Voorstelling van het onderzoeksrapport “KMO-FINANCIERING 2014” Prof.dr. Eddy Laveren, Professor Financieel Management en ondernemerschap, Universiteit Antwerpen & Academic director Competence Center Familiebedrijven, Antwerp Management School
Johan Bortier, directeur UNIZO-studiedienst
Overzicht van de presentatie • Doel van het onderzoek en methodologie Deel 1: Resultaten van de enquête kmo-financiering 2014 Profiel van de respondenten en analyse van de ontvangen antwoorden Deel 2: Resultaten van de enquête kmo-financiering – starters Profiel van de respondenten en analyse van de ontvangen antwoorden Deel 3: Aanbevelingen
2
Doel van het onderzoek De toestand inzake de vraag naar financiering door kmo’s in het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in kaart brengen. Behandelde thema’s in de enquête: • Vraag naar en weigering van bankkrediet, en impact van de nieuwe wet op bankkredieten • Alternatieve (of niet-bancaire) financiering • Financieringsproblemen bij bancaire en niet-bancaire financiering • De kwaliteit van de dienstverlening van de bank • De rating van de onderneming • Kennis en gebruik van overheidsmaatregelen 3
Methodologie Bevraging van ondernemingen op basis van een enquêteformulier met 31 vragen
Deel 1: Enquête kmo-financiering 2014 – niet-starters •
Ad random selectie van 7.000 adressen op gestratificeerde basis uit de Belfirst database op basis van de volgende criteria: – – – –
•
ondernemingen hebben max. 250 werknemers procentuele verdeling van kmo’s volgens gewest een aantal sectoren werden uitgesloten: land- en bosbouw, financiële - en verzekeringsinstellingen, onderwijs, gezondheidszorg, creatieve en culturele activiteiten enkel bvba, nv en ebvba werden weerhouden
3040 enquêteformulieren werden verstuurd per post en 3600 online enquêteformulieren werden verzonden via email.
Deel 2: Enquête kmo-financiering 2014 – starters •
Online enquêteformulieren werden verstuurd via e-mail naar 4000 startende ondernemingen
4
Deel 1: Resultaten van de enquête kmo-financiering 2014 (niet-starters: ondernemingen die minstens 4 jaar oud zijn)
5
Aantal verstuurde enquêtes en antwoordpercentages Vlaams Gewest
Waals Gewest
Totaal
815
Brussels Hoofdstedelijk Gewest 380
Verzonden enquêtes per post
1845
Verzonden enquêtes online
2320
830
450
3600
Ontvangen enquêtes
680
260
94
1034
Totaal aantal bruikbare enquêtes Antwoordpercentage ontvangen enquêtes
594
229
78
901
16,33%
15,81%
11,33%
15,57%
6
3040
Profiel van de respondenten
Micro-ondernemingen Kmo's
Aantal 2014 298
Percentage 2014 Percentage 2012 34,5% 35,2%
567
65,5%
64,8%
Kleine ondernemingen
376
43,5%
45,4%
Middelgrote ondernemingen
191
22,1%
19,4%
865
100%
100%
Totaal
7
Profiel van de respondenten • Verdeling per gewest: Vlaams Gewest (65,9%) – Waals Gewest (25,4%) en Brussels Hoofdstedelijk Gewest (8,7%) • Vennootschapsvorm: bvba’s (45%) en nv’s (55%) • Leeftijd: 8,5% is minder dan 10 jaar oud – 24,9% is tussen 11 en 20 jaar oud - 30,4% is tussen 21 en 30 jaar oud – 36,2% is ouder dan 30 jaar • Verdeling per sector: nijverheid (21%) – bouw (20,3%) – diensten (11,5%) – klein- & groothandel (34,6%) – transport (7,3%) – horeca (5,3%)
8
Profiel van de respondenten • 41,9% heeft een jaaromzet van minder dan 2 miljoen euro, 37,6% tussen 2 en 10 miljoen euro en 20,5% tussen 10 en 50 miljoen euro • 66,6% van de respondenten behaalden een omzetgroei in de laatste drie jaren van minder dan 5%, 21,4% behaalde een omzetgroei tussen 5% en 10%, en 12% behaalden een omzetgroei van meer dan 10%. • 28,5% stelt minder dan 5 werknemers (fte) tewerk, 15,2% tussen 5 en 10 werknemers, 46,9% tussen 10 en 50 werknemers en 9,8% meer dan 50 werknemers 9
Profiel van de respondenten • 84,7% van de micro-ondernemingen en 80,5% van de kleine ondernemingen geven aan dat zij hun onderneming beschouwen als een familiebedrijf; voor de middelgrote ondernemingen is dit cijfer 67,9%.
