Jaarverslag 2009
mensen
werk
Inhoud Voorwoord
7
Kerncijfers
9
Bestuursverslag
15
Jaarrekening
55
Voorzichtig herstel Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording Financieel overzicht Risicobeheer Pensioenbeheer Vermogensbeheer
Balans per 31 december Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Algemene toelichting Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december Toelichting op de staat van baten en lasten Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen Accountantsverklaring Actuariële verklaring
16 19 25 29 37 41
56 57 58 59 66 77 91 97 98 99 101
Profiel
105
Colofon
123
Pensioenregeling in de Metaal en Techniek Klanten Organisatie van pmt Bestuur en functionarissen per 31 december Werkgeversvertegenwoordigers in het Bestuur Werknemersvertegenwoordigers in het Bestuur Begrippenlijst Notities
106 109 110 111 114 115 116 119
|
Jaarverslag 2009 | Voorwoord |
Voorwoord In 2009 tekende zich voorzichtig herstel van de gevolgen van de financiële crisis af. Eind 2009 heeft het fonds een vermogen van 33 miljard euro. Bijna gelijk aan het vermogen van vóór de financiële crisis. Toch blijft, onder meer door de sterk gedaalde rente, de dekkingsgraad achter bij waar het fonds vandaan kwam. Om te komen tot herstel van de reserves, stelde pmt in 2009 een herstelplan op. Dat plan, dat in juli 2009 werd goedgekeurd door De Nederlandsche Bank, voorziet in een herstel binnen een periode van vijftien jaar. Daarvoor worden offers gevraagd van deelnemers, gepensioneerden en werkgevers. En dat in een sector die het zwaar heeft. Om deelnemers en werkgevers te helpen, heeft het bestuur een tijdelijke regeling voor Deeltijd-WW ontwikkeld. Ook heeft het bestuur een tijdelijke Ouderenregeling ontwikkeld voor de door de crisis ontslagen 58-plussers. pmt heeft lessen getrokken uit de financiële crisis. Zo is onder andere de bestuurlijke inrichting aangescherpt en is de grip op externe vermogensbeheerders verder ver stevigd. Daarbij heeft pmt één doel voor ogen, het blijven zorgen voor een goed en betaalbaar pensioen voor al die mensen die werken in de Metaal en Techniek. Jan Berghuis, voorzitter
Kerncijfers
10 | Werkgevers en deelnemers | Pensioenverplichtingen en pensioenvermogen | Premies | Uitkeringen | Andere resultaten | Beleggingen
Werkgevers en deelnemers 2009
2008
2007
2006
2005
34.502
34.516
33.735
33.302
31.293
Actieve deelnemers 1)
410.842
424.940
417.772
402.450
340.286
Slapers
642.259
617.322
606.568
604.207
590.030
109.480
99.206
89.770
79.689
74.185
5.053
8.987
12.617
15.531
17.350
48.579
47.467
48.531
45.997
46.110
(aantallen)
Aangesloten werkgevers met personeel Deelnemers
Pensioengerechtigden Ouderdomspensioen Vroegpensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Totaal pensioengerechtigden Totaal deelnemers Deelnemers met ANW-uitkering 2) Afkopen
3)
1.994
2.031
1.996
2.205
2.226
165.106
157.691
152.914
143.422
139.871
1.218.207
1.199.953
1.177.254
1.150.079
1.070.187
871
824
747
656
590
10.759
13.668
10.455
8.607
9.040
32.555
31.213
32.039
NB4
NB4
39,9
39,6
39,4
40,5
41,8
Actieve deelnemers Gemiddeld salaris (* 1 euro) Gemiddelde leeftijd (in jaren)
Pensioenverplichtingen en pensioenvermogen (x 1 miljoen euro)
Pensioenverplichtingen 5) Actieve deelnemers
14.842
16.036
10.812
11.262
10.688
5.537
5.340
3.651
3.713
3.456
Pensioengerechtigden
12.685
11.776
10.177
9.593
8.774
Totaal pensioenverplichtingen (a)
33.064
33.152
24.640
24.568
22.918
Marktrente verplichtingen
Slapers
3,86%
3,51%
4,85%
4,26%
3,70%
(b)
9
- 5.064
10.057
6.976
5.360
(c = a+b)
33.073
28.088
34.697
31.544
28.278
(d=c/a)
100%
84,7%
140,8%
128,4%
123,4%
Algemene reserve Pensioenvermogen Dekkingsgraad 5)
1) Vanaf 2006 is de Pensioenregeling in de Metaal en Techniek aangepast. Hierbij is de werkingssfeer uitgebreid op grond waarvan werknemers van 18 tot en met 24 jaar ook deelnemer zijn van het pensioenfonds. Tot en met 2005 was de aanvangsleeftijd 25 jaar. 2) Deelnemers met partnerpensioen die tevens een uitkering hebben op grond van hun vrijwillige deelname aan het herverzekerde product ‘ANW-gat’, zijnde de Algemene Nabestaandenwet. 3) De afkopen zijn inclusief AVP, ofwel afkoop voor pensioendatum. 4) NB: Het gemiddelde salaris is in 2009 aan de kerncijfers toegevoegd. Voor wat betreft de jaren 2005 en 2006 is geen informatie beschikbaar. 5) De toekomstige pensioenverplichtingen vanaf 2006 zijn gewaardeerd op marktwaarde. De cijfers van 2005 zijn niet aangepast.
Jaarverslag 2009 | Kerncijfers | 11
Premies 2009
2008
2007
2006
2005
Premie ouderdoms- en partnerpensioen 6)
27,3
25,2
26,0
26,8
17,0
Premie vroegpensioen 7)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
8,4
1.840
1.644
1.599
1.537
727
-
-
2
2
772
1.840
1.644
1.601
1.539
1.499
830
672
550
363
322
Uitkeringen vroegpensioen
175
278
351
413
406
Uitkeringen partnerpensioen
153
145
138
121
111
Premiepercentages
Premiebijdragen (x 1 miljoen euro) Premie ouderdoms- en partnerpensioen Premie vroegpensioen Premie-inkomen totaal
Uitkeringen (x 1 miljoen euro)
Uitkeringen ouderdomspensioen
Uitkeringen wezenpensioen
3
3
3
3
2
10
9
8
7
6
1.171
1.107
1.050
907
847
18
18
15
13
13
1.189
1.125
1.065
920
860
Uitkeringen ouderdoms- en vroegpensioen
8.776
8.779
8.800
8.150
7.953
Uitkeringen partnerpensioen
3.153
3.061
2.844
2.631
2.407
Uitkeringen wezenpensioen
1.424
1.434
1.503
1.361
898
Afkopen
1.660
1.330
1.435
1.510
1.438
Uitkeringen inzake ANW Subtotaal uitkeringen Afkopen Uitkeringen totaal (x 1 euro)
Gemiddelde uitkeringen
8)
Dit premiepercentage wordt geheven over het pensioengevende jaarsalaris minus de franchise ad 15.004 euro (2008: 14.520 euro). Hierbij geldt in 2009 een ‘grensbedrag’ van 73.287 euro (2008: 70.809 euro). Over het pensioengevend jaarsalaris boven het grensbedrag wordt een premie van 17,7 procent geheven. 7) Vanaf 2006 is er geen vroegpensioen meer, zodat er ook geen premie wordt geheven. 8) Het gepresenteerde gemiddelde betreft de totale uitkeringslasten ten opzichte van het ultimo aantal pensioengerechtigden. 6)
12 | W erkgevers en deelnemers | Pensioenverplichtingen en pensioenvermogen | Premies | Uitkeringen | Andere resultaten | Beleggingen
Andere resultaten (x 1 miljoen euro)
2009
2008
2007
2006
2005
Opbrengst beleggingen
4.301
- 7.277
1.911
2.596
4.308
77
316
819
155
220
Waardeoverdrachten inkomend Waardeoverdrachten uitgaand Kosten (inclusief beleggingskosten)
2
118
99
65
73
103
101
111
107
101
Jaarverslag 2009 | Kerncijfers | 13
Beleggingen (x 1 miljoen euro)
2009
2008
2007
2006
2005
17.443
15.013
13.385
11.930
11.250
Samenstelling portefeuille ultimo 9) Vastrentende waarden Aandelen
7.464
5.234
11.919
12.072
10.315
Vastgoedbeleggingen
3.753
3.874
4.644
4.251
3.275
Alternatieve beleggingen
4.358
3.975
4.587
3.260
3.419
33.018
28.096
34.535
31.513
28.259
Totaal belegd vermogen Samenstelling portefeuille ultimo 9) Vastrentende waarden
52,8%
53,4%
38,8%
37,9%
39,8%
Aandelen
22,6%
18,6%
34,5%
38,3%
36,5%
Vastgoedbeleggingen
11,4%
13,8%
13,4%
13,5%
11,6%
Alternatieve beleggingen
13,2%
14,2%
13,3%
10,3%
12,1%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
11,3% 10)
-7,1%
-0,3%
0,2%
8,2%
Aandelen
39,3%
-43,1%
8,7%
15,2%
31,5%
Vastgoedbeleggingen
-2,0%
-15,6%
6,3%
22,9%
22,3%
Alternatieve beleggingen
13,3%
-26,6%
25,3%
7,6%
19,9%
Direct rendement
3,6%
3,3%
3,2%
3,2%
3,2%
Totaal rendement
15,1%
-20,7%
5,9%
9,1%
18,5%
Z-score per jaar
1,06
- 4,25
1,14
1,09
1,59
Performance toets
1,56
1,31
3,09
2,28
1,62
Totaal belegd vermogen Totaal rendement per categorie beleggingen 9) Vastrentende waarden
Splitsing rendement over totaal belegd vermogen
Z-score
In de kerncijfers en het bestuursverslag worden de beleggingscategorieën (vermogen en resultaat) gepresenteerd conform de wijze waarop het (strategisch) beleggingsbeleid wordt vormgegeven. Dit betekent dat derivaten, liquide middelen en valutaresultaten (inclusief afdekking) worden toegerekend aan de beleggingscategorie waarop het betrekking heeft. Hierdoor wijken het belegd vermogen en het beleggingsopbrengsten per categorie in de kerncijfers af van de jaarrekening. Op de balans en de staat van baten en lasten zijn de beleggingen gepresenteerd naar de aard van de financiële instrumenten. Een gevolg hiervan is ook dat een deel van het belegd vermogen op de balans onder overige activa en passiva is gerubriceerd (in plaats van de post beleggingen). In de toelichting in de jaarrekening op de posten beleggingen (6) en beleggingsopbrengsten (16) is een nadere specificatie opgenomen. 10) Inclusief durationoverlay 9)
Bestuursverslag
16 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
1. Voorzichtig herstel Na het uitzonderlijke jaar 2008, ging 2009 somber van start. Begin maart bereikten de financiële markten een dieptepunt. Daarna tekende zich herstel af, maar de mate waarin herstel zich ontwikkelt is nog altijd onzeker. De financiële positie van pmt verbeterde in 2009 sterk ten opzichte van het dieptepunt eind 2008. De dekkingsgraad steeg van 85% naar 100%. Die sterke stijging laat onverlet dat pmt nog steeds in herstel is. Dat voelen werkgevers, werknemers en gepensioneerden in de Metaal & Techniek aan den lijve. Samen brengen zij de offers. Want juist als de lasten groot zijn, draag je ze beter samen. Ook dat is een kenmerk van een collectief pensioenfonds als pmt.
Werken aan vertrouwen De voordelen van het collectieve Nederlandse pensioenstelsel ontmoetten in 2009 weinig enthousiasme. De financiële sector leed over de gehele breedte aan een verlies van vertrouwen. Consumenten verloren het -lang als vanzelfsprekend ervarenvertrouwen in financiële instituten. Dat gold wereldwijd voor banken en verzekeraars, maar ook voor pensioenfondsen. pmt is daarvoor niet immuun. pmt is ervan overtuigd, dat een collectieve en solidaire pensioenregeling leidt tot het beste resultaat tegen de laagste prijs. Maar voor een collectief geregeld pensioen, is een breed en solide draagvlak nodig. Werken aan het versterken van het vertrouwen is daarom nodig. Dat begint wat pmt betreft bij het trekken van lessen uit de financiële crisis. Want ook al heeft het fonds geen invloed op wereldwijde economische ontwikkelingen, de zeldzame combinatie van factoren die zoveel schade aanbracht aan de reserves van het fonds, moet worden aangegrepen om er lering uit te trekken. pmt begint daarbij met zijn eigen rol. Waar kan de bestuurlijke inrichting worden aangescherpt? Hoe kan de grip op externe vermogensbeheerders verder worden verstevigd? En hoe kunnen we de risico’s beter monitoren? Dat zijn vragen die pmt deels al in 2009 heeft beantwoord, en waarmee het fonds verder gaat in 2010.
De weg naar herstel Om te komen tot een herstel van de reserves, stelde pmt in 2009 een herstelplan op. Dat plan, dat in juli 2009 werd goedgekeurd door De Nederlandsche Bank, voorziet in een herstel tot de minimaal vereiste dekkingsgraad (de verhouding tussen de huidige en toekomstige verplichtingen en het vermogen van het fonds) van 105% binnen een periode van vijf jaar.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 17
Het fonds heeft drie instrumenten om de financiële positie te sturen en zo de gevolgen van de financiële crisis te bestrijden: het premie-, het toeslagen- en het beleggings beleid. Al deze instrumenten zijn ingezet. De veranderingen in het beleggingsbeleid zijn beschreven in het hoofdstuk Vermogensbeheer. Zolang de dekkingsgraad lager is dan 105%, wordt afgezien van de nagestreefde jaarlijkse verhoging van de opgebouwde en ingegane pensioenen. Wanneer een dekkingsgraad van 105% bereikt wordt, kan pmt weer overgaan tot (gedeeltelijke) toeslagverlening. De maatregel gaat ten koste van de koopkracht van gepensioneerden en de toekomstige koopkracht van werknemers en oud-deelnemers. Werknemers dragen ook nog op een andere manier bij aan herstel, samen met hun werkgever: de premie wordt stapsgewijs (met 1%-punt per jaar) verhoogd tot het maximum van 18% van de loonsom zolang dat gelet op de financiële positie van het fonds nodig is. Het bestuur van pmt, dat bestaat uit ver tegenwoordigers van werkgeversorganisaties en vakbonden, is zich zeer bewust van de impact van de maatregelen op alle betrokkenen. Wel meent het bestuur met het pakket aan maatregelen de lasten van het herstel zo eerlijk en zo veel mogelijk te spreiden over werkgevers, werknemers , oud-deelnemers en gepensioneerden.
Draagvlak voor beleid Om alle betrokkenen de maatregelen toe te lichten en draagvlak voor het herstelplan te creëren, stuurde pmt alle deelnemers, gepensioneerden en werkgevers een brief over het herstelplan en de gevolgen voor premie en indexatie. Daarbij is gebruik gemaakt van modelbrieven van toezichthouder afm. Naast deze brief ontvingen alle betrokkenen een speciale uitgave van het magazine Pensioenjournaal. Daarin werd een toelichting gegeven op de gevolgen van de crisis voor pmt en de ingeslagen weg naar herstel. Via de website van het fonds is het hele jaar actuele informatie verspreid over de dekkingsgraad, het herstelplan en de gevolgen daarvan voor werkgevers, werknemers, oud-deelnemers en gepensioneerden. Gepensioneerden werden tijdens bijeenkomsten verspreid over het land geïnformeerd over de concrete betekenis van de situatie van het fonds voor de pensioenuitkering. Ten slotte verzorgden de werkgevers- en werknemersconsulenten van pmt gedurende het hele jaar vele presentaties en voerden zij talloze gesprekken met de achterban van het fonds over de impact van de crisis.
Verloop van het herstel Eind 2009 is de werking van het herstelplan voor het eerst door het bestuur geëvalueerd. Het herstel verloopt voorspoedig. De situatie van instortende financiële markten en een sterk dalende rente (die de verplichtingen sterk deden stijgen), die in 2008 zo giftig was voor pensioenfondsen, was in 2009 omgekeerd. Maar dit heeft nog niet tot volledig herstel geleid. pmt behaalde in 2009 een beleggingsrendement van 15,1%, terwijl in het herstelplan met een gemiddeld rendement van 6,5% was gerekend. Daarnaast is de lange rente waarmee pmt haar verplichtingen berekent, gestegen van 3,51% naar 3,86%. Terwijl het vermogen van het fonds groeide door het goede rendement en de gestegen premie, daalde de waarde van de verplichtingen door
18 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
de gestegen rente. Zo kon de dekkingsgraad stijgen van 85% eind 2008 naar 100% eind 2009. Hiermee loopt pmt ruim voor op het tijdsschema van het herstelplan.
de c
v no
ok t
se p
au g
ju l
ju n
ei m
ap r
rt m
fe b
ja
n
75 %
80 %
85 %
90
%
12 11 95 100 105 110 % % % 5% 0% %
Ontwikkeling dekkingsgraad pmt
70 %
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 19
2. Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording pmt kent een aantal waarborgen voor een goed bestuur van het fonds. De interne organisatie van pmt is volledig in overeenstemming met de Pensioenwet en de door de Stichting van de Arbeid opgestelde principes voor goed pensioenfondsbestuur. Naast het algemeen bestuur van het fonds, dat wordt gevormd door vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties, kent het fonds een aantal organen die invulling geven aan medezeggenschap en verantwoording.
Deelnemersraad De medezeggenschap van het fonds berust bij de deelnemersraad, die het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseert over al het beleid van algemene strekking. De deelnemersraad van pmt is actief sinds 2001 en bestaat uit 4 gepensioneerde en 10 actieve deelnemers. De deelnemersraad was in 2009 nauw betrokken bij het opstellen van het herstelplan. Ook bij de andere in 2009 relevante thema’s speelde de deelnemersraad een actieve rol. Tot slot liet het bestuur op verzoek van de deelnemersraad een onderzoek uitvoeren naar de feitelijke inhoud van de pensioenregeling en de ontwikkeling van de regeling door de jaren heen. Daarbij is gekeken naar het effect van de hoogte van het opbouwpercentage en franchise op deelnemersgroepen met diverse inkomens en gezinssamenstelling, naar de ontwikkeling van de ambitie van de regeling in de afgelopen decennia en is een vergelijking gemaakt van de prijs en kwaliteit met enkele andere pensioenregelingen. Het feitenmateriaal dat hiermee is verzameld kan dienen als (deel van het) referentiekader voor toekomstige veranderingen in de pensioenregeling.
Visitatiecommissie Het interne toezicht van het fonds berust bij de visitatiecommissie. De visitatie commissie heeft tot taak het functioneren van het fonds kritisch te bezien en te beoordelen of het bestuur zijn taak op de juiste wijze vervult. pmt heeft sinds 2008 een permanente visitatiecommissie, die bestaat uit 3 onafhankelijke leden. Door de visitatie te laten plaatsvinden door steeds dezelfde personen, kiest pmt voor visitatie als een duurzaam proces, in plaats van als eenmalige voorbijgaande actie. In 2009 heeft de commissie haar tweede visitatie uitgevoerd. Het hoofdonderwerp van de visitatie betrof het herstelplan. De commissie gaf een positief oordeel over de wijze waarop het bestuurlijk proces rondom het herstelplan is verlopen. Alhoewel geen onderwerp van deze visitatieronde, benoemde de visitatiecommissie wel een drietal onderwerpen, die volgens de commissie bestuurlijke aandacht vragen. Dit betreft de bestuurlijke sturing van de relatie met de uitvoerder Mn Services, de relatie tussen het bestuur en de verschillende adviseurs van het fonds en de evaluatie van het gehele proces van risicomanagement. De visitatiecommissie heeft deze onderwerpen besproken met het bestuur. Het bestuur heeft de aanbevelingen van de
20 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
visitatiecommissie ter harte genomen en heeft deze reeds vertaald in concrete acties, zoals bijvoorbeeld een onderzoek naar de processen en de structuur van het ver mogensbeheer bij Mn Services. De resultaten van dit onderzoek vormen het startpunt voor diverse verbetertrajecten. De visitatiecommissie is voornemens om bij de volgende visitatie de resultaten en de voortgang te onderzoeken.
Verantwoordingsorgaan Volgens de Principes voor goed pensioenfondsbestuur legt het bestuur verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid, de wijze waarop het beleid is uitgevoerd en over de naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur. Dit alles in het licht van evenwichtige belangenafweging. Samenstelling In 2009 is het verantwoordingsorgaan van pmt geïnstalleerd. Op basis van de opgedane ervaringen in 2009, is met ingang van 1 januari 2010 het aantal leden teruggebracht van 21 naar 12 leden. Tevens wordt vanaf 2010 niet meer vergaderd onder leiding van een onafhankelijke – door het bestuur benoemde – voorzitter, maar wordt de voorzitter door de leden van het verantwoordingsorgaan zelf gekozen uit de leden van het verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan bestaat voor 1/3 deel uit vertegenwoordigers van financieel betrokken werkgevers, voor 1/3 deel uit vertegenwoordigers van actieve deelnemers en voor 1/3 deel uit vertegenwoordigers van gepensioneerden. De vertegenwoordigers van financieel betrokken werkgevers worden voorgedragen door de werkgeversvakverenigingen, die in de Vakraad Metaal & Techniek zijn vertegenwoordigd. De vertegenwoordigers van actieve deelnemers en gepensioneerden worden voorgedragen uit de leden van de deelnemersraad. Door het aantreden van de nieuwe deelnemersraad per 1 januari 2010, heeft er tevens een wisseling plaatsgevonden in de samenstelling van het verantwoordingsorgaan. Werkwijze Ter voorbereiding op zijn taak heeft het nieuwe verantwoordingsorgaan op 26 januari 2010 een teambuildingssessie gevolgd. Daarbij is zowel aandacht geschonken aan de kennismaking, als aan de uitgangspunten, de werkwijze en de relatie met het bestuur. Vervolgens heeft het verantwoordingsorgaan op 9 en 10 maart 2010 een speciale opleiding voor leden van het verantwoordingsorgaan gevolgd, waarbij met name nader is ingegaan op de rol, taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan. Op 8 april 2010 heeft het verantwoordingsorgaan overleg gehad met de certificerend actuaris en de accountant van het fonds. Vervolgens heeft het verantwoordingsorgaan – mede aan de hand van de ABTN, het concept-jaarverslag over 2009, het concept-actuarieel verslag over 2009, het concept-accountantsverslag over 2009, het visitatierapport over 2009, het herstelplan en de continuïteitsanalyse – een aantal vragen geformuleerd voor het bestuur. Op 13 april 2010 heeft een overlegvergadering plaatsgevonden met een delegatie van het bestuur, waarbij het bestuur nader is ingegaan op de gestelde vragen en een toelichting heeft gegeven op het handelen van het bestuur, het uitgevoerde beleid en de gemaakte beleidskeuzes voor de toekomst. Hieronder volgen de bevindingen per beleidsterrein:
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 21
Premiebeleid • Het premiebeleid is evenwichtig; werkgevers en actieve deelnemers dragen beide bij aan de premie • Het premiebeleid is conform het beleidskader • De deelnemersraad heeft positief geadviseerd Toeslagenbeleid • Het toeslagenbeleid is evenwichtig; het bestuur streeft zowel naar toeslagverlening voor actieve deelnemers (o.b.v. looninflatie) als gepensioneerden en ouddeelnemers (o.b.v. prijsinflatie). Het toeslagenbeleid houdt zowel rekening met het belang van herstel van de financiële positie van het fonds als met het belang van koopkrachtbehoud • Het toeslagenbeleid is conform het beleidskader • De deelnemersraad heeft positief geadviseerd Pensioenbeleid • Het pensioenbeleid is evenwichtig: er vindt belangenafweging plaats tussen de verschillende groepen • Het ingediende herstelplan is conform het beleidskader • De toekenning van overgangsbepalingen is conform het beleid • De deelnemersraad heeft positief geadviseerd Beleggingsbeleid • Het beleggingsbeleid is evenwichtig; het bestuur belegt in het belang van alle belanghebbenden • Het beleggingsbeleid is conform het beleidskader, met dien verstande dat het bestuur besloten heeft de afdekking van het renterisico te verhogen van 10% naar 25% • De deelnemersraad heeft positief geadviseerd Risicobeleid • Het risicobeleid is evenwichtig; het bestuur streeft desalniettemin naar een grotere mate van inzicht en transparantie • Het bestuur heeft het bestuursbureau uitgebreid met een risk manager • In 2010 zal een integrale risicoanalyse worden opgesteld Communicatiebeleid • Het communicatiebeleid is evenwichtig; er is sprake van gerichte communicatie met de verschillende groepen • Het communicatiebeleid is conform de Communicatierichtlijnen • Het bestuur werkt aan verbetering van het imago van pmt Bevindingen van het intern toezicht • De visitatiecommissie is deskundig en onafhankelijk • De visitatiecommissie levert een waardevolle bijdrage aan het fonds
22 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur • De Principes voor goed pensioenfondsbestuur worden nageleefd. Oordeel Het verantwoordingsorgaan oordeelt positief over het handelen van het bestuur in 2009. Het verantwoordingsorgaan constateert dat bij de genomen besluiten het beleidskader is gehanteerd, de deelnemersraad om advies is gevraagd en er sprake is van evenwichtige belangenafweging. Aanbevelingen Het verantwoordingsorgaan adviseert het bestuur om extra aandacht te besteden aan de communicatie met actieve deelnemers, gepensioneerden en oud-deelnemers over het beleggingsbeleid, de risico’s en de belangenafwegingen die daarbij worden gemaakt. Tevens adviseert het verantwoordingsorgaan aan het bestuur om bij wijziging van de regeling oog te houden voor de solidariteit tussen de verschillende groepen belanghebbenden in de regeling, teneinde het draagvlak voor de regeling te behouden. Reactie van het bestuur Het bestuur heeft op 28 april 2010 kennisgenomen van de bevindingen, het oordeel en de aanbevelingen van het verantwoordingsorgaan over het handelen van het bestuur, het beleid, de wijze waarop het beleid is uitgevoerd en de naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur in 2009. Het bestuur waardeert de grondige en constructieve wijze waarop het nieuwe verantwoordingsorgaan tot zijn oordeel is gekomen. De door het verantwoordingsorgaan gedane aanbeveling om extra aandacht te besteden aan de communicatie met actieve deelnemers, gepensioneerden en ouddeelnemers over het beleggingsbeleid, de risico’s en de belangenafwegingen die daarbij worden gemaakt, neemt het bestuur ter harte. Het bestuur zal in 2010 bezien op welke wijze dit verbeterpunt gerealiseerd kan worden. De door het verantwoordingsorgaan gedane aanbeveling om bij wijziging van de regeling oog te houden voor solidariteit tussen de verschillende groepen belanghebbenden wordt door het bestuur onderschreven. Het bestuur zal deze aanbeveling tevens onder de aandacht brengen van de studiecommissie naar de pensioenregeling van sociale partners.
