Jaarverslag 2012
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Inhoudsopgave
Voorwoord
Voorwoord
3
College voor de Rechten van de Mens
4
Ontwikkelingen in 2012
8
Vrouwenrechten nog altijd geen werkelijkheid
12
Leven met een beperking in Nederland
13
Opening College voor de Rechten van de Mens
14
Mensenrechtenbeleid Nederland onder de loep
15
Gelijke Behandelingslezing ‘Van Animal Farm tot Animal Cops’
16
Geen baan vanwege je leeftijd
17
Campagne ‘Ik heb recht op’
18
Het recht op gezinsleven
19
Organisatie
20
Bijlagen Bijlage 1 - Bijeenkomsten en bezoeken
24
Bijlage 2 - Onderzoeken, adviezen, rapportages en overige publicaties
25
Bijlage 3 - Cijfers oordelen
26
Bijlage 4 - Personeel
36
Voor u ligt het eerste verslag van het College voor de Rechten van de Mens. 2012 was een bijzonder en spannend jaar met als hoogtepunt de opening van het College. Met die opening kwam er een eind aan de periode waarin de Commissie Gelijke Behandeling transformeerde naar het College voor de Rechten van de Mens. Er staat een nieuwe organisatie waarin gelijke behandeling en mensenrechten een geïntegreerd werkterrein is. Het spreekt echter vanzelf dat in 2012 wel de hele jaarproductie op het gebied van gelijke behandeling is geleverd, terwijl het brede mensenrechtenwerk pas in de loop van 2013 echt manifest wordt. Zaaien gaat nu eenmaal aan oogsten vooraf. Dat is heel zichtbaar op het terrein van zwangerschapsdiscriminatie. Dat zwangerschapsdiscriminatie veel voorkomt bleek uit een groot onderzoek van het College. Bijna de helft van de werkende moeders op de arbeidsmarkt heeft een discriminatie-ervaring vanwege zwangerschap. Dat zijn jaarlijks ruim 65.000 vrouwen in Nederland. Een wet, een mensenrechtenverdrag; het garandeert geen toepassing in de alledaagse werkelijkheid. Maar op de dag na de televisiepresentatie van het zwangerschapsonderzoek stond er een werkgever op de stoep van het College: “Vanochtend bij de koffie bleek iedereen ontevreden over hoe het bij ons in het bedrijf rond zwangerschap gaat, kan ik hier inlichtingen krijgen?”. Er werden Kamervragen gesteld en het aantal oordelen over zwangerschap nam toe. De werknemers van nu vinden het te gek voor woorden dat zwangerschapsdiscriminatie nog bestaat. Zo groeit Nederland naar verandering. En zo zal dat ook mensenrechtenbreed gaan. De contouren tekenen zich al af. Arbeidsmigratie, nieuwkomers en terugkomers blijken een constante. Een constante moet dan ook zijn: respect en zorg voor de rechten van alle mensen die hier kort of langer zijn.
College voor de Rechten van de Mens Kleinesingel 1-3 Postbus 16001 3500 DA Utrecht T 030 888 38 88 teksttelefoon: 030 888 38 29 F 030 888 38 83
2012 was een mooie opmaat voor meer in 2013. Laurien Koster Voorzitter College voor de Rechten van de Mens
E
[email protected] w www.mensenrechten.nl Voor vragen kunt u een e-mail sturen of iedere werkdag bellen van 10.00 uur - 16.00 uur.
3
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
College voor de Rechten van de Mens Het College voor de Rechten van de Mens is hét Nederlandse mensenrechteninstituut, een onafhankelijke toezichthouder op mensenrechten in Nederland. Het College is bij wet ingesteld en beschermt, bevordert, bewaakt en belicht mensenrechten door middel van onderzoek, advies en voorlichting. Dit geldt zowel voor Europees Nederland als Caribisch Nederland: de eilanden Bonaire, St.Eustatius en Saba.
4
5
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Daarnaast heeft het College voor de Rechten van de Mens de komende jaren aandacht voor onder meer de volgende thema's:
Het College voor de Rechten van de Mens heeft alle activiteiten van de Commissie Gelijke Behandeling overgenomen. Dat betekent dat het College ook toeziet op de naleving van de gelijkebehandelingswetgeving en in individuele gevallen oordeelt of iemand gediscrimineerd is op het werk, in het onderwijs of als consument.
Ouderenzorg en mensenrechten In verpleeg- en verzorgingshuizen zijn bewoners vanwege hun hogere leeftijd en slechtere gezondheid nog kwetsbaarder dan thuis. Binnen de gezondheidszorg is niet overal voldoende zicht op de betekenis van mensenrechten.
Van Commissie naar College Gedurende het wetgevingstraject was het de taak van de Commissie Gelijke Behandeling om als kwartiermaker het Nederlandse mensenrechteninstituut op te zetten. Zo kon het College voor de Rechten van de Mens starten zodra de wet in werking trad. In 2010 richtte de Commissie een projectteam op dat het veranderingsproces vormgaf. Het projectteam organiseerde activiteiten die bijdroegen aan het vormgeven van de strategie van het College, het vergroten van de kennis en deskundigheid van de medewerkers en de benodigde organisatieveranderingen.
Stakeholdersconsultatie Het College i.o. heeft in aanloop naar de opening met 183 stakeholders gesproken, waaronder NGO’s, organisaties uit het maatschappelijk middenveld, universiteiten en onderwijsinstellingen, ministeries, overheidsinstellingen, het Parlement, werkgeversen werknemersorganisaties en vertegenwoordigers van verschillende beroepsgroepen. Het doel daarvan was om input te vergaren over de verwachte en gewenste positie van het College. Daarbij was aandacht voor zowel de inhoudelijke agenda van het College alsmede voor de criteria op basis waarvan het College tot inhoudelijke keuzes komt. Ook is met de stakeholders besproken hoe zij in de toekomst structureel met het College kunnen samenwerken. Het College hield de stakeholders op de hoogte van alle ontwikkelingen via de website www.naareenmensenrechteninstituut.nl.
Migratie en mensenrechten Vreemdelingen verkeren in een kwetsbare positie waardoor hun rechten steeds onder druk staan. Daarom is het van belang dat er bij deze groep aandacht blijft voor de mensenrechten.
Stakeholdersbijeenkomst Op 28 juni 2012 organiseerde het College i.o. de bijeenkomst 'Denk met ons mee!' in de Van Nelle fabriek in Rotterdam. Tijdens deze inspirerende bijeenkomst presenteerde het College de voorlopige plannen. Daarnaast kregen de deelnemers gelegenheid om mee te denken over het toekomstige College en doken zij in werkgroepen de diepte in op een aantal thema’s. Voorafgaand aan de bijeenkomst vulden alle deelnemers online een korte vragenlijst in. Hierin zijn zij bevraagd op hun verwachtingen van de samenwerking en communicatie en gaven zij hun mening over accenten in de taakinvulling van het College.
Verkennend onderzoek In aanvulling op de input uit de stakeholdersconsultaties onderzocht het College i.o. de actuele mensenrechtensituatie in Nederland. Er is geïnventariseerd welke aanbevelingen de internationale en regionale mensenrechtenorganen aan Nederland deden en hoe de overheid hierop reageerde. In aanvulling daarop deed het College i.o. jurisprudentieonderzoek op nationaal niveau. Tot slot is een korte media-analyse uitgevoerd. Uiteindelijk ontstond er een longlist van 102 mensenrechtenkwesties die is ingeperkt tot een shortlist van 14 thema’s. Deze 14 thema’s zijn nader uitgediept.
Toegang tot de arbeid Nog altijd worden mensen op de arbeidsmarkt geweigerd vanwege hun beperking, leeftijd of etnische afkomst. Stereotypen en vooroordelen maken dat bepaalde groepen minder kans hebben op een baan.
Het bouwen van de nieuwe organisatie Een nieuw instituut betekende ook het bouwen van een nieuwe organisatie. Uitgangspunt was dat alle zittende leden en personeel overgingen naar de nieuwe organisatie. Het aantal Collegeleden is uitgebreid van negen naar het maximale aantal van twaalf leden. Zo voegde het College zoveel mogelijk relevante ervaring en deskundigheid toe. De organisatie bestaat uit drie afdelingen: Front office & Oordelen, Onderzoek & Advies en de stafafdeling Bedrijfsvoering. Het College startte een intensief opleidingstraject voor de medewerkers om hun kennis op het gebied van mensenrechten uit te breiden. Daarnaast wisselde het College actief kennis en informatie uit met de al bestaande mensenrechtenorganisaties in Europa door middel van werkbezoeken en presentaties.
Strategisch plan opstellen De input uit de stakeholdersconsultatie en het verkennend onderzoek maakte het voor het College mogelijk een strategisch plan op te stellen voor de periode 2013-2015. In het plan staan de missie en visie beschreven en is er aandacht voor de verschillende taken van het College: jaarrapportage, mensenrechteneducatie, internationale rapportages en aanbevelingen, geven van oordelen, voorlichting en aansporen tot ratificatie, implementatie en naleving van verdragen over mensenrechten.