10
Vraag naar bankkrediet tijdens de voorbije 12 maanden
Microondernemingen (N=296)
Kmo's (N=565)
Totaal (N=861)
Neen
63,2%
43,7%
50,4%
Ja, enkel voor investeringen
22,0%
28,5%
26,2%
Ja, enkel voor exploitatie
7,8%
11,0%
9,9%
Ja, voor investeringen en exploitatie
7,1%
16,8%
13,5%
11
Vraag naar bankkrediet Figuur: Bij hoeveel banken hebt u de afgelopen 12 maanden een kredietaanvraag ingediend voor de financiering van investeringen?
60,0%
51,2% 50,0%
40,0%
40,1%
36,4%
32,7%
33,7%
32,4%
30,0%
25,3%
21,8% 20,0%
11,6% 10,0%
5,5%
4,7% 0,6%
0,4%
0,0%
Alle ondernemingen (N=339)
Kmo's (N=253)*
1
2
12
3
4
2,3%
1,2%
Micro-ondernemingen (N=86)*
≥5
Vraag naar bankkrediet Figuur: Bij hoeveel banken hebt u de afgelopen 12 maanden een kredietaanvraag ingediend voor de financiering van exploitatie?
80,0%
72,5%
70,0% 60,0%
52,4%
47,0%
50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0%
25,2%
23,6% 17,8% 5,2%
21,2%
17,5% 6,0%
1,0%
0,0%
Kmo's (N=151)*
Alle ondernemingen (N=191)
1
2
3
13
4
0,7%
5,0%
2,5% 2,5%
Micro-ondernemingen (N=40)*
≥5
Vraag naar bankkrediet Figuur: Redenen waarom geen kredietaanvraag ingediend (per ondernemingsgrootte)
90,0% 80,0%
81,5%
80,1%
78,3%
70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0%
10,0% 7,0%
4,8%
3,7%
9,6%
7,6%
2,5%
4,5%
10,6%
6,2%
8,0%
2,7%
0,0%
Alle ondernemingen (N=270)
Kmo's (N=157)
Micro-ondernemingen (N=113)
"Ik had geen nood aan kredieten"
"Ik heb de investering uitgesteld"
"Beroep op alternatieve financieringsmogelijkheden"
"Krediet zou toch niet verkregen worden" *
"Andere"
14
Weigering van een aangevraagd bankkrediet 30,0%
26,8%
26,2% 25,0%
19,6%
20,0%
17,3%
17,0%
16,1%16,6%
14,8%
15,0%
21,1%
22,7%
14,6% 13,9%
12,9%
12,9%13,2% 10,7%
10,0%
8,8% 6,0%
5,0%
0,0%
Alle ondernemingen
Kmo's
2008
2009
2010
15
2011
Micro-ondernemingen
2012
2014
Weigering van een aangevraagd bankkrediet De voornaamste redenen voor weigering waren in 2014: • te weinig eigen inbreng of eigen vermogen (38%) • onvoldoende waarborgen (35%) • een verstrenging van de kredietvoorwaarden (gevolgen van Bazel II en Bazel III) (28,2%), • onvoldoende terugbetalingscapaciteit (26,8%), • De gewenste looptijd is te lang (12,7%) • Schulden mbt sociale lasten of belastingen (9,9%). • 9,9% van de respondenten geeft aan dat de bank geen reden gaf voor de kredietweigering.
16
Weigering van een kredietaanvraag 45,1% van de respondenten met minder dan 50 werknemers die een kredietweigering hebben ervaren, zijn op de hoogte van de verplichting voor het geven van een motivatie bij weigering van een kredietaanvraag. 33,3% van de respondenten die op de hoogte waren van deze verplichting hebben hiervan gebruik gemaakt.