Naleving Principes voor goed pensioenfondsbestuur pmt past de Principes voor goed pensioenfondsbestuur toe in het beleid. De Principes zijn in te delen in 3 categorieën, te weten (A) Bestuur, (B) Verantwoording en (C) Intern toezicht. Hieronder wordt op hoofdlijnen aangegeven op welke wijze pmt de Principes naleeft.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 23
(A) Bestuur Algemeen (principes A1 t/m A7) De principes A1 t/m A7 worden door het bestuur onderschreven en nageleefd. Het bestuur is en blijft verantwoordelijk voor het pensioenfonds. Het bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van statuten, reglementen en relevante wet- en regelgeving, alsmede voor het beheersen van risico’s verbonden aan de activiteiten van het pensioenfonds. Het fonds beperkt zijn activiteiten tot het uitvoeren van pensioenregelingen. Het bestuur stelt zich bij het uitoefenen van zijn taak onafhankelijk op en draagt er zorg voor dat het pensioenfonds uitsluitend handelt ten behoeve van alle belanghebbenden van het fonds. Het bestuur weegt hun belangen op een zorgvuldige en evenwichtige wijze tegen elkaar af. Het fonds heeft een Verklaring inzake Beleggingsbeginselen, een interne klachten- en geschillenprocedure en uitbestedingsovereenkomsten die voldoen aan de eisen. Transparantie, openheid en communicatie (principes A8 t/m A11) De principes A8 t/m A11 worden door het bestuur onderschreven en nageleefd. Het beleid en de besluitvormingprocedures zijn vastgelegd in de Beleidsregels, het Huishoudelijk Reglement en de Statuten. In de Statuten zijn tevens de benoemingsen schorsingsprocedures voor bestuursleden opgenomen. Het jaarverslag voldoet aan de eisen van de Raad voor de Jaarverslaglegging. Het communicatiebeleid is gericht op communicatie met alle belanghebbenden en vastgelegd in de Communicatierichtlijnen. Deskundigheid en functioneren van het bestuur (principes A12 t/m A14) De principes A12 t/m A14 worden door het bestuur onderschreven en nageleefd. Het deskundigheidsplan voldoet aan de eisen en periodiek vindt externe toetsing van de deskundigheid van het bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden plaats. Dit is eveneens vastgelegd in het deskundigheidsplan. De deskundigheid van het bestuur als geheel en de deskundigheid van de individuele bestuursleden voldoen aan de eisen. Een bestuurslid dat naar het oordeel van het bestuur onvoldoende functioneert, kan – conform de statuten - door het bestuur voor ontslag worden voorgedragen aan de organisatie die het desbetreffende bestuurslid heeft benoemd. (B) Verantwoording Algemeen (principes B1 t/m B7) De principes B1 t/m B7 worden door het bestuur onderschreven en nageleefd. pmt heeft een verantwoordingsorgaan, dat bestaat uit 4 vertegenwoordigers namens de actieve deelnemers, 4 vertegenwoordigers namens de gepensioneerden en 4 vertegenwoordigers namens de financieel betrokken werkgevers. De vertegenwoordigers namens de actieve deelnemers en de gepensioneerden worden voorgedragen uit de leden van de deelnemersraad. Het bestuur legt verantwoording af over het beleid, de wijze waarop het is uitgevoerd en over de naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur. Tenminste eenmaal per jaar overlegt het bestuur met het verantwoordingsorgaan. Het oordeel van het verantwoordingsorgaan en de reactie van het bestuur worden opgenomen in het jaarverslag.
24 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Rechten en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan (principes B8 t/m B11) De principes B8 t/m B11 worden door het bestuur onderschreven en nageleefd. De rechten en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan zijn overeenkomstig de principes B8 t/m B11 door het bestuur vastgelegd in het Reglement verantwoordingsorgaan. (C) Intern toezicht Algemeen (principes C1 t/m C4) De principes C1 t/m C4 worden door het bestuur onderschreven en nageleefd. Het bestuur heeft een intern toezicht ingesteld. Rechten en taken van het intern toezicht conform principe C2 en C3 zijn vastgelegd in het Reglement visitatiecommissie. Het intern toezicht rapporteert na visitatie aan het bestuur en bespreekt de bevindingen met het bestuur. De bevindingen van het interne toezicht worden in het jaarverslag opgenomen. Invoering (principes C5 t/m C7) Het bestuur heeft het intern toezicht geregeld door de instelling van een visitatie commissie, die bestaat uit 3 onafhankelijke deskundigen. De visitatiecommissie is een vaste commissie, waarvan de leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. De visitatiecommissie voert minimaal eenmaal per jaar een visitatie uit.
Bestuurlijke evaluatie
In 2009 heeft het bestuur het functioneren van de deelnemersraad, de visitatie commissie en het verantwoordingsorgaan geëvalueerd. Het bestuur is van mening dat de deelnemersraad zich kritisch, maar altijd constructief opstelt. De deelnemersraad neemt zijn verantwoordelijkheid zeer serieus en geeft op een goede wijze invulling aan de medezeggenschap. Het verantwoordingsorgaan is nog enigszins zoekende naar de juiste invulling van taken en verantwoordelijkheden. Hier zal in 2010 tijdens het opleidingsprogramma extra aandacht aan besteed worden. De wijze waarop de visitatiecommissie zich opstelt, is van grote toegevoegde waarde voor het fonds. Het bestuur is tot de conclusie gekomen, dat alle drie de gremia complementair zijn. In 2009 heeft het bestuur ook het eigen functioneren geëvalueerd. Dit gebeurde onder externe begeleiding. Het bestuur is tot de conclusie gekomen, dat het in algemene termen goed functioneert. Er bestaat draagvlak voor de genomen beslissingen. Belangrijk is, dat steeds het belang van het fonds voor ogen wordt gehouden, ondanks verschillende achterbannen. Het bestuur zal jaarlijks het eigen functioneren en de werking van de deelnemersraad, de visitatiecommissie en het verant woordingsorgaan evalueren.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 25
3. Financieel overzicht Inleiding In 2009 is het herstel van de financiële positie van pmt ingezet, in een tempo dat ervoor zorgde dat pmt vooruitloopt op het tijdspad uit het herstelplan van maart 2009. De verliezen die zijn opgelopen in de financiële crisis zijn echter nog niet goedgemaakt: pmt verkeert eind 2009 nog steeds in een situatie van onderdekking. Het kortetermijnherstelplan is dan ook onverkort van toepassing. Het beleid voor 2010 blijft daarmee gericht op verder herstel, met een verhoogde premie en zonder verhogingen van de opgebouwde en lopende pensioenen.
Resultaten 2009 De resultaten in 2009 laten zich als volgt samenvatten: Resultaten (x 1 miljoen euro)
Premiebijdragen
2009
2008
1.840
1.644
Beleggingsopbrengsten
4.301
-7.277
Uitkeringen
-1.189
-1.125
pensioenverplichtingen
88
-8.512
Overige baten en lasten
33
149
Mutatie voorziening
Saldo van baten en lasten Dekkingsgraad ultimo
5.073
-15.121
100,0%
84,7%
Premiebijdragen In 2009 is de premie verhoogd van 25,2% naar 27,3% van de pensioengrondslag. De toename van de premiebijdragen is hiermee in lijn. Beleggingsopbrengsten De beleggingsopbrengsten waren in 2009 positief. Het totale rendement bedroeg 15,1%. De bijdrage van de diverse beleggingscategorieën wordt in hoofdstuk 6 uitgebreid toegelicht.
26 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Uitkeringen De pensioenuitkeringen die in 2009 verstrekt zijn kunnen als volgt uitgesplitst worden: Uitkeringen (x 1 miljoen euro)
2009
2008
De uitkeringen bestaan uit: Ouderdomspensioen
515
472
Vroegpensioen
175
278
Vervroegd ouderdomspensioen
315
200
Partnerpensioen
153
145
Afkoopsommen
18
18
Wezenpensioen
3
3
ANW Pensioen
10
9
Totaal uitkeringen
1.189
1.125
De uitkeringen vroegpensioen zijn ten opzichte van 2008 afgenomen met 103 miljoen euro. Alleen deelnemers die hun pensioen vóór 1 juni 2006 hebben laten ingaan, kunnen een vroegpensioenuitkering ontvangen. Het overgrote deel van deze deel nemers zal in 2010 de 65-jarige leeftijd bereikt hebben, waarna de vroegpensioenuitkering stopt. Na 2010 resteert dan een geringe uitloop van vroegpensioenuitkeringen aan deelnemers die hun vroegpensioen voor hun zestigste jaar hebben laten ingaan. Deelnemers die hun pensioen vanaf begin 2006 onder de nieuwe regeling hebben laten ingaan, kunnen gebruik maken van vervroegd ouderdomspensioen. De uitkeringen vervroegd ouderdomspensioen zijn ten opzichte van 2008 dan ook toegenomen met 115 miljoen. Het totaal bedrag aan lopende uitkeringen vóór de 65-jarige leeftijd is daarmee in 2009 licht hoger dan het jaar ervoor door een toename van het aantal gepensioneerden. Toevoeging voorziening pensioenverplichtingen Door de stijging van de rentestand in 2009 is de waarde van de huidige en toekomstige pensioenverplichtingen afgenomen. De gemiddelde marktrente over de gehele verplichting bedroeg eind 2009 3,86% ten opzichte van 3,51% eind 2008. Dit had tot gevolg dat het fonds een kleiner bedrag moest reserveren voor deze huidige en toekomstige pensioenen. In totaal nam de waarde van de pensioenverplichtingen wegens de hogere marktrente af met 2,3 miljard euro. Dit had een positief effect van 6,4% op de dekkingsgraad. Wel moest extra geld gereserveerd worden omdat de levensverwachting stijgt.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 27
Nederlanders worden steeds ouder, en dat geldt ook voor de deelnemers en gepen sioneerden van pmt. Het fonds moest hiervoor in 2009 422 miljoen euro toevoegen aan de voorziening pensioenverplichtingen. Het negatieve effect hiervan op de dekkingsgraad bedroeg 1,3%. Ontwikkeling pensioenverplichtingen (x 1 miljoen euro)
Wijziging van marktrente
2009
2008
-2.321
6.462
Rentetoevoeging aan VPV
1.176
1.176
Aangroei door nieuwe pensioenaanspraken Onttrekking voor uitkeringen
1.834
1.336
-1.199
-1.127
422
665
Wijziging grondslagen Totaal mutatie voorziening pensioenverplichtingen (VPV)
-88
8.512
Premie- en toeslagenbeleid 2010 Premie In december 2009 is het premie- en toeslagenbeleid voor 2010 vastgesteld. Gezien de financiële positie van pmt is de premie voor 2010, het beleidskader volgend, verhoogd met 1 procentpunt tot 16,1% van de salarissom. Als percentage van de pensioengrondslag bedraagt de premie daarmee in 2010 28,6%. Dit percentage wordt geheven over het salarisdeel boven de franchise van 15.295 euro en tot het grensbedrag van 75.486 euro. Over het salarisdeel boven het grensbedrag wordt een premiepercentage van 18,7% geheven. De kostendekkende premie is voor 2010 vastgesteld op 14,7% van de salarissom. De feitelijke premie ligt in 2010, net als in het jaar daarvoor, boven de benodigde kostendekkende premie. Daarmee draagt de premie die werknemers en werkgevers samen opbrengen bij aan het herstel van het fonds. Toeslagverlening In december 2009 heeft pmt besloten om de opgebouwde pensioenen en de lopende pensioenuitkeringen in 2010 niet te verhogen. De financiële positie van het fonds aan het eind van 2009 liet dat naar het oordeel van het bestuur en conform het beleids kader niet toe. Dit betekent voor de actieve deelnemers dat de opgebouwde aanspraken niet verhoogd worden en gaan voor het tweede jaar achterlopen bij de loon ontwikkeling. Voor gepensioneerden en oud-deelnemers betekent het dat de pensioenen en uitkeringen de prijsontwikkeling dit jaar niet volgen. Zodra de finan ciële positie van het fonds het toelaat, streeft pmt ernaar de gemiste verhogingen in te halen. Dit heeft pmt ook in het verleden gedaan. In 2008 waren alle gemiste verhogingen over het verleden alsnog toegekend.
28 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
In de tabel hieronder wordt een historisch overzicht gegeven van de ontwikkeling van de lonen en prijzen ten opzichte van respectieflijk de stijging van de opgebouwde pensioenaanspraken voor de actieve deelnemers en van de pensioenuitkeringen en rechten van gewezen deelnemers.
Per 1 januari
Loonindex
Toeslag actieven
Prijsindex
Toeslag niet-actieven
2000
3,00%
3,00%
1,53%
1,53%
2001
2,75%
2,75%
2,35%
2,35%
2002
4,00%
4,00%
3,68%
3,68%
2003
4,02%
2,01%
3,37%
1,69%
2004
0,00%
0,00%
1,98%
0,99%
2005
2,50%
1,88%
0,65%
0,49%
2006
3,22%
3,72%
1,38%
1,88%
2007
1,25%
2,20%
1,72%
2,71%
2008
1,00%
2,36%
1,29%
2,79%
2009
3,50%
0,00%
2,96%
0,00%
2010
3,00%
0,00%
0,00%
0,00%
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 29
4. Risicobeheer Algemeen Het doel van pmt is te zorgen voor een goed en betaalbaar pensioen voor de werknemers in de Metaal en Techniek en hun nabestaanden. Om dat doel te bereiken, moet het fonds zorgen voor voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te dekken. Het belangrijkste risico voor het fonds, haar deelnemers, oud-deelnemers en gepen sioneerden, is dan ook het ontbreken van voldoende vermogen om op de lange termijn aan de verplichtingen te voldoen. Dit wordt ook wel het solvabiliteitsrisico genoemd. Onvoldoende solvabiliteit kan vele oorzaken hebben. Een aantal van deze oorzaken is te beïnvloeden door het fonds, andere oorzaken spelen zich af buiten de invloed van het fonds. Tot de eerste categorie behoren zaken als het heffen van minimaal een kostendekkende premie en het slechts verhogen van de opgebouwde pensioenaanspraken en de pensioenuitkeringen als en voor zover de financiële positie van het fonds dat toelaat. Geen invloed heeft het fonds op zaken als de ontwikkeling van de financiële markten of de stijging van de levensverwachting van deelnemers. Beide genoemde typen risico’s zijn actueel. Hoewel deze ontwikkelingen door het fonds niet zijn te beïn vloeden, houdt pmt er in de beleidsontwikkeling vanzelfsprekend wel rekening mee. pmt hechtte altijd al en hecht nog steeds veel waarde aan een gedegen beheersing van de risico’s die het fonds loopt. Het belang van een goede risicobeheersing is de afgelopen jaren verder toegenomen. Bovendien toonde de financiële crisis de urgentie van een steeds verdere verfijning van de risicobeheersing nog eens hardhandig aan. pmt heeft de ervaringen van de crisis gebruikt om er lering uit te trekken en in 2009 sterk ingezet op een verdere aanscherping en verfijning van het risicobeheer.
Aangescherpt beleid De aanscherping van het risicobeheer spreidt zich uit over verschillende terreinen. De organisatorische en bestuurlijke inrichting, de aansturing en controle van de externe vermogensbeheerders en het strategisch beleggingsbeleid zijn daarvan de drie belangrijkste. De verschillende onderdelen komen hieronder aan bod. Organisatorische en bestuurlijke inrichting Al ruim voordat de Commissie Frijns, die in opdracht van minister Donner het beleggingsbeleid van pensioenfondsen en de uitvoering daarvan onderzocht, met zijn rapportage kwam, presenteerde de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen een eigen rapport over hetzelfde onderwerp. pmt speelde een actieve rol bij de totstandkoming van dat rapport. De conclusies lagen grotendeels in lijn met die van het latere rapport van de Commissie Frijns. Een gedegen bestuurlijke inrichting, onafhankelijk advies en voldoende expertise in en ter beschikking van het bestuur werden in beide rapportages genoemd als cruciale randvoorwaarden voor een gedegen risicobeheer op het gebied van beleggingen.
30 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Het bestuur van pmt heeft in 2009 op basis van analyses van externe adviseurs en de eigen visitatiecommissie de bestuurlijke inrichting van het fonds, de wijze van besluitvorming, de kwaliteit van de uitvoering van het vermogensbeheer en de relatie met de externe vermogensbeheerder geëvalueerd. Dit heeft geleid tot bestuurlijke aanpassing bij de vermogensbeheerder, een wijziging van de opzet en inhoud van managementinformatie en tot een uitbreiding van de capaciteit en expertise van het bestuursbureau met onder andere een riskmanager. De kredietcrisis toont aan dat met zeer uitzonderlijke omstandigheden rekening moet worden gehouden. pmt heeft daarom de robuustheid van het gekozen beleggings beleid onder extreme omstandigheden (deflatie en inflatie) onderzocht. Naar aanleiding van dit onderzoek is een nieuwe maandelijkse rapportage ontwikkeld, met daarin een projectie van de marges waarbinnen essentiële beleidsvariabelen zich (kunnen) bewegen. Deze rapportages vergroten de bestuurlijke grip op de effecten van potentieel snel veranderende omstandigheden. Bevordering deskundigheid Elk individueel bestuurslid van het fonds, maar ook het bestuur als collectief moet voldoen aan bepaalde deskundigheidseisen. pmt heeft een deskundigheidsplan, dat is gebaseerd op het Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering van de pensioenkoepels. Hierin wordt concreet omschreven – in de vorm van zogeheten eindtermen per beleidsterrein – welk minimaal kennisniveau ieder bestuurslid moet bezitten (deskundigheidsniveau 1). Nieuwe bestuursleden moeten dit deskundigheidsniveau binnen 1 jaar na benoeming bereiken. Met inschakeling van een externe partij wordt getoetst of die kennis ook daadwerkelijk aanwezig is. Waar nodig worden individuele en collectieve opleidingen verzorgd. Voor het bestuur als geheel geldt dat voor elk beleidsterrein één of meerdere bestuursleden het hoogste deskundigheidsniveau (deskundigheidsniveau 2) moeten bezitten. Jaarlijks wordt de individuele en collectieve deskundigheid van het bestuur geïnventariseerd en vastgelegd in een zogeheten deskundigheidsmatrix. De deskundigheid van het bestuur van pmt, zowel individueel als collectief, is geheel in overeenstemming met het deskundigheidsplan. Het deskundigheidsplan van pmt stelt ook eisen aan de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan. Deze eisen zijn minder vergaand dan die voor het bestuur, maar ook voor deze organen wordt gestreefd naar een concreet benoemd deskundigheidsniveau. In 2010 zullen met name de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan intensief opgeleid worden. Compliance Compliance houdt in dat de organisatie werkt in overeenstemming met de bestaande interne en externe wet- en regelgeving. Bijzondere aandacht wordt daarbij gegeven aan de financiële toezichtwetgeving en integriteit. In 2009 heeft het Nederlands Compliance Instituut voor pmt in kaart gebracht welke compliance-gerelateerde weten regelgeving op het fonds van toepassing is, welke maatregelen bij pmt en bij Mn Services zijn getroffen en welke verbeteringen gewenst zijn. Het onderzoek van het Nederlands Compliance Instituut resulteerde in drie nieuwe Compliance-regelingen voor het fonds: een Gedragscode, een Regeling Misstanden en een Regeling voor beleid en procedures ten aanzien van de screening van mede werkers.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 31
De nieuwe gedragscode bevat regels die belangenverstrengeling bij persoonlijke transacties door medewerkers en bestuurders moet voorkomen. In de Regeling Misstanden wordt een incidentenregeling en een klokkenluidersregeling gecom bineerd. De regeling kent een korte procedure voor het melden van misstanden aan de vertrouwenspersoon, de behandeling daarvan en het treffen van passende maat regelen, inclusief een eventuele melding aan De Nederlandsche Bank. In de Regeling beleid en procedures ten aanzien van screening van medewerkers is onder meer vastgelegd welke screeningsmaatregelen gelden voor medewerkers met integriteit gevoelige functies. Alle functies binnen het bestuursbureau van pmt vallen onder deze regeling. In 2010 wordt de compliance in relatie tot de uitbesteding aan Mn Services verder uitgewerkt. Ook de verdere ontwikkeling van een integriteitsbeleid staat voor 2010 op de agenda. Tot slot wordt een compliance-program opgesteld. Hiermee geeft pmt in de loop van 2010 invulling aan compliance in de meest brede zin. Aansturing en controle van de externe vermogensbeheerders In het crisisjaar 2008 zijn verliezen geleden op posities in de beleggingsportefeuille die weliswaar binnen de kaders van het beleggingsplan pasten, maar waarvan de risico’s voor het bestuur van pmt niet volledig transparant bleken. Daarnaast is het aantal beleggingscategorieën, waarvoor door de externe vermogensbeheerder een separaat beleidsplan en daaraan gekoppeld jaarplan wordt vastgesteld, uitgebreid. Op die manier vergroot pmt de bestuurlijke controle op de externe uitvoering van het vermogensbeheer. In 2009 heeft het bestuur van het fonds de externe vermogensbeheerder Mn Services verzocht een strategische heroriëntatie uit te voeren op haar dienstverlening aan pmt. Die heroriëntatie heeft geleidt tot organisatorische en inhoudelijke aanpassingen van het vermogensbeheer. De aanpassingen hebben onder meer betrekking op een versterking en een meer integrale benadering van het beheer van de portefeuille en een aanscherping van het risicomanagement. Daarnaast is begin 2009 reeds een aantal praktische aanpassingen ingevoerd. Het gaat daarbij onder meer om een verbeterde en meer frequente rapportage rond de zogeheten matching-portefeuille van het fonds. De gesprekken met de externe vermogensbeheerder om te komen tot een verdere verbetering van de dienstverlening aan pmt, duren voort in 2010. De inhoudelijke aanpassingen van het vermogensbeheer die relevant zijn voor de risicobeheersing van het fonds, komen in het hoofdstuk Vermogensbeheer aan bod. Strategisch beleggingsbeleid De inhoud van het beleggingsbeleid is uit overweging van een aangescherpte risicobeheersing aangepast. Daarmee werd het al in 2008 ingezette beleid van aangescherpte risicoreductie verder uitgebouwd. Zo wordt een groter deel van de portefeuille vanaf 2010 passief beheerd. Daarbij wordt de markt gevolgd, in plaats van te proberen deze ten koste van mogelijk extra risico te verslaan. Verder is het reeds in 2008 afgebouwde belang in aandelen in 2009 verder teruggebracht. Nieuwe investeringen in relatief meer risicodragende beleggingscategorieën als Private Equity, internationaal vastgoedbeleggingen, infrastructuur en Hedge Funds zijn voorlopig uitgesteld. Het besluit tot opschorting van het uitlenen van aandelen is in 2009
32 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
herroepen. Tenslotte heeft het fonds besloten om voorrang te geven aan de bescherming tegen een rentedaling. Dit maakt onderdeel uit van het beleid om voortaan te sturen op de dekkingsgraad.
