Voortgangsrapportage duurzaamheid Bunnik Webversie

Gebr. De Koning BV BETONWERKEN - WATERBOUWKUNDIGE WERKEN - FUNDERINGSWERKEN

1e kwartaal 2010

Voortgangsrapportage duurzaamheid Bunnik Webversie

Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de directie van Aannemingsbedrijf Gebr. de Koning B.V..

VERSIE

DATUM

OMSCHRIJVING

OPGESTELD

GECONTROLEERD

GOEDGEKEURD

1

06-122014

Eerste uitgave

J.H.M. Breems BSc

L.C.J. van Dijk BEng

06-12-2014

2

06-122014

Webversie

J.H.M. Breems BSc

L.C.J. van Dijk BEng

06-12-2014


Inleiding

1e kwartaal 2010

Ten behoeve van de CO2-prestatieladder wordt halfjaarlijks deze project-emissierapportage opgesteld voor het project “6.296.28 Prorail Bunnik”. Het doel hiervan is inzicht verschaffen in de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de duurzaamheid op dit project.


Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................. 2 1. Algemeen .......................................................................................................................... 4 1.1 Beschrijving van de organisatie.................................................................................... 4 1.2 Organisatorische grenzen ............................................................................................ 4 1.3 Projectbeschrijving ....................................................................................................... 5 1.4 Projectdoelstellingen .................................................................................................... 6 1.5 Toelichting ................................................................................................................... 6 1.6 Rapportageperiode ...................................................................................................... 6 2. Berekeningsmethodiek ...................................................................................................... 7 2.1 Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren .................................................. 7 2.2 Begrote uitstoot ............................................................................................................ 7 3. Directe en indirecte emissies ............................................................................................. 8 3.1 Scope 1 & 2 ................................................................................................................. 8 3.2 Scope 3 ....................................................................................................................... 8 3.3 Totaal scope 1, 2 & 3 ................................................................................................... 9 4. Maatregelen .....................................................................................................................10 4.1 Genomen maatregelen ...............................................................................................10 4.2 Voortgang doelstellingen.............................................................................................11

1e kwartaal 2010

4.3 Te nemen maatregelen ...............................................................................................14


1. Algemeen 1.1 Beschrijving van de organisatie De rapporterende organisatie, Gebr. De Koning B.V., is een zelfstandige GWW MKB aannemer op de Nederlandse markt. Voor deze rapportage is het volledige opererende deel van Gebr. De Koning B.V. in ogenschouw genomen. Gebr. De Koning B.V. is een bedrijf met een lange historie. In 1900 is de voorloper van Gebr. De Koning opgericht. Het bedrijf maakt sinds die tijd een gestage groei door. Er is altijd veel geïnvesteerd in eigen materieel, wat geresulteerd heeft in een groot machinepark en een ruime hoeveelheid damwand. Gebr. De Koning is een betrouwbare, solide en pragmatische GWW-aannemer die goede oplossingen biedt aan ambitieuze klanten binnen het bedrijfsleven en de non-profitsector. Gebr. De Koning voert zowel eenvoudige als gedurfde, toonaangevende projecten uit. Met de diensten draagt Gebr. De Koning bij aan het goed, duurzaam en kostenefficiënt uitvoeren van haar projecten. Van ontwerp tot beheer en onderhoud.

1.2 Organisatorische grenzen

1e kwartaal 2010



De Koning Beheer B.V.  De Koning Constructies B.V.  Nanengat 1 Papendrecht (tot 1 juli 2011)  Scheepvaartweg 1, Papendrecht (vanaf 1 juli 2011)  De Koning Materieel B.V.  Nanengat 3a Papendrecht (tot 1 juli 2011)  hal 1 t/m 3; Rietgorsweg 9a Papendrecht (vanaf 1 juli 2011)  hal 4; Rietgorsweg 9a Papendrecht  De Koning Vastgoed B.V.  Scheepvaartweg 1, Papendrecht  Gebr. De Koning B.V.  Nanengat 1 Papendrecht (tot 1 juli 2011)  Scheepvaartweg 1, Papendrecht (vanaf 1 juli 2011)

De organisatiegrenzen van Gebr. De Koning B.V. zijn in het kader van het CO2(kooldioxide)bewustzijn daar neergelegd waar de invloed van de organisatie merkbaar aanwezig is. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van Gebr. De Koning B.V. vallen, de verantwoording voor de CO2-productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat De Koning Beheer B.V. met de volgende groepsmaatschappijen voor zover zij betrokken zijn bij het project Bunnik:    

De Koning Materieel B.V. Papendrecht – Nederland De Koning Constructies B.V. Papendrecht – Nederland De Koning Vastgoed B.V. Papendrecht - Nederland Gebr. De Koning B.V. Papendrecht – Nederland


1.3 Projectbeschrijving Aannemingsbedrijf Gebr. De Koning B.V. (GDK) heeft opdracht gekregen voor het project ‘Bunnik – Ontwerpen en bouwen snelverkeer onderdoorgang (TROP)’ (het Werk, SVOB). Het uit te voeren werk is gelegen aan de Provincialeweg (N411) tussen nr. 75 en 77, in de gemeente Bunnik.