17
Wat heeft u gedaan bij een kredietweigering? (N=72)
"Ik heb geen krediet meer aangevraagd maar ik heb bespaard op exploitatiekosten en/of de investeringsuitgaven beperkt"
33,3%
"Ik heb een alternatieve financiering gezocht"
"Ik heb de aanvraag herwerkt en opnieuw ingediend"
"Ik heb een krediet aangevraagd bij een andere bank"
41,7%
12,5%
40,3%
0,0% 5,0% 10,0%15,0%20,0%25,0%30,0%35,0%40,0%45,0%
18
Gebruikte vormen van bankfinanciering
Alle ondernemingen (N=419)
Kmo's (N=311)
Microondernemingen (N=108)
Kaskrediet
19,3%
16,1%
28,7%
Investeringskrediet
59,2%
62,7%
49,1%
Straight loan
37,5%
45,0%
15,7%
19
Uitstaande waarborgen
Alle ondernemingen (N=826)
Kmo's (N=544)
Microondernemingen (N=282)
Geen
37,3%
32,7%
46,1%
Pand op de handelszaak
38,1%
45,2%
24,5%
Persoonlijke borg
15,4%
11,9%
22,0%
Hypotheek/ hypothecair mandaat
35,0%
36,8%
31,6%
20
Nieuwe wet op het bankkrediet • 19,8% van de respondenten zijn op de hoogte van de verplichte toelichting van de voor de kredietaanvrager relevante financieringsvormen • 9,3 % heeft deze toelichting al gekregen en 2% vond de informatie zeer nuttig, terwijl 7,3% deze informatie niet nuttig vond. 41,3 % heeft deze toelichting nog niet gekregen
• 76,6% van de respondenten is niet op de hoogte van de mogelijkheid om een samenvatting van de belangrijkste bepalingen uit de ontwerpkredietovereenkomst te bekomen. • 1,2 % van de respondenten heeft al gebruik gemaakt van deze samenvatting en 88,9% vond deze informatie nuttig 21
Nieuwe wet op het bankkrediet
• 8,3% van de respondenten is op de hoogte van de kostenloze omzetting naar een meer aangepaste kredietvorm • 26% van de respondenten is op de hoogte van de regel dat geen hogere vergoeding dan 6 maanden interest mag aangerekend worden ingeval van vervroegde terugbetaling
22
Gebruik van alternatieve (of niet-bancaire) financiering
Geen
Alle ondernemingen (N=826) 54,1%
Kmo's (N=541) 49,0%
Micro-ondernemingen (N=285) 63,9%
21,5% 6,2% 6,7% 5,0% 6,9% 0,1% 1,5% 10,2% 2,2% 0,1%
24,2% 5,2% 6,1% 3,7% 10,4% 0,2% 1,7% 14,4% 3,3% 0,2%
16,5% 8,1% 7,7% 7,4% 0,4% 0,0% 1,1% 2,1% 0,0% 0,0%
Interne financiering met ingehouden winsten Kapitaalinbreng van bestaande vennoten Voorschotten van vennoten Leningen van vrienden en familie Financiering via groep of holding Risicokapitaal Achtergestelde leningen Financiële of operationele leasing Factoring Crowdfunding
23
Financieringsproblemen Figuur: In welke mate ondervonden ondernemingen die een bankkrediet aan vroegen problemen bij het aantrekken van bankfinanciering?
3,6%
Micro-ondernemingen (N=84) *
17,8%
52,4%
11,3% 9,4% 17,0%
Kmo's (N=265) *
62,3%
14,9% 8,0% 17,2%
Alle ondernemingen (N=349) 0%
(Zeer) veel
26,2%
59,9%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
Matig
(Zeer) weinig
Geen
(In 2012: 56% geen problemen – 13,2% veel of zeer veel problemen) 24
Kwaliteit van de dienstverlening van de bank Score op 10: Slechts 11,8% heeft een onvoldoende gegeven. De gemiddelde score bedraagt net zoals de vorige jaren 7 op 10. Een score van 8 op 10 werd door 27,5% van de respondenten gegeven. 14,9% van de respondenten geeft een score van 9 op 10.