Beleidskader Het beleid voor de hoogte van de premie en de voorwaardelijke toeslag (de verhoging van de pensioenuitkeringen en opgebouwde pensioenen), stelt het bestuur jaarlijks vast aan de hand van het beleidskader. In dit beleidskader is aangegeven hoe de sturingsinstrumenten kunnen worden ingezet, passend bij de financiële positie van het fonds. Het beleidskader is richtinggevend bij de jaarlijkse besluitvorming, en vormt nooit een automatisme. Het bestuur weegt in de besluitvorming dan ook steeds alle relevante omstandigheden mee bij haar afwegingen. In het herstelplan, dat pmt voorjaar 2009 bij De Nederlandsche Bank heeft ingediend en waarin omschreven is hoe pmt binnen de daarvoor gestelde termijnen de reserves weer op peil krijgt, is uitgegaan van het premie- en toeslagenbeleid zoals omschreven in het beleidskader.
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 % 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Het beleidskader van pmt is weergegeven in de onderstaande figuur.
Premiekortingsgrens Dekkingsgraad
Centrale spilwaarde
Toeslagenbeleid
Premiebeleid
Volledige toeslag plus eventueel ruimte voor inhalen gemiste verhogingen
Verlaging premie maximaal -1% of -2%
Volledige toeslag plus eventueel ruimte voor inhalen gemiste verhogingen
Kostendekkende premie, aanpassing maximaal -/+ 1%
Gedeeltelijke Toeslagverlening
Stijging premie max. +1% of +2%, mits kostendekkend
Geen Toeslagen
Stijging premie max. 1% of +2%, mits kostendekkend
c0 m 6 rt 0 ju 7 n 0 se 7 p 0 de 7 c0 m 7 rt 0 ju 8 n 0 se 8 p 0 de 8 c0 m 8 rt 0 ju 9 n 0 se 9 p 0 de 9 c0 9
Minimale vereiste vermogen
de
80
Premie minimum 8% Premie maximum 18%
Bij een dekkingstekort, zoals pmt eind 2008 kende, is het uitgangspunt dat de sturingsinstrumenten maximaal worden ingezet: de pensioenen worden niet verhoogd en de premie wordt stapsgewijs naar het maximale niveau gebracht. Om de maximale premie te bereiken, wordt de premie zolang als nodig jaarlijks verhoogd met stappen van maximaal 1 procentpunt tegelijk. De maximale premie bedraagt 18% van de salarissom. Zodra en zolang het fonds een dekkingsgraad heeft die lager is
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 33
dan de minimaal vereiste dekkingsgraad van 105%, worden de lopende pensioenuitkeringen en opgebouwde pensioenrechten in principe niet verhoogd. Dit was in 2009 het geval. Wanneer de reserves van het fonds weer op peil zijn, streeft het fonds ernaar in de toekomst de nu gemiste verhogingen weer in te halen. Een dergelijke extra toeslag is ook in 2007 en 2008 toegekend, waarmee de gemiste verhogingen in de periode vanaf 2003 werden gecompenseerd. Zo’n zogenoemde inhaaltoeslag is in principe mogelijk vanaf een dekkingsgraad hoger dan 121%, waarbij dit percentage door de toekenning van de inhaaltoeslag niet onder de 121% mag zakken. Begin 2009 is door pmt een zogenoemde continuïteitsanalyse uitgevoerd. Deze analyse geeft inzicht in de risico’s die pmt op lange termijn loopt en de effectiviteit van de verschillende financiële sturingsinstrumenten bij de beheersing van deze risico’s. De continuïteitsanalyse had de situatie per eind 2008 als aanvangssituatie. De resultaten zijn gebruikt bij het opstellen van het herstelplan. Begin 2010 is de analyse opnieuw uitgevoerd uitgaande van de situatie per eind 2009 en op basis van aangepaste economische parameters, waaronder ook een extra opslag voor de sterftetrend. De resultaten van de nieuwe analyse zullen worden gebruikt bij de evaluatie van het herstelplan en bij het vaststellen van het toeslagenlabel voor 2010. Dat toeslagenlabel wordt met ingang van 1 april 2010 op alle persoonlijke uitingen aan deelnemers getoond. Verzekeringstechnische risico’s Onder de verzekeringstechnische risico’s van het fonds vallen bijvoorbeeld de inflatie en het ouder worden van de deelnemers. Bij een toenemende inflatie is het voor het fonds moeilijker de pensioenen in de pas te laten lopen met de stijging van de prijzen. Met andere woorden: koopkrachtbehoud wordt dan duurder. Hoewel de jaarlijkse verhoging van de pensioenuitkeringen strikt voorwaardelijk is, heeft het fonds wel de ambitie om op de lange termijn de pensioenen mee te laten groeien met de stijging van de prijzen. De toenemende levensverwachting in Nederland brengt voor het fonds hogere lasten met zich mee. De gemiddelde duur dat een deelnemer geniet van zijn pensioen, neemt bij langer leven immers toe. De werknemers in de Metaal en Techniek leven gemiddeld al langer dan het Nederlands gemiddelde. pmt heeft vanaf eind 2008 de overlevingskansen ontleend aan de pmt-generatietafel. Deze generatietafel is afgeleid van de door het Actuarieel Genootschap opgestelde generatietafel en vervolgens aangepast aan fondsspecifieke overlevingskansen. In 2009 werd, wegens nieuwe sterftecijfers van het CBS, duidelijk dat de toename van de levensverwachting nog sneller gaat dan verwacht. Om op verantwoorde wijze rekening te houden met deze extra toename van de levensverwachting, hanteert pmt nu een extra opslag voor de sterftetrend op de pmt-generatietafel. Renterisico Het renterisico vormt een belangrijk risico voor de financiële positie van het fonds. Sinds de invoering van het nieuwe Financieel Toetsingskader (FTK), moet de waarde van de pensioenverplichtingen worden berekend aan de hand van de voor het fonds relevante actuele marktrente. Wanneer de rente daalt, neemt de waarde van de pensioenverplichtingen toe. Er moet bij een lagere rente dus meer vermogen worden
34 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
gereserveerd om de toekomstige pensioenen te dekken. De beheersing van het renterisico is bij pmt gebaseerd op een stop loss beleid dat in 2007 is geïmplementeerd. Dit beleid houdt in dat het fonds een zekere mate van bescherming heeft tegen een extreme rentedaling, terwijl de voordelen van een rentestijging in stand blijven. Het fonds heeft een deel van de pensioenverplichtingen op deze wijze beschermd. Er is dus niet gekozen voor een volledige afdekking van het renterisico, omdat dit bij een stijging van de rente ten koste kan gaan van het vermogen om de pensioenen op langere termijn in de pas te laten lopen met de inflatie.
Beleggingsrisico’s Beleggingsbeleid: spreiding van risico’s (ter voorkoming van concentratierisico) Op strategisch niveau wordt een verdeling over diverse beleggingscategorieën voor de lange termijn gekozen. Door middel van spreiding over deze categorieën wordt bij een vastgesteld en beheerst risicoprofiel een zo hoog mogelijk rendement na gestreefd, gegeven de ambities van het fonds en de structuur van de verplichtingen. Ook binnen de verschillende beleggingscategorieën vindt omwille van risico beheersing een uitgebreide spreiding plaats, zowel over verschillende (wereldwijde) regio’s, als over verschillende subcategorieën. Aandelenrisico en vastgoedrisico Net als het renterisico, is het risico dat gelopen wordt op de aandelen- en vastgoedportefeuille een bewust gekozen risico. Dit risico levert het fonds op de langere termijn naar verwachting extra rendement op. De afgelopen tientallen jaren lieten dat ook zien. Dit extra rendement zorgde in het verleden voor een betaalbaar pensioen voor de sector, dat bovendien kon meegroeien met de stijging van de prijzen. pmt beheerst het risico op aandelenbeleggingen onder meer door een zeer uitgebreide spreiding over regio’s en sectoren. Het extra verwachte rendement op aandelen is ook in de komende jaren noodzakelijk, onder meer om de reserves weer op het vereiste peil te brengen. De omvang van de aandelenportefeuille is in 2008 en 2009 terug gebracht, in verband met de financiële positie van het fonds. Ook om de ambities van pmt waar te kunnen maken waar het gaat om het laten meegroeien van de pensioenen met de stijgende prijzen, is het verwachte extra rendement op aandelen nodig. Voor het vastgoedrisico geldt in grote lijnen hetzelfde als voor het aandelenrisico, al is het vastgoedrisico minder dominant aanwezig in de portefeuille door de geringere omvang van de vastgoedportefeuille. Valutarisico pmt belegt een belangrijk deel van het vermogen in landen met een andere muntsoort, zoals de Amerikaanse dollar, de Japanse Yen en het Britse pond. Wanneer die valuta meer of minder waard worden ten opzichte van de euro, heeft dat invloed op de waarde van de betreffende beleggingen, uitgedrukt in euro’s. Het resultaat op deze koersschommelingen van vreemde valuta is naar verwachting op de lange termijn gelijk aan nul. Op korte termijn is de waardeontwikkeling van vreemde valuta echter moeilijk te voorspellen en zeer beweeglijk. Het fonds dekt daarom het valutarisico op de belangrijkste valuta structureel en volledig af.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 35
Kredietrisico Kredietrisico kan in verschillende gedaantes optreden. Ten eerste treedt kredietrisico op wanneer een debiteur niet meer in staat is te voldoen aan zijn verplichting tot het betalen van rente over of aflossing van de aan hem verstrekte lening. Dit type risico wordt voor een deel bewust door het fonds genomen, omdat een hoger risico zich vertaalt in een hoger verwacht rendement. pmt stelt uiteraard grenzen aan de mate waarin het fonds zich aan dit type risico wil blootstellen, onder meer door een duidelijke maximering van de beleggingen per zogenoemde rating categorie. Een tweede manier waarop pmt wordt geconfronteerd met kredietrisico, doet zich voor bij wijzigingen in de zogeheten credit spread. Deze spread geeft aan welk extra ren dement, bovenop het rendement op relatief veilige staatsobligaties, mag worden verwacht op leningen met een per definitie lagere kredietwaardigheid dan de staat. De mate waarin risico bij het verstrekken van kredieten wordt beloond, is daarmee geen vast gegeven. Liquiditeitsrisico Onder normale omstandigheden speelt het liquiditeitsrisico voor pmt nauwelijks een rol van betekenis. Het fonds krijgt immers premies binnen, die het volume van de lopende uitkeringen overtreffen. Aan contanten is daarom niet snel een gebrek. Een groot deel van de beleggingsportefeuille wordt belegd in liquide beleggingen die, indien noodzakelijk op zeer korte termijn, vaak dagelijks, kunnen worden verkocht. De illiquide onderdelen van de portefeuille, voornamelijk beleggingen in direct vastgoed en Private Equity, hebben een bewust gekozen langere looptijd en zijn dus minder eenvoudig snel van de hand te doen. pmt houdt daarom het totale aandeel van deze langlopende beleggingen beperkt.
Uitbestedingsrisico pmt besteedt de uitvoering van de pensioenadministratie en het vermogensbeheer uit aan Mn Services. Het bestuur van het fonds is verantwoordelijk voor het beleid en toetst periodiek de uitvoering daarvan door de uitvoerder. Het bestuursbureau van pmt controleert de kwaliteit van de uitvoering op meer dagelijkse basis. Dat gebeurt aan de hand van periodiek en ad-hoc overleg, en aan de hand van week-, maand- en kwartaalrapportages volgens een vooraf vastgesteld format. De bestuurlijke commissie uitbesteding, die bestaat uit zes bestuursleden, toetst in het geval van een (voorgenomen) uitbesteding van werkzaamheden of met alle relevante aspecten verbonden aan die uitbesteding op adequate wijze rekening wordt gehouden. Het gaat daarbij om zaken als het in kaart brengen van de risico’s, de beoordeling van de uitvoeringsorganisatie, de beoordeling van concreetheid, juistheid en volledigheid van voorwaarden in overeenkomsten en de controle op de uitvoering daarvan. COSO pmt stelt hoge eisen aan de interne risicobeheersing van de uitvoerder. Binnen de gehele organisatie van Mn Services zijn alle kernprocessen beschreven en de belangrijkste risico’s en beheersingsmaatregelen in kaart gebracht en bestudeerd. Dit is
36 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
gebeurd op basis van de vier risicocategorieën zoals die zijn verwoord door het Committee of Sponsoring Organisations of the Treadway Commission (COSO). Het gaat om de categorieën strategische risico’s, operationele risico’s, de betrouwbaarheid van financiële rapportages en het naleven van de relevante wet- en regelgeving. Aan de hand van dit raamwerk heeft Mn Services een beheersomgeving ingericht. De belangrijkste aspecten daarvan zijn: integriteit en ethiek van de medewerkers en de organisatie als geheel, een regeling voor klokkenluiders, de toekenning van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en een personeelsbeleid dat is gericht op aanname en behoud van integer handelend, deskundig en ervaren personeel. SAS70 Zowel het vermogensbeheer als de pensioenuitvoering die Mn Services voor pmt verzorgt, zijn gecertificeerd volgens SAS70 type II. Deze certificering waarborgt dat de administratieve processen in opzet, bestaan en werking voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. SAS70 richt zich op de operationele processen. De beoogde werking van de processen wordt getoetst met beheersmaatregelen, die een transparante bedrijfsvoering moeten garanderen.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 37
5. Pensioenbeheer De kredietcrisis heeft niet alleen de financiële positie van pmt geraakt. De econo mische neergang zette ook de bedrijfstak Metaal en Techniek onder druk. De sector is conjunctuurgevoelig, door onder meer directe links naar de bouw en een direct merkbare impact van teruglopende investeringen van bedrijfsleven en consumenten. De werkgelegenheid staat dan ook vanaf eind 2008 onder spanning. Om de gevolgen daarvan voor werknemers te verzachten, zijn door het fonds en sociale partners een aantal maatregelen genomen op het gebied van pensioen.
Tijdelijke maatregelen ter verzachting van effecten crisis Ouderenregeling Voor oudere werklozen is een regeling in het leven geroepen waarbij het uitzicht op de zogeheten overgangsaanspraken behouden blijft. Met deze voorwaardelijke overgangsaanspraken kunnen oudere werknemers eerder dan met 65 jaar met pensioen. Eén van de voorwaarden is dat men actief werkzaam is tot aan de pen sioendatum. De ouderenregeling zorgt ervoor dat deelnemers die korte tijd voor hun beoogde pensioendatum om economische redenen werkloos worden, toch uitzicht houden op vervroegd pensioen. De maatregel is gestart in het voorjaar van 2009 en is eind 2009 verlengd tot 1 januari 2011. Het bestuur van pmt besluit jaarlijks of de regeling wordt verlengd. In 2009 hebben ongeveer 250 deelnemers een beroep gedaan op de regeling. Verlengde onderbreking toegestaan Voor alle werknemers die vanaf 1 december 2009 om economische redenen ontslagen worden, geldt dat wanneer zij binnen drie jaar terugkeren in de bedrijfstak, zij uitzicht behouden op de overgangsaanspraken die ze hadden om vervroegd met pensioen te kunnen gaan. Zonder deze extra maatregel zouden zij hun uitzicht een half jaar na vertrek uit de bedrijfstak definitief verliezen. Ook deze maatregel is tijdelijk: het betreft ontslagen (om economische redenen) tot 1 januari 2011. Pensioenopbouw tijdens deeltijd-WW In de sector Metaal en Techniek is in 2009 gebruik gemaakt van de door de overheid geboden mogelijkheid van deeltijd-WW. Het bestuur van pmt heeft besloten dat voor de deelnemers die in deeltijd in een werkloosheidsuitkering terecht komen, de pensioenopbouw ongewijzigd doorloopt. Deze extra maatregel past bij het tijdelijke karakter van de regeling voor deeltijd-WW en bij het uitgangspunt dat het dienstverband tijdens de deeltijd-WW volledig in stand blijft.
38 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Overige ontwikkelingen en aandachtspunten Waardeoverdrachten opgeschort Wanneer een pensioenfonds een dekkingsgraad heeft lager dan 100%, is het niet toegestaan waardeoverdrachten uit te voeren. In 2009 zijn alle waardeoverdrachten dan ook opgeschort. De communicatie met betrokken deelnemers en werkgevers vroeg daarbij bijzondere aandacht. Alle betrokkenen die een aanvraag hadden gedaan of voor wie al stappen waren gezet om de waardeoverdracht te effectueren, zijn per brief geïnformeerd over de opschorting. Deelnemers die reeds een offerte hadden ontvangen vóór het moment van opschorting, zijn alsnog in de gelegenheid gesteld om de waardeoverdracht te effectueren. pmt heeft voorbereidingen getroffen om de waardeoverdrachten weer uit te voeren zodra de dekkingsgraad aan het einde van een maand boven de 100% komt. Toekomst pensioenregeling onderzocht In 2006 onderging de pensioenregeling van de Metaal en Techniek voor het laatst een grote wijziging, naar aanleiding van de wet VPL. Daarbij zijn de verschillende onderdelen zoals franchise en opbouwpercentage in onderlinge samenhang vastgesteld met het oog op de gewenste te bereiken gemiddelde pensioenuitkomsten. Om vast te stellen wat in de huidige omstandigheden, bij een veranderde omgeving en deelnemersbestand, de feitelijke opbrengst van de regeling is voor de verschillende groepen deelnemers, is in 2009 een onderzoek uitgevoerd. Daarbij is gekeken naar het effect van de hoogte van opbouwpercentage en franchise op deelnemersgroepen met diverse inkomens en gezinssamenstelling, naar de ontwikkeling van de ambitie van de regeling in de afgelopen decennia en is een vergelijking gemaakt van de prijs en kwaliteit met enkele andere pensioenregelingen. Het feitenmateriaal dat hiermee verzameld is kan dienen als (deel van het) referentiekader voor toekomstige veranderingen in de pensioenregeling. Daarnaast zijn de sociale partners in de sector van plan om in nauwe samenwerking met pmt in 2010 een studie uit te voeren naar de pensioenregeling als arbeidsvoorwaarde, met alle bijbehorende facetten. De politieke ontwikkelingen zoals de vermoedelijk aanstaande verhoging van de AOW-leeftijd en de uitkomsten van de commissies Frijns en Goudswaard spelen in deze studie vanzelfsprekend een rol. Ook de evaluatie van het Financieel Toetsingskader wordt hierin meegenomen. Meer keuze bij vervroegd pensioen vóór 65 jaar Met ingang van 2009 zijn de keuzemogelijkheden bij vervroegd pensioen uitgebreid. Het is nu voor werknemers mogelijk het pensioen gefaseerd te laten ingaan vóór 65 jaar. In de eerste fase wordt daarbij slechts een deel van het pensioen aangewend, terwijl de rest nog blijft staan. Wanneer de deelnemer naast zijn gedeeltelijk ingegane pensioen blijft werken, kan het resterende pensioen verder aangroeien. Op een door de deelnemer zelf te kiezen moment kan het resterende pensioen (eventueel opnieuw slechts voor een deel) ingaan en verdeeld worden over de toekomstige perioden. Deze opzet geeft de deelnemer meer mogelijkheden om de werkzame periode stapsgewijs af te bouwen. Het vrijwillig (al dan niet in deeltijd) langer doorwerken wordt zo eenvoudiger en financieel aantrekkelijker.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 39
Afkoop kleine pensioenen Sinds 2009 maakt pmt gebruik van de mogelijkheden die de nieuwe Pensioenwet biedt om kleine pensioenen tussentijds af te kopen. Daarbij krijgen deelnemers direct een uitkering ineens, in plaats van een maandelijkse uitkering vanaf de pensioen datum. Voor het fonds scheelt de afkoop een flinke administratieve post, waarbij de kosten van het registreren en informeren van de deelnemers niet in verhouding staan tot het uiteindelijk uit te keren bedrag. pmt koopt eenzijdig pensioenen af die kleiner zijn dan jaarlijks 100 euro. Dit gebeurt voor deelnemers die vanaf 2007 de regeling hebben verlaten. Pensioenen onder de wettelijke afkoopgrens van meer dan 100 euro per jaar, worden alleen afgekocht als de oud-deelnemer daar zelf om vraagt. Van Pensioenbeleggen naar Pensioeninkoop In 2009 is een begin gemaakt met het vrijwillig aanbieden van de inkoop van extra pensioenaanspraken als alternatief voor het zogeheten Pensioenbeleggen. Het verschil is dat bij inkoop op het moment van storting direct extra pensioenaanspraken verkregen worden, in plaats van pas op het moment van pensionering. Zo weten deelnemers meteen waar ze aan toe zijn, is er geen individueel beleggingsrisico en bestaat er geen onzekerheid over de toekomstige extra pensioenaanspraken. Het uitvoeren van een individueel beleggingsproduct als Pensioenbeleggen is relatief kostbaar, vooral bij beperkt gebruik van de regeling. In de afgelopen jaren is het animo voor dit keuzeonderdeel bij de deelnemers beperkt gebleken. Daarnaast is de wet- en regelgeving verder verzwaard voor beleggingsproducten. Nu er met Pensioeninkoop een alternatief voorhanden is dat eenvoudiger past binnen de verplichte basisregeling, heeft het bestuur dan ook besloten Pensioenbeleggen af te bouwen. Dat betekent dat nieuwe stortingen niet langer mogelijk zijn en dat in de komende twee jaar de aanwezige saldi moeten worden omgezet in reguliere pensioenaanspraken. Deelnemers die al een saldo Pensioenbeleggen hebben, kunnen nog tot uiterlijk 1 juli 2010 inleggen en kunnen tot eind 2011 zelf beslissen wanneer ze het aanwezige saldo willen omzetten in pensioenaanspraken. Lagere premies Anw-hiaatverzekering De vrijwillige Anw-hiaatverzekering van pmt biedt deelnemers een aanvullende uitkering voor hun nabestaanden. Op basis van de resultaten in de afgelopen jaren en de voortgaande stijging van de levensverwachting, heeft pmt kunnen besluiten de ANW-premies deels te bevriezen en voor een aantal leeftijdsgroepen te verlagen. Na onderzoek onder deelnemers naar de bekendheid met de verzekering en de belangstelling ervoor, is bovendien besloten om in het vervolg meer en nadrukkelijker aandacht te vragen voor dit vrijwillig extra pensioen voor de achterblijvende partner. Pensioenopbouw tijdens werkloosheid: einde FVP Het FVP, een landelijke regeling die voorzag in de financiering van pensioenopbouw bij werkloosheid, nadert zijn einde. Sociale partners hebben de wens geuit om in de sector Metaal en Techniek een vergelijkbare regeling te blijven aanbieden. Het bestuur van pmt heeft besloten aan deze wens tegemoet te komen.
