VOORTGANGSRAPPORTA GE WOONWAGENZAKEN
JANUARI 2004
Projectgroep Woonwagens Gemeente Dordrecht Projectmanagement
INHOUDSOPGAVE
1.
Inleiding
2.
Woonwagenbeleid 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
.
3 •
Besluitvorming in het verleden Toewijzing van standplaatsen De ontwikkeling van de decentrale locaties na 1999 Zijn deze locaties toereikend?
3 3 4 4/5 5/6
3.
De toekomst van het woonwagenbeleid
6
4.
Onderdelen
6
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
6 6 7 7 8 8 8/9
Deconcentratie Overdracht en beheer woonwagens en standplaatsen Normalisatie Handhaving/toezicht Welzijn 4.5.1. Onderwijs 4.5.2. Sociale Dienst
5.
Informatie en communicatie met bewoners
9
6.
Voortgang realisatie van nieuwe locaties
9
6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7. 7.
Windsingel (De Hoven) De Essen (Vijverlaan) Minnaertweg Quick-terrein Brandts Buysstraat Heelalstraat Vissersdijk
Financiën
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
,
9 10 10 10/11 11/12 12 12 12/13
2/13
1.
INLEIDING
Bijgaand treft u de voortgangsrapportage woonwagenzaken januari 2004 aan. Vanaf 2003 zijn er in de (interne) marap-cyclus drie rapportagemomenten in januari (verantwoordingsrapportage t.b.v. jaarrekening), in mei (tussenrapportage t.b.v. kadernota) en in september {planningsrapportage t.b.v. begroting) In de afgelopen jaren werd twee keer per jaar aan de gemeenteraad gerapporteerd: in juni en in december. Om de werkzaamheden beter te stroomlijnen wordt voorgesteld om de (interne) januari rapportage in uitgebreide vorm jaarlijks aan de gemeenteraad aan te bieden en voor het overige de raad over relevante ontwikkelingen met betrekking tot het woonwagenbeleid tussentijds te informeren.
2.
WOONWAGENBELEID
2.1
Besluitvorming In het verleden
In 1993 besloot de gemeenteraad van Dordrecht tot opheffing van het woonwagencentrum aan de Wieldrechtse Zeedijk per 1-1-2000 en werd een beleid in gang gezet gericht op de ontwikkeling van nieuwe locaties. Belangrijkste doelen waren: betere handhaving (op allerlei gebied) en integratie ofwel normalisatie. In 1993 waren naast het centrale woonwagencentrum de volgende locaties in gebruik: Brandts Buysstraat Domela Nieuwenhuisweg Witte de Withstraat
3 standplaatsen 12 standplaatsen 9 standplaatsen
In de periode van 1993 tot 1998 zijn de volgende nieuwe locaties gerealiseerd: 1996 1997 1998
Amazone Romboutsplantsoen Merbau
14 standplaatsen 18 standplaatsen 11 standplaatsen en 7 woningen
In 1998 vond een heroverweging plaats van de-eerder gekozen locaties aan de hand van een notitie 'Woonwagenbeleid tot 2000'. Dat heeft ertoe geleid dat de gemeenteraad in maart 1999 na uitgebreide discussies in de commissie en in de raadsvergadering besloot tot de aanleg van de volgende locaties: Burg. Jaslaan/Vijverlaan Heelalstraat Minnaertweg Eastonstraat De Hoven Quickterrein nader te bepalen
12 standplaatsen 5 standplaatsen 6 standplaatsen 6 standplaatsen 20 standplaatsen en 10 woningen 20 standplaatsen en 10 woningen 6 standplaatsen
Bij de vaststelling van het aantal standplaatsen (75) was allereerst gekeken naar het aantal hoofdbewoners op het centrale woonwagencehtrum. Dit aantal bedroeg 61. Voor de natuurlijke aanwas werden (minimaal) 14 standplaatsen ter beschikking gesteld. Hierbij ging het om de op 1-1-2000 meerderjarige kinderen, waarvan er toen 27 waren. De resterende behoefte kon opgevangen worden in de 20 woningen. Met dit raadsbesluit konden alle hoofdbewoners en hun meerderjarige kinderen een plek krijgen op één van de decentrale locaties op een standplaats dan wel in een woning, terwijl er daarnaast nog ruimte was voor 75 + 20 - 61 - 27 = 7 anderen.