Onder de scope van het project vallen in hoofdzaak de volgende onderdelen:

1e kwartaal 2010

              

Onderdoorgang met spoordek (kruising baanvak Utrecht- Arnhem) en verkeersdek (Kruising verbindingsweg Houten-A12); Voorzieningen voor het handhaven van de spoorbaan; Verleggingen/aanpassingen aan de bovenleiding ter plaatse van de onderdoorgang; Verplaatsen/vernieuwen afspanportaal; Afwerking taluds onderdoorgang; Voorzieningen waterhuishouding; Beplanting; Kleine faunavoorziening; Hekwerken; Geluidsscherm; Coördinatie werkzaamheden kabels en leidingen ProRail en derden; Wegconstructie in de onderdoorgang en aansluiting met Provincialeweg N411 en kruispunt Baan van Fectio / Groenweg; Bushalte Baan van Fectio (incl. DRIS); Lichtwerend scherm noordzijde N411; Tijdelijke voorzieningen.


1.4 Projectdoelstellingen Naar aanleiding van het Convenant Duurzaam Bouwen en de contracteisen zijn de volgende projectdoelstellingen vastgesteld: A. De MKI-score van maximaal € 575.255,- aantoonbaar te verwezenlijken. B. Duurzaamheid binnen de eigen organisaties en naar de omgeving uit te dragen. C. Duurzame initiatieven voor dit project samen te bespreken en waar mogelijk toe te passen. D. Opgedane kennis over duurzaam bouwen over te dragen aan de deelnemende organisaties. Door GDK zijn in het KAM-meerjarenplan 2013-2015 voor scope 1, 2 en 3 reductiedoelstellingen op bedrijfsniveau vastgesteld. Deze doelstellingen willen we op de volgende wijze door vertalen naar het project: E. Per rapportageperiode 1,5% CO2-reductie op de emissiestroom “aggregaten en groot materieel; brandstof”. F. Per rapportageperiode 90% CO2-reductie op de emissiestroom “elektra project”. G. Per rapportageperiode 5% CO2-emissie reductie ten aanzien van “inkoop stalen damwand” door vermindering hoeveelheid benodigd staal bij damwanden voor het project. H. Per rapportageperiode 10% C02-emissie reductie ten aanzien van “afvalverwerking” door hergebruik vrijkomende materialen bij het project. Voor dit project willen we dit realiseren door hergebruik vrijkomende grond op de projectlocatie of door toepassing vrijkomende grond als hoogwaardiger bouwstof.

1.5 Toelichting Voor de emissiestromen waarvoor geen specifieke projectdoelstellingen zijn geformuleerd, worden wel maatregelen getroffen om aan de bedrijfsdoelstellingen te voldoen.

1.6 Rapportageperiode

1e kwartaal 2010

De rapportageperiode waarop dit document betrekking heeft, loopt van 1 april 2014 tot en met 30 september 2014. Hiermee is dit de eerste rapportage voor dit project. De overige rapportages zullen betrekking hebben op de periodes 1 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015 en 1 april 2015 tot en met 30 september 2015.


2. Berekeningsmethodiek 2.1 Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren Omdat deze periodieke rapportage onderdeel is van de CO2-prestatieladder, wordt de methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek 2.2, geldig m.i.v. 4 april 2014, zoals uitgegeven door de SKAO. De emissiestromen die voor dit project worden bijgehouden, zijn:     

Scope 1 Aggregaten en groot materieel; brandstof Scope 2 Elektra project Scope 3 Inkoop stalen damwand Scope 3 Afvalverwerking Scope 3 Uitbesteed transport

Voor overige emissiestromen die wel van toepassing zijn op het project, maar niet worden bijgehouden op projectniveau, wordt verwezen naar de bedrijfsadministratie betreffende de CO2-uitstoot. De gebruikte conversiefactoren voor deze emissiestromen zijn afkomstig uit het SKAO Handboek 2.2 bijlage C Conversiefactoren, geldig m.i.v. 4 april 2014.

2.2 Begrote uitstoot

1e kwartaal 2010

Emissiestroom

Beschrijving

Aggregaten & groot materieel; brandstof

Het begrote brandstofverbruik voor dit project is gebaseerd op het totaal aantal machine draaidagen uit de werkbegroting. Dit aantal draaidagen is vermenigvuldigd met het gemiddelde brandstofverbruik per dag om het totaal aantal liters brandstof voor dit project te bepalen. Vervolgens is de voortgang van het project bepaald op 1/3.

Elektra projecten

Het begrote elektriciteitsgebruik voor dit project is gebaseerd op het gemiddelde verbruik per maand van een vergelijkbaar voltooid project. De conversiefactor is gebaseerd op het gebruik van grijze stroom.

Inkoop stalen damwand

De begrote hoeveelheid staal voor dit project is gebaseerd op het referentieontwerp van de opdrachtgever.

Afvalverwerking

Voor de afvalverwerking is voor de eerste rapportageperiode geen begrote hoeveelheid beschikbaar.


3. Directe en indirecte emissies 3.1 Scope 1 & 2

Emissiestroom (in ton CO2) Scope 1: Aggregaten en groot materieel; brandstof Scope 2: Elektra projecten Totaal

Werkelijke uitstoot 92,9

Begrote uitstoot 94,3

Reductie 1,4 (1,5%)

0,2 118,7

6,4

6,2 (96,5%)

Werkelijke uitstoot 325,4 85,8 21,0 513,7

Begrote uitstoot 509,1 -

Reductie 183,8 (36,1%)

1e kwartaal 2010

3.2 Scope 3

Emissiestroom (in ton CO2) Scope 3: Inkoop stalen damwand Scope 3: Afvalverwerking Scope 3: Uitbesteed transport Totaal


3.3 Totaal scope 1, 2 & 3

1e kwartaal 2010

Emissiestroom Aggregaten en groot materieel; brandstof Totaal scope 1 Elektra projecten Totaal scope 2 Inkoop stalen damwand Afvalverwerking Uitbesteed transport Totaal scope 3 Totaal scope 1, 2 & 3

Uitstoot (ton CO2) 92,9 92,9 0,2 0,2 325,3 85,8 21,0 432,1 525,2

Aandeel (%) 17,5 17,5 <1,0 <1,0 61,9 16,3 3,9 82,3 100


4. Maatregelen 4.1 Genomen maatregelen Scope 1:    

 



1e kwartaal 2010



Er is een vaste bouwaansluiting toegepast in plaats van de inzet van een stroomaggregaat voor de elektravoorziening. Bij het aanbrengen van de damwanden voor de bouwkuip is een hoog frequent trilblok ingezet met variabel moment met start/stop-systeem en instelbaar toerental. Verminderen stationair draaien kranen is een doorlopend actiepunt. Gebruik loopbrug over spoor om pendelverkeer tussen bouwplaats Noord en Zuid te verminderen. Het werkterrein wordt door de spoorlijn in tweeën gedeeld. Hierdoor ontstaat een noordelijk werkterrein en een zuidelijk werkterrein. De keetvoorzieningen en voorzieningen voor parkeren zijn gesitueerd aan de noordzijde, aan de zuidzijde is hier namelijk geen ruimte voor. Hierdoor zou het personeel dagelijks moeten pendelen tussen noord- en zuidzijde. Om dit pendelverkeer te verminderen, is een loopbrug over de spoorlijn aangebracht, die het noordelijke en zuidelijke werkterrein met elkaar verbindt. Er is een keetvoorziening voor de projectvoorbereiding- en –begeleiding om pendelverkeer tussen kantoor (Papendrecht) en projectlocatie te verminderen. Carpoolen naar het project is een doorlopend actiepunt. Voor de buitendienststelling in het weekend van 13 september 2014 is een transportplanning gemaakt voor het vervoer van medewerkers naar het project. Er wordt getracht een vaste vergaderdag aan te houden, zodat pendelverkeer tussen kantoor en projectlocatie wordt verminderd. Er wordt gestreefd naar vermindering van de transportbewegingen en reisafstanden door optimalisatie transportplanning. Zoveel mogelijk heen- en terugvrachten combineren.


Scope 2:  

Er is een vaste bouwaansluiting toegepast met “groene” stroom in plaats van “grijze” stroom. Door het gebruik van laptops met docking stations in plaats van desktops wordt energie bespaard. Tevens is een doorlopend actiepunt het hanteren van energiebesparing als inkoopcriteria bij de inkoop van ICT-apparatuur.

Scope 3:  Er wordt getracht afval zo goed mogelijk te scheiden of zelfs te voorkomen.  Door optimalisatie van het ontwerp van de betonconstructie is bespaard op de hoeveelheid benodigd beton.  Door optimalisatie van het ontwerp is bespaard op de hoeveelheid benodigde wapeningsstaal.  Door optimalisatie van het ontwerp van de spoorbaan is bespaard op de hoeveelheid definitief stalen damwand.  Door optimalisatie van het ontwerp voor de bouwkuipen is bespaard op de hoeveelheid tijdelijk stalen damwand. Overige maatregelen:   

Tijdens toolboxoverleggen wordt aandacht besteed aan maatregelen voor duurzaamheid op het project en ideeën van medewerkers worden geïnventariseerd. Dialoog met ProRail gevoerd over CO2-reductiedoelstellingen. Voor dit project is een lidmaatschap voor “bewuste bouwers” aangevraagd. Een van de pijlers van de bewuste bouwers is afvalmanagement en energiebesparing.

1e kwartaal 2010

4.2 Voortgang doelstellingen A. Het project heeft mede het doel om het duurzame karakter uit te stralen binnen de betrokken organisaties en naar de omgeving. Dit wordt bereikt door het project op de website te vermelden en artikelen in vakbladen te laten plaatsen. a. Website: convenant duurzaamheid geplaatst b. Website: lidmaatschap bewuste bouwers, project Bunnik, geplaatst c. Cobouw: artikel convenant bewuste bouwers geplaatst d. Er zijn diverse besprekingen gevoerd tussen de betrokken partijen. Zie ook punt D. B. Er is een door Gebr. De Koning een plan gemaakt waarin duurzame initiatieven voor dit project worden aangereikt. Samen met de opdrachtgever zijn deze initiatieven besproken en waar mogelijk worden deze geïmplementeerd. a. Toepassen vaste bouwaansluiting met groene stroom (windenergie). Is gerealiseerd. b. Onderzoeken mogelijkheid toepassing HVM-trilblok met start-stop-systeem en instelbaar toerental. Is gerealiseerd. c. Verminderen stationair draaien kranen. Is doorlopend actiepunt. d. Tijdens toolboxmeeting aandacht besteden aan maatregelen duurzaamheid op het project en inventariseren ideeën medewerkers. Is gerealiseerd, maar is continue proces. e. Toepassen loopbrug over spoor om pendelverkeer te voorkomen. Is gerealiseerd. f. Toepassen keetvoorziening voor projectvoorbereiding- en –begeleiding om verkeer tussen Papendrecht en Bunnik te voorkomen. Is gerealiseerd.

Gebr. De Koning BV

1e kwartaal 2010

BETONWERKEN - WATERBOUWKUNDIGE WERKEN - FUNDERINGSWERKEN

g. Bij afstemmen vervoer, mogelijkheid tot carpoolen naar werk onderzoeken en toepassen is een doorlopend aandachtspunt. h. Toepassen vaste vergaderdag, zodat pendelverkeer tussen kantoor en projectlocatie wordt verminderd. Is gerealiseerd, maar is continue proces. i. Met ProRail en projectteam duurzame initiatieven voor dit project bespreken: i. (Gedeeltelijk) hergebruik bestaande verharding (verbreden onderbaan en aanbrengen nieuwe toplaag). ii. Toepassen zonnepanelen of windmolen voor stroomvoorziening LEDverlichting onderdoorgang. iii. Toepassen LED-verlichting in onderdoorgang en bij wegen. iv. Hergebruik vrijkomende grond op projectlocatie of toepassing vrijkomend zand als hoogwaardiger grondstof voor bv. betonindustrie. v. Toepassen getrapte waterberging met vegetatie/bomen rond de waterberging. vi. Toepassen warmte/koudeopslag voor verwarming toeritten. vii. Toepassen schanskorven met ballastgrind. j. Toepassen schemerschakelaar op bouwlampen. Is nog niet gerealiseerd. k. Onderzoeken mogelijkheden energiereductie verwarming keten (zoals toepassen tijdklok op verwarming keten of toepassen gasverwarming in plaats elektrische kachels). Is nog niet gerealiseerd. l. Toepassen laptop met dock in station. Bij inkoop ICT-apparatuur. Energiebesparing als inkoopcriterium meenemen in besluitvorming. Is gerealiseerd. m. Voorkomen en scheiden afval op het project. Zoveel mogelijk recyclen. Is een doorlopend aandachtspunt. n. Reductie materiaalgebruik door optimalisatie ontwerp betonconstructie. Is gerealiseerd. o. Reductie materiaalgebruik door optimalisatie ontwerp definitief stalen damwand in de spoorbaan. Is gerealiseerd. p. Reductie materiaalgebruik stalen damwand door optimalisatie tijdelijk stalen damwand bouwkuipen. Is gerealiseerd. q. Bij inkoopbeleid voor inhuur van groot materieel afstand tot project en emissie materieel als inkoopcriteria meenemen in besluitvorming. Vaak zijn de specifieke projecteisen doorslaggevend bij keuze van leverancier en onderaannemer en niet afstand tot het project. Dit is een continue proces. r. Bij inkoopbeleid leveranciers en onderaannemers afstand tot project als inkoopcriterium meenemen in besluitvorming. Is een doorlopend aandachtspunt. Vaak zijn de specifieke projecteisen doorslaggevend bij keuze van leverancier en onderaannemer en niet afstand tot het project. s. Streven naar vermindering van de transportbewegingen en reisafstanden door optimalisatie transportplanning en onderzoeken mogelijkheid transport materialen via spoor tijdens buitendienststelling. Is een doorlopend aandachtspunt. C. Met behulp van DuboCalc berekenen van de MKI-waarde van Uitvoeringsontwerp en maken verificatierapport waarin wordt aangetoond dat de bij Aanbesteding voorgenomen MKI-waarde daadwerkelijk is gerealiseerd. Het MKI proces loopt nog gedurende het gehele project en zal aan het einde van het project aan de ProRail organisatie worden overlegd. Planning eind 2015. a. CO2-projectadministratie opzetten, hierbij voor het project specifiek bijhouden: i. Electraverbruik ii. Brandstofverbruik materieel iii. Woon-werkverkeer iv. Gewerkte uren eigen medewerkers en inleenkrachten b. Opzet projectadministratie met deskundige CO2-prestatieladder afstemmen.