40 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Pensioencommunicatie De communicatie van pmt met werkgevers, werknemers en gepensioneerden stond ook in 2009 in het teken van openheid en transparantie. Op de website publiceert pmt sinds 2008 het stembeleid en de uitgebrachte stemmen op alle wereldwijd voor het fonds relevante aandeelhoudersvergaderingen. Een jaar eerder al werden alle aandelenbeleggingen openbaar gemaakt. Het fonds publiceert met regelmaat de actuele dekkingsgraad en geeft daarbij een toelichting op de gevolgen die de finan ciële positie heeft voor de premie en de verhoging van de pensioenuitkeringen. Tijdens de maandelijkse bijeenkomsten die pmt organiseert voor haar gepensioneerden, wordt met de aanwezigen face to face gedeeld hoe het fonds ervoor staat. Dat levert van de aanwezigen waardering op voor de persoonlijke uitleg, naast emoties en veel vragen. In het directe contact met werkgevers, werknemers en gepensioneerden, spelen de pensioen- en werkgeversconsulenten van pmt een cruciale rol. Zij blijken voor alle betrokkenen meer en meer een directe, persoonlijke en laagdrempelige informatiebron. Ook over de kosten van het pensioen is pmt transparant. De kostenstructuur is gepubliceerd op de website.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 41
6. Vermogensbeheer Algemeen De premie die door werknemers en werkgevers wordt opgebracht is, zeker op termijn, niet voldoende om de pensioenen mee te laten groeien met de stijgende prijzen. Beleggen is nodig voor een goed pensioen. De opbrengsten uit de beleggingen zijn dan ook noodzakelijk voor een goed en betaalbaar pensioen. Op de lange termijn levert beleggen immers duidelijk meer op dan geld op een spaarrekening. Maar beleggen kent ook risico’s. Dat heeft de kredietcrisis opnieuw duidelijk gemaakt. Het vermogensbeheer van pmt is erop gericht op de lange termijn voldoende rendement te behalen, tegen een zo beheerst mogelijk risico. Een jaar van extremen Het jaar 2009 was er een van extremen. Bij de start van het jaar zaten de wereldwijde economieën in een diepe recessie en dreigde zelfs een depressie. De massale ingrepen van centrale banken en overheden leken geen enkel effect te hebben en de bodem van de koersen van risicodragende beleggingen was nog niet in zicht. Begin maart sloegen de markten echter om. Een toenemend vertrouwen in de maatregelen en vasthoudendheid van de autoriteiten, meevallende berichten over het Amerikaanse bankwezen en voorzichtige eerste signalen van economische stabilisatie, brachten de koersdalingen tot stilstand. Op 9 maart werd het startsein gegeven voor de scherpste opleving van de beurzen sinds tientallen jaren. Maar de snel oplopende koersen werden nog niet gerechtvaardigd door de economische realiteit. De wereldeconomie verkeerde nog steeds in een bijzonder diepe recessie. Het zou nog maanden duren voordat ook in de reële economie het dieptepunt werd gepasseerd. Het waren vooral twee factoren die zorgden dat de economische neergang uiteindelijk stabiliseerde; de stimuleringsmaatregelen van overheden en de voorraadcyclus. Vooral in de Verenigde Staten had het bedrijfsleven heftig gereageerd op de bijzonder slechte economische vooruitzichten na het faillissement van de zakenbank Lehman Brothers in september 2008. De diepe ingrepen in voorraden, productie, invester ingen en personeelsbestand bleken later doorgeschoten in verhouding met de daadwerkelijke ontwikkeling van de vraag. Toen de vraaguitval bij consumenten en het bedrijfsleven ten einde kwam door belastingverlagingen, extra belastingimpulsen en renteverlagingen, kwam de productie dan ook weer snel op gang. In eerste instantie in Azië, maar in het derde kwartaal ook in de andere grote markten, zorgde deze voorraadcyclus voor een officieel einde aan de recessie. Kwetsbaar herstel De terugkeer van economische groei betekende nog niet dat al het leed al geleden was. De werkloosheid bleef stijgen, net als het aantal faillissementen bij bedrijven en huishoudens. Ook zorgden de hoog opgelopen schuldenlast, dalende inkomsten en de mentale schok van de crisis voor een aanhoudende schuldsanering. Het economische herstel kent daarmee, in vergelijking met normale herstelfasen, een voorlopig nog gematigd en kwetsbaar karakter.
42 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Overheden en centrale banken lieten in 2009 de geldkraan wijd open staan. Vanwege de diepe schuldsanering in de private sector vertaalde zich dit echter nog niet in ruimere kredietverlening. Daardoor werd het nieuw gecreëerde geld niet door de reële economie geabsorbeerd. Wel had het zeer ruime monetaire beleid een indirect positief effect op de financiële markten. Doordat vanwege de extreem lage rente het rendement op het aanhouden van contanten tot praktisch nul was gereduceerd, kwam er in de financiële markten een zoektocht naar rendement op gang. In plaats van genoegen te nemen met beleggingen die relatief risicoloos zijn maar nauwelijks rendement bieden, stapten beleggers in toenemende mate in risicodragende beleggingen met een hoger verwacht rendement. Dit bleef de opmars van de beurskoersen voeden. De stijging van de koersen van risicodragende beleggingen verloor echter aan kracht in de laatste fase van het jaar. Begin 2010 staan de koersen zelfs weer onder druk. Beleggers werden kort achter elkaar tot tweemaal toe opgeschrikt door plotseling opnieuw oplaaiende kredietzorgen. Eind november kwam investeringsmaatschappij Dubai World in betalingsproblemen, in december gevolgd door een officiële verlaging van de kredietstatus van Griekenland door kredietbeoordelingsbureau Fitch. In het nieuwe jaar zijn daar zorgen bijgekomen. Een onzeker 2010 Het jaar 2010 lijkt dan ook voor risicodragende beleggingen een moeilijker en onrustiger jaar te worden dan 2009. De factoren die verantwoordelijk zijn voor de economische groei – stimulering en voorraadcyclus – zullen slechts een tijdelijk effect hebben en naar verwachting ten einde lopen gedurende 2010. Alleen bij structureel toenemende consumentenbestedingen en bedrijfsinvesteringen kan de economische groei dan doorzetten. Hoewel een terugval naar een recessie niet het meest waarschijnlijke scenario is, lijkt in ieder geval in de ontwikkelde economieën het herstel op zijn best gematigd.
Resultaten pmt De hierna getoonde vermogenssamenstelling en rendementen zijn gebaseerd op de economische positie. Dit is de positie inclusief indirect (door middel van derivaten) ingenomen posities.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 43
Ontwikkeling vermogenssamenstelling
2009
2008
Vastrentende waarden
53%
53%
Aandelen
23%
19%
Vastgoedbeleggingen
11%
14%
Alternatieve beleggingen
13%
14%
100%
100%
Totaal
In onderstaande tabel is naast het feitelijk rendement, het resultaat opgenomen van de maatstaf die het fonds hanteert om de beleggingsresultaten mee te vergelijken. Het feitelijke resultaat van het fonds bedroeg in 2009 15,1%. Het feitelijke rendement lag in tegenstelling tot 2008 op een duidelijk hoger niveau dan de vergelijkingsmaatstaf die wordt gehanteerd. Het rendement van deze maatstaf kwam uit op 13,5%. Rendement per beleggingscategorie
Vastrentende waarden
Rendement
Maatstaf
19,3%1)
17,1%
Aandelen
39,3%
38,1%
Vastgoedbeleggingen
-2,0%
1,1%
Alternatieve beleggingen
13,3%
7,4%
Totaal
15,1%
13,5%
Rendementen van pensioenfondsen lopen sterk uiteen vanwege verschillen in omvang, verplichtingenstructuur, de beleggingsmix en andere factoren. pmt behaalde in 2009 een beleggingsresultaat dat vergelijkbaar is met dat van andere grote Nederlandse pensioenfondsen met een soortgelijk beleggingsrisico. Het fonds behoort over een periode van tien jaar tot de best presterende fondsen in Nederland.
Exclusief duration overlay
1)
44 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Strategische beleggingsmix 15 % Alternatieve beleggingen
28 % Aandelen
15 % Vastgoed
42 % Vastrentende waarden
In de figuren hierna wordt de samenstelling van de strategische portefeuille getoond. Het diversificatiebeleid waarmee pmt het risico probeert te spreiden, komt onder meer tot uitdrukking in de categorie alternatieve beleggingen, die bestaat uit Private Equity, Hedge Funds en commodities (grondstoffen). In 2007 is een start gemaakt met beleggingen in infrastructuur en met innovatieve beleggingen van zeer uiteenlopende aard waaronder schone technologie en CO2-uitstootrechten. Nieuwe investeringen in deze relatief meer risicodragende beleggingscategorieën zijn voorlopig uitgesteld. Met de vergaande spreiding binnen de portefeuille streeft het fonds naar het zoveel mogelijk verlagen van het totale beleggingsrisico. Vastrentende waarden In omvang is de vastrentende waarden portefeuille de grootste van het fonds. Ook binnen deze portefeuille streeft pmt naar spreiding en daarmee risicoreductie. Spreiding vindt plaats over obligaties (staats- en bedrijfsobligaties) in Europa, hoogrentende Amerikaanse obligaties en ook Europese bedrijfsobligaties, bankleningen, staatsobligaties van opkomende economieën en inflatiedekkende producten. Vanwege de steeds verder doorgevoerde diversificatie neemt de omvang van de subportefeuille staatsobligaties Europa wel steeds verder af.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 45
Verdeling obligaties
14,9 % Vastrentend Hoogrentend EMD 0,2 % Onderhandse leningen
11,8 % Deposito’s 54,5 % Europese obligaties 10,2 % Vastrentend Hoogrentend US 3,2 % Vastrentend Hoogrentend EU 5,2 % Inflatie obligaties
Na de sterke rentedaling in de tweede helft van 2008, daalde de staatsrente in de eerste twee maanden van 2009 nog verder. Daarna steeg de rente tot aan de zomermaanden licht, om daarna tot aan het eind van het jaar weer geleidelijk te dalen. De korte rente daalde zelfs sterk. De swaprente die gehanteerd wordt bij het waarderen van de pensioenverplichtingen, liet in golfbewegingen in 2009 per saldo een lichte stijging zien. Aan het eind van het jaar werden de tot op dat moment gezamenlijk beheerde portefeuilles van staats- en bedrijfsobligatie gescheiden in twee separate portefe uilles. De risico’s binnen deze portefeuilles kunnen hierdoor beter worden beheerst. Ook is er door de splitsing een efficiënter beheer mogelijk. Tegelijkertijd werd besloten om de niet-euro obligaties (voornamelijk in Engelse ponden) te verkopen. Door de dalende spreads en de in eerste instantie dalende rente werden hoge rendementen op de hoogrentende beleggingen (Europees en Amerikaans high yield obligaties en bankleningen) behaald. Ook op inflatiegerelateerde beleggingen en bedrijfsobligaties werden bovengemiddelde resultaten behaald. Uiteindelijk kwam het totale resultaat in 2009 over alle vastrentende onderdelen uit op 19,3%.
46 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Debiteurenkwaliteit Naast regionale spreiding en spreiding over verschillende segmenten, is ook de spreiding over verschillende debiteurenkwaliteiten van groot belang binnen de portefeuille vastrentende waarden. De kredietcrisis en de gevolgen daarvan voor de reële economie bevestigen het belang dat pmt aan deze brede spreiding hecht. Hoe hoger de debiteurenkwaliteit (van bijvoorbeeld Duitse staatsobligaties), hoe lager het risico en naar verwachting de couponrente is. Andersom geldt dat voor lagere debiteurenkwaliteiten steeds hogere rentevergoedingen worden verkregen, met een bijbehorend hoger risico. pmt stelt strenge restricties aan de verdeling van de debiteurenkwaliteit.
Kredietwaardigheid obligatieportefeuille
28 % Hoogrentend (BB+ en lager)
72 % Investment Grade (BBB- en hoger)
Aandelen Naast de omvangrijke portefeuille vastrentende waarden, vormen aandelen de een na grootste categorie in de beleggingsportefeuille van pmt. Voor deze omvangrijke portefeuille is gekozen vanwege het op termijn hogere verwachte rendement van aandelen in vergelijking met andere beleggingscategorieën. Spreiding binnen de aandelenportefeuille vindt plaats over regio’s en over verschillende segmenten. pmt belegt in aandelen van gerenommeerde ondernemingen in Europa, de Verenigde Staten, het Verre Oosten en in opkomende landen. Ook belegt het fonds in zogeheten small cap aandelen van kleinere ondernemingen in Europa, de Verenigde Staten en Japan.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 47
Aandelen kennen een duidelijke hoger risicoprofiel dan vastrentende waarden. De resultaten van aandelen kunnen door de jaren heen dan ook sterk schommelen. De jaren 2008 en 2009 lieten extreme schommelingen zien. In 2008 daalden aandelen in waarde met gemiddeld 40 tot 50%. In 2009 stegen aandelenkoersen juist met 35 tot 40%. Tot begin maart 2009 daalden de aandelenkoersen onder invloed van de zich verdiepende economische crisis verder. Vanaf begin maart groeide er vertrouwen in de effecten van de omvangrijke wereldwijde overheidsingrepen. Vanaf dat moment stegen de aandelenkoersen vrijwel het gehele jaar, met slechts een lichte hapering in de zomermaanden. Vooral in het segment opkomende markten stegen de koersen extreem sterk, onder invloed van al vroeg in het jaar toenemende economische groei in een aantal grote opkomende landen. De aandelenweging veranderde in 2009 niet ten opzichte van het jaar daarvoor. Daardoor kon pmt profiteren van de vanaf maart sterk stijgende aandelenkoersen. Het relatieve gewicht van de aandelenportefeuille nam door deze koersstijgingen wel toe. Het totaal rendement op aandelen kwam in 2009 uit op 39,3%, met de beste resultaten in de opkomende markten en small cap. De onderstaande figuur geeft de huidige regioverdeling binnen de aandelen portefeuille weer. Regioverdeling aandelen 4,8 % Global Tactische Asset Allocatie (GTAA)
26,8 % Opkomende Landen
11,3 % Verre Oosten
24,7 % Europa
32,4 % Noord Amerika
48 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Vastgoedbeleggingen Ook de vastgoedbeleggingen van pmt zijn gespreid, over directe beleggingen in Nederland in woningen, kantoren en winkels en over zowel private als beursgenoteerde beleggingen in vastgoedbeleggingen in Europa, Amerika en het Verre Oosten. In de jaren voor de kredietcrisis leverde de vastgoedbeleggingen goed stabiele en goede resultaten op. In 2008 en 2009 kende de vastgoedmarkt echter de roerigste periode van de afgelopen decennia. De kredietcrisis legde eind 2008 de basis voor pessimistische verwachtingen voor de vastgoedmarkten in 2009. Naast de al bestaande zorgen over de liquiditeit waren er zorgen over de effecten van de krimpende economie op de vastgoedsector. Het beeld van de vastgoedmarkten was in 2009 gespiegeld aan dat van 2008. In 2009 behaalden de in 2008 nog sterk gedaalde beursgenoteerde vastgoedfondsen uitstekende rendementen, gedreven door de koersstijgingen van reguliere aandelen. Het directe vastgoed kreeg in 2009 wel flinke klappen, in Nederland en in sterkere mate nog internationaal. In Nederland bleven afwaarderingen beperkt vanwege de hoge kwaliteit van de portefeuille van het fonds. In Europa en de Verenigde Staten vonden wel stevige afwaarderingen plaats. In Engeland en Spanje was 2009 voor de vastgoedmarkt een bijzonder slecht jaar. In het Verre Oosten lijkt het dieptepunt op de vastgoedmarkten inmiddels al te zijn bereikt. De afwaarderingen waren daar relatief beperkt. De portefeuille privaat internationaal vastgoedbeleggingen is in 2009 niet uitgebreid. Door de afwaarderingen op vastgoedbeleggingen in combinatie met de forse waardestijging van aandelen en hoogrentende beleggingen, nam het relatieve aandeel van vast goedbeleggingen in de totale beleggingsportefeuille van het fonds in 2009 af. Het totale resultaat op de gehele portefeuille vastgoedbeleggingen kwam in 2009 uit op -2,0%. Verdeling vastgoedbeleggingen 0,3 % Overig 16,8 % N-Amerika
16,1 % Azie
21,5 % Europa (excl Nederland)
45,3 % Nederland
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 49
Sectorverdeling vastgoedbeleggingen Nederland 3% Projecten in ontwikkeling
30 % Kantoren
39 % Woningen
28 % Winkels
Alternatieve beleggingen De portefeuille alternatieve beleggingen van pmt bestaat al lang, maar is de afgelopen jaren sterk gegroeid. De beleggingen maken een belangrijk onderdeel uit van het diversificatiebeleid van pmt. De resultaten waren in het crisisjaar 2008 zeer wisselend. In 2009 was het resultaat 13,3%. Binnen de portefeuille vindt spreiding plaats over de categorieën Private Equity (inclusief infrastructuur) en Hedge Funds. Anders dan in 2008 worden commodities niet verantwoord onder Alternatieve beleggingen, maar onder Derivaten. Het resultaat op Private Equity was in het verslagjaar 10,2% al waren de waardestijgingen minder sterk dan van beursgenoteerde aandelen. Ook voor Hedge Funds zijn nieuwe investeringen opgeschort, om de hierboven genoemde reden. De Hedge Funds portefeuille behaalde in 2009 een resultaat van 8,7%.
50 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Verdeling alternatieve investeringen
40 % Hedge Funds
60 % Private Equity (inclusief infrastructuur)
pmt onderkent al jaren het belang van een continue innovatie in het beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan. In de afgelopen jaren werd een start gemaakt met beleg gingen in infrastructuur. Het gaat daarbij om investeringen in infrastructuur ten behoeve van onder meer energie, telecommunicatie, transport, afvalverwerking, en water. De beleggingen in infrastructuur onttrokken zich in 2009 aan de negatieve effecten van de economische crisis en behaalden een positief resultaat. In 2007 is pmt gestart met een innovatieve portefeuille, waarin nieuwe beleggings vormen worden samengebracht die veelal een absoluut rendement nastreven. Dat wil zeggen dat het rendement in beginsel onafhankelijk is van de richting van de tradi tionele kapitaalmarkten. Deze nieuwe producten zijn vaak minder liquide en passen niet binnen de traditionele categorieën van de beleggingsportefeuille. In de afgelopen jaren is geïnvesteerd in CO2-uitstootrechten, schone technologie en energie. Door de moeilijke marktomstandigheden is deze portefeuille in 2009 niet uitgebreid. Valuta-afdekking Het verwachte resultaat op vreemde valuta is naar verwachting op de lange termijn gelijk aan nul. Ook voor de Amerikaanse dollar gaat dit op. Op korte termijn is de beweging van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro echter zeer grillig en moeilijk te voorspellen. Het fonds dekt daarom het valutarisico op de dollar structureel en volledig af. Door dit beleid heeft pmt in 2008 en in de jaren daarvoor forse verliezen kunnen voorkomen die anders waren geleden door waardedaling
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 51
en sterke koersfluctuaties van de dollar. In 2009 was de ontwikkeling van de dollarkoers ten opzichte van de euro minder grillig. Per saldo daalde de waarde van de dollar slechts marginaal ten opzichte van de euro. Door de structurele afdekking ondervond pmt ook in 2009 geen grote negatieve effecten van deze beperkte waardedaling. Sinds 2007 wordt ook het valutarisico van het Britse pond volledig afgedekt.
09 20
08 20
20 07
06 20
05 20
20 04
20 03
1,0
1,5
2, 0
Ontwikkeling waarde euro/dollar 2003-2009
52 | V oorzichtig herstel | Bestuurlijke inrichting, medezeggenschap en verantwoording | Financieel overzicht | Risicobeheer Pensioenbeheer | Vermogensbeheer
Valutaverdeling beleggingen ultimo 2009 Posities naar valuta per 31 december 2009 0,5 % Zwitserse Frank -3,4 % Britse Pond 0,3 % Singapore Dollar
0,6 % Japanse Yen 1,6 % Overige Valuta 5,9 % US Dollar
94,5 % Euro
Actief aandeelhouderschap pmt investeert sterk in actief aandeelhouderschap. Eind 2007 ondertekende pmt de Principles of Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties. pmt heeft, onder andere met het oog op het uitoefenen van haar stemrechten, de ‘leidende beginselen’ voor verantwoord beleggen ontwikkeld. Ondernemingen die producten maken die in strijd zijn met deze beginselen (clustermunitie en anti persoon mijnen) zijn uit gesloten voor belegging. pmt stemt op aandeelhoudersvergaderingen wereldwijd. Tevens is een op maat van pmt gesneden stembeleid ontwikkeld, dat aansluit bij de ‘leidende beginselen’ en dat in 2008 operationeel werd. pmt was in 2009 actief op een aantal aandeelhoudersvergaderingen van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, zoals Ahold, Arcelor Mittal, Heineken, ING, Unibail Rodamco, Unilever en USG People. Dit zijn voorbeelden van het beleid dat pmt heeft ontwikkeld om met een aantal groepen ondernemingen de dialoog aan te gaan. Naast enkele ondernemingen op de thuismarkt gaat het onder andere om ondernemingen die in strijd handelen met de eerder genoemde ‘leidende beginselen’. Over de specifieke zaken met betrekking tot het stemgedrag van pmt en tot bezoeken van aandeelhoudersvergaderingen en dialoog is in 2009 op kwartaalbasis gerapporteerd, ook via de pmt website. De uitvoering van het actief aandeelhouderschap is uitbesteed aan Mn Services.
Jaarverslag 2009 | Bestuursverslag | 53
Jaarrekening
56 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Balans per 31 december
2009
Activa (x 1 miljoen euro)
2008
Beleggingen • Vastrentende waarden
(1)
18.384
14.044
• Aandelen • Vastgoedbeleggingen
(2)
7.891
5.831
(3)
3.660
3.774
• Alternatieve beleggingen
(4)
3.251
2.995
• Derivaten
(5)
704
2.283
Totaal beleggingen
(6)
Vorderingen uit hoofde van beleggingen Overige vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
33.890
28.927
(7)
151
1.912
(8)
114
54
(9)
158
219
34.313
31.112
Totaal activa
2009
Passiva (x 1 miljoen euro)
2008
Algemene reserve
(10)
9
Voorziening pensioenverplichtingen
(11)
33.064
Pensioenvermogen
(12)
33.073
28.088
Verplichtingen uit hoofde van beleggingen
(13)
1.181
2.962
Overige schulden en overlopende passiva
(14)
59
62
34.313
31.112
Totaal passiva
- 5.064 33.152
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 57
Staat van baten en lasten
2009
(x 1 miljoen euro)
2008
Baten Premiebijdragen
(15)
1.840
1.644
Beleggingsopbrengsten
(16)
4.301
- 7.277
Inkomende waardeoverdrachten
(17)
77
316
Overige baten
(18)
43
34
6.261
- 5.283
1.189
1.125
Totaal baten Lasten Uitkeringen
(19)
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen
(20)
• Pensioenopbouw
1.379
• Toeslagen • Toekenning overgangsregelingen • Rentetoevoeging
830
5
24
410
420
1.176
1.176
• Onttrekking voor uitkeringen
- 1.199
- 1.127
• Wijziging marktrente
- 2.321
6.462
422
665
76
105
- 36
- 43
• Schattingswijziging •W ijziging uit hoofde van waardeoverdrachten • Overige mutaties Totaal mutatie voorziening
- 88
8.512
2
118
pensioenverplichtingen Uitgaande waardeoverdrachten Pensioenuitvoeringskosten
(21)
55
53
Overige lasten
(22)
30
30
Totaal lasten
1.188
9.838
Saldo van baten en lasten
5.073
- 15.121
Het saldo van baten en lasten over 2009 is volledig toegevoegd aan de algemene reserve.
58 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Kasstroomoverzicht
2009
(x 1 miljoen euro)
2008
Pensioenactiviteiten Premies Van herverzekeraars ontvangen uitkeringen Ontvangsten wegens overgenomen verplichtingen Uitgekeerde pensioenen Afkopen Uitgaven wegens overgedragen verplichtingen
1.840
1.671
7
11
27
444
-1.169
-1.105
-18
-18
-2
-118
Betaalde premies herverzekeringen
-15
-18
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
-54
-51
9
29
Overige mutaties Totale kasstroom uit pensioenactiviteiten
625
845
Beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen
33.909
19.508
Verkopen uit hoofde van valutamanagement
112.718
34.260
972
1.097
Directe beleggingsopbrengsten Aankopen van beleggingen
-34.749
-21.144
Aankopen uit hoofde van valutamanagement
-113.318
-34.266
-52
-34
-101
11
Kosten van vermogensbeheer Overige mutaties Totale kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutatie in geldmiddelen
-621
-568
4
277
De mutatie in geldmiddelen bestaat uit de volgende balansposten: Liquide middelen Verplichtingen aan bancaire instellingen
158
219
0
-65
Stand per einde boekjaar
158
154
Stand per einde vorig boekjaar
154
-123
4
277
Mutatie in geldmiddelen
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 59
Algemene toelichting Algemeen De jaarrekening is opgesteld op basis van in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en de wettelijke bepalingen inzake de jaar rekening, zoals deze zijn vermeld in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen.
Schattingswijziging waardering pensioenverplichtingen Achtergrond Op grond van regelgeving in de Pensioenwet en het FTK dient de waardering van de pensioenverplichtingen plaats te vinden op basis van marktwaarde. Vanaf ultimo 2008 zijn de overlevingskansen ontleend aan de pmt generatietafel. Dit is een fondsspecifieke afleiding van de AG Prognosetafel 2005-2050 van het Actuarieel Genootschap. Opslag van voorzienbare sterftetrend In aanvulling hierop is ultimo 2009 tevens rekening gehouden met een verzwaring van de sterftetrend. Het CBS heeft een nieuwe prognosetafel gepubliceerd waaruit blijkt dat de levensverwachting van mannen en vrouwen sneller stijgt dan eerder werd aangenomen. De Nederlandsche Bank (DNB) verwacht van pensioenfondsen dat zij rekening houden met nieuwe inzichten bij het vaststellen van hun verplichtingen ultimo 2009. pmt heeft besloten de voorziening pensioenverplichtingen ultimo 2009 te verhogen met een uniforme opslag van 1,3 procent voor de verzwaring van de sterftetrend. De voorziening pensioenverplichtingen stijgt hierdoor met circa 422 miljoen euro.
Grondslagen voor de balans Algemene waardering De beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, tenzij hierna anders is vermeld. Per categorie is aangegeven hoe deze waarde is bepaald. De overige balansposten zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Alle bedragen in de balans luiden in miljoenen euro’s. Omrekeningskoersen In de balans zijn alle niet-euro bedragen naar euro’s omgerekend tegen de valutakoersen aan het einde van het jaar.
60 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Beleggingen De beleggingen zijn gerubriceerd naar de aard van de financiële instrumenten. In de toelichting is de aansluiting op de indeling volgens het strategisch beleggingsbeleid van het fonds weergegeven. Deze laatste indeling is gehanteerd in de kerncijfers en het bestuursverslag. De beleggingen zijn inclusief de beleggingen voor risico van deelnemers aan het vrijwillige product Pensioenbeleggen. In de toelichting op de balans (6) is de splitsing van het totaal belegd vermogen in beleggingen voor risico van het pensioenfonds respectievelijk voor risico van deelnemers vermeld. Vastrentende waarden De post vastrentende waarden bestaat uit: • Obligaties, leningen op schuldbekentenis en andere waardepapieren met een variabele of vaste rente. Hierbij zijn ook inflatiedekkende contracten verantwoord; • Participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden; • Deposito’s. Obligaties, leningen en andere waardepapieren Obligaties zijn gewaardeerd tegen de biedkoers op balansdatum inclusief de lopende interest ultimo jaar. Leningen op schuldbekentenis en inflatie dekkende contracten zijn gewaardeerd tegen marktwaarde op basis van de contante waarde van toe komstige kasstromen. Beleggingsinstellingen Participaties in beleggingsinstellingen worden gewaardeerd tegen de beurskoers (bied) op balansdatum. Voor niet aan een beurs genoteerde fondsen betreft het de actuele waarde op basis van de door de vermogensbeheerder van dat fonds laatste afgegeven intrinsieke waarde, zijnde een benadering van de reële waarde. Deposito’s Deposito’s zijn gewaardeerd tegen reële waarde op balansdatum. Aandelen Onder de post aandelen zijn verantwoord: • Beursgenoteerde aandelen; • Participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen. Beursgenoteerde aandelen zijn gewaardeerd tegen de slotkoers op balansdatum. Aan deze beurswaarde worden de ultimo jaar betaalbaar gestelde maar nog niet ontvangen dividenden toegevoegd. Niet aan een beurs genoteerde aandelenfondsen zijn gewaardeerd tegen de actuele waarde op basis van de door de vermogensbeheerder van dat fonds laatste afgegeven intrinsieke waarde, zijnde een benadering van de reële waarde. Onder de aandelen is tevens opgenomen de deelneming in Mn Services N.V. Waardering vindt plaats tegen netto vermogenswaarde, conform artikel 379 BW 2. Omdat er geen sprake is van overheersende zeggenschap heeft geen consolidatie plaatsgevonden.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 61
Vastgoedbeleggingen Onder de post vastgoedbeleggingen zijn opgenomen: • Directe vastgoedbeleggingen; • Indirecte vastgoedbeleggingen. De vastgoedbeleggingen in ontwikkeling zijn van te verwaarlozen betekenis en worden om die reden niet apart toegelicht, maar verantwoord bij directe vastgoed beleggingen. Directe vastgoedbeleggingen De waardering van directe vastgoedbeleggingen vindt plaats tegen marktwaarde op basis van de contante waarde van toekomstige kasstromen. Hierbij wordt verondersteld dat het desbetreffende object aan het einde van het tiende jaar wordt verkocht. Een uitzondering betreft woningen. Hierbij wordt òf de eerder vermelde methode gebruikt van verkoop na afloop bij tien jaar doorexploiteren, òf ‘uitponden’, dat wil zeggen het verkopen van de woningen in een periode van tien jaar volgens een vooraf bepaald schema. Deze methodiek is in overeenstemming met de richtlijnen van ROZIPD. Alle directe vastgoedbeleggingen worden tenminste eenmaal in de drie jaar extern getaxeerd. Jaarlijks wordt circa 100 procent van de directe vastgoed beleggingen gewaardeerd op grond van een externe taxatie. Indirecte vastgoedbeleggingen De indirecte vastgoedbeleggingen betreffen de participaties in vastgoedmaatschappijen of vastgoedbeleggingsinstellingen. Deze aandelen worden gewaardeerd tegen marktwaarde, gebaseerd op de beurskoers per balansdatum, inclusief de ultimo jaar toegezegde maar nog niet verrekende dividenden. Ook de belangen in niet-beursgenoteerde vastgoedmaatschappijen of vastgoedbeleggingsinstellingen zijn onder deze post opgenomen. Waardering daarvan vindt plaats tegen de netto vermogenswaarde. Deze is gebaseerd op de ultimo jaaropgave van de fondsmanager of, indien die niet beschikbaar is, een gefundeerde inschatting op basis van marktanalyse door de fiduciaire vermogensbeheerder (Mn Services N.V.). Alternatieve beleggingen Onder de alternatieve beleggingen zijn opgenomen Private Equity en Hedge Funds. Private Equity en Hedge Funds worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde, zijnde een benaderde marktwaarde. Bij afwezigheid van een ultimo jaaropgave van de fondsmanager maakt de fiduciaire vermogensbeheerder (Mn Services N.V.) een gefundeerde inschatting op basis van marktanalyse. Derivaten Derivaten zijn financiële instrumenten die zijn afgeleid van meer traditionele producten als aandelen en obligaties. Het betreft valutatermijncontracten, interest rate swaps, futures, swaptions, credit default swaps, contracts for differences en commodities.
62 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
De ultimo jaar bestaande rechten en verplichtingen worden per derivatencontract gesaldeerd. Positieve posities uit hoofde van derivatencontracten ultimo verslagjaar worden gepresenteerd onder derivaten. Negatieve posities uit hoofde van derivatencontracten ultimo verslagjaar worden gepresenteerd onder verplichtingen uit hoofde van de beleggingen. Onder deze post laatste post zijn ook creditposities uit hoofde van credit support annexen (CSA) verantwoord. De nominale waarde van derivaten geeft het bedrag aan waarover het contract is afgesloten. De marktwaarde is de waarde als het contract ultimo jaar zou worden verkocht of teruggedraaid. De waarde wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. De CSA-contracten hebben betrekking op derivatencontracten. De openstaande vorderingen en verplichtingen van de derivatencontracten worden maandelijks per tegenpartij gesaldeerd. Bij een saldo boven de contractueel vastgestelde grens wordt er onderpand gestort door c.q. ontvangen van de tegenpartij. De ultimo jaar bestaande rechten en verplichtingen worden per tegenpartij gesaldeerd, waarbij een positief saldo per tegenpartij op de debetzijde van de balans terechtkomt en een negatief saldo per tegenpartij op de creditzijde van de balans (onder verplichtingen uit hoofde van beleggingen). Vorderingen uit hoofde van beleggingen De post vorderingen uit hoofde van beleggingen betreft vooral de waarde van onderhanden beleggingstransacties. Overige vorderingen en overlopende activa De overige vorderingen en overlopende activa omvatten onder meer de te vorderen premiebijdragen op werkgevers. De te vorderen premies zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor mogelijke oninbaarheid. Tevens is onder de overige vorderingen en overlopende activa een langlopende vordering opgenomen die is gewaardeerd tegen de aflossingswaarde volgens de afgesproken annuïteit. Liquide middelen De liquide middelen betreffen positieve rekening-courantposities bij bancaire instellingen die zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Pensioenvermogen Het pensioenvermogen is volledig beschikbaar voor de uitvoering van de pensioen regeling. Het pensioenvermogen bestaat uit de algemene reserve en de voorziening pensioenverplichtingen. Voorziening pensioenverplichtingen De omvang van de voorziening pensioenverplichtingen wordt gebaseerd op de contante waarde van de verwachte toekomstige uitkeringen. Deze zijn gebaseerd op de ultimo verslagjaar opgebouwde pensioenen van de actieven, slapers en pensioengerechtigden, alsmede de totaal te bereiken pensioenopbouw van arbeidsongeschikte
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 63
deelnemers met een premievrije pensioenopbouw, alsmede het ten behoeve van pensioenbeleggen opgebouwde kapitaal van de actieven. De voorziening voor pensioenbeleggen is gelijk aan de som van de bij pmt aangehouden saldi per deel nemer. Rekenrente Voor de rekenrente wordt uitgegaan van de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank. Overlevingskansen De overlevingskansen zijn ontleend aan de pmt-generatietafel (pmt (0,0)). Dit is een fondsspecifieke afleiding van de AG Prognosetafel 2005-2050 van het Actuarieel Genootschap. Ultimo 2009 is tevens rekening gehouden met een verzwaring van de sterftetrend. De voorziening pensioenverplichtingen is hiertoe verhoogd met een uniforme opslag van 1,3%. Veronderstellingen partnerpensioen Bij de berekening van de voorziening voor het partnerpensioen wordt verondersteld dat een (gewezen) deelnemer bij overlijden vóór pensioeningang altijd een partner heeft. Voor gepensioneerden wordt alleen een voorziening voor het partnerpensioen berekend, indien en zolang zij een partner hebben. Met betrekking tot de voorziening van het partnerpensioen wordt verondersteld dat de man drie jaar ouder is dan de vrouw. Arbeidsongeschiktheid Voor de arbeidsongeschikte deelnemers in het eerste of tweede ziektejaar wordt een voorziening gevormd voor het premievrijstellingsrisico. Deze voorziening is gelijk aan twee maal 0,4 procent van de premiegrondslag voor ouderdoms- en partnerpensioen. Omdat de wachttijd in de Wet Inkomen op Arbeid (WIA) twee jaar is, worden er twee jaarpremies voorzien. Voor arbeidsongeschikte deelnemers voor wie de pensioenopbouw premievrij wordt voortgezet, wordt voorzichtigheidshalve verondersteld dat zij niet zullen revalideren. Om die reden wordt de contante waarde van de in de toekomst te verwerven aan spraken nu reeds als voorziening opgenomen. Toeslagen De per 1 januari van het volgende jaar toegezegde toeslagen op de aanspraken zijn opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. Dekking excassokosten Ter dekking van excassokosten van ingegane pensioenen is in de voorziening pensioenverplichtingen een opslag van 1,65 procent opgenomen. Risico’s en herverzekering pmt draagt alle risico’s voor de basisregeling (ouderdoms-, partner- en vroegpen sioen) voor eigen rekening. Het overlijdensrisico van het ANW Pensioen is volledig
64 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
herverzekerd. Tijdens de uitkeringsperiode worden alle risico’s gedragen door het fonds. Tijdens de opbouwperiode liggen risico’s (waaronder het rendementsrisico) van pensioenbeleggen bij de deelnemer. Bij pensionering wordt het saldo omgezet in pensioenaanspraken, waarna alle risico’s worden gedragen door het fonds. Algemene reserve De algemene reserve dient als ‘buffer’ ter dekking van algemene risico’s, zoals het risico van een toenemende levensverwachting van de deelnemers. Tevens dient de algemene reserve als ‘buffer’ voor opvang van jaarlijkse schommelingen in de baten en lasten, vooral de beleggingsopbrengsten. Ultimo 2009 is de algemene reserve positief, doch beneden de dekkingsgrens. Eind maart 2009 heeft pmt een herstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank. De positieve ontwikkeling van de beleggingen en de stijging van de marktrente in 2009 hebben een positieve invloed gehad op de hoogte van de algemene reserve. De ontwikkeling van het herstel ligt ultimo 2009 voor op de verwachtingen in het herstelplan. Toch is de algemene reserve nog lager dan het minimale vereiste vermogen.
Grondslagen voor de staat van baten en lasten Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben, tenzij anders vermeld. Alle bedragen in de staat van baten en lasten luiden in miljoenen euro’s. Omrekeningskoersen De ontvangsten en uitgaven in de loop van het jaar worden omgerekend tegen de dagkoers. Valutaresultaten zijn verantwoord onder de beleggingsopbrengsten. Premiebijdragen Als premiebijdragen is vermeld het totaal van de in het verslagjaar gefactureerde premies, rekening houdend met per balansdatum nog te factureren premies. Beleggingsopbrengsten Onder de beleggingsopbrengsten zijn opgenomen de directe en de indirecte beleggingsopbrengsten, onder aftrek van de kosten van vermogensbeheer. Tevens zijn opgenomen de koersresultaten op de beleggingen voor risico van deelnemers aan het vrijwillige product Pensioenbeleggen. Deze beleggingsopbrengsten voor risico van deelnemers zijn in de toelichting op de staat van baten en lasten apart vermeld. Directe beleggingsopbrengsten Als directe beleggingsopbrengsten zijn verantwoord: • de aan het verslagjaar toe te rekenen interest, (netto)huren en dergelijke; • de in het verslagjaar gedeclareerde dividenden, inclusief stockdividend.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 65
Indirecte beleggingsopbrengsten Als indirecte beleggingsopbrengsten zijn verantwoord alle gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten. Kosten vermogensbeheer Onder de kosten van vermogensbeheer zijn opgenomen de aan beleggingsactiviteiten toe te rekenen kosten. Performance vergoedingen zijn verrekend met de indirecte beleggingsopbrengsten. Inkomende en uitgaande waardeoverdrachten De bij overdrachten van pensioenen bepaalde overdrachtswaarden van de indivi duele waardeoverdrachten zijn gebaseerd op de wettelijke berekeningsgrondslagen. Voor collectieve waardeoverdrachten zijn de overdrachtswaarden gebaseerd op grondslagen van pmt. De waardeoverdrachten worden toegerekend aan het verslagjaar waarin de bij behorende pensioenaanspraken zijn verwerkt. Uitkeringen De uitkeringen pensioenen betreffen de opeisbare uitkeringen inzake het ouderdomspensioen, vervroegd ouderdomspensioen, partnerpensioen, vroegpensioen en de afkopen. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen Ten aanzien van toeslagen en wijziging van de rentevoet wordt de marktrente ultimo verslagjaar gehanteerd. Voor alle overige mutatiesoorten van de voorziening pensioenverplichtingen geldt de marktrente primo verslagjaar. De omrekening van de waarde van de verplichtingen naar de marktwaarde ultimo verslagjaar wordt gerealiseerd via de post wijziging marktrente. Pensioenuitvoeringskosten Voor pensioenuitvoeringskosten die hun oorsprong in het verleden hebben, maar waarvan de uitgaven pas in de toekomst zullen plaatsvinden, is een reservering getroffen.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode, waarbij onderscheid is gemaakt tussen kasstromen uit pensioen- en beleggingsactiviteiten. De aan- en verkopen uit hoofde van valutamanagement zijn in het kasstroomoverzicht afzonderlijk van de overige aan- en verkopen van beleggingen verantwoord. De geldmiddelen bestaan uit de mutatie van de posten Liquide middelen en Schulden bij bancaire instellingen (als onderdeel van Verplichtingen uit hoofde van beleg gingen). De mutaties in het kasstroomoverzicht zijn indirect afgeleid uit de staat van baten en lasten en de balansmutaties.
66 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Risicoparagraaf In het bestuursverslag is ingegaan op de strategische en operationele risico’s en op het beleid ter beheersing van de risico’s. Onderstaand wordt meer kwantitatieve informatie betreffende de risico’s weergegeven. Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor fonds en deelnemers betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. Indien de solvabiliteit van pmt zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie moet verhogen, dat er geen ruimte is voor (volledige) toeslagverlening en dat er geen volledige uitkering mogelijk is. Voldoende vermogen houdt niet alleen in dat het vermogen ten minste gelijk is aan de verplichtingen. Er moet ook sprake zijn van een toereikende algemene reserve voor het opvangen van tegenvallers. Die tegenvallers kunnen te maken hebben met de ontwikkeling van de rente en de koersen op de financiële markten, maar ook met actuariële zaken (zoals de levensverwachting van deelnemers) of de inflatie (bij oplopende inflatie nemen de kosten toe om de pensioenen waardevast te houden). De Nederlandsche Bank (DNB) heeft als toezichthouder een standaardmethode vastgesteld om te toetsen of in het fonds voldoende vermogen aanwezig is om beschermd te zijn tegen genoemde risico’s. In de standaardmethode wordt elk risico omgerekend naar een bepaalde vermogenseis. De combinatie van deze factoren geeft de vereiste solvabiliteit. Omdat de risico’s onderling gecorreleerd zijn - sommige risico’s zullen zich simultaan manifesteren terwijl andere risico’s dat nu juist niet doen - vindt nog een aftrek vanwege diversificatie plaats.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 67
Onderstaande tabel laat de uitkomsten zien van het DNB standaard risicomodel voor pmt op basis van de werkelijke asset mix: Vereist eigen vermogen Solvabiliteit (na iteratie) 2009
Risicofactor (x 1 miljoen euro)
2008
S1 Renterisico (inclusief inflatie)
3.615
2.355
S2 Aandelen- en vastgoedrisico
4.249
3.999
S3 Valutarisico
1.074
752
353
390
S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico
904
2.104
1.034
1.103
Subtotaal van alle risico’s
11.229
10.703
Diversificatie-effect
-4.183
-4.594
S6 Verzekeringstechnisch risico
Vereist eigen vermogen Aanwezige algemene reserve Saldo
7.046
6.109
9
-5.064
-7.037
-11.173
Op basis van het standaard risicomodel dient pmt ultimo 2009 een eigen vermogen te hebben ter grootte van minimaal 21,3 procent van de voorziening pensioen verplichtingen (2008: 18,4%). Het vereiste eigen vermogen op basis van de strategische mix 2010 bedraagt 120,7%. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van vastrentende beleggingen en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is een maat voor de gewogen gemiddelde resterende looptijd van de kasstromen in jaren. Indien de duration van de beleggingen niet ‘matcht’ met de duration van de pensioenverplichtingen, betekent dit dat de pensioenverplichtingen gevoeliger zijn voor renteveranderingen van de beleggingen. De vastrentende waarden hebben ultimo 2009 een duration van 6,9 jaar. Door middel van rentederivaten, zoals renteswaps en swaptions, is de duration van de vastrentende waarden verlengd van 6,9 tot 10,3 jaar. Ultimo 2009 bedraagt de duration van de totale beleggingsportefeuille (exclusief hoogrentende waarden) 2,6 jaar. De duration van de verplichtingen bedraagt 17,8 jaar. Met inachtneming van de verhouding van de beleggingen ten opzichte van de verplichtingen, is er sprake van een ‘duration mismatch’. Dit houdt in dat de waarde van de verplichtingen gevoeliger is voor renteontwikkelingen dan de waarde van de beleggingen. Door middel van rentederivaten met in totaal een duration van 1,9 jaar is
68 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
de duration van de totale beleggingen verlengd van 2,6 tot 4,5 jaar. Hierdoor wordt het risico op een daling van de dekkingsgraad voortvloeiend uit een rentedaling verkleind. Duration balansposities Betreft
2009
2008
Duration beleggingen exclusief rentederivaten
2,6
2,3
Duration rentederivaten
1,9
4,9
Duration beleggingen inclusief rentederivaten
4,5
7,2
17,8
18,4
Duration pensioenverplichtingen
Het verschil in rentegevoeligheid tussen de beleggingen en de verplichtingen kan ook zichtbaar worden gemaakt door de invloed op de dekkingsgraad van een renteschok van 100 basispunten (= één procentpunt): Gevoeligheid dekkingsgraad voor veranderingen in de marktrente Renteschok: Dekkingsgraad
1% daling 87,6%
Stand 31/12/09 100%
1% stijging 112,4%
Aandelen- en vastgoedrisico Het aandelen- en vastgoedrisico (marktrisico) is het risico dat de waarde van deze zakelijke waarden verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Het aandelenrisico wordt voornamelijk gemitigeerd door het diversificeren van de beleggingsportefeuille ofwel het spreiden van de beleggingen over sectoren en regio’s.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 69
De onderstaande tabel geeft weer de spreiding van de aandelenportefeuille van pmt naar regio’s: Regionale verdeling aandelen Ultimo 2009
Ultimo 2008
Aandelen Europa
1.946
1.398
Aandelen Noord Amerika
2.564
2.015
Regio (x 1 miljoen euro)
Aandelen Verre Oosten Aandelen Emerging Markets Global Tactical Asset Allocation (GTAA) Totaal
893
774
2.112
1.210
376
434
7.891
5.831
De vastgoedbeleggingen van pmt zijn deels direct en deels indirect. Het betreft voor 45 procent beleggingen in Nederland. Deze beleggingen in Nederland zijn vervolgens verspreid over verschillende soorten vastgoedbeleggingen. Uit de onderstaande tabel blijkt de spreiding van de vastgoedportefeuille naar binnen- en buitenland: Verdeling vastgoed naar binnen- en buitenland Ultimo 2009
Ultimo 2008
2.761
3.089
899
685
3.660
3.774
Ultimo 2009
Ultimo 2008
1.660
1.624
787
790
Verenigde staten
614
806
Azië
588
543
Overig
11
11
Totaal
3.660
3.774
Direct/indirect (x 1 miljoen euro)
Direct vastgoed Indirect vastgoed Totaal
Binnen-/buitenland (x 1 miljoen euro)
Nederland Europa (exclusief Nederland)
70 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Het percentage zakelijke waarden in de beleggingsportefeuille van pmt ultimo 2009 is circa 47 procent (ultimo 2008: 47 procent). Binnen de samenstelling van de zakelijke waarden heeft in 2009 een verschuiving plaatsgevonden van enerzijds vastgoed beleggingen en alternatieve beleggingen naar anderzijds aandelen (4,0 procentpunt). Een waardevermindering van de zakelijke waarden met tien procent houdt in dat het vermogen ten opzichte van ultimo jaar met circa vijf procent daalt. In 2009 is de waarde van de zakelijke waarden toegenomen met 1.947 miljoen euro, wat 7% van het vermogen primo 2009 betreft (2008: daling met 6.630 miljoen euro). Valutarisico Het valutarisico betreft het risico dat de waarde van de beleggingen en de verplichtingen vermindert als gevolg van veranderingen van vreemde valutakoersen. Aangezien de pensioenverplichtingen van pmt in euro luiden en een aanzienlijk deel van de beleggingsportefeuille in vreemde valuta, loopt pmt valutarisico. De voor pmt belangrijkste valuta zijn de Amerikaanse Dollar, het Britse Pond en de Japanse Yen. Het strategisch beleid van pmt is om valutaposities in de Amerikaanse Dollar en het Britse Pond volledig af te dekken. Bovendien wordt voor de Europese aandelen een impliciete US Dollar exposure van 25 procent verondersteld. Ook deze wordt afgedekt. De afdekking van valutaposities bij pmt blijkt uit de volgende tabel: Valutaderivaten naar valuta Ultimo 2009 Valutacontracten (x 1 miljoen euro)
Verkopen Amerikaanse Dollar (USD)
contract omvang
Ultimo 2008
reële waarde
contract omvang
reële waarde
9.308
-214
9.110
-807
Verkopen Singaporese Dollar (SGD)
117
0
75
2
Verkopen Japanse Yen (JPY)
112
-2
71
-1
Verkopen Koreaanse Won (KRW)
17
-2
9
8
Verkopen Russische Roebel (RUB)
11
0
0
0
5
0
26
0
Verkopen Noorse Kroon (NOK)
1
0
14
0
Verkopen Britse Pond (GBP)
0
0
2.408
614
Verkopen Deense Kroon (DKK)
-2
0
3
0
Verkopen Zwitserse Frank (CHF)
-3
0
-10
0
Verkopen Zweedse Kroon (SEK)
-11
0
0
0
9.555
-218
11.706
-184
Verkopen Chileense Peso (CLP)
Totaal
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 71
Daarnaast is de valuta-afdekking via valutaderivaten als volgt te specificeren: Valuta-afdekking ultimo 2009
Valuta voor derivaten
Euro
valuta derivaten
ultimo 2008
na derivaten
reële waarde
reële waarde
50,8%
35,3%
86,2%
0
0
2,3%
-2,3%
0,0%
0
614
Amerikaanse Dollar
33,5%
-33,0%
0,4%
-214
-807
Overige valuta
13,4%
0,0%
13,4%
-4
9
100,0%
0,0%
100,0%
-218
-184
Britse Pond
Totaal
Grondstoffenrisico Grondstoffen ofwel commodities vormen een beleggingscategorie waarin veelal via indexfutures en swaps wordt geïnvesteerd in energie (olie), metalen, edelmetalen en agroprodukten. De marktwaarde ultimo 2009 van de derivatenpositie in commodities bedraagt 136 miljoen euro positief (2008: 808 miljoen euro negatief). De onderliggende waarde van de beleggingen in grondstoffen is 854 miljoen euro ofwel circa 2,6 procent van de totale beleggingen. Het grondstoffenrisico betreft het risico op fluctuaties in grondstoffenprijzen. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor pmt als gevolg van het feit dat een tegenpartij in gebreke blijft om aan haar verplichtingen te voldoen, bijvoorbeeld als gevolg van faillissement of betalingsonmacht. Dit kunnen verplichtingen zijn tot het betalen van rente, maar het kan ook om de terugbetaling van de uitgeleende bedragen zelf gaan. Voor pmt betreft het voornamelijk de beleggingen in obligaties en leningen. Het kredietrisico wordt gemitigeerd door spreiding van de vastrentende waarden naar regio en sector.
72 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
De samenstelling van de vastrentende waarden kan als volgt worden samengevat: Samenstelling vastrentende waarden credit spread
ultimo 2009
ultimo 2008
Europese obligaties
1,1%
10.009
6.712
Vastrentend-hoogrentend emerging markets
2,9%
2.747
2.089
Vastrentend-hoogrentend USA
6,4%
1.870
1.356
Inflation-linked obligaties
0,9%
955
871
Vastrentend-hoogrentend Europa
8,2%
597
355
Onderhandse leningen
0,4%
41
58
Deposito’s
0,0%
2.165
2.603
18.384
14.044
Soort (x 1 miljoen euro)
Totaal
De Europese obligaties zijn uitgegeven door landen en het bedrijfsleven. Obligaties kunnen luiden in verschillende Europese valuta, zoals euro, Zweedse Kroon, Noorse Kroon en Zwitserse Frank. Gezien de relatief kleine omvang van de niet EURO-valuta’s worden deze posities niet afgedekt. De langlopende Europese obligaties betreffen voornamelijk obligaties uitgegeven door Oostenrijk (AAA), Frankrijk (AAA), Duitsland (AAA), Spanje (AA) en Nederland (AAA). De Emerging Markets obligaties zijn uitgegeven door landen in opkomende regio’s zoals Latijns Amerika, Azië, Pacific en Afrika. De Inflation-linked obligaties luiden in euro’s en zijn uitgegeven door de landen Frankrijk (AAA), Griekenland (BBB) en Italië (AA). De Vastrentend-hoogrentende portefeuille bestaat uit hoogrentende obligaties uitgegeven door het bedrijfleven. Het gaat hier om een markt van bedrijfsobligaties met een creditrating lager dan of gelijk aan BB.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 73
De samenstelling van de onderhandse leningen (inclusief lopende interest) kan als volgt worden samengevat: Samenstelling onderhandse leningen Soort (x 1 miljoen euro)
Algemene banken
ultimo 2009
ultimo 2008
15
18
Hypotheekbanken en bouwfondsen
9
10
Woningcorporaties
8
14
Lagere overheid
4
6
Overige
5
10
Totaal
41
58
Het kredietrisico wordt primair beperkt door te beleggen in bedrijven of staten met een hoge kredietwaardigheid. In onderstaande tabel is de verdeling naar kredietwaardigheid weergegeven zoals deze door internationale rating agencies wordt toegekend. Het betreft de portefeuille vastrentende waarden: Kredietwaardigheid portefeuille vastrentende waarden Rating categorie
AAA AA
2009
2008
24%
28%
7%
18%
A
27%
15%
BBB
16%
16%
25%
16%
1%
7%
100%
100%
Geen rating Totaal
Het kredietrisico hoeft niet alleen te worden beperkt door de keuze van de bedrijven waarin wordt belegd. Het is ook mogelijk om het risico af te dekken door de aanschaf van credit default swaps (CDS). Een CDS is een soort kredietverzekering. Tegen betaling van een bepaald bedrag garandeert de ene partij jegens de andere dat hij het kredietrisico over een afgesproken hoofdsom overneemt. pmt treedt ultimo 2009 zowel op als koper als verkoper van CDS.
74 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Ultimo jaar zijn de volgende posities ingenomen: Posities in Credit Default Swaps (x 1 miljoen euro)
Exposure 2009
Exposure 2008
Protectie gekocht met behulp van CDS
161
411
Protectie verkocht met behulp van CDS
-242
-343
-81
68
Per saldo protectie verkocht respectievelijk gekocht
Een laatste vorm van kredietbescherming speelt bij zogeheten ‘over the counter’ (OTC) derivaten. Dit zijn financiële instrumenten waarbij een afspraak wordt gemaakt met een tegenpartij zonder tussenkomst van een beursinstantie. De marktwaarde van OTC derivaten is niet gegarandeerd. Er is sprake van een kredietrisico tussen beide partijen. Dit risico wordt beperkt door zogeheten ‘collateral management’ waarbij liquide middelen of obligaties worden gebruikt als onderpand ter bescherming tegen het kredietrisico. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat de beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Risico marktwaardebepaling De beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Niet voor alle beleggings instrumenten zijn frequente marktnoteringen beschikbaar. Dat levert een hoger risico op ten aanzien van de ‘juiste’ waardering van een belegging. In de volgende tabel is de waardering per beleggingscategorie uitgesplitst naar drie soorten ‘levels’. Deze levels zijn als volgt toe te lichten: Level 1 Directe marktwaardering Beursnotering in een actieve markt (waarop geen prijsaanpassingen worden uitgevoerd). Level 2 Afgeleide marktwaardering Geen directe beursnotering maar andere uit de markt waarneembare data danwel een prijs gebaseerd op een transactie in een niet actieve markt met een niet-significante prijsaanpassing (gebaseerd op aannames en schattingen). Level 3 Modellen en technieken Marktwaardebepaling niet gebaseerd op marktdata, maar gebaseerd op aannames en schattingen die de waarde significant beïnvloeden.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 75
Marktwaardebepaling Ultimo 2009
(x 1 miljoen euro)
Beleggingscategorieën
Level 1
Level 2
Level 3
Directe markt notering
Afgeleide markt notering
Niet gebaseerd op marktdata
Totaal
Vastgoedbeleggingen 0
0
2761
2.761
448
451
0
899
Directe vastgoedbeleggingen Indirecte vastgoedbeleggingen Aandelen
4.738
0
26
4.764
Beleggingsinstellingen aandelen
0
3.106
0
3.106
Beleggingen voor risico van deelnemers
0
21
0
21
Obligaties
15.233
0
126
15.359
Beursgenoteerde aandelen
Vastrentende waarden Deposito’s
0
2.165
0
2.165
Beleggingsinstellingen vastrentende waarden
0
794
0
794
Leningen
0
41
0
41
Beleggingen voor risico van deelnemers
0
25
0
25
Alternatieve beleggingen Private Equity
0
0
1.944
1.944
Hedge Funds
0
1.307
0
1.307
Derivaten Commodities
0
136
0
136
Credit Default Swaps
0
-6
0
-6
Rentederivaten
0
532
0
532
Valutaderivaten
0
-218
0
-218
20.419
8.354
4.857
33.630
Totaal
Niet in de beleggingscategorieën meegenomen onderdelen van het belegd vermogen: Vorderingen inzake Credit Support Annexen (level 1) Verplichtingen inzake Credit Support Annexen (level 1) Kortlopende vorderingen beleggingen
83 -646 68
Kortlopende schulden beleggingen
-275
Liquide middelen positief
158
Totaal belegd vermogen
33.018
76 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Verzekeringstechnische risico’s Het verzekeringstechnisch risico bestaat uit risico’s van negatieve resultaten op de verzekeringstechnische (actuariële) grondslagen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. pmt keert ouderdoms- en partnerpensioen levenslang uit. Daarom is de gemiddelde levensverwachting van de actieven, slapers en pensioengerechtigden een zeer belangrijk gegeven voor het fonds. De levensverwachting van de Nederlandse bevolking is de afgelopen decennia gestaag omhoog gegaan. pmt houdt rekening met deze ontwikkeling door de omvang van de verwachte uitkeringen steeds af te stemmen op recente informatie inzake de levensverwachting. Daarnaast doet pmt regelmatig onderzoek naar de sterfteontwikkeling specifiek in de bedrijfstak Metaal en Techniek. Ultimo 2009 hanteert pmt de generatietafel die is afgeleid van de AG-generatietafel zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap. Deze tafels gelden voor de gehele Nederlandse bevolking. Uit onderzoek is gebleken dat deelnemers in de Metaal en Techniek een hogere levensverwachting hebben dan de gemiddelde Nederlander. Hiermee is rekening gehouden in de pmt-generatietafel. Tevens is er middels een extra opslag voor sterftetrend ter grootte van 1,3 procent rekening gehouden met de door het CBS waargenomen verbetering van de sterftetrend. Omdat pensioenen veelal worden uitgekeerd vanaf de 65-jarige leeftijd is het interessant om de verwachte gemiddelde levensduur voor een 65-jarige nader te bekijken. Volgens de actuariële grondslagen van het fonds wordt een 65-jarige man gemiddeld 83,6 jaar oud (2008: 83,5 jaar) en een 65-jarige vrouw gemiddeld 85,7 jaar (2008: 85,6 jaar). Hierbij is geen rekening gehouden met het effect van de trend volgens de prognosetafel van het CBS.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 77
Toelichting op de balans per 31 december Activa (1) Vastrentende waarden De post vastrentende waarden bestaat uit: 2009
(x 1 miljoen euro)
Obligaties, leningen op schuldbekentenis en andere waardepapieren Beleggingsinstellingen vastrentende waarden Deposito’s
2008
15.425
10.795
794
646
2.165
2.603
Waarde 31 december
18.384
14.044
De balanswaarde van obligaties (en ander rentedragend waardepapier) per 31 december bestaat voor 41 miljoen euro uit leningen op schuldbekentenis (2008: 58 miljoen euro). Ultimo 2009 waren obligaties uitgeleend met een beurswaarde van 3.088 miljoen euro (2008: 4.408 miljoen euro). Voor het risico van niet-teruglevering worden adequate zekerheden gevraagd en verkregen. Deze zekerheden worden niet in de balans opgenomen. De totale waarde van vastrentende waarden is inclusief de lopende interest ultimo 2009 ad 262 miljoen euro (2008: 201 miljoen euro). Obligaties, leningen op schuldbekentenis en andere waardepapieren Het verloop van de post Obligaties, leningen op schuldbekentenis en andere waardepapieren is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Waarde 1 januari Aankopen Verkopen en ontvangen aflossingen Waarderingsverschillen en verkoopresultaten Overige mutaties Waarde 31 december
10.795
2008 13.367
14.730
7.577
- 11.829
- 8.052
1.667
- 2.055
62
- 42 15.425
10.795
78 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Beleggingsinstellingen vastrentende waarden Het verloop van de post Beleggingsinstellingen vastrentende waarden is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Waarde 1 januari Aankopen
646
2008 300
15
539
Verkopen en ontvangen aflossingen
- 37
- 44
Waarderingsverschillen en verkoopresultaten
170
- 149
Waarde 31 december
794
646
Deposito’s De deposito’s die ultimo verslagjaar zijn uitgezet hebben allemaal een looptijd van korter dan één jaar en kennen een hoge omloopsnelheid. Om die reden wordt het verloop van de deposito’s niet nader gespecificeerd. (2) Aandelen De post aandelen bestaat uit: 2009
(x 1 miljoen euro)
2008
Beursgenoteerde aandelen
4.785
3.187
Beleggingsinstellingen aandelen
3.106
2.644
Waarde 31 december
7.891
5.831
Ultimo 2009 waren aandelen uitgeleend met een beurswaarde van 100 miljoen euro (2008: 183 miljoen euro). Voor het risico van niet terug levering worden adequate zekerheden gevraagd en verkregen. Deze zekerheden worden niet in de balans opgenomen. De waarde van aandelen is inclusief de ultimo 2009 nog te ontvangen dividenden ad 1,0 miljoen euro (2008: 2,4 miljoen euro). Onder de aandelen is opgenomen het 83 procent belang in Mn Services N.V. gevestigd te Rijswijk.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 79
Beursgenoteerde aandelen Het verloop van de post Beursgenoteerde aandelen is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Waarde 1 januari Reclassificatie per 1 januari Waarde 1 januari na reclassificatie Aankopen
2008
3.187
11.700
-
- 3.318
3.187
8.382
682
2.271
Verkopen
- 578
- 3.628
Waarderingsverschillen en verkoopresultaten
1.495
- 3.838
-1
-
Overige mutaties Waarde 31 december
4.785
3.187
Beleggingsinstellingen aandelen Het verloop van de post Beleggingsinstellingen aandelen is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Waarde 1 januari Reclassificatie per 1 januari Waarde 1 januari na reclassificatie Aankopen Verkopen Waarderingsverschillen en verkoopresultaten
2.644
2008 729
-
3.318
2.644
4.047
312
6.309
- 357
- 6.318
507
- 1.394
Waarde 31 december
3.106
2.644
(3) Vastgoedbeleggingen Onder vastgoedbeleggingen zijn per 31 december begrepen: 2009
(x 1 miljoen euro)
Directe vastgoedbeleggingen Indirecte vastgoedbeleggingen Waarde 31 december
2008
2.761
3.089
899
685 3.660
3.774
80 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Directe vastgoedbeleggingen Het verloop van de directe beleggingen in vastgoed is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Waarde 1 januari Investeringen en aankopen
3.089
2008 3.092
221
580
Verkopen
- 124
- 190
Waarderingsverschillen en verkoopresultaten
- 425
- 393
Waarde 31 december
2.761
3.089
Indirecte vastgoedbeleggingen Het verloop van de indirecte beleggingen in vastgoed is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Waarde 1 januari
685
2008 1.205
Aankopen
544
320
Verkopen
- 504
- 296
174
- 543
Waarderingsverschillen en verkoopresultaten Waarde 31 december
899
685
De waarde van indirecte vastgoedbeleggingen is inclusief de ultimo 2009 nog te ontvangen dividenden ad 0,3 miljoen euro (2008: 1 miljoen euro). (4) Alternatieve beleggingen Onder de alternatieve beleggingen zijn per 31 december begrepen: 2009
(x 1 miljoen euro)
2008
Private equity
1.944
1.686
Hedge funds
1.307
1.309
Waarde 31 december
3.251
2.995
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 81
Private equity Het verloop van de post Private equity is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Waarde 1 januari
1.686
Investeringen Verkopen Waarderingsverschillen en verkoopresultaten
2008 1.615
307
545
- 215
- 160
166
- 314
Waarde 31 december
1.944
1.686
Hedge funds Het verloop van de post Hedge funds is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Waarde 1 januari Investeringen Verkopen Waarderingsverschillen en verkoopresultaten
1.309
2008 1.382
423
278
- 555
- 203
130
- 148
Waarde 31 december
1.307
1.309
(5) Derivaten De door middel van derivaten verkregen posities zijn in de balans gesplitst weergegeven. De positieve posities uit hoofde van derivatencontracten zijn opgenomen onder de post Derivaten (als onderdeel van de Beleggingen). De negatieve posities zijn opgenomen onde de post Verplichtingen uit hoofde van beleggingen. Per 31 december betreft het de volgende posities: 2009
(x 1 miljoen euro)
Derivaten (5) Verplichtingen inzake derivaten (13) Saldo positie in derivaten
2008
704
2.283
- 260
- 1.785 444
498
82 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Het verloop van de per saldo posities in derivaten is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Waarde 1 januari Aankopen Verkopen Waarderingsverschillen en verkoopresultaten Overige mutaties Waarde 31 december
498
2008 1.480
131.782
34.328
- 131.369
- 35.829
- 487
513
20
6 444
498
De getoonde aan- en verkopen inzake derivaten bestaan vrijwel geheel uit transacties in verband met de portefeuillebrede afdekking van de Amerikaanse Dollar en het Britse Pond. Per saldo bedragen de totale aan- en verkooptransacties inzake derivaten in 2009 413 miljoen euro positief (2008: 1.501 miljoen euro negatief). Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid maakt pmt gebruik van financiële derivaten. Derivaten worden in beginsel defensief gebruikt om risico’s af te dekken, maar afgeleide instrumenten worden ook ingezet ten behoeve van de asset allocatie en het snel en flexibel (tijdelijk) kunnen inspelen op veranderende marktomstandigheden. Voor wat betreft de risicoafdekking worden derivaten specifiek ingezet ten behoeve van afdekking van het renterisico (rente swaps en swaptions) en afdekking van het valutarisico (valutatermijncontracten). De omvang waarin deze instrumenten zijn ingezet blijkt uit de navolgende tabel.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 83
De met betrekking tot de beleggingsportefeuille door middel van derivaten per saldo verkregen posities op balansdatum zijn als volgt te specificeren naar onderliggende waarde: (x 1 miljoen euro) Beleggingscategorie en soort instrument (activa en passiva gesaldeerd1)
Ultimo 2009 Nominale waarde2
Ultimo 2008
Marktwaarde3
Nominale waarde2
Marktwaarde3
Vastrentende waarden Renteswaps Swaptions Future Bonds
2.275
60
3.895
118
13.000
472
13.000
1.342
-
-
2.288
35
Credit default swaps - gekocht
161
-1
411
45
Credit default swaps - verkocht
242
-5
343
- 19
89
-
69
- 31
-
-
-
-
854
136
1.579
- 808
9.555
- 218
11.706
- 184
Aandelen Futures Contract for differences Alternatieve beleggingen Index futures (commodities) Valuta Valutatermijncontracten Totaal derivaten (per saldo)
444
498
1 Het betreft saldo posities van activa en passiva en dus niet de exposure (die in totaal is verantwoord onder Derivaten respectievelijk Verplichtingen uit hoofde van beleggingen). 2 De nominale waarde geeft het absolute bedrag aan waarover het contract is afgesloten. 3 De marktwaarde is de waarde als het contract ultimo jaar zou worden verkocht of teruggedraaid.
