing, doordat het gebruik maakt van de fossiele brandstof gas. Het beperken van de Co2 uitstoot in combinatie met het verbruik van grondstoffen bij het maken van de installatie is zeer belangrijk bij de Cradle-to-Cradle-filosofie. Als er naar een mogelijk keuze van installatie gekeken wordt, moet er allereerst naar het verbruik van de woning gekeken worden. Hierna moet gekeken worden welke installaties in aanmerking komen. Installaties die op dit moment het dichtst bij de Cradle-to-Cradle-filosofie in de buurt komen zijn: Windmolens, zonneboilers, pv-panelen, restwarmte + warmtepompen, grondbuizen + warmtepompen en LangerTermijnOpslag + warmtepompen. Doordat deze installaties duur zijn en vaak in combinatie geplaatst worden, moet er goed gekeken worden wat de installatie kan opleveren naar meerdere jaren stoken. De meeste van deze installatie kunnen hun investeringskosten wel ‘terugverdienen’ dit moet echter gebeuren in enkele jaren. Men moet dan goed kijken naar hoelang men de woningen wil behouden, wat de subsidies zijn voor een dergelijke installatie, of het mogelijk is om een dergelijke installatie toe te passen, of er voldoende rendement behaald kan worden uit de installatie en of de investeringskosten wel binnen het budget blijven. Soms zal er eerst goed geïnvesteerd moeten worden om er later profijt van te hebben. Dat de energieprijzen de aankomende jaren gaan stijgen lijkt wel zeker! Bij de renovatie adviezen zijn de windmolens, zonneboilers, pv-panelen, restwarmte + warmtepompen, grondbuizen + warmtepompen en LangerTermijnOpslag + warmtepompen niet meegenomen. Dit omdat de installaties teveel aanpassingen met zich meebrengen. Ook is er overleg geweest met de woningcorporatie en zij passen bij zulke renovaties liever nieuwe HR-107 ketels toe. Dit omdat er dan weinig aanpassingen getroffen hoeven te worden en er toch een goede energiebesparing optreedt. Door de HR-107 ketel mee te nemen in de adviezen, worden de adviezen het meest realistisch om uitgevoerd te worden. Kierdichting: Rijtjeswoningen die gebouwd zijn in de bouwjaren 1966-1975 typeren zich ook door energieverlies bij kieren. Deze kieren vinden plaats rondom de kozijnen en bij de scharnierende delen in de kozijnen. Een oplossing van dit probleem is het toepassen van nieuwe kozijnen met een goede detaillering van de aansluitingen aan de gevel en door aluminium tochtstrippen bij de scharnierende delen toe te passen. Ook deze oplossingen zijn meegenomen in de adviezen en heeft energiebesparing tot gevolg. Ook zal de behaaglijkheid van de bewoners hierdoor verhoogt worden. Bij het dichten van kieren mag nooit PUR-schuim gebruikt worden. PUR-schuim staat in de X-lijst van Cradle-to-Cradle en mag niet toegepast worden bij de renovatie. Er wordt bij adviezen gekozen voor compriband.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
121
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Kozijnen: De kozijnen die toegepast worden in de adviezen zijn houten kozijnen van Robinia Wood. Houten kozijnen passen helemaal binnen de Cradle-to-Cradle-filosofie. Hout is een milieuvriendelijke grondstof. Een Robinia boom groeit erg snel, de bomen zijn al binnen 30 – 35 jaar kaprijp. De houten kozijnen isoleren beter dan kunststof- en metalen kozijnen en gaan onbehandeld wel 50 jaar mee. Door deze lange levensduur en de snelle kaprijpheid van de bomen is het een goede keuze om Robinia Wood toe te passen als profielhout voor de kozijnen. Er zal alleen voor Robinia Wood met FSC-keurmerk gekozen mogen worden. Aan de hand van het FSC-keurmerk weet men dat de bossen duurzaam beheert worden. Dit is een zeer belangrijk gegeven voor de Cradle-to-Cradle-filosofie. Door het onbehandeld toe te passen, valt het in zijn geheel onder de Cradle-to-Cradle-filosofie.