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
3/13
2.2.
Toewijzing van standplaatsen
De Woonwagenwet werd op 1-1-1999 ingetrokken. Een woonwagen werd hiermee een 'normale' woonvorm: erkend in de Woningwet, net zoals een woning. Veel gemeenten waren en zijn van mening dat zij als overheid een beleidstaak hebben en geen verhuurtaak en gingen gesprekken aan met de corporaties gericht op overdracht van de standplaatsen en huurwagens. Dit proces is in tal van gemeenten - ook in Dordrecht - nog gaande. De deconcentratiegemeenten waren verplicht in hun plaatselijke huisvestingsverordening vast te leggen op welke wijze standplaatsen werden toegewezen. In Dordrecht gebeurde dit in 2000 en 2001. Tevens werden door het college beleidsregels vastgesteld, waarin geregeld werd dat bij de deconcentratie nadrukkelijk gekeken zou worden naar de sociale cohesie en werd (logischerwijs) bepaald dat de bewoners van het centrale woonwagencentrum voorrang hadden boven andere standplaatszoekenden (waarvoor een wachtlijst werd gemaakt). Na het raadsbesluit van 1999 konden alle bewoners van het centrale woonwagencentrum hun Voorkeur aangeven voor een nieuwe locatie. Hiervan heeft niet iedereen gebruik gemaakt. In december 2001 kregen zij allen een nieuwsbrief waarin de stand van zaken werd weergegeven en werden zij nogmaals opgeroepen een keuze te maken. In deze nieuwsbrief werd van alle door de gemeenteraad vastgestelde locaties aangegeven dat deze ontwikkeld zouden gaan worden. Voor wat betreft De Hoven was inmiddels gekozen voor 30 standplaatsen in plaats van 20 standplaatsen en 10 woningen.
2.3.
De ontwikkeling van de decentrale locaties na 1999
Voor de Vijverlaan bleek als eerste locatie voldoende belangstelling te bestaan, gevolgd door de Eastonstraat. Laatstgenoemde locatie werd dooj 6 bewoners in 2003 in gebruik genomen. Door tal van bezwaarprocedures duurde de ontwikkeling van de locatie Vijverlaan aanmerkelijk langer dan waarop was gehoopt. Inmiddels nadert deze locatie zijn voltooiing. De standplaatsen zijn aangelegd en een aantal bouwvergunningen voor de woningen is inmiddels onherroepelijk geworden. Voor enkele bouwvergunningen is de procedure nog gaande. De uitvoering van de aanleg van de locatie De Hoven (Windsingel) is inmiddels zover gevorderd dat de eerste verhuizing in januari 2004 kon plaatsvinden. Voor de Minnaertweg bleek eind 2002 serieuze belangstelling te bestaan. Een zestal gegadigden bleek voornemens deze locatie te willen kopen en zelf te ontwikkelen. De gemeenteraad is hierover geïnformeerd in de Voortgangsrapportage Woonwagenzaken december 2002 (besproken in de commissie Wonen en Leefbaarheid d.d. 23-4-2003). In de daarop volgende Voortgangsrapportage van mei 2003 (besproken in de commissie op 25-6-2003) werd aangegeven dat de te voeren artikel 19 procedure zou worden voorbereid en gestart, terwijl tevens werd gemeld dat de gemeente in mei 2003 een aanbieding zou doen voor het aankopen van de grond. De artikel 19 procedure is gestart: zienswijzen konden worden ingediend en een eerste hoorzitting is gehouden. Voor de locatie Heelalstraat is tot op heden geen belangstelling getoond. Deze locatie kan overigens op korte termijn in gebruik genomen worden omdat geen langdurige planprocedures benodigd zijn. De in het raadsbesluit van 1999 nog niet aan een locatie toegewezen standplaatsen kunnen worden toegevoegd aan de locatie Brandts Buysstraat. Naast de reeds aanwezige 3 standplaatsen is nog ruimte voor maximaal 12 standplaatsen (vermoedelijk 11). Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
4/13
Gedurende lange tijd is er onzekerheid geweest over de locatie Quickterrein. Zeer recent heeft echter de Provinciale Planologische Commissie deze locatie goedgekeurd, zodat binnenkort een verklaring van geen bezwaar tegemoet kan worden gezien. Dit alles betekent dat er thans concreet zicht bestaat op het realiseren van alle door de gemeenteraad aangewezen locaties als gevolg waarvan het centrale woonwagencentrum kan worden ontmanteld. Zoals verderop in deze rapportage is aangegeven, zullen voor enkele resterende locaties nog allerlei procedures moeten worden doorlopen en moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. Zo is voor de Brandts Buysstraat voorwaardelijk dat langs de A16 een geluidsscherm wordt geplaatst en dient NOS Kas op de huidige plek te verdwijnen. Voor het Quickterrein zijn eveneens geluidwerende voorzieningen nodig. Verwacht mag echter worden dat aan deze voorwaarden kan en zal worden voldaan.