25
Stellingen inzake dienstverlening van de bank Akkoord
Helemaal akkoord
32,5%
14,3%
39,4%
14,9%
36,6%
25,5%
5. De bank communiceert klaar en gedetailleerd over de voorwaarden verbonden aan krediet (N=762)
34,1%
14,4%
6. Ik bezorg mijn bank geregeld een volledig overzicht van de toestand van mijn bedrijf (N=770)* 7. Mijn bank vraagt me steeds duidelijk welke informatie zij nodig heeft (N=770)
26,8%
24,2%
41,8%
21,6%
8. Ik bezorg mijn bank steeds de gevraagde informatie (N=775)
40,9%
40,5%
11. Mijn bank behandelt mijn kredietaanvragen tijdig (N=748)
39,6%
20,1%
1. Mijn bank geeft voldoende advies bij moeilijke situaties (N=769)* 2. Mijn bank geeft correct advies (N=777)* 3. De relatie met mijn bank is gebaseerd op wederzijds begrip en vertrouwen (N=784)*
26
Stellingen inzake dienstverlening van de bank Helemaal niet Niet akkoord akkoord 4. De bank informeert mij over nieuwe producten en diensten die beantwoorden aan mijn behoeften (N=772)* 9. De bank informeert mij over pertinente factoren die haar kredietbeslissing beïnvloeden (N=754)* 10. De bank informeert mij over interne wijzigingen die een impact kunnen hebben op de relatie met mijn onderneming (N=762) 12. Als ik op zoek ben naar een krediet, informeert mijn bank mij over de overheidsmaatregelen aangaande kmo-financiering en begeleidt me bij het aanvragen hiervan (N=745) 13. Als mijn onderneming risicovol beoordeeld wordt door de bank, informeert zij mij over de overheidsmaatregelen aangaande kmo-financiering en begeleidt me bij het aanvragen hiervan (N=698)²³
27
20,4%
23,9%
23,4%
24,8%
Neutraal
Akkoord
35,1%
25,8%
34,9%
26,3%
30,8%
24,4%
De rating van een onderneming Figuur: Heeft u een rating/score bij de bank? 60,0%
53,2%
53,6%
53,0%
50,0% 40,0%
34,1% 28,5%
30,0% 20,0% 10,0%
13,5%
9,5%
8,8%
7,4%
17,6%
15,2%
5,4%
0,0%
Alle ondernemingen (N=840)
Neen
Ja
Kmo's (N=551)*
Weet niet
Micro-ondernemingen (N=289)*
Weet niet (wat rating is)
34,1% van de kmo’s meent een rating te hebben, terwijl dit cijfer slechts 17,6% bedraagt bij de micro-ondernemingen. 28
Kennis en gebruik van overheidsmaatregelen • De meest gekende en gebruikte overheidsmaatregelen zijn: - de notionele interestaftrek, - De kmo-portefeuille (Vlaams gewest) - de investeringsreserve, - de overheidssubsidies
• Het is logisch dat sommige overheidsmaatregelen minder gekend zijn en gebruikt worden omdat zij bedoeld zijn voor een specifieke doelgroep. 29
Kennis van de overheidsmaatregelen De volgende overheidsmaatregelen zijn slecht gekend in de drie gewesten: - de diensten van de kredietbemiddelaar (68,5% à 79,7%) - de anti-crisismaatregelen (79% à 87,1%); - de overheidswaarborg (62,3% à 72,1%); - de (achtergestelde) lening van het Participatiefonds (65,8% à 77,6%); Slecht gekend in het Vlaams gewest: - Arkimedes (79,6% van de ondernemingen die de maatregel slecht kent); - de win-winlening (64,1%). - het Vlaams innovatiefonds (77,3%); Slecht gekend in het Waals gewest: - Risicokapitaal van het SRIW / investeringsmaatschappijen (70,1% / 65,5%) - Achtergestelde leningen SOWALFIN (62,3%) Slecht gekend in het Brussels Hoofdstedelijk gewest: - GIMB kapitaalparticipaties en leningen (74,2% à 77,3%) 30