6
7
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Ontwikkelingen in 2012 Dit jaarverslag beschrijft zowel het werk van de Commissie Gelijke Behandeling als het werk van het College voor de Rechten van de Mens (sinds 1 oktober 2012). Om verwarring te voorkomen spreekt het verslag over het College, ook als de werkzaamheden zijn verricht door de voormalige Commissie Gelijke Behandeling. Een uitgebreid overzicht van de ontwikkelingen in 2012 is opgenomen in bijlage 3.
8
9
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Vragen aan het College De medewerkers van de Front office zijn het eerste aanspreekpunt voor iedereen met vragen over mensenrechten en gelijke behandeling. Zij beantwoorden vragen, bieden concrete handvatten om mensen verder te helpen en verwijzen naar de juiste organisaties, zoals het juridisch loket, de Kinderombudsman, de Nationale ombudsman, antidiscriminatiebureaus en het College bescherming persoonsgegevens. Verder beoordeelt de Front office discriminatievraagstukken, verwijst naar eerdere uitspraken of adviseert om een verzoek om een oordeel in te dienen. De Front office is een laagdrempelige vorm van voorlichting die bijdraagt aan het vergroten van de kennis over mensenrechten en gelijke behandeling. Bovendien pikt de Front office direct signalen uit de samenleving op.
Waarom staat Nederland vanwege de 'vrijheid van religie' jongensbesnijdenis wel toe en vrouwenbesnijdenis niet? Een besnijdenis lijkt me in beide gevallen een onnodige medische ingreep op een wilsonbekwaam persoon; (kinder)mishandeling dus.” “Ik zou graag een vacature voor een teammanager willen plaatsen. Aangezien er veel meer mannelijke dan vrouwelijk teammanagers bij ons werken, willen we een vrouwelijke teammanager aantrekken. Mag dat?
Oordelen Als het College een verzoek in behandeling neemt, volgen er een onderzoek en een zitting. Uiteindelijk geeft het College een oordeel. In 2012 sprak het College 212 oordelen uit.
Top 3: vragen over gelijke behandeling (totaal aantal vragen = 1147)
21% Handicap/ Chronische ziekte
14%
12%
Leeftijd
Geslacht
(totaal aantal vragen = 134)
Privacy & bescherming huwelijk en gezin
10
Iedereen die zich gediscrimineerd voelt kan bij het College een verzoek om een oordeel indienen. De discriminatieklacht moet gaan over kwesties rondom school, wonen, winkelen, werken, uitgaan of sporten. Ook moet een van de non-discriminatiegronden uit de gelijkebehandelingswetgeving van toepassing zijn. In 2012 ontving het College 634 verzoeken om een oordeel. De grootste toename van het aantal verzoeken zien we bij de grond nationaliteit, met bijna een verdubbeling van het aantal ten opzichte van 2011. Opvallend is dat het vooral gaat om zaken over het aanbieden van of de toegang tot goederen en diensten, zoals het krijgen van een telefoonabonnement en het huren van een auto. Het is niet duidelijk wat de stijging veroorzaakt.
Top 3: verzoeken (totaal verzoeken= 634)
Top 3: vragen over mensenrechten
28
Verzoeken om een oordeel
26 Mobiliteit en bewegingsvrijheid
17 Gelijke behandeling en non discriminatie
2
Top 3: oordelen
Schadevergoeding
(totaal oordelen = 212)
21% Geslacht
In 2012 beantwoordde de Front office 1281 vragen. Van de 1281 vragen gingen er 1147 over gelijke behandeling (zie tabel 1, bijlage 3). Sinds de start van het College, op 1 oktober 2012, zijn er 134 vragen over mensenrechten gesteld (zie tabel 2, bijlage 3). De top drie van vragen over gelijke behandeling is gelijk aan de voorgaande twee jaren.
Top 3: individuele maatregelen
18%
16%
Handicap/ chronische ziekte
Leeftijd
De meeste oordelen in 2012 gaan over de discriminatiegrond geslacht. Dit verschilt van voorgaande jaren, toen was leeftijd de meest voorkomende grond. Binnen geslacht is ook een flinke toename van het aantal uitspraken over zwangerschap. Een mogelijke oorzaak hiervoor is de presentatie van het onderzoek naar zwangerschapsdiscriminatie in 2012 en een campagne tegen vrouwendiscriminatie. In 2012 gaat 67% van de oordelen over werk. De meeste oordelen over werk gaan over werving en selectie en de arbeidsvoorwaarden. Het aandeel oordelen over goederen en diensten is licht gestegen. Bij handicap/chronische ziekte gaan de meeste zaken over onderwijs (zie tabel 9, bijlage 3).
1 Rectificatie/ excuses
3 Aanpassing loon, of beloningscomponenten
Top 3: structurele maatregelen
2 Aanpassing van het toelatingsbeleid
1 Voorlichting overige werknemers naar aanleiding van het oordeel
3 Wijziging wervingen selectiebeleid
In 2012 zijn bij handicap/chronische ziekte de beste effecten bereikt. In 88% van de zaken trof de verweerder maatregelen. Geslacht, ras en nationaliteit scoren het minst, van deze oordelen werd respectievelijk 63%, 65% en 64% opgevolgd.
Effect van de oordelen
21%
18%
18%
Leeftijd
Geslacht
Handicap/ Chronische ziekte
Net als voorgaande jaren gaan de meeste verzoeken om een oordeel over werk. Wel neemt het aantal verzoeken op dit terrein af. Ook is het aantal verzoeken over onderwijs toegenomen.
Het College houdt nauwkeurig bij wat de effecten zijn van de oordelen. Zo bevordert het College de naleving van de gelijkebehandelingswetgeving. In de zaken waar in strijd met de wet is gehandeld, monitort het College of, en zo ja welke, maatregelen zijn genomen. Een maatregel kan zowel individueel zijn, specifiek gericht op de verzoeker, of structureel met als doel overtredingen van de wet in de toekomst te voorkomen. In 70% van alle zaken waarin het College verboden onderscheid vaststelde, is een maatregel getroffen door de verwerende partij. In 16% van de zaken trof de verweerder alleen een individuele maatregel in 26% alleen een structurele, en in 28% zowel een individuele als een structurele maatregel. In 30% van de zaken trof de verweerder helemaal geen maatregel, hoewel dat wel mogelijk was (zie figuur 1, bijlage 3).
11
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Vrouwenrechten nog altijd geen werkelijkheid
Leven met een beperking in Nederland
Onderzoek naar zwangerschapsdiscriminatie
Bussen en metro’s toegankelijk voor personen met een beperking
In aanloop naar Internationale Vrouwendag 2012 presenteerde het College een onderzoek naar discriminatie van vrouwen op de werkvloer vanwege zwangerschap of jong moederschap. Via TNS-NIPO zette het College een enquête uit die binnen een week door meer dan duizend vrouwen is ingevuld. Uit het onderzoek bleek dat bijna de helft (45%) van de vrouwen op de arbeidsmarkt een concrete ervaring heeft die wijst op discriminatie vanwege zwangerschap, jong moederschap of een kinderwens. Bij meer dan een derde (38%) van de zwangere vrouwen die op het punt stond een arbeidscontract te tekenen, is het contract gewijzigd of niet doorgegaan toen de zwangerschap duidelijk werd. Onder laagopgeleide vrouwen ligt dat percentage veel hoger, op 67%. Slechts 10% van de vrouwen met een discriminatie-ervaring meldt dit. Het onderzoek is uitgebreid onder de aandacht gebracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en werkgeversorganisaties. Dit leidde tot Kamervragen en de nodige gesprekken over het verbeteren van de informatievoorziening. Ook de media besteedde uitgebreid aandacht aan het onderzoek. Zo maakte het opinieprogramma ‘Altijd Wat’ van de NCRV
12
een item over zwangerschapsdiscriminatie. Ook stond er onder meer een uitgebreid artikel in de Volkskrant en is er op internet veel over het onderzoek geschreven.
Risico op discriminatie bij vaststellen letselschade bij vrouwen Afgelopen jaar presenteerde het College een verkennend onderzoek naar mogelijke discriminatie bij het vaststellen van letselschade bij vrouwen. Bij mensen die jong een ongeluk krijgen, is het moeilijk om te bepalen hoe hun leven eruit zou hebben gezien. Uit het onderzoek blijkt dat mannen en vrouwen soms verschillend worden benaderd als het gaat om vragen over een kinderwens en het combineren van zorg en werk. Dit kan voortkomen uit aannames over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Het verschil in benadering kan leiden tot discriminatie van vrouwen met als gevolg een aanzienlijk minder hoge uitkering.
nogal eens voor dat het hiervoor gebruikte excuus flauwekul is. En vaak is zo’n onzin redenering ook nog eens onwettig. Vrouwen konden hun ervaring beschrijven op een speciale website. Ruim tweehonderd vrouwen hebben hier gebruik van gemaakt. Tijdens de campagne plaatste het College ook polls op LinkedIn. Hieruit bleek dat vrouwen bereid zijn alles uit de kast te halen om te kunnen doorgroeien in hun werk, ook in organisaties waar vooral mannen aan de top werken. 10% is zelfs bereid een zwangerschap uit te stellen voor een promotie.
dat schiet lekker op ken je ook zo’n sterk argument van je baas? deel deze op flauwekulexcuus.nl
Campagne ‘Flauwekulexcuus’ In januari 2012 herhaalde het College de campagne ‘Flauwekulexcuus’ die in december 2011 was gelanceerd. Het College lanceerde de campagne, omdat veel vrouwen nog steeds anders worden behandeld op de werkvloer dan mannen. Het komt
dat schiet lekker op ken je ook zo’n sterk argument van je baas? deel deze op flauwekulexcuus.nl
Met ingang van 9 mei 2012 moeten bussen en metro’s in Nederland toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dit is vastgelegd in de gewijzigde Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Hiermee krijgt de gelijke behandeling van mensen met een functiebeperking steeds meer vorm. Het College beoordeelt discriminatieklachten over ontoegankelijke bussen en metro’s. Het toegankelijk maken van bussen en metro’s is het eerste onderdeel van het toegankelijk maken van alle openbaar vervoer. In 2030 moet alle openbaar vervoer toegankelijk zijn.