2.4.
Zijn deze locaties toereikend?
Als we thans de balans opmaken van de voor de deconcentratie benodigde standplaatsen/woningen komen we uit onderstaand overzicht tot de conclusie dat de deconcentratie zich kan voltrekken binnen de door de raad vastgestelde locaties. Dit was overigens ook een harde randvoorwaarde voor de uitvoering van het beleid in de afgelopen jaren en in de toekomst.
aantal plaatsen *) besluit 1999
Locatie Minnaertweg Eastonstraat Vijverlaan De Hoven Quickterrein Br. Buysstraat Heelalstraat totaal
*) **) ***)
6 6 12 30 30 6 5 95
aantal plaatsen **) concreet in beeld 6 6 11 27 ± 26 £ 11 . 4
'ingevuld' ***)
'vrij'
6 6 10 24 25
1 3 ±1
12
<3
± 91
Standplaatsen en woningen De Hoven en Quickterrein zijn samengenomen Te verwachten aantal daadwerkelijk te realiseren standplaatsen/woningen Op basis van voorkeur toegewezen plaatsen (behalve Br. Buysstraat en Heelalstraat)
Dat de aantallen (neerwaarts) afwijken van de aantallen uit 1999 wordt veroorzaakt door o.a. vertrek en overlijden. Geconcludeerd kan worden dat er nog een zeer beperkt aantal plaatsen beschikbaar is voor enkele kinderen die na 1-1-2000 meerderjarig geworden zijn. Deze kinderen hebben tot op heden geen voorrangspositie op de wachtlijst, waarop zij bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd zijn geplaatst. Het college zal de beleidsregels voor toewijzing daarom zó aanpassen dat deze voorgaan boven de andere personen van de wachtlijst (die bijv. van buiten Dordrecht afkomstig zijn).
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
5/13
Van een tweetal locaties (Quickterrein en Brandts Buysstraat) moet het exacte aantal te realiseren plaatsen nog nader bepaald worden. Dit hangt af van de concrete invulling van het terrein. Nu zoals gezegd - alle locaties te realiseren lijken te zijn (met slechts een aantal formele voorbehouden van planprocedurele aard, bijv. de resultaten van de inspraakprocedures), zal in de komende maanden met de resterende bewoners van het woonwagencentrum een verdeling worden gemaakt over de locaties Quickterrein, Brandts Buysstraat en Heelalstraat. Het moge duidelijk zijn dat als de bewoners zelf geen keuze maken, wij dat voor hen zullen doen. Uit bovenstaande kan de conclusie getrokken worden dat het tempo van de deconcentratie nu nog uitsluitend bepaald wordt door het tijdig voldoen aan de genoemde randvoorwaarden bij een tweetal locaties en de duur van de formele procedures.
3.
DE TOEKOMST VAN HET WOONWAGENBELEID
Het college wil nu alles op alles zetten om de deconcentratie te voltooien. Daarna zal er gesproken dienen te worden over het beleid met betrekking tot deze bevolkingsgroep in het kader van het totale volkshuisvestingsbeleid. Het is niet opportuun daarop thans vooruit te lopen.
4.
4.1
ONDERDELEN
Deconcentratie
Samenwerking Er vindt regelmatig overleg plaats met de ambtelijk betrokkenen binnen het woonwagendossier. Naast de ambtelijk betrokkenen participeren ook externe partijen in de overlegstructuur. Met vertegenwoordigers van Woondrecht en de politie wordt periodiek overleg gevoerd. Vertegenwoordigers van de politie zijn eveneens aanwezig bij het wethoudersoverleg. De ambtelijke werkgroep woonwagenzaken en het wethoudersoverleg komt elke vier weken bij elkaar. Door de vierwekelijkse vergadercyclus is het mogelijk elkaar goed te informeren en kunnen zaken op elkaar af gestemd worden.
4.2
Overdracht en beheer woonwagens en standplaatsen
Overdracht Het overleg tussen de gemeente (Grondbedrijf/SO) en Woondrecht, die namens de drie corporaties optreedt, over de toekomstige exploitatie van woonwagens en standplaatsen, is in de afgelopen periode opgestart maar is nog in een verkennende fase. Beheer Naast het overleg dat met Woondrecht over het financiële en feitelijk beheer van de bestaande locaties is er voor 2004 een extra periodiek werkoverleg afgesproken tussen vertegenwoordigers van Woondrecht en de projectleiding over de nieuwe locaties. Dit gebeurt met name om de op handen zijnde verhuizingen soepel te laten verlopen. Woondrecht verstrekt aan de gemeente, conform de gemaakte afspraken, kwartaalrapportages. De situatie rond huurbetalingen kan als normaal worden beschouwd.
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
6/13
4.3
Normalisatie
Bij dit onderdeel zijn niet alleen verschillende gemeentelijke diensten betrokken, maar ook externe instanties, waaronder de belastingdienst en de politie. De overheidsinstanties streven in dit kader naar "dezelfde rechten en plichten voor alle bewoners van Dordrecht". Er is sprake van uitvoering van activiteiten en onderlinge afstemming daarvan. In dat kader vindt -voor zover mogelijk en nodig- informatie-uitwisseling plaats.
4.4
Handhaving/toezicht
Op de locaties Domela Nieuwenhuisweg, Romboutsplantsoen, Brandts Buysstraat en de Amazone zijn er geen wijzigingen geconstateerd ten opzichte van de vorige rapportage. Aan de Eastonstraat is de laatste berging geplaatst. De bouwvergunning voor het plaatsen van 6 bergingen is op 24 juni 2002 verleend. Op de Witte de Withstraat is een woonwagen vergroot. Hiervoor was in 2002 een bouwvergunning verleend. Aan de Merbau is een berging zonder vergunning geplaatst. De berging past binnen het bestemmingsplan en de eigenaar heeft een brief gekregen dat er een bouwvergunning moet worden aangevraagd. In 2003 is door Bouwen en Wonen opdracht gegeven aan een extern bureau om brandveiligheidinspecties uit te voeren gericht op de mogelijkheid van brandoverslag tussen woonwagens op locaties waar sprake is van een situatie dat de woonwagens op minder dan 5 meter van elkaar staan. Het rapport dat naar aanleiding van het onderzoek is uitgebracht geeft als oplossing om te voldoen aan de huidige wet en regelgeving twee oplossingen: het herindelen van de bestaande locaties zodat de afstand tussen de woonwagens of een andere direct aangrenzende bebouwing meer dan 5 meter gaat bedragen; het aanbrengen van brandwerende scheidingen tussen de percelen door bijvoorbeeld een schutting of brandwerend glas tot een hoogte gelijk aan het hoogste punt van de woonwagens. Omdat de genoemde oplossingen bij de bestaande locaties praktisch onuitvoerbaar zijn geeft het rapport als oplossing het aanbrengen van meerdere gekoppelde optische rookmelders per woonwagen. Vanuit de praktijk van de Brandweer en Bouwen en Wonen wordt deze oplossing onderschreven en zij hebben voorgesteld deze oplossing te accepteren als gelijkwaardig qua veiligheid. De betrokken woonwagens (circa 50) zullen worden aangeschreven tot het aanbrengen van de rookmelders.
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
7/13
4.5 4.5.1
Welzijn Onderwijs
Er is binnen het onderwijsachterstandenbeleid geen speciale aandacht meer voor woonwagenkinderen in het onderwijs. Dit lijkt ook niet meer nodig te zijn gezien de gunstige ontwikkelingen. De trend van een verdergaande spreiding van woonwagenkinderen in het onderwijs die in de voortgangsrapportage van 2002 werd aangeduid, is ook in 2003 duidelijk waarneembaar. Uit onderstaande tabel blijkt dat woonwagen kinderen 12 verschillende basisscholen bezoeken en 6 verschillende scholen voor voortgezet onderwijs. Hiermee is wat het onderwijs betreft het beleid van deconcentratie en de speciale aandacht binnen het onderwijs in het kader van het project Onderwijs aan Woonwagen- en Zigeunerkinderen (OWWZ) een succes te noemen.
Basis school Johan Frisoschool Statenschool PiusX J.F. Kennedyschool Don Boscoschool Het Kristal OSO-Dordt Driehoek OBS Dubbeldam De Bever Beatrixschool Meander
aantal leerlingen
1 1 2 17 11 3 2 1 5 1 1 3
school voortgezet onderwijs Stedelijk Dalton Lyceum Insula College Wellant College SVO Dordt (Praktijkonderschool) Buiten gemeente Johan de Wittgymnasium
aantal leerlingen 9 3 4 3 1 1
48
21
Het aantal verzuimmeldingen van woonwagenkinderen bij leerplicht is in 2003 niet opvallend te noemen.
4.5.2
Sociale Dienst
Ten behoeve van deze rapportage is op een aantal onderdelen onderzocht of er relevante afwijkingen zijn tussen de groep woonwagenbewoners en de overige inwoners van Dordrecht. In algemene zin kan worden geconstateerd dat de klantcontacten tussen de doelgroep en de Sociale Dienst niet anders zijn dan andere klantcontacten. De uitkeringsdichtheid onder de totale groep woonwagenbewoners is hoog (79%). Een onderverdeling binnen de groep laat zien dat van de bewoners die ouder zijn dan 23 jaar 88% een uitkering heeft. Binnen de groep van 32 woonwagenbewoners in de leeftijdscategorie van 18 tot 23 jaar is het percentage met een uitkering 28%. Dit laatste percentage komt overeen met het stedelijk gemiddelde. leeftijd 18-65 223 totaal aantal personen 177 aantal uitkeringen percentage uitkeringen 79%
leeftijd 24-65 191 168 88%
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
leeftijd 18-23 32 9 28%
8/13
In de periode vanaf half 2002 zijn 61 bewoners opgeroepen voor een traject gericht op werk en uitstroom uit de uitkering. Tot nu toe is het nog niet gelukt deelnemers uit te laten stromen naar werk. Door 17 (28%) van de oorspronkelijke 61 deelnemers wordt nog deelgenomen aan dit traject. Evaluatie van dit traject zal duidelijkheid moeten geven over de hoge uitval. Door 10 woonwagenbewoners is gestart met een traject dat moet leiden tot zelfstandig ondernemerschap. Gedurende het traject zijn 5 deelnemers, om diverse redenen, afgehaakt. De overige 5 zijn inmiddels als zelfstandig ondernemer aan de slag. Het succespercentage (50%) verschilt niet van wat gebruikelijk is. In totaal zijn er 52 woonwagenbewoners, op basis van objectieve criteria, in het zorgbestand geplaatst. Het betreft 31 personen op medische of sociale gronden en altijd op basis van externe expertise. Daarnaast zijn er 21 bewoners die ouder zijn dan 57,5 jaar of een zorgplicht hebben over kinderen die jonger zijn dan 5 jaar, in het zorgbestand geplaatst. De Wet Werk & Bijstand stelt de Sociale Dienst voor nieuwe opgaven. Van deze Wet gaat een sterke stimulans uit om uitstroom uh de uitkeringssituatie te bevorderen. Geconstateerd kan worden dat de nieuwe wet een extra reden is om het hoge percentage uitkeringsgerechtigden onder de groep woonwagenbewoners terug te dringen.
5.
INFORMATIE EN COMMUNICATIE MET BEWONERS
In het kader van de aanstaande verhuizingen van de Wieldrechtse Zeedijk naar de locaties Windsingel (De Hoven) en De Essen (Vijverlaan) vindt intensief overleg plaats tussen bewoners en projectorganisatie. Naast de condities die bij het verhuizen aan de orde zijn, zijn de woonwensen van de bewoners die gaan verhuizen en de mogelijkheden om deze te kunnen realiseren, belangrijkste gespreksonderwerpen.
6.
VOORTGANG REALISATIE VAN NIEUWE LOCATIES
6.1
Windsingel (De Hoven)
Nadat op 1 mei 2003 opdracht is gegeven voor de voorbereiding van het woonrijp maken zijn in december 2003 de standplaatsen en de bergingen opgeleverd. De eerste woning is in januari 2004 geplaatst. Terugkijkend kan worden geconcludeerd dat de realisatie van deze 27 standplaatsen relatief zeer snel na aanbesteding is gerealiseerd. Voor de locatie, die is onder te verdelen in 2 blokken van 8 standplaatsen en 1 blok van 9 standplaatsen, hebben zich 24 bewoners aangemeld. Aan deze kandidaten is een standplaats toegewezen. Door een groot aantal is tegen deze toewijzing bezwaar gemaakt. Eind 2003 was met drie toekomstige bewoners volledige overeenstemming bereikt om te gaan verhuizen. Om met de overige toekomstige bewoners tot overeenstemming te komen over een vrijwillige verhuizing zal nog nader overleg noodzakelijk zijn. Planning: Oplevering standplaatsen: eind 2003 Verhuizingen: vanaf eerste kwartaal 2004
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
9/13
6.2
De Essen {Vijverlaan)
Nadat in februari 2003 door Gedeputeerde Staten de Verklaring van Geen Bezwaar in de art. 19 WRO procedure was afgegeven, is eind maart 2003 de bouwvergunning voor de standplaatsen en bergingen verleend. De uitvoering van de aanleg van de standplaatsen is in april 2003 gestart, de oplevering wordt voorzien in het eerste kwartaal 2004. Bouwvergunning voor de woonwagens is in januari 2004 aangevraagd. Onder voorbehoud van verdere juridische procedures kunnen in het eerste kwartaal 2004 de eerste verhuizingen plaatsvinden.
Planning: Oplevering standplaatsen: week 9 - 2004 Verhuizingen: vanaf week 10 - 2004
6.3
Minnaertweg
Het voorlopig ontwerp voor wat betreft de inrichting van deze locatie is gereed. De feitelijke aanleg wordt vertraagd als gevolg van bezwaarprocedures. Voorafgaand aan de procedure heeft overleg (o.a. een inloopavond) met omwonenden en andere belanghebbenden plaatsgevonden. In juni 2003 is door het college besloten te starten met de artikel 19 procedure. Na verwerking van de inspraakreacties is door het college besloten tot de feitelijke start van deze procedure. Rekening houdend met bezwaren moet voor het vervolg van deze procedure mogelijk nog een jaar gerekend worden. Daarna kan gestart worden met de uitvoering. Planning: Start artikel 19 procedure: T kwartaal 2004 Start aanleg: 3? kwartaal 2004 Oplevering standplaatsen: 2* kwartaal 2005
6.4
} } afhankelijk van ingebrachte bezwaren }
Quïckterreirt
De locatie Quickterrein valt onder bebouwing binpen de tweehonderd meterzone van de spoorlijn. Voor deze zone is stedelijk een Veiligheids Effect Rapportage gemaakt. De aanleg van de woonwagenstandplaatsen en de aanpalende 10 woningen is binnen het project Quickterrein onderdeel van realisatie van woningbouw ter plaatse. Eind 2003 is door de gemeente een verzoek aan de Provinciale Planologische Commissie gedaan om haar standpunt ten aanzien van een niet afgegeven specifieke verklaring van geen bezwaar voor deze locatie te herzien. In de vergadering van de PPC op 29 januari 2004 is ingestemd met het gemeentelijk verzoek. Op grond hiervan zal Gedeputeerde Staten een specifieke verklaring van geen bezwaar afgeven. Nu de specifieke verklaring van geen bezwaar is afgegeven kan gestart worden met de daadwerkelijke voorbereiding. Bouwvergunning voor de standplaatsen en woonwagens is onderdeel van de bouwvergunning voor het totale project. Het is de verwachting dat de aanvraag voor de bouwvergunning in ieder geval in 2004 kan worden gedaan. Vervolgens moet een artikel 19 lid 2 procedure worden gevolg om de bouwvergunning te verlenen. Dit kan, onder voorwaarden, worden afgerond binnen 13 weken na aanvraag.
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
10/13
Zoals hiervoor aangegeven is de woonwagenlocatie onderdeel van een totaal plan voor het Quickterrein. De woningbouw heeft binnen het plan een (geluid) afschermende functie voor de woonwagenstandplaatsen. Strikt formeel mogen / kunnen de wagens pas worden geplaatst als deze afschermende bebouwing gereed is. Waar het uiteindelijk om gaat is dat deze afscherming er spoedig komt. De gemeente kan als aanvulling aan de bouwvergunning een garantie verklaring eisen dat bij het niet tijdig doorgaan van de bebouwing de geluidsbelasting (binnen een nader te bepalen periode) op andere wijze zal worden aangebracht. Indien hiervan gebruikt gemaakt wordt kan aanleg van de standplaatsen vooruitlopend op de overige bebouwing worden gerealiseerd. Planning: Indienen bouwaanvraag: 4" kwartaal 2004 Artikel 19 lid 2 procedure: 4' kwartaal 2004 / T kwartaal 2005 Start aanleg: 2e kwartaal 2005 Oplevering standplaatsen: 4" kwartaal 2005
6.5
Brandts Buysstraat
Er kunnen op deze locatie naast de reeds aanwezige 3 standplaatsen maximaal 12 extra standplaatsen worden gerealiseerd. Effectief kan. het aantal minder zijn dit is afhankelijk van de feitelijke maten van de bestaande woonwagens die overgaan. Specifiek probleem op deze locatie is de milieuproblematiek van de A16 en Hugo de Grootlaan, waarvoor kostbare geluidwerende voorzieningen nodig zijn. In de vorige rapportage is aangegeven dat naast een geluidsscherm langs de A16 ook rekening moest worden gehouden met een extra geluidsscherm voor het geluid van de Hugo de Grootlaan rond de woonwagenlocatie. Een aanpassing van de situering van de standplaatsen en berekeningen van de milieudienst tonen aan dat dit tweede scherm niet noodzakelijk is. Voor de aanleg van deze woonwagenlocatie is een bestemmingsplanherziening nodig, die ook voorziet in de andere functies/bestemmingen op de locatie (schietvereniging Diana en duivensportvereniging). Op 9 december jl. heeft het college ingestemd met het ontwerp-bestemmingsplan. Overleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit Ruimtelijke Ordening en het organiseren van een inspraakronde zijn de volgende stappen. Afronding Hiervan wordt verwacht in mei 2004. Op grond hiervan kan aan het college (juni / juli 2004) en aan de commissie (september 2004) worden gerapporteerd. Vaststelling van het bestemmingsplan in dé gemeenteraad kan, eerst na een tweede ter inzage termijn, in het eerste kwartaal 2005. Goedkeuring van het bestemmingsplan door de provincie zal dan na circa 6 maanden (3e of 4' kwartaal 2005) kunnen worden verwacht. Aanleg van de standplaatsen direct hierna worden gerealiseerd. De daadwerkelijke verhuizing van woonwagens is strikt formeel afhankelijk van de plaatsing van het geluidsscherm langs de A16. Ook voor deze locatie geldt dat het er uiteindelijk om gaat dat deze afscherming er spoedig komt. De gemeente kan als aanvulling op de bouwvergunning voor het geluidsscherm een garantie verklaring eisen dat bij het niet doorgaan van de bebouwing de geluidsbelasting (binnen een nader te bepalen periode) op andere wijze zal worden aangebracht. Indien hiervan gebruikt gemaakt wordt kan ook in dit geval aanleg van de standplaatsen vooruitlopend op het geluidsscherm worden gerealiseerd. Het is de verwachting dat de aanvraag voor een bouwvergunning voor het geluidsscherm niet eerder dan eind 2004 kan worden ingediend. Rekening houdend met procedures en een bouwtijd van circa 1,5 jaar zal het geluidsscherm niet voor de tweede helft van 2006 gerealiseerd kunnen zijn.