Deel 2 : Resultaten van de enquête kmo-financiering 2014: starters (starters: ondernemingen die jonger zijn dan 4 jaar )
31
Profiel van de respondenten Aantal starters Percentage starters Grootte (starters N=109, niet-starters N=865)
Percentage nietstarters
Micro-ondernemingen
99
90,8%
34,5%
Kmo’s
10
9,2%
65,5%
Kleine ondernemingen
9
8,3%
43,5%
Middelgrote ondernemingen
1
0,9%
22,1%
Juridische vorm (starters N=91, niet starters N=893) Bvba
88
96,7%
45,0%
Nv
3
3,3%
55,0%
Omzet (starters N=109, niet-starters N=872) Minder dan 2 miljoen
101
92,7%
41,9%
2 miljoen – 10 miljoen
7
6,4%
37,6%
10 miljoen – 50 miljoen
1
0,9%
20,5%
32
Profiel van de respondenten Aantal starters Percentage starters Aantal werknemers (starters N=109, niet starters N=891) Minder dan 5 95 87,2% Tussen 5 en 9 8 7,3% Tussen 10 en 49 6 5,5% Tussen 50 en 249 0 0,0% Familiebedrijf (starters N=109, niet-starters N=855) Familiebedrijf 57 52,3% Sector (starters N=80, niet-starters N=768) Bouw 12 15,0% Diensten 32 40,0% Groot- en kleinhandel 23 28,7% Horeca 5 6,3% Nijverheid 8 10,0% Transport 0 0,0%
33
Percentage nietstarters 28,2% 15,2% 46,9% 9,8% 79,1% 20,3% 11,4% 33,9% 5,2% 22,5% 7,0%
Vraag naar bankkrediet tijdens de voorbije 12 maanden
23,4%
Kredietaanvraag exploitatie
34,6% Niet-starters (N=861) Starters (N=107) 39,7%
Kredietaanvraag investeringen
52,3%
34
Redenen om geen bankkrediet aan te vragen
Starters (N=43)
Niet-starters (N=270)
Ik had geen nood aan kredieten
53,5%
80,1%
Ik heb de investering uitgesteld Beroep op alternatieve financieringsmogelijkheden *
11,6%
10,0%
20,9%
7,0%
Krediet zou toch niet verkregen worden
18,6%
4,8%
Andere
4,7%
3,7%
35
Kredietweigering
Starters (N=68)
Niet-starters (N=428)
Volledige weigering
55,9%
11,0%
Gedeeltelijke weigering
10,3%
5,6%
Totaal geweigerd
66,2%
16,6%
36
Weigering van een kredietaanvraag bij starters De voornaamste redenen voor weigering waren in 2014: • onvoldoende waarborgen (42%) • te weinig eigen inbreng of eigen vermogen (40%) • de gewenste looptijd is te lang (14,7%) • een verstrenging van de kredietvoorwaarden (gevolgen van Bazel II en Bazel III) (13,3%),
• 15,6% van de respondenten geeft aan dat de bank geen reden gaf voor de kredietweigering. 37
Nieuwe wet op het bankkrediet • 21% van de respondenten is op de hoogte van de verplichte toelichting • 24,7 % van de respondenten is op de hoogte van het recht op een samenvatting van de ontwerpovereenkomst • 5% van de respondenten is op de hoogte van de kostenloze omzetting naar een meer aangepaste kredietvorm • 10,3% van de respondenten is ervan op de hoogte om geen hogere vergoeding dan 6 maanden interest te vragen ingeval van vervroegde terugbetaling 38
Gebruikte vormen van bankfinanciering
Starters (N=58)
Niet-starters (N=419)
Kaskrediet
39,7%
19,3%
Investeringskrediet
39,7%
59,2%
Lening op afbetaling
32,8%
21,5%
Straight loan
19,0%
37,5%
39
Gebruikte vormen van alternatieve financiering
Geen Interne financiering met ingehouden winsten Kapitaalinbreng van bestaande vennoten Kapitaalinbreng van nieuwe vennoten Leningen van vrienden en familie Achtergestelde leningen Business angel Leverancierskrediet Financiële of operationele leasing Crowdfunding 40
Starters (N=97) 34,0% 9,3% 35,1% 6,2% 18,6% 8,2% 4,1% 8,2% 7,2% 0,0%
Niet-starters (N=826) 54,1% 21,5% 6,2% 0,5% 5,0% 1,5% 0,2% 5,0% 10,2% 0,1%
Financieringsproblemen bij starters Figuur: Mate van problemen bij het aantrekken van bankfinanciering
(Zeer) veel Matig (Zeer) weinig Geen
14,9%
60,0%
8,0% 10,0%
Niet-starters (N=349)
17,2% 6,7%
Starters (N=60)
59,9%
23,3%
41
Diverse aspecten • De starters geven gemiddeld een score van 6 op 10 voor de kwaliteit van de dienstverlening • 16% van de respondenten geven aan een rating te hebben • De vier best gekende overheidsmaatregelen zijn: - de notionele interestaftrek - kmo-portefeuille - win-winlening - achtergestelde leningen van het participatiefonds
42
Deel 3: Aanbevelingen
43
1. Kmo-financiering: er is een probleem • Meer ondernemingen die (zeer) veel problemen ondervinden bij aanvraag krediet • Meer kredietweigeringen • Vooral probleem bij micro-ondernemingen – 26,8% kredietweigeringen = hoogste in 7 jaar → Belangrijk thema voor kmo’s én economie
44
2. Financiering van starters: probleem nog scherper! • 60% (zeer) veel problemen bij bankfinanciering (t.o.v. 14,9 % algemeen) • 66% kredietweigering (t.o.v. 16,6% algemeen)
Is dit nog kernactiviteit banken? Zo niet, wat is alternatief?
45
3. Kaskrediet = te duur • Sterk gebruik bij kmo’s (vb. 29% bij micro) • Niet altijd alternatieven beschikbaar
1. Monitoring tarieven kaskrediet 2. Verlagen minimumbedrag straight loans 3. Ontwikkeling nieuwe producten voor KT-financiering
46
4. Problematiek van de waarborgen • Ervaren als belangrijk probleem, zowel zakelijke als persoonlijke borg (vennootschappen!) 1. Vermijd persoonlijke borg of beperk in de tijd 2. Geen afbouw waarborg in functie van terugbetaling krediet 3. Meer communicatie inzake overheidswaarborg
47
6. Rating = Black Box • 72% kent rating niet Kmo’s willen meer informatie
7. Vertrouwenspersoon • Globale tevredenheid over dienstverlening van de bank Aandachtspunt : 1 – op – 1 relatie = weg vertrouwenspersoon
8. Open communicatie Beide richtingen 48
9. Rol boekhouder/accountant Voorbereiding/aanwezigheid = belangrijke troef bij kredietbeslissingen Informatie en omzetting boekhoudrichtlijn Ook: kredietbemiddelaar
10. Vergelijk tussen banken
49
11. Wet ondernemingskredieten • Nog te vroeg voor evaluatie • Ondernemers onderlijnen belang van de wet, zeker wat betreft beperking wederbeleggingsvergoeding 2-jaarlijkse evaluatie is voorzien
12. Alternatieve financiering • Ondernemers bewust op zoek • Crowdfunding nog zeer beperkt (0,1%) • Win-winlening en Participatiefonds van belang, zeker bij starters 50
1. 2. 3. 4.
Crowdfunding: drempel prospectusverplichting hoger Win-winlening aanpassen in Vlaanderen Win-winlening ook in 2 andere gewesten Regionale Participatiefondsen: voldoende slagkracht
13. Europese programma’s 1. Bereiken de middelen EIB/EIF de doelgroep? 2. Overheidsinstrumenten moeten op Europees aanbod inspelen
14. Renteswaps Oplossing uitwerken 51
Contactadressen • Universiteit Antwerpen, Departement Accounting en Financiering Prof. dr. Eddy Laveren
[email protected] • UNIZO vzw Johan Bortier Directeur studiedienst
[email protected] • FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene directie KMO-beleid – Kmo-observatorium Edwin Wolfs Adviseur-generaal
[email protected] 52