1e kwartaal 2010

D. Voeren dialoog met ProRail, Gemeente Bunnik en Provincie Utrecht over onze CO2reductiedoelstellingen en strategie voor het bedrijf en het project. Dialoog met ProRail heeft plaatsgevonden tijdens overleg en overleg. Dialoog met Gemeente Bunnik en Provincie Utrecht moet nog gebeuren. E. Op de emissiestroom “aggregaten en groot materieel; brandstof” is in de eerste rapportageperiode 1,5% bespaard. Hiermee is de doelstelling van 0,5% gehaald. F. Op de emissiestroom “elektra project” is in de eerste rapportageperiode 96,5% bespaard. De doelstelling van 90% is hiermee gehaald. G. Door optimalisatie van het ontwerp van de spoorbaan konden lichtere damwandplanken toegepast worden waardoor 107 ton staal is bespaard. Dit heeft geleid tot een reductie van 184 ton CO2, wat overeenkomt met 36,1%. De doelstelling van 5% is hiermee gehaald. H. Gedurende de periode waarop de eerste rapportage betrekking heeft, zijn nog geen vrijkomende materialen hergebruikt.


4.3 Te nemen maatregelen Scope 1:   

Verminderen stationair draaien van de kranen is een doorlopend actiepunt. Carpoolen naar het project is een doorlopend actiepunt. Er wordt getracht een vaste vergaderdag aan te houden, zodat pendelverkeer tussen kantoor en projectlocatie wordt verminderd.

Scope 2:  

Toepassen schermerschakelaar op bouwlampen. Verwarming na werktijd lager zetten.

Scope 3:      

1e kwartaal 2010



Voor het verbreden van de onderbaan en het verharden van de toplaag van de weg wordt onderzocht of een gedeelte van de huidige verharding hergebruikt kan worden. Tevens wordt voor het bovenstaande onderzocht of hergebruikte materialen kunnen worden toegepast in het asfaltmengsel. In de snelverkeerondergang en bij de wegen zal LED-verlichting worden toegepast. Voor het leveren van stroom aan de LED-verlichting zal worden onderzocht of dit via zonnepalen of windmolens kan geschieden. Er wordt getracht afval zo goed mogelijk te scheiden of zelfs te voorkomen. Hieraan gerelateerd wordt onderzocht of er een getrapte waterberging met vegetatie kan worden gerealiseerd. Voor het realiseren van de geluidsschermen wordt onderzocht of gebruik gemaakt kan worden van schanskorven gevuld met vrijgekomen ballastgrind. Op deze manier hoeft geen nieuw materiaal aangevoerd te worden voor het geluidsscherm. Daarnaast kan door het inzaaien/inplanten van planten in de schanskorf een zelfreinigend geluidsscherm scherm gerealiseerd worden.

Voortgangsrapportage duurzaamheid Bunnik Webversie

Recommend Documents