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
11/13
Planning: Indienen bouwaanyraag: 4e kwartaal 2004 Artikel 19 lid 2 procedure: 4" kwartaal 2004 Start aanlag: 1" kwartaal 2005 Oplevering standplaatsen: 3" kwartaal 2005
6.6
Heelalstraat
«
Voor deze locatie is geen bestemmingsplanprocedure nodig. Tot nu toe zijn er alleen studies gemaakt voor de inrichting. Hieruit blijkt dat het maximaal aantal te realiseren standplaatsen 4 is. De exacte inrichting en de feitelijke aanleg van de locatie zal plaatsvinden zodra bekend is welke bewoners naar deze locatie zullen verhuizen.
6.7
Vissersdijk
Met twee gegadigden is geen overeenstemming bereikt over de verplaatsing naar deze locatie. De twee plaatsen zijn aangeboden aan de overige bewoners die op de Wieldrechtse Zeedijk zijn gehuisvest. Er is vanuit deze groep geen belangstelling voor deze locatie. Besloten is deze locatie (twee woon / werk standplaatsen) niet langer beschikbaar te houden voor de deconcentratie.
7.
FINANCIEN
Het beschikbare budget voor het woonwagendossier is conform het raadsbesluit in totaal €7.264.717,00. Tot en met 2002 was € 2.766.866,00 besteed. Voor het resterende traject vanaf 2003 was € 4.498.852,00 beschikbaar.
Jaarschijf 2003 begroot Jaarschijf 2003 werkelijk Verschil
kosten 3.040.311 1.146.667 1.893.644
opbrengsten 740.562 511.124 229.408
De bestedingen uit 2003 zijn als volgt onder te verdelen: Nieuwe locaties. Kosten €760.458,00 Opbrengsten € 490.077,00 Het betreft de kosten en opbrengsten die zijn gemaakt voor de voorbereiding en / of aanleg van nieuwe locaties. Voor de ontwikkeling van de locatie de Essen zijn uitgaven ad. € 291.910,00 gemaakt. Voor de locatie Windsingel zijn uitgaven ad. € 410.311,00 gemaakt. De inkomst betreft locatiesubsidie BWS. De financiële afwikkeling van beide locaties moet in 2004 nog plaatsvinden. Bestaande locaties. Kosten € 7.651,00 Betreft kosten in het kader van grondonderzoek locatie Witte de Withstraat. Normalisatie. Kosten € 35.448,00 Betreft doorberekende personeelskosten. Algemene kosten. Kosten € 378.559,00 Opbrengsten € 21.000,00 Het betreft vooral doorberekende personeelskosten € 352.036,00 (3.730 uur).
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
12/13
Het achterblijven van de besteding over 2003 ten opzichte van de begroting is zowel voor de kosten als de opbrengsten voornamelijk toe te schijven aan het niet halen van de planning. Hierdoor zullen de bestedingen voor een groot deel in 2004 plaats vinden. Voor 2004 e.v. resteert nog een budget van € 3,8 miljoen. Naar verwachting is dit voldoende voor de afronding van de decentralisatie.
Voortgangsrapportage Woonwagenzaken Januari 2004
13/13
-Gemeentebestuur-
BESLUIT
Dordrecht
Nr. PM/2004/78
Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;
gezien het voorstel d.d. 28 januari 2004; verwijzende naar de voortgangsrapportage woonwagenzaken, januari 2004;
- B E S L U I T :
1. de voortgangsrapportage woonwagenzaken, januari 2004 voor kennisgeving aan te nemen.
V Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 februari 2004.
l de secretaris
de burgemeester