Voorstel aan de raad Nummer: 131073335
Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
Wethouder Onderwijs,. sport, werk en inkomen. 2.1 Iedereen doet mee
T.J. Caldenhoven Bestuursmanager De Steiger 0320 - 278470
[email protected]
Punt 8b van de agenda voor de vergadering van 28 januari 2014. Onderwerp: Bestuursoverdracht praktijkschool De Steiger aan Eduvier Onderwijsgroep. Voorgesteld besluit 1. 2. 3. 4. 5.
Kennis te nemen van de Eindrapportage onderzoek bestuursoverdracht over praktijkschool De Steiger aan Eduvier Onderwijsgroep van 30 december 2013. Het bevoegd gezag van praktijkschool De Steiger over te dragen aan Eduvier Onderwijsgroep, onder voorbehoud van instemming door de Medezeggenschapsraad van “De Steiger”. De reserves en voorzieningen, inclusief de liquiditeiten van praktijkschool De Steiger over te dragen aan Eduvier Onderwijsgroep op basis van de bij de overdracht per 1 augustus 2014 definitief vast te stellen schoolbestuurlijke balans. Het eigendom van het schoolgebouw, de gymzaal en de kas over te dragen aan Eduvier Onderwijsgroep. Praktijkschool De Steiger om te zetten van openbaar onderwijs naar algemeen bijzonder onderwijs.
Aanleiding Reeds eerder heeft uw raad de wens uitgesproken om te willen komen tot verzelfstandiging van de praktijkschool De Steiger. Over het niet slagen van de bestuursoverdracht aan de SVOL heeft het college uw raad destijds schriftelijk geïnformeerd. Na het vinden van een nieuwe fusiepartner, Eduvier Onderwijsgroep, heeft het college u dit eveneens bij raadsbrief laten weten. Na het ondertekenen van het Intentiebesluit met bijbehorende toetsingskader door het college en de bestuurder van Eduvier is het feitelijk onderzoek gestart. De resultaten hiervan liggen thans voor ter besluitvorming. In september jl. heeft uw raad het voornemen uitgesproken om de openbare identiteit om te zetten in een algemeen bijzondere identiteit. Dit is randvoorwaardelijk om de praktijkschool over te kunnen dragen aan Eduvier, die de algemeen bijzondere identiteit heeft. Als de raad besluit tot bestuursoverdracht aan Eduvier moet tevens het voornemen worden omgezet in een definitief besluit. Dit min of meer procedureel besluit is in bijgaand voorstel vervat.
Nummer: 131073335
Beoogd effect Met de bestuursoverdracht wordt de wens van de raad geëffectueerd om het praktijkonderwijs te verzelfstandigen conform het reeds eerder verzelfstandigd openbaar onderwijs in de gemeente Lelystad. Argumenten 1. Kennisnemen van de eindrapportage van Van Beek & Terpstra In opdracht van het college en de bestuurder van Eduvier Onderwijsgroep heeft Van Beekveld & Terpstra het proces begeleid om tot de gewenste bestuursoverdracht te kunnen komen. In bijgaand eindrapport met de bijbehorende bijlagen wordt daar de rapportage van gepresenteerd. 2.1 De eindrapportage voldoet aan de bestuurlijke uitgangspunten In het bij het Intentiebesluit behorende toetsingskader is aangegeven welke resultaten er verwacht worden van bij de bestuursoverdracht. In de rapportage zijn de resultaten van de volgende onderwerpen op hoofdlijnen nader uitgewerkt: onderwijskundige inhoud (waaronder het versterken en borgen van de onderwijskwaliteit in relatie tot arbeidstoeleiding of vervolgopleiding; goed werkgeverschap; domein van financiën, huisvesting, administratie en beheer; bestuur en management; medezeggenschap en educatief partnerschap. De inhoudelijke resultaten van het onderzoek over de volle breedte geven een positief beeld die de gewenste bestuursoverdracht rechtvaardigen. 2.2 De MR van De Steiger moet nog instemmen met de bestuursoverdracht. Op grond van de Wet Medezeggenschap Scholen heeft de MR instemmingsrecht bij een overdracht van de school of van een onderdeel daarvan, resp. fusie van de school met een andere school, dan wel vaststelling of wijziging van beleid ter zake. Evenzo heeft de GMR van Eduvier deze bevoegdheid. Op 9 januari 2014 is de MR het voornemen tot de bestuursoverdracht voorgelegd met de toegezegde afspraak dat de MR uiterlijk 3 maart 2014 hierover een besluit heeft genomen. Parallel aan deze besluitvorming zullen ook de vakorganisaties in het Decentraal CAO Overleg moeten instemmen met de personele consequenties van de bestuursoverdracht. Deze beslissing zal gebaseerd zijn op het besluit van de MR van De Steiger en die van de GMR van Eduvier. Op 9 januari 2014 vindt hierover overleg plaats met de vakorganisaties. 2.3 De Raad van Toezicht moet nog formeel instemmen met de bestuursoverdracht. Evenals de gemeenteraad moet de Raad van Toezicht van Eduvier tot een besluit komen. De bestuurder van Eduvier (Raad van Bestuur) heeft gelijktijdig met het college ingestemd met de overdracht. In de Stuurgroep heeft de bestuurder al aangegeven dat, door de tussentijdse nauwe samenwerking met de audit commissie van de RvT, zij min of meer mandaat heeft bij de bestuursoverdracht. De formele goedkeuring volgt dan achteraf in de vergadering van de RvT eind maart 2014. Een extra vergadering wordt hiertoe niet opportuun geacht. 2.4 De raad is bevoegd orgaan om over de bestuursoverdracht te besluiten. Nadat het college alle voorbereidingen in lijn met de wensen van de raad heeft getroffen, is het aan de raad een eindbesluit te nemen. Het is aan de raad om toe te zien op de grondrechtelijke zorgplicht van de gemeente om te voorzien in voldoende openbaar onderwijs.
TD1401
Paginanummer 2
Nummer: 131073335
2.5 Om tot een tijdig raadsbesluit vóór 19 maart 2014 te kunnen komen moet het besluitvormingsproces nu worden gestart. De tot nu toe verrichte werkzaamheden zijn geheel volgen planning verlopen. Zo was de goedkeuring van het omzetten van de denominatie door de minister OCW, randvoorwaardelijk bij een bestuursoverdracht, vóór 1 mei 2014 voorzien. De feitelijke besluitvorming over de bestuursoverdracht door de raad dient plaats te vinden vóór 1 augustus 2014. Bij het opstellen van de oorspronkelijke planning is evenwel geen rekening gehouden met de raadsverkiezingen van 19 maart 2014. Dit zou tot gevolg hebben dat bij het handhaven van de planning de zittende raad een voorgenomen besluit zou nemen en vervolgens de nieuwe raad tot een definitief besluit zou moeten komen. Dit op zich zou dan tot een krappe planning kunnen gaan leiden in verband met de coalitievorming en het "opstarten" van de nieuwe raad. Om de laatst geplande raadsvergadering van 11 maart 2014 te kunnen halen moet het besluitvormingsproces van de raad nu worden gestart. Daartoe is bijgaand raadsvoorstel opgesteld in de verwachting dat alle partijen gaan instemmen met de bestuursoverdracht. De feitelijke besluitvorming van deze partijen vindt lopende het raadsproces plaats. Op het moment dat de raad tot de finale besluitvorming moet komen zullen alle reacties van de betrokken partijen binnen zijn. De op de verkiezing afgestemde planning leidt er toe het proces van de raad om tot besluitvorming te komen derhalve parallel loopt met het traject van de MR. De MR heeft aangegeven hiertegen geen bezwaar te hebben. 3. Met de bestuursoverdracht moeten ook de financiële middelen worden overgedragen. In tegenstelling tot de situatie ten tijde van voorziene overdracht aan de SVOL is de financiele situatie bij De Steiger weer gezond te noemen. De materiële uitgaven zijn weer in evenwicht met de rijksinkomsten en ook de personele kosten zijn weer in evenwicht. Hierdoor heeft De Steiger de achterliggende jaren door de reorganisatie wel op zijn financiele positie moeten inleveren. Met het overdragen van de reserves en voorzieningen houdt De Steiger nog voldoende weerstandvermogen (solvabiliteit) om de toekomst onder Eduvier positief tegemoet te zien. Van een in het Weerstandsvermogen opgenomen financieel risico is na de zelf doorgevoerde reorganisatie geen sprake meer. Was er bij de situatie met de SVOL nog sprake van het als "bruidschat" bij te betalen bedrag van ca € 150.000; bij de overdracht aan Eduvier kan dit met gesloten portemonnee. 4. Met de bestuursoverdracht moeten ook de gemeentelijke gebouwen worden overgedragen. In lijn met de overdracht van de gemeentelijke gebouwen bij het oprichten van de SVOL, waar de scholengemeenschappen SGL en Rietlanden zijn opgegaan, moeten ook nu de gebouwen worden overgedragen (overdracht juridisch eigendom) aan Eduvier. 5. Omzetten denominatie is randvoorwaardelijk bij overdracht De minister van OCW heeft bij brief van 6 november 2013 het omzetten van de openbare grondslag naar de algemeen bijzondere grondslag goedgekeurd. Daarmee is de laatste voorwaarde ingevuld en kan de raad het voorgenomen besluit omzetten in een definitief besluit. Financiën 1. De kosten van het onderhoud van de gebouwen komt voor rekening van De Steiger / Eduvier Onderwijsgroep. Hiermee is in de meerjarenbegroting 2014 - 2017 van De Steiger rekening gehouden. De nog in de gemeentelijke begroting opgenomen kosten voor de inpandige gymzaal ad € 10.000 kunnen na overdracht derhalve vrijvallen. 2. De energiekosten van de dependance (Het Bedrijf) van De Steiger worden ná het vinden van een geschiktere locatie gestaffeld voor rekening van De Steiger / Eduvier Onderwijsgroep genomen. Hiermee is in de meerjarenbegroting 2014 - 2017 van De Steiger rekening gehouden. Dit geeft na een succesvolle verhuizing van Het Bedrijf, vanaf 2015 jaarlijks een voordeel voor de gemeente, oplopend naar een structureel voordeel van € 45.000 in 2018. TD1401
Paginanummer 3
Nummer: 131073335
3. Bij het vaststellen van de meerjarenbegroting 2014 heeft het college besloten dat de kosten van het boventallig personeel voor rekening van de gemeente komen. De dekking vindt plaats in de gemeentelijke begroting uit de hiervoor beschikbare middelen. Reeds nu is bekend dat deze gemeentelijke middelen toereikend zijn om de maximale uitkeringskosten te kunnen dekken. Afhankelijk van de resultaten van het outplacementtraject kan het structurele overschot aan middelen nog toenemen. Bij de feitelijke overdracht per 1 augustus 2014 zijn de echte harde cijfers bekend. 4. De Steiger beschikt over een positieve meerjarenbegroting 2014 - 2017, waarin alle nu voorzienbare kosten zijn opgenomen. 5. De gemeente Lelystad is door bovenstaand resultaat gevrijwaard van extra financiele gevolgen ná de overdracht. Kanttekeningen 1. Als onverhoopt een van de bij de besluitvorming betrokken partijen de planning niet kan halen dan wel niet instemt met de gewenste bestuursoverdracht moet teruggevallen worden op de oorspronkelijke planning. Dit heeft weer het gevaar in zich dat de nieuw te installeren raad, door de collegevorming na de verkiezingen, in een krappe planning tot besluitvorming moet komen in verband met de beoogde bestuursoverdracht per 1 augustus 2014. 2. In zijn algemeenheid wordt er vanuit gegaan dat alle betrokkenen bij de bestuursoverdracht instemmen met deze overdracht. Mocht dat onverhoopt niet het geval zijn, dan is bestuursoverdracht per 1 augustus 2014 twijfelachtig dan wel onmogelijk. 3. De bestuursoverdracht behoeft ook de formele instemming van de vakorganisaties. Op 9 januari 2014 staat een eerste overleg met de vakorganisaties gepland. De verwachting is dat de vakorganisaties veelal de lijn van de medezeggenschap hierin volgen. De uitspraak van de vakorganisaties wordt gelijktijdig met dan wel eerder dan die van de MR verwacht. Communicatie en voortgang De communicatie over de besluitvorming dient in overleg met eduvier Onderwijsgroep plaats te vinden. Nadere afstemming daarover vindt later plaats Lelystad, 7 januari 2014 Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg
M. Horselenberg
TD1401
Paginanummer 4
Raadsbesluit Nummer: 131073335 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 7 januari 2014 B E S L U I T: 1. 2.
kennis te nemen van de Eindrapportage onderzoek bestuursoverdracht over praktijkschool De Steiger aan Eduvier Onderwijsgroep van 30 december 2013; het bevoegd gezag van praktijkschool De Steiger over te dragen aan Eduvier Onderwijsgroep, onder voorbehoud van instemming door de Medezeggenschapsraad van “De Steiger”;
3.
de reserves en voorzieningen, inclusief de liquiditeiten van praktijkschool De Steiger over te dragen aan Eduvier Onderwijsgroep op basis van de bij de overdracht per 1 augustus 2014 definitief vast te stellen schoolbestuurlijke balans;
4.
het eigendom van het schoolgebouw, de gymzaal en de kas over te dragen aan Eduvier Onderwijsgroep;
5.
praktijkschool De Steiger om te zetten van openbaar onderwijs naar algemeen bijzonder onderwijs.
Lelystad, 28 januari 2014. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
TD1401
de voorzitter,
Paginanummer 5
EINDRAPPORTAGE ONDERZOEK BESTUURSOVERDRACHT OVER PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER AAN EDUVIER ONDERWIJSGROEP LELYSTAD
december 2013
INHOUDSOPGAVE
blz.
1. 1.1 1.2
INLEIDING .....................................................................................................4 Werkwijze in de onderzoeksfase ......................................................................... 4 Leeswijzer .................................................................................................... 4
2. 2.1
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN OP HOOFDLIJNEN ................................................6 Advies met betrekking tot de regeling van de gevolgen.............................................. 6
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
BESTUURLIJK/JURIDISCHE CONTEXT ...................................................................9 De bestuursvorm ............................................................................................. 9 Relatie met het gemeentebestuur ..................................................................... 10 Wettelijk kader ............................................................................................ 10 Besturingsfilosofie ......................................................................................... 11 Conclusies en aanbevelingen ............................................................................ 11
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
ONDERWIJS EN KWALITEIT ............................................................................. 13 Het onderwijsbeleid nu ................................................................................... 13 De organisatie van het onderwijs ....................................................................... 14 Ketenpartners .............................................................................................. 15 Kaders voor kwaliteit ..................................................................................... 16 Beleid ten aanzien van leerlingenzorg ................................................................. 16 Arbeidstoeleiding .......................................................................................... 17 Conclusies en aanbevelingen ............................................................................ 19
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
PERSONEEL ................................................................................................. 21 Huidige kaders voor goed werkgeverschap en personeelsbeleid .................................. 21 Regeling van de gevolgen voor de medewerkers .................................................... 22 Secundaire arbeidsvoorwaarden ........................................................................ 22 Tertiaire arbeidsvoorwaarden ........................................................................... 24 Regeling van de daadwerkelijke overdracht .......................................................... 24 Management ................................................................................................ 25 Conclusies en aanbevelingen ............................................................................ 25
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
MEDEZEGGENSCHAP EN OUDERBETROKKENHEID .................................................. 26 Beoordeling reglementen en statuten ................................................................. 26 Oriëntatie op leerlingenraden........................................................................... 26 Ouders als educatieve partners ......................................................................... 27 Conclusies en aanbevelingen ............................................................................ 27
7. 7.1 7.2 7.3
FINANCIËN .................................................................................................. 29 Boekenonderzoek .......................................................................................... 29 Meerjarenbegrotingen .................................................................................... 30 Afspraken ................................................................................................... 30
8. 8.1 8.2 8.3 8.4
HUISVESTING ............................................................................................... 31 Het hoofdgebouw aan de Griend 50-01 ................................................................ 31 Het Bedrijf .................................................................................................. 31 Exploitatie en onderhoudsvoorziening ................................................................. 31 Conclusies en aanbevelingen ............................................................................ 32
9. 9.1
ADMINISTRATIE EN BEHEER ............................................................................. 33 Contracten .................................................................................................. 34
20130117RA06c-MS
10.
BESLUITVORMINGSPROCEDURE ........................................................................ 35
11.
WOORD VAN DANK ........................................................................................ 36
12.
OVERZICHT VOOR HET ONDERZOEK GEBRUIKTE DOCUMENTEN ................................ 37
13.
INHOUDSOPGAVE BIJLAGENBOEK ..................................................................... 38
20130117RA06c-MS
1.
INLEIDING Het gemeentebestuur van Lelystad vormt het bevoegd gezag over Praktijkschool De Steiger. Enige tijd geleden is door de gemeenteraad van Lelystad de intentie uitgesproken het bevoegd gezag te willen verzelfstandigen, onder gelijktijdige overdracht van het bestuur aan een organisatie met een grotere bestuurlijke schaal. Dit is wenselijk om ook op de langere termijn het beleidsvoerend vermogen en daarmee de kwaliteit van het onderwijs van deze school te borgen. Er heeft een eerder onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheid van overdracht aan een van de onderwijsorganisaties in Lelystad. Dit heeft niet tot een bestuursoverdracht geleid. In overleg met de belanghebbenden is een nieuw traject gestart waarbij overdracht per 1 augustus 2014 aan het bestuur van Stichting Eduvier Onderwijsgroep als kansrijke optie is gekozen. Hiertoe is per bestuur een intentiebesluit genomen; dit is aan de medezeggenschapsraad van Praktijkschool De Steiger en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Eduvier Onderwijsgroep ter instemming voorgelegd (zie bijlagen 1, 2 en 3: Intentiebesluit, instemming MR De Steiger en instemming GMR Eduvier). Beide besturen zijn, nadat de medezeggenschapsraden hun instemming hebben kenbaar gemaakt, vervolgens, door middel van het ondertekenen van een intentieverklaring, een inspanningsverplichting aangegaan. Op basis van gelijkwaardigheid en vertrouwen is een onderzoek gestart naar de kansen en bedreigingen van een dergelijke overdracht, naar de voorwaarden waaronder de overdracht een succes kan worden en naar de best passende regeling van de gevolgen hiervan. De beoogde meerwaarde is daarbij beschreven in een gezamenlijk opgesteld toetsingskader (zie bijlage 4: toetsingskader). Deze rapportage vormt een integrale weerslag van de bevindingen in de onderzoeksfase. Na accordering door de stuurgroep zal deze rapportage dienen als onderbouwing van de te nemen besluiten.
1.1
Werkwijze in de onderzoeksfase Om het onderzoek uit te voeren is een eenvoudige projectstructuur ingericht. De stuurgroep, bestaande uit de eindverantwoordelijke bestuurders, is opdrachtgever en bewaker van het proces. Diverse breed samengestelde werkgroepen voerden het onderzoek op deelgebieden uit, op basis van de vooraf opgestelde opdrachtformulering en het toetsingskader. In deze werkgroepen participeerden betrokkenen uit beide organisaties en uit de diverse geledingen daarbinnen. Een extern aangetrokken projectleider, vanuit Van Beekveld & Terpstra Organisatieadviesbureau, coördineerde de werkzaamheden. Het boekenonderzoek (de due diligence) is uitgevoerd door het onafhankelijke accountantsbureau Van Ree. De werkgroepen hebben middels deelrapportages de bevindingen aan de stuurgroep teruggekoppeld. Deze deelrapportages zijn openbaar, maken onlosmakelijk deel uit van deze eindrapportage en worden op aanvraag beschikbaar gesteld. Dit geldt tevens voor de eindrapportage van de due diligence.
1.2
Leeswijzer Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 een samenvatting van de conclusies en aanbevelingen gegeven. In hoofdstuk 3 tot en met hoofdstuk 9 worden de bevindingen
4 van 38
20130117RA06c-MS
beschreven op de deelgebieden bestuur en management, onderwijs, personeel, medezeggenschap, financiën, huisvesting en beheer. Afgesloten wordt met een overzicht van de planning van de in de besluitvormingsfase te nemen stappen. Tijdens het onderzoek is een veelheid aan documenten bestudeerd, hiervan is een overzicht opgesteld. Ook zijn de voor de besluitvorming relevante documenten verzameld. Deze zijn samengevoegd in het bijlagenboek dat een onlosmakelijk deel uitmaakt van deze rapportage.
5 van 38
20130117RA06c-MS
2.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN OP HOOFDLIJNEN De stuurgroep constateert dat: de opdracht van het gemeentebestuur als lokale overheid de komende jaren toeneemt op meerdere gebieden rond onderwijs en jeugdzorg en dat dit vraagt om heldere verdeling van verantwoordelijkheden, taken en rollen; de borging van de kwaliteit van het onderwijs op Praktijkschool De Steiger voor de lange termijn binnen een grotere bestuurlijke eenheid effectiever kan plaatsvinden dan in de situatie van eenpitter onder integraal bestuur; Stichting Eduvier Onderwijsgroep (hierna Eduvier) de komst van Praktijkschool De Steiger verwelkomt als waardevolle aanvulling aan het brede pallet van scholen voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; Eduvier en Praktijkschool De Steiger nu al als natuurlijke partners worden gezien bij het adequaat vormgeven van onderwijs aan een zeer specifieke en vergelijkbare doelgroep; belanghebbenden hebben aangegeven deze bestuursoverdracht als wenselijk en kansrijk te zien en vertrouwen in elkaar hebben uitgesproken; beide organisaties elkaar vinden in een vrijwel gelijkluidende visie en missie, namelijk ‘de leerling écht centraal, het kind is de maat!’ Tijdens de onderzoeksfase is gebleken dat er geen onoverkomelijke bezwaren zijn tegen een bestuursoverdracht, in tegendeel! Er zijn volop kansen voor borging en uitbouw van de kwaliteit te zien. Een bestuursoverdracht zoals hier wordt beoogd, is binnen wet- en regelgeving ook goed mogelijk. Over de knelpunten en dekking van mogelijke risico’s zijn inmiddels tussen partijen eenduidige afspraken gemaakt. De stuurgroep stelt dan ook aan de verantwoordelijke besturen voor over te gaan tot besluitvorming: Het bestuur van Praktijkschool De Steiger neemt daartoe het voorgenomen besluit het bevoegd gezag over Praktijkschool De Steiger per 1 augustus 2014 over te dragen aan Eduvier en de gevolgen daarvan te regelen zoals in deze rapportage staat beschreven; het bestuur van Eduvier neemt daartoe het voorgenomen besluit het bevoegd gezag over Praktijkschool De Steiger per 1 augustus 2014 op zich te nemen en de gevolgen daarvan te regelen zoals in deze rapportage staat beschreven en deze besluiten in procedure te brengen zoals door wet- en regelgeving is bepaald.
2.1
Advies met betrekking tot de regeling van de gevolgen
2.1.1
Bestuur en organisatie Om de overdracht mogelijk te maken wordt de identiteit van Praktijkschool De Steiger omgezet van openbaar naar algemeen bijzonder. Eduvier waarborgt in de daartoe herziene statuten de algemene toegankelijkheid van de scholen. Hierbij wordt tevens vastgelegd dat wijziging van dit beginsel in de toekomst alleen met instemming van de gemeenteraad kan plaatsvinden. Praktijkschool De Steiger blijft geleid worden door de integraal verantwoordelijke directeur. De directeur van Praktijkschool De Steiger gaat deel uitmaken van het directieberaad van Eduvier en zal vandaar uit, samen met de overige directeuren, vorm en inhoud aan het organisatiebeleid geven.
6 van 38
20130117RA06c-MS
2.1.2
Onderwijs De visie en missie van beide organisaties laten veel overeenkomsten zien. De onderwijsbehoefte en het welbevinden van de leerlingen van Praktijkschool De Steiger zijn ook binnen Eduvier adequaat geborgd. Het onderwijs op Praktijkschool De Steiger zal op datum overdracht vorm krijgen zoals in het schoolplan 2011-2014 is beschreven. Het volgende schoolplan zal ingericht worden binnen de beleidskaders van Eduvier. Eduvier verwelkomt Praktijkschool De Steiger als een waardevolle aanvulling van het aanbod aan een zeer specifieke groep leerlingen. Het is ongewenst groepen leerlingen te mengen alleen op basis van efficiëntievoordelen, de onderwijsbehoefte en het welbevinden van het kind zijn leidend.
2.1.3
Personeel Bij overdracht gaan alle medewerkers in vaste dienst van Praktijkschool De Steiger over met behoud van alle opgebouwde rechten en plichten. Dit heeft tot gevolg dat Eduvier zal gaan werken conform de CAO PO voor de (V)SOscholen en conform de CAO VO voor Praktijkschool De Steiger. Het integraal personeelsbeleid van beide organisaties is op hoofdlijnen vergelijkbaar, verschillen zijn met name te zien in de uitwerking van procedures en instrumenten. Harmonisatie van deze onderdelen wordt zo snel mogelijk ter hand genomen en zal op onderdelen na datum overdracht vorm en inhoud krijgen. Op datum overdracht zal de reorganisatie van het personeelsbestand van Praktijkschool De Steiger naar verwachting vrijwel geheel gerealiseerd zijn. Het bestuur van Praktijkschool De Steiger heeft afspraken gemaakt met het bestuur van Eduvier over de regeling van de gevolgen bij het niet volledig gerealiseerd zijn van de boven genoemde reorganisatie.
2.1.4
Medezeggenschap Eduvier heeft de medezeggenschap ingericht volgens het principe ’medezeggenschap volgt zeggenschap’, naast elke directeur functioneert daardoor een medezeggenschapsraad. De medezeggenschap bij Praktijkschool De Steiger wordt ingepast in de vigerende structuur bij Eduvier. Na overdracht blijft zo de invloed van ouders en medewerkers op het beleid van Praktijkschool De Steiger belegd bij de medezeggenschapsraad. Invloed op het bestuursbeleid van Eduvier wordt uitgeoefend door de bovenschoolse medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad van Praktijkschool De Steiger zal met een lid uit de oudergeleding en een lid uit de personeelsgeleding vertegenwoordigd zijn in de bovenschoolse medezeggenschapsraad.
2.1.5
Financiën, administratie en beheer De conclusies en aanbevelingen van de uitgevoerde due diligence zijn overgenomen. Beide organisaties hebben inmiddels voor 2014 een sluitende begroting vastgesteld. Er zijn passende afspraken vastgelegd over de dekking van de geconstateerde risico’s. Praktijkschool De Steiger zal op gelijkwaardige wijze worden ondersteund vanuit het bedrijfsbureau van Eduvier. De ondersteuning vanuit de gemeente wordt op datum overdracht gestopt. De personele en de leerlingenadministratie van Praktijkschool De Steiger zullen aan Eduvier worden overgedragen.
7 van 38
20130117RA06c-MS
2.1.6
Huisvesting Het juridisch eigendom over het gebouw van Praktijkschool De Steiger aan de Griend, inclusief de inpandige gymzaal, zal worden overgedragen aan Eduvier. Over het medegebruik van de locatie Het Bedrijf zijn vooraf afspraken vastgelegd tussen het gemeentebestuur en Eduvier.
8 van 38
20130117RA06c-MS
3.
BESTUURLIJK/JURIDISCHE CONTEXT Bij een overdracht door een gemeentebestuur van het bevoegd gezag over een openbare school is sprake van verzelfstandiging en ontvlechting uit de gemeentelijke organisatie onder gelijktijdige samenvoeging met een andere organisatie.
3.1
De bestuursvorm De meest gekozen rechtspersoon bij verzelfstandiging van het openbaar onderwijs is in Nederland tegenwoordig de stichtingsvorm. Hiertoe hanteert men over het algemeen de volgende argumenten: De stichting accentueert de zelfstandige positie van het openbaar onderwijs en algemeen bijzonder onderwijs ten opzichte van de gemeente. De stichtingsvorm maakt het mogelijk in de toekomst andere scholen te laten toetreden en schaalvergroting buiten de gemeentegrenzen te realiseren. Door onderbrenging van het openbaar onderwijs in een stichting wordt de gelijkwaardigheid aan het bijzonder onderwijs zichtbaar. De stichting geeft inhoud aan de gewenste vermogensrechtelijke zelfstandigheid van het schoolbestuur, doordat de financiën voor openbaar onderwijs niet meer deel uitmaken van de gemeentebegroting. Het gemeentebestuur kan zich na overdracht volledig richten op het vormgeven van het lokaal onderwijsbeleid. Eduvier heeft de algemeen bijzondere identiteit. Overdracht van het bevoegd gezag over een openbare school aan een stichting voor algemeen bijzonder onderwijs is wettelijk gezien niet toegestaan. Om dit toch mogelijk te maken zijn de noodzakelijke maatregelen genomen.
3.1.1
Omzetting identiteit Praktijkschool De Steiger De gemeenteraad is verantwoordelijk om voor Praktijkschool De Steiger een verzoek tot omzetting van openbaar onderwijs naar algemeen bijzonder onderwijs in te dienen bij de minister. Na instemming moet de feitelijke omzetting door de gemeenteraad plaatsvinden gelijktijdig met de voorgenomen bestuursoverdracht per 1 augustus 2014. Op 13 september 2011 heeft de gemeenteraad het voornemen uitgesproken om de openbare praktijkschool De Steiger om te zetten van openbaar naar algemeen bijzonder onderwijs. Al eerder heeft de oudergeleding van de medezeggenschapsraad van Praktijkschool De Steiger hiermee ingestemd. Vervolgens is de aanvraag tot goedkeuring van de omzetting aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verzonden. De toestemming van het ministerie is ontvangen op 6 november 2013 (zie bijlage 5), de instemming van de Provincie op 5 juni 2013 (zie bijlage 6). De feitelijke omzetting vindt gelijktijdig plaats met de bestuursoverdracht.
3.1.2
Aanpassing statuten Eduvier Voor de overdracht van Praktijkschool De Steiger aan Eduvier dienen de statuten van Eduvier te worden gewijzigd. Besluitvorming hierover door bestuur en de raad van toezicht heeft plaatsgevonden; de nieuwe statuten worden voor datum overdracht bij de notaris bekrachtigd. Daarin wordt opgenomen dat de doelgroep van Eduvier is verruimd, opdat het praktijkonderwijs aan het onderwijsaanbod van Eduvier kan worden toegevoegd.
9 van 38
20130117RA06c-MS
3.2
Getuige de oude statuten heeft Eduvier een algemene grondslag waarbij ieder kind welkom is, ongeacht de godsdienstige overtuiging. In de statuten is de algemene toegankelijkheid en het openbare karakter opgenomen. Dit artikel blijft ongewijzigd. Statutair zal gewaarborgd worden dat voor het wijzigen van de algemene toegankelijkheid (materieel kenmerk van het openbare karakter) de goedkeuring van de gemeenteraad is vereist (zie bijlage 7: besluit wijzigingen in statuten Eduvier).
Relatie met het gemeentebestuur Na overdracht van het bevoegd gezag aan Eduvier zal het gemeentebestuur alleen nog goedkeuringsrecht hebben bij een wijziging in de statuten van de algemene toegankelijkheid van Eduvier. Hierbij gaat het vooral om de borging van de wezenskernmerken van het openbaar onderwijs. Vanuit haar lokale overheidstaken is de gemeente Lelystad gesprekspartner over onder andere huisvesting, voortijdig schoolverlaten, jeugdhulp in samenhang met passend onderwijs en het vangnet voor kwetsbare jongeren. Dit krijgt een plek in de gezamenlijke ambitie van de Lelystadse Educatieve Agenda.
3.3
Wettelijk kader Een dergelijke bestuursoverdracht is specifiek geregeld in de Wet op het Voortgezet onderwijs en de Wet op de Expertisecentra (art. 58 WEC). Daarin staat vermeld: dat bij de overdracht de ontvangende organisatie de aan de school verbonden personeelsleden ‘in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden in dienst neemt, alle opgebouwde rechten en plichten gaan van rechtswege mee over’; dat de bestuursoverdracht tevens de overdracht van het juridisch eigendom van de schoolgebouwen, de inventaris en het eigen vermogen betreft; dat bij de overdracht de ontvangende organisatie alle aan de school verbonden rechten en plichten overneemt; dat een bestuursoverdracht plaats dient te vinden bij notariële akte.
3.3.1
Fusietoets en fusie-effectrapportage Sinds 1 oktober 2011 geldt in het onderwijs de Wet op de fusietoets bij fusies of bestuursoverdracht. Een voornemen tot fusie of bestuursoverdracht moet daarbij ter goedkeuring aan de minister worden voorgelegd. De wens tot behoud van keuzevrijheid voor ouders en diversiteit in het onderwijsaanbod ligt hieraan ten grondslag. Deze wet- en regelgeving is echter niet van toepassing op het praktijkonderwijs (zie daarvoor de Memorie van Toelichting op de wet fusietoets blz. 28 en de toelichting op de regeling fusietoets blz. 23). Dit wordt in de goedkeuring van de omzetting nog eens expliciet namens de minister van OCW bevestigd. Wel is uit oogpunt van zorgvuldigheid een fusie-effectrapportage (FER) opgesteld volgens de in de wet genoemde criteria (zie bijlage 8: fusie-effectrapportage VO).
10 van 38
20130117RA06c-MS
3.4
Besturingsfilosofie
3.4.1
Stichting Eduvier Onderwijsgroep Deze organisatie werkt vanuit het raad van toezicht-model. Het bevoegd gezag, de eindverantwoordelijkheid en de dagelijkse leiding zijn in handen gelegd van een eenhoofdig college van bestuur (CvB). Het toezicht wordt uitgevoerd door een raad van toezicht bestaande uit zes leden. Hiermee is volledige scheiding tussen bestuur en toezicht gerealiseerd volgens de wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ en de daarop aansluitende codes ‘Goed Onderwijsbestuur’ van PO-Raad en VO-raad. In hoofdlijnen liggen de taken en bevoegdheden van de bestuurder en toezichthouder vast. Binnen de scholenorganisatie kent Eduvier vier schooldirecteuren met doorgemandateerde bevoegdheden en verantwoordelijkheden middels een managementstatuut. Dit statuut wordt binnenkort geactualiseerd. (Elke directeur stuurt één of meerdere locaties aan. De directeur is integraal verantwoordelijk voor de ontwikkeling, uitvoering, evaluatie en kwaliteit van het onderwijs op zijn scholen, voor de uitvoering van het financieel, personeel en materieel beleid en voor het functioneren van de school en de teamleden op de betreffende school. In die rol is de directeur gehouden het bovenschools beleid zonder voorbehoud uit te voeren. Daarnaast is de schooldirecteur medeverantwoordelijk voor het beleid en de ontwikkeling van Eduvier. Elke directeur wordt geacht een Eduvier-brede portefeuille te behartigen. Daarnaast acteert de schooldirecteur in het desbetreffende samenwerkingsverband en vervangt de directeur de bestuurder waar gewenst. De directeur voert het overleg met de medezeggenschapsraad van de desbetreffende school dan wel scholen. Er is een managementteam waarin naast de bestuurder, de directeuren van de scholen, de directeur ambulante begeleiding en de directeur van het bedrijfsbureau participeren.