Ratificatie VN-verdrag voor mensen met een beperking Nederland heeft het VN-verdrag voor mensen met een beperking op 30 maart 2007 ondertekend, maar nog steeds niet geratificeerd. Na ratificatie treedt het verdrag in werking. Belangrijkste reden is dat de regering de financiële gevolgen van implementatie van het verdrag niet kan overzien. Ondertussen hebben mensen met een beperking in Nederland nog steeds een achtergestelde positie. Laurien
Koster riep de regering, in haar speech tijdens de opening van het College, op tot ratificatie. Het College is dan ook verheugd dat ratificatie van het verdrag in het huidige regeerakkoord is opgenomen. Een van de taken van het College is ratificatie, implementatie en naleving van verdragen over mensenrechten bevorderen. Het College is voortdurend in gesprek met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de stand van zaken en de planning rond de ratificatie van het verdrag. Ook leverde het College informatie aan voor het onderzoek dat het ministerie liet doen naar de economische gevolgen van ratificatie. Daarnaast sprak het College met de Coalitie voor Inclusie. Tijdens een bijeenkomst voor belangenorganisaties en politieke partijen in Den Haag, georganiseerd door de ChristenUnie, drong het College erop aan om als eerste stap de bestaande Wet gelijke behandeling handicap/chronische ziekte uit te breiden. Die geldt nu nog alleen voor discriminatie op het werk, in het onderwijs, bij de huisvesting en in het openbaar vervoer. Net als vele andere organisaties vindt het College dat alle goederen en diensten daaronder vallen, zodat ook ziekenhuizen, winkels, culturele en sportinstellingen hun diensten moeten aanpassen voor mensen met een beperking.
Leerling met rekenstoornis gediscrimineerd bij eindexamen Een leerling vraagt de school vanwege de rekenstoornis dyscalculie om tijdens de examens in de vakken wiskunde A en economie gebruik te mogen maken van formulekaarten. Vanwege haar rekenstoornis kan zij deze formules niet onthouden, maar wel toepassen. De leerling gebruikt deze kaarten vanaf het eerste schooljaar en ook bij het schoolexamen dat jaar. De school weigert toestemming voor de kaarten bij het Centraal Schriftelijk Eindexamen, omdat dat volgens de Inspectie van het onderwijs en het College voor Examens niet zou mogen. Het College oordeelt dat gebruik van formulekaarten bij de vakken wiskunde A en economie een doeltreffende aanpassing is. Als de school deze aanpassing weigert discrimineert de school de leerling (oordeel 2012-85). De leerling deed uiteindelijk examen zonder formulekaart, maar is wel geslaagd. Naar aanleiding van het oordeel zijn Kamervragen gesteld. Ook sprak het College met het ministerie en het College voor Examens over doeltreffende aanpassingen bij toetsen en examens.
13
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Opening College voor de Rechten van de Mens Op 2 oktober ging het College voor de Rechten van de Mens van start met een succesvolle opening in het Beatrix Theater in Utrecht. Tot de aanwezige gasten behoorden Koningin Beatrix, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties Navanethem Pillay en de Nederlandse Paralympische ploeg.
Ad van Liempt verzorgde een afwisselend programma dat mensenrechten in Nederland vanaf de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens uit 1948 tot nu op indrukwekkende wijze neerzette
14
Ook waren ministers Spies, Opstelten en Leers aanwezig naast de ongeveer 600 wetenschappers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en overheden.
Mevrouw Pillay sprak de aanwezigen toe en wees op de belangrijke rol van het College bij het bevorderen, belichten, bewaken en beschermen van mensenrechten in Nederland. Ad van Liempt, historicus en televisiemaker, verzorgde een afwisselend programma dat mensenrechten in Nederland vanaf de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM) uit 1948 tot nu op indrukwekkende wijze neerzette. Er was veel aandacht voor de start van het College, zowel in aanloop naar als op de dag zelf. Zo was Laurien Koster te gast bij Paul van Liempt op BNR Nieuwsradio en stonden er uitgebreide interviews in onder andere Metro, de Telegraaf en het Financieele Dagblad.
Mensenrechtenbeleid Nederland onder de loep Op 31 mei 2012 legde Nederland voor de tweede keer examen af bij de VN, de zogeheten Universal Periodic Review (UPR). Tijdens een zitting van de Mensenrechtenraad stelden 54 landen de Nederlandse regering vragen over de mensenrechtensituatie in Nederland. Namens het College waren voorzitter Laurien Koster en collegelid Domenica Ghidei aanwezig. Het College werkte samen met de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en het College bescherming persoonsgegevens in het naar voren brengen van zorgpunten over de mensenrechtensituatie in Nederland. In een tweetal bijeenkomsten in april 2012 ter voorbereiding op de UPR werden meer dan 40 ambassadeurs en ambassademedewerkers in Den Haag en Genève geïnformeerd over de zorgpunten van het College. Die betroffen onder andere mensenrechteneducatie op scholen en voor professionals, de positie van kwetsbare mensen en minderheden zonder stem, discriminatie op de arbeidsmarkt, de levensstandaard op de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba (BES), preventief fouilleren, privacy aspecten en oprichting van het College voor de Rechten van de Mens. Deze voorbereiding van de UPR resulteerde in scherpere vragen aan Nederland door de andere landen op 31 mei 2012.
In aanloop naar en tijdens de zitting in Genève twitterden de medewerkers van het College via @NLdoetexamen met als hashtag #UPR_NL. Zo hield het College NGO’s, politici en media op de hoogte. Op de dag van het examen organiseerde het College in samenwerking met Amnesty International, Defence for Children, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten en Justitia et Pax een discussiebijeenkomst, een zogenaamd side event, in Genève over de mensenrechten van vreemdelingen en kinderen zonder rechtmatig verblijf in Nederland. De Minister voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en vertegenwoordigers van NGO’s wisselden informatie uit over het beleid in de praktijk. Tijdens de dialoog was er aandacht voor verschillende positieve ontwikkelingen zoals de komst van het College voor de Rechten van de Mens en de Kinderombudsman. Daarnaast werden er verschillende knelpunten genoemd, waarbij Nederland ook aanbevelingen ontving over bijvoorbeeld het niet-ratificeren van het VN-gehandicaptenverdrag, de aanpak van rassendiscriminatie op de arbeidsmarkt, het ontbreken van mensenrechteneducatie op scholen, de loonkloof en kinderen in de (langdurige) asielprocedure.
Het College werkte samen met de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en het College bescherming persoonsgegevens in het naar voren brengen van zorgpunten over de mensenrechtensituatie Nederland
Na het uitkomen van de aanbevelingen in september 2012, organiseerde het College nogmaals een bijeenkomst met het maatschappelijk middenveld. Hier zijn de aanbevelingen en de opvolging daarvan besproken.
15
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Gelijke Behandelingslezing ‘Van Animal Farm tot Animal Cops’
Geen baan vanwege je leeftijd Gemiddelde leeftijd
Jaarlijks organiseert het College voor de Rechten van de Mens de Gelijke Behandelingslezing. In 2012 deed Paul Schnabel, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, het College de eer aan. In de Van Nelle fabriek sprak hij alweer de vierde Gelijke Behandelingslezing uit met de titel ‘Van Animal Farm tot Animal Cops. Zijn er grenzen aan gelijkheid?’.
Van de mensen die vanwege leeftijdsdiscriminatie een verzoek om een oordeel indiende bij het College was 57% man en 43% vrouw. De gemiddelde leeftijd van de verzoekers was 49 jaar. Daarbij gaan veruit de meeste zaken over werving en selectie. Mensen worden bijvoorbeeld afgewezen voor een baan vanwege hun leeftijd of er is zelfs een leeftijdsgrens opgenomen in de vacaturetekst. Paul Schnabel schetste een mooi beeld van de wisselwerking tussen broederschap, vrijheid en gelijkheid, de klassieke waarden uit de Franse Revolutie. Hij plaatste daarmee het werk van het College op doeltreffende wijze in een historisch kader en filosofeerde over voortschrijdend gelijkheidsdenken en de botsingen met andere waarden. Hij benadrukte dat discriminatie op de loer ligt als mensen de ander van subject tot object vervormen; omgekeerd ontstaat begrip en waardering voor verschil als mensen van object tot subject worden gemaakt. Aansluitend op de lezing gingen wethouder Korrie Louwes, Rita Schriemer van RADAR en specialist discriminatie op de arbeidsmarkt John Autar met elkaar en met het publiek het gesprek aan.
16
Te oud voor de baan Een bemiddelingsbureau zoekt een Head of Client Services voor haar opdrachtgever. Een man solliciteert hierop, maar ontvangt van de consultant het bericht dat hij niet wordt uitgenodigd. Reden is dat hij te weinig zakelijke/directe ervaring heeft en dat de opdrachtgever een personeelsbeleid voert gericht op verjonging van de organisatie. Het bemiddelingsbureau slaagt er niet in te weerleggen dat de leeftijd van de man reden is om hem af te wijzen. Bovendien gaf het bureau de consultant een waarschuwing waarin staat dat hij zich met het versturen van dit soort e-mails schuldig maakt aan leeftijdsdiscriminatie. Daarom oordeelt het College dat er sprake is van leeftijdsdiscriminatie (oordeel 2012-30).
Het bemiddelingsbureau biedt de sollicitant excuses aan en hulp bij het zoeken naar een baan. Ook krijgen alle consultants bericht met uitleg over de gelijkebehandelingswetgeving in combinatie met een interne gedragscode. Verder wil het bedrijf haar medewerkers de gedragscode jaarlijks laten ondertekenen zodat het onderwerp aandacht houdt.
Onderzoek naar stereotypen bij de toegang tot werk Nog altijd worden mensen op de arbeidsmarkt geweigerd vanwege hun leeftijd. Stereotypen en vooroordelen maken dat ouderen minder kans hebben op een baan. Het College heeft in 2012 een aanvraag gedaan bij PROGRESS (een Europees fonds voor projecten die discriminatie moeten tegengaan) voor een bijzonder project. De aanvraag is gehonoreerd waardoor het College in 2013 van start gaat met een literatuuronderzoek naar de invloed van stereotypering bij de toegang tot werk voor ouderen & jongeren, niet-westerse etnische groepen, vrouwen en mensen met een beperking. Het onderzoek wordt in 2013 gepresenteerd. Op basis van dit onderzoek ontwikkelt het College een training voor mensen die (gaan) werken in de werving en selectie. De training
wordt onder andere aangeboden aan hboopleidingen P&O/HRM en universitaire opleidingen personeelswetenschappen.
Nog altijd worden mensen op de arbeidsmarkt geweigerd vanwege hun leeftijd. Stereotypen en vooroordelen maken dat ouderen minder kans hebben op een baan.
17
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Campagne ‘Ik heb recht op’
Het recht op gezinsleven
Op de dag dat het College voor de Rechten van de Mens een feit werd, startte de campagne ‘Ik heb recht op’. Doel van de campagne was het publiek kennis te laten maken met het College en hen te informeren over mensenrechten in Nederland. Via kranten, websites en abri's zijn verschillende rechten gedurende drie weken onder de aandacht gebracht. Bijvoorbeeld het recht op privacy, het recht op vrijheid, het recht op een eerlijk proces en het recht op voeding. Zo werd het interview met Laurien Koster op 2 oktober in de Metro geflankeerd door een campagne-uiting op iedere pagina. In 2013 is de campagne nogmaals drie weken verschenen.
Het vorig kabinet wilde gezinsmigratie beperken tot het ‘kerngezin’, dat bestaat uit twee gehuwde ouders en eventuele nakomelingen. Hierdoor kwamen ongehuwde partners met een stabiele en langdurige relatie per 1 oktober 2012 niet langer in aanmerking voor toelating. Partners van migranten van buiten de Europese Unie en Turkije konden in het nieuwe stelsel niet in Nederland wonen als zij niet gehuwd waren. In de praktijk ging het met name om autochtone Nederlanders en westerse allochtonen met een buitenlandse partner.
18
De acties van het College in combinatie met druk vanuit de advocatuur gaven een nieuwe impuls aan het debat over het beleid rond gezinsmigratie
Het College vroeg in 2012 bij de Tweede Kamer aandacht voor het toelatingsbeleid voor ongehuwde partners, omdat het discriminatie op grond van burgerlijke staat oplevert. De acties van het College in combinatie met druk vanuit de advocatuur gaven een nieuwe impuls aan het debat over het beleid rond gezinsmigratie. Op 21 december 2012 liet staatssecretaris Teeven weten dat de aanscherping van het toelatingsbeleid voor ongehuwde partners niet langer van toepassing is. De eis van een huwelijk is vervallen en het partnerbeleid voor gezinsmigratie wordt weer beoordeeld op basis van de regels van voor 1 oktober 2012.
19
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Organisatie Het College bestaat uit twaalf collegeleden afkomstig uit verschillende maatschappelijke sectoren. Naast de negen zittende leden stelde de minister in 2012 drie nieuwe collegeleden aan, te weten Kathalijne Buitenweg, Nicola Jägers en Jan-Peter Loof. De selectie van deze collegeleden is tot stand gekomen in samenspraak met de Raad van Advies.
20
21
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Het College wordt ondersteund door zo’n 55 professionals die werken voor de afdelingen Front office & Oordelen, Onderzoek & Advies en de stafafdeling Bedrijfsvoering.
Raad van Advies De leden van de Raad van Advies zijn afkomstig van maatschappelijk organisaties. Vaste leden zijn de Nationale ombudsman, de voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens en de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak. Verder bestaat de Raad van Advies uit Klara Boonstra, Marianne Kroes, Glenn Helberg, Sieto de Leeuw, Barbara Oomen, Wilhelmina Thomassen, Lars van Troost en Saskia Wieringa. De raad adviseert het College elk jaar over het voorgenomen beleidsplan van het College en adviseert de Minister van Veiligheid en Justitie over de benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het College.
Formatie en ziekteverzuim Op 31 december 2012 werkten er 65 mensen bij het College. Een volledig overzicht van alle medewerkers staat in bijlage 4. In 2012 is het gemiddelde verzuimpercentage 5,5%. In 2011 was dit percentage 3,9%. Het gestegen verzuim werd veroorzaakt door enkele langdurig zieken.
Financiën
Reorganisatie De transitie van Commissie Gelijke Behandeling naar College voor de Rechten van de Mens betekende eveneens een reorganisatie van het ondersteunend bureau. Doel van deze reorganisatie was meer middelen vrijspelen voor de nieuwe taken. De omvorming naar het College ging gepaard met een bescheiden budgetuitbreiding, die gegeven de verbreding van de taken onvoldoende is om de ambities waar te maken. Dat betekende een bezuiniging in het oordelenproces, door invoering van efficiëntere werkprocessen. Door natuurlijk verloop en interne doorstroom is de reorganisatie gerealiseerd zonder gedwongen ontslagen. Na diverse overleggen adviseerde de ondernemingsraad positief over de reorganisatie. Daarna volgde de plaatsingsprocedure, die werd begeleid door een plaatsingscommissie met een externe voorzitter. Op 1 november 2012 was de reorganisatie een feit en waren alle medewerkers in vaste dienst op hun functie geplaatst. Daarna was er nog een aantal vacatures, waarvoor de procedures doorliepen tot begin 2013. Inmiddels is het ondersteunend bureau van het College op volle sterkte.
Locatie Het College voor de Rechten van de Mens is gehuisvest in het centraal gelegen Utrecht, zodat iedereen gemakkelijk toegang heeft. Met de overgang van Commissie Gelijke Behandeling naar College is het aantal medewerkers toegenomen. Om voldoende werkplekken te garanderen is het kantoorpand in 2012 verbouwd.
Het College voor de Rechten van de Mens is een zelfstandig bestuursorgaan. Het ministerie van Veiligheid en Justitie verzorgt de basisfinanciering. De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap financieren met tussenkomst van het ministerie van Veiligheid en Justitie activiteiten die hen rechtstreeks aangaan. Het College diende voor 2012 een sluitende begroting in voor K¤ 6.442. Uitgangspunt voor die begroting is het Meerjarenplan 2012 - 2015.
Tabel: uitputting versus budget (bedragen x € 1000) budget
realisatie*
onder/over uitputting
uitputting budget (%)
2.160
2.273
113
105 %
Personeel
4.282
4.160
-122
97 %
Totaal
6.442
6.433
-9
100 %
Materiaal
Het College putte K¤ 6.433 uit. Er is dus een onderuitputting van K¤ 9.
22
23
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Bijlage 1 - Bijeenkomsten en bezoeken Het College voor de Rechten van de Mens bezocht in 2012 verschillende bijeenkomsten, verzorgde presentaties en ontving nationale en internationale delegaties. Hieronder een greep uit die verscheidenheid aan bijeenkomsten en bezoeken. Januari • Deelname rondetafelgesprek ter voorbereiding op het algemeen overleg over discriminatie naar aanleiding van het onderzoek ‘Uitzendbureaus, gekleurde doorgeefluiken?’ • Voorzitter werkgroep ‘Staatloze kinderen’ tijdens lustrumcongres Instituut voor Immigratierecht van de Universiteit Leiden Februari • Deelname rondetafelgesprek Passend onderwijs naar aanleiding van het wetsvoorstel Passend onderwijs • Dagvoorzitter Internationale conferentie 'Zero Tolerance tegen Vrouwelijke Genitale Verminking', georganiseerd door InterAfrican Committee Maart • 25th annual meeting van het International Coordinating Committee of National Institutions for the Promotion and Protection of Human Rights • Deelname denksessie Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken • Voorwoord bij debat in de Rode Hoed over de loonkloof tussen mannen en vrouwen 'Je verdiende loon!' April • Workshop verzorgd op VNG-congres Arbeidszaken voor P&O medewerkers van gemeenten: 'Gelijke monniken, ongelijke kappen' Mei • Deelname aan Supportbeurs • Behandeling UPR Nederland en side-event georganiseerd door College en diverse NGO's over irregular migrants • Ontvangst Koeweitse delegatie van het Nederlands Helsinki Comité • Presentatie tijdens bijeenkomst over de situatie van MOE-landers in Nederland • Deelname aan de CRPD werkgroep van Europese mensenrechteninstituten Juni • Presentatie op annual ECRI-seminar over de totstandkoming van het Nederlandse mensenrechteninstituut • Ontvangst Europese ombudsman de heer Nikiforos Diamandouros • Deelname expertbijeenkomst Amnesty over lokaal beleid • Stakeholdersconsultatie - Gelijke Behandelingslezing • Deelname aan consultatieve bijeenkomst Coalitie voor Inclusie over ratificatie CRPD 24
Juli • Werkbezoek bij College door ambtelijke delegatie van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie • Bijeenkomst nationale mensenrechteninstituten in Europa September • Seminar European Group of National Human Rights Institutions “Business and Human Rights” • Bezoek aan Noord-Ierse Mensenrechtencommissie over ouderenzorg en mensenrechten • Deelname expertbijeenkomst discriminatie in de uitzendbranche door ABU • Presentatie bij interdepartementale informatiebijeenkomst Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties • Ontvangst leden ECRI Oktober • Opening College voor de Rechten van de Mens • Deelname expertmeeting FNV over domestic work • Presentatie inspiratiebijeenkomst Gemeente Utrecht tijdens Week van de Mensenrechten • Dagvoorzitter expertmiddag over meldingsbereidheid discriminatie • Deelname bijeenkomst ratificeren van VN-verdrag voor mensen met een beperking • Deelname aan de CRPD werkgroep van Europese mensenrechteninstituten November • Workshop over de WGBH/CZ voor leerplichtambtenaren • Overleg bij OCW over doeltreffende aanpassingen bij toetsen en examinering • 5th session Forum on Minority Issues - OHCHR • Werkbezoek groep Japanse vrouwen over de positie van vrouwen in de maatschappij • Studiebezoek parlementaire delegatie Namibië • Ontvangst delegatie T.M.C. Asser Instituut, studiebezoek 'Access to Justice' • Dagvoorzitter bijeenkomst VN-Vrouwennetwerk over 'Geweld tegen vrouwen en mensenhandel' December • Fundamental Rights conferentie • Bijeenkomst Platform Mensenrechteneducatie • Consultatie 57e sessie van de VN Commission on the Status of Women • Workshop mensenrechten en discriminatie op ROC Zadkine en Hogeschool InHolland • Minister Leers lanceert app tijdens een bijeenkomst bij het College over de lage meldingsbereidheid van minderheden
Bijlage 2 - Onderzoeken, adviezen, rapportages en overige publicaties Onderzoek
Overige publicaties
Hoe is het bevallen? Onderzoek naar discriminatie van zwangere vrouwen en moeders met jonge kinderen op het werk
Oordelenbundel 2011
Discriminatie vanwege zwangerschap en moederschap neemt niet af. Dat blijkt uit de vele oordelen de afgelopen jaren. Dit was aanleiding om een onderzoek in te stellen naar de aard en omvang van deze vormen van discriminatie en om oplossingsrichtingen hiervoor te zoeken. De resultaten bevestigen dat discriminatie wegens zwangerschap of moederschap voor veel vrouwen een alledaagse werkelijkheid is.
Verkennend onderzoek naar onderscheid naar geslacht bij de vaststelling van letselschade Bij mensen die jong een ongeluk krijgen is het moeilijk om te bepalen hoe hun leven eruit zou hebben gezien. Uit het onderzoek blijkt dat mannen en vrouwen soms verschillend worden benaderd als het gaat om vragen over een kinderwens en het combineren van zorg en werk. Dit kan voortkomen uit aannames over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Het verschil in benadering kan leiden tot discriminatie van vrouwen met als gevolg een aanzienlijk minder hoge uitkering.
In de oordelenbundel bespreekt een onafhankelijke redactie de oordelen, adviezen en onderzoeken van het College.
Brief aan Tweede Kamer Commissie SZW over de Wet Werken Naar Vermogen Brief aan de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid met aandachtspunten ten behoeve van rondetafelgesprek Wet Werken Naar Vermogen op 14 en 15 maart 2012.
Brief met betrekking tot wetsvoorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap Brief aan de voorzitter Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het wetsvoorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
Brief aan de Tweede Kamer met betrekking tot grondwetswijziging BES-eilanden Brief ter attentie van de woordvoerders inzake het debat over de Grondwetswijziging BES.
Brief aan de Tweede Kamer met betrekking tot gezinshereniging
Adviezen Advies kledingvoorschriften in gedragscode van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Neutraliteit, gezag en zichtbare geloofsuitingen bij de IND: een kwestie van maatwerk De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft het College verzocht advies uit te brengen over haar gedragscode waarin onder andere regels zijn opgenomen over kleding en uiterlijk. Het College schetst het juridisch toetsingskader en formuleert criteria aan de hand waarvan wordt beoordeeld of de gedragscode, op het onderdeel ‘kleding’, (verboden) onderscheid op grond van godsdienst tot gevolg heeft.
Brief aan de voorzitter van de Algemene Commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel over de inwerkingtreding aanscherpingen gezinsmigratie per 1 oktober 2012.
Brief aan de informateurs met aandachtspunten van het College voor de Rechten van de Mens Brief aan de informateurs, de heer Henk Kamp en de heer Wouter Bos, met daarin adviezen en aandachtspunten van het College voor de Rechten van de Mens i.o. voor de kabinetsformatie. Alle publicaties staan op de website van het College voor de Rechten van de Mens: www.mensenrechten.nl
Rapportages Rapport consortium Universal Periodic Review 2012 Rapport samengesteld door het College, de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en het College bescherming persoonsgegevens voor de Universal Periodic Review in 2012.
25
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Tabel 2 – Vragen over mensenrechten
Bijlage 3 - Cijfers oordelen
Onderwerp
1. Vragen aan het College In tabel 1 staan de vragen van 2010 tot en met 2012 weergegeven op het gebied van gelijke behandeling. De verhoudingen tussen de gronden komt ongeveer overeen met voorgaande jaren. Ook dit jaar gaan de meeste vragen over de gronden chronische ziekte/handicap, leeftijd en geslacht. De meeste mensen stellen hun vragen telefonisch. Vragen aan de Front office worden veelal voorgelegd door privé-personen, maar ook door werkgevers, advocaten, hulpverleners, belangenorganisaties, uitzendbureaus en ondernemingsraden. Als de Front office doorverwees, dan gebeurde dit het vaakst naar het juridisch loket, de Kinderombudsman, de Nationale ombudsman, Antidiscriminatiebureaus en het College bescherming persoonsgegevens. De vragen over mensenrechten lopen zeer uiteen.
In tabel 2 staan de onderwerpen waar de meeste vragen over zijn gesteld. De meeste vragen (28) gingen over privacy en de bescherming van het huwelijk en gezin, bijvoorbeeld over gegevensbescherming, het recht op het stichten van een gezin en de bescherming van het privéleven. Iets minder vragen (26) gingen over mobiliteit en bewegingsvrijheid, zoals het zoeken van asiel/asielzoekers en het verkrijgen van een Nederlandse nationaliteit. Op de derde plek staat gelijke behandeling en discriminatie (17). Dit gaat over de onderwerpen die wel met gelijke behandeling en non-discriminatie te maken hebben, maar buiten de gelijkebehandelingswetgeving vallen. Bijvoorbeeld discriminatie in de openbare sfeer, positieve actiemaatregelen vanuit de overheid en discriminatie in de privésfeer.
Aantal vragen vanaf oktober 2012
Privacy & bescherming huwelijk en gezin
28
Mobiliteit en bewegingsvrijheid
26
Gelijke behandeling en non-discriminatie
17
Lichamelijke en geestelijke integriteit
12
Behoorlijke levensstandaard
12
Gezondheid
8
Rechtspleging
7
Rechtsmiddelen
6
Verbod van mensenhandel en uitbuiting
5
2. Verzoeken om een oordeel 2.1 Per grond In 2012 ontving het College 634 verzoeken om een oordeel. De top drie van verzoeken bestaat uit de gronden: leeftijd (135), handicap/chronische ziekte (114) en geslacht (112). De grootste toename van het aantal verzoeken zien we bij de grond nationaliteit van 4% in 2011 tot 8% in 2012).
Tabel 1 – Vragen over gelijke behandeling 2010 Abs.
2011
2012
%
Abs.
%
Abs.
%
Eén grond
Tabel 3 - Verzoeken per grond
Geslacht
180
11%
141
11%
132
12%
Ras
129
8%
65
5%
78
7%
Nationaliteit
32
2%
56
4%
51
4%
Godsdienst
108
7%
90
7%
57
5%
Seksuele gerichtheid
22
1%
26
2%
17
1%
Burgerlijke staat
21
1%
12
1%
4
0%
Politieke overtuiging
2
0%
4
0%
0
0%
Levensovertuiging
5
0%
1
0%
7
1%
Arbeidsduur
33
2%
29
2%
16
1%
Vaste/Tijdelijke arbeidscontracten
14
1%
9
1%
8
1%
Handicap/Chronische ziekte
285
17%
256
19%
236
21%
Leeftijd
224
14%
151
11%
156
14%
Meerdere gronden Geen gelijkebehandelingsgrond* Grond onbekend
86 354 141
5% 22% 9%
56 259 162
4% 20% 12%
50 239 96
4% 21% 8%
1636
100%
1317
100%
1147
100%
2010 Abs.
2012
Abs.
%
Abs.
%
117
16%
112
18%
Geslacht
63
16%
Ras
55
14%
94
13%
86
14%
Nationaliteit
16
4%
28
4%
49
8%
Godsdienst
30
7%
50
7%
37
6%
Seksuele gerichtheid
8
2%
16
2%
8
1%
Burgerlijke staat
4
1%
13
2%
6
1%
Politieke overtuiging
10
2%
8
1%
7
1%
Levensovertuiging
4
1%
4
1%
6
1%
Arbeidsduur
15
4%
14
2%
12
2%
Vaste/Tijdelijke arbeidscontracten
8
2%
2
0%
2
0%
Handicap/Chronische ziekte
71
17%
139
19%
114
18%
Leeftijd
87
21%
126
18%
135
21%
Geen gelijkebehandelings-grond
35
9%
108
15%
60
9%
406
100%
719
100%
634
100%
Totaal Totaal
2011 %
* De gelijkebehandelingswetgeving in Nederland bestrijkt twaalf non-discriminatiegronden. Als een (vermoed) onderscheid hier niet onder valt, kan het College er niet over oordelen.
26
27
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Tabel 4 – Verzoeken per terrein
Tabel 5 – Afgehandelde verzoeken naar type afdoening 2010 Abs.
Arbeid
2011 %
Abs.
%
Abs.
2012 %
2010 Abs.
*
Onderwijs ,
Afdoening
304
48%
66
16%
195
27%
185
29%
eigen handelen)
38
9%
45
7%
67
11%
Geslaagde mediation
5
1%
4
1%
2
0%
Kennelijk ongegrond
97
23%
252
35%
235
33%
Oordeel (inclusief oordeel
20 47 4
1%
2
0%
203
48%
221
31%
212
30%
Ingetrokken na schikking
26
6%
35
5%
40
6%
12
2%
9
1%
Ingetrokken, overig
8
2%
51
7%
25
4%
2
0
2
0%
Gesloten
85
20%
158
22%
199
28%
-
-
4
1%
424
100%
721
100%
713
100%
2
0%
Toegang tot openbaar vervoer
Totaal
2012 %
54%
Wonen
Geen gelijkebehandelingsterrein**
Abs.
386
Hoger- en beroepsonderwijs
Vrije beroepen
%
58%
Basis- en voortgezet onderwijs Sociale zekerheid
Abs.
237
Leveren van en toegang tot goederen en diensten
2011 %
59
15%
79
11%
61
10%
406
100%
719
100%
634
100%
Totaal
2.2 Per terrein
2.3 Type afdoeningen
2.3.1 Afgehandelde verzoeken naar grond
Net als voorgaande jaren gaan de meeste verzoeken over arbeid: 48% van alle verzoeken in 2012. Wel neemt het relatief aantal verzoeken op dit terrein in vergelijking met 2010 en 2011 af. Na arbeid gaan de meeste verzoeken over de levering van en toegang tot goederen en diensten (29% van alle verzoeken). Dit is een toename ten opzichte van 2011. Ook is het aantal verzoeken over onderwijs toegenomen. Van de 67 verzoeken over onderwijs spelen er 47 in het hoger- en beroepsonderwijs (inclusief universiteiten) en 20 in het basis- en voortgezet onderwijs.
De afgehandelde verzoeken bestaan uit zaken die in 2012 zijn ingediend, maar ook uit zaken die voor 2012 zijn ingediend en in 2012 afgehandeld. In 2012 handelde het College 713 verzoeken af. Niet alle verzoeken eindigen in een oordeel (zie tabel 5). In 2012 is 30% van de afgeronde verzoeken afgedaan als oordeel, dat zijn 212 oordelen4. Er is een lichte afname van het aantal afgeronde verzoeken dat is afgedaan als kennelijk ongegrond. In 2012 is 33% afgedaan als kennelijk ongegrond, in 2011 was dit 35%. In 2010 was het aandeel kennelijk ongegronde verzoeken nog 23%. De meest voorkomende reden om een zaak als kennelijk ongegrond af te doen was dat het verzoek ging over eenzijdig overheidshandelen. Andere redenen zijn dat een verzoek niet gaat over een gelijkebehandelingsgrond, dat de verzoeker geen belang heeft bij de kwestie, dat klachten onvoldoende zijn geconcretiseerd of dat de kwestie waarover de verzoeker wil klagen zich afspeelde voor de inwerkingtreding van de wet waarop verzoeker een beroep doet. De meest voorkomende reden om een verzoek in te trekken is dat verzoeker en verweerder tot een schikking of oplossing komen, 6% in 2012. Intrekking na schikking kan zowel voor, tijdens als na de zitting. Vaak gebeurt dit na het uitwisselen van de stukken, het beantwoorden van de vragen en het ophelderen van de contouren van het probleem. In vergelijking met vorige jaren zijn meer zaken gesloten: 28%.
In 2012 gaan 49 afgehandelde verzoeken over zwangerschap. Dit aantal oordelen is in vergelijking met 2011 gestegen. Van de afgehandelde verzoeken over zwangerschap leidde 27 zaken tot een oordeel, in 2011 waren dit er nog 17. Op de grond godsdienst gaan de meeste verzoeken over de islam. Bij de zaken zonder grond is één oordeel uitgesproken. Dit lijkt op het eerste gezicht vreemd, maar het gaat om een oordeel over victimisatie waarbij de vermeende discriminatiegrond zelf onderwerp was (oordeel 2012-39).
2.4 Kenmerken van partijen 2.4.1 Verzoekers
*
Onder onderwijs zijn ook de verzoeken op het gebied van ‘studie- en beroepskeuze advies’ opgenomen. De gelijkebehandelingswetgeving is van toepassing op een beperkt aantal terreinen (zie www. mensenrechten.nl). Als een zaak niet op een van deze terreinen speelt, is het College niet bevoegd erover te oordelen.
Van de 713 behandelde verzoeken in 2012 zijn er 680 (95%) ingediend door een natuurlijk persoon en 33 (5%) door een rechtspersoon. Onder verzoeken die door een rechtspersoon zijn ingediend vallen ook de verzoeken om een oordeel eigen handelen. Een kleine meerderheid van de natuurlijke personen is man (53%). De verhouding mannen en vrouwen varieert per grond. Zo komen over geslacht meer verzoeken van vrouwen en over leeftijd meer verzoeken van mannen. De gemiddelde leeftijd van de verzoekers in 2012 is 40 jaar. De meeste verzoekers laten zich niet vertegenwoordigen tijdens de procedure (84%). Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2010 en 2011, toen liet 77% zich niet vertegenwoordigen. Dat verzoekers zichzelf vertegenwoordigen is in lijn met het uitgangspunt dat het College een laagdrempelige voorziening is. Kosten voor rechtsbijstand belemmeren het indienen van een verzoek om een oordeel niet. Als men zich wel laat vertegenwoordigen is dit meestal door een antidiscriminatiebureau (5%) of een advocaat (5%). In 2011 en 2010 lieten meer verzoekers zich bijstaan door een antidiscriminatiebureau (8% en 9%).
4
Wanneer er op basis van twee verzoeken één oordeel wordt gegeven, wordt dit geteld als twee verzoeken die afgedaan zijn als oordeel.