(6) Totaal beleggingen De totale beleggingen bestaan uit: 2009
(x 1 miljoen euro) Beleggingen voor risico pensioenfonds Beleggingen voor risico deelnemers Totaal
2008
33.845
28.884
45
43 33.890
28.927
84 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
De beleggingen voor risico van deelnemers bestaan volledig uit het product pensioenbeleggen. Het betreft 0,1 procent van de totale beleggingen. Pensioenbeleggen In de totale beleggingen van 33.890 miljoen euro zijn begrepen beleggingen voor risico van de deelnemers aan het vrijwillige product Pensioenbeleggen voor een bedrag van 45 miljoen euro (2008: 43 miljoen euro). Het betreft volledig beleggingen in een individuele leeftijdsafhankelijke mix van aandelen- en obligatiefondsen. Het aandelenfonds heeft eind 2009 een omvang van 21 miljoen euro en het obligatiefonds 25 miljoen euro. Relatie jaarrekening en beleggingsbeleid De beleggingscategorieën zoals opgenomen in de jaarrekening wijken af van de categorieën zoals die worden gehanteerd in het beleggingsbeleid van pmt. In de jaarrekening worden de beleggingen gepresenteerd naar de aard van de financiële instrumenten. In de kerncijfers en het bestuursverslag worden de beleggings categorieën gepresenteerd conform de wijze waarop het (strategisch) beleggingsbeleid wordt vormgegeven. Het betreft vooral de toerekening van de derivaten en de liquide middelen. In het strategisch beleggingsbeleid is een nulweging toegekend aan de liquide middelen. Uiteraard heeft het fonds wel altijd de beschikking over een bepaalde positie in liquide middelen. Voor het beleggingsbeleid worden deze liquide posities toegewezen aan de beleggingscategorieën waar wel een strategische weging aan is toegekend. In de jaarrekening staan de liquide middelen als een aparte post (9) verantwoord, buiten de beleggingen. Uit het volgende overzicht blijkt de aansluiting tussen de jaarrekening enerzijds en het beleggingsbeleid anderzijds. (x 1 miljoen euro)
Jaarrekening
Vastrentende Aandelen waarden
Totaal Vastrentende waarden
Beleggingsbeleid Vastgoed- Alternatievebeleggingen beleggingen
18.384
17.639
- 24
-
769
Aandelen
7.891
379
7.457
28
27
Vastgoedbeleggingen
3.660
11
12
3.637
-
Alternatieve beleggingen
3.251
103
-
-
3.148
704
549
6
3
146
151
148
-5
17
-9
- 1.181
- 1.007
- 52
- 44
- 78
158
- 379
70
112
355
33.018
17.443
7.464
3.753
4.358
Derivaten Vorderingen* Verplichtingen* Liquide middelen Totaal
Portefeuillesamenstelling ultimo 2009
52,8%
22,6%
11,4%
13,2%
Portefeuillesamenstelling ultimo 2008
53,4%
18,6%
13,8%
14,2%
* Vorderingen respectievelijk verplichtingen uit hoofde van beleggingen. De verplichtingen zijn inclusief negatieve posities uit hoofde van derivatencontracten ad 260 miljoen euro.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 85
(7) Vorderingen uit hoofde van beleggingen Onder de post vorderingen uit hoofde van beleggingen zijn per 31 december opgenomen: 2009
(x 1 miljoen euro)
2008
Vorderingen inzake Credit Support Annexen
83
785
Kortlopende vorderingen
68
1.127
Totaal
151
1.912
(8) Overige vorderingen en overlopende activa Onder de post overige vorderingen en overlopende activa zijn per 31 december begrepen: 2009
(x 1 miljoen euro)
Langlopende vorderingen
2008
9
10
Te vorderen premiebijdragen op werkgevers
30
41
Overige overlopende activa
75
3
Totaal
114
54
Langlopende vorderingen Er is één langlopende annuïtaire vordering ad 9 miljoen euro (2008: 10 miljoen euro) inzake de afkoop van een herverzekeringsovereenkomst. De oorspronkelijke looptijd is 23 jaar en de resterende looptijd 9 jaar. De annuïteit is bepaald op basis van een rekenrente van vier procent. Te vorderen premiebijdragen op werkgevers De samenstelling per 31 december is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Te vorderen van werkgevers Af: Voorziening voor oninbare vorderingen Bedrag van de vorderingen nà aftrek van de voorziening
2008
42
51
- 12
- 10 30
41
86 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Het verloop van de voorziening voor oninbare vorderingen is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
2008
Voorziening 1 januari
10
8
Mutatie vanwege oninbaarheid
-9
-6
Mutatie via resultaat
11
8
Voorziening 31 december
12
10
De te vorderen premies en de toevoeging aan de voorziening voor oninbare premievorderingen zijn exclusief de heffingen waarvan de werkgever de verplichtstelling betwist ad 72 miljoen euro (2008: 70 miljoen euro). Overige overlopende activa Per 31 december bestaan de overige overlopende activa uit: 2009
(x 1 miljoen euro)
2008
Nog te ontvangen inzake waardeoverdrachten
52
1
Nog te ontvangen inzake winstdeling ANW
19
-
Nog te verrekenen premieontvangsten met Mn Services
1
1
Diverse vorderingen en overlopende activa
3
1
Totaal
75
3
Het nog te ontvangen bedrag inzake waardeoverdrachten betreft vooral één grote collectieve waardeoverdacht van 51 miljoen euro die is geëffectueerd per 31 oktober 2009 en is afgerekend in januari 2010. Ten aanzien van de ANW-herverzekering vindt in 2010 de afrekening voor de winstdeling over de jaren 2004-2009 plaats. De verwachte winstdeling ad 19 miljoen euro is in het resultaat van 2009 verantwoord. (9) Liquide middelen De liquide middelen ad 158 miljoen euro betreffen posities in rekening-courant bij bancaire instellingen. De schulden in rekening-courant aan bancaire instellingen zijn verantwoord onder de verplichtingen uit hoofde van beleggingen.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 87
Passiva (10) Algemene reserve Het verloop van de algemene reserve is als volgt: 2009
(x 1 miljoen euro)
Beginstand Saldo van baten en lasten Totaal
2008
- 5.064
10.057
5.073
- 15.121 9
- 5.064
Op basis van de Pensioenwet is het minimaal vereiste vermogen voor pmt 4,3 procent van de voorziening pensioenverplichtingen, zijnde 1.422 miljoen euro ultimo 2009. Het vereiste vermogen inclusief solvabiliteitsbuffer ultimo 2009 bedraagt (afgerond) 21,3 procent van de voorziening pensioenverplichtingen, zijnde 7.046 miljoen euro (2008: 18,4 procent). De algemene reserve ultimo 2009 bedraagt 9 miljoen euro positief, zodat het aanwezige vermogen lager is dan het vereiste vermogen. Daardoor is er zowel sprake van een dekkingstekort als een reservetekort. Bij een reservetekort is er te weinig eigen vermogen om toekomstige tegenvallers op te vangen. Op 31 maart 2009 heeft pmt een herstelplan bij de toezichthouder ingediend, welke in juli 2009 is goedgekeurd. Dit plan leidt, uitgaande van de in deze jaarreke ning opgenomen pensioenverplichtingen, naar verwachting tot herstel uit de situatie van dekkingstekort binnen maximaal vijf jaar en herstel uit de situatie van reservetekort binnen maximaal vijftien jaar. Het bestuur volgt de ontwikkeling van de dekkingsgraad nauwlettend en beraadt zich op aanvullende maatregelen indien tussentijds blijkt dat de financiële ontwikkeling zodanig is dat het vereiste herstel niet tijdig meer kan worden gerealiseerd. Ultimo 2009 ligt de ontwikkeling van de dekkingsgraad voor op de verwachting uit het herstelplan. Het toeslagenbeleid en het premiebeleid zullen worden ingezet om het herstel te realiseren. In de situatie van dekkingstekort zal het pensioenfonds in principe geen toeslagen verlenen. In geval van reservetekort zal de premie jaarlijks stijgen met 1 procent van de salarissom tot het maximum van 18 procent (zoals vastgesteld in het beleidskader). (11) Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen is in 2009 afgenomen met 88 miljoen euro (2008: toegenomen met 8.512 miljoen euro). De samenstelling en de ontwikkeling van de voorziening is als volgt nader toe te lichten.
88 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Voorziening pensioenverplichtingen per groep van deelnemers De voorziening pensioenverplichtingen kan als volgt worden gespecificeerd naar groep van deelnemers: 2009
(x 1 miljoen euro)
Werknemers
2008
14.462
15.611
335
382
45
43
Actieve deelnemers
14.842
16.036
Pensioengerechtigden
12.685
11.776
5.537
5.340
Arbeidsongeschikten Pensioenbeleggen
Slapers Totaal
33.064
33.152
Per 31 december 2009 is de voorziening pensioenverplichtingen berekend uitgaande van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De daarvan afgeleide markt rente bedraagt ultimo 2009 3,86 procent (2008: 3,51 procent). De voorziening pensioenverplichtingen bestaat voor 45 miljoen euro uit het product pensioenbeleggen. Dit product wordt voor risico van de deelnemers gevoerd. Het betreft 0,1 procent van de totaal verantwoorde voorziening pensioenverplichtingen. Ontwikkeling van de voorziening pensioenverplichtingen De ontwikkeling van de voorziening pensioenverplichtingen in het verslagjaar kan als volgt worden gespecificeerd: 2009
(x 1 miljoen euro)
Stand 1 januari Pensioenopbouw Toeslagen Toekenning overgangsregelingen
2008
33.152
24.640
1.379
830
5
24
410
420
1.176
1.176
Onttrekking voor uitkeringen
- 1.199
- 1.127
Wijziging marktrente
- 2.321
6.462
422
665
76
105
Rentetoevoeging
Schattingswijziging Wijziging uit hoofde van waardeoverdrachten Overige mutaties Mutatie van de voorziening Voorziening 31 december
- 36
- 43 - 88
8.512
33.064
33.152
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 89
De toeslagen betreffen correcties op voorgaande jaren. Zie de toelichting op de mutatie voorziening pensioenverplichtingen (20). De verwachte toekenning van de overgangsregelingen vervroegd ouderdomspensioen aan deelnemers die hier in 2010 gebruik van kunnen maken (in totaal: 440 miljoen euro), wordt volledig gefinancierd uit de premie die voor dit doel in 2010 wordt geheven. (12) Pensioenvermogen Ultimo 2009 bedraagt het pensioenvermogen 33.073 miljoen euro (2008: 28.088 miljoen euro). Op basis van het pensioenvermogen en de voorziening pensioen verplichtingen kan de dekkingsgraad als volgt worden berekend: 2009
2008
Pensioenvermogen
33.073
28.088
Voorziening pensioenverplichtingen
33.064
33.152
100%
84,7%
(x 1 miljoen euro)
Dekkingsgraad
(13) Verplichtingen uit hoofde van beleggingen Onder de post verplichtingen uit hoofde van beleggingen zijn per 31 december opgenomen: 2009
(x 1 miljoen euro)
Verplichtingen inzake Credit Support Annexen
646
2008 1.058
Kortlopende schulden
275
54
Verplichtingen inzake derivaten
260
1.785
-
65
Bancaire instellingen Totaal
1.181
2.962
90 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
(14) Overige schulden en overlopende passiva Onder de post overige schulden en overlopende passiva zijn per 31 december opgenomen: 2009
(x 1 miljoen euro)
2008
Verschuldigde loonheffing
28
26
Te betalen aan externe vermogensbeheerders
14
18
Af te rekenen uit hoofde van herverzekering
11
7
Af te rekenen met Mn Services
3
2
Nog toe te kennen rechten inzake waardeoverdrachten
3
2
Diverse schulden en overlopende passiva
-
7
Totaal
59
62
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 91
Toelichting op de staat van baten en lasten Baten (15) Premiebijdragen Voor de vaststelling van de verschuldigde premie gelden twee premiepercentages, afhankelijk van de hoogte van het pensioengevend salaris. In 2009 is over het pensioengevend jaarsalaris tot het grensbedrag van 73.287 euro (2008 : 70.809 euro) minus de franchise ad 15.004 euro (2008: 14.520 euro) 27,3 procent premie geheven (2008: 25,2 procent). Voor het deel van het pensioengevende jaarsalaris boven het grensbedrag van 73.287 euro was dat 17,7 procent (2008: 16,7 procent). Premies die zijn gefactureerd aan werkgevers die de verplichte aansluiting bij pmt betwisten, zijn niet opgenomen in de post premiebijdragen. De inleg ten behoeve van het product Pensioenbeleggen ad 2 miljoen euro (2008: 4 miljoen euro) is tevens onder de premiebijdragen verantwoord. Kostendekkende premie pmt hanteert in haar beleid een gedempte premie, dat wil zeggen dat voor de bepaling van de kostendekkende premie wordt uitgegaan van een gemiddeld voor de komende jaren verwachte marktrente. Deze rente is gesteld op 4,5 procent voor de reguliere pensioenaanspraken en 4 procent voor de kosten van de overgangsregelingen. De kostendekkende premie voor 2009 kan achteraf als volgt worden becijferd: 2009
2008
op basis van de marktrente
op basis van de marktrente
(x 1 miljoen euro) feitelijke Totale lasten pensioenopbouw Kostenopslag Solvabiliteitsopslag Totaal
1.753
gedempte 1.398
feitelijke 1.237
gedempte 1.211
33
33
32
32
323
257
337
329
2.109
1.688
1.606
1.572
De premie op basis van de feitelijke marktrente is bepaald op basis van de grondslagen en de rentetermijnstructuur primo 2009. De gedempte kostendekkende premie gaat uit van de grondslagen primo 2009 met een rekenrente van 4,5 procent voor de reguliere pensioenaanspraken en 4 procent voor de toegekende overgangsregelingen.
92 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
In de totale lasten pensioenopbouw zijn opgenomen de jaarinkoop, kosten overgangs regelingen en de risicopremies. De solvabiliteitsopslag zorgt ervoor dat door de inkoop van nieuwe aanspraken de dekkingsgraad niet verwatert, maar op het benodigde peil blijft. Deze solvabiliteitsopslag hangt af van het vereiste vermogen en bedraagt voor pmt primo 2009 18,4 procent. De premiebaten 2009 bedragen 1.813 miljoen euro. Deze premie is exclusief de premie ten behoeve van het vrijwillige product ANW Pensioen ad 25 miljoen euro en exclusief de premie voor pensioenbeleggen ad 2 miljoen euro. Dit is hoger dan de kosten dekkende premie 2009 op basis van de gedempte marktrente ad 1.688 miljoen euro. (16) Beleggingsopbrengsten De beleggingsopbrengsten bestaan uit: 2009
(x 1 miljoen euro)
Beleggingsresultaat risico pensioenfonds
2008
4.293
- 7.258
8
- 19
Beleggingsresultaat risico deelnemers Totaal
4.301
- 7.277
Beleggingsresultaat risico pensioenfonds De beleggingsopbrengsten (op de fondsportefeuille) kunnen als volgt worden gespecificeerd: 2009
(x 1 miljoen euro)
Beleggings categorie
Vastrentende waarden
Direct Indirect resultaat resultaat
2008
Kosten
Totaal Direct Indirect resultaat resultaat resultaat
Kosten
Totaal resultaat
788
1.708
- 13
2.483
729
- 2.168
- 14
- 1.453
Aandelen
94
2.010
- 22
2.082
224
- 5.197
- 21
- 4.994
Direct vastgoed beleggingen
111
- 419
-7
- 315
112
- 387
-6
- 281
Indirect vastgoed beleggingen
35
175
-1
209
43
- 542
-1
- 500
Alternatieve beleggingen
-
301
-5
296
-
- 456
-6
- 462
25
- 487
-
- 462
- 48
480
-
432
1.053
3.288
- 48
4.293
1.060
- 8.270
- 48
- 7.258
Derivaten Totaal
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 93
pmt past een portefeuillebrede valuta-afdekking van de Amerikaanse dollar en de Britse pond toe. De bijbehorende resultaten en het resultaat op andere valutaafdekkingen en andere derivaten zijn verantwoord onder de categorie ‘Derivaten’. Dit geldt voor alle derivaten (ook als de positie negatief is). Relatie jaarrekening en beleggingsbeleid In de jaarrekening zijn de beleggingen gerubriceerd naar de aard van de financiële instrumenten. De beleggingsresultaten worden op overeenkomstige manier verantwoord. In de kerncijfers en het bestuursverslag worden de beleggingscategorieën en de resultaten daarop gepresenteerd conform de wijze waarop het (strategisch) beleggingsbeleid wordt vormgegeven. Uit het volgende overzicht blijkt de aansluiting tussen de jaarrekening enerzijds en het beleggingsbeleid anderzijds. (x 1 miljoen euro)
Jaarrekening Totaal
Beleggingsbeleid Vastrentende Aandelen waarden
Vastgoed- Alternatieve beleggingen beleggingen
Vastrentende waarden
2.483
2.479
-3
-
7
Aandelen
2.082
-5
2.056
8
23
- 315
-
-
- 315
-
209
-
100
108
1
Direct vastgoedbeleggingen Indirect vastgoedbeleggingen Alternatieve beleggingen
296
-
-
-
296
Derivaten
- 462
- 955
96
64
333
Totaal
4.293
1.519
2.249
- 135
660
Rendement 2009
15,1%
11,3%1)
39,3%
-2,0%
13,3%
Rendement 2008
-20,7%
-7,1%
-43,1%
-15,6%
-26,6%
Beleggingsresultaat risico deelnemers Het koersresultaat voor risico van deelnemers betreft volledig het product Pensioenbeleggen. Het positieve resultaat van 8 miljoen euro (2008: 19 miljoen euro negatief) betreft de resultaten die zijn behaald op het aandelenfonds (36,1 procent rendement) en het obligatiefonds (7,0 procent) waarin wordt belegd voor deelnemers die sparen via de individuele leeftijdsafhankelijke mix van aandelen en obligaties. Het per deelnemer daadwerkelijk gerealiseerde rendement is hierbij afhankelijk van de persoonlijke mix waarin wordt belegd. (17) Inkomende waardeoverdrachten pmt heeft in heel 2009 geen nieuwe waardeoverdrachten in behandeling genomen vanwege de te lage dekkingsgraad. Desondanks is er 77 miljoen euro aan inkomende waardeoverdrachten gerealiseerd ten gunste van boekjaar 2009. Het betreft voor 51 miljoen euro één grote collectieve waardeoverdracht. Daarnaast zijn enkele collectieve waardeoverdrachten afgerond, die reeds in behandeling waren genomen voor 1 november 2008 (de datum waarop de dekkingsgraad van pmt geen afhandeling van waardeoverdacht meer toeliet). ) inclusief duration overlay
1
94 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
(18) Overige baten De post overige baten bestaat uit: 2009
(x 1 miljoen euro)
Winstdeling herverzekering ANW pensioen
19
Opgelegde boete
2008 -
12
7
Claims herverzekering ANW pensioen
7
11
Interest
2
15
Overige
3
1
Totaal
43
34
De winstdeling herverzekering ANW pensioen betreft de jaren 2004-2009. Zie ook de toelichting op de Overige vorderingen en overlopende activa (8). Onder de interest is verantwoord de rente inzake inkomende waardeoverdrachten en de rente die is ontvangen van werkgevers in verband met de premieheffing.
Lasten (19) Uitkeringen De post uitkeringen is als volgt opgebouwd: 2009
(x 1 miljoen euro)
Ouderdomspensioen
515
2008 472
Vroegpensioen
175
278
Vervroegd ouderdomspensioen
315
200
Partnerpensioen
153
145
Wezenpensioen
3
3
ANW Pensioen
10
9
1.171
1.107
18
18
Subtotaal uitkeringen Afkoopsommen Totaal
1.189
1.125
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 95
(20) Mutatie voorziening pensioenverplichtingen In 2009 is de voorziening pensioenverplichtingen met 88 miljoen euro afgenomen (2008: 8.512 miljoen euro toegenomen). Twee onderdelen van de mutatie van de voorziening kunnen als volgt worden toegelicht. De grootste invloed op de mutatie van de voorziening betreft de wijziging van de marktrente. Het gaat hierbij om de omrekening van de rentetermijnstructuur primo verslagjaar naar de rentetermijnstructuur ultimo verslagjaar. Voor wat betreft 2009 betreft het de omrekening van een benaderde rekenrente van 3,51 procent naar 3,86 procent ad 2.321 miljoen euro (baten). In 2008 is dat de omrekening van 4,85 procent naar 3,51 procent ad 6.462 miljoen euro (lasten). De voorziening is ultimo jaar verhoogd met de toeslagen die primo het volgende verslagjaar zijn toegekend. De toeslagen worden toegepast indien en voor zover de middelen van het fonds dit naar het oordeel van het bestuur toelaten. Jaarlijks neemt het bestuur hieromtrent een besluit. Gezien de financiële positie van pmt zijn de pensioenen van enerzijds actieven en anderzijds slapers en pensioengerechtigden ultimo 2009 niet verhoogd met de looninflatie respectievelijk de prijsinflatie.In 2009 is er wel een effect op de voorziening van toeslagen van 5 miljoen euro (2008: 4 miljoen euro). Dit betreft toeslagen voor actieven, slapers en pensioengerechtigden voortvloeiend uit correcties op voorgaande jaren. (21) Pensioenuitvoeringskosten De kosten van de pensioenuitvoering ad 55 miljoen euro (2008: 53 miljoen euro) zijn exclusief de beleggingskosten. De beleggingskosten worden direct ten laste gebracht van het beleggingsresultaat. De uitvoering van het vermogensbeheer en de pensioenregeling is net als voorgaande jaren uitbesteed. Het fonds heeft een eigen bezetting van 22 werknemers (2008: 23). Onder de kosten zijn opgenomen de bezoldiging van bestuurders ad 224.068 euro (2008: 200.748 euro) en de personeelskosten ad 2.256.198 euro (2008: 2.046.804 euro). Tevens zijn onder de kosten opgenomen de vergoeding ad 95.700 euro (2008: 95.800 euro) die de externe accountant in rekening heeft gebracht. Het betreft volledig honoraria voor werkzaamheden inzake de controle van de jaarrekening. Ook de kosten van de certificerend actuaris ad 62.000 euro (2008: 60.000 euro) zijn in de pensioenuitvoeringskosten opgenomen.
96 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
(22) Overige lasten Onder de overige lasten zijn opgenomen: 2009
(x 1 miljoen euro)
2008
Herverzekeringspremie ANW pensioen
19
18
Mutatie van de voorziening voor oninbare vorderingen
11
8
-
4
Overige Totaal
30
30
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 97
Actuariële analyse De actuariële resultaten over het verslagjaar kunnen als volgt worden gespecificeerd: 2009
x 1 miljoen euro
Premies ten behoeve van pensioenopbouw Pensioenopbouw Toekenning overgangsregelingen
1.597
- 1.379
- 830
- 410
- 420
Resultaat op premie Beleggingsopbrengsten Rentetoevoeging
26 4.303
Resultaat op toeslagen Resultaat op sterfte en gezinssamenstelling Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op kosten
Onttrekking voor uitkeringen Resultaat op uitkeringen Resultaat op waardeoverdrachten
347 - 7.277
- 1.176
Resultaat op beleggingen
Werkelijke uitkeringen
2008
1.815
- 1.176 3.127
- 8.453
-5
- 24
5
8
15
49
2
6
- 1.189
- 1.125
1.199
1.127 10
2
-4
102
Wijziging marktrente
2.321
- 6.462
Schattingswijziging
- 422
- 665
-2
- 31
5.073
- 15.121
Overige resultaten Saldo van baten en lasten
pmt heeft per 1 januari 2010 geen toeslagen verleend. In de actuariële analyse staat echter wel een bedrag van 5 miljoen euro opgenomen als resultaat 2009 vanwege toeslagen. Dit betreft het resultaateffect door toeslagen voor actieven, slapers en pensioengerechtigden voortvloeiend uit correcties op voorgaande jaren. Zie ook de toelichting op de mutatie voorziening pensioenverplichting (20).
98 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Ultimo 2009 bedroegen de niet in de balans opgenomen beleggingsverplichtingen inzake alternatieve beleggingen 1.185 miljoen euro (2008: 1.206 miljoen euro). Deze verplichtingen zijn maximale bedragen die op basis van afgesloten contracten kunnen worden gevraagd te storten. De uiteindelijk hieruit voortvloeiende beleggingen zijn onzeker voor wat betreft werkelijke omvang en moment van opvragen. Voor 2010 geldt dat ten aanzien van de normportefeuille rekening is gehouden met de verwachte opvragingen in 2009. Daarnaast staan ultimo 2009 voor 928 miljoen euro aan toekomstige verplichtingen uit in verband met vastgoedbeleggingen (2008: 903 miljoen euro). Ultimo 2009 heeft pmt bij ING Bank N.V. een kredietfaciliteit van 60 miljoen euro. Hiervan wordt ultimo 2009 geen gebruik gemaakt. pmt maakt deel uit van een fiscale eenheid met Mn Services. Gebeurtenissen na balansdatum Ultimo 2009 liep het herstel van PMT voor op het herstelplan. In de eerste maanden van 2010 is deze voorsprong voor een deel teniet gedaan door de daling van de markt rente. Hierdoor namen de verplichtingen toe, waardoor de dekkingsgraad weer daalde Rijswijk, 1 juni 2010 Het bestuur J. Berghuis, voorzitter
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 99
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2009 van Stichting Pensioenfonds voor Metaal en Techniek te Rijswijk bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaar rekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
100 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds voor Metaal en Techniek per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Den Haag, 1 juni 2010 Ernst & Young Accountants LLP dr. N.G. de Jager RA
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 101
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek te Den Haag is aan Mercer Certificering B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2009. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: • heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en • heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
102 | B alans per 31 december | Staat van baten en lasten | Kasstroomoverzicht | Algemene toelichting | Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december | Toelichting op de staat van baten en lasten | Actuariële analyse Niet in de balans opgenomen verplichtingen | Accountantsverklaring | Actuariële verklaring
Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van de artikelen 131 en 132 waaraan niet wordt voldaan vanwege een dekkingstekort. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek is naar mijn mening slecht, vanwege een dekkingstekort. Amstelveen, 1 juni 2010 Drs. W. Brugman AAG verbonden aan Mercer Certificering B.V.
Jaarverslag 2009 | Jaarrekening | 103
Profiel
106 | P ensioenregeling in de Metaal en Techniek | Klanten | Organisatie van pmt | Bestuur en functionarissen per 31 december 2009 Werkgeversvertegenwoordigers in het Bestuur | Werknemersvertegenwoordigers in het Bestuur | Begrippenlijst
Pensioenregeling in de Metaal en Techniek pmt biedt deelnemers in de bedrijfstak Metaal en Techniek een ouderdomspensioen en een partnerpensioen. Naast deze verplichte basisonderdelen, die gelden voor alle deelnemers, kent pmt een aantal vrijwillige onderdelen: Pensioenbeleggen, Pensioeninkoop, ANW Pensioen en het herschikken van pensioen. Deelnemers kunnen met één of meer van deze onderdelen zelf de pensioendatum en de hoogte van het pensioeninkomen bepalen. Dit en meer staat omschreven in het pensioenreglement dat is ingegaan op 1 januari 2006.
Verplichte onderdelen Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen gaat in op 65-jarige leeftijd en is gebaseerd op het gemiddeld verdiende salaris. De jaarlijkse opbouw van het ouderdomspensioen is afhankelijk van de hoogte van het pensioengevend inkomen. Tot het zogeheten grensbedrag (2009: € 73.287) onder aftrek van een franchise (2009: € 15.004) is de jaarlijkse opbouw gelijk aan 2,236%. Voor het deel van het pensioengevend salaris boven het grensbedrag is de opbouw 1,75%. Voor de opbouw van het ouderdomspensioen geldt geen maximumsalaris. Partnerpensioen In geval van overlijden van de (gewezen) deelnemer bestaat doorgaans recht op een partnerpensioen. De hoogte van het partnerpensioen hangt af van het moment waarop de deelnemer overlijdt. Indien hij overlijdt vóór pensioeningang, is het partnerpensioen 50% van het ouderdomspensioen. Indien de deelnemer overlijdt ná pensioeningang is het partnerpensioen in principe 70% van het ouderdomspensioen vanaf 65 jaar, tenzij een andere verdeling van het pensioen met de partner is overeengekomen. Wezenpensioen In geval van overlijden van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde bestaat doorgaans recht op wezenpensioen voor zijn kinderen onder de 18 jaar (in bijzondere gevallen voor zijn kinderen onder de 27 jaar). De hoogte van het wezenpensioen is 10% van het ouderdomspensioen. Voor volle wezen geldt het dubbele bedrag. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het kind de 18-jarige leeftijd bereikt (resp. in bijzondere gevallen de 27e jarige leeftijd bereikt). Overgangsbepalingen De pensioenregeling kent een tweetal overgangsbepalingen. Dit zijn de compensatieregeling en de overbruggingsregeling.
Jaarverslag 2009 | Profiel | 107
Compensatieregeling Deelnemers die op 1 januari 1999 ouder dan 25 jaar waren, kunnen geen volledig pensioen vanaf 62 jaar opbouwen, omdat tot die datum uitsluitend werd opgebouwd voor een pensioen ingaande op 65 jaar. Om deze deelnemers toch een volledig pensioen te kunnen bieden is de compensatieregeling in het leven geroepen. De compensatieregeling vult het opgebouwde pensioen aan tot de tussen CAO-partijen afgesproken niveaus. Overbruggingsregeling De overbruggingsregeling zorgt ervoor dat oudere deelnemers al eerder dan op 62 jaar met pensioen kunnen. Voor 2009 gold een uittreedleeftijd van 60 jaar en 10 maanden. In 10 jaar loopt de uittreedleeftijd op naar 62 jaar. Voor zowel de compensatieregeling als de overbruggingsregeling geldt dat hier slechts aanspraak op kan worden gemaakt indien: • een deelnemer voldoet aan de voorwaarden zoals deze in het reglement zijn beschreven; • voor zover de middelen van het fonds dit naar het oordeel van het bestuur toelaten.
Vrijwillige elementen Pensioenbeleggen Met Pensioenbeleggen legt de deelnemer via zijn werkgever periodiek geld in voor het verbeteren van zijn pensioen. De ingelegde bedragen worden belegd in een beleggingsmix met een bepaalde verhouding aandelen en obligaties, afhankelijk van de leeftijd van de deelnemer. Het opgebouwde saldo is niet vrij opneembaar, maar wordt bij pensioeningang of bij tussentijds vertrek omgezet in pensioen. De mogelijkheid om aan Pensioenbeleggen deel te nemen, wordt geleidelijk beëindigd volgens het onderstaande tijdspad: • Vanaf 1 januari 2010 worden geen nieuwe deelnemers meer toegelaten tot Pensioenbeleggen • Tot 1 juli 2010 kunnen bestaande deelnemers nog bedragen inleggen • Tot en met 31 december 2011 kunnen bestaande deelnemers het saldo van hun beleggingsrekening omzetten in pensioen Als alternatief voor Pensioenbeleggen wordt aan deelnemers de mogelijkheid geboden om vrijwillig extra pensioen in te kopen. Pensioeninkoop Met Pensioeninkoop legt de deelnemer via zijn werkgever geld in voor een hoger pensioen. In ruil voor het ingelegde geld krijgt de deelnemer direct een aanvulling op zijn ouderdomspensioen en partnerpensioen. Voor de aanvulling gelden dezelfde regels als voor het gewone pensioen.
108 | P ensioenregeling in de Metaal en Techniek | Klanten | Organisatie van pmt | Bestuur en functionarissen per 31 december 2009 Werkgeversvertegenwoordigers in het Bestuur | Werknemersvertegenwoordigers in het Bestuur | Begrippenlijst
ANW Pensioen Het ANW Pensioen is een vrijwillige overlijdensverzekering. Als de deelnemer komt te overlijden is zijn/haar partner verzekerd van extra inkomen tot de partner 65 jaar wordt en een AOW-uitkering ontvangt. Herschikken Het opgebouwde pensioen kan flexibel worden ingevuld. Het is mogelijk om een deel van het ouderdomspensioen naar voren te halen. De deelnemer kan jaarlijks een groter deel van zijn ouderdomspensioen eerder laten ingaan. Daarnaast kan (een deel) van het partnerpensioen worden uitgeruild tegen een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen. Hier dient de partner mee in te stemmen. Ook kan het pensioen na de 65-jarige leeftijd in twee perioden gesplitst worden, waarbij de hoogte varieert. Het saldo van Pensioenbeleggen wordt bij herschikken meegenomen. Herschikken is aan fiscale beperkingen gebonden.
Toeslagverlening pmt streeft ernaar om de pensioenen waardevast te laten blijven. Daarom probeert pmt de opgebouwde pensioenen jaarlijks met een bepaald percentage te verhogen. Deze verhoging wordt ook wel ‘toeslag’ genoemd. Er is geen recht op de jaarlijkse toeslag. Toeslagverlening vindt alleen plaats wanneer de financiële situatie van pmt dit naar de mening van het bestuur toelaat. Toeslagverlening heeft betrekking op het ouderdoms- en het nabestaandenpensioen (partner en wezenpensioen) en het ANW Pensioen. Voor actieve deelnemers probeert het pensioenfonds ieder jaar het pensioen te verhogen met de algemeen voor de Metaal en Techniek geldende loonontwikkelingen volgens de betreffende CAO’s, zoals opgegeven door de Vakraad Metaal en Techniek (de loonindex). Voor gepensioneerden en rustende deelnemers worden de pensioenen zo mogelijk verhoogd met de prijsindex, zijnde het Consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens (afgeleid). In de afgelopen drie jaar zijn de pensioenen van de actieve deelnemers met 0% (2009), 2,36% (2008) respectievelijk 2,2% (2007) verhoogd. De indexatie 2008 was inclusief 1,36% inhaalindexatie. In 2009 is geen toeslag verleend in verband met de financiële positie van het pensioenfonds. De gemiste toeslag zal worden ingehaald zodra de financiële positie van het pensioenfonds dat weer toelaat. De pensioenen van de rustende deelnemers en de pensioenuitkeringen van de gepensioneerden zijn in de afgelopen drie jaar met 0% (2009), 2,79% (2008) respectievelijk 2,71% (2007) verhoogd. De indexatie 2008 was inclusief 1,5% inhaalindexatie. In 2009 is geen toeslag verleend in verband met de financiële positie van het pensioenfonds. De gemiste toeslag zal worden ingehaald zodra de financiële positie van het pensioenfonds dat weer toelaat.
Jaarverslag 2009 | Profiel | 109
Klanten De klanten van Pensioenfonds Metaal en Techniek zijn de werkgevers en werknemers die vallen onder de verplichtstellingsbeschikking. De werkgevers worden vertegenwoordigd door de volgende brancheorganisaties: • de Nederlandse vereniging van ondernemers in het carrosseriebedrijf (FOCWA) • UNETO-VNI • de Nederlandse vereniging van ondernemingen op het gebied van de koudetechniek en luchtbehandeling NVKL • de Vereniging Edelmetaalindustrie • de Vereniging Goud- en Zilversmeden • de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf (VIB) • de Koninklijke Metaalunie, Nederlandse organisatie van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf in de metaal • de Nederlandse vereniging van Modelmakerijen • Vereniging van ondernemingen in de Galvanotechnische industrie NGO-SBG • de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Graveerbedrijf • de BOVAG • Nederlandse Vereniging van Bergingsspecialisten • Vereniging van Rolluiken-, Markiezen- en Zonweringbedrijven (RoMaZo) • de Vereniging van werkgevers in de diamantindustrie • Stichting Scheepsbenodigdhedenhandelaren, zeilmakers en scheepstuigers • Nederlandse vereniging van Orthopedisten en bandagisten Orthobanda Per branche zijn de werkgevers aangesloten bij werkgeversorganisaties, die voor een deel weer zijn verenigd in de Federatie Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek (FWM). De werknemers worden vertegenwoordigd door de volgende vakorganisaties: • FNV Bondgenoten • CNV Vakmensen • De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening De Vakraad Metaal en Techniek is de overkoepelende organisatie van werkgevers en werknemers voor alle branches in de sector. Binnen de Vakraad wordt periodiek het CAO-overleg gevoerd.
110 | P ensioenregeling in de Metaal en Techniek | Klanten | Organisatie van pmt | Bestuur en functionarissen per 31 december 2009 Werkgeversvertegenwoordigers in het Bestuur | Werknemersvertegenwoordigers in het Bestuur | Begrippenlijst
Organisatie van pmt Pensioenfonds Metaal en Techniek heeft een bestuur, een deelnemersraad, een verantwoordingsorgaan, een visitatiecommissie en een bestuursbureau. Het bestuur bestaat uit tien leden, met een gelijk aantal vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. Dit bestuur is verantwoordelijk voor beleidsbepaling en dagelijks toezicht. Uit en door het bestuur zijn drie commissies gevormd: de commissie beleggingen (CBL), de commissie pensioenen (CPS) en de commissie uitbestedingen (CUB). Voor haar diensten ontvangt het bestuur van pmt vacatiegeld en een onkostenvergoeding. Bij pmt worden geen bonussen uitgekeerd. De deelnemers van pmt hebben een eigen stem in de vorm van een adviesorgaan: de deelnemersraad. Deze raad telt veertien afgevaardigden, naar evenredigheid verdeeld over actieve deelnemers en pensioengerechtigden. In 2007 is een nieuwe deelnemersraad geïnstalleerd. Het verantwoordingsgorgaan geeft een oordeel over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur gevoerde beleid en over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwooordingsorgaan telt eenentwintig afgevaardigden, die de werkgevers, de deelnemers en de gepensioneerden vertegenwoordigen. In 2009 is het verantwoordingsorgaan geïnstalleerd. Het intern toezicht van pmt berust bij de visitatiecommissie. De visitatiecommissie heeft tot taak het functioneren van het fonds kritisch te bezien en te beoordelen of het bestuur zijn taak op de juiste wijze heeft vervuld. pmt heeft sinds 2008 een permanente visitatiecommissie, die bestaat uit drie onafhankelijke personen. Het bestuur wordt ondersteund door een bestuursbureau, dat bestaat uit deskundigen op de gebieden vermogensbeheer, pensioenbeleid, actuariaat, financiën en communicatie. Aan het bestuursbureau zijn tevens werkgevers- en werknemers pensioenconsulenten verbonden. De leiding van het bestuursbureau ligt bij de directeur van het pensioenfonds, die tevens optreedt als dagelijkse representant van het bestuur. De uitvoering van de pensioenregeling en het vermogensbeheer zijn volledig uitbesteed aan Mn Services N.V. Ofschoon de uitvoering is uitbesteed, blijft het fonds eindverantwoordelijk.
Jaarverslag 2009 | Profiel | 111
Bestuur en functionarissen per 31 december 2009 Bestuur Leden van werkgeverszijde P.C. van der Linden Federatie Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek vice-voorzitter H.J. Keijer Federatie Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek H.J. Van Luunen Federatie Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek J. Naborn Federatie Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek Vacature Federatie Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek Leden van werknemerszijde J. Berghuis FNV Bondgenoten voorzitter E.H.W. Bosman FNV Bondgenoten J.P.M. Brocken FNV Bondgenoten I. Slikkerveer De Unie P. Swart CNV Bedrijvenbond Commissie Beleggingen J. Berghuis Vacature I. Slikkerveer P.C. van der Linden H.J. van Luunen P. Swart Commissie Pensioenen E.H.W. Bosman H.J. Keijer I. Slikkerveer H.J. van Luunen J. Naborn P. Swart Commissie Uitbesteding J. Naborn P. Swart J. Berghuis E.H.W. Bosman P.C. van der Linden H.J. van Luunen
voorzitter vice voorzitter
voorzitter vice voorzitter
voorzitter vice voorzitter
112 | P ensioenregeling in de Metaal en Techniek | Klanten | Organisatie van pmt | Bestuur en functionarissen per 31 december 2009 Werkgeversvertegenwoordigers in het Bestuur | Werknemersvertegenwoordigers in het Bestuur | Begrippenlijst
Deelnemersraad T. Holster P.D. Amels A.K. Atta W.A. Beijer W. Beljaars H.F. van de Graaf P.A.J. de Jong C. de Kleine M. van de Linden-Hondeman C. van Rijswijk N.W. Sneeuw J.P.T. Stappers H.J. de Waal H.C. Wienesen
FNV Bondgenoten CNV Bedrijvenbond FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten De Unie FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten CNV Bedrijvenbond CNV Bedrijvenbond FNV Bondgenoten CSO FNV Bondgenoten
Verantwoordingsorgaan per 31december 2009 J. van den Bos Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek R. Dries Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek E. Dons Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek E. Hollander Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek S. van Rijn Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek P.S. Tolsma Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek J.H. Veenhouwer Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek P.D. Amels CNV Bedrijvenbond A.K. Atta FNV Bondgenoten W.A. Beijer FNV Bondgenoten W. Beljaars FNV Bondgenoten H.F. van de Graaf FNV Bondgenoten T. Holster FNV Bondgenoten P.A.J. de Jong De Unie C. de Kleine FNV Bondgenoten M. van de Linden-Hondeman FNV Bondgenoten C. van Rijswijk CNV Bedrijvenbond N.W. Sneeuw CNV Bedrijvenbond J.P.T. Stappers FNV Bondgenoten H.J. de Waal CSO H.C. Wienesen FNV Bondgenoten H. Penders onafhankelijk voorzitter
Jaarverslag 2009 | Profiel | 113
Verantwoordingsorgaan per 1 januari 2010 J. van den Bos Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek E. Dons Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek R. Dries Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek P.S. Tolsma Federatie van Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek W. Beljaars FNV Bondgenoten H.J van de Graaf FNV Bondgenoten P. de Jong De Unie C. van Rijswijk CNV Vakmensen J. Stappers FNV Bondgenoten W.H. Tubben CNV Vakmensen H.J. de Waal CSO A. Zantingh FNV Bondgenoten Visitatiecommissie J. de Boer C. Korevaar C. van der Pol Directie B. van de Belt Uitvoerende organisatie Mn Services N.V. Accountant N.G. de Jager, Ernst & Young Certificerend actuaris W. Brugman, Mercer Certificering B.V.
114 | P ensioenregeling in de Metaal en Techniek | Klanten | Organisatie van pmt | Bestuur en functionarissen per 31 december 2009 Werkgeversvertegenwoordigers in het Bestuur | Werknemersvertegenwoordigers in het Bestuur | Begrippenlijst
Werkgeversvertegenwoordigers in het bestuur H.J. Keijer Leeftijd 59 in bestuur sinds 1993 beroep Directeur Koninklijke Metaalunie nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Diverse functies bij rechtspersonen gerelateerd aan de Koninklijke Metaalunie P.C. van der Linden Leeftijd 56 in bestuur sinds 2006 beroep President Directeur Batenburg Beheer N.V. H.J. van Luunen Leeftijd 61 in bestuur sinds 2002 beroep Secretaris Federatie Werkgeversorganisaties Metaal & Techniek nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Werkgeversvoorzitter van de Vakraad Metaal en Techniek, Eerste onderhandelaar cao-Metaal en Techniek Bestuurslid van de diverse sociale fondsen binnen de Metaal en Techniek J. Naborn Leeftijd 71 in bestuur sinds 1995 beroep Lid dagelijks bestuur van de Stichting Jong Ondernemen nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Bestuurslid CINI (Stichting Commissie Isolatie Nederlandse Industrie)
Jaarverslag 2009 | Profiel | 115
Werknemersvertegenwoordigers in het bestuur J. Berghuis Leeftijd 58 in bestuur sinds 2002 beroep Landelijk Bestuurder FNV Bondgenoten voor Metaal en Techniek en Metalektro nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Werknemersvoorzitter Vakraad Metaal en Techniek, Bestuurslid pensioenfonds Metalektro (PME), Bestuurslid Stichting Raad van Overleg voor de Metalektro (ROM), Bestuurslid Kenteq, Bestuurslid Europese Metaal Bond (EMB), Bestuurslid Internationale Metaal Bond (IMB) E.H.W. Bosman Leeftijd 43 in bestuur sinds 2006 beroep Directeur Pensum B.V. Actuaris/adviseur nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Bestuurslid pensioensectie Actuarieel Genootschap, Bestuurslid Pensioenfonds Metalektro (PME) J.P.M. Brocken Leeftijd 51 in bestuur sinds 2006 beroep Landelijk Bestuurder FNV Bondgenoten voor Metaal en Techniek en Metalektro nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Bestuurslid Vakraad Metaal en Techniek Werknemersvoorzitter Raad van Overleg in de Metalektro (ROM), Werknemersvoorzitter Pensioenfonds Metalektro (PME), Bestuurslid Europese Metaal Bond (EMB) I. Slikkerveer Leeftijd 46 in bestuur sinds 2008 beroep Stafmedewerker Pensioenen – De Unie nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Bestuurslid in een 9-tal pensioenfonds en, waaronder Pensioenfonds Nederlandse Groothandel, Algemeen Pensioenfonds KLM en Pensioenfonds Metalektro (PME) P. Swart Leeftijd 61 in bestuur sinds 1990 beroep Vakbondsbestuurder CNV Bedrijvenbond nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Bestuurslid Pensioenfonds Metalektro (PME), Pensioenfonds Beroepsvervoer over de Weg
116 | P ensioenregeling in de Metaal en Techniek | Klanten | Organisatie van pmt | Bestuur en functionarissen per 31 december 2009 Werkgeversvertegenwoordigers in het Bestuur | Werknemersvertegenwoordigers in het Bestuur | Begrippenlijst
Begrippenlijst Afm Autoriteit Financiële Markten Asset & Liability Management (ALM) Het op elkaar afstemmen van de beleggingen, de verplichtingen en het premie- en toeslagenbeleid. Een ALM-studie wordt gebruikt om het meerjarig financieel beleid te optimaliseren uitgaande van verschillende economische scenario’s. Alternatieve beleggingen Onder alternatieve beleggingen wordt verstaan: beleggingen in Private Equity (inclusief infrastructuur) en Hedge Funds. ANW Pensioen Vrijwillige overlijdensverzekering (keuze uit drie vaste pensioenbedragen), onderdeel van de pensioenregeling Metaal en Techniek. Asset mix Samenstelling van de beleggingsportefeuille; bijvoorbeeld aandelen, obligaties en onroerend goed. Benchmark Een objectieve meetlat waarmee het beleggingsresultaat wordt vergeleken. Commodities Beleggingscategorie gericht op grondstoffen zoals graan, metalen en voedsel. Credit spread Het verschil tussen de rente op een bedrijfsobligatie en de rente op een uitgifte door een overheid met een hoge kredietwaardigheid. CSO De Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties. Dekkingsgraad De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen (= beleggingen) en de pensioenverplichtingen. Een dekkingsgraad van 100% wil zeggen dat het fonds precies aan zijn pensioenverplichtingen van dat moment kan voldoen. De Nederlandsche Bank (DNB) DNB verzorgt het onafhankelijk (prudentieel) toezicht op pensioenfondsen.
Jaarverslag 2009 | Profiel | 117
Grensbedrag Een op gehele euro’s naar boven afgerond bedrag dat jaarlijks door het Bestuur wordt vastgesteld. Indien het pensioengevend salaris hoger is dan het grensbedrag geldt een ander premiepercentage. Daarnaast bepaalt het grensbedrag de maximale waarde waarvoor overgangsregelingen worden toegekend. Franchise Een op gehele euro’s naar boven afgerond bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld. Pensioenopbouw vindt plaats over het loon bóven de franchise. Financieel Toetsingskader (FTK) Het financieel toetsingskader is onderdeel van de Pensioenwet en stelt voorschriften aan premiehoogte en de omvang van de aan te houden reserves. Hedge Funds Beleggingscategorie waarbij gebruik wordt gemaakt van een brede selectie van beleggingsstrategieën en -instrumenten om onder alle (markt)omstandigheden een positief rendement te halen. Internal Rate of Return (IRR) De Internal Rate of Return, ofwel interne rentevoet, is een risicovrije aan de markt ontleende ‘rentevoet’ voor de pensioenverplichtingen, die rekening houdt met de verschillende aanvangsmomenten en verwachte looptijden van de uitkeringen. Loonindex Het peil van de lonen op 1 januari van enig jaar ten opzichte van 1 januari van het daaraan voorafgaande jaar. Deze index wordt gebaseerd op de voor de Metaal en Techniek geldende loonontwikkeling volgens de CAO. Partnerpensioen Levenslange uitkering aan een nabestaande partner, vanaf het overlijden van de deelnemer. Pensioenbeleggen Vrijwillig onderdeel van de pensioenregeling Metaal en Techniek. Met Pensioenbeleggen kan worden gespaard voor extra of eerder ingaand pensioen. Pensioengrondslag Pensioengevend jaarsalaris minus franchise.
118 | P ensioenregeling in de Metaal en Techniek | Klanten | Organisatie van pmt | Bestuur en functionarissen per 31 december 2009 Werkgeversvertegenwoordigers in het Bestuur | Werknemersvertegenwoordigers in het Bestuur | Begrippenlijst
Pensioeninkoop Vrijwillig onderdeel van de pensioenregeling Metaal en Techniek. Met Pensioeninkoop kan geld worden ingelegd voor extra pensioen. Het extra pensioen kan eventueel gebruikt worden om eerder met pensioen te gaan. Pensioenrichtdatum De eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde 65 jaar wordt. Pensioeningangsdatum De eerste dag van de maand waarop een pensioenuitkering aan een (gewezen) deelnemer van het Fonds ingaat. Pension Fund Governance (PFG) Pension Fund Governance ofwel goed pensioenfondsbestuur stelt pensioenfondsen eisen op het gebied van transparantie, verantwoording, intern toezicht en zeggenschap. Prijsindex Het peil van de prijzen op 1 juli van enig jaar ten opzichte van 1 juli van het daaraan voorafgaande jaar, blijkens de CBS-opgave van de consumenten prijsindex voor alle huishoudens (afgeleid). Private Equity Beleggingscategorie waarbij wordt geïnvesteerd in aandelen van niet-beursgenoteerde bedrijven. Principles for Responsible Investment (PRI) Deze Principles richten zich op Environmental, Social en Corporate Governance (ESG) factoren. Het gaat om globale richtlijnen (best-pratices), die ingevuld worden met verschillende maatregelen. SAS70 Internationaal geaccepteerde auditing standaard van het American Institute of Certified Public Accountants (AICPA). Met een SAS-70-verklaring wordt aangegeven dat het interne beheersproces adequaat is vormgegeven (verklaring type I) en functioneert (verklaring type II). Service Level Agreement (SLA) In een Service Level Agreement worden afspraken gemaakt over het niveau van de dienstverlening. Z-score Een maatstaf voor de mate waarin het werkelijk rendement van een pensioenfonds afwijkt van het rendement van de door het bestuur vastgestelde normportefeuille. Een positieve z-score geeft aan dat het rendement hoger was dan dat van de normportefeuille. De performance-toets betreft de cumulatieve Z-score over de laatste vijf jaar.
Jaarverslag 2009 | Notities | 119
Notities
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·
120 |
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·
Jaarverslag 2009 | Notities | 121
· · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · · ·
Contact Pensioenfonds Metaal en Techniek Treubstraat 1B 2288 EG Rijswijk Telefoon (070) 319 84 61 Fax (070) 319 84 70 E-mail
[email protected] Internet www.bpmt.nl Ontwerp Proforma ontwerpers en adviseurs bno, Rotterdam (Thoas Hooning van Duyvenbode, Robert Hagman) Fotografie Chris Pennarts, Montfoort Realisatie Bestuursbureau Pensioenfonds Metaal en Techniek Tekst Backscratch, Amsterdam Druk Koninklijke De Swart, Den Haag