Afbeelding 24: Robinia Wood Koudebruggen: Bij de renovatie zullen zoveel mogelijk koudebruggen verholpen worden. Koudebruggen treden op bij plaatsen waar de isolatie niet goed doorloopt of geen isolatie aanwezig is. Aansluitingen van kozijnen op muren en vloer- op gevelisolatie zijn hier voorbeelden van. Bij koudebruggen op deze plaatsen gaat veel warmte verloren, of dringt er kou van buiten naar binnen. Naast het warmteverlies kan er ook luchtcondensatie en andere vochtproblemen optreden. Dit is niet energiezuinig en kost de bewoner een hoop geld. De nieuwe mogelijke koudebruggen worden geëlimineerd door goede aansluitingen, na-isolatie en detaillering van de aansluitingen. Panelen: De panelen die destijds in de gevels toegepast werden waren vrijwel altijd ongeïsoleerd. Door deze panelen te vervangen door een alternatief met isolatie zal er energiebesparing optreden. Deze energiebesparing wordt behaald doordat de warmte niet meer verloren gaat via de panelen. De panelen die toegepast werden bij woningtype ‘Emmerhout’ waren Trespa exterieur gevelplaten. De platen worden vervangen door milieuvriendelijke Robinia Wood rabatdelen. Doordat Robinia Wood een houtsoort is en onbehandeld toegepast kan worden valt het onder de Cradle-to-Cradle-filosofie. De rabatdelen dienen echter wel te zijn voorzien van het FSC-keurmerk.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
122
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Naast dat de panelen 100% biologisch afbreekbaar zijn,kunnen de platen ook makkelijk gedemonteerd worden. Doordat de rabatdelen geschroefd zijn, kunnen de platen makkelijk gedemonteerd worden en worden hergebruikt bij andere projecten. Regelwerk: Al het regelwerk wat toegepast wordt bij de adviezen zal zijn van vurenhout met het FSC-keurmerk. Vurenhout is voldoende sterk om als regelwerk te dienen en is goedkoper dan de soortgelijke houtsoorten. Het regelwerk is her te gebruiken door deze te bevestigen door middel van schroeven en bestaat uit een biologische grondstof. Het valt in zijn geheel onder de Cradle-to-Cradle-filosofie. Transport: Als de bouwmaterialen ingekocht worden moet men rekening houden met waar de bouwmaterialen vandaan moeten komen. Men zal moeten kiezen voor producten die dicht bij de bouwplaats worden gefabriceerd, dit om onnodig brandstofverbruik te verkomen. Ook moeten er zoveel mogelijk materialen tegelijk bij één dezelfde leverancier besteld worden, om zo volle vrachtwagens te laten rijden. Het is belangrijk om zo weinig mogelijk ritten naar de bouwplaats te hebben. Vloerisolatie: Naast de warmteverlies die er is bij de gevel en het dak is er ook warmteverlies bij de vloer/kruipruimte. Door het toepassen van isolatie bij de vloeren kan de warmteverlies gereduceerd worden. De rijtjeswoningen uit 1966-1975 beschikken in het algemeen over een ongeïsoleerde begane grondvloer. Woningen uit 1966-1975 die nageïsoleerd zijn in de jaren 70 en 80 hebben met name matige isolatie verkregen (3-5 cm). Mochten de woningen nageïsoleerd zijn in de jaren 90 of later zijn ze hoofdzakelijk goed geïsoleerd (8-10 cm). Bij de adviezen is er voor gekozen om 3-laagse thermoskussen toe te passen. Deze kussen zorgen voor een goede RC-waarde, zijn demontabel en zijn gemaakt van gerecycled aluminium. Het valt niet in zijn geheel onder de Cradle-to-Cradle-filosofie, maar komt wel het dichtst in de buurt bij naisolatie in de kruipruimte. Mocht er de mogelijkheid zijn om aan de bovenkant van de vloer te na-isoleren, dan kan er gekozen worden voor houtvezel isolatieplaten. Bij de adviezen moet er echter aan de onderkant na-isolatie komen. Hier is nog geen 100% Cradle-to-Cradle oplossing voor.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
123
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie Wandafwerking: Voor de afwerking aan de binnenkant van de woningen is er gekozen voor houtvezelplaten van het merk Pavatex. Pavaclay is de naam van deze houtvezelplaten. Deze houtvezelplaat is dampopen en voorkomt hierdoor schimmelvorming aan de koudezijde van de plaat. De platen zijn 100% gemaakt van biologische grondstoffen en is volledig biologisch afbreekbaar. De platen bestaan uit houtvezel met hierin leem verwerkt, hierdoor kan er zonder enige bindmiddelen leem worden aangebracht ter afwerking. Voor het afwerken van de Pavaclay houtvezelplaten is er gekozen voor Leem. Leem is gemaakt van 100% biologische grondstoffen en is volledig biologisch afbreekbaar. Leem past hierdoor binnen de Cradle-to-Cradle-filosofie. Leem heeft enkele goede eigenschappen om als binnenafwerking te dienen. Leem is schimmelafstotend, niet statisch, onbrandbaar, dampopen en warmteaccumulerend. Mede door deze goede eigenschappen blijft leem koel in warme dagen en warm in koude dagen. Dit zijn eigenschappen die de bewoner ten goede komen. Als het leem beschadigd is, dan is dit eenvoudig te repareren met nieuwe leem en een natte spons. De gaten of sleuven moeten opgevuld worden met nieuw leem en gladgestreken worden met een natte spons.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
124
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
5
Resultaten
In de onderstaande tabellen worden de bouwfysische eigenschappen en de uiteindelijk energielabels voor zowel de bestaande situaties als de adviezen van beide woningen weergegeven.
Woningtype 'Emmerhout'
Constructie
Detail
Dakconstructie Beglazing bovenverdieping Beglazing begane grond Panelen Energie-index Energielabel
1 1 2 2&3
Bestaande situatie Rcwaarde in m2•K/W 0,11 0,18 0,36 1,12
Inwendige condensatie Ja Ja Ja Nee 2,31 E
Bestaande situatie
Woningtype 'Keerpunt'
Constructie
Detail
Dakconstructie Beglazing bovenverdieping Beglazing begane grond Metselwerk Energie-index Energielabel
1 1 2 1&2
Rcwaarde in m2•K/W 0,12 0,18 0,36 0,42
Inwendige condensatie Ja Ja Ja Ja 2,55 F
Advies 1
Advies 2
vervangen glas+panelen
vervangen kozijnen+glas+panelen
Rcwaarde in m2•K/W 2,34 0,83 0,83 3,01
Inwendige condensatie Nee Nee Nee Ja 1,31 C
Rcwaarde in m2•K/W 2,34 0,83 0,83 3,01
Inwendige condensatie Nee Nee Nee Ja 1,31 C
Advies 1
Advies 2
Advies 3
van binnen na-isoleren
van buiten na-soleren
nieuw metselwerk (clickbrick)
Rcwaarde in m2•K/W 4,07 0,83 0,83 2,43
Inwendige condensatie Nee Nee Nee Ja 1,24 B
Rcwaarde in m2•K/W 4,07 0,83 0,83 2,43
Inwendige condensatie Nee Nee Nee Ja 1,24 B
Rcwaarde in m2•K/W 4,07 0,83 0,83 3,06
Inwendige condensatie Nee Nee Nee Ja 1,23 B
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
125
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
126
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
6
Conclusie
Hoe kunnen gevels van rijtjeswoningen uit de bouwjaren 1966-1975 gerenoveerd worden aan de hand van de Cradle-to-Cradle methode. Op deze centrale vraagstelling is antwoord verkregen. Er kan op het moment nog niet 100% Cradle-to-Cradle gerenoveerd worden. Dit komt hoofdzakelijk doordat er nog niet genoeg Cradle-to-Cradle bouwmaterialen op de markt zijn. Er kan wel de nadruk gelegd worden op NOG omdat men er hard meebezig is om zoveel mogelijk bouwproducten te ontwikkelen volgens de Cradle-to-Cradle-filosofie. De gegeven aanbevelingen van DAG om de gevel te renoveren hebben betrekking op duurzaam renoveren. De oplossingen waar voor gekozen is, vallen wel onder de categorie ‘zo Cradle-to-Cradle mogelijk’. De hedendaagse renovatie wordt hoofdzakelijk gedaan aan de hand van traditionele bouwmethoden en materialen. Hiermee wordt bedoelt dat er voor materialen gekozen wordt waar men mee bekend is en altijd al toepast. Dat er vele materialen zijn die duurzamer en milieuvriendelijker zijn wist men vaak niet. Men weet al helemaal niet dat de kosten van duurzame materialen vaak niet eens hoger zijn dan de traditionele materialen die worden toegepast bij de hedendaagse renovatie. Aan de hand van die rapport wil DAG woningcorporaties en mogelijk aannemers erop attenderen dat er andere oplossingen zijn dan de standaard renovaties. In het verslag zijn 5 duurzame gevelrenovaties te vinden. Naast de adviezen voor gevelrenovaties zijn er ook adviezen gegeven voor het dak, vloer en installaties. De ‘out of the box’ ideeën zijn ideaal voor opvolgende afstudeergroepen om als onderwerp te gebruiken, en verder uit te werken. De beste manier om duurzaam en milieuvriendelijk te renoveren is door de hele woning aan te pakken en te isoleren. Naast het toepassen van isolatievormen moet er heel goed naar de ventilatie gekeken worden. De ventilatie speelt een grote rol tegen schimmels en andere vochtproblemen. Cradle-to-Cradle is meer dan een hype, het is een methode die grote positieve gevolgen voor het milieu tot gevolg heeft. Door materialen toe te passen die niet schadelijk zijn voor het milieu en/of te hergebruiken zijn zonder kwaliteitsverlies hebben alleen maar positieve uitwerkingen tot gevolg. Producenten, opdrachtgevers, architecten, aannemers, mogelijke bewoners enzovoort zullen allemaal op de hoogte gebracht moeten worden van de voordelen die de Cradle-to-Cradle methode met zich meebrengt. Door iedereen op de hoogte te stellen kan men beïnvloed raken en tot nieuwe ideeën en stimulaties komen. Uit de adviezen is gebleken dat er vele verschillende manieren zijn om gevels van woningen uit de jaren 1966-1975 te renoveren. Echter is niet elk advies even goed als de andere. Het compleet renoveren van de gevel geeft een beter eindresultaat dan gedeeltelijk isoleren. Opmerkelijk is dat het na-isoleren aan de buitenzijde dezelfde isolerende werking heeft dan wanneer er wordt nageïsoleerd aan de binnenzijde van de woning. Het is wel zo dat de woningen die aan de buitenzijde zijn geïsoleerd beschikken over een hogere behaaglijkheid. Dit komt doordat bij na-isolatie aan de binnenzijde de massa wordt geïsoleerd van binnenuit. De massa wordt dan verwamt en afgekoeld door de buitentemperatuur. Dit komt doordat er weinig tot geen isolatie voorzit. Isolatie aan de binnenkant heeft dan enkel effect op de warmte die van binnenuit komt. In de winterdagen is er doorgaans koud en in de zomer warm.
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
127
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
128
Opleiding Bouwkunde
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Literatuurlijst Afstudeerscriptie Auteurs Rolf Drijfhout, Sanne Verhoeve, Wouter Pops. Stappenplan ‘het ontwikkelen van Cradle to Cradle woningen’ Bedrijven
Contactpersoon
Vestiging.
Boersma Techniek Dubomat Koenen Bouw bv (onderdeel van Volker Wessels) Woningbouwcorporatie Lefier Schildersbedrijf de Vries Rottinghuis Aannemingsbedrijf bv
Marc Bleeker Joost Halbertsma Jelmer Biesma Eilt Abee en Henk Elting Roelof de Vries Gerard de Vries
Groningen Groningen Emmen Emmen Groningen Groningen
Boeken BAM woningbouw, SenterNovem (2008). Toolkit Bestaande bouw - Duurzame woningverbetering. Boxtel: AEneas Braungart, Michael en McDonough, William. (2007). Cradle to Cradle. Vierde druk. Heeswijk: Search Knowledge B.V. Haas, M. (2006). NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten; deel 1 draagconstructies. Uitgave 2007/2008. Bussum: Nibe Publishing B.V. Haas, M. (2006). NIBE’s Basiswerk Milieuclassificaties Bouwproducten; deel 2 gevels en daken. Uitgave 2007/2008. Bussum: Nibe Publishing B.V. Site’s www.af.nl www.brandisolatiegroepnederland.nl www.cradletocradle.nl www.daasbaksteen.nl www.energiebesparingsverkenner.nl www.pavatex.nl www.texelwool.nl
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek Opleiding Bouwkunde
129
DAG Duurzaam Advies Gevelrenovatie
Hanzehogeschool Groningen Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek
130
Opleiding Bouwkunde