**
28
29
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
KO
Ingetrokken, overig
Gesloten
Totaal
Geslacht
44
1
21
7
5
29
107
Waarvan zwangerschap
27
-
1
7
2
12
49
Ras
27
-
11
2
3
30
73
Nationaliteit
12
-
16
5
3
15
51
Godsdienst
16
-
2
5
3
11
37
Seksuele gerichtheid
2
-
-
2
2
3
9
Burgerlijke staat
3
-
1
1
-
2
7
Politieke overtuiging
8
-
1
-
-
1
10
Levensovertuiging
1
-
2
-
-
0
3
Arbeidsduur
14
-
3
-
-
1
18
Vaste/Tijdelijke contracten
-
-
0
-
-
1
1
Handicap/Chronische ziekte
39
1
46
12
1
29
128
Burgerlijke staat
3
1%
1
0%
3
1%
Leeftijd
34
-
22
2
1
46
105
Politieke overtuiging
0
0%
6
3%
8
4%
Levensovertuiging
1
0%
1
0%
1
0%
Meerdere Gronden
11
10
4
3
16
44
Arbeidsduur
4
2%
7
3%
14
7%
Geen grond
1
100
4
15
120
Vaste/tijdelijke contracten
1
0%
4
2%
0
0%
713
Handicap/chronische ziekte
35
17%
37
17%
39
18%
Leeftijd
38
19%
53
24%
34
16%
Oordelen met verschillende gronden
34
17%
30
14%
11
5%
Geen grond
0
0%
0
0%
1
0%
203
100%
221
100%
212
100%
%
Abs.
%
Abs.
%
29%
74
33%
72
34%
Totaal
2.4.2 Verweerders In 2012 liet 78% van de verweerders zich niet vertegenwoordigingen. Dit is vaker dan in 2010 en 2011 (64% en 73%). In 10% van de zaken lieten verweerders zich bijstaan door een advocaat en in 8% door een juridisch specialist uit de eigen organisatie. In 3% van de zaken is niet bekend of een verweerder zich liet bijstaan.
212
2
235
Ingetrokken, schikking
Geslaagde mediation
3. Oordelen
Oordeel (incl. Oordeel eigen handelen)
Tabel 6 – Verzoeken naar afdoening en grond (in absolute aantallen)
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
40
25
3.1 Oordelen naar grond en terrein
199
Het College sprak 212 oordelen uit in 2012. De meeste oordelen in 2012 gaan over de grond geslacht (21%). Dit verschilt van voorgaande jaren, toen was leeftijd de meest voorkomende grond. Na geslacht sprak het College de meeste oordelen uit over handicap/chronische ziekte en leeftijd (18% en 16%). Er is een
Tabel 7 – Oordelen per grond 2010 Abs.
2011
2012
%
Abs.
%
Abs.
%
Geslacht
32
16%
38
17%
44
21%
Ras
29
14%
22
10%
27
13%
Nationaliteit
7
3%
4
2%
12
6%
Godsdienst
13
6%
17
8%
16
8%
Seksuele gerichtheid
6
3%
1
0%
2
1%
Totaal
Tabel 8 – Oordelen per terrein 2010 Abs. Arbeid – Werving en selectie
58
2011
2012
Arbeid – Aanstelling
2
1%
5
2%
2
1%
Arbeid – Beëindiging arbeidsrelatie
15
7%
11
5%
14
7%
Arbeid – Arbeidsvoorwaarden
37
18%
40
18%
36
17%
Arbeid – Overig
12
6%
16
7%
17
8%
Goederen en diensten
55
27%
53
24%
58
27%
Overig
5
2%
5
2%
7
3%
Meerdere terreinen
18
9%
17
8%
6
3%
Geen terrein
1
0%
0
0%
0
0%
203
100%
221
100%
212
100%
Totaal
30
toename van het aantal oordelen over de gronden geslacht, ras, nationaliteit, arbeidsduur en burgerlijke staat ten opzichte van 2011. Daartegenover staat een afname van het aandeel oordelen over meerdere gronden, leeftijd en vaste/tijdelijke contracten.
31
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Arbeids voorwaarden
Arbeid overig
Geslacht
17
2
7
9
3
5
-
1
44
Ras
7
-
2
1
3
9
4
1
27
Nationaliteit
1
-
-
-
-
11
-
-
12
Godsdienst
8
-
-
1
1
6
-
-
16
Seksuele gerichtheid
-
-
-
-
2
-
-
-
2
Burgerlijke staat
-
-
-
1
-
2
-
-
3
Politieke overtuiging
2
-
1
-
1
4
-
-
8
Levensovertuiging
-
-
-
-
-
1
-
-
1
Arbeidsduur
-
-
-
14
-
-
-
-
14
Vaste/tijdelijke contracten
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Handicap/ chronische ziekte
11
-
2
3
4
16
-
3
39
Leeftijd
23
-
2
5
-
2
2
Meerdere gronden per zaak
3
-
-
2
2
2
1
Geen gronden
-
-
-
-
1
-
Totaal
72
2
14
36
17
58
*
Onderwijs is opgenomen onder goederen en diensten
%
Abs.
%
106
52%
123
56%
133
63%
97
48%
98
44%
79
37%
203
100%
221
100%
212
100%
Oordelen zonder onderscheid/strijd
Totaal
34 1
11
-
1
6
2012
Abs.
verboden onderscheid/strijd met de wet met de wet
7
2011 %
Oordelen met minstens één uitspraak Totaal
Overig
Beëindiging arbeidsrelatie
2010 Abs.
Aanstelling
Meerdere terreinen per oordeel
Tabel 10 - Uitspraken
Werving en selectie
Arbeid
Goeder-en en diensten*
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
4. Effecten van oordelen In de zaken waar in strijd met de wet is gehandeld, onderzoekt het College of, en zo ja welke, maatregelen zijn genomen. Hetzelfde geldt voor zaken waarin het College een aanbeveling doet. Een maatregel kan zowel individueel zijn, specifiek gericht op de verzoeker, of structureel met als doel overtredingen van de wet in de toekomst te voorkomen.
Figuur 1 - Effecten naar aanleiding van oordelen waarbij het College in strijd met de wet oordeelde en/of een aanbeveling deed (N=124)
29,8% geen maatregel
16,1% individudele maatregel
212 Het duurt vaak enige tijd voordat bekend is welke maatregelen de verweerder neemt. De onderstaande cijfers sluiten aan op het vorige jaarverslag en gaan over de periode september 2011 t/m augustus 2012. In deze periode is van 131 oordelen het effect gemeten. Van 124 oordelen is het effect bekend.
Bij de gronden geslacht, godsdienst en leeftijd gaan de meeste oordelen in 2012 over werving en selectie. Bij de gronden ras, nationaliteit en handicap/chronische ziekte gaan de meeste zaken over goederen en diensten. Bij handicap/chronische ziekte gaan de meeste zaken over onderwijs.
28,2% zowel individueel als structureel
25,8% structurele maatregel
3.2 Oordelen naar uitspraak College De meest voorkomende uitspraken zijn ‘geen verboden onderscheid’ en ‘verboden onderscheid’. Het College kan in een oordeel meer dan één uitspraak doen. Bijvoorbeeld verboden onderscheid vanwege nationaliteit bij het aanbieden van een telefoonabonnement, en tegelijkertijd geen verboden onderscheid bij de klachtbehandeling. In 2012 deed het College in 63% van de zaken tenminste een uitspraak van verboden onderscheid. In 37% van de zaken was er in geen van de uitspraken sprake van verboden onderscheid (zie tabel 10). 32
5
Bij de berekening van deze percentages is telkens het aantal genomen maatregelen uitgedrukt in een percentage van het aantal oordelen waarvan bekend is of er maatregelen zijn genomen. Dat wil zeggen dat de zaken met een (nog) onbekende afloop buiten beschouwing zijn gelaten. Dat kan een enigszins vertekend beeld geven als later zou blijken dat in een groot deel van die zaken met onbekende afloop geen opvolging zou plaatsvinden, dan wel dat juist een onevenredig hoog aantal maatregelen wordt getroffen. Het College heeft echter geen aanwijzingen dat het een of het ander het geval zal zijn. Daarbij gaat het slechts om 5 gevallen.
33
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Totaal
Geen maatregelen
Zowel individuele als structurele maatregelen
Alleen structurele maatregelen
Alleen individuele maatregelen
Opvolgingspercentage (individuele en/of structurele maatregelen)
Figuur 2 - Individuele maatregelen7
Tabel 11 - Effecten per grond
4 2 0 8 6 4 2
Grond 8
4
12
14
38
63%
Ras
1
9
3
7
20
65%
Nationaliteit
0
3
4
4
11
64%
Godsdienst
0
5
3
3
11
73%
Burgerlijke staat
0
1
0
0
1
100%
Politieke overtuiging
0
0
0
2
2
0%
Arbeidsduur
0
3
0
2
5
60%
Handicap/Chronische ziekte
7
7
8
3
25
88%
Leeftijd
4
6
9
5
24
79%
0 ig er ig er ov ov id be en st Ar en di n ne re de js: wi oe G er nd to to g ng an di eg ou To rh ve ts ch re ng el si st as er H np a ea nd g ffe lin re ge e lt re Do en io ns pe g t in ela n To se as np aa ng en ni lo od eb Be ng aa ts r laa ai ep di e ag d rm St an te rb in ve g st lin en de di id m an Be ga an ta to ie) nt te es (in us xc /e tie ca ifi ct Re ng di oe rg ve de ha Sc
Geslacht
Figuur 3 - Structurele maatregelen In 16% van de zaken treft de verweerder alleen een individuele maatregel, in 26% alleen een structurele, en in 28% zowel een individuele als een structurele maatregel. In totaal is in 70% van de oordelen een maatregel getroffen. In 30% van de zaken treft verweerder helemaal geen maatregel, hoewel dat wel mogelijk is. Individuele maatregelen zijn niet altijd mogelijk. In de zaken waar dat wel mogelijk is, is in 49% ook daadwerkelijk een individuele maarregel getroffen. In de zaken waar een structurele maatregel mogelijk is, is in 55% van de gevallen ook een structurele maatregel getroffen.5
25 20 15
4.1 Effecten in type maatregelen
10
In figuur 2 staan de individuele maatregelen weergegeven. Hierin is te zien dat ‘rectificatie/excuses’ (13x), ‘schadevergoeding’ (9x) en ‘aanpassing loon, of van beloningscomponenten’ (9x) het meest voorkomen. Onder de categorie ‘overige maatregelen goederen en diensten’ (6x) vallen maatregelen als het aanbieden van vrijkaartjes voor de discotheek (oordeel 2012-12). Onder ‘overige maatregelen arbeid’ (6x) probeert de werkgever iemand in de toekomst zoveel mogelijk in te zetten op projecten. In figuur 3 staan de structurele maatregelen. De maatregelen ‘voorlichting overige werknemers naar aanleiding van het oordeel’ (20x) en ‘aanpassing van het toelatingsbeleid’ (12x) komen het meest voor. Wijzigen van het toelatingsbeleid kan bijvoorbeeld gaan over het deurbeleid van een kroeg, of het toelatingsbeleid van leden bij een vereniging. Toelatingsbeleid bij de arbeid gaat over bijvoorbeeld toelating tot een pensioenregeling.
5 0
Go en
ge
en ov
m
ig er
d
le ge
g jzi wi
re
t en
l
rh
ee
de
id
on
ele
rd oo
O CA
gd jzi wi
in
id
eb cti
n
av
e st ek
l tij
le se
iet
en
ng di kle
ge
st en di
n
d l ei be gs
en
tin
er ed
ela To
va
ng eli
le be
n
nt
m no
ge
ge
a st
ee m
eg nr
el
g in ss
e sio
de or
pa
rte ve
ts
n rs
g lin ge
kt aa
ke
re
en em
m
e gvin
ad
r we
g in ss
ag an
ge
of
er ew
d lei
ed
be
m
ng eli
m
g re
g in ig ijz W
n Pe
O
n Aa
pa
ng gi
en
g in ig ijz W
n Aa
i ijz W
ht
ng
g in
i ss pa
t ch rli
ac Kl
o Vo
n Aa
an de lin ge n
Per grond kan het percentage oordelen waar een maatregel genomen is, verschillen (zie tabel 116). Hierbij moet aangetekend worden dat over de meeste gronden zo weinig oordelen zijn gegeven dat aan het percentage niet een te grote betekenis kan worden gegeven. Van de gronden die in meer dan tien oordelen een rol spelen, scoort de grond handicap/chronische ziekte met 88% opvolging het best. Geslacht, ras en nationaliteit scoren het minst, van deze oordelen wordt respectievelijk 63%, 65% en 64% opgevolgd. In een van de oordelen kwam niet specifiek een grond aan de orde; de vraag was of er sprake was van victimisatie. In dit oordeel, waarvoor het verzoek naar aanleiding van een discrimi-
natieklacht op grond van seksuele gerichtheid was ingediend, werd geconcludeerd dat er sprake was van victimisatie. Dit oordeel werd niet opgevolgd.
6
De opvolging per grond is niet optelbaar naar het aantal oordelen over alle gronden. Dit komt omdat er per oordeel meerdere gronden in het spel kunnen zijn. In dat geval telt de follow-up van een oordeel bij beide gronden mee. 7 Periode 1 september 2010 t/m 31 augustus 2011. De maatregelen zijn niet optelbaar tot het aantal oordelen waarin individuele maatregelen zijn genomen. Naar aanleiding van één oordeel kunnen meerdere maatregelen genomen zijn.
34
8
De maatregelen zijn niet optelbaar tot het aantal oordelen waarin structurele maatregelen zijn genomen. Naar aanleiding van één oordeel kunnen meerdere maatregelen genomen zijn.
35
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens
Bijlage 4 - Personeel Afdeling en Functie
Naam medewerkers
Toelichting
College
Afdeling en Functie
Naam medewerkers
Afdeling Onderzoek en advies
Voorzitter
Mevrouw mr. L.J.L. Koster
Junior projectmedewerker
Mevrouw L. Kistemaker
Ondervoorzitters
Mevrouw mr. C.M. van der Bas
Senior Communicatieadviseur
Mevrouw drs. F.W. Lengkeek
Communicatieadviseur
Mevrouw M.J. Molthoff MA
De heer mr.drs. P.H.A. van Geel Collegeleden
Mevrouw drs. K.M. Buitenweg
vanaf 1 oktober
De heer H.E. Bedford
Mevrouw mr. dr. C.M. van Eck
Projectondersteuner
Mevrouw F.E. van Esch MSc
De heer mr. dr. J.C.J. Dute
Ondersteunend medewerker
Mevr. E.A.M. Jansons- van Steekelenburg MSc
Mevrouw mr. D. Ghidei
Afdeling Frontoffice en Oordelen
Mevrouw mr. C.A. Goudsmit
Hoofd
Mevrouw mr. J. Rijkes
De heer mr. E.J.M. Hofhuis
Senior Functiewaarderingsspecialist
De heer S. Bisschop
De heer mr. D.C. Houtzager
Stafjurist
Mevrouw mr. A. Swarte
Juridisch adviseurs
Mevrouw mr. A. Argoubi
Mevrouw dr. mr. drs. N.M.C.P. Jägers
vanaf 1 oktober
De heer mr. dr. J.P. Loof
vanaf 1 oktober
Directeur
Mevrouw drs. J.A. van Eijk
vanaf 15 april
Plaatsvervangend collegeleden
De heer mr.dr. M. de Blois De heer mr. R.A.A. Böcker
Mevrouw mr. G.I. Gangaram Panday De heer mr. M.A. de Groot Mevrouw mr. N. Gunes
tot 1 oktober
Mevrouw mr. S.B. Hester
De heer mr.dr. Th.G.J.M. van de Burgt
Mevrouw mr. O.A.B. Luiken
Mevrouw mr. P. de Casparis
Mevrouw mr.drs. J.W. Nieuwboer
De heer mr. L. Doyer
Mevrouw mr. A.H. Pranger
Mevrouw prof.dr. P. Essed
Mevrouw mr. R.E.M. Schimmel
De heer mr.dr. H.K. Fernades Mendes
Mevrouw mr. B.H.M. Werker
De heer mr.dr. L.P.M. Klijn
Eerste medewerker Frontoffice
Mevrouw mr. B. Bos
Mevrouw mr. F. le Poole
Medewerkers Frontoffice a.i.
De heer mr. F.G. Knaack
De heer mr. B. Romkes
Mevrouw mr. C.J. Strikker
Mevrouw mr. H.J. Vilters
Eerste medewerker administratie
Mevrouw H.J. In ‘t Veld-Wierdsma
De heer dr. A.K. Yesilkagit
Administratief medewerkers
Mevrouw C.R. Dewman-Entingh
De heer mr. M. Zwamborn
Mevrouw S. Smits
Afdeling Onderzoek en advies Hoofd
Mevrouw L.W. van Spijk De heer J.R. van Dam
tot 1 september
Mevrouw drs. M. Olde Monnikhof MSc
vanaf 1 oktober
Stafafdeling Bedrijfsvoering
Projectleider College voor de Rechten van de Mens
Mevrouw drs. M. Olde Monnikhof MSc
tot 1 oktober
Hoofd
Senior beleidsadviseur
Mevrouw mr. W.J.A. van der Tol
ICT-beheerder
De heer G. Zorgman
Beleidsadviseur
Mevrouw mr. J.E. Bonneur
Medewerker Planning en Control
Mevrouw L. van Woudenberg-Meijer
Mevrouw A.C. van Doornen
Financieel administratief medewerker
Mevrouw J. Roelas-Crocco
Mevrouw mr. M. Graven
Managementondersteuner
De heer M. van Gool
Mevrouw mr. L. van den Heuvel
Secretaresses
Mevrouw R.C. Geldman
Mevrouw J.C. van der Wind-van Rijn
Mevrouw mr. A.K. de Jongh
De heer F.J. Leerdam
Mevrouw S.T. van Alphen-Chang
Mevrouw K. Korte MSc
Mevrouw J.M.E. van Etten-van Beek
Mevrouw C. Thijs MSc
Huismeester
De heer A. van der Velden
Mevrouw dr. O.M.L. Verhaar
Collegeondersteuner
Mevrouw I.R. Steenbakkers-Clotscher
Mevrouw E.M. van Weele LLM
P&O functionaris
Mevrouw J.N. Nieuwenbroek
Senior projectmedewerker
Mevrouw mr. J.M.M. Naber
Documentalist
De heer J.F.M. Koop
Projectmedewerker
Mevrouw mr. A.M. van Eijndhoven
36
Toelichting
37