3.4.2
Bestuur Praktijkschool De Steiger Op dit moment vormt het College van Burgemeester en Wethouders als integraal bestuur het bevoegd gezag van Praktijkschool De Steiger. De bestuursmanager voert operationeel het beleid uit en overlegt waar nodig met de vakwethouder. Middels het managementstatuut is de directeur van Praktijkschool De Steiger gemandateerd uitvoering te geven aan taken en verantwoordelijkheden Praktijkschool De Steiger betreffende. De gemeenteraad is, op afstand, eindverantwoordelijk voor het openbaar onderwijs.
3.5
Conclusies en aanbevelingen Oriëntatie op de rechtsvorm De huidige stichtingsvorm blijft de rechtsvorm. Oriëntatie op liggende statuten en wijzigingsvoorstellen Bij overdracht van Praktijkschool De Steiger aan Eduvier zijn de statuten van Eduvier gewijzigd door verbreding van de doelgroep waardoor het regulier praktijkonderwijs kan toetreden tot Eduvier en het borgen van de (openbare) algemeen toegankelijke grondslag. Oriëntatie op het managementstatuut en de toekomstige organisatiestructuur Voor Praktijkschool De Steiger is de scheiding van het bestuur en het toezicht feitelijk geregeld via het duale stelsel van de gemeente: gemeenteraad als toezichthouder en het college als bevoegd gezag. Het managementstatuut moet worden geactualiseerd.
11 van 38
20130117RA06c-MS
Eduvier kent eveneens een strikte statutair geregelde scheiding tussen bestuur en toezicht. Voor de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de besturingskolom werkt men met een mandaatmodel verwoord in een managementstatuut. Dit statuut wordt in het voorjaar van 2014 geactualiseerd De positie van de directeur van Praktijkschool De Steiger wordt geborgd. De opbouw van de managementstructuur van Eduvier is nu al zodanig dat ook de integrale eindverantwoordelijkheid van de directeur van Praktijkschool De Steiger voor de kwaliteit van de school hierbinnen gewaarborgd is.
Oriëntatie op zaken rond het bedrijfsbureau Eduvier kent een bedrijfsbureau, aangestuurd door de directeur bedrijfsbureau tevens controller. De beleidsmedewerkers/adviseurs ontwikkelen beleid en faciliteren en monitoren de uitvoering. Ook ondersteunen zij rechtstreeks de directeuren bij de bedrijfsvoering en schoolontwikkeling. Professionele aansturing en ondersteuning van alle scholen binnen Eduvier vanuit gezamenlijke kaders op het gebied door een bedrijfsbureau is van belang voor een goede voortgang van het onderwijs op de scholen. Praktijkschool De Steiger zal op gelijke wijze hierbinnen participeren. De ondersteuning door de gemeente Lelystad (financial control en P&O) vervalt bij overdracht. Het contract voor de financiële administratie en PSA administratie met Concent wordt in ieder geval gecontinueerd tot de overdracht is afgehandeld. De door Eduvier gehanteerde kaders voor administratie en beheer zullen vervolgens van toepassing worden op Praktijkschool De Steiger uiterlijk met ingang van 1 januari 2015.
12 van 38
20130117RA06c-MS
4.
ONDERWIJS EN KWALITEIT Behoud en waar mogelijk uitbouw van de kwaliteit van het onderwijs aan deze specifieke groep leerlingen is het uiteindelijke doel van een bestuurlijke krachtenbundeling. Het onderwijskundig beleid van beide organisaties is in de onderzoeksfase bestudeerd en hierbij is geconstateerd dat er een grote mate van overeenkomst te zien is: de leerling staat bij beide organisaties écht centraal en er wordt bij beide uitgegaan van wat een leerling kan, van zijn of haar kwaliteiten en talenten. De onderwijskundige principes en het beleid daaromtrent van Praktijkschool De Steiger staan beschreven in het Strategisch beleidsplan en in het Schoolplan 2011-2014. Eduvier heeft deze in het Beleidskader 2011–2014 beschreven en uitgewerkt in de verschillende schoolplannen.
4.1
Het onderwijsbeleid nu Praktijkschool De Steiger Er wordt op deze school op dit moment onderwijs gegeven aan 228 leerlingen van 12 tot en met 18 jaar. Door middel van een op de praktijkgericht opleidingsproces worden zij door de school voorbereid op het als volwassene zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. De missie van Praktijkschool De Steiger: ‘Alle leerlingen stromen uit naar werk, een vervolgopleiding of een ander vervolgtraject en worden succesvolle burgers van Lelystad! Uitgangspunt is: ‘Waar je goed in bent, gaan we uitbouwen!' Daarbij hoort een aanvullend aanbod voor algemene ontwikkeling en taalvaardigheid, nodig om in de maatschappij te kunnen functioneren. De interne kracht van de school wordt gevormd door de kwaliteit van samenhangend, competentiegericht leren binnen en buiten de school, de professionaliteit van de uitvoering, het innovatief vermogen van het team, een flexibele organisatie, teamwork en collegiaal overleg, onderwijskundig leiderschap en creatief aanpassingsvermogen aan veranderingen buiten de school.’
De kinderen starten in een basisgroep, deze groepen worden zo goed mogelijk gematcht (welk type kind past bij welk type mentor). Er wordt een uitstroomperspectief voor elke leerling opgesteld (dat wil ik bereiken!). Op basis daarvan vindt indeling in een stroming plaats (nu nog 4, gaat naar 3: A – BC – D). In het eerste jaar wordt veel tijd en aandacht besteed aan vorming/opvoeding/ ingroeien in de cultuur van Praktijkschool De Steiger. Basis voor de ontwikkeling van zelfredzaamheid zijn de vier pijlers: werk, goed burgerschap, wonen en vrije tijd. Na twee jaar volgt een loopbaanoriënterend onderzoek en wordt een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld. In de praktijkgroepen (hout, groen, zorg, horeca, et cetera) helpen de ouderen de jongeren. De leerlingen zijn zoveel mogelijk zelf eigenaar van hun leertraject, ze hebben vaak zelf goed zicht op (de grenzen van) hun mogelijkheden. Doel is een goede werknemer en collega te worden. Stagebegeleiders/mentoren begeleiden de leerlingen naar bedrijven op basis van een transitieplan dat samen met specialisten wordt opgesteld. De organisatie van de arbeidstoeleiding is in ontwikkeling. Zorg is: waar vinden we genoeg werk? (Het vliegveld biedt wellicht een mooie kans.) Binnen Praktijkschool De Steiger is sprake van een gemeenschappelijke onderliggende visie op wat goed is voor deze kinderen. Dit zit ‘in de voegen’, een ongeschreven mores, moeilijk te omschrijven maar des te beter te ervaren (‘zo zijn onze manieren’).
13 van 38
20130117RA06c-MS
Er vindt regelmatig afstemming en samenwerking plaats met andere scholen voor praktijkonderwijs, onder andere via de Vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs.
Onderwijsbeleid van Eduvier De scholen van Eduvier zijn zogenoemde REC4-scholen, gespecialiseerd in het bieden van onderwijs aan 1381 leerlingen met een internaliserende of externaliserende gedragsproblematiek, een stoornis in het autistisch spectrum of een psychiatrische problematiek. De missie van Eduvier: ‘Eduvier wil kinderen en jongeren met ernstige gedragsproblemen toerusten voor de toekomst. We zetten ons met passie, deskundigheid en verantwoordelijkheid hiervoor in en zoeken naar optimaal passende vormen van onderwijs en begeleiding. Het doel is leerlingen voor te bereiden op een voor hen zo volwaardig mogelijk functioneren in de maatschappij en toe te leiden naar vervolgonderwijs of werk. We doen dit met een persoonsgerichte, toekomstgerichte benadering en in dialoog met de leerling, de ouders en de maatschappelijke partners. De focus ligt daarbij op de mogelijkheden - wat kan de leerling wèl - en op volledige acceptatie van beperkingen.
4.2
Het (V)SO bedient kinderen van 4 tot en met 21 jaar. Kernvraag is: wat hebben deze kinderen nodig om te groeien? Eduvier zet hoog in, door hoge verwachtingen creëer je hoge(re) resultaten. Het onderwijs is georganiseerd rond drie uitstroomprofielen: arbeid, vervolgonderwijs en soms dagbesteding. Gestart wordt met het verwoorden van een ontwikkelingsperspectief. Op basis hiervan wordt de onderwijsbehoefte van de individuele leerling vastgesteld. Er komen veel zij-instromer binnen, vooral vanuit het 2e jaar VO. Deze kinderen hebben al de nodige teleurstellingen achter de rug. Structuur, sfeer en rust zijn belangrijk voor het welslagen van een overplaatsing, dus niet te snel switchen. Binnen cluster 4 is landelijk gezien de laatste jaren een kwaliteitsslag gemaakt, zo ook bij Eduvier. Er wordt nu meer planmatig en resultaatgericht gewerkt aan onderwijs en gedrag. De effecten zijn duidelijk positief. Het strategisch meerjarenbeleid van Eduvier (zie Beleidskader 2011-2014) wordt momenteel geëvalueerd en in de eerste helft van 2014 geactualiseerd. Dit gebeurt vanuit het primaire proces, in samenspraak met de directeuren en de staf.
De organisatie van het onderwijs Praktijkschool De Steiger Het College van Burgemeester en Wethouders van Lelystad vormt het bevoegd gezag, de gemeenteraad functioneert als toezichthouder. Namens het schoolbestuur geeft de daartoe gemandateerde bestuursmanager uitvoering aan het bestuursbeleid. Aan de school is een directeur aangesteld welke integraal verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs. De directeur voert, in nauwe samenspraak met de bestuursmanager, het overleg met de medezeggenschapsraad van de school. De school wordt ondersteund door een aantal gemeentelijke beleidsmedewerkers, onder andere op financieel gebied en op het gebied van P&O, administratie en beheer. Er wordt gewerkt onder brinnummer 18 PR. Praktijkschool De Steiger werkt met Concent als administratiekantoor (zie bijlage 9: organigram Praktijkschool De Steiger).
14 van 38
20130117RA06c-MS
Eduvier Onderwijsgroep Deze stichting is een organisatie voor REC4-onderwijs zoals bedoeld in de Wet op de Expertisecentra. Er wordt onderwijs gegeven op elf locaties. Feitelijk werkt men onder twee brinnummers en verschillende sub-nummers (23HU De Anger en 23VR Herman Bekius). Dit is historisch zo gegroeid. Het bevoegd gezag en daarmee de eindverantwoordelijkheid en de dagelijkse leiding van de stichting liggen in handen van de dagelijks bestuurder, in de functie van voorzitter van het college van bestuur (zie bijlage 10: organigram Eduvier). Er zijn momenteel vier schooldirecteuren aangesteld. Zij leiden één of meerdere locaties. Binnen de bestuurlijke kaders en afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerlingenpopulatie is veel ruimte voor verschillen in de organisatie en realisatie van het onderwijs per locatie. De directeuren nemen deel aan het tweewekelijkse directieberaad. In dit overleg met het bestuur wordt, in samenspraak met de beleidsmedewerkers, het algemene beleid ontwikkeld. Elke directeur is ook portefeuillehouder van een Eduvier-breed beleidsterrein, bijvoorbeeld ten aanzien van de LC-specialisten, arbeidstoeleiding of stagebegeleiding. Dit wordt verder uitgebouwd. Men ervaart dit ‘samen optrekken’ als een duidelijke meerwaarde en een versterking van het team van directeuren, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van kwaliteitsproducten, maar meer nog omdat men kennis kan delen, elkaar steunt, enthousiasmeert en inspireert. Elke directeur voert zelf het overleg met de eigen MR vanuit het principe ‘medezeggenschap volgt zeggenschap’. Er is een bedrijfsbureau ingericht, dat wordt aangestuurd door de directeur bedrijfsbureau, tevens controller. De medewerkers van het bureau ontwikkelen beleidsonderdelen, beheren de personele en financiële administratie, ondersteunen de directeuren en coördineren dan wel voeren regie op zaken als arbo, vervanging, interne scholing en werving en selectie. Eduvier werkt met Dyade als administratiekantoor. 4.2.1
Scholenbestand Eduvier per augustus 2013 Naam school De Anger Aquarius Aurum College De Catamaran, lesplaats als onderdeel van de HBS Dr. Herman Bekiusschool, inclusief Asterisk Nautilus College De Optimist De Optimist De Rede, incl Asterisk Stedenschool
4.3
Plaats Lelystad Almere Lelystad Dronten
Type school VSO VSO VSO SO
Samenwerking met
Lelystad
SO
GGZ Centraal en Triade/MKD
Almere Emmeloord Emmeloord Lelystad Lelystad
SO en VSO SO VSO VSO VSO
LSG Rentray / Intermezzo SbaO De Driemaster
GGZ Centraal Justitiële jeugdinrichting Rentray/Intermezzo
Ketenpartners Door beide organisaties wordt samengewerkt met een groot aantal landelijke, regionale en lokale instanties en instellingen, zoals onder meer het Landelijk werkverband Praktijkscholen, de William Schrikker-groep, VITREE, Regionaal overleg Praktijkscholen, de Werkschool, LSG Rentray/Intermezzo, het Therapeutisch centrum, Triade, de GGZinstellingen, GGD, Bureau Jeugdzorg, Stichting Welzijn Lelystad, het UWV, het Centrum voor Jeugd en gezin.
15 van 38
20130117RA06c-MS
4.4
Kaders voor kwaliteit Praktijkschool De Steiger is in november 2013 bezocht door de Inspectie van het onderwijs. Naar aanleiding hiervan heeft de inspecteur de school het basisarrangement toegekend. De inspecteur heeft daarbij de school een compliment gemaakt voor de kwaliteit van het primaire proces en het pedagogisch klimaat. De adviezen van de inspectie hebben met name betrekking op het versterken van de koppeling tussen beleid en uitvoering, borging en het bevorderen van planmatig en resultaatgericht werken. Om het onderwijs en de ondersteuning in de school nog verder te verbeteren zet de school de komende jaren in op de volgende thema’s: versterken van de doorstroom naar arbeid (onder andere door het concept Werkschool, samenwerking met het MBO en het (gemeentelijk) werkbedrijf); de bestaande infrastructuur (bijvoorbeeld van praktijklokalen) effectiever benutten; mogelijkheden om leerlingen van De Rede, met een laag cognitief niveau, op te vangen; het inzetten van een Jobcoach vanuit de school. De scholen binnen Eduvier hebbende afgelopen jaren een stevige kwaliteitsslag gemaakt ten aanzien van het onderwijsleerproces, de leerlingenzorg en de kwaliteitszorg. Op één na hebben alle scholen het basisarrangement verkregen. De verwachting is dat de laatste school (in Almere} in het voorjaar van 2014 het basisarrangement verkrijgt. In het ‘Beleidskader Eduvier 2011–2014’ staan de uitgangspunten geformuleerd rond de formatie en normatieve kaders ten aanzien van de verdeling van de middelen. Er wordt daarbij stevig ingezet op professionalisering. Zo wordt voortdurend gewerkt aan kwaliteitsverbetering. Intern worden trajecten georganiseerd richting pre-master en master SEN, versterking van de didactische competenties en aan managementontwikkeling. Ook worden door de beleidsmedewerkers en/of externe adviseurs workshops gegeven over diverse nieuwe ontwikkelingen. Eens in de twee jaar worden om-en-om een medewerkerstevredenheidsmeting en een kwaliteitsonderzoek onder personeel, ouders en leerlingen uitgevoerd. De gehanteerde systematiek maakt het goed mogelijk Praktijkschool De Steiger na overdracht te laten participeren in deze cyclische metingen. Beide organisaties zijn samen en in samenwerking met enkele andere partijen gestart met het voorbereiden van een speciaal programma onder de werktitel ‘SMBO’, waarbij leerlingen door extra ondersteuning meer mogelijkheden krijgen zich daar te ontwikkelen en te scholen. Dit voornemen is nu in de overlegfase. De verwachting is dat de besturen in het voorjaar hierover besluiten gaan nemen.
4.5
Beleid ten aanzien van leerlingenzorg Basis voor de integrale leerlingenzorg binnen Eduvier is adequate kennis van de leerlingen en hun onderwijsbehoeften. Door handelingsgericht werken, rekening houden met verschillen, nauwgezet volgen van de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling, evalueren van de resultaten en het OPP en op tijd bijsturen in goede samenwerking met de ouders, wil men de leerlingen bieden wat zij nodig hebben. Bij Praktijkschool De Steiger is het potentieel van de moeilijk lerende jongeren uitgangspunt voor beleid. De school wil daarom brede ontwikkelmogelijkheden aanbieden en leerlingen leren hun potentieel actief en zelfstandig te gebruiken. De school wil de (uitgangs)positie van leerlingen op de arbeidsmarkt optimaliseren en daartoe kansen in de
16 van 38
20130117RA06c-MS
regio creëren met als uiteindelijk doel het welzijn van de leerlingen op school en in de samenleving te vergroten. 4.5.1
Organisatie van de zorg Eduvier is een grote organisatie waarbinnen veel specialismen te vinden zijn, zoals orthopedagogen, pedagogen, remedial teachers, motorische remedial teachers et cetera. Deze specialisten ondersteunen de leerkrachten in het primaire proces. Bij Eduvier wordt gewerkt met een Commissie van begeleiding (CvB). De CvB wordt egvormd door de orthopedagoog, de directeur, de afdelingsleider, de intern begeleider, de schoolarts, de leerplichtambtenaar en eventueel een vertegenwoordiger vanuit de jeugdhulpverlening. Daarnaast is een kleine (intern) CvB mogelijk. In de grote CvB wordt de onderwijsleerbehoefte van de desbetreffende leerling vastgesteld. Er is veel expertise wat betreft stoornissen, de aanpak van lastig gedrag en handelingsgericht werken (HGW). Er wordt gewerkt vanuit het voor elke leerling opgestelde Ontwikkelingsperspectiefplan, waarbinnen op basis van de ondersteuningsbehoefte en uitstroomverwachting een onderwijstraject op maat wordt aangeboden. Twee tot drie maal per jaar vinden leerlingbesprekingen plaats. Ouders worden tenminste twee maal per jaar uitgenodigd om de leerresultaten en de voortgang op sociaal-emotioneel gebied op school te bespreken. Praktijkschool De Steiger is een relatief kleine eenpitter en gezien de beperkte omvang van de formatie is het niet mogelijk veel verschillende specialismen in dienst te hebben. Momenteel is er nog de beschikking over een logopedist; deze functie komt door de reorganisatie te vervallen. Remedial teaching blijft mogelijk. De expertise van Praktijkschool De Steiger is vooral gericht op leerlingen met een leerachterstand. Op deze school vindt overleg plaats over leerlingen binnen het ZorgAdviesTeam (ZAT). Hierin vindt overleg plaatst tussen de orthopedagogen, de zorgcoördinator, de jeugdarts GGZ, de directeur en de schoolmaatschappelijk werker. Daarnaast is er voor elke klas drie keer per jaar een leerlingbespreking. Bij het maken van het startdocument in de basisgroep gaat de mentor op huisbezoek. Aan het einde van het tweede jaar, het oriëntatiejaar, vindt een loopbaanoriëntatieonderzoek plaats. Dit onderzoek wordt met ouders besproken en geeft richting aan de specialisatie waar de leerling in de 3 e - 4e - 5e fase (leerjaren) voor kiest. Rond het zeventiende levensjaar van de leerling vindt een transitieplanbespreking plaats. Naast deze vaste momenten kent Praktijkschool De Steiger ouderavonden, rapportbesprekingen en gesprekken met ouders bij meer dan 50 uur (ziekte)verzuim. Samenwerking met ouders is van groot belang, er vinden daarom ook gesprekken plaats als ouders hier om vragen of wanneer er vanuit school behoefte is aan een gesprek met ouders.
4.5.2
Samenwerkingsverband VO Lelystad VO2403 De scholen werken nu al samen binnen het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Lelystad, statutair opgericht per 1 november 2013. De schoolondersteuningsprofielen zijn voor alle scholen opgesteld. Aan het overkoepelende ondersteuningsplan wordt door het samenwerkingsverband gewerkt.
4.6
Arbeidstoeleiding Arbeid is een belangrijke voorwaarde om een zo zelfstandig mogelijk bestaan op te bouwen. Het doel is bij beide organisaties dat jongeren hun talenten kunnen ontplooien en naar vermogen een loonvormende positie op de arbeidsmarkt kunnen verkrijgen en weten te behouden. Het is wenselijk dat jongeren in het onderwijsdomein kunnen blijven totdat ze met een startkwalificatie kunnen gaan functioneren op de (reguliere) arbeidsmarkt, een
17 van 38
20130117RA06c-MS
arbeidsmarkt waar werkgevers de verantwoordelijkheid nemen om voor jongeren met eigen talenten duurzame arbeidsplaatsen te realiseren. Het sociale zekersheidsdomein gaat met de komst van de Participatiewet op de schop. De Wajong wordt nog alleen toegankelijk voor jongeren die 100% arbeidsongeschikt zijn. De sociale werkvoorziening gaat per 1 januari 2015 op slot, er worden geen personen meer aangenomen en er zal nog maar een zeer beperkt aantal plaatsen voor beschut werken beschikbaar zijn. Er zal een regionale vertaling komen van de afspraken die tussen Rijk, werkgevers en werknemers zijn gemaakt om mensen met een arbeidshandicap op de arbeidsmarkt te laten participeren. Een combinatie van leren en werken biedt de beste garanties voor een soepele overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt. Wie kan, gaat naar de reguliere arbeidsmarkt. De arbeidsmarktperspectieven voor laaggeschoolden zijn inmiddels beter dan lang werd gedacht. Bundeling van krachten door het VSO, het praktijkonderwijs, het VO, de Entreeopleiding van het MBO, het SMBO en de lokale overheid maakt het mogelijk een arbeidstrainingscentrum te ontwikkelen en duurzame relaties met werkgevers te onderhouden. De plannen hiervoor zijn inmiddels in bespreking, in het voorjaar zal een ontwerpvoorstel hiertoe aan de betrokken besturen ter vaststelling worden aangeboden. 4.6.1
Aanbod branche-gerichte opleidingen en certificering Praktijkschool De Steiger heeft een lesplaats welke Het Bedrijf wordt genoemd. Hier specialiseren oudere leerlingen zich in een beroepssector. Sectoren die binnen Het Bedrijf worden aangeboden zijn: mobiliteitsbranche (auto- en fietstechniek), logistiek, lassen en metaalbewerking, horeca, verkoop, productie en wasserette. Daarnaast worden nog groen, horeca, zorg en welzijn, sport en bewegen en houtbewerking aangeboden op het terrein van Praktijkschool De Steiger zelf. Voor logistiek, verkoop en metaal zijn branchecertificaten te verkrijgen, zoals voor het werken met de heftruck, reach-heftruck, VCA en lassen. In iedere specialisatie wordt toegewerkt naar een niveau 1-opleiding. Leerlingen hebben een Individueel OntwikkelingsPlan (IOP), waarin beschreven staat wat voor de leerling gewenst en haalbaar is. Eduvier heeft ook de beschikking over externe lesplaatsen, Sliplijn en Houtstek. Hier worden diverse praktijklessen aangeboden om certificaten te halen voor VCA, heftruck en reach-heftruck, lassen en niveau 1 horeca en groen. Daarnaast valt onder Eduvier ook het LWT-centrum Flevodrome. Hier worden jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt opgeleid middels een sociale regeling en naar werk begeleid. Wanneer Praktijkschool De Steiger ondergebracht wordt onder het bestuur van Eduvier ontstaan meer kansen en mogelijkheden voor versterking van het aanbod van beroepsdiploma’s en certificaten. Praktijkschool De Steiger en Eduvier hebben beide een eigen netwerk van bedrijven en brancheverenigingen waar kennis wordt opgedaan en waar erkenning van vaardigheden van jongeren mogelijk is. Dit kan gekoppeld worden. Praktijkschool De Steiger heeft ruime kennis van certificering in de branchesector; voor Eduvier liggen hier mogelijkheden om de uitstroomprofielen meer praktisch in te vullen. Verkend wordt hoe zo effectief mogelijk gebruik kan worden gemaakt van de bestaande infrastructuur wanneer Praktijkschool De Steiger, Eduvier en het (gemeentelijk) Werkbedrijf de krachten bundelen als het gaat om het gebruik van de infrastructuur, bijvoorbeeld (praktijk)ruimtes. Hierbij is het wel van belang dat rekening wordt
18 van 38
20130117RA06c-MS
gehouden met de verschillen in onderwijsbehoefte en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de doelgroepen. Als bijlage 11 is een overzicht opgenomen van de opleidingen en certificaten die Praktijkschool De Steiger haar leerlingen aanbiedt en het vergelijkbare overzicht van Eduvier. 4.6.2
Stagebeleid Binnen Praktijkschool De Steiger wordt gewerkt met een stagebegeleider en met stagecoördinatoren. De stagebegeleider is veelal een vakleerkracht die leerlingen in het primaire proces begeleidt op de stageplek. Deze begeleiders houden zich bezig met het zoeken van een stage- en/of werkplek en de coaching van de leerling. De stagecoördinator richt zich vooral op de noodzakelijke contacten met het UWV of de gemeente. Praktijkschool De Steiger heeft een groot netwerk aan stagebedrijven. Bij Eduvier is de stagecoördinator verantwoordelijk voor het totale pakket stage. Alles aangaande stage verloopt via deze persoon, die dan ook verantwoordelijk is voor die leerling. Vakleerkrachten ondersteunen bij het aanleren van specifieke vaardigheden. De scholen van Eduvier zijn verspreid over de hele regio, het netwerk reikt dus ver. Praktijkschool De Steiger en Eduvier willen beiden het beleid ten aanzien van arbeidstoeleiding en -plaatsing verder professionaliseren. Met het veranderen van wet- en regelgeving en subsidiestromen is het aan te bevelen expertise uit te wisselen opdat beide doelgroepen optimaal leerresultaat halen en goed geplaatst worden op de arbeidsmarkt. Zowel binnen Praktijkschool De Steiger als bij Eduvier wordt onderkend dat de begeleiding van jongeren na het verlaten van school nog verbetering behoeft.
4.7
Conclusies en aanbevelingen Als belangrijk criterium voor een succesvolle krachtenbundeling is gesteld dat door een bestuursoverdracht de onderwijskwaliteit en de vormgeving van passend onderwijs worden gewaarborgd mét behoud van de eigenheid en positie van alle betrokken scholen en/of locaties. Er zijn volop mogelijkheden hiertoe. De onderwijsbehoefte van de leerling vormt hierbij steeds de basis, er moet daarnaast oog zijn voor de pedagogische uitgangspunten vanuit respect voor de diverse leerlingengroepen binnen de twee organisaties. In de onderzoeksfase is gebleken dat participanten er vertrouwen in hebben dat de doelgroepen goed kunnen worden bediend. Hierbij is van belang dat steeds zorgvuldig wordt gekeken naar de omgevingsfactoren en zorg wordt gedragen voor een systematische evaluatie en borging.
Bij de bestuursoverdracht geldt ten aanzien van het onderwijsprofiel van Praktijkschool De Steiger het principe van erkende ongelijkheid. De bestuursoverdracht zelf geeft geen aanleiding in dit profiel iets te veranderen, integendeel. Ook binnen de beleidskaders van Eduvier is borging van het onderwijsprofiel en behoud van de eigenheid van Praktijkschool De Steiger goed mogelijk. Praktijkschool De Steiger vormt als zodanig een welkome aanvulling van het veelkleurige pallet van Eduvier. De herijking van het schoolplan van Praktijkschool De Steiger in schooljaar 2014-2015 zal vervolgens goed plaats kunnen vinden binnen de bestuurlijke kaders van Eduvier.
19 van 38
20130117RA06c-MS
Na bestuursoverdracht kan Praktijkschool De Steiger gebruik maken van de brede kennis die bij Eduvier aanwezig is en kan men meer samenwerken met meer en andere specialisten. Anderzijds kunnen de Eduvier-scholen gebruik gaan maken van de specifieke kennis die bij Praktijkschool De Steiger aanwezig is rond jongeren met een leerachterstand die uitstromen naar arbeid.
Onderwijs-op-maat met oog voor een individuele benadering wordt door de overdracht geborgd én uitgebouwd. Belangrijke meerwaarde is met name te behalen bij het vormgeven van de arrangementen binnen passend onderwijs. Samen zijn er meer mogelijkheden voor beide organisaties dan er nu zijn. Speciale programma’s zijn dan makkelijker invoerbaar en uitvoerbaar. Er kan meer maatwerk worden geleverd; men is minder afhankelijk van indicaties.
Een aandachtspunt vormen in dit kader de huidige plannen voor het eventueel samen onderbrengen in een nieuwe accommodatie van Sliplijn van Eduvier en Het Bedrijf van Praktijkschool De Steiger. Op zich is dit een kansrijk idee. In de uitwerking zal echter wel rekening moeten worden gehouden met het principe van ‘erkende ongelijkheid‘. De onderwijsbehoefte van de leerling moet ook hierbij leidend zijn, niet de eventueel te behalen efficiëntievoordelen.
De uitgangspunten van de beide organisaties zijn nagenoeg identiek, de uitvoering van deze uitgangspunten vormt de leidraad bij de organisatie van het primaire proces binnen beide organisaties. De pedagogische en didactische uitgangspunten zijn sterk vergelijkbaar. De leerling is de maat, vandaar uit wordt gekeken wat er mogelijk en op realistisch niveau haalbaar is. Het ambitieniveau is bij beide organisaties hoog. De onderwijsprogramma’s worden steeds weer onder de loep genomen om het meest optimale te bieden. Beide organisaties hebben in hun werken de focus verlegd van zorg naar onderwijs; het accent ligt nu op leren en ontwikkelen van dat wat kan, van de kwaliteiten en talenten van de leerlingen. Tijdens de onderzoeksfase is dan ook duidelijk geworden: dat er meer kansen dan bedreigingen zijn; dat de specifieke kennis van Praktijkschool De Steiger op het gebied van jongeren met een leerachterstand die uitstromen naar arbeid een belangrijke toegevoegde waarde is voor Eduvier; dat het welbevinden van de leerlingen van Praktijkschool De Steiger ook binnen Eduvier adequaat geborgd zal worden; dat de leerlingen ook onder de paraplu van Eduvier een passende onderwijsplek zullen behouden en dat over en weer het vertrouwen is gegroeid in een succesvolle bestuursoverdracht van Praktijkschool De Steiger aan Eduvier.
20 van 38
20130117RA06c-MS
5.
PERSONEEL Kwaliteit zit in mensen, zij zijn het die het onderwijs vormgeven. Goed werkgeverschap is daarom van directe invloed op de kwaliteit en het resultaat van het onderwijs. Bij de overdracht van het bevoegd gezag over een school krijgen de betrokken medewerkers feitelijk een nieuwe werkgever. Alle opgebouwde rechten en plichten blijven daarbij in stand en gaan onverkort en van rechtswege mee over. Toch is het voor individuele medewerkers een ingrijpende gebeurtenis die om zorgvuldige behandeling vraagt.
5.1
Huidige kaders voor goed werkgeverschap en personeelsbeleid Praktijkschool De Steiger In het Schoolplan 2011–2014 is het strategisch meerjarenbeleid van Praktijkschool De Steiger beschreven. Hierbij wordt de schoolontwikkeling rechtsreeks gekoppeld aan de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker. ‘………Voor de ontwikkelingen die Praktijkschool De Steiger de komende jaren wil doormaken en bovenal voor het bereiken van de ambitie, zijn de personeelsleden essentieel. Als zij enthousiast, betrokken, doelgericht en competent elke dag met plezier willen werken aan het succesvol, met een baan, burger van Lelystad worden van onze leerlingen, gaat het lukken de ambitie tot werkelijkheid te maken. Dat vraagt veel van mensen. Het biedt ook veel mogelijkheden voor mensen!……..’ ‘………De meer doelgerichte werkwijze van Praktijkschool De Steiger zal van alle personeelsleden veel aanpassingen vragen. Er zal meer samengewerkt worden, nieuwe instrumenten zullen gebruikt worden en andere competenties zullen nodig zijn. Dat vraagt om een gedegen personeelsplan waarin individuele ontwikkelingsplannen met een ambitie de leidraad vormen. De bestaande, gewenste, benodigde en gewilde competenties dienen in kaart gebracht te worden en omgezet in relevante acties (cursussen, coaching en dergelijke). Personeelsleden die meer verantwoordelijkheid willen dragen, moeten de kans krijgen die verantwoordelijkheid te nemen. Het didactisch repertoire van docenten zal vergroot moeten worden. Een integraal personeelsbeleidsplan is de bron voor versterking van Praktijkschool De Steiger. Optimaal gebruik van de competenties van personeelsleden is een doel. Een goede werkdrukverdeling is een belangrijke voorwaarde voor zowel individuele als collectieve arbeidstevredenheid. Zoals we oog hebben voor de individuele leerling, zo hebben we ook oog voor de individuele medewerker.…..’ Eduvier In het Beleidskader 2011-2014 heeft het bestuur van Eduvier de uitgangspunten beschreven: ‘…….Eduvier wil haar medewerkers een uitdagende werkomgeving bieden, waarbij hun inzet en ontwikkeling worden gezien en benut. Uitgangspunt is vanzelfsprekend dat bij Eduvier nu en in de toekomst voldoende bevoegde en gekwalificeerde mensen voor de klas staan. Om voldoende mensen voor de klas te hebben en te houden wil Eduvier een aantrekkelijke werkgever zijn, die goede arbeidsvoorwaarden kent en ruime mogelijkheden biedt voor verdere professionalisering.’ Daarbij zijn vier pijlers leidend: 1. Het ontwikkelen van persoonlijk meesterschap: ontwikkeling van kennis en vaardigheden van medewerkers. 2. Zicht krijgen op de eigen mentale modellen: binnen Eduvier worden mentale modellen van medewerkers besproken, omdat zij leren en veranderen kunnen belemmeren. Dit krijgt gestalte in de HRM-gesprekken, aanspreken op gedrag en overtuigingen.
21 van 38
20130117RA06c-MS
3.
4.
5.2
Het ontwikkelen van een gedeelde visie: binnen Eduvier wordt op alle niveaus gewerkt aan een gedeelde visie op organisatie, onderwijs, kwaliteit en zorg. Dit wordt vertaald in doelen en activiteiten en is zichtbaar in het beleidsplan van Eduvier en van de afzonderlijke scholen. Teamleren: binnen Eduvier wordt bewust gewerkt aan teamleren (‘twee weten meer dan een’, ‘je hebt meer hersens buiten je eigen hoofd dan erin’) door bijvoorbeeld het inzetten van teamleren. Teamleren is voor Eduvier: ‘Leren van je fouten, samen zoeken naar oplossingen en denken in uitdagingen’.
Regeling van de gevolgen voor de medewerkers De rechtspositie van medewerkers is vastgelegd in wet- en regelgeving en uitgewerkt in cao’s. De gevolgen van een bestuursoverdracht voor de medewerkers kunnen van daaruit in drie categorieën worden onderverdeeld, hier benoemd als primaire, secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden.
5.2.1
Primaire arbeidsvoorwaarden De medewerkers van Praktijkschool De Steiger zullen allereerst door de voorgenomen wijziging van de denominatie van de school vanaf 1 augustus 2014 niet langer werkzaam zijn in het openbaar onderwijs maar in het algemeen bijzonder onderwijs. Dit is bijzonder onderwijs op een neutrale grondslag. Het praktijkonderwijs valt wettelijk gezien onder de CAO VO, zo ook De Steiger. Dit blijft ook na de bestuursoverdracht het geval. Voor het speciaal onderwijs, zoals Eduvier, geldt echter de CAO PO. Er is geen bezwaar tegen het werken met twee cao’s, er zijn meerdere werkgevers in het onderwijs die hiermee te maken hebben. Enig nadeel voor de betreffende werkgever lijkt vooralsnog een toename van de administratieve last. Zowel het primair als voortgezet onderwijs heeft een afgewogen pakket dat aan verandering onderhevig is. Op dit moment wordt zowel in het primair als in het voortgezet onderwijs onderhandeld over de cao. Er zijn verschillen te zien, deze zijn wettelijk bepaald en niet te beïnvloeden. In bijlage 12 is een overzicht opgenomen van de, op dit moment geldende, relevante onderdelen.
5.3
De primaire arbeidsvoorwaarden, dus alle rechten en plichten van de medewerkers van Praktijkschool De Steiger, vallen binnen de CAO VO en blijven bij bestuursoverdracht onverkort van kracht. Wanneer men later vrijwillig wil overstappen naar een andere betrekking op een van de scholen van Eduvier kan men daarop solliciteren en zal een regeling conform de daarbij passende cao worden aangeboden. De gevolgen van een eventuele gedwongen overplaatsing in de toekomst zullen per individuele situatie bekeken worden. Hierover kan nu niets specifieks worden toegezegd, dit is maatwerk. Wel zal wet- en regelgeving hierbij leidend zijn, zoals dit ook het geval voor de huidige medewerkers van Eduvier.
Secundaire arbeidsvoorwaarden Onder deze categorie vallen alle onderdelen van het integraal personeelsbeleid (IPB) van beide organisaties. Veelal betreft het hier via wet- en regelgeving opgelegde verplichtingen aan de werkgever, waarbij de werkgever wel eigen ruimte heeft voor de wijze van organiseren hiervan.
22 van 38
20130117RA06c-MS
5.3.1
Formatiebeleid Praktijkschool De Steiger heeft de afgelopen twee jaar een ingrijpende reorganisatie door moeten voeren om de uitgaven weer in evenwicht met de inkomsten te brengen. Dit leidt naar verwachting tot een passende formatie per 1 augustus 2014. Voor het schooljaar 2014–2015 geldt het formatieplan zoals door het bestuur van Praktijkschool De Steiger voor 1 augustus zal worden opgesteld op basis van de uitgangspunten uit het reorganisatieplan en het sociaal plan. Het bestuur van Praktijkschool De Steiger heeft verklaard garant te staan voor de eventuele kosten die deze reorganisatie nog na datum overdracht met zich meebrengt. De uitwerking hiervan wordt nader gespecificeerd en vastgelegd in het hoofdstuk Financiën. Eduvier heeft een normatief kader opgesteld als basis voor de toe te kennen formatie en voor de inzet van de personele middelen (zie ‘Uitgangspunten voor de begroting Eduvier 2014, oktober 2013). Ten behoeve van het opstellen van het formatieplan voor het schooljaar 2015-2016 zal nader onderzocht worden op welke wijze een normatief kader ook voor Praktijkschool De Steiger gehanteerd gaat worden. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de huidige formatie van Eduvier en in bijlage 15 de huidige formatie van Praktijkschool De Steiger.
5.3.2
Werkgelegenheidsbeleid Eduvier hanteert op dit moment werkgelegenheidsbeleid met de daarbij behorende werkgelegenheidsgarantie van twee jaar, zo ook Praktijkschool De Steiger. Door de overdracht zal geen verdringing plaatsvinden.
5.3.3
Klachtenregeling Eduvier volgt hier de cao, Praktijkschool De Steiger eveneens. Deze regeling kan als zodanig in stand blijven.
5.3.4
Arbocontracten Beide organisaties werken nu met verschillende arbodiensten. Eduvier wil hierin op korte termijn een kwaliteitsslag maken. Wanneer wordt besloten tot bestuursoverdracht zullen beide huidige contracten pro-forma worden opgezegd per 1 augustus 2014. Eind maart 2014 wordt dan een werkgroep ingericht die criteria zal opstellen op basis waarvan offertes worden gevraagd met als doel een beter passende dienstverlening per 1 augustus 2014. Bij dit traject zullen ook vertegenwoordigers van beide medezeggenschapsorganen worden betrokken.
5.3.5
Harmonisatie van overige onderdelen van het personeelsbeleid Beide organisaties volgen op hoofdlijnen hetgeen in de cao’s staat aangegeven, zoals ten aanzien van het sollicitatiebeleid en verplaatsingskosten. De verschillen zijn voornamelijk te vinden in de uitwerking en keuze van de instrumenten daarvoor. Bij beide organisaties is op dit vlak ook veel in ontwikkeling, daarmee kan men over en weer voordeel behalen. Taakbeleid Praktijkschool De Steiger heeft het taakbeleid onlangs geactualiseerd en opnieuw verwoord in het document ‘Taakbeleid De Steiger, 1659: een bindende afspraak tussen werkgever en werknemer 2013’. Dit is inmiddels voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Dit plan is in eerste instantie opgesteld voor een (proef)periode van één jaar.
23 van 38
20130117RA06c-MS
Bij Eduvier is het Taakbeleid Eduvier van toepassing. Dit beleid wordt de eerste maanden van 2014 geëvalueerd en indien aan de orde met het oog op het schooljaar 2014-2015 geactualiseerd. Een eventueel aangepaste notitie Taakbeleid Eduvier zal ter instemming aan de GMR worden voorgelegd. Functiemix Het beleid van Praktijkschool De Steiger, zoals beschreven in het ‘Invoeringsplan Functiemix december 2012’, is er op gericht per 1 augustus 2014 aan de voorwaarden te hebben voldaan. Bij Eduvier is de invoering op dit moment conform het geformuleerde beleid gerealiseerd. Mobiliteitsbeleid Eduvier nodigt elk jaar alle medewerkers uit aan te geven wat de wensen zijn voor vrijwillige mobiliteit. In onderling overleg worden wensen en mogelijkheden zo goed als mogelijk aan elkaar gekoppeld. De medewerkers van Praktijkschool De Steiger zullen na overdracht van het bestuur hierin mee kunnen doen. Zoals eerder opgemerkt (zie 5.2.1) zal bij een vrijwillige overstap een regeling conform de daarbij passende cao worden aangeboden. Geadviseerd wordt voor wat betreft een aantal onderdelen van het personeelsbeleid een overgangsperiode vast te stellen. Het is namelijk niet nodig per datum overdracht alle regelingen te hebben geharmoniseerd. Als voorbeeld: er moeten functioneringsgesprekken worden gevoerd met alle medewerkers, maar dat kan op Praktijkschool De Steiger nog enige tijd op de nu gebruikelijke wijze plaatsvinden. Geadviseerd wordt om maximaal twee jaar te nemen voor het harmoniseren van de regelingen met betrekking tot in elk geval de volgende onderdelen: verzuimbegeleiding, de gesprekkencyclus, verlofregelingen, levensfasebewust personeelsbeleid, scholingsbeleid en studiekosten, veiligheidsbeleid en regeling met betrekking tot vertrouwenspersonen. 5.4
Tertiaire arbeidsvoorwaarden Onder deze categorie vallen die onderdelen van het werkgeverschap die een bestuur op eigen initiatief heeft ingericht. Eduvier en Praktijkschool De Steiger volgen ten aanzien van onkostenvergoeding en dergelijke de cao. Men heeft een lief- en leedregeling beschreven. Verder zijn geen bijzondere regelingen, aanvullingen of verplichtingen geconstateerd.
5.5
Regeling van de daadwerkelijke overdracht Wanneer besloten wordt tot overdracht van het bevoegd gezag over Praktijkschool De Steiger naar Eduvier zullen alle medewerkers die op 31 juli 2014 in dienst zijn van het huidige bestuur van Praktijkschool De Steiger per 1 augustus 2014 in dienst komen van Eduvier. Zij worden ontslagen en per direct weer benoemd. Zij ontvangen de ontslag- en aanstellingsakten vooraf aan de overdrachtsdatum. Zij krijgen daarbij een zo genoemde bestuursaanstelling bij Eduvier zoals wettelijk bepaald, waarbij wordt beschreven dat men aan Praktijkschool De Steiger te werk is gesteld. Vooraf aan de overdracht zal aan hen, conform hetgeen door het College Bescherming Persoonsgegevens is aangegeven, door de huidige werkgever schriftelijk worden gevraagd of men bezwaar heeft tegen de overdracht van (een deel van) het personeelsdossier. Alle wettelijk verplichte documenten worden in ieder geval overgedragen.
24 van 38
20130117RA06c-MS
5.6
Management De directeur van Praktijkschool De Steiger is integraal verantwoordelijk voor de kwaliteit van de school, dit blijft ook na overdracht het geval. Hij geeft leiding aan de dagelijkse gang van zaken, geeft leiding aan het team, bewaakt de doelstelling en werkt actief aan de gewenste resultaten. Ook heeft hij, naast de bestuurder, een belangrijke taak als behartiger van de belangen van het praktijkonderwijs in het algemeen en als vertegenwoordiger van Praktijkschool De Steiger in de regio. Indien aan de orde dient hij de bestuurder te kunnen vervangen. Directeuren vervullen binnen Eduvier, naast hun leidinggevende taak, in de realisatie van de centrale doelen een sleutelrol. Een resultaatgerichte dialoog waarin verantwoording aan de bestuurder wordt afgelegd, vormt daarbij een essentieel onderdeel. De directeuren rapporteren met behulp van managementrapportages; de bestuurder voert periodiek (werk)overleg met de verschillende (school)directeuren.
5.7
Conclusies en aanbevelingen In de onderzoeksfase is geconstateerd dat er volop mogelijkheden zijn om, juist door de bestuursoverdracht, de eigenheid, de expertise en het profiel van Praktijkschool De Steiger te borgen. Tegelijkertijd is de toekomst in algemene zin en voor alle betrokkenen door de ontwikkelingen rond passend onderwijs onzeker. Niet voor wat betreft het bestaansrecht van de scholen op zich, wel voor wat betreft de omvang van de leerlingenaantallen en daarmee van de werkzaamheden. Opgaan in een grotere bestuurlijke eenheid kan voor medewerkers van Praktijkschool De Steiger meer kansen bieden voor behoud van werkgelegenheid en mogelijkheden voor interne mobiliteit. Binnen Eduvier wordt door middel van beleidsrijk personeelsbeleid actief gestuurd op het stimuleren van persoonlijke ontwikkeling en het vergroten van de vakbekwaamheid. Ook kennisdeling en beleidsontwikkeling vinden zoveel mogelijk in samenspraak met betrokken en ter zake deskundige collega’s plaats. De medewerkers van Praktijkschool De Steiger zullen nadrukkelijk worden uitgenodigd hierin te gaan participeren.
Alle personeelsleden in vaste dienst van het bestuur van Praktijkschool De Steiger gaan, met behoud van de opgebouwde rechten en plichten, over en krijgen een bestuursaanstelling bij Eduvier, waarbij in de aanstelling vermeld wordt dat men op dat moment in dezelfde functie op Praktijkschool De Steiger te werk wordt gesteld. De COA VO blijft voor hen onverkort van kracht. Voor wat betreft het integraal personeelsbeleid worden vanaf de datum bestuursoverdracht de beleidskaders van het personeelsbeleid van Eduvier gehanteerd. Er wordt gewerkt met een overgangsperiode voor het harmoniseren van de nu daarbij gebruikte instrumenten van maximaal twee jaar. Voor de dossieroverdracht van de medewerkers van Praktijkschool De Steiger wordt aangesloten bij de geldende wet- en regelgeving, zoals verwoord door het College Bescherming Persoonsgegevens. In de samenwerking binnen het directeurenoverleg kan een duidelijke meerwaarde worden gevonden. De directeur van Praktijkschool De Steiger brengt daar de specifieke kennis en ervaring uit het praktijkonderwijs in. Dit geldt evenzeer voor specialisten en de overige medewerkers. In het voortraject zijn de nodige initiatieven tot samenwerking al als zeer kansrijk benoemd. De directeur van Praktijkschool De Steiger blijft ook na overdracht van het bevoegd gezag aangesteld als integraal leidinggevende en verantwoordelijk voor de kwaliteit en de resultaten van Praktijkschool De Steiger.
25 van 38
20130117RA06c-MS
6.
MEDEZEGGENSCHAP EN OUDERBETROKKENHEID De medezeggenschapsraad (MR) van Praktijkschool De Steiger school bestaat uit drie ouders en drie medewerkers. Men vergadert in principe maandelijks op basis van een jaarkalender. De bestuursmanager en de directeur wonen beiden de vergaderingen bij. De raad laat zich waar nodig adviseren door een vertegenwoordiger van de Algemene Onderwijsbond. Ook wordt gewerkt met een klankbordgroep welke op onderdelen gevraagd word om advies en/of raad. Deze MR heeft de afgelopen jaren te maken gehad met een aantal complexe trajecten, zoals een eerder traject van voorgenomen bestuursoverdracht en de reorganisatie op basis van het sociaal plan. Eduvier werkt vanuit het principe ‘medezeggenschap volgt zeggenschap’. Dit betekent dat bij elke schooldirecteur een medezeggenschapsraad hoort. Er functioneren nu dan ook vier medezeggenschapsraden binnen de scholenorganisatie, samengesteld uit een ouder en een medewerker per school of locatie. De groep ambulante begeleiders heeft een eigen raad, de leden van het bestuursbureau ook. Er is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) bestaande uit vertegenwoordigers (gelijk aantal ouders - personeelsleden) vanuit de verschillende MR-en. Deze structuur is in januari 2013 ingezet en wordt binnenkort geëvalueerd. In de GMR bespreekt de bestuurder de zaken die van belang zijn voor alle scholen c.q. voor Eduvier als geheel. In de betreffende MR bespreekt de directeur de zaken die van belang zijn voor de onder zijn of haar leiding staande school en/of locatie(s).
6.1
Beoordeling reglementen en statuten Het medezeggenschapsreglement en het medezeggenschapsstatuut van Praktijkschool De Steiger zijn in december 2012 vastgesteld (zie bijlage 15). Het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad hebben daarin hun visie op de medezeggenschap vastgelegd en concrete afspraken gemaakt over de communicatie over en weer en over de wijze van informatieverstrekking aan alle bij de school betrokken personen. Momenteel werkt Eduvier met het ‘Voorbeeldreglement voor de (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad voor het Voortgezet Speciaal Onderwijs’ van de landelijke projectgroep WMS, september 2011 (zie bijlage 16). In de onderzoeksfase is gesproken over de wijze waarop de GMR invloed kan uitoefenen op de samenstelling van de raad van toezicht van Eduvier. De RvT heeft via een statutenwijziging de betrokkenheid vanuit de GMR geborgd door hen het recht toe te kennen een bindende voordracht te doen voor een lid van de RvT. De wijze waarop dit gebeurt wordt nader uitgewerkt. Daarnaast heeft de GMR adviesrecht op het (algemeen) profiel van een lid van de RvT. Het bestuur van Eduvier heeft geconstateerd dat aanpassing van de (G)MR-reglementen aan de actuele situatie nodig is en heeft inmiddels daartoe extern advies ingewonnen. Dit heeft geleid tot het opstellen van nieuwe concept-reglementen, die binnenkort in bespreking worden gebracht.
6.2
Oriëntatie op leerlingenraden Binnen Eduvier is voor het Nautilus College onlangs een reglement leerlingenraad opgesteld, dit kan gezien worden als pilot binnen Eduvier. Ook op het Aurum College is men zich aan
26 van 38
20130117RA06c-MS
het oriënteren op de wijze waarop leerlingen mee kunnen denken in het schoolbeleid. Beleid is dat binnen elke VSO-school een leerlingenraad wordt gevormd en geïnstalleerd. De Wet stelt ook dat de MR van een school die werkt op basis van de Wet Voortgezet Onderwijs, en dat is een praktijkschool, bestaat uit enerzijds personeelsleden en anderzijds leden die ‘deels uit en door de ouders en deels uit en door de leerlingen’ zijn gekozen. In het medezeggenschapsstatuut december 2012 van Praktijkschool De Steiger is hierover het volgende opgenomen: ‘Het bestuur en de medezeggenschapsraad zijn daarnaast van mening dat, gelet op de toelatingsvereisten die aan een leerling die praktijkonderwijs wil volgen, worden gesteld, het niet opportuun is een leerling-geleding in de raad op te nemen’. Het blijft belangrijk ook deze leerlingen enigszins te betrekken bij het beleid van de school, bijvoorbeeld door het inrichten van een informele leerlingenraad onder leiding van een leraar/mentor, waarin met leerlingen periodiek wordt gesproken over het schoolbeleid. 6.3
Ouders als educatieve partners Door de school te steunen kunnen ouders een belangrijke bijdrage leveren aan de leerprestaties van hun kinderen. Steun van de ouders thuis, activiteiten die ouders doen op school, heldere afspraken over rechten en plichten en een open communicatie tussen ouders en school komen de ontwikkeling van de leerlingen ten goede. Hoe ouders de samenwerking met de school zien en invullen, hangt voor een deel samen met hun opvattingen over de doelen van opvoeding en onderwijs. Het blijft een uitdaging om ouders te bereiken, dit is een algemene tendens in de maatschappij. Bij de Eduvier-scholen en bij Praktijkschool De Steiger is dit niet anders. Zowel op Praktijkschool De Steiger als op de scholen van Eduvier worden de ouders zoveel mogelijk persoonlijk betrokken bij het opstellen en evalueren van de profielen van de leerlingen. Niemand kent tenslotte het kind zo goed als de eigen ouder! Praktijkschool De Steiger nodigt twee keer per jaar ouders uit voor een gesprek. Binnen Eduvier wordt het beleid ten aanzien van ouders op schoolniveau vormgegeven, aangepast aan de eigen doelgroep. Zo kent Eduvier onder andere nieuwsbrieven per school/locatie, oudergesprekken, informatieavonden en één keer per zes weken een autisme-café met een thema, georganiseerd met Stichting MEE. Er is bij beide organisaties nu (nog) geen sprake van daadwerkelijk educatief partnerschap tussen school en ouders, wel van de wil dit verder te ontwikkelen. Geconstateerd kan dan ook worden dat op dit onderdeel nog veel te winnen valt. Na overdracht van het bevoegd gezag kunnen Praktijkschool De Steiger en de Eduvier-scholen samen om de tafel gaan om te verwoorden wat verstaan wordt onder ‘educatief partnerschap’ in deze context en hoe men hier concreet beleid vorm en inhoud aan wil geven.
6.4
Conclusies en aanbevelingen
Al in de oriëntatiefase is door betrokkenen uitgesproken dat de medezeggenschapsstructuur bij Eduvier leidend is. Dit is goed mogelijk, vanwege het door Eduvier gehanteerde principe van ‘medezeggenschap volgt zeggenschap’. Dit betekent dat Praktijkschool De Steiger, dan binnen de beleidskaders van Eduvier, zal blijven werken met een eigen medezeggenschapsraad op schoolniveau en daarnaast namens deze raad in de bovenschoolse medezeggenschapsraad van Eduvier participeert en zo het bestuursbeleid mee kan beïnvloeden.
27 van 38
20130117RA06c-MS
Het nieuw vast te stellen (bovenschoolse) medezeggenschapsreglement van Eduvier zal vanaf augustus 2014 ook voor Praktijkschool De Steiger gelden. Tot dat moment zijn de huidige reglementen van kracht. De leden van de werkgroep Medezeggenschap hebben aangegeven graag in te gaan op de uitnodiging vanuit Eduvier binnenkort mee te denken over de uitwerking van de nieuwe concepten. Hiertoe zal in januari 2014 een workshop worden georganiseerd. Het beoogde bundelen van krachten ten aanzien van medezeggenschap kan in de bovenschoolse raad vorm krijgen vanuit partnerschap binnen de kaders van instemming, advies en initiatiefrecht op basis van de Wet Medezeggenschap Scholen. Deze krachtenbundeling zal goed benut kunnen worden voor het samen vormgeven van nieuw beleid, onder meer ten aanzien van het versterken van de positie van ouders als educatief partner.
28 van 38
20130117RA06c-MS
7.
FINANCIËN Om een zorgvuldige overdracht van het bevoegd gezag over Praktijkschool De Steiger te waarborgen is het voor de overdragende partij van belang te weten of de ontvangende partij in control is en in staat is aan de verplichtingen, die gepaard gaan met behoud en uitbouw van de kwaliteit van het onderwijs, na te komen. Voor de ontvangende partij is essentieel bij een overdracht de middelen overgedragen te krijgen die nodig zijn om gesignaleerde risico’s te kunnen dekken, geplande investeringen te kunnen uitvoeren, de kwaliteit van het onderwijs van deze school te kunnen borgen en de daar aan gekoppelde verplichtingen te kunnen nakomen.
7.1
Boekenonderzoek In de onderzoeksfase is een due diligence uitgevoerd, allereerst om zicht te krijgen op de huidige stand van zaken. Gevraagd is een inventarisatie en analyse op te stellen van de financiële positie van beide organisaties. Er is een opdrachtformulering opgesteld, vervolgens zijn offertes opgevraagd. De opdracht is gegund aan Van Ree Accountants BV te Barneveld. Het boekenonderzoek is begeleid door ter zake deskundige medewerkers vanuit beide organisaties. De eindrapportage van het boekenonderzoek (zie bijlage 17) is op 19 december 2013 door de stuurgroep vastgesteld als zijnde een adequate beschrijving van de feitelijke situatie op dat moment. De conclusies en aanbevelingen zijn overgenomen; aan de uitwerking daarvan is door beide organisaties direct vorm en inhoud gegeven. In dit hoofdstuk wordt kortheidshalve volstaan met een vermelding van de conclusies en aanbevelingen.
7.1.1
Aanbevelingen uit de due diligence Met betrekking tot de meerjarenbegroting voor 2014-2017 van Praktijkschool De Steiger wordt geadviseerd: Inzichtelijk maken wat de kosten zijn die samenhangen met het sociaal plan. De uitgangspunten van de verwachte bezuiniging als gevolg van het sociaal plan en het reorganisatieplan expliciet opnemen. Een tweetal scenario’s opstellen om de mogelijke gevolgen van het passend onderwijs inzichtelijk te maken. Eventueel te nemen maatregelen hierin noemen en kwantificeren. Belangrijke onzekerheden ten aanzien van opbrengsten en kosten benoemen en kwantificeren. Met betrekking tot het financieel beleid van Eduvier wordt het volgende aangegeven: In 2010 verkeerde Eduvier als gevolg van onvoldoende kwaliteit in het financieel beheer financieel in zwaar weer, de solvabiliteit en de liquiditeit stonden zeer onder druk. Verschillende maatregelen laten een krachtig herstel zien. De afgelopen twee jaar zijn nadrukkelijk positieve exploitatieresultaten behaald, geadviseerd wordt het beleid gericht op solvabiliteitverbetering te continueren. De solvabiliteits- en liquiditeitsratio’s zijn op peil, verscherpt extern financieel toezicht is opgeheven. De financiële risico’s ten aanzien van WW-verplichtingen rond het onvoldoende toepassen van de procedurele regels van de instroomtoets in de jaren 2009 tot en met 2011 zijn gekapitaliseerd, deze risico’s zullen geen nadelige effecten meer hebben op de toekomstige exploitatie. Er zijn maatregelen getroffen opdat geborgd is dat de instroomtoets in het vervolg op een correcte wijze wordt uitgevoerd.
29 van 38
20130117RA06c-MS
Het hoge ziekteverzuim in de afgelopen jaren heeft geleid tot aanscherping van het verzuimbeleid, een andere organisatie van de verzuimbegeleiding en aanpassing van het contract met de arbodienst. Deze maatregelen werpen hun vruchten af, de eerste resultaten zijn zichtbaar, het verzuim is significant gedaald. Passend onderwijs kent in deze regio een sterke negatieve verevening, dit kan tot aan 2020 een relatief hoge impact hebben, ook op de exploitatie van Eduvier. Om de nadelige financiële gevolgen zoveel mogelijk te beperken wordt geadviseerd het huidige gevoerde beleid met een ruime flexibele schil in de personeelsformatie in stand te houden.
Daarnaast wordt aan partijen geadviseerd afspraken te maken over de omvang van het vermogen dat beschikbaar dient te zijn om een financieel verantwoorde bestuursoverdracht van Praktijkschool De Steiger mogelijk te maken. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is het realiseren van een gezonde solvabiliteit. Geadviseerd wordt: De uitwerking van het sociaal plan en het reorganisatieplan van Praktijkschool De Steiger zodanig in te richten dat er geen financiële risico’s overblijven bij bestuursoverdracht. Maatregelen te treffen (bijvoorbeeld in de vorm van een financiële compensatie) als blijkt dat Praktijkschool De Steiger op het moment van bestuursoverdracht niet kan beschikken over een flexibele ruimte in de personeelsformatie. 7.2
Meerjarenbegrotingen Beide organisatie hebben rond 1 december 2013 een sluitende begroting voor 2014 vastgesteld en gepresenteerd. Over en weer is inzicht gegeven in de opgestelde meerjarenbegrotingen. Deze stukken zijn openbaar en worden op aanvraag door de besturen beschikbaar gesteld. In deze rapportage wordt volstaan met het opnemen van een samenvatting in het bijlagenboek (zie bijlage 18 en 19).
7.3
Afspraken In de stuurgroep zijn afspraken gemaakt over de geconstateerde risico’s en de dekking daarvan. Deze zijn verwoord in een separaat overzicht dat als bijlage 20 is opgenomen. Afhandeling van de ontvlechting en de overdracht van verplichtingen en bezittingen, dit alles is een complexe aangelegenheid. Het gaat hier immers niet om een fusie, maar om een overdracht van verschillende, afzonderlijke activa en passiva. Geadviseerd wordt hierbij de accountants in te schakelen.
30 van 38
20130117RA06c-MS
8.
HUISVESTING De beschrijving in dit hoofdstuk beperkt zich in deze eindrapportage tot een samenvatting van de situatie met betrekking tot de huisvesting van Praktijkschool de Steiger. In het boekenonderzoek is ook de huidige stand van zaken met betrekking tot de huisvesting en het onderhoud van het bestand van scholen/locaties van Eduvier beschreven, waarnaar hier kortheidshalve wordt verwezen. Praktijkschool De Steiger is gevestigd op twee locaties. Het hoofdgebouw is gevestigd aan de Griend 50-01 te Lelystad. Dit gebouw heeft een inpandige gymzaal die nu het eigendom is van de gemeente. De dislocatie ‘Het Bedrijf’ staat aan de Vaartweg 83-85 te Lelystad. Dit gebouw wordt door de gemeente gehuurd van een derde partij en ter beschikking gesteld aan Praktijkschool De Steiger.
8.1
Het hoofdgebouw aan de Griend 50-01 Het hoofdgebouw van Praktijkschool De Steiger kent voor het grootste deel het bouwjaar 1985 en omvat een oppervlakte van 2934 m2. Daarnaast kent het gebouw een deel nieuwbouw uit 2004. De laatste schouw van de binnenkant en buitenkant dateert van februari 2012. Hoewel in 2006 het buitenonderhoud is door gedecentraliseerd naar de besturen voor voortgezet onderwijs hanteerde de gemeente tot voor kort nog twee meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s), één voor het groot onderhoud en één voor het dagelijks onderhoud. Sindsdien ontvangen de VO-scholen binnen de lumpsum een extra bedrag voor het onderhoud van de buitenkant, bijvoorbeeld voor vervanging kozijnen en dakbedekking.
8.2
Het Bedrijf Dit gebouw aan de Vaartweg fungeert als dislocatie van Praktijkschool De Steiger; hier zijn werkplaatsen ingericht voor onder andere lassen en metaalbewerking, productie, wasserette, instructiewerkplaats en vorkheftruck en een autowerkplaats. Daarmee is het een volwaardige leer/werkplaats. Dit gebouw wordt door de gemeente gehuurd van een derde partij en als huisvesting ter beschikking gesteld aan Praktijkschool De Steiger. Momenteel worden gesprekken gevoerd over een mogelijke verplaatsing van deze voorziening naar een ander gebouw. Bij de besluitvorming hierover zal Eduvier betrokken worden.
8.3
Exploitatie en onderhoudsvoorziening In de meerjarenbegroting 2013-2016 houdt Praktijkschool De Steiger rekening met een dotatie van € 75.000,-- aan de onderhoudsvoorziening voor het schoolgebouw aan de Griend. De gemeente gaat uit van een totale reservering per jaar ten behoeve van de gymzaal van circa € 10.000,--. Praktijkschool De Steiger houdt hier in haar meerjarenbegroting tot nu toe nog geen rekening mee. In de meerjarenbegroting 2014-2017 is wel met een extra jaarlijkse dotatie gerekend van de noodzakelijke € 10.000,--.
31 van 38
20130117RA06c-MS
De huurlasten voor het gebouw voor Het Bedrijf komen voor rekening van de gemeente. In het huurbedrag zijn ook de energiekosten opgenomen. Er wordt niets doorbelast aan Praktijkschool De Steiger, dit zal na overdracht ook niet gebeuren. Vanaf het moment dat Het Bedrijf in een ander gebouw wordt gehuisvest, zullen ook de energiekosten van dit gebouw bij De Steiger in rekening worden gebracht. In de Meerjarenbegroting 2014-2017 is hiermee al rekening gehouden. Praktijkschool De Steiger heeft op het terrein van de hoofdlocatie de beschikking over een kas van 258 m2, opgeleverd in mei 2007. De investering daarvoor bedraagt € 243.000,-- en is in 2006 verricht. De afschrijving loopt over 15 jaar en bedraagt tot 2022 € 23.000,-- per jaar aan kapitaallasten, dit is opgenomen in de gemeentelijke begroting. 8.4
Conclusies en aanbevelingen
De school ontvangt inmiddels de lumpsum inkomsten voor de exploitatie en onderhoud van de gymzaal. In het meerjarenonderhoudsplan is de samenvoeging van groot- en dagelijks onderhoud opgenomen. Het juridisch eigendom van de hoofdlocatie aan de Griend 50-01 zal bij bestuursoverdracht overgaan naar Eduvier. De gymzaal bij Praktijkschool De Steiger is inpandig. Feitelijk is (het bestuur van) Praktijkschool De Steiger nu juridisch eigenaar. Bij de overdracht zal ook het juridisch eigendom van de inpandige gymzaal meegaan. Er zijn in het voortraject sluitende afspraken gemaakt tussen de besturen over de overdracht van de verplichtingen met betrekking tot de gebouwen en de dekking daarvan.
32 van 38
20130117RA06c-MS
9.
ADMINISTRATIE EN BEHEER Een inventarisatie van de huidige ondersteuning van het primair proces en de beleidsontwikkeling en uitvoering is opgenomen in de rapportage van de due diligence. Hier wordt daarom volstaan met een samenvatting op hoofdlijnen. Ondersteuning binnen Eduvier Eduvier heeft een deel van de administratieve werkzaamheden uitbesteed aan Dyade. De interne controle en codering van de inkoopfacturen worden door eigen medewerkers gedaan. De codering en factuurcontrole vinden digitaal plaats door de directeuren, de bestuurder fiatteert voor betaalbaarstelling. Vervolgens wordt de codering gecontroleerd door het administratiekantoor en achteraf bij de rapportages getoetst door de controller. De administratieve afhandeling wordt door Dyade verzorgd die ook de betalingen uitvoert. Het administratiekantoor verricht daarbij een aantal controles die ervoor moeten zorgen dat de facturen worden betaald op het juiste rekeningnummer. De salarisadministratie is eveneens uitbesteed aan Dyade, terwijl de P&O-functie door een eigen afdeling worden uitgevoerd. De afdeling P&O is onder meer belast met de advisering over personele zaken, waaronder scholing, bewaken van de juiste uitvoering van de procedures voor in- en uitdiensttreding, verzuimbegeleiding, het bijhouden van de personeelsdossiers en de beleidsontwikkeling op het terrein van P-onderwerpen. Ondersteuning voor Praktijkschool De Steiger Omdat de bestuursoverdracht van Praktijkschool De Steiger aan Eduvier in de praktijk zal betekenen dat de administratieve organisatie van laatstgenoemde instelling van toepassing zal worden voor Praktijkschool De Steiger is geen uitvoerig onderzoek gedaan naar de status van de huidige administratieve organisatie. Gemandateerd door het college is nu de bestuursmanager verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken rond beleid en beheer. Hij voert maandelijks voortgangsgesprekken met de directeur over alle onderdelen van de bedrijfsvoering. Ondersteuning op financieel gebied wordt geboden door de controller en de concernadviseur van de gemeente. Het betreft hier werkzaamheden met betrekking tot opstellen van begroting en jaarrekening, tussentijdse rapportages en overige financiële zaken. De controller is aanwezig bij de maandgesprekken van bestuursmanager en directeur. Ondersteuning bij personeelsaangelegenheden wordt geboden door een beleidsmedewerker P&O en rechtpositie van de gemeente. De bestuursmanager, controller, concernadviseur en beleidsmedewerker zijn in dienst van de gemeente en zullen bij bestuursoverdracht niet meegaan. Voor de administratieve verwerking en ondersteuning, opstellen tussentijdse rapportages, ondersteuning bij begroting en rekening en de financiële, de personele en de salarisadministratie wordt gebruik gemaakt van de diensten van Administratiekantoor Concent. Na bestuursoverdracht en afwikkeling van de regeling van de gevolgen zal geen gebruik meer worden gemaakt van bovenstaande diensten aangezien Eduvier een eigen bedrijfsbureau heeft ingericht en werkt met Administratiekantoor Dyade. Overeengekomen is dat, bij een daadwerkelijke bestuursoverdracht op 1 augustus 2014, de invlechting van de personele en materiële administratie van Praktijkschool De Steiger in de administratie van Eduvier op 1 januari 2015 gereed zal zijn.
33 van 38
20130117RA06c-MS
9.1
Contracten In bijlage 21 is een overzicht opgenomen van de huidige contracten en langlopende verplichtingen van Praktijkschool De Steiger. In de loop der tijd zullen efficiëntievoordelen kunnen worden behaald door deel te nemen aan overeenkomsten die op organisatieniveau door Eduvier zijn of worden afgesloten. Waar dit meerwaarde oplevert, zal dit zo snel als mogelijk gebeuren, niet alles hoeft en kan echter direct bij overdracht. Overigens zijn beide organisaties aangesloten bij de Onderwijs Inkoopgroep. Met name op het gebied van ICT kan de krachtenbundeling snel resultaat geven.
34 van 38
20130117RA06c-MS
10.
BESLUITVORMINGSPROCEDURE Wanneer beide besturen een voorgenomen besluit hebben genomen, wordt dit voorgelegd aan de medezeggenschapsraad van Praktijkschool De Steiger en aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Eduvier. Zij hebben instemmingsrecht op het principe van de overdracht en instemmingsrecht op de regeling van de gevolgen daarvan. Na een positieve reactie kunnen de besturen het definitieve besluit nemen. Het bestuur van Eduvier legt het besluit ter goedkeuring voor aan de raad van toezicht. Aangezien het hier een omzetting en overdracht van een openbare school betreft, is ook de goedkeuring van de gemeenteraad vereist. De planning van de te nemen stappen: 10 en 19 december 19 december 30 december 2 januari 2014
presentatie/toelichting groene concepteindrapportage in MR en GMR
(19 maart
1e behandelen concepteindrapportage in Stuurgroep 2e behandeling / vaststellen concepteindrapportage in Stuurgroep aanbieden voorwaardelijk voorgesteld besluit aan college en bestuurder Eduvier Onderwijsgroep (uiterlijk donderdagmorgen 08.00 uur aanleveren bij bestuurssecretaris) voorgenomen voorwaardelijk besluit door college en bestuurder Eduvier Onderwijsgroep brief met verzoek aan MR en GMR om instemming met voorgenomen besluit overleg vakorganisaties over bestuursoverdracht behandeling voorwaardelijk voorgenomen besluit van college in agendaoverleg presentatie bestuursoverdracht aan personeel Praktijkschool De Steiger openbare beeldvormende raadssessie openbare oordeelsvormende raadssessie uiterlijke reactiedatum van GMR op instemmingverzoek uiterlijke reactiedatum van MR op instemmingverzoek definitief voorgesteld besluit door college en bestuurder Eduvier*) definitief besluitvormende raadsvergadering over bestuursoverdracht Onderwijsgroep gemeenteraadsverkiezingen)
april/mei/juni 1 augustus 2014
nadere uitwerking / passeren statuten formele bestuursoverdracht
7 januari 9 januari 9 januari 13 januari 14 januari 28 januari 11 februari 3 maart 3 maart 4 maart 11 maart
*) De afstemming met de raad van toezicht door de bestuurder van Eduvier vindt eveneens plaats voor 3 maart 2014.
35 van 38
20130117RA06c-MS
11.
WOORD VAN DANK Tijdens de onderzoeksfase is in de werkgroepen door een groot aantal vertegenwoordigers van beide organisaties op positieve en constructieve wijze samengewerkt. De leden van de stuurgroep zijn hen hier erkentelijk voor. Dit schept vertrouwen voor de toekomst! Werkgroep Onderwijs Peter Nooitgedagt (directeur VSO Eduvier Onderwijsgroep), Barend Mulder (afdelingsleider van de VSO-locatie De Anger Eduvier), Jeroen Oosterhof (docent Optimist/didactisch specialist met kennisgebied arbeidstoeleiding Eduvier), Harm ten Cate (directeur Praktijkschool De Steiger), André Vogelzang (adjunct-directeur Praktijkschool De Steiger), Petra Anselma en Ange Buczynski (beiden zorgcoördinator Praktijkschool De Steiger) en Fred Nilsen (beleidsmedewerker gemeente Lelystad). Werkgroep Personeel Mieke Ziel de Jager (docent Praktijkschool De Steiger), Anita Schaap (adviseur P&O Eduvier), Harm ten Cate (directeur Praktijkschool De Steiger), Jurriën Kemmink (beleidsmedewerker P&O/rechtpositie gemeente Lelystad) en Jacqueline Haar (P&O adviseur Eduvier). Werkgroep Medezeggenschap Roos de Vries (lid personeelsgeleding MR Aquarius, Stedenschool en GMR Eduvier), Jos Homan (lid personeelsgeleding Nautilus college en GMR Eduvier), Ronald Kist (lid oudergeleding en voorzitter MR Praktijkschool De Steiger) en Erwin Rikkelman (lid oudergeleding MR Praktijkschool De Steiger). Werkgroep Financiën, beheer en administratie Marco den Hollander (controller Eduvier), Patricia Laman ( beleidsmedewerker financiën Eduvier), Dick Bonsink ( controller gemeente Lelystad), Germaine Akkerman (concernadviseur gemeente Lelystad), Coen Stoker, administrateur Praktijkschool De Steiger.
36 van 38
20130117RA06c-MS
12.
OVERZICHT VOOR HET ONDERZOEK GEBRUIKTE DOCUMENTEN Eduvier Onderwijsgroep Beleidskader ‘Onderwijs, leerlingenzorg en kwaliteit’ 2011-2014 Eduvier Notitie ‘Uitgangspunten voor de begroting 2014’ Jaarrekeningen 2010, 2011, 2012 Meerjarenbegroting 2014-2017 Formatieoverzicht Notitie ‘Kern van het taakbeleid’ Verzuimprotocol Scholingsbeleid Functiemix Procedure vervangingspool (School-)Activiteitenplan 2012–2013 Schoolgids/schoolplan VSO De Anger, de Rede en Aurum College Conceptreglement leerlingenraad Nautilus College Conceptreglement (gemeenschappelijke) medezeggenschap Praktijkschool De Steiger Schoolplan Praktijkschool De Steiger 2011-2014 Schoolgids 2012-2013 Strategisch beleidsplan 2009 ‘Ambitie en structuur’ Meerjarenbegroting 2013-2017 Sociaal plan april 2013 Reorganisatieplan Functiereeks docenten Praktijkonderwijs Invoeringsplan Functiemix december 2012 Invoeringsplan MijnBardo (bekwaamheidsdossier) Overzicht uitstroomgegevens juni 2013 Taakbeleid 2007 en concept aangepast beleid 2013 Opzet Risico- Inventarisatie & Evaluatie/ArboBeheerSysteem Reglement en statuut Medezeggenschap december 2012 Programma van eisen competentiegericht leerlingvolgsysteem Meerjarenonderhoudsplannen (schouw december 2012)
37 van 38
20130117RA06c-MS
13.
INHOUDSOPGAVE BIJLAGENBOEK 1.
Intentiebesluit beide organisaties
2.
Instemming MR De Steiger met intentiebesluit
3.
Instemming GMR Eduvier met intentiebesluit
4.
Toetsingskader
5.
Instemming Rijk met omzetting
6.
Instemming Provincie met omzetting
7.
Overzicht statutenwijzigingen Eduvier Onderwijsgroep
8.
Fusie Effectrapportage
9.
Organigram Praktijkschool De Steiger
10. Organigram Eduvier 11. Overzicht certificering Eduvier Overzicht certificering Praktijkschool De Steiger 12. Vergelijking CAO PO en CAO VO 13. Formatieoverzicht Eduvier 14. Formatieoverzicht Praktijkschool De Steiger 15. Medezeggenschapsstatuut en reglement Praktijkschool De Steiger 16. (G)MR-reglement Eduvier 17. Due diligence eindrapportage 18. Meerjarenbegroting Eduvier 19. Meerjarenbegroting Praktijkschool De Steiger 20. Overzicht afspraken beide besturen rond afdekken risico’s 21. Overzicht lopende contracten Praktijkschool De Steiger
38 van 38
20130117RA06c-MS
BIJLAGENBOEK BIJ EINDRAPPORTAGE ONDERZOEK BESTUURSOVERDRACHT OVER PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER AAN EDUVIER ONDERWIJSGROEP LELYSTAD
Hoorn, december 2013 Mariët Schilperoort
INHOUDSOPGAVE 1.
INTENTIEBESLUIT BEIDE ORGANISATIES
2.
INSTEMMING MR DE STEIGER MET INTENTIEBESLUIT
3.
INSTEMMING GMR EDUVIER MET INTENTIEBESLUIT
4.
TOETSINGSKADER
5.
INSTEMMING RIJK MET OMZETTING
6.
INSTEMMING PROVINCIE MET OMZETTING
7.
OVERZICHT STATUTENWIJZIGINGEN EDUVIER ONDERWIJSGROEP
8.
FUSIE-EFFECTRAPPORTAGE
9.
ORGANIGRAM PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER
10.
ORGANIGRAM EDUVIER
11.
OVERZICHT CERTIFICERING EDUVIER OVERZICHT CERTIFICERING PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER
12.
VERGELIJKING CAO PO EN CAO VO
13.
FORMATIEOVERZICHT EDUVIER
14.
FORMATIEOVERZICHT PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER
15.
MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT EN REGLEMENT PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER
16.
(G)MR-REGLEMENT EDUVIER
17.
DUE DILIGENCE EINDRAPPORTAGE
18.
MEERJARENBEGROTING EDUVIER
19.
MEERJARENBEGROTING PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER
20.
OVERZICHT AFSPRAKEN BEIDE BESTUREN RONDOM AFDEKKEN RISICO’S
21.
OVERZICHT LOPENDE CONTRACTEN PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER
Bijlagenboek
20130117RA06c-MS
1.
Bijlagenboek
INTENTIEBESLUIT BEIDE ORGANISATIES
20130117RA06d-MS
INTENTIEBESLUIT Het bevoegd gezag van Eduvier Onderwijsgroep en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad als bevoegd gezag van De Steiger, overwegende dat het gewenst is
de openbare praktijkschool De Steiger te verzelfstandigen; om -ter versterking van het beleidsvoerend vermogen, kwaliteitsverbetering, gezamenlijke benutting faciliteiten en het financiële draagvlak- een grotere bestuurlijke schaal te realiseren door middel van overdracht van De Steiger aan Eduvier Onderwijsgroep te Lelystad; een hieruit voortvloeiend positief effect voor het onderwijs te realiseren;
spreken de intentie uit
het besluit over de bestuurlijke overdracht te nemen en te effectueren met ingang van uiterlijk 1 augustus 2014; hiertoe een nader onderzoek te verrichten naar de consequenties van overdracht van De Steiger aan Eduvier Onderwijsgroep te Lelystad op basis van het bijbehorende, in de bijlage geschetste Toetsingskader en op een aantal deelterreinen zo nodig voorstellen uit te werken;
Partijen nemen hierbij de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden in acht:
De partijen zien het werken op basis van vertrouwen als één van de pijlers onder de samenwerking. De onderlinge verhoudingen en de communicatie dienen open te zijn. Het onderzoeksproces wordt hierop ingericht. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Eduvier Onderwijsgroep en de medezeggenschapsraad van De Steiger worden betrokken bij de onderzoeksfase en besluitvorming.
Het college van de gemeente Lelystad,
De bestuurder van Eduvier Onderwijsgroep,
2.
Bijlagenboek
INSTEMMING MR DE STEIGER MET INTENTIEBESLUIT
20130117RA06d-MS
130011998
i l f l l i
Hl
be S t e i g e r
Postbus 2382, 8203 Aj T: 0320-252254,
F:
Lelystad
0320-253709
fipmaenta Lolyotad Ingekomen
Praktijkonderwijs
Lelystad
1 5 APR 2013 Kopie aan:
Lelystad, 10 april 2013. Geachte heer De Jager, De medezeggenschapsraad van De Steiger is bijeen geweest om tot een oordeel te komen met betrekking tot de voortgang van het onderzoek naar de mogelijke fusie met Eduvier Onderwijsgroep te Lelystad. De medezeggenschapsraad van De Steiger heeft besloten om instemming te geven aan het intentiebesluit, inclusief het toetsingskader, met betrekking tot een mogelijke fusie met Eduvier Onderwijsgroep te Lelystad.
Met deze stap geeft de raad aan dat verder kan worden gegaan met het onderzoeken van een mogelijke fusie. Wij zien nog wel graag opgenomen bij punt 2, in het toetsingskader: Voor wat betreft goed werkgeverschap: *Werkgelegenheid met koppeling aan een aanstelling bij De Steiger. We zijn als MR bereid om deze brief mondeling toe te lichten.
V
R ^ ^ K iKist st Rorftfld
Voorzitter MR De Steiger
Bezoekadres:
Griend 50-01,
www.
desteiger.nl
Lelystad
3.
INSTEMMING GMR EDUVIER MET INTENTIEBESLUIT
Van: Bas Ruisendaal Verzonden: maandag 11 maart 2013 18:07 Aan: Els van Doorn Onderwerp: Overdracht De Steiger Dag Els, In de GMR bijeenkomst van 11 maart jl. is de bestuursoverdracht van De Steiger naar Eduvier besproken. Graag wil ik u namens de GMR aangeven dat wij positief hebben gereageerd op een toekomstige samenwerking. Hierbij geven wij dan ook een instemming met de intentie om onderzoek te doen naar een eventuele overdracht. Groet, Bas Ruisendaal - secretaris GMR
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
4.
Bijlagenboek
TOETSINGSKADER
20130117RA06d-MS
TOETSINGSKADER Het toetsingskader ten behoeve van overdracht van De Steiger aan Eduvier Onderwijsgroep te Lelystad dient als basis voor het Intentiebesluit. Beoogde resultaten Door middel van overdracht van het bevoegd gezag van De Steiger aan Eduvier Onderwijsgroep te Lelystad wensen beide partijen de volgende opbrengsten te behalen. 1. Voor wat betreft de onderwijskundige inhoud:
Het waarborgen van goede onderwijskundige resultaten -in de ruime zin van het woord- en de vormgeving van passend onderwijs binnen haar mogelijkheden. Dit met behoud van de eigenheid en positie van De Steiger. De onderwijskundige principes van het praktijkonderwijs blijven gewaarborgd. Het versterken en waarborgen van de onderwijskundige kwaliteit in relatie tot arbeidstoeleiding voor leerlingen van De Steiger en Eduvier Onderwijsgroep naast het behalen van een diploma op een zo hoog mogelijk niveau. Het borgen van onderwijs op maat met oog voor individuele benadering dit op basis van het uitstroomperspectief van de individuele leerling. Het versterken van de stagebegeleiding en verbreding van stagemogelijkheden naast de vulling van een begeleidingssysteem binnen het systeem voor de leerlingenzorg. Binnen de scholen wordt de inzet voor experimenten en innovaties op waarde geschat en degelijkheid en betrouwbaarheid zijn het adagium . Knelpunten in het onderwijsaanbod worden in de onderzoeksfase geïnventariseerd.
2. Voor wat betreft goed werkgeverschap:
De voordelen van de schaalgrootte paren aan de vormgeving binnen kleinschaligheid. Dit met behoud van een veilige leeromgeving op de eigen locatie van De Steiger. De mogelijkheden vergroten t.a.v. scholing, functiemix, leeftijdsbewust personeelsbeleid en effectief ziekteverzuimbeleid. Het benutten en waarderen van de individuele kwaliteiten van docenten en het bieden van kansen t.a.v. horizontale en verticale mobiliteit. Het bieden van goede secundaire arbeidsvoorwaarden. De CAO is hier uitgangspunt.
1
3. Voor wat betreft het domein financiën en huisvesting, administratie en beheer:
Het vergroten van de mogelijkheden ten aanzien van opvang en spreiding van financiële, materiële en personele risico’s. Uitgangspunt van het financieel beleid is een structureel sluitende begroting, op grond van een intern allocatiemodel. Behoud van eigen Brin-nummer is leidend. Doelmatige besteding van beschikbare middelen en de huisvesting. Het vergroten van efficiëntie binnen administratie en beheer waarbij De Steiger als herkenbare entiteit (aparte kostenplaats) in de administratie, inclusief leerlingvolgsysteem zal worden opgenomen. Ook voor de directeur van De Steiger is periodiek managementinformatie op gebied van personeelsbeheer, opbrengsten en financieel beleid beschikbaar.
4. Voor wat betreft bestuur en management:
Het bestendigen van de professionaliteit van bestuur en management door het toepassen van good Educational governance mede op basis van “code goed onderwijsbestuur PO/VO”, het continueren van de scheiding van bestuur en toezicht en het mandateren van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vanuit een managementstatuut. Het bestuur heeft een visie op het praktijkonderwijs; hierbij is het potentieel van de kwetsbare en moeilijk lerende jongeren de maat; "De leerling centraal". Evenals de andere schooldirecteuren bij Eduvier Onderwijsgroep krijgt de directeur van De Steiger mandaat te handelen en zijn school aan te sturen. Het bestuur en management hebben oog voor samenwerkingsconstructies die meerwaarde hebben voor het begeleiden en verbindend leren van leerlingen.
5. Voor wat betreft de medezeggenschap en educatief partnerschap van ouders:
Het bundelen van krachten ten aanzien van medezeggenschap vanuit partnerschap binnen de kaders van instemming, advies en initiatiefrecht op basis van de Wet Medezeggenschap Scholen. Het versterken van de positie van ouders als educatief partner. De medezeggenschapsstructuur bij Eduvier Onderwijsgroep is leidend. Dit betekent dat De Steiger beschikt over een eigen medezeggenschapsraad en participeert vanuit dan wel namens deze medezeggenschapsraad in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Eduvier Onderwijsgroep.
Tenslotte De bevoegde gezagen spreken tenslotte het volgende met elkaar af.
Door middel van ondertekening van een Intentiebesluit wensen zij te onderzoeken of overdracht van De Steiger aan Eduvier Onderwijsgroep te Lelystad zal leiden tot genoemde meerwaarde en of op basis van besluitvorming instemming kan worden verkregen voor bedoelde overdracht. Een due diligence zal deel uitmaken van de onderzoeksfase. Dit onderzoek, uit te voeren door externe deskundigen, zal in een vroeg stadium plaatsvinden. Beide bevoegde gezagen onderkennen het belang van transparante en één duidige informatieverstrekking. Een communicatieplan is hiervoor de basis. Onderkend wordt dat het proces om te komen tot overdracht de huidige interne processen niet mag vertragen en/of frustreren.
2
5.
Bijlagenboek
INSTEMMING RIJK MET OMZETTING
20130117RA06d-MS
Dienst Uitvoering Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lelystad de h e e r T J . Caldenhoven Postbus 91
Europaweg 2 2711 A H Zoetermeer Postbus 6 0 6 2700 ML Zoetermeer T 079 - 323 2 3 23 F 079 - 323 32 20
ingekomen
130030403
iiiiiHinn
- 7 NOV 2013 Qj^
Datum Betreft
www.duo.nl
Doorkiesnummer 079-323 24 44
Kopie ign;
6 NOV 2013 wijziging denominatie praktijkschool De Steiger te Lelystad (Brinnummer 18PR)
Onze referentie OND/ODS-2013/45090 U Uw brief van 26-09-2013 Uw referentie 131061748 Bijlagen Overzicht TGO 2 0 1 4 / 2 0 1 5
Geachte heer Caldenhoven, Naar aanleiding van uw brief van 26 september 2013 met kenmerk 131061748, bericht ik u het volgende. U verzoekt mij, op grond van artikel 70 van de Wet op het voortgezet onderwijs, om goedkeuring van de wijziging van denominatie van de praktijkschool De Steiger te Lelystad (Brinnummer 18PR). Voor de omzetting van openbaar naar algemeen bijzondere signatuur per 1 augustus 2012 is door mij met mijn beschikking van 18 april 2012 met kenmerk O N D / O D S - 2 0 1 1 / 6 8 6 9 8 U al goedkeuring verleend. Van deze goedkeuring is geen gebruik gemaakt. Ook de beoogde bestuursoverdracht aan de SVOL heeft geen doorgang gevonden. In uw brief van 26 september 2013 geeft u aan dat alle relevante betrokken partijen hebben ingestemd met het genomen intentiebesluit tot de beoogde bestuursoverdracht van de praktijkschool De Steiger aan de Eduvier Onderwijsgroep. Naast een eindrapportage zal ook een fusierapportage worden opgesteld. Zoals ik u in mijn beschikking van 18 april 2012 heb meegedeeld is het niet nodig om een fusie effectrapportage op te stellen. Het praktijkonderwijs valt niet onder de regeling fusietoets. Wel dient u de overdracht tijdig (dus vóór 1 augustus 2 0 1 4 ) te melden aan DUO Zoetermeer.
Dienst Uitvoering Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Europaweg 2 2711 AH Zoetermeer
Besluit Met toepassing van artikel 70, eerste lid, van de WVO keur ik uw aanvraag goed voor omzetting per 1 augustus 2014 van praktijkschool De Steiger van openbaar naar algemeen bijzondere signatuur. Een overzicht van de situatie per 1 augustus 2014, zoals geregistreerd in de Basisregistratie Instellingen (Brin) heb ik bij deze brief gevoegd.
Postbus 6 0 6 2 7 0 0 ML Z o e t e r m e e r T 0 7 9 - 3 2 3 2 3 23 F 079 - 3 2 3 32 20 www.ocwduo.nl
Onze referentie
Inlichtingen Heeft u vragen? Op www.duo.nl vindt u onder 'Zakelijk' informatie over actuele ontwikkelingen in uw onderwijssector. Onder 'Instellingsinformatie' vindt u voorlichting over onder meer regelgeving, crebo en bekostigingsinformatie over de onderwijsinstellingen. U kunt natuurlijk ook telefonisch contact opnemen met het Informatiecentrum onderwijs of mailen naar
[email protected]. Het informatiecentrum is op werkdagen van 08.30 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur te bereiken via telefoonnummer: 079 - 323 2444.
OND/ODS-2013/45090 U
Uw brief van 26-09-2013
Uw referentie 131061748
Hoogachtend, De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens dezé; clustefmarlóger O N D / O D S
Rob
Een belanghebbende kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop het besluit hem is toegezonden schriftelijk bezwaar maken. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in bij de minister/staatssecretaris van OCW, onder vermelding van "Bezwaar", ter attentie van DUO, Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl
Blad 2/2
Overzicht toegestaan voortgezet onderwijs
2014/2015
Naam school
Brin nr
Richting
De Steiger school voor PRO
18PR
Algemeen bijzonder
Vestigingen
volgnf"
hoofdvestiging
18PR-00
05-11-2013 16:38
9
A d r e s
Griend 5001
Dienst Uitvoering Onderwijs Toegestaan onderwijs instelling
Plaats
Afsluitend onderwijs (leerjaar 4 en hoger)
LELYSTAD
PRO
** = tiideliik
TGO onderstreept weergegeven
6.
Bijlagenboek
INSTEMMING PROVINCIE MET OMZETTING
20130117RA06d-MS
r
PROVINCIE FLEVOLAND
Postbus 55 8200 AB Lelystad Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail
[email protected]
Gemeente Lelystad Het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 91 8200 AB LELYSTAD
Verzenddatum
5 JUNI 2013
Bijlagen
Uw kenmerk
Ul3-70599
Weösite www.flevoland.nl
Ons kenmerk
1487750
Onderwerp
Instemming omzetting grondslag praktijkschool de Steiger
Geacht College, Wij hebben op 4 juni 2013 besloten in te stemmen met het omzetten van de grondslag van praktijkschool de Steiger van openbaar onderwijs naar algemeen bijzonder onderwijs op voorwaarde dat de voorgenomen samenvoeging van de Steiger met Stichting Eduvier Onderwijsgroep doorgang vind. Wij zijn van mening dat door het borgen van de beginselen, kenmerken en verworvenheden van het openbaar onderwijs in de statuten van de stichting, wordt voldaan aan het vereiste dat de algemene toegankelijkheid van het praktijkonderwijs bij praktijkschool de Steiger na de voorgenomen samenvoeging met Eduvier onderwijsgroep gewaarborgd blijft. Wij zien uw verzoek dan ook niet als strijdig met onze verantwoordelijkheid toe te zien op voldoende aanwezigheid van openbaar onderwijs op redelijke afstand. Wij gaan ervan uit dat indien de voorgenomen samenvoeging met Eduvier onverhoopt geen doorgang kan vinden de openbare grondslag van praktijkschool de Steiger onveranderd blijft. Een kopie van deze brief zal tevens naar dhr. T.J. Caldenhoven, bestuursvoorzitter van praktijkschool de Steiger worden verstuurd.
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de s e c r e t a r i s , d e
drs T. van der Wal
voorzitter
L Verbeek
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
Bezoekadres
A.G. Nagtegaal
0320- 265524
Visarenddreef 1 Lelystad
7.
OVERZICHT STATUTENWIJZIGINGEN EDUVIER ONDERWIJSGROEP
Besluit tot Wijziging Statuten Stichting Eduvier Onderwijsgroep Voorstel tot wijziging Statuten Eduvier, opdat de bestuursoverdracht van De Steiger van de gemeente naar Eduvier kan worden geeffectueerd. De beoogde bestuursoverdracht van Praktijkschool De Steiger naar Stichting Eduvier Onderwijsgroep maakt een wijziging van de statuten van Eduvier noodzakelijk. Hieronder worden drie onderdelen beschreven, die in de statuten van Eduvier zullen worden aangepast. De Bestuurder Eduvier heeft tot deze wijzigingen besloten, de Raad van Toezicht heeft deze wijzigingen in zijn vergaderingen van 24 september en 9 december 2013 goedgekeurd. Naast onderstaande gewichtige wijzigingen wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt de statuten op punten waar dit gewenst te actualiseren op terminologie en/of passend onderwijs. De statutenwijziging wordt begin 2014 juridisch verwerkt, waarna de nieuwe statuten bij de notaris zullen passeren. De gewijzigde statuten zijn beschikbaar voordat het definitieve besluit tot overdracht wordt genomen. Te wijzigen onderdelen Artikel 2 - De doelgroep van Eduvier wordt verruimd. Aan artikel 2 wordt daartoe toegevoegd als nieuw lid 1.b “het geven van regulier onderwijs en begeleiding op algemeen bijzondere grondslag onder meer aan jongeren die gebruik maken van regulier praktijkonderwijs, in alle gevallen waarin dit door ouders, voogden of verzorgers wordt gewenst”; - Oud lid 1.b wordt lid 1.c, hieraan toevoegen na ‘het bieden van’ onderwijs; - Toevoegen aan lid 3,sub a na ‘speciaal onderwijs’ en regulier (praktijk)onderwijs - Toevoegen aan lid 3, sub c en samenwerkingsverbanden; Artikel 7 In dit artikel wordt toegevoegd dat het bovenschools medezeggenschapsorgaan adviesrecht heeft op het algemene profiel van de leden van de Raad van Toezicht. Tevens wordt opgenomen dat het bovenschools medezeggenschapsorgaan het voordrachtrecht heeft tot het doen van een bindende voordracht voor een lid van de Raad van Toezicht. Artikel nog te bepalen In de statuten wordt opgenomen dat de gemeenteraad van de gemeente Lelystad het recht van goedkeuring heeft indien het bestuur van Eduvier, met goedkeuring van de RvT Eduvier, op enig moment zou besluiten de algemene bijzondere identiteit met de algemene toegankelijkheid te wijzigen. 30 december 2013 E.S van Doorn Voorzitter CvB Stichting Eduvier Onderwijsgroep
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
8.
Bijlagenboek
FUSIE-EFFECTRAPPORTAGE
20130117RA06d-MS
Fusie-effectrapportage Voortgezet onderwijs Dit formulier Deze fusie-effectrapportage maakt deel uit van de Aanvraag fusietoets. Opsturen Stuur dit formulier samen met het formulier Aanvraag fusietoets en de overige bijlagen naar: Dienst Uitvoering Onderwijs Postbus 606 2700 ML Zoetermeer Meer informatie www.duo.nl ICO/VO (079) 323 24 44
1 Motieven 1.1 Wat zijn de redenen en de noodzaak voor de fusie?
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad heeft, in de hoedanigheid van bevoegd gezag over de openbare Praktijkschool De Steiger de intentie uitgesproken het bestuur over deze school te willen verzelfstandigen onder gelijktijdige overdracht aan Stichting Eduvier Onderwijsgroep te Lelystad. Overdracht aan een grotere bestuurlijke organisatie is gewenst ter versterking van het beleidsvoerend vermogen, voor de borging van de kwaliteit op de lange termijn, het vergroten van de effectiviteit door het gezamenlijk benutten van faciliteiten en voor het vergroten van het financiële draagvlak en daadkracht. Daarnaast is een belangrijke reden gelegen in het feit dat het gemeentebestuur zich wil concentreren op de groter wordende taak met betrekking tot het lokale onderwijsbeleid, de transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Dit vraagt om een heldere verdeling van verantwoordlijkheden en rollen. In navolging van het verzelfstandigen van het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs heeft de gemeente met het op afstand plaatsen van het praktijkonderwijs al het openbaar onderwijs verzelfstandigd.
1.2 Wat zijn de alternatieven voor fusie? 1.3 Zijn deze alternatieven door het bestuur onderzocht?
Een alternatief had kunnen zijn de overdracht van het bevoegd gezag aan de Stichting voor Voortgezet Onderwijs Lelystad. Dit alternatief is in 2011 -2012 onderzocht, hierbij zijn partijen niet tot overeenstemming gekomen. Eerder onderzoek had reeds uitgewezen dat aansluiten bij andere partners niet haalbaar was.
2 Tijdsbestek 2.1 Wat is de beoogde fusiedatum? 2.2 Welke onderwerpen moeten na de fusiedatum nog geregeld worden?
1 augustus 2014 - verder harmoniseren van het personeelsbeleid - inrichten separate kostenplaats voor Praktijkschool De Steiger als zijnde een school voor Voortgezet onderwijs - inbedding van nieuwe deelnemers in de medezeggenschapsstructuur van Eduvier - inbedding administratie en beheer in Eduvier methodiek - afronden overdracht reserves en voorzieningen zoals overeengekomen
3 Doelen
3.1 Wat wil het bestuur bereiken met de fusie?
Bereiken van een zelfstandige bestuurlijke positie van De Steiger. Overdracht aan een grotere bestuurlijke organisatie is gewenst: - ter versterking van het beleidsvormend en beleidsvoerend vermogen, - voor de borging van de kwaliteit op de lange termijn, - voor het vergroten van effectiviteit door het gezamenlijk benutten van faciliteiten, - het vergroten van het financiële draagvlak en daadkracht, - het bevorderen van arbeidstoeleiding van de praktijkschoolleerling.
3.2 Wat zijn de gekwantificeerde doelen?
Het streven naar arbeidstoeleiding voor 100% van de leerlingen. Het behouden van de beginselen van openbaar onderwijs in de vorm van algemene toegankelijkheid en aanbod voor levensbeschouwing. Benutting en uitwisseling van elkaars expertise op diverse vakgebieden. Benutting van elkaars praktijklocaties. Consolidatie van de werkgelegenheid op het afgesproken niveau van het reorganisatieplan met bijbehorend sociaal Plan.
4 Effecten op diversiteit 4.1 Hoe wordt gewaarborgd dat in een bepaalde regio de variatie van het onderwijsaanbod blijft bestaan of groter wordt? Het gaat hier om diversiteit op het niveau van onderwijsinstellingen.
Praktijkschool De Steiger voorziet in onderwijs aan een specifieke groep leerlingen. Hierin verandert niets door de bestuursoverdracht. Het praktijkonderwijs blijft behouden. Leerlingen die aan de gestelde criteria voldoen zijn en blijven welkom. De algemene toegankelijkheid is voor datum overdracht in de statuten van Eduvier Ondwerwijsgroep geborgd.
4.2 Hoe wordt gewaarborgd dat in een bepaalde regio de variatie van het onderwijsaanbod blijft bestaan of groter wordt? Hier gaat hier om de ‘interne keuzevrijheid’. Dit is de mogelijkheid om te kiezen uit een gevarieerd onderwijsaanbod binnen een bestuurlijke eenheid.
Leerlingen die aan de voor praktijkonderwijs gestelde criteria voldoen zijn en blijven onverminderd welkom. Wel wordt de openbare status, met instemming van de ouderegeleding van de Medezeggenschapsraad , gewijzigd in algemeen bijzonder met dien verstande dat Eduvier in de gewijzigde statuten waarborgen biedt juist voor de algemene toegankelijkheid van het onderwijs.
4.3 Wat zijn de verwachte effecten op de onderwijskundige diversiteit?
De onderwijskundige diversiteit in deze regio verandert niet door de bestuursoverdracht.
4.4 Wat zijn de verwachte effecten op de bestuurlijke diversiteit?
Na bestuursoverdracht fungeert het gemeentebestuur niet meer als integraal bestuur over een vorm van openbaar onderwijs in Lelystad. Wel behoudt het gemeentebestuur de toezichthoudende taak op het openbaar onderwijs zoals bij wet is bepaald.
4.5 Wat zijn de verwachte effecten op het niveau van:
Was
Wordt
Schoolsoort
Praktijkonderwijs
Sector
VO
VO
idem
Afdeling
nvt
nvt
Denominatie vestiging
openbaar
AB
Pedagogisch-didactische aanpak vestiging
conform schoolplan
idem
5 Effecten op keuzevrijheid 5.1 Hebben leerlingen en hun ouders een reële keuze uit onderwijsinstellingen van een bepaalde richting? 5.2 Wat zijn de effecten van de fusie op de spreiding en omvang van de rechtspersonen en onderwijsinstellingen in de gemeenten waar de huidige leerlingen van die onderwijsinstellingen wonen?
5.3 Welke voorzieningen zijn er?
Voor de geïndiceerde leerlingen en hun ouders blijft de school, als enige praktijkschool in de regio, onverminderd toegankelijk. Na bestuursoverdracht fungeert het gemeentebestuur niet meer als integraal bestuur over een vorm van openbaar onderwijs in Lelystad. Stichting Eduvier, gevestigd te Lelystad, voert nu het bevoegd gezag over 2 brinnummers met 1400 lln en 11 locaties in Lelystad, Emmeloord en Almere, na overdracht van Praktijkschool De Steiger over 3 brinnummers met ruim 1600 lln op 12 locaties. In Lelystad zijn alle vormen van onderwijs aanwezig, zoals basisonderwijs, bijzonder basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar- of hoger onderwijs. (zie voor overzicht scholen www.lelystad.nl/onderwijs) De leerlingen van Praktijkschool De Steiger wonen in de provuncie Flevoland en zelfs daarbuiten. Het voert te ver hier alle onderwijsvoorzieningen in alle betrokken gemeenten te vermelden.
5.4 Wat zijn de gevolgen voor de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de voorzieningen?
Geen wijziging met huidige situatie.
5.5 Wat zijn de effecten op de onderwijskundige en bestuurlijke diversiteit van het onderwijsaanbod in de betreffende gemeenten?
Geen wijziging met betrekking tot de onderwijskundige diversiteit. Het onderwijs zoals gegeven op Praktijkschool De Steiger kan worden voortgezet als beschreven in het schoolplan. Het nieuw op te stellen schoolplan 2014 - 2017 zal worden aangepast aan de beleidskaders van Eduvier. In het vooronderzoek is al geconstateerd dat deze kaders passend zijn om de eigenheid van het onderwijsprofiel van het praktijkonderwijs te kunnen borgen De bestuurlijke diversiteite wijzigt in die zin dat het huidige bestuur van Praktijkschool De Steiger vanaf datum overdracht niet meer fungeert als schoolbestuur.
6 Kosten en baten 6.1 Welke financiële kosten en baten zullen er zijn?
6.2 Is de continuïteit voldoende gewaarborgd?
6.3 Wat zijn de risico’s?
6.4 Welke niet-financiële kosten en baten zal de fusie opleveren?
De meerjarengegrotingen 2014 - 2017 van beide partners zijn vastgesteld en goedgekeurd, beide laten een positief beeld zien. Bij de overdracht worden de vastgestelde reserves en voorzieningen van Praktijkschool De Steiger overgedragen aan Stichting Eduvier. Verwacht wordt dat efficiëncievoordeel te behalen is door krachtenbundeling op bovenschool niveau. Voor datum overdracht is door middel van een Due Diligence onderzoek gedaan naar de stand van de fianciën va beide besturen in relatie met de risico's en ambities. De gevolgen van de invoering van Passend Onderwijs zijn in mogelijke scenario's vertaald. Beide organisaties hebben voor datum overdracht een sluitende meerjarenbegroting gepresenteerd, inclusief de dekking van de wederzijds geconstateerde risico's. Verdere versterking van het eigen vermogen van Eduvier Onderwijsgroep is nog enige tijd noodzakelijk en voorzien. Beide organisaties krijgen in het kader van Passend Onderwijs de komende jaren te maken met krimp van de rijksbekostiging. Daarnaast speelt een mogelijke wijziging in de bekostiging van de praktijkschoolleerling na 2016. Er ontstaan meer mogelijkheden voor de medewerkers voor professionalisering, kennisdeling en mobiliteit. Door samenwerking van de scholen voor (V)SO met de Praktijkschool De Steiger onder eenzelfde bestuur ontstaan meer mogelijkheden voor flexibilisering en uitbreiding van arrangementen voor leerlingen, zoals op het terrein van arbeidstoeleiding.
7 Effecten op het personeel, leerlingen en ouders 7.1 Wat zijn de gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden, het personeelsbeleid en de medezeggenschap?
De medewerkers van Praktijkschool De Steiger zullen overgedragen worden aan Stichting Eduvier Onderwijsgroep met behoud van alle opgebouwde rechten en plichten. Dit betekent dat Stichting Eduvier Onderwijsgroep voor deze medewerkers zal gaan werken op basis van hetgeen in de CAO-VO is bepaald. Voor de medewerkers van de scholen voor (V)SO werkt men met de CAO-PO. Ook met betrekking tot het integraal personeelsbeleid wordt conform de beide CAO 's gewerkt. De daarbinnen gehanteerde instrumenten worden voor en na datum overdracht geharmoniseerd, dit zal uiterlijk na 2 jaar geheel gerealiseerd zijn. De Medezeggenschapsraad van Praktijkschool De Steiger blijft in stand bij overdracht. De gesprekspartner voor hen inzake het schoolbelang blijft de aan de school verbonden directeur. Daarnaast zal de MR vertegenwoordigd zijn in de bovenschoolse gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Het medezeggenschapsstatuut en de reglementen van Stichting Eduvier Onderwijsgroep worden daartoe herzien.
7.2 Welke effecten verwacht het bestuur op het instellingsklimaat, de betrokkenheid van leerlingen bij de instelling en de betrokkenheid van het personeel bij de instelling? 7.3 Wat zijn de gevolgen voor betrokkenheid van leerlingen, hun motivatie en hun mogelijkheden tot medezeggenschap?
7.4 Wat zijn de gevolgen voor de betrokkenheid van ouders?
Door de overdracht sec zal niet direct iets veranderen. De Medezeggenschapsraad van Praktijkschool De Steiger zal leden afvaardigen naar de bovenschoolse gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, de betrokkenheid van ouders en medewerkers kan hierdoor toenemen. Er wordt zo mogelijk gestart met een leerlingraad op Praktijkschool De Steiger. Hierdoor kan de betrokkenheid verder toenemen. Wanneer een duidelijk vooraf geformuleerde meerwaarde voor de leerlingen van De Steiger te behalen is, kan een ontmoeting met leerlingen van andere scholen van Eduvier plaatsvinden. Voor de ouders van de leerlingen van de praktijkschool blijven de directie en de medewerkers van Praktijkschool De Steiger het eerste aanspreekpunt. Na datum overdracht krijgen de ouders te maken met de beleidskaders van Stichting Eduvier Onderwijsgroep. Wanneer zij zich tot het schoolbestuur willen richten zal men als zodanig te maken hebben met het bestuur van deze Stichting en niet meer met het college van B&W van Lelystad. Inhoudelijk wijzigt de betrokkenheid van de ouders niet wezenlijk.
8 Communicatie en evaluatie
8.1 Op welke manieren en via welke kanalen worden de belanghebbenden betrokken bij het fusieproces?
Het intentiebesluit is voorgelegd aan de MR van Praktijkschool De Steiger en de GMR van Stichting Eduvier onderwijsgroep. Met hen samen is vooraf een toetsingskader opgesteld. Medewerkers, directies en ouders hebben deelgenomen aan de werkgroepen. Er zijn nieuwsbrieven verstuurd. Er is voorlichting verzorgd aan de MR en de GMR omtrent de uitkomsten van de onderzoeksfase. Beide inspraakorganen krijgen de beschikking over de integrale eindrapportage inclusief de Due Dilligencerapportage. Het voorgenomen besluit tot bestuursoverdracht en de regeling van de gevolgen daarvan wordt ter instemming aan beide inspraakorganen voorgelegd. Voor de medewerkers van Praktijkschool De Steiger wordt voor datum overdracht een informatiebijeenkomst belegd.
8.2 Wanneer en hoe wordt geëvalueerd of de doelen van de fusie zijn bereikt? 8.3 Wanneer en hoe wordt geëvalueerd wat de effecten (vooral op de punten van spreiding, omvang, variëteit en keuzevrijheid) zijn?
Dit dient nog nader te worden bepaald en is de verantwoordelijkheid van het toekomstige bevoegd gezag en de medezeggenschap. nvt (het betreft hier namelijk Praktijkonderwijs met een regionale functie, spreiding, etc wijzigt niet door de bestuursoverdracht.
9 Advies burgemeester en wethouders 9.1 Wat is het advies van het college van B en W over de fusie?
Toelichting Algemeen Dit formulier is bijlage 2 bij de Regeling en beleidsregels fusietoets in het onderwijs.
9.
Bijlagenboek
ORGANIGRAM PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER
20130117RA06d-MS
Organigram De Steiger (definitief, 24-09-2013) Bestuur
Directeur
Medezeggenschapsraad
Advies & ondersteuning 1. orthopedagoog 2. assistente orthopedagoog 3. zorgcoördinator 4. remedial teacher 5. logopedist 6. schoolmaatschappelijk werker
Adjunct directeur
Teamleider Onderbouw
Teamleider Bovenbouw
Teamleider Het Bedrijf
Docenten Assistenten
Docenten Assistenten
Docenten Assistenten
1. mentoraat praktijkgroepen 2. AVO praktijkgroepen 3. vakonderwijs praktijkgroepen 4. voorbereiding ROC 5. stagebegeleiding en nazorg
1. mentoraat praktijkgroepen 2. AVO praktijkgroepen 3. vakonderwijs praktijkgroepen 4. stagebegeleiding en nazorg
1. mentoraat basisgroepen 2. AVO basisgroepen 3. vakonderwijs basisgroepen 4. mentoraat oriëntatiegroepen 5. AVO oriëntatiegroepen 6. vakonderwijs oriëntatiegroepen
Administratie Conciërge 1. administratie 2. conciërge
toelichting: Sommige mensen hebben meerdere taken, ze geven b.v. zowel AVO als vakonderwijs, of ze geven vakonderwijs aan zowel de basis-, de oriëntatie- en de praktijkgroepen. Uitgangspunt is dat iedereen zoveel mogelijk is ingedeeld in het werkveld waar hij/zij de meeste lesuren invult. Om tot een evenwichtige verdeling over de teamleiders te komen is hiervan soms afgeweken en kunnen medewerkers zijn ingedeeld op een plek waar ze niet de meeste tijd invullen. Van de groep Advies & Ondersteuning zijn de remedial teacher, de twee zorgcoördinatoren en de schoolmaatschappelijk werker toegevoegd aan het team waarmee zij het meest zijn verbonden, ook al maken zij formeel geen deel uit van dit team.
samenstelling teams schooljaar 2013 - 2014: advies/ondersteuning 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Riki van den Anker Petra Anselma Ange Buczynski Astrid Geense Sandra v/d Heuvel Tiemen Horst Anja de Jong Tiny Klifman
team onderbouw 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Taco Booij Jean Benek Marieke Buisman Wilia Doeve Fatima Ezzoubir Marchien Jeuring Eric Lakeman Rob Molenaar Patrick v/d Werff Ange Buczynski Astrid Geense
team bovenbouw 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
André Postma Henk-Jan Bekius Marola Fielmich Franklin Gal Marijke Harders Roel Stam Leon van der Veen Koen de Wit Ilse van Zanten Petra Anselma Tiemen Horst
team bedrijf 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Dimitri ten Klooster Greet van Amstel Bernard Geerts Piet Hoeijmakers Harm Jan Holwerda Mieke de Jager Jochem Jousma Maja Kalkhoven Tineke Kuiper Jacco van der Stel Heino Woldhek Martin Zwart
administratie/conciërge 1. 2. 3.
Paul v. Groenestein Selma Hoornweg Coen Stoker
10.
Bijlagenboek
ORGANIGRAM EDUVIER
20130117RA06d-MS
11.
OVERZICHT CERTIFICERING EDUVIER
Onderdeel A Doel
Behalen van een startkwalificatie
Aard
Een regulier traject op mbo niveau 2 of hoger, waarbij de deelnemer extra ondersteuning krijgt op basis van een duidelijk zichtbare zorgbehoefte.
Doelgroep - preventief
Gediplomeerde jongeren vanuit het voortgezet speciaal onderwijs, profiel
16- 23 jaar
vervolgonderwijs, het regulier vo en de Entreeopleiding, die op basis van een zorgbehoefte een verhoogd risico lopen op voortijdige uitval. Doelgroep - curatief
VSV-jongeren, in bezit van diploma of Entreekwalificatie, die terugkeren naar het
16 -23 jaar
beroepsonderwijs na een periode van uitval. Kartrekker inhoud
mbo
Onderdeel B Doel
Uitstroom naar een vervolgopleiding mbo 2
Aard
Een praktische vormgegeven traject, gericht op het behalen van de Entreekwalificatie, dat recht geeft op doorstroom naar mbo 2. Bij negatief bindend studieadvies na 4 maanden kunnen leerlingen terugvallen op onderdeel A
Doelgroep - preventief
Jongeren uit praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, profiel arbeid, voor
16 – 18 jaar
wie een diploma Entreeopleiding haalbaar wordt geacht. Jongeren uit het voortgezet speciaal onderwijs, profiel vervolgonderwijs, en het
14- 16 jaar
regulier vo, voor wie de bovenbouw van de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo beter vorm gegeven kan worden middels een assistentopleiding mbo Doelgroep - curatief
Jongeren, die uitgevallen zijn in het regulier onderwijs, zonder diploma, en voor wie
14 -18 jaar
terugkeer naar regulier voortgezet onderwijs niet realistisch is. Kartrekker inhoud
mbo
Onderdeel C Doel
Uitstroom naar een loonvormende arbeidsplaats
Aard
Een praktisch vormgegeven traject gericht op het uitstromen naar een betaalde arbeidsplaats. In het onderwijstraject is ruimte voor algemeen vormend onderwijs en beroeps- en praktijkvorming.
Doelgroep - preventief
Jongeren uit praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor wie een
16 – 18 jaar
arbeidsplaats zonder kwalificatie het hoogst haalbare is en die direct doorstromen naar de arbeidsmarkt. Doelgroep - curatief
Jongeren uit de Entreeopleiding met een bindend negatief studieadvies voor mbo 2,
16 -23 jaar
voor wie een traject naar de arbeidsmarkt het alternatief is. VSV-jongeren voor wie een traject richting arbeid passender is dan een traject gericht
16 -23 jaar
op diplomering Kartrekker inhoud
Bijlagenboek
Pro en/of vso
20130117RA06d-MS
Onderdeel D Doel
Verkrijgen en behouden van een bestendigde arbeidsplaats
Aard
Een traject van arbeidsinpassing, al dan niet voorafgegaan door bemiddeling, waarbij de jongere ondersteund wordt in het verduurzamen van de arbeidsrelatie met als doel deze voor langere tijd te bestendigen om daarmee een onnodig beroep op uitkering te voorkomen of op te lossen.
Doelgroep - preventief
Jongeren uit het vso, praktijkonderwijs en mbo, die niet op eigen kracht in staat
17- 23 jaar
geacht worden een arbeidsplek te vinden, te verwerven en/of duurzaam te behouden. Doelgroep - curatief
VSV-jongeren, die toegeleid worden naar een arbeidsmarktpositie.
Kartrekker inhoud
Gemeente
16 -23 jaar
Format producten SMBO Lelystad Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners
Assistent medewerker groen in ontwikkeling C De Groene Welle Lesbevoegde agrariërs met onderwijsvoorziening, De Groene Welle, Eduvier Inhoud De Groene Welle heeft aangegeven leerlingen op niveau 1 te kunnen diplomeren wanneer zij praktijkvaardigheden aanleren op het agrarische bedrijf. Theoretische vaardigheden aangaande Nederlands, Engels, rekenen en burgerschap dienen op de school aangeboden te worden. Dagen per week 4 dagen per week Duur in weken 1 schooljaar Doelgroep Jongeren (uit het VSO, Praktijkonderwijs) met het uitstroomprofiel arbeid die affiniteit hebben met de agrarische sector. VSV-jongeren. Voorkennis/instroomniveau Niveau 1 KSE moet behaald zijn. Resultaat/uitstroomniveau Niveau 1
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Heftruck/reachtruck Bestaand C De Sliplijn I.s.m. BMWT Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het heftruckcertificaat. Dagen per week 1, 5 uur per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Leerlingen van VSO Lelystad en de Optimist met uitstroomprofiel arbeid. Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Pasje heftruckcertificaat
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Horeca niveau 1 Bestaand B/C Docent van de Anger
Opleiding tot assistent horeca. HACC (hygiëne in de keuken) is een onderdeel van het programma. Dagen per week 2,5 dagen Duur in weken 40 Doelgroep Leerlingen van VSO Lelystad. Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Niveau 1 mbo
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Hout en Meubel Bestaand C/D Werkmeesters van Flevodrome Stichting Hout en Meubel, de gemeente Binnen een half jaar worden jongeren opgeleid voor de opleiding van Stichting Hout en Meubel. Het traject neemt ongeveer een half jaar tijd in beslag. Dagen per week 5, incl. stage Duur in weken 20 Doelgroep VSV jongeren, jongeren met diverse problematieken die leerplichtig zijn en niet op scholen geplaatst zijn. Voorkennis/instroomniveau n.v.t Resultaat/uitstroomniveau Niveau 1
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud Dagen per week Duur in weken Doelgroep Voorkennis/instroomniveau Resultaat/uitstroomniveau
VCA Bestaand C Thieme Meulenhof VCA Nederland Veiligheidschecklist aannemers Ongeveer een uur in de week 40 weken Leerlingen van VSO Lelystad met het uitstroomprofiel arbeid Redelijk niveau (niveau groep 7) van begrijpend lezen hebben Pasje VCA basis (Dit is 10 jaar geldig.)
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners
Start Werk en blijf Veilig In ontwikkeling
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud Dagen per week Duur in weken Doelgroep Voorkennis/instroomniveau Resultaat/uitstroomniveau
Lassen MIG/MAG Bestaand C De Sliplijn N.I.L. Veiligheidschecklist aannemers Ongeveer 2 uur in de week 40 weken Leerlingen van VSO Lelystad met het uitstroomprofiel arbeid n.v.t. MIG/MAG lassen niveau 1
SWB Prisma arbozorg, hogeschool Utrecht, Invitra, Planplan internet en Kajak Savety Inhoud Veilig werken tot aan het niveau VCA Dagen per week 1 uur per week Duur in weken 40 Doelgroep Alle leerlingen van de Anger en Sliplijn die praktijk lessen volgen. Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Pasje op niveau van het behaalde resultaat. Er kan op drie niveaus worden afgesloten.
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
OVERZICHT CERTIFICERING PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER Onderdeel A Doel
Behalen van een startkwalificatie
Aard
Een regulier traject op mbo niveau 2 of hoger, waarbij de deelnemer extra ondersteuning krijgt op basis van een duidelijk zichtbare zorgbehoefte.
Doelgroep - preventief
Gediplomeerde jongeren vanuit het voortgezet speciaal onderwijs, profiel
16- 23 jaar
vervolgonderwijs, het regulier vo en de Entreeopleiding, die op basis van een zorgbehoefte een verhoogd risico lopen op voortijdige uitval. Doelgroep - curatief
VSV-jongeren, in bezit van diploma of Entreekwalificatie, die terugkeren naar het
16 -23 jaar
beroepsonderwijs na een periode van uitval. Kartrekker inhoud
mbo
Onderdeel B Doel
Uitstroom naar een vervolgopleiding mbo 2
Aard
Een praktische vormgegeven traject, gericht op het behalen van de Entreekwalificatie, dat recht geeft op doorstroom naar mbo 2. Bij negatief bindend studieadvies na 4 maanden kunnen leerlingen terugvallen op onderdeel A
Doelgroep - preventief
Jongeren uit praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, profiel arbeid, voor
16 – 18 jaar
wie een diploma Entreeopleiding haalbaar wordt geacht. Jongeren uit het voortgezet speciaal onderwijs, profiel vervolgonderwijs, en het
14- 16 jaar
regulier vo, voor wie de bovenbouw van de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo beter vorm gegeven kan worden middels een assistentopleiding mbo Doelgroep - curatief
Jongeren, die uitgevallen zijn in het regulier onderwijs, zonder diploma, en voor wie
14 -18 jaar
terugkeer naar regulier voortgezet onderwijs niet realistisch is. Kartrekker inhoud
mbo
Onderdeel C Doel
Uitstroom naar een loonvormende arbeidsplaats
Aard
Een praktisch vormgegeven traject gericht op het uitstromen naar een betaalde arbeidsplaats. In het onderwijstraject is ruimte voor algemeen vormend onderwijs en beroeps- en praktijkvorming.
Doelgroep - preventief
Jongeren uit praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor wie een
16 – 18 jaar
arbeidsplaats zonder kwalificatie het hoogst haalbare is en die direct doorstromen naar de arbeidsmarkt. Doelgroep - curatief
Jongeren uit de Entreeopleiding met een bindend negatief studieadvies voor mbo 2,
16 -23 jaar
voor wie een traject naar de arbeidsmarkt het alternatief is. VSV-jongeren voor wie een traject richting arbeid passender is dan een traject gericht
16 -23 jaar
op diplomering Kartrekker inhoud
Bijlagenboek
Pro en/of vso
20130117RA06d-MS
Onderdeel D Doel
Verkrijgen en behouden van een bestendigde arbeidsplaats
Aard
Een traject van arbeidsinpassing, al dan niet voorafgegaan door bemiddeling, waarbij de jongere ondersteund wordt in het verduurzamen van de arbeidsrelatie met als doel deze voor langere tijd te bestendigen om daarmee een onnodig beroep op uitkering te voorkomen of op te lossen.
Doelgroep - preventief
Jongeren uit het vso, praktijkonderwijs en mbo, die niet op eigen kracht in staat
17- 23 jaar
geacht worden een arbeidsplek te vinden, te verwerven en/of duurzaam te behouden. Doelgroep - curatief
VSV-jongeren, die toegeleid worden naar een arbeidsmarktpositie.
Kartrekker inhoud
Gemeente
16 -23 jaar
Sector Economie Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Heftruck/reachtruck Bestaand C Praktijkschool de Steiger I.s.m. BMWT Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het reachtruck-heftruckcertificaat. Dagen per week 3 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Badge en certificaat (landelijke erkenning)
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Electro pallettruck Bestaand C Praktijkschool de Steiger I.s.m. BMWT Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het ept.certificaat. Dagen per week 3 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Badge en certificaat (landelijke erkenning)
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Beheren van het schoolmagazijn Bestaand C Praktijkschool de Steiger KPC Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het certificaat “werken in het schoolmagazijn” Dagen per week 4 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau KPC-certificaat “werken in het schoolmagazijn”
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Assistent niveau 1: orderpicken Bestaand B/C Praktijkschool de Steiger KCHandel en leerwerkbedrijf Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het diploma “orderpicken” Dagen per week 4 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau Behaald: certificaat “werken in het magazijn” Resultaat/uitstroomniveau Branchecertificaat assistent niveau 1: orderpicken
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Assistent niveau 1: ontvangst- en opslagmedewerker Bestaand B/C Praktijkschool de Steiger KCHandel en leerwerkbedrijf Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het diploma “ontvangst- en opslagmedewerker” Dagen per week 4 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Branchecertificaat assistent niveau 1: ontvangst- en opslagmedewerker
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Werken in de winkel Bestaand C Praktijkschool de Steiger KPC Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het certificaat “werken in de winkel Dagen per week 4 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau KPC-certificaat “werken in de winkel"
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Assistent niveau 1: winkelmedewerker Bestaand B/C Praktijkschool de Steiger KCHandel i.c.m. leerwerkbedrijven Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het diploma assistent niveau 1: winkelmedewerker Dagen per week 8 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau Behaald: KPC-certificaat “werken in de winkel” Resultaat/uitstroomniveau Branchecertificaat Assistent niveau 1: winkelmedewerker
Sector Dienstverlening en Welzijn Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
SVH horeca-training, Anders Dan, niveau 1 Bestaand B/C Praktijkschool de Steiger SVH Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het certificaat horeca-training, anders dan, niveau 1 Dagen per week 7 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Branchecertificaat horeca-training, anders dan, niveau 1
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Werken in de keuken Bestaand C Praktijkschool de Steiger KPC Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het certificaat “werken in de keuken” Dagen per week 7 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau KPC-certificaat “werken in de keuken”
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Schoonmaak in de groothuishouding: traditioneel Bestaand C Praktijkschool de Steiger KPC Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het certificaat “schoonmaak in de groothuishouding: traditioneel Dagen per week 4 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau KPC-certificaat “schoonmaak in de groothuishouding: traditioneel Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Schoonmaak: microvezel Bestaand C Praktijkschool de Steiger KPC Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het certificaat “schoonmaak in de groothuishouding: microvezel Dagen per week 7 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau KPC-certificaat “schoonmaak: microvezel”
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Leider sportieve recreatie (NOC-NSF) Bestaand A/B/C Praktijkschool de Steiger Sportservice Flevoland, NOC-NSF Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor een diploma leider sportieve recreatie Dagen per week 7 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Branchecertificaat leider sportieve recreatie niveau 2
Sector Techniek en Groen Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Assistent niveau 1 MIG/MAG lassen Bestaand B/C Praktijkschool de Steiger Het NIL Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor een praktijkverklaring MIG/MAG lassen Dagen per week 8 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau Behaald: basisvaardigheden metaalbewerking Resultaat/uitstroomniveau Praktijkverklaring MIG/MAG lassen Naam product VCA Status Bestaand Onderdeel C Aanbieder Praktijkschool de Steiger i.s.m. tutorial en-of VGM box Partners VCA Nederland Inhoud Veiligheidschecklist aannemers. Dagen per week Ongeveer een uur in de week Duur in weken 40 weken Doelgroep Leerlingen van VSO Lelystad met het uitstroomprofiel arbeid. Voorkennis/instroomniveau Redelijk niveau (niveau groep 7) van begrijpend lezen hebben. Resultaat/uitstroomniveau Certificaat Landelijk erkend
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
Naam product
Assistent niveau 1: praktijkverklaring automotive mobiliteitsbranche Status Bestaand Onderdeel B/C Aanbieder Praktijkschool de Steiger Partners ROC Flevoland Inhoud Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor een praktijkverklaring voor de automotive Dagen per week 4 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Praktijkverklaring assistent niveau 1: automotive
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Stappenplan houtbewerken van Stichting Hout en Meubel Bestaand B/C Praktijkschool de Steiger KC Hout en Meubel Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor een praktijkverklaring voor de branche Hout en Meubel Dagen per week 4 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Praktijkverklaring assistent niveau 1 Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud
Onderhoud Plantsoen Bestaand C Praktijkschool de Steiger KPC Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor het certificaat “onderhoud plantsoen Dagen per week 4 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau KPC-certificaat “onderhoud plantsoen”
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
Naam product
Assistent niveau 1: praktijkverklaring Groen (medewerker leefomgeving en natuur) Status Bestaand Onderdeel B/C Aanbieder Praktijkschool de Steiger Partners AOC Inhoud Leerlingen worden door medewerkers van school opgeleid voor een praktijkverklaring assistent niveau 1: Groen Dagen per week 8 lesuren per week Duur in weken 40 weken Doelgroep Praktijkschool de Steiger Voorkennis/instroomniveau n.v.t. Resultaat/uitstroomniveau Praktijkverklaring assistent niveau 1: Groen (medewerker leefomgeving en natuur)
Cursussen arbeidsvoorbereiding Cursusaanbod Receptie-en repro Stagecursus Studievaardigheden SOVA-training Weerbaarheidstraining Bediening in de horeca Veilig internetten Veilig op stage Klimvaardigheidsbewijs Indoor Toprope Reanimatie met AED EHBO
Bijlagenboek
Uitvoering Praktijkschool De Steiger Ja Ja ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Ja ja
Certificaat erkenning nee nee nee nvt nvt nee nee ja ja, uitgegeven door de NKBV (Nederlandse Klim en Bergsport vereniging). ja ja
20130117RA06d-MS
In ontwikkeling Praktijkschool De Steiger Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud Dagen per week Duur in weken Doelgroep
Onderhoud sportvelden in ontwikkeling
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud Dagen per week Duur in weken Doelgroep
Onderhoud schoolomgeving in ontwikkeling
Naam product Status Onderdeel Aanbieder Partners Inhoud Dagen per week Duur in weken Doelgroep
Schildersopleiding assistent niveau 1 in ontwikkeling
Bijlagenboek
De Steiger KPC
De Steiger KPC
De Steiger I.s.m. het kenniscentrum
20130117RA06d-MS
12.
Bijlagenboek
VERGELIJKING CAO PO EN CAO VO
20130117RA06d-MS
VERGELIJKING CAO PO EN CAO VO EN RECHTSPOSITIE OPENBAAR ONDERWIJS EN BIJZONDER ONDERWIJS
Werkgroep Personeel Praktijkschool De Steiger en Eduvier Onderwijsgroep Lelystad
Mariët Schilperoort i.s.m. de PO-Raad augustus 2013
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 1.18
Bijlagenboek
blz.
INLEIDING Preambule Arbeidsduur, lesgebonden uren, inzetbaarheidsrooster, taakbeleid en werkdruk Plaatsing in het risico dragend deel van de formatie (rddf) / ontslagbeleid ten opzichte van werkgelegenheidsbeleid Opzeggingstermijnen Opeenvolgende dienstverbanden Salarisvaststelling en salaris herintreders Benoeming en aanstelling; aanvang en einde doorbetaling Verschillen in uitlooptoeslag, eindejaarsuitkering, nominale uitkering Demotiebeleid FUWA-PO en FUWA-VO Toelage onregelmatige diensten en overwerkvergoeding Vergoeding verhuiskosten en reiskosten Verlof OP, OOP en directie Kort buitengewoon verlof en lang buitengewoon verlof Ouderschapsverlof Spaarverlof en levensloop BAPO Overig
20130117RA01d-MS
1.
INLEIDING Deze notitie geeft inzicht op hoofdlijnen in de verschillen tussen de CAO PO en de CAO VO. Aan het benoemen van deze verschillen kunnen geen rechten worden ontleend. Uitgangspunt blijven de geldende afspraken in de geldende cao op peildatum 1 augustus 2011. Naast de CAO PO dient ook rekening te worden gehouden met het kaderbesluit rechtspositie PO van 18 september 2006. Hierin is met name vastgelegd: de algemene arbeidsduur; de salarissen; het besluit over het te voeren overleg; het Besluit Ziekte en Arbeidsongeschiktheid (BZA). In het voortgezet onderwijs geldt het BZA niet meer, maar is de Ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling voortgezet onderwijs (ZAVO) van toepassing (zie bijlage 12 CAO VO 2011-2012). Bij werkloosheid geldt in het primair onderwijs het BWOO en BBWO. In het voortgezet onderwijs geldt de werkloosheidsregeling onderwijspersoneel voortgezet onderwijs (WOVO) (zie bijlage 11 CAO VO 2011-2012).
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
1.1 Preambule CAO PO De cao voor het primair onderwijs is een kaderstellende cao.
CAO VO De cao voor het voortgezet onderwijs bestaat uit twee delen. Afwijken van deel 1 is niet toegestaan. De artikelen in deel 2 hebben een minimumkarakter.
Consequenties: Voor de CAO PO betekent dit dat het bevoegd gezag niet mag afwijken van de cao en dat men binnen de overeengekomen kaders dient te blijven. Voor de CAO VO betekent dit dat het bevoegd gezag alleen mag afwijken in het voordeel van de werknemer voor wat betreft de artikelen opgenomen in deel 2. Voor wat betreft de artikelen in deel 1 dient het bevoegd gezag binnen de overeengekomen kaders te blijven. 1.2 Arbeidsduur, lesgebonden uren, inzetbaarheidsrooster, taakbeleid en werkdruk CAO PO CAO VO Artikel 2.1 t/m 2.6 Hoofdstuk 2, 6 en 7 Hoofdstuk 2 Normbetrekking is 1659 uur per jaar (ofwel Normbetrekking is 1659 uur per jaar (ofwel 36,86 uur per week), waarvan 36,86 uur per week). maximaal 930 uur per jaar lesuren of lesgebonden en/of behandeltaken; Regeling spaarverlof (bijlage 5) maximaal 60 uur per jaar (parttimers niet naar rato). 10% wordt aangemerkt als deskundigheidsbevordering. Uitbreiding boven de normbetrekking telkens voor maximaal 1 jaar. Deze vervalt van rechtswege en leidt niet tot een Jaarlijks recht op maximaal 131 uur benoeming voor onbepaalde tijd (artikel compensatieverlof (uitbetalen is mogelijk). 9.a.2, lid 1 / artikel 9.b.2, lid 1). Regeling spaarverlof (bijlage IX) maximaal 131 uur per jaar (parttimers naar rato). Hoofdstuk 6 Werkgever stelt een arbeidstijden- en Inzetbaarheidsrooster: rusttijdenregeling vast. De werktijdfactor rekenkundig Inzetbaarheidsrooster: afronden op één cijfer achter de • de werktijdfactor tot en met komma. (getal) nemen; Er geldt een afwijking in het maximaal Er gelden twee afwijkingen: in te roosteren aantal dagen bij ‘t/m • t/m 0,6000 is de inzetbaarheid 3 0,8’. dagen en • het maximaal in te roosteren Taakbeleid aantal dagen bij ‘t/m 0,8000’. Het taakbeleid wordt door de werkgever in overleg met de P(G)MR vastgesteld. Hierin Hoofdstuk 7 is opgenomen: Het taakbeleid wordt door de werkgever in maximaal 930 lesuren of lesgebonden overleg met de P(G)MR vastgesteld. Hierin en/of behandeltaken per jaar; het is is tenminste opgenomen: mogelijk om met de werknemer binnen aantal werkdagen per week; de algemene arbeidsuur meer lesuren openingstijden instelling; overeen te komen (artikel 2.1 lid 6); rusttijden. taakbelasting voor beginnende Bij wijziging van het systeem van het werknemers, senioren en taakbeleid is goedkeuring nodig van 2/3 van arbeidsgehandicapten; het betrokken personeel. een regeling ten behoeve van de In het taakbeleid van de school moet introductie en begeleiding van opgenomen zijn hoeveel uur een docent beginnende werknemers en vervangers. maximaal kan geven. De CAO VO kent geen bepaling dat de maximale lessentaak 750
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
uur is. 750 uur is de uitkomst van de volgende rekensom: 36 lesweken x 25 lessen x 50 minuten gedeeld door 60. In de cao 1998-1999 is voor het laatst expliciet gesproken over 10% deskundigheidsbevordering. In de huidige cao is dat percentage niet meer voorgeschreven en staat er een algemene tekst dat er in het taakbeleid aandacht besteed moet worden aan deskundigheidsbevordering (artikel 7.1 lid 3 CAO VO). Recht op 24 uur trekkingsrecht in het kader van werkdrukverlaging (artikel 7.2 CAO VO). Recht op reductie van de lesgevende taak met 20% gedurende het eerste jaar van de aanstelling (artikel 7.3 CAO VO).
Consequenties: De CAO VO kent geen regeling voor compensatieverlof; de CAO PO kent dit wel, maar de regeling voor het spaarverlof is afwijkend; met de CAO PO is het mogelijk om meer uren te sparen. Het inzetbaarheidsrooster wijkt af bij het te roosteren aantal dagen bij t/m 0,6000 en bij ‘t/m 0,8000’. Het taakbeleid voor onderwijsgevend personeel wijkt af, met name op het gebied van de maximale lessentaak per jaar. Met deze verschillen dient bij het inroosteren van lessen rekening te worden gehouden. Dit heeft als gevolg, dat de niet lessentaak voor het onderwijsgevend personeel binnen de CAO VO groter is dan binnen de CAO PO. Indien een VO-school geen eigen taakbeleid heeft opgesteld, wordt er teruggevallen op het taakbeleid zoals omschreven in Bijlage VII Taakbeleid van de CAO VO 2003-2005. In de CAO VO staat niet meer expliciet vermeld dat de deskundigheidsbevordering 10% is van de normjaartaak. Op de overgrote meerderheid van de scholen in het VO wordt het percentage van 10% nog steeds gehanteerd. In het kader van de werkdrukvermindering zijn er twee artikelen aan de CAO VO toegevoegd: trekkingsrecht en lesreductie voor een startende leraar (artikel 7.2 en 7.3). Trekkingsrecht kan door vermindering van de lestaak of vermindering van de niet-lestaak. Daarnaast kan een leraar er voor kiezen om het trekkingsrecht te laten uitbetalen. Tijdens het eerste jaar van de aanstelling heeft een startende leraar recht op 20% lesreductie. Deze uren kunnen worden ingezet voor voor- en nawerk van de overige uren. 1.3
Plaatsing in het risico dragend deel van de formatie (rddf) / ontslagbeleid ten opzichte van werkgelegenheidsbeleid CAO PO CAO VO Artikel 2.8 en hoofdstuk 10 en bijlage III Hoofdstuk 17 en bijlage 7 Keuzemogelijkheid voor werkgever: De werkgever bevordert het behoud van regeling ontslagbeleid (met werkgelegenheid. afvloeiingsregeling); De werkgever is met de centrales een regeling werkgelegenheidsbeleid (met sociaal statuut overeengekomen, zo niet, werkgelegenheidsgarantie en sociaal plan). dan geldt bijlage 7 van de cao. Hiervoor geldt instemmingsrecht voor de P(G)MR.
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
Consequenties Indien beide cao’s worden toegepast binnen één organisatie kan het zijn dat voor het PO de regeling ontslagbeleid van toepassing is en voor het VO werkgelegenheidsbeleid. Het is niet noodzakelijk om ook voor het PO dan te kiezen voor werkgelegenheidsbeleid. 1.4 Opzeggingstermijnen CAO PO Artikel 3.7 t/m 3.12 (bijzonder onderwijs) Artikel 4.6 t/m 4.10 (openbaar onderwijs) Bijzonder onderwijs Door werkgever opgezegd: arbeidsovereenkomst korter of gelijk aan 12 maanden: minimaal 1 maand; arbeidsovereenkomst langer dan 12 maanden maar korter dan 5 jaar: minimaal 2 maanden; arbeidsovereenkomst 5 jaar of langer: minimaal 3 maanden.
CAO VO Hoofdstuk 9a (bijzonder onderwijs) Hoofdstuk 9b (openbaar onderwijs) Bijzonder onderwijs Door werkgever of werknemer opgezegd: arbeidsovereenkomst korter of gelijk aan 6 maanden: minimaal 1 maand; arbeidsovereenkomst langer dan 6 maanden maar korter dan 12 maanden: minimaal 2 maanden; arbeidsovereenkomst 12 maanden of langer: minimaal 3 maanden.
Door werknemer opgezegd: arbeidsovereenkomst korter dan 12 maanden: minimaal 1 maand; arbeidsovereenkomst 12 maanden of langer: minimaal 2 maanden. Openbaar onderwijs Wegens opheffing instelling, de dienst van de instelling of de betrekking, of bij opheffing functie: dienstverband korter of gelijk aan 12 maanden: minimaal 1 maand; dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 5 jaar: minimaal 2 maanden; dienstverband 5 jaar of langer: minimaal 3 maanden. Andere gronden voor ontslag hebben andere opzeggingstermijnen. Aan de werknemer wordt ontslag verleend: dienstverband korter dan 12 maanden: minimaal 1 maand; dienstverband 12 maanden of langer: minimaal 2 maanden.
Openbaar onderwijs Wegens opheffing van de instelling, dienst of betrekking en na afloop van langdurig buitengewoon verlof: dienstverband korter of gelijk aan 6 maanden: minimaal 1 maand; dienstverband langer dan 6 maanden maar korter dan 12 maanden: minimaal 2 maanden; dienstverband 12 maanden of langer: minimaal 3 maanden. Andere gronden voor ontslag hebben andere opzeggingstermijnen. Aan de werknemer wordt ontslag op schriftelijke aanvraag verleend: dienstverband korter of gelijk aan 6 maanden: minimaal 1 maand; dienstverband langer dan 6 maanden maar korter dan 12 maanden: minimaal 2 maanden; dienstverband 12 maanden of langer: minimaal 3 maanden.
Consequenties Beide cao’s biedt de mogelijkheid om met wederzijds goedvinden andere opzeggingstermijnen overeen te komen.
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
1.5 Opeenvolgende dienstverbanden CAO PO CAO VO Artikel 3.5 (bijzonder onderwijs) Artikel 8.a.2 lid 6 (bijzonder onderwijs) Artikel 4.5 (openbaar onderwijs) Artikel 8.b.2 lid 6 (openbaar onderwijs) Bijzonder onderwijs en openbaar onderwijs Bijzonder onderwijs en openbaar onderwijs Voor opeenvolgende tijdelijke De totale duur van opeenvolgende dienstverbanden in een periode van 36 dienstverbanden voor bepaalde tijd is maanden, die elkaar hebben opgevolgd met maximaal 3 jaar; bij voortzetting geschiedt tussenpozen van maximaal 3 maanden geldt dit voor onbepaalde tijd (onderbreking van de laatste benoeming voor onbepaalde tijd. 3 maanden of minder is opeenvolgend). Consequenties Een dienstverband als voorziening in een tijdelijke vacature kan in het VO anders dan in het PO slechts voor ten hoogste één jaar worden gegeven. 1.6 Salarisvaststelling en salaris herintreders CAO PO CAO VO Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 12 Artikel 6.7 voor herintreders Het uitgangspunt voor de salarisvaststelling Het uitgangspunt voor de salarisvaststelling is meestal het laatste schooljaar, waarin de is meestal het laatstgenoten salaris werknemer gedurende 60 werkdagen (eventueel geconverteerd naar het actuele werkzaam en bezoldigd is geweest of alle loonpeil). schoolweken benoemd of aangesteld is Geen apart artikel opgenomen voor de geweest (eventueel geconverteerd naar het bepaling van het salaris bij herintreden. actuele loonpeil). Bij functiewisseling wordt het salaris Onderbroken dienstverband: voor ieder 4 vastgesteld op een bedrag dat ten minste jaar onderbreking wordt 1 periodiek gelijk is aan het laatstgenoten salaris toegekend (voor de eerste 6 schooljaren inclusief bij het salaris behorende geldt een periode van 3 jaar). structurele toelagen (onder andere Voor herintreders geldt dat na het derde uitlooptoeslag en bindingstoelage). jaar van herintreding (op verzoek van de Daarnaast wordt het salaris zodanig werknemer) wordt vastgesteld of er door vastgesteld dat de werknemer geen loopbaanonderbreking salarisachterstand is negatieve financiële effecten ondervindt of ontstaan: zal ondervinden van een tijdelijk ongunstiger carrièrepatroon van de nieuwe Bij een salarisachterstand van minder functie. dan 5 periodieken wordt één extra Salaris LIO’ers: 50% van LD-1 periodiek toegekend. Bij een salarisachterstand van 5 periodieken of meer worden twee extra periodieken toegekend. Salaris LIO’ers Basisonderwijs: 50% van LA-1 S(B)O: 50% van LB-1 Consequenties Voor de salarisvaststelling wordt een ander uitgangspunt genomen, dat voor nieuw personeel dat kortdurend tijdens het laatste schooljaar heeft gewerkt, in de CAO PO nadelig kan uitvallen. Voor herintreders, die onder de CAO VO vallen, is er geen apart artikel opgenomen over hoe de werknemer dient te worden ingeschaald. Dit is een kwestie van onderhandelen.
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
1.7 Benoeming en aanstelling; aanvang en einde doorbetaling CAO PO CAO VO Artikel 3.1 t/m 3.4 (bijzonder onderwijs) Artikel 8.a.1 en 8.a.2 (bijzonder onderwijs) Artikel 4.1 t/m 4.4 (openbaar onderwijs) Artikel 8.b.1 en 8.b.2 (openbaar onderwijs) Artikel 6.12 Artikel 8.a.3 en 8.b.3 (onbevoegd docent) Artikel 14.1 lid 2 Aanstelling bij wijze van proef: Aanstelling bij wijze van proef: Maximaal 12 maanden, met uitzicht op Maximaal 12 maanden, met uitzicht op dienstverband voor onbepaalde tijd. dienstverband voor onbepaalde tijd. In zeer bijzondere gevallen is In zeer bijzondere gevallen is verlening verlenging mogelijk met maximaal 12 mogelijk met maximaal 12 maanden. maanden. Bij eerste indiensttreding direct voor Bij eerste indiensttreding direct voor onbepaalde tijd kan een proeftijd van onbepaalde tijd kan een proeftijd van maximaal 2 maanden worden overeenmaximaal 2 maanden worden overeengekomen (geldt alleen voor het bijzonder gekomen (geldt alleen voor het bijzonder onderwijs). onderwijs). Een werknemer die over geen enkele Benoeming/aanstelling op de dag dat de wettelijke onderwijsbevoegdheid beschikt, werkzaamheden aanvangen. kan voor ten hoogste twee jaar in een leraarsfunctie LB worden benoemd. Dit Voor OP en OOP met les- en behandeltaken tijdelijke dienstverband vervalt van geldt aanstelling per 1 augustus indien: rechtswege en kan in bijzondere gevallen de functie vanaf begin schooljaar nog twee keer met een jaar worden beschikbaar is, en verlengd. in het voorafgaande schooljaar een Na het behalen van de onderwijsbenoeming was voor onderwijsbevoegdheid volgt een minimaal 2 maanden, die beëindigd is dienstverband voor onbepaalde tijd. op of na 1 juni. Als een werknemer niet gedurende het Voor OP en OOP met les- en behandeltaken gehele schooljaar in dienst is van de geldt, dat indien de benoeming is instelling heeft deze recht op aangegaan voor 1 maart en de vakantieverlof volgens de formule (W x werkzaamheden doorgaan tot aan de 1,15) – (S). zomervakantie, het salaris wordt betaald tot 1 augustus (geldt niet indien het gaat om een vervanging en diegene terugkeert voor of in de zomervakantie). Consequenties De CAO VO biedt meer mogelijkheden voor maatwerk bij benoeming en aanstelling ten opzichte van de CAO PO. Het is wel goed om afspraken te hebben over de aanvang en het einde van de doorbetaling van het salaris voor het personeel dat onder de CAO VO valt. Het gebruik van artikel 14.1, lid 2 is alleen mogelijk als het bevoegd gezag heeft aangegeven gebruik te maken van dit artikel. Het is voornamelijk bedoeld om calculerend gedrag van werknemers tegen te gaan door op 1 september met ontslag te gaan en augustus nog uitbetaald te krijgen. Anders dan in het VO is het in het PO niet mogelijk een werknemer zonder onderwijsbevoegdheid te benoemen.
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
1.8 Verschillen in uitlooptoeslag, eindejaarsuitkering, nominale uitkering CAO PO CAO VO Artikel 6.13 (uitlooptoeslag) Artikel 24.2 (uitlooptoeslag) Artikel 6.14a (inkomenstoelage) Artikel 3.6 (eindejaarsuitkering) Artikel 6.15 (structurele eindejaarsuitkering) Artikel 3.7 (extra eindejaarsuitkering) Artikel 6.33 (eindejaarsuitkering OOP) Artikel 3.8 (compensatie inkomensgevolgen) Artikel 8.24 (levensloop) Uitlooptoeslag / inkomenstoelage: Uitlooptoeslag: bedragen wijken af van CAO VO. aanvullende voorwaarden (lid 1); bedragen wijken af van CAO PO. Eindejaarsuitkering: Eindejaarsuitkering: 6,30% per 1 januari 2008 7,4% per (6,6% voor werknemers, die onder VPL overgangsrecht vallen). De De levensloopregeling is 0,8% van het 6,6% is inclusief 0,8% voor levensloop. salaris per maand. Nominale eindejaarsuitkering OOP is gelijk Nominale eindejaarsuitkering OOP is gelijk aan CAO VO. aan CAO PO. Consequenties De verschillen in uitlooptoeslag, eindejaarsuitkering en nominale uitkering dienen conform de geldende cao te worden toegepast. 1.9 Demotiebeleid CAO PO CAO VO Artikel 6.21 n.v.t. indien werknemer (55 jaar of ouder) een De CAO VO kent geen regeling voor nieuw dienstverband aanvaardt met een demotiebeleid. lager salaris, wordt de pensioenopbouw gebaseerd op het voorafgaande salaris. Consequenties Binnen het VO kunnen in onderling overleg afspraken tussen werkgever en werknemer worden gemaakt. 1.10 FUWA-PO en FUWA-VO CAO PO Hoofdstuk 5 Functie categorieën: Directie; Leraar; Onderwijsondersteunend personeel.
FUWA-PO FUWA-PO heeft normfuncties en voorbeeldfuncties. Voor 01-08-2008 functiebouwwerk realiseren. Interne bezwaarmogelijkheid functiewaardering: advies. Externe bezwaarmogelijkheid functiewaardering: bindend. In artikel 5.4 is over functiedifferentiatie opgenomen, dat de werkgever minimaal 1
Bijlagenboek
CAO VO Hoofdstuk 5 en hoofdstuk 10 Functie categorieën: Directie; Leraar; Onderwijsondersteunend personeel; Wajong; Leraar in opleiding.
FUWA-VO FUWA-VO heeft alleen voorbeeldfuncties (vanaf 1-8-2002 geen normfuncties meer). Functie leraar: minimaal Schaal LB. Alleen externe bezwaarmogelijkheid functiewaardering: • bindend voor bijzonder onderwijs; • advies voor openbaar onderwijs.
20130117RA06d-MS
en maximaal 2 jaar ervaring mag opdoen (beschrijving en waardering volgens FUWAPO).
Zonder voorafgaand ontslag geldt geen andere functie, dan de functie waarin de werknemer is benoemd, tenzij er sprake is van een tijdelijk karakter, rekening houdend met < 35% arbeidsongeschiktheid.
Zonder voorafgaand ontslag geldt geen andere functie, dan de functie waarin de werknemer is benoemd, tenzij er sprake is van een tijdelijk karakter. Entreerecht: vanaf 1 augustus 2014 heeft elke docent met een eerstegraads bevoegdheid, die structureel 50% of meer van zijn lessen geeft in een of meer van de jaren 4 en 5 havo en/of 4,5 en 6 vwo recht op een LD-functie.
Consequenties Er kan op organisatieniveau een functiebouwwerk worden gemaakt met functies conform FUWA-PO en FUWA-VO. In geval van bezwaar verdient het de voorkeur om bij FUWA-PO alleen de externe bezwaarmogelijkheid op te nemen. 1.11 Toelage onregelmatige diensten en overwerkvergoeding CAO PO CAO VO Artikel 6.36 t/m 6.38 Artikel 6.3, 6.4, 12.6 en 12.7 Criterium: voor onderwijsondersteunend Criterium: voor personeel in schaal 1 t/m 8. personeel. Vergoeding voor onregelmatige diensten: Vergoeding voor onregelmatige diensten: percentages verschillen niet; percentages verschillen niet; voorwaarde: voor werknemer in schaal voorwaarde: berekening over maximaal 1 t/m 8; schaal 7.10; garantietoelage vanaf 60 jaar. garantietoelage vanaf 55 jaar. Vergoeding voor overwerk: Vergoeding voor overwerk: voorwaarde: voor werknemer in schaal voorwaarde: voor werknemer in schaal 1 t/m 8; 1 t/m 10; vergoeding in (extra) verlof. WEC of centrale dienst: (extra) verlof; WPO: verlof en geldbedrag. Consequenties Het verdient de voorkeur om de afspraken voor toelage en vergoeding van de geldende cao toe te passen. 1.12 Vergoeding verhuiskosten en reiskosten CAO PO Artikel 7.1 t/m 7.5a en bijlage A10 Verhuisregeling: criterium afstand: 20 km; verhuizing binnen 3 jaar na eerste benoeming (2 jaar als de aanstelling voor onbepaalde tijd is); de tegemoetkoming verhuiskosten bestaat uit twee delen: een vast bedrag maximaal € 2188,55 en een forfaitair tegemoetkoming van 12% van het jaarsalaris. Vergoeding reiskosten woning-werk:
Bijlagenboek
CAO VO Artikel 13.1 en bijlage 3 Verhuisregeling: criterium afstand: 10 km; verhuizing binnen 2 jaar na eerste benoeming of na verplaatsing; de tegemoetkoming verhuiskosten bestaat uit twee delen: een vast bedrag maximaal € 2500,-- en een forfaitair tegemoetkoming van 12% van het jaarsalaris. Vergoeding reiskosten woning-werk: start vanaf 8 km t/m 25 km enkele
20130117RA06d-MS
start vanaf 7 km t/m 21,5 km; vergoeding volgens cao-tabel; bij niet reizen wordt na 2 weken vergoeding stopgezet; berekening van de afstand tussen woning en plaats van tewerkstelling geschiedt op basis van de snelste route conform de ANWB-routeplanner.
Vergoeding dienstreizen met auto: € 0,28 per km.
reis; in het eerste jaar ook boven 25 km (maximaal tot OV vergoeding 2e klas); vergoeding € 0,12 per km; bij niet reizen wordt na 1 week vergoeding stopgezet; berekening van de afstand tussen woning en gebouw geschiedt op basis van een door de Belastingdienst geaccepteerde reisplanner. Vergoeding dienstreizen met auto: 1 – 10.000 km.: € 0,28 per km; 10.001 – 20.000 km.: € 0,21 per km; 20.001 en meer km.: € 0,19 per km.
Consequenties Er zijn enkele duidelijke verschillen tussen beide cao’s in de criteria of de begrenzing bij deze vergoedingsregeling. 1.13 Verlof OP, OOP en directie CAO PO Artikel 8.1 t/m 8.6 Directie, onderwijsgevend personeel en onderwijsondersteunend personeel met lesen behandeltaken heeft vakantieverlof gedurende de schoolvakanties. De eerste of laatste 3 dagen van de zomervakantie mag het verlof worden ingekort. Bij samenvallen van zomervakantie en zwangerschapsverlof houdt de vrouwelijke werknemer aanspraak op maximaal 3 weken verlof. OOP verlof: bij werkweek van 40 uur: 427 uur per jaar; 36,86 uur: 263 uur per jaar. OOP leeftijdsuren van 18 t/m 20 jaar; vanaf 30 jaar. Bij maximaal schaal 8: 8 uur per jaar extra verlof.
CAO VO Artikel 14.1 t/m 14.4 Directie en functiecategorie leraren hebben vakantieverlof gedurende de schoolvakanties. De eerste of laatste 2 dagen van de zomervakantie mag het verlof worden ingekort. Bij samenvallen van zomervakantie en zwangerschapsverlof houdt de vrouwelijke werknemer aanspraak op verlof. OOP verlof: bij werkweek van 40 uur: 160 uur per jaar (wettelijk) en 266 uur per jaar (bovenwettelijk); 36,86 uur: n.v.t. OOP leeftijdsuren vanaf 50 jaar. OOP: indien de werkgever bepaalde dagen of periodes verlof heeft aangewezen, dient er een compensatieregeling te zijn. Als een werknemer niet gedurende het gehele schooljaar in dienst is van de instelling heeft deze recht op vakantieverlof volgens de formule (W x 1,15) – (S).
Consequenties Een belangrijk punt van verschil tussen beide cao’s is de compensatieregeling binnen de CAO VO. Overigens: geen compensatie is ook een regeling, die getroffen kan worden. Het gebruik van artikel 14.1, lid 2 is alleen mogelijk bij ontslag van een werknemer als het bevoegd gezag heeft aangegeven gebruik te maken van dit artikel. Het is voornamelijk bedoeld om calculerend gedrag van werknemers tegen te gaan door per 1 september ontslag te nemen en augustus nog uitbetaald te krijgen.
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
1.14 Kort buitengewoon verlof en lang buitengewoon verlof CAO PO CAO VO Artikel 8.7 (kort buitengewoon verlof) Artikel 15.1 (kortdurend verlof) Artikel 8.8 (overig kort buitengewoon verlof) Artikel 15.1.a. (kortdurend zorgverlof) Artikel 8.11 t/m 8.14 (lang buitengewoon Artikel 15.2 t/m 15.5 (lang buitengewoon verlof) verlof) Verhuizing 2 dagen. Verhuizing: 2 dagen (in bijzondere gevallen 4 dagen). Zoek naar woning in geval van wijziging Zoek naar woning in geval van wijziging standplaats: n.v.t. standplaats: 2 dagen. Ondertrouw: n.v.t. Ondertrouw: 1 dag. Huwelijk: 2 dagen. Huwelijk: 4 dagen. Huwelijk in de 1e of 2e graad: 1 dag. Huwelijk in de 1e of 2e graad: 1 dag (en maximaal 2 dagen, afhankelijk in of buiten de woonplaats werknemer). Overlijden 1e graad: 4 dagen. Overlijden 1e graad: 4 dagen. Overlijden 2e graad: 2 dagen. Overlijden 2e graad: 2 dagen. Overlijden 3e en 4e graad: 1 dag. De bevalling echtgenote: 2 dagen. De bevalling echtgenote: 2 dagen. Kraamverlof: 2 dagen. Kraamverlof: 5 dagen naar rato Ernstige ziekte 1e graad: maximaal 2 betrekkingsomvang. weken. 25- of 40-jarig ambtsjubileum werknemer Omstandigheden in de leefsituatie van en echtgenoot: 1 dag. werknemer: verlof voor maximaal tweemaal 25-, 40- of 50-jarig huwelijk werknemer: 1 de arbeidsduur per week. dag. 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijk van (schoon)ouders werknemer: 1 dag. Andere religieuze feestdagen: maximaal 2 dagen in totaal.
Lang buitengewoon verlof in verband met Lang buitengewoon verlof in verband met persoonlijk belang: maximaal 6 maanden persoonlijk belang: er wordt geen termijn (ten hoogste tweemaal verlengen voor vermeld. maximaal 6 maanden). Lang buitengewoon verlof voor politieke Lang buitengewoon verlof mede in verband functies: ten hoogste één zittingstermijn, met algemeen belang (studie): maximaal 1 beëindiging geschiedt met ingang van het jaar (ten hoogste tweemaal voor maximaal nieuwe schooljaar. 1 jaar verlengen mogelijk). In artikel 15.3 staan de voorwaarden voor In artikel 8.14 worden alleen lang buitengewoon verlof uitgebreid pensioenbijdrage en andere premies bij de genoemd. voorwaarden genoemd. Consequenties Uit de verschillen tussen beide cao’s blijkt dat de CAO VO over het algemeen een gunstiger regeling heeft voor kort en lang buitengewoon verlof.
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
1.15 Ouderschapsverlof CAO PO CAO VO Artikel 8.19 t/m 8.21 Artikel 15.6 en 15.7 Onbetaald ouderschapsverlof: 995 uur per Onbetaald ouderschapsverlof: 830 uur per kind. kind. Betaald ouderschapsverlof: 415 uur per Betaald ouderschapsverlof: 415 uur per kind. kind. Totale omvang ouderschapsverlof is 995 Totale omvang ouderschapsverlof is 830 uur. uur. Opname gedurende een aaneengesloten Opname gedurende een aaneengesloten periode. periode, tenzij dit in redelijkheid niet kan worden verlangd. Bij meerling: per kind 415 uur extra betaald Bij meerling: tweemaal (on)betaald verlof, ouderschapsverlof en 415 uur extra onbetaald ouderschapsverlof: dus 1660 uur, waarvan 830 uur betaald. tweeling: 1825 uur, opgebouwd uit 995 uur (415 uur betaald en 580 onbetaald verlof) voor het 1e kind en 830 uur (415 uur betaald en 415 onbetaald verlof) voor het 2e kind. Totaal aan betaald ouderschapsverlof 830 uur; drieling: 2655 uur opgebouwd uit 995 uur voor het 1e kind, 830 uur voor het 2e kind en 830 uur voor het 3e kind met een totaal van 1245 uur betaald ouderschapsverlof. Consequenties Voor betaald ouderschapsverlof is er geen verschil tussen beide cao’s; Bij het onbetaald ouderschapsverlof en bij meerlingen van drie of meer kinderen is de CAO PO gunstiger. Terugbetalingsregeling: een werknemer hoeft in het VO niet terug te betalen wanneer een andere betrekking binnen het VO aanvaard wordt, terwijl in de CAO PO geen terugbetaling is verschuldigd bij aanvaarding van een betrekking bij een andere onderwijsinstelling die door de rijksoverheid wordt bekostigd. 1.16 Spaarverlof en levensloop CAO PO Artikel 8.23 en bijlage IX: spaarverlof Artikel 8.24 en bijlage X: levensloop
CAO VO Artikel 15.8 en bijlage 5: spaarverlof Levensloop: 15.1.b, c en d: gaat op in de vitaliteitregeling in 2013. Spaarverlof: maximaal 60 uur per jaar (deeltijders niet naar rato). Periode: minimaal 4 en maximaal 12 jaar. Verlofopname: sabbatsverlof (minimaal 240 uur); seniorenverlof (52 jaar en ouder); start opname uiterlijk in het derde schooljaar.
Spaarverlof: maximaal 131 uur per jaar (deeltijders naar rato). Periode: minimaal 5 en maximaal 12 jaar. Verlofopname: (gespreid) sabbatsverlof; deeltijdverlof; seniorenverlof (52 jaar en ouder); start opname uiterlijk in het vijfde schooljaar. Consequenties Binnen de CAO PO is het mogelijk om meer spaarverlof te sparen en na de spaarperiode de opname ervan langer uit te stellen. Deze regeling is duidelijk gunstiger dan binnen de CAO VO.
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
1.17 BAPO CAO PO Artikel 8.25 en bijlage XI (BAPO) Vanaf 52 jaar: 170 uur. Vanaf 56 jaar: 340 uur. Eigen bijdrage schaal 1 t/m 8: 25%; hoger: 35%. Eerste 3 jaren BAPO-verlof sparen is mogelijk. Alleen voor werknemers die onder het overgangsrecht van de regeling VPL vallen: gespaarde BAPO-verlof kan voorafgaand aan FPU worden opgenomen voor maximaal 50% van de normjaartaak op jaarbasis. Werknemers die niet onder het overgangsrecht van de regeling VPL vallen, kunnen de opgespaarde BAPO-uren voor maximaal 50% van de normjaartaak op weekbasis opnemen. Een werknemer heeft de mogelijkheid om op 1 augustus de omvang van zijn BAPOverlof te wijzigen dan wel stop te zetten wanneer dit niet leidt tot verdringing van de werkgelegenheid.
CAO VO Artikel 15.9 en bijlage 6 (Regeling BAPO) Vanaf 52 jaar: 170 uur. Vanaf 56 jaar: 340 uur. Eigen bijdrage schaal 1 t/m 8: 25%; hoger: 35%. Vanaf 61 jaar eigen bijdrage schaal 1 t/m 8: 10%; hoger: 20%. Opname BAPO middels verlaging van maximale lessentaak: 3 lesuren van 50 min. (170 uur); 6 lesuren van 50 min. (340 uur). Sparen is niet meer mogelijk. Alleen voor werknemers die onder het overgangsrecht van de regeling VPL vallen: gespaarde BAPO-verlof kan voorafgaand aan FPU worden opgenomen. Het opgenomen BAPO-verlof in enig jaar kan nooit minder zijn dan het verlof in het daaraan voorafgaande jaar bij een gelijkblijvende betrekkingsomvang (artikel B7. Dit betekent dat een werknemer de omvang van zijn BAPO-verlof niet kan wijzigen dan wel kan stopzetten.
Consequenties Vanaf de leeftijd van 61 jaar is de BAPO-regeling binnen de CAO VO gunstiger. Hiervan kan een effect uitgaan om langer door te werken voor personeelsleden die vallen onder de CAO VO. 1.18 Overig CAO PO Salaris: schaal LB verschilt ten opzichte van CAO VO. Voor de samenloop van ziekteverlof en de aanspraak op vakantie is voor onderwijsondersteunend personeel in de CAO PO niets geregeld. Binnenkort komt hier voor een regeling.
BZA: na 12 maanden ziekteverlof wordt 70% van het salaris doorbetaald.
Bijlagenboek
CAO VO Salaris: schaal LB verschilt ten opzichte van CAO PO. Voor de samenloop van ziekteverlof en de aanspraak op vakantie zijn voor onderwijsondersteunend personeel in de CAO VO in artikel 14.3 afspraken gemaakt. In artikel 14.1, lid 8 is de samenloop van vakantieverlof en ziekteverlof voor de functiecategorieën directie en leraren geregeld. ZAVO: na 12 maanden ziekteverlof wordt 70% van het salaris doorbetaald, met uitzondering van de werknemer die een vervroegde IVA-uitkering ontvangt; deze krijgt een toelage tot 100% van het salaris vanaf dat moment (ook in het 2e ziektejaar). Deze toelage vervalt van rechtswege naar het verstrijken van het 2e ziektejaar.
20130117RA06d-MS
Consequenties Bij de toepassing van schaal LB is er een verschil tussen beide cao’s. Een vergelijking tussen PO en VO over de samenloop van vakantie en ziekte is nog niet te maken, aangezien er nog geen regeling in het PO is getroffen.
Bijlagenboek
20130117RA06d-MS
13.
Bijlagenboek
FORMATIEOVERZICHT EDUVIER
20130117RA06d-MS
Peildatum: 31-10-2013
R-ON-12800-a Personeelssterkte 30882 Stichting Eduvier onderwijsgroep
Totaal aantal Fulltime medewerkers:
173
Totaal aantal Parttime medewerkers:
206
Personeelssterkte per deeltijdcategorie Deeltijd (WTF) cohort 0 - 0.2
Totaal Aantal Personen Bezetting (wtf)
379
0.2 - 0.4 0
317,7153
0.4 - 0.6
0.6 - 0.8
0.8 - 1.0
>= 1.0
11
35
76
84
173
3,5168
17,5216
50,6078
73,0691
173,0000
Personeelssterkte per functiegroep Functiegroep OOP
Totaal
Fulltime
Aantal Personen
149
Bezetting (wtf) OP
Aantal Personen
200
94
97
103
18
3
3
6
168,0280
Aantal Personen
21
Bezetting (wtf) OOP Administratie
55
121,9427
Bezetting (wtf) DIR
Parttime
20,3466
Aantal Personen
9
Bezetting (wtf)
7,3980
Personeelssterkte per geslacht Geslacht Vrouw
Totaal
Fulltime
Aantal Personen
253
Bezetting (wtf) Man
Parttime 79
174
94
32
198,0619
Aantal Personen
126
Bezetting (wtf)
119,6534
Personeelssterkte per leeftijdscategorie Leeftijd cohort 0/19
Totaal Aantal Personen Bezetting (wtf)
379 317,7153
20/24 0
25/29
30/34
35/39
40/44
45/49
50/54
55/59
60/64
>= 65
11
57
53
41
40
48
51
51
27
8,7035
48,4454
40,7501
31,8480
34,0572
40,7371
45,3135
45,0644
22,7961
Personeelssterkte - 14-11-2013 14:55 - Bladzijde 2 van 2.
Versie 201309.2
0
14.
Bijlagenboek
FORMATIEOVERZICHT PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER
20130117RA06d-MS
Onbepaalde tijd
Orthopedagoog/Psycholoog
06-01-1953
01-01-2013
0,4386
11
16
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
22-10-1955
01-01-2013
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
21-05-1968
01-01-2013
0,5391
LB
13
1,0000
LB
11
Onbepaalde tijd
Klassenassistent
28-06-1977
01-01-2013
1,0000
04
11
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
23-03-1956
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd
Directeur
27-03-1954
01-01-2013
1,0000
13
11
Leraar praktijkonderwijs
27-12-1955
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
01-02-1958
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
23-05-1957
01-01-2013
0,7857
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
18-05-1964
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs Leraar praktijkonderwijs
20-09-1956 15-04-1959
01-01-2013 01-01-2013
1,0000 0,8571
LB LB
13 13
Onbepaalde tijd
Theorie- en praktijkinstructeur
24-02-1969
01-01-2013
01-08-2014
1,0000
09
10
Onbepaalde tijd
OOP
20-08-1951
01-01-2013
01-05-2014
1,0000
08
11
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
06-06-1952
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd
05-05-1978
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs Administratief Medewerker/Medewerkster
15-06-1956
01-01-2013
0,8422
06
11
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
27-04-1953
01-01-2013
0,0978
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
27-04-1953
01-01-2013
0,4775
LB
13
Onbepaalde tijd
Orthopedagoog/Psycholoog
18-09-1978
01-01-2013
0,2500
11
10
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
28-01-1961
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
28-07-1962
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
29-08-1976
01-01-2013
0,8571
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
29-08-1976
01-02-2013
0,1429
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
20-04-1968
01-01-2013
0,8571
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
04-01-1970
01-01-2013
0,6429
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
05-10-1960
01-01-2013
0,8571
LC
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
27-04-1960
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
04-09-1953
01-01-2013
0,7857
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
20-10-1979
01-01-2013
1,0000
LB
10
Onbepaalde tijd
Lerarenondersteuner
06-02-1981
01-01-2013
01-08-2014
1,0000
07
12
Onbepaalde tijd
Psychologisch Assistent
05-06-1956
01-01-2013
01-08-2014
0,2000
06
11
Onbepaalde tijd
Logopedist/Akoupedist
18-02-1956
01-01-2013
01-08-2014
0,2523
09
8
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
20-05-1977
01-01-2013
1,0000
LC
11
01-01-2014
Onbepaalde tijd
Theorie- en praktijkinstructeur
08-02-1961
01-01-2013
1,0000
09
10
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
25-11-1959
01-01-2013
1,0000
LC
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
24-05-1982
01-01-2013
1,0000
LC
7
Onbepaalde tijd
Adjunct Directeur
03-06-1961
01-01-2013
0,8571
12
15
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
07-03-1972
01-01-2013
0,8571
LC
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
08-01-1977
01-01-2013
0,3479
LB
13
Onbepaalde tijd
Leerwerkmeester
28-05-1964
01-01-2013
1,0000
07
12
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
15-06-1957
01-01-2013
0,6429
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
28-07-1960
01-01-2013
1,0000
LB
13
Onbepaalde tijd
Leraar praktijkonderwijs
14-06-1973
01-01-2013
1,0000
LB
13
01-11-2015
01-08-2014
15.
Bijlagenboek
MEDEZEGGENSCHAPSSTATUUT EN REGLEMENT PRAKTIJKSCHOOL DE STEIGER
20130117RA06d-MS
Medezeggenschapsstatuut van De Steiger, school voor praktijkonderwijs te Lelystad Het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad van De Steiger, school voor praktijkonderwijs, hebben overlegd over de toepassing van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). Ze hebben daarbij hun verwachtingen uitgesproken over de mogelijkheden die deze wet biedt ter versterking van de onderlinge communicatie en het formele overleg over alle aangelegenheden in en rond de school die van belang zijn voor directie, ouders, leerlingen en personeelsleden. Het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad leggen hierbij hun visie op de medezeggenschap vast en maken concrete afspraken over de communicatie over en weer en de informatieverstrekking aan alle bij de school betrokken personen, zoals hierna vermeld. Het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad zijn daarnaast van mening dat gelet op de toelatingsvereisten die aan een leerling, die praktijkonderwijs wil volgen, worden gesteld, het niet opportuun is een leerling-geleding in de raad op te nemen. De medezeggenschapsraad heeft op 18 oktober 2012 unaniem ingestemd met het medezeggenschapsstatuut. Hoofdstuk 1
Artikel 1
Algemene bepalingen
Begripsbepalingen
Dit statuut verstaat onder: a. b. c. d. e.
wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006, 658); bevoegd gezag: het college van burgemeester en wethouders van Lelystad; raad: de medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3 van de wet; school: De Steiger, school voor praktijkonderwijs; schoolleiding: directeur als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, alsmede de adjunct-directeur; f. organisatie: de gehele onderwijsinstelling (bevoegd gezag, bestuursmanager, directie, afdelingen en school) g. geleding: de gezamenlijke leden in de raad, behorende tot de groep personeel of de groep ouders; h. leerlingen: de leerlingen van de school, in de zin van de Wet op het voortgezet onderwijs; i. ouders: de ouders, voogden of verzorgers van leerlingen; j. personeel: het personeel dat in dienst is dan wel 12 maanden te werk is gesteld zonder benoeming bij het bevoegd orgaan en dat werkzaam is op de school; k. bestuursmanager: de functionaris die namens het bevoegd gezag verantwoordelijk is voor de aansturing van de schoolleiding; l. statuut: het medezeggenschapsstatuut van de school;
Dit voorbeeldstatuut is door de projectgroep op 1 februari 2008 vastgesteld en aangepast in juli 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
Artikel 2
Aard en werkingsduur
1. Het statuut, citeertitel: "Medezeggenschapsstatuut De Steiger", treedt in werking op 1 december 2012 en heeft een werkingsduur van twee jaar. 2. Vier maanden voordat de termijn in het voorgaande lid is afgelopen treden de raad en het bevoegd gezag in overleg over het evalueren, actualiseren en bijstellen van het statuut. 3. Bevoegd gezag en raad kunnen voorstellen doen tot wijziging van het statuut ongeacht het verloop van genoemde termijn. 4. Een voorstel van het bevoegd gezag tot wijziging van het statuut behoeft de instemming van tweederde meerderheid van de leden van de raad.
Hoofdstuk 2 Artikel 3
Inrichting van de medezeggenschap Medezeggenschapsorgaan
1. In de school is een raad ingesteld. 2. De raad bestaat uit 3 leden gekozen uit en door het personeel en 3 leden gekozen uit en door de ouders. 3. Namens het bevoegd gezag voert de directeur van de school besprekingen met de raad of geledingen/leden van de raad. 4. Indien er sprake is van aangelegenheden waarin vermenging van zakelijke en persoonlijke belangen plaatsvindt of kan plaatsvinden dan wel de aan hem toegekende bevoegdheid wordt overschreden, treedt de in artikel 3, lid 3, genoemde functionaris terug. 5. Indien artikellid 4 van toepassing is voert de bestuursmanager namens het bevoegd gezag besprekingen met de raad of geledingen/leden van de raad.
Hoofdstuk 3 Artikel 4 1.
2.
3.
Informatievoorziening Informatie van het bevoegd gezag aan de raad en de geledingen
Jaarlijks verschaft het bevoegd gezag schriftelijk tenminste de volgende informatie aan de raad: a. de begroting van de organisatie en bijbehorende beleidsvoornemens op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied; b. aan het begin van het schooljaar de gegevens met betrekking tot: - de samenstelling van het bevoegd gezag; - de organisatie binnen de school; - het managementstatuut; - de hoofdpunten van het reeds vastgestelde beleid; c. voor 1 mei: de berekening die ten grondslag ligt aan de overheidssubsidie; d. voor 1 juli: het jaarverslag van de organisatie. Tijdig ontvangt de raad, al dan niet gevraagd, alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft. Daartoe behoren in ieder geval: - de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheden; - elk oordeel van de klachtencommissie waarbij de commissie een klacht gegrond heeft geoordeeld en over de eventuele maatregelen die het bevoegd gezag naar aanleiding van dat oordeel zal nemen. De informatie wordt minimaal tien werkdagen voorafgaand aan de vergadering verstrekt, zodat alle leden van de raad een redelijke tijd voor de vergadering kennis kunnen nemen van de stukken, en zonodig deskundigen kunnen raadplegen. Dit voorbeeldstatuut is door de projectgroep op 1 februari 2008 vastgesteld en aangepast in juli 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
4.
Indien het bevoegd gezag een voorstel voor advies of instemming voorlegt aan een geleding van de raad, wordt dat voorstel gelijktijdig ter kennisneming aan de andere geleding van de raad aangeboden.
Artikel 5
Wijze waarop het bevoegd gezag informatie verschaft
1. Het bevoegd gezag stelt de in het voorgaande artikel bedoelde informatie via digitale weg ter beschikking aan de raad. Indien een (beleids)notitie meer is dan zes pagina's dan wordt deze ook schriftelijk verstrekt. 2. Alle verkregen informatie is in principe openbaar. Artikel 6
Wijze waarop de raad informatie verstrekt en ontvangt
1. De raad en zijn geledingen informeren hun achterban in de regel binnen veertien dagen na de vergadering over hetgeen er is besproken in de raad of in het overleg met het bevoegd gezag. 2. De secretaris van de raad informeert de overige leden over alle binnengekomen brieven en reacties, en beslist in overleg met de voorzitter of een reactie moet worden gegeven. 3. De vergaderingen van de raad zijn in principe openbaar. 4. Alle informatie wordt op een eigen ruimte op de website van de school aan de achterbannen verstrekt. Indien noodzakelijk kan daarnaast gebruik worden gemaakt van schriftelijke informatie, zoals een nieuwsbrief. Artikel 7
Communicatie binnen de school
1. De raad en de geledingen van de raad, informeren elkaar ongevraagd volledig en helder over hun standpunten, werkwijzen en procedureafspraken met het bevoegd gezag. Verslagen van bijeenkomsten worden, zonodig onder voorbehoud van goedkeuring, direct verspreid. 2. Op verzoek van een van de geledingen van de raad als bedoeld in het eerste lid, verstrekt de andere geleding van de raad direct alle en volledige informatie over bepaalde aangelegenheden, voor zover deze niet onderhevig zijn aan afspraken over geheimhouding. 3. De informatie wordt waar mogelijk bij voorkeur digitaal verstrekt. Voor zover noodzakelijk wordt deze informatie eveneens schriftelijk geleverd. 4. Informatie wordt in principe verstrekt aan de secretaris van de raad en bij diens ontstentenis aan de voorzitter van de raad. Aan de leden van de raad wordt een overzicht gegeven van de verstrekte informatie. Eenieder heeft de mogelijkheid de informatie in te zien en bespreking ervan te vragen in de raad.
Hoofdstuk 4 Artikel 8
Faciliteiten Faciliteiten afgesproken in onderling overleg
1. De raad kan gebruik maken van voorzieningen waarover het bevoegd gezag beschikt en die de raad redelijkerwijs nodig heeft voor de vervulling van zijn taak. 2. De kosten voor de medezeggenschapsactiviteiten met inbegrip van bijwonen van vergaderingen van de raad zelf, worden gedragen door het bevoegd gezag. Onder deze activiteiten worden mede begrepen: - scholing van de leden van de raad; - het inhuren van deskundigen; - het voeren van rechtsgedingen; - het informeren en raadplegen van de achterban.
Dit voorbeeldstatuut is door de projectgroep op 1 februari 2008 vastgesteld en aangepast in juli 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
3.
4.
5.
6.
Voorwaarde is, dat het bevoegd gezag instemt met het vooraf overgelegde activiteitenplan, omvattend een schooljaar, of het concrete voornemen van de raad. De personeelsleden in de raad hebben vrijstelling van hun reguliere taken voor 2 uur, tot uitdrukking komend in het taakbeleid. Voor het vervullen van het secretariaat óf het voorzitterschap betreft deze vrijstelling 4 uur. Op basis van een activiteitenplan, omvattend een schooljaar, kunnen meer faciliteiten aan de personeelsleden van de raad worden toegekend dan zoals omschreven in artikel 8, lid 3. Behalve de hierboven beschreven faciliteiten worden door het bevoegd gezag drie dagen in 2 jaar per personeellid voor scholing beschikbaar gesteld. Deze scholing kan mede in lestijd plaatsvinden, afhankelijk van het rooster van het personeelslid en het moment waarop de scholing plaatsvindt. Ten aanzien van faciliteiten voor de ouderleden is een vacatievergoeding afgesproken van € 25 per bezochte vergadering.
Lelystad, 1 december 2012
Dit voorbeeldstatuut is door de projectgroep op 1 februari 2008 vastgesteld en aangepast in juli 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
Medezeggenschapsreglement van De Steiger, school voor praktijkonderwijs te Lelystad
Lelystad 20 oktober 2012
Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
1
Inhoudsopgave: Paragraaf 1 Artikel 1
Algemeen Begripsbepaling
Paragraaf 2 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5
De medezeggenschapsraad Medezeggenschapsraad Omvang en samenstelling medezeggenschapsraad Onverenigbaarheden Zittingsduur
Paragraaf 3 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14
De verkiezing Datum verkiezingen Verkiesbare en kiesgerechtigde personen Bekendmaking verkiesbare en kiesgerechtigde personen Onvoldoende kandidaten Verkiezing Stemming; volmacht Uitslag verkiezingen Tussentijdse vacature
Paragraaf 4 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20
Algemene taken en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad Overleg meet bevoegd gezag Initiatief bevoegdheid medezeggenschapsraad Openheid, onderling overleg en gelijke behandeling Informatievoorziening Jaarverslag Openbaarheiden geheimhouding
Paragraaf 5 Artikel 21 Artikel 22a Artikel 22b Artikel 22c Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26
Bijzondere bevoegdheden medezeggenschapsraad Instemmingbevoegdheid medezeggenschapsraad Adviesbevoegdheden medezeggenschapsraad Adviesaanvraag Tenuitvoerlegging bepaalde besluiten Instemmingbevoegdheid personeelsgeleding Instemmingbevoegdheid oudergeleding Toepasselijkheid bijzondere bevoegdheden Termijnen
Paragraaf 6 Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30 Artikel 31
Inrichting en werkwijze medezeggenschapsraad Verkiezing voorzitter en secretaris Uitsluiting van leden van de medezeggenschapsraad Indienen agendapunten door personeel en ouders Raadplegen personeel en ouders Huishoudelijk reglement
Paragraaf 7 Artikel 32 Artikel 33a Artikel 33b Artikel 33c Artikel 33d Artikel 33e Artikel 33f Artikel 33g
Regeling (andere) geschillen Aansluiting geschillencommissie Geschil instemmingbevoegdheid Geschil inhoud medezeggenschapsreglement Geschil adviesbevoegdheid Geschil interpretatie Geen reactie op standpunt of voorstel Onvoldoende gemotiveerde reactie Overleg
Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
2
Paragraaf 8 Artikel 34
Optreden namens bevoegd gezag Personeelslid voert overleg
Paragraaf 9 Artikel 35 Artikel 36 Artikel 37 Artikel 38
Overige bepalingen Voorzieningen Rechtsbescherming Wijziging reglement Citeertitel; inwerkingtreding
Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
3
Paragraaf 1 Algemeen
Artikel 1
Begripsbepaling
Dit statuut verstaat onder: a. b. c. d. e.
wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006, 658); bevoegd gezag: het college van burgemeester en wethouders van Lelystad; raad: de medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3 van de wet; school: De Steiger, school voor praktijkonderwijs; schoolleiding: directeur als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, alsmede de adjunctdirecteur; f. organisatie: de gehele onderwijsinstelling (bevoegd gezag, bestuursmanager,directie, afdelingen en school) g. geleding: de afzonderlijke groepen van leden in de raad, behorende tot de groep personeel of de groep ouders; h. leerlingen: de leerlingen van de school, in de zin van de Wet op het voortgezet onderwijs; i. ouders: de ouders, voogden of verzorgers van leerlingen; j. personeel: het personeel dat in dienst is dan wel 12 maanden te werk is gesteld zonder benoeming bij het bevoegd orgaan en dat werkzaam is op de school; k. bestuursmanager: de functionaris die namens het bevoegd gezag verantwoordelijk is voor de aansturing van de schoolleiding; Paragraaf 2 De medezeggenschapsraad Artikel 2 Medezeggenschapsraad Aan de school is een medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad wordt rechtstreeks door en uit de ouders en het personeel gekozen volgens de bepalingen van dit reglement. Artikel 3 Omvang en samenstelling medezeggenschapsraad 1. De medezeggenschapsraad bestaat uit 6 leden van wie: a. 3 leden door en uit het personeel worden gekozen en b. 3 leden door en uit de ouders worden gekozen. 2. Indien niet aan het gestelde in het eerste lid onder b kan worden voldaan, omdat onvoldoende ouders bereid zijn lid te worden, kan de niet door de desbetreffende groep te vervullen plaats worden toegedeeld aan de andere groep. Artikel 4 Onverenigbaarheden 1. Personen die deel uitmaken van het bevoegd gezag kunnen geen zitting nemen in de medezeggenschapsraad. 2. Een personeelslid dat is opgedragen om namens het bevoegd gezag op te treden in besprekingen met de medezeggenschapsraad kan niet tevens lid zijn van de medezeggenschapsraad. Artikel 5 Zittingsduur 1. Een lid van de medezeggenschapsraad heeft zitting voor een periode van 3 jaar. 2. Een lid van de medezeggenschapsraad treedt na zijn zittingsperiode af en is terstond herkiesbaar. 3. Een lid dat ter vervulling van een tussentijdse vacature is aangewezen of verkozen, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is aangewezen of verkozen, zou moeten aftreden. 4. Behalve door periodieke aftreding eindigt het lidmaatschap van de medezeggenschapsraad: a. door overlijden; b. door opzegging door het lid; Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
4
c.
zodra een lid geen deel meer uitmaakt van de geleding waaruit en waardoor hij is gekozen. d. door ondercuratelestelling. Paragraaf 3
De Verkiezing.
Artikel 6 Organisatie verkiezingen De leiding van de verkiezing van de leden van de medezeggenschapsraad berust bij de medezeggenschapsraad. De organisatie daarvan kan de medezeggenschapsraad opdragen aan een verkiezingscommissie. De medezeggenschapsraad bepaalt de samenstelling, werkwijze, en de bevoegdheden van de verkiezingscommissie alsmede de wijze waarop over bezwaren inzake besluiten van de verkiezingscommissie wordt beslist. Artikel 7 Datum verkiezingen 1. De medezeggenschapsraad bepaalt de datum van de verkiezing, alsmede de tijdstippen van aanvang en einde van de stemming. 2. De medezeggenschapsraad stelt het bevoegd gezag, de ouders, de leerlingen en het personeel in kennis van de in het eerste lid genoemde tijdstippen. Artikel 8 Verkiesbare en kiesgerechtigde personen Zij die op de dag van de kandidaatstelling deel uitmaken van het personeel, ouder of leerling zijn, zijn kiesgerechtigd en verkiesbaar tot lid van de medezeggenschapsraad. Artikel 9 Bekendmaking verkiesbare en kiesgerechtigde personen De medezeggenschapsraad stelt 4 weken voor de verkiezingen een lijst vast van de personen die kiesgerechtigd en verkiesbaar zijn. Deze lijst wordt aan de ouders, de leerlingen en het personeel bekend gemaakt onder vermelding van de mogelijkheid zich kandidaat te stellen, alsmede van de daarvoor gestelde termijn. Artikel 10 Onvoldoende kandidaten 1. Indien uit de ouders en/of het personeel niet meer kandidaten zijn gesteld dan er zetels in de medezeggenschapsraad voor die geleding zijn, vindt voor die geleding geen verkiezing plaats en worden de gestelde kandidaten geacht te zijn gekozen. 2. De medezeggenschapsraad stelt het bevoegd gezag, de geledingen en de betrokken kandidaten daarvan tijdig vóór de verkiezingsdatum in kennis. Artikel 11 Verkiezing 1. De verkiezing vindt plaats bij geheime, schriftelijke stemming. 2. Uiterlijk één week voor de datum van de verkiezingen zendt de medezeggenschapsraad aan de kiesgerechtigden een gewaarmerkt stembiljet dat de namen van de kandidaten uit de geleding van de kiesgerechtigden bevat.
Artikel 12 Stemming; volmacht 1. Een kiesgerechtigde brengt ten hoogste evenveel stemmen uit als er zetels voor zijn geleding in de medezeggenschapsraad zijn. Op een kandidaat kan slechts één stem worden uitgebracht. 2. Een kiesgerechtigde kan bij schriftelijke volmacht met overgave van zijn stembiljet een ander, die tot dezelfde geleding behoort, zijn stem laten uitbrengen. Een kiesgerechtigde kan voor ten hoogste één andere kiesgerechtigde bij volmacht een stem uitbrengen. Artikel 13 Uitslag verkiezingen 1. Gekozen zijn de kandidaten die achtereenvolgens het hoogste aantal stemmen op zich hebben verenigd. Indien er voor de laatste te bezetten zetel meer kandidaten zijn, die een gelijk aantal stemmen op zich verenigd hebben, beslist tussen hen het lot. Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
5
2. De uitslag van de verkiezingen wordt door de medezeggenschapsraad vastgesteld en schriftelijk bekendgemaakt aan het bevoegd gezag, de geledingen en de betrokken kandidaten. Artikel 14 Tussentijdse vacature 1. In geval van een tussentijdse vacature wijst de medezeggenschapsraad tot opvolger van het betrokken lid aan de kandidaat uit de desbetreffende geleding die blijkens de vastgestelde uitslag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, daarvoor als eerste in aanmerking komt. 2. De aanwijzing geschiedt binnen een maand na het ontstaan van de vacature. De medezeggenschapsraad doet van deze aanwijzing mededeling aan het bevoegd gezag, de geledingen en de betrokken kandidaat. 3. Indien uit de ouders en het personeel minder kandidaten zijn gesteld dan er zetels in de medezeggenschapsraad voor die geleding zijn of indien er geen opvolger als bedoeld in het eerste lid aanwezig is, kan in de vacature(s) voorzien worden door het houden van een tussentijdse verkiezing. In dat geval zijn de artikelen 6 t/m 13 van overeenkomstige toepassing. Paragraaf 4 Algemene taken en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad Artikel 15 Overleg met bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad komen binnen 7 dagen bijeen, indien daarom onder opgave van redenen wordt verzocht door de medezeggenschapsraad, een geleding van de medezeggenschapsraad of het bevoegd gezag. 2. Indien tweederde deel van de leden van de medezeggenschapsraad en de meerderheid van elke geleding dat wensen, voert het bevoegd gezag de in het eerste lid bedoelde bespreking met elke geleding afzonderlijk. Artikel 16 Initiatief bevoegdheid medezeggenschapsraad 1. De medezeggenschapsraad is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden de school betreffende. Hij is bevoegd over deze aangelegenheden aan het bevoegd gezag voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. 2. Het bevoegd gezag brengt op deze voorstellen binnen drie maanden een schriftelijke, met redenen omklede reactie uit aan de medezeggenschapsraad. 3. Alvorens over te gaan tot het uitbrengen van deze reactie, stelt het bevoegd gezag de medezeggenschapsraad ten minste eenmaal in de gelegenheid met hem overleg te voeren over de voorstellen van de medezeggenschapsraad. 4. Indien tweederde deel van de leden van de medezeggenschapsraad en meerderheid van elke geleding dat wensen, voert het bevoegd gezag de in het eerste lid bedoelde bespreking en overleg met elke geleding afzonderlijk. Artikel 17 Openheid, onderling overleg en gelijke behandeling 1. De medezeggenschapsraad bevordert naar vermogen openheid en onderling overleg in de school. 2. De medezeggenschapsraad waakt voorts in de school in het algemeen tegen discriminatie op welke grond dan ook en bevordert gelijke behandeling in gelijke gevallen en in het bijzonder de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de inschakeling van gehandicapten en allochtone werknemers. 3. De medezeggenschapsraad doet aan alle bij de school betrokkenen schriftelijk verslag van zijn werkzaamheden en stelt de geledingen in de gelegenheid om over aangelegenheden die de betrokken geleding in het bijzonder aangaan met hem overleg te voeren. Artikel 18 Informatieverstrekking 1. De medezeggenschapsraad ontvangt van het bevoegd gezag, al dan niet gevraagd, tijdig alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft. 2. De medezeggenschapsraad ontvangt in elk geval: a. jaarlijks de begroting en bijbehorende beleidsvoornemens op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied;
Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
6
b. jaarlijks voor 1 mei informatie over de berekening die ten grondslag ligt aan de middelen uit ’s Rijks kas die worden toegerekend aan het bevoegd gezag; c. jaarlijks voor 1 juli een jaarverslag als bedoeld in art. 103, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs; d. de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheden; e. terstond informatie over elk oordeel van de klachtencommissie, als bedoeld in artikel 24b van de Wet op het voortgezet onderwijs, waarbij de commissie een klacht gegrond heeft geoordeeld en over de eventuele maatregelen die het bevoegd gezag naar aanleiding van dat oordeel zal nemen, een en ander met inachtneming van de privacy van het personeel, ouders en leerlingen; f. tenminste eenmaal per jaar schriftelijk gegevens over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per groep van de in de school werkzame personen en de leden van het bevoegd gezag waarbij inzichtelijk wordt gemaakt met welk percentage deze arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken zich verhouden tot elkaar en die van het voorafgaande jaar; g. aan het begin van het schooljaar schriftelijk de gegevens met betrekking tot de samenstelling van het bevoegd gezag, de organisatie binnen de school, het managementstatuut en de hoofdpunten van het reeds vastgestelde beleid. 3. Indien het bevoegd gezag een voorstel voor advies of instemming voorlegt aan een geleding van de medezeggenschapsraad wordt dat voorstel gelijktijdig ter kennisneming aan de andere geledingen van de medezeggenschapsraad aangeboden. Daarbij verstrekt het bevoegd gezag de beweegredenen van het voorstel, alsmede de gevolgen die de uitwerking van het voorstel naar verwachting zal hebben voor het personeel, ouders en leerlingen en van de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen. Artikel 18a Voordrachtsrecht lid raad van toezicht De medezeggenschapsraad wordt, op grond van artikel 24d, lid 2, van de Wet op het voortgezet onderwijs, in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht te doen voor één van de leden van de raad van toezicht, tenzij het bevoegd gezag een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft ingesteld.
Artikel 19 Jaarverslag 1. De medezeggenschapsraad stelt jaarlijks een verslag van zijn werkzaamheden in het afgelopen jaar vast en maakt dit bekend aan bevoegd gezag, schoolleiding, personeel en ouders. 2. De medezeggenschapsraad draagt er zorg voor dat het verslag ten behoeve van belangstellenden op een algemeen toegankelijke plaats op de school ter inzage wordt gelegd. Artikel 20 Openbaarheid en geheimhouding 1. De vergadering van de medezeggenschapsraad is openbaar, tenzij over individuele personen wordt gesproken of de aard van een te behandelen zaak naar het oordeel van een derde van de leden zich daartegen verzet. 2. Indien bij een vergadering of een onderdeel daarvan een persoonlijk belang van een van de leden van de medezeggenschapsraad in het geding is, kan de medezeggenschapsraad besluiten dat het betrokken lid aan die vergadering of dat onderdeel daarvan niet deelneemt. De medezeggenschapsraad besluit dan tegelijkertijd dat de behandeling van de desbetreffende aangelegenheid in een besloten vergadering plaatsvindt. 3. De leden van de medezeggenschapsraad zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in hun hoedanigheid vernemen, ten aanzien waarvan het bevoegd gezag dan wel de medezeggenschapsraad hun geheimhouding heeft opgelegd of waarvan zij, in verband met opgelegde geheimhouding, het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen. Het voornemen om geheimhouding op te leggen wordt zoveel mogelijk vóór de behandeling van de betrokken aangelegenheid meegedeeld. 4. Degene die de geheimhouding, zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, oplegt, deelt daarbij tevens mede welke schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
7
en hoelang deze dient te duren, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen. 5. De plicht tot geheimhouding vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de raad, noch door beëindiging van de band van de betrokkene met de school. Paragraaf 5
Bijzondere bevoegdheden medezeggenschapsraad
Artikel 21 Instemmingbevoegdheid medezeggenschapsraad Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van de medezeggenschapsraad voor de door hem voorgenomen besluiten met betrekking tot: a. verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school; b. vaststelling of wijziging van het schoolplan dan wel het leerplan en de onderwijs- en examenregelingen en het zorgplan; c. vaststelling of wijziging van het schoolreglement; d. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het verrichten door ouders van ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs; e. vaststelling of wijziging van regels op het gebied van het veiligheids-, gezondheids- en welzijnsbeleid, voor zover niet behorend tot de bevoegdheid van de personeelsgeleding; f. de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen anders dan de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 24, tweede lid, onderdeel c van dit reglement en niet gebaseerd op de onderwijswetgeving indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden respectievelijk het onderwijs en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd; g. de vaststelling of wijziging van de voor de school geldende klachtenregeling; h. overdracht van de school of van een onderdeel daarvan, respectievelijk fusie van de school met een andere school, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake, waaronder begrepen de fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 53f van de Wet op het voortgezet onderwijs. Artikel 22a Adviesbevoegdheid medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad wordt vooraf in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over de door het bevoegd gezag voorgenomen besluiten met betrekking tot: a. vaststelling of wijziging van het lesrooster; b. vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid voor de school, waaronder de voorgenomen bestemming van de middelen die door het bevoegd gezag ten behoeve van de school uit de openbare kas zijn toegekend of van anderen zijn ontvangen, met uitzondering van de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 24, tweede lid, onderdeel c van dit reglement; c. beëindiging, belangrijke inkrimping of uitbreiding van de werkzaamheden van de school of van een belangrijk onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake; d. het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake; e. deelneming of beëindiging van deelneming aan een onderwijskundig project of experiment, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake; f. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de organisatie van de school; g. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van aanstelling- of ontslagbeleid voor zover die vaststelling of wijziging verband houdt met de grondslag van de school of de wijziging daarvan; h. aanstelling of ontslag van de schoolleiding; i. vaststelling of wijziging van de concrete taakverdeling binnen de schoolleiding, alsmede de vaststelling of wijziging van het managementstatuut; j. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot toelating en verwijdering van leerlingen; k. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toelating van studenten die elders in opleiding zijn voor een functie in het onderwijs; l. regeling van de vakantie; m. het oprichten van een centrale dienst; Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
8
n. nieuwbouw of belangrijke verbouwing van de school; o. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het onderhoud van de school; p. vaststelling van de competentieprofielen van de toezichthouders en het toezichthoudend orgaan. Artikel 22b Adviesaanvraag Indien een te nemen besluit ingevolge artikel 22a, vooraf voor advies dient te worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraad, draagt het bevoegd gezag er zorg voor dat: a. advies wordt gevraagd op een zodanig tijdstip dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming; b. de medezeggenschapsraad in de gelegenheid wordt gesteld met hem overleg te voeren voordat het advies wordt uitgebracht; c. de medezeggenschapsraad zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis wordt gesteld van de wijze waarop aan het uitgebrachte advies gevolg wordt gegeven en d. de medezeggenschapsraad, indien het bevoegd gezag het advies niet of niet geheel wil volgen, in de gelegenheid wordt gesteld nader overleg met hem te voeren alvorens het besluit definitief wordt genomen. Artikel 22c Tenuitvoerlegging bepaalde besluiten 1. Een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 22a, onder c, d, e, en m, wordt niet ten uitvoer gelegd voordat een definitief besluit is genomen over de regeling van de gevolgen van dat besluit voor het personeel, dan wel voor de ouders of leerlingen, tenzij dringende redenen in het belang van de school een eerdere tenuitvoerlegging noodzakelijk maken. 2. Een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 22a, onderdeel b, wordt niet genomen dan na afweging van in elk geval de onderwijskundige, de personele en de materiële belangen van de school, welke afweging schriftelijk in de motivering van het besluit tot uitdrukking wordt gebracht. 3. Een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 24, lid 1, onder c, wordt niet genomen dan na raadpleging van de ouders. Artikel 23 Instemmingbevoegdheid personeelsgeleding Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van dat deel van de medezeggenschapsraad dat door het personeel is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden: a. regeling van de gevolgen voor het personeel van een besluit tot een aangelegenheid als bedoeld 1 in artikel 22, onder c,d, e en m van dit reglement; b. vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie; c. vaststelling of wijziging van regels met betrekking tot de nascholing van het personeel; d. vaststelling of wijziging van een mogelijk werkreglement voor het personeel en van de opzet en de inrichting van het werkoverleg, voor zover het besluit van algemene gelding is voor alle of een gehele categorie van personeelsleden; e. vaststelling of wijziging van de verlofregeling van het personeel; f. vaststelling of wijziging van een arbeids- en rusttijdenregeling van het personeel; g. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toekenning van salarissen, toelagen en gratificaties aan het personeel; h. vaststelling of wijziging van de taakverdeling respectievelijk taakbelasting binnen het personeel, de schoolleiding daaronder niet begrepen; i. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie; j. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het overdragen van de bekostiging; k. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim of het re-integratiebeleid; l. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk;
1
artikel 22 c (beëindiging), d (duurzame samenwerking), e (deelneming experiment), m (centrale dienst). Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
9
m. vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van het personeel; n. vaststelling of wijziging van een regeling inzake voorzieningen die gericht zijn op of geschikt zijn voor waarneming van of controle op aanwezigheid, gedrag of prestaties van het personeel; o. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van het bevorderingsbeleid of op het gebied van het aanstelling- en ontslagbeleid voor zover die vaststelling of wijziging geen verband houdt met de grondslag van de school of de wijziging daarvan; p. vaststelling of wijziging van regels waarover partijen die een collectieve arbeidsovereenkomst hebben gesloten, zijn overeengekomen dat die regels of de wijziging daarvan in het overleg tussen bevoegd gezag en het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad tot stand wordt gebracht; q. vaststelling of wijziging van de regeling inzake de faciliteiten, voor zover die betrekking heeft op het personeel. Artikel 24 Instemmingbevoegdheid oudergeleding 1. Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van dat deel van de medezeggenschapsraad dat door de ouders is gekozen, voor de door hem voorgenomen besluiten met betrekking tot: a. vaststelling van de schoolgids; b. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de activiteiten die buiten de voor de school geldende onderwijstijd worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag; c. vaststelling van de onderwijstijd; 2. Het bevoegd gezag behoeft tevens de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door de ouders is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden: a. regeling van de gevolgen voor de ouders van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als hiervoor bedoeld in artikel 22a, onderdelen c, d, e, m; b. verandering van grondslag van de school of omzetting van de school of een onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake; c. vaststelling of wijziging van de hoogte en de vaststelling of wijziging van de bestemming van de middelen die van de ouders of de leerlingen wordt gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat onderscheidenlijk zijn ontvangen op grond van een overeenkomst die door de ouders is aangegaan; d. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking het beheersbaar houden van de middelen die van de ouders of de leerlingen worden gevraagd voor schoolboeken en lesmateriaal, noodzakelijk om het onderwijs aan de school te kunnen volgen, en voor andere schoolkosten die door het bevoegd gezag noodzakelijk worden bevonden; e. vaststelling of wijziging van een mogelijk ouderstatuut; f. vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van ouders en leerlingen; g. vaststelling of wijziging van het beleid ten aanzien van de uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders; h. vaststelling of wijziging van de regeling inzake faciliteiten voor zover die betrekking heeft op ouders. Artikel 25 Toepasselijkheid bijzondere bevoegdheden 1. De bevoegdheden op grond van de artikelen 21 tot en met 24, zijn niet van toepassing, voor zover: a. de desbetreffende aangelegenheid reeds inhoudelijk is geregeld in een bij of krachtens wet gegeven voorschrift; b. het betreft een aangelegenheid als bedoeld in artikel 40a van de Wet op de voortgezet onderwijs voor zover het betrokken overleg niet besluit de aangelegenheid ter behandeling aan het personeelsdeel van medezeggenschapsraad over te laten.
Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
10
2. De bevoegdheden van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door het personeel is gekozen, zijn niet van toepassing, voor zover de desbetreffende aangelegenheid reeds inhoudelijk is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst. Artikel 26 Termijnen 1. Het bevoegd gezag stelt de medezeggenschapsraad of die geleding van de medezeggenschapsraad die het aangaat een termijn van zes werkweken waarbinnen een schriftelijk standpunt uitgebracht dient te zijn over de voorgenomen besluiten met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 21 tot en met 24 van dit reglement. 2. De in het eerste lid bedoelde termijn kan door het bevoegd gezag per geval, op gemotiveerd verzoek van de medezeggenschapsraad dan wel die geleding van de medezeggenschapsraad die het aangaat, worden verlengd. 3. Het bevoegd gezag deelt onverwijld schriftelijk mee of de termijn al dan niet wordt verlengd en indien nodig voor welke termijn de verlenging geldt. Paragraaf 6 Inrichting en werkwijze medezeggenschapsraad Artikel 27 Verkiezing voorzitter en secretaris 1. De medezeggenschapsraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter en een secretaris. Elke geleding levert 1 van deze functies. 2. De voorzitter, of bij diens verhindering de plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de medezeggenschapsraad in rechte. Artikel 28 Uitsluiting van leden van de medezeggenschapsraad 1. De leden van de medezeggenschapsraad komen de uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen na. 2. De medezeggenschapsraad kan tot het oordeel komen, dat een lid van de medezeggenschapsraad de in het eerste lid bedoelde verplichtingen niet nakomt, indien het betrokken lid; a. hetzij ernstig nalatig is in het naleven van de bepalingen van de wet en van het medezeggenschapsreglement; b. hetzij de plicht tot geheimhouding schendt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden; c. hetzij een ernstige belemmering vormt voor het functioneren van de medezeggenschapsraad. 3. Ingeval van een oordeel als bedoeld in het tweede lid kan de medezeggenschapsraad met een meerderheid van ten minste tweederde deel van het aantal leden besluiten het betreffende lid te wijzen op zijn verplichtingen dan wel het desbetreffende lid verzoeken zich terug te trekken als lid van de medezeggenschapsraad. 4. Ingeval van een oordeel als bedoeld in het tweede lid kan de geleding, waaruit en waardoor het betrokken lid is gekozen, met een meerderheid van ten minste tweederde deel besluiten het lid van de medezeggenschapsraad uit te sluiten van de werkzaamheden van de medezeggenschapsraad voor de duur van ten hoogste drie maanden. 5. De medezeggenschapsraad pleegt ingeval van het in het tweede lid bedoelde oordeel en ingeval van een voornemen als bedoeld in het derde lid zoveel als mogelijk overleg met de geleding waaruit en waardoor het betrokken lid is gekozen, rekeninghoudend met de vertrouwelijkheid van gegevens. 6. Een in het tweede lid bedoeld oordeel wordt schriftelijk aan het betrokken lid kenbaar gemaakt. 7. Een in het derde en vierde lid bedoeld besluit kan niet worden genomen, dan nadat het betrokken lid in de gelegenheid is gesteld schriftelijk kennis te nemen van de tegen hem ingebrachte bezwaren en tevens in de gelegenheid is gesteld zich daartegen te verweren, waarbij hij zich desgewenst kan doen bijstaan door een raadsman. Artikel 29 Indienen agendapunten door personeel en ouders 1. Het personeel en de ouders van de school kunnen de secretaris schriftelijk verzoeken een onderwerp of voorstel ter bespreking op de agenda van een vergadering van de Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
11
medezeggenschapsraad te plaatsen. 2. De secretaris voert overleg met de voorzitter en informeert de aanvrager of het onderwerp of voorstel al dan niet ter bespreking op de agenda wordt geplaatst alsmede wanneer de vergadering zal plaatsvinden. 3. Binnen een week nadat de vergadering heeft plaatsgevonden, stelt de secretaris degenen, die een verzoek als bedoeld in het eerste lid van dit artikel hebben ingediend, schriftelijk op de hoogte van het resultaat van de bespreking van dat onderwerp of voorstel door de medezeggenschapsraad. Artikel 30 Raadplegen personeel en ouders 1. De medezeggenschapsraad dan wel een geleding van die raad kan besluiten, alvorens een besluit te nemen met betrekking tot een voorstel van het bevoegd gezag over de aangelegenheden, zoals bedoeld in artikel 21, 22a, 23 en 24 van dit reglement, het personeel en de ouders dan wel de afzonderlijke geledingen over dat voorstel te raadplegen. 2.
Op verzoek van een derde deel van het personeel of een tiende deel van de ouders van de school raadpleegt de raad dan wel de geleding van de raad, alvorens een besluit te nemen, het personeel en/of de ouders over een voorstel zoals bedoeld in het eerste lid.
Artikel 31 Huishoudelijk reglement 1. De medezeggenschapsraad stelt, met inachtneming van de voorschriften van het medezeggenschapsreglement en de wet, een huishoudelijk reglement vast. 2. In het huishoudelijk reglement wordt in ieder geval geregeld: a. de taakomschrijving van de voorzitter en secretaris; b. de wijze van bijeenroepen van vergaderingen; c. de wijze van opstellen van de agenda; d. de wijze van besluitvorming; e. het quorum dat vereist is om te kunnen vergaderen. 3. De medezeggenschapsraad zendt een afschrift van het huishoudelijk reglement aan het bevoegd gezag. Paragraaf 7 Regeling (andere) geschillen Artikel 32 Aansluiting geschillencommissie De school is aangesloten bij de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS (LCG). Artikel 33a Geschil instemmingbevoegdheid Indien aan een te nemen besluit van het bevoegd gezag de instemming, vereist ingevolge de artikelen 21, 23, 24 dan wel 25, lid 1, van dit reglement, is onthouden, deelt het bevoegd gezag binnen drie maanden aan de raad mede of het voorstel wordt ingetrokken dan wel of het voorstel wordt voorgelegd aan de LCG. Indien deze mededeling niet binnen drie maanden wordt gedaan, vervalt het voorstel. Artikel 33b Geschil inhoud medezeggenschapsreglement Voor zover aan een voorstel van het bevoegd gezag tot vaststelling of wijziging van het medezeggenschapsreglement voor wat betreft onderwerpen, anders dan de bijzondere bevoegdheden, als bedoeld in de artikelen 21 tot en met 25, de ingevolge artikel 45 van dit reglement vereiste instemming is onthouden, deelt het bevoegd gezag binnen drie maanden aan de raad mede of het voorstel wordt ingetrokken dan wel wordt voorgelegd aan de LCG. Indien een dergelijke mededeling niet binnen drie maanden wordt gedaan, vervalt het voorstel. Artikel 33c Geschil adviesbevoegdheid 1. Indien het bevoegd gezag een besluit neemt waarbij het advies van de medezeggenschapsraad, vereist ingevolge artikel 22 van het reglement, niet of niet geheel wordt gevolgd, wordt de uitvoering van het besluit met een maand opgeschort, tenzij de raad tegen onmiddellijke uitvoering van het besluit geen bezwaar heeft.
Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
12
2. 3.
De raad kan binnen een maand nadat het bevoegd gezag het in het eerste lid bedoelde besluit heeft genomen, dat besluit aan de LCG voorleggen. De behandeling van het besluit door de LCG verlengt de opschorting, als bedoeld in het eerste lid, niet.
Artikel 33d Geschil interpretatie Indien het bevoegd gezag en de raad van mening verschillen over de interpretatie van het bij of krachtens de wet dan wel het reglement bepaalde, kan ieder van hen de LCG verzoeken welke interpretatie daaraan dient te worden gegeven. Artikel 33e Geen reactie op standpunt of voorstel Indien het bevoegd gezag niet binnen drie maanden een reactie als bedoeld in artikel 16, tweede lid van het reglement heeft uitgebracht op een door de medezeggenschapsraad gedaan voorstel of kenbaar gemaakt standpunt als bedoeld in artikel 16, eerste lid van het reglement, kan de raad binnen twee weken na het verstrijken van de termijn de LCG verzoeken een termijn vast te stellen waarbinnen het bevoegd gezag alsnog een zodanige reactie dient uit te brengen. Artikel 33f Onvoldoende gemotiveerde reactie Indien het bevoegd gezag naar het oordeel van de medezeggenschapsraad een onvoldoende met redenen omklede reactie als bedoeld in artikel 16, tweede lid van het reglement heeft uitgebracht op een door de medezeggenschapsraad gedaan voorstel of kenbaar gemaakt standpunt als bedoeld in artikel 16, eerste lid van het reglement, kan de raad de reactie ter beoordeling voorleggen aan de LCG en deze verzoeken een termijn vast te stellen waarbinnen het bevoegd gezag alsnog een zodanige reactie dient uit te brengen. Artikel 33g Overleg 1. Indien de raad aan de LGC een verzoek voorlegt als bedoeld in artikelen 33c en 33d van het reglement en het bevoegd gezag hierover geen overleg heeft gevoerd, kan de raad de LCG verzoeken een termijn te bepalen waarbinnen het overleg alsnog plaatsvindt. Paragraaf 8
Optreden namens het bevoegd gezag
Artikel 34 Personeelslid voert overleg 1. De directeur van de school voert namens het bevoegd gezag het overleg, als bedoeld in dit reglement, met de medezeggenschapsraad. 2. Op verzoek van de medezeggenschapsraad of op verzoek van het personeelslid, als genoemd in het eerste lid, kan het bevoegd gezag besluiten dat personeelslid te ontheffen van zijn taak om een bespreking namens het bevoegd gezag te voeren. In dat geval voert de bestuursmanager het overleg. 3. Op verzoek van de medezeggenschapsraad voert het bevoegd gezag in bijzondere gevallen zelf de besprekingen met de medezeggenschapsraad. Paragraaf 9
Overige bepalingen
Artikel 35 Voorzieningen 1. Het bevoegd gezag staat de medezeggenschapsraad het gebruik toe van de voorzieningen, waarover het kan beschikken en die de raad voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. 2. Het bevoegd gezag werkt de faciliteiten voor de leden van de medezeggenschapsraad, zoals bedoeld in de wet, nader uit in het medezeggenschapsstatuut. Artikel 36 Rechtsbescherming Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de personen die staan of gestaan hebben op een lijst van kandidaat gestelde personen als bedoeld in artikel 9 van dit reglement, alsmede de leden en de gewezen leden van de medezeggenschapsraad niet uit hoofde daarvan worden benadeeld in hun positie met betrekking tot de school. Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
13
Artikel 37 Wijziging reglement Het bevoegd gezag legt elke wijziging van dit reglement als voorstel voor aan de medezeggenschapsraad en stelt het gewijzigde reglement slechts vast voor zover het na overleg al dan niet gewijzigde voorstel de instemming van ten minste twee derde deel van het aantal leden van de medezeggenschapsraad heeft verworven. Artikel 38 Citeertitel; inwerkingtreding 1. Dit reglement kan worden aangehaald als: "Medezeggenschapsreglement De Steiger". 2. Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 december 2012 Lelystad, 1 december 2012
Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
14
16.
Bijlagenboek
(G)MR-REGLEMENT EDUVIER
20130117RA06d-MS
17.
(G)MR-REGLEMENT EDUVIER
September 2011
Reglement voor de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor het Voortgezet Speciaal Onderwijs1 Dit is het medezeggenschapsreglement van de GMR van de ……………………………………. (naam bevoegd gezag) te …………………………………………………………………….. (plaats). van alle onder het bevoegd gezag staande scholen voor primair onderwijs, ……………………………………………………………………………………….(namen van de scholen) De Projectgroep adviseert ten aanzien van de zogenaamde SOVSO-scholen een deelraad in het leven te roepen.
Paragraaf 1
Algemeen
Artikel 1 Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet: de Wet medezeggenschap op scholen (Stb. 2006, 658) b. ……………………………………………………… (naam bevoegd gezag); c. medezeggenschapsraad: de medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3 van de wet; d. gemeenschappelijke medezeggenschapsraad; de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 4 van de wet; e. scholen: …………………………………………….(namen scholen) als bedoeld in de Wet op de expertisecentra; f. leerlingen: leerlingen in de zin van de Wet op de expertisecentra; g. ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen; h. schoolleiding: directeur en adjunct-directeur bedoeld in de Wet op de expertisecentra onderwijs; i. personeel: het personeel dat in dienst is dan wel ten minste 6 maanden te werk gesteld is zonder benoeming bij het bevoegd gezag en dat werkzaam is op de school; j. geleding: de afzonderlijke groepen van leden, als bedoeld in artikel 3, derde lid van de wet. Paragraaf 2
De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
Artikel 2 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 1. Er is een bij .........................................(naam bevoegd gezag) voor alle (WEC) scholen die het bevoegd gezag in stand houdt een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. 2. In de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is elke medezeggenschapsraad van de onder het bevoegd gezag vallende scholen vertegenwoordigd. 3. De leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad worden gekozen door de leden van de medezeggenschapsraden.
1
Dit voorbeeldreglement is door de projectgroep WMS vastgesteld op 5 april 2007 en aangepast en aangepast in september 2011. De tekst mag onder vermelding van de bron vrij gebruikt worden.
Artikel 3 Omvang en samenstelling gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 1. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bestaat uit ……… leden van wie a. ………. leden door de personeelsleden van de medezeggenschapsraden worden gekozen; b. ……… leden door de ouderleden van de medezeggenschapsraden; c. ……… leden door de leerlingleden van de medezeggenschapsraden worden gekozen. 2. Indien niet aan het gestelde in het eerste lid onder b en c kan worden voldaan, omdat onvoldoende ouders dan wel leerlingen bereid zijn lid te worden, kan de niet door de desbetreffende groep te vervullen plaats worden toegedeeld aan de andere groep. Artikel 4 Onverenigbaarheden 1. Personen die deel uitmaken van het bevoegd gezag kunnen geen zitting nemen in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. 2. Een personeelslid dat is opgedragen om namens het bevoegd gezag op te treden in besprekingen met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kan niet tevens lid zijn van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Artikel 5 Zittingsduur 1. Een lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft zitting voor een periode van ………… jaar. 2. Een lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad treedt na zijn zittingsperiode af en is terstond herkiesbaar. 3. Een lid dat ter vervulling van een tussentijdse vacature is aangewezen of verkozen, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is aangewezen of verkozen, zou moeten aftreden. 4. Behalve door periodieke aftreding eindigt het lidmaatschap van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad: a. door overlijden; b. door opzegging door het lid; c. zodra een lid geen deel maar uitmaakt van de geleding waardoor hij is gekozen. Paragraaf 3
De verkiezing
Artikel 6 Organisatie verkiezingen De leiding van de verkiezing van de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad berust bij de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De organisatie daarvan kan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad opdragen aan een verkiezingscommissie. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bepaalt de samenstelling, werkwijze, en de bevoegdheden van de verkiezingscommissie alsmede de wijze waarop over bezwaren inzake besluiten van de verkiezingscommissie wordt beslist. Artikel 7 Datum verkiezingen 1. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bepaalt voor welke datum de verkiezing door de leden van de medezeggenschapsraden moet hebben plaatsgevonden. 2. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad stelt het bevoegd gezag, de leden van de medezeggenschapsraden, de ouders, het personeel en de leerlingen in kennis van de in het eerste lid genoemde tijdstip. Artikel 8 Verkiesbare en kiesgerechtigde personen 1. Zij die op de dag van de kandidaatstelling deel uitmaken van het personeel of ouder dan wel leerling zijn (ouder dan 13 jaar), zijn verkiesbaar tot lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. 2. Zij die op de dag van de verkiezing deel uitmaken van de medezeggenschapsraad van de school zijn kiesgerechtigd.
Artikel 9 Bekendmaking verkiesbare personen De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad stelt ………weken voor de verkiezingen een lijst vast van de personen die verkiesbaar zijn. Deze lijst wordt aan de ouders, leerlingen en het personeel bekend gemaakt onder vermelding van de mogelijkheid zich kandidaat te stellen, alsmede van de daarvoor gestelde termijn. Artikel 10 Onvoldoende kandidaten Indien uit de ouders, leerlingen en het personeel niet meer kandidaten zijn gesteld dan er zetels in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor de geleding van de desbetreffende medezeggenschapsraad zijn, vindt voor die geleding geen verkiezing plaats en worden de gestelde kandidaten geacht te zijn gekozen. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad stelt het bevoegd gezag, de geledingen en de betrokken kandidaten daarvan tijdig vóór de verkiezingsdatum in kennis. Artikel 11 Verkiezing De verkiezing vindt plaats bij geheime, schriftelijke stemming. Artikel 12 Stemming; volmacht 1. Een kiesgerechtigde brengt ten hoogste evenveel stemmen uit als er zetels voor zijn geleding in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zijn. Op een kandidaat kan slechts één stem worden uitgebracht. 2. Een kiesgerechtigde kan bij schriftelijke volmacht met overgave van zijn stembiljet een ander, die tot dezelfde geleding behoort, zijn stem laten uitbrengen. Een kiesgerechtigde kan voor ten hoogste één andere kiesgerechtigde bij volmacht een stem uitbrengen. Artikel 13 Uitslag verkiezingen 1. Gekozen zijn de kandidaten die achtereenvolgens het hoogste aantal stemmen op zich hebben verenigd. Indien er voor de laatste te bezetten zetel meer kandidaten zijn, die een gelijk aantal stemmen op zich verenigd hebben, beslist tussen hen het lot. 2. De uitslag van de verkiezingen wordt door de medezeggenschapsraad vastgesteld en schriftelijk bekendgemaakt aan het bevoegd gezag, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, de overige betrokken medezeggenschapsraden, de geledingen en de betrokken kandidaten. Artikel 14 Tussentijdse vacature 1. In geval van een tussentijdse vacature wijst de medezeggenschapsraad tot opvolger van het betrokken lid aan de kandidaat uit de desbetreffende geleding die blijkens de vastgestelde uitslag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, daarvoor als eerste in aanmerking komt. 2. De aanwijzing geschiedt binnen een maand na het ontstaan van de vacature. De medezeggenschapsraad doet van deze aanwijzing mededeling aan het bevoegd gezag, de geledingen en de betrokken kandidaat. 3. Indien uit de ouders, leerlingen en het personeel minder kandidaten zijn gesteld dan er zetels in de medezeggenschapsraad voor die geleding zijn of indien er geen opvolger als bedoeld in het eerste lid aanwezig is, kan in de vacature(s) voorzien worden door het houden van een tussentijdse verkiezing. In dat geval zijn de artikelen 6 t/m 13 van overeenkomstige toepassing. Paragraaf 4
Algemene taken en bevoegdheden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
Artikel 15 Overleg met bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad komen bijeen, indien daarom onder opgave van redenen wordt verzocht door de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, een geleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad of het bevoegd gezag. 2. Indien tweederde deel van de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de meerderheid van elke geleding dat wensen, voert het bevoegd gezag de in het eerste lid
bedoelde bespreking met elke geleding afzonderlijk. Artikel 16 Initiatief bevoegdheid gemeenschappelijk medezeggenschapsraad 1. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die de algemene gang van zaken in alle scholen of de meerderheid van de scholen vallend onder één onderwijswet betreft. Hij is bevoegd over deze aangelegenheden aan het bevoegd gezag voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. 2. Het bevoegd gezag brengt op deze voorstellen, binnen drie maanden een schriftelijke, met redenen omklede reactie uit aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Alvorens over te gaan tot het uitbrengen van deze reactie, stelt het bevoegd gezag de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad ten minste eenmaal in de gelegenheid met hem overleg te voeren over de voorstellen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. 3. Indien tweederde deel van de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de meerderheid van elke geleding dat wensen, voert het bevoegd gezag de in het eerste lid bedoelde bespreking en overleg met elke geleding afzonderlijk. Artikel 17 Openheid, onderling overleg en gelijke behandeling 1. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bevordert naar vermogen openheid en onderling overleg in de scholen. 2. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad waakt voorts in de scholen in het algemeen tegen discriminatie op welke grond dan ook en bevordert gelijke behandeling in gelijke gevallen en in het bijzonder de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de inschakeling van gehandicapten en allochtone werknemers. 3. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad doet aan alle bij de scholen betrokkenen schriftelijk verslag van zijn werkzaamheden en stelt de geledingen in de gelegenheid om over aangelegenheden die de betrokken geleding in het bijzonder aangaan met hem overleg te voeren. Artikel 18 Informatieverstrekking 1. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad ontvangt van het bevoegd gezag, al dan niet gevraagd, tijdig alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft. 2. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad ontvangt in elk geval: a. jaarlijks de begroting en bijbehorende beleidsvoornemens op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied; b. jaarlijks voor 1 mei informatie over de berekening die ten grondslag ligt aan de middelen uit ’s Rijks kas die worden toegerekend aan het bevoegd gezag; c. jaarlijks voor 1 juli een jaarverslag als bedoeld in artikel 157 van de Wet op de expertisecentra; d. de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheden; e. terstond informatie over elk oordeel van de klachtencommissie, bedoeld in artikel 23 van de Wet op de expertisecentra, waarbij de commissie een klacht gegrond heeft geoordeeld en over de eventuele maatregelen die het bevoegd gezag naar aanleiding van dat oordeel zal nemen, een en ander met inachtneming van de privacy van het personeel, ouders en leerlingen; f. ten minste eenmaal per jaar schriftelijk gegevens over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per groep van de in de school werkzame personen en de leden van het bevoegd gezag waarbij inzichtelijk wordt gemaakt met welk percentage deze arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken zich verhouden tot elkaar en tot die van het voorafgaande jaar; g. tenminste eenmaal per jaar schriftelijk gegevens over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken met het orgaan van de rechtspersoon dat is belast met het toezicht op het bevoegd gezag waarbij inzichtelijk wordt gemaakt met welk percentage deze arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken zich verhouden tot elkaar en tot die van het voorafgaande jaar;
h. aan het begin van het schooljaar schriftelijk de gegevens met betrekking tot de samenstelling van het bevoegd gezag, de organisatie binnen de school, het managementstatuut en de hoofdpunten van het reeds vastgestelde beleid. 3. Indien het bevoegd gezag een voorstel voor advies of instemming voorlegt aan een geleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt dat voorstel gelijktijdig ter kennisneming aan de andere geleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad aangeboden. Daarbij verstrekt het bevoegd gezag de beweegredenen van het voorstel, alsmede de gevolgen die de uitwerking van het voorstel naar verwachting zal hebben voor het personeel, ouders en leerlingen en van de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen. Artikel 18a Voordrachtsrecht lid raad van toezicht De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt, op grond van artikel 28g van de Wet op de expertisecentra, in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht te doen voor één van de leden van de raad van toezicht. Artikel 19 Jaarverslag 1. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad stelt jaarlijks een verslag van zijn werkzaamheden in het afgelopen jaar vast en maakt dit bekend aan alle betrokkenen. 2. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad draagt er zorg voor dat het verslag ten behoeve van belangstellenden op een algemeen toegankelijke plaats op de school ter inzage wordt gelegd. Artikel 20 Openbaarheid en geheimhouding 1. De vergadering van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is openbaar, tenzij over individuele personen wordt gesproken of de aard van een te behandelen zaak naar het oordeel van een derde van de leden zich daartegen verzet. 2. Indien bij een vergadering of een onderdeel daarvan een persoonlijk belang van een van de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in het geding is, kan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad besluiten dat het betrokken lid aan die vergadering of dat onderdeel daarvan niet deelneemt. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad besluit dan tegelijkertijd dat de behandeling van de desbetreffende aangelegenheid in een besloten vergadering plaatsvindt. 3. De leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in hun hoedanigheid vernemen, ten aanzien waarvan het bevoegd gezag dan wel de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad hun geheimhouding heeft opgelegd of waarvan zij, in verband met opgelegde geheimhouding, het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen. Het voornemen om geheimhouding op te leggen wordt zoveel mogelijk vóór de behandeling van de betrokken aangelegenheid meegedeeld. 4. Degene die de geheimhouding, zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, oplegt, deelt daarbij tevens mede welke schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen en hoelang deze dient te duren, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen. 5. De plicht tot geheimhouding vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de raad, noch door beëindiging van de band van de betrokkene met de school. Paragraaf 5 Bijzondere bevoegdheden medezeggenschapsraad Artikel 21 Instemmingsbevoegdheid gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor de door hem voorgenomen besluiten die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen of voor de meerderheid van de scholen met betrekking tot: a. verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school; b. vaststelling of wijziging van het schoolplan dan wel het leerplan, de onderwijs- en examenregeling en het zorgplan; c. vaststelling of wijziging van het schoolreglement;
d. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het verrichten door ouders van ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs; e. vaststelling of wijziging van regels op het gebied van het veiligheids-, gezondheidsen welzijnsbeleid, voor zover niet behorend tot de bevoegdheid van de personeelsgeleding f. de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen anders dan de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 24, onderdeel c van dit reglement en niet gebaseerd op de onderwijswetgeving indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden respectievelijk het onderwijs en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd; g. de vaststelling of wijziging van de voor de school geldende klachtenregeling; h. overdracht van de school of van een onderdeel daarvan, respectievelijk fusie van de school met een andere school, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake, waaronder begrepen de fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 66b van de Wet op de expertisecentra. Artikel 22 Adviesbevoegdheid gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt vooraf in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over de door het bevoegd gezag voorgenomen besluiten van gemeenschappelijk belang voor alle scholen of een meerderheid van de scholen met betrekking tot: a. vaststelling of wijziging van het lesrooster; b. vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid voor de desbetreffende scholen, waaronder de voorgenomen bestemming van de middelen die aan het bevoegd gezag ten behoeve van de scholen uit de openbare kas zijn toegerekend of van anderen zijn ontvangen, met uitzondering van de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 24 onderdeel c van dit reglement; c. de criteria die worden toegepast bij de verdeling van deze middelen over voorzieningen op bovenschools niveau en op schoolniveau; d. de aanstelling of het ontslag van personeel dat is belast met managementtaken ten behoeve van meer dan een school; e. beëindiging, belangrijke inkrimping of uitbreiding van de werkzaamheden van de school of van een belangrijk onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake; f. het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake; g. deelneming of beëindiging van deelneming aan een onderwijskundig project of experiment, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake; h. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de organisatie van de school; i. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van aanstellings- of ontslagbeleid voor zover die vaststelling of wijziging verband houdt met de grondslag van de school of de wijziging daarvan; j. aanstelling of ontslag van de schoolleiding; k. vaststelling of wijziging van de concrete taakverdeling binnen de schoolleiding, alsmede de vaststelling of wijziging van het managementstatuut; l. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot toelating en verwijdering van leerlingen; m. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toelating van studenten die elders in opleiding zijn voor een functie in het onderwijs; n. regeling van de vakantie; o. het oprichten van een centrale dienst; p. nieuwbouw of belangrijke verbouwing van de school; q. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het onderhoud van de school; r. vaststelling van de competentieprofielen van de toezichthouders en het toezichthoudend orgaan. Artikel 23 Instemmingsbevoegdheid personeelsgeleding Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van dat deel van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dat uit het personeel is gekozen voor de door hem voorgenomen besluiten met betrekking tot de volgende gemeenschappelijke aangelegenheden:
a. vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie van personeel dat is benoemd of te werk gesteld zonder benoeming dat werkzaamheden verricht ten behoeve van meer dan een school; b. regeling van de gevolgen van het personeel van een aangelegenheid als hiervoor bedoeld in 2 artikel 22, onderdelen e, f, g en o. ; c. vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie; d. vaststelling of wijziging van regels met betrekking tot de nascholing van het personeel; e. vaststelling of wijziging van een mogelijk werkreglement voor het personeel en van de opzet en de inrichting van het werkoverleg, voor zover het besluit van algemene gelding is voor alle of een gehele categorie van personeelsleden; f. vaststelling of wijziging van de verlofregeling van het personeel; g. vaststelling of wijziging van een arbeids- en rusttijdenregeling van het personeel; h. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toekenning van salarissen, toelagen en gratificaties aan het personeel; i. vaststelling of wijziging van de taakverdeling respectievelijk de taakbelasting binnen het personeel, de schoolleiding daaronder niet begrepen; j. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot personeelsbeoordeling functiebeloning en functiedifferentiatie; k. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het overdragen van de bekostiging; l. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim of het re-integratiebeleid; m. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk; n. vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van het personeel; o. vaststelling of wijziging van een regeling inzake voorzieningen die gericht zijn op of geschikt zijn voor waarneming van of controle op aanwezigheid, gedrag of prestaties van het personeel; p. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van het bevorderingsbeleid of op het gebied van het aanstellings- en ontslagbeleid voor zover die vaststelling of wijziging geen verband houdt met de grondslag van de school of de wijziging daarvan; q. vaststelling of wijziging van regels waarover partijen die een collectieve arbeidsovereenkomst hebben gesloten, zijn overeen gekomen dat die regels of de wijziging daarvan in het overleg tussen bevoegd gezag en het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad tot stand wordt gebracht; r. vaststelling of wijziging van de regeling inzake de faciliteiten, voor zover die betrekking heeft op het personeel; Artikel 24 Instemmingsbevoegdheid ouder- en leerlingengeleding 1. Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming van dat deel van gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dat uit de ouders en leerlingen is gekozen, voor de door hem voorgenomen besluiten van gemeenschappelijk belang voor alle scholen of de meerderheid van de scholen met betrekking tot: a. de vaststelling van de schoolgids; b. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot activiteiten die buiten de voor de school geldende onderwijstijd worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag; c. vaststelling van de onderwijstijd. 2. Het bevoegd gezag behoeft tevens de voorafgaande instemming van het deel van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dat uit de ouders is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden: a. regeling van de gevolgen voor de ouders van een besluit met betrekking tot een 3 aangelegenheid als bedoeld in artikel 22, onder e, f, g en o ; b. verandering van de grondslag van de school of omzetting van de school of een onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake; 2 3
artikel 22 e (beëindiging), f (duurzame samenwerking), g(deelneming experiment), o (centrale dienst). artikel 22 e(beëindiging), f (duurzame samenwerking), g (deelneming experiment), o(centrale dienst).
c.
de vaststelling of wijziging van de hoogte en vaststelling of wijziging van de bestemming van de middelen die van ouders of leerlingen worden gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat onderscheidenlijk ontvangen op grond van een overeenkomst die door de ouders is aangegaan; d. de vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het beheersbaar houden van de middelen die van de ouders of leerlingen worden gevraagd voor schoolboeken en lesmateriaal, noodzakelijk om het onderwijs aan de school te kunnen volgen, en voor andere schoolkosten die door het bevoegd gezag noodzakelijk worden bevonden; e. vaststelling of wijziging van een mogelijk ouderstatuut; f. vaststelling of wijziging van een regeling voor het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van ouders; g. vaststelling of wijziging van het beleid ten aanzien van de uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders; h. vaststelling of wijziging van een faciliteitenregeling voor zover die betrekking heeft op ouders. 3. Het bevoegd gezag behoeft tevens de voorafgaande toestemming van het deel van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dat uit de leerlingen is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit van gemeenschappelijk belang voor alle scholen of een meerderheid van de scholen met betrekking tot de volgende aangelegenheden: a. regeling van de gevolgen voor de leerlingen van een besluit met betrekking tot aangelegenheid als bedoeld in artikel 22 e, f. r en o. b. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot voorzieningen ten behoeve van leerlingen; c. vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van leerlingen; d. vaststelling of wijziging van de faciliteitenregeling, als bedoeld in art. 28 WMS, voor zover die betrekking heeft op leerlingen. Artikel 25 Toepasselijkheid bijzondere bevoegdheden 1. De bevoegdheden op grond van de artikelen 21 tot en met 24, zijn niet van toepassing, voor zover: a. de desbetreffende aangelegenheid reeds inhoudelijk is geregeld in een bij of krachtens wet gegeven voorschrift; b. het betreft een aangelegenheid als bedoeld in artikel 37 en 38 van de Wet op de expertisecentra voor zover het betrokken overleg niet besluit de aangelegenheid ter behandeling aan het personeelsdeel van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad over te laten. 2. De bevoegdheden van het deel van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dat uit en door het personeel is gekozen, zijn niet van toepassing, voor zover de desbetreffende aangelegenheid reeds inhoudelijk is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst. Artikel 26 Termijnen 1. Het bevoegd gezag stelt de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad of die geleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad die het aangaat een termijn van …… weken (nadere aanduiding van de termijn) waarbinnen een schriftelijke standpunt uitgebracht dient te zijn over de voorgenomen besluiten met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 21 tot en met 24 van dit reglement. 2. De in het eerste lid bedoelde termijn kan door het bevoegd gezag per geval, op gemotiveerd verzoek van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dan wel die geleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad die het aangaat, worden verlengd. 3. Het bevoegd gezag deelt onverwijld schriftelijk mee of de termijn al dan niet wordt verlengd en indien nodig voor welke termijn de verlenging geldt.
Paragraaf 6
Inrichting en werkwijze gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
Artikel 27 Verkiezing voorzitter en secretaris 1. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangende voorzitter en een secretaris. 2. De voorzitter, of bij diens verhindering de plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in rechte. Artikel 28 Uitsluiting van leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 1. De leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad komen de uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen na. 2. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kan tot het oordeel komen, dat een lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad de in het eerste lid bedoelde verplichtingen niet nakomt, indien het betrokken lid; a. hetzij ernstig nalatig is in het naleven van de bepalingen van de wet en van het medezeggenschapsreglement; b. hetzij de plicht tot geheimhouding schendt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden; c. hetzij een ernstige belemmering vormt voor het functioneren van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. 3. Ingeval van een oordeel als bedoeld in het tweede lid kan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad met een meerderheid van ten minste tweederde deel van het aantal leden besluiten het betreffende lid te wijzen op zijn verplichtingen dan wel het desbetreffende lid verzoeken zich terug te trekken als lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. 4. Ingeval van een oordeel als bedoeld in het tweede lid kan de geleding, waaruit en waardoor het betrokken lid is gekozen, met een meerderheid van ten minste twee derden besluiten het lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad uit te sluiten van de werkzaamheden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor de duur van ten hoogste drie maanden. 5. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad pleegt ingeval van het in het tweede lid bedoelde oordeel en ingeval van een voornemen als bedoeld in het derde lid zoveel als mogelijk overleg met de geleding waardoor het betrokken lid is gekozen, rekeninghoudend met de vertrouwelijkheid van gegevens. 6. Een in het tweede lid bedoeld oordeel wordt schriftelijk aan het betrokken lid kenbaar gemaakt. 7. Een in het derde en vierde lid bedoeld besluit kan niet worden genomen, dan nadat het betrokken lid in de gelegenheid is gesteld schriftelijk kennis te nemen van de tegen hem ingebrachte bezwaren en tevens in de gelegenheid is gesteld zich daartegen te verweren, waarbij hij zich desgewenst kan doen bijstaan door een raadsman. Artikel 29 Indienen agendapunten door personeel, ouders en of leerlingen Dit kan per organisatie anders geregeld worden: u geeft hier dus uw eigen invulling. Artikel 30 Raadplegen personeel, ouders en of leerlingen Dit kan per organisatie anders geregeld worden: u geeft hier dus uw eigen invulling. Artikel 31 Huishoudelijk reglement 1. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad stelt, met nachtneming van de voorschriften van het medezeggenschapsreglement en de wet, een huishoudelijk reglement vast. 2. In het huishoudelijk reglement wordt in ieder geval geregeld: a. de taakomschrijving van de voorzitter en secretaris; b. de wijze van bijeenroepen van vergaderingen; c. de wijze van opstellen van de agenda; d. de wijze van besluitvorming; e. het quorum dat vereist is om te kunnen vergaderen.
3. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zendt een afschrift van het huishoudelijk reglement aan het bevoegd gezag. Paragraaf 7
Regeling (andere) geschillen
Artikel 32 Aansluiting geschillencommissie Het bestuur is aangesloten bij de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS (LCG WMS), postbus 85191, 3508 AD Utrecht.
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl Artikel 33 Andere geschillen Dit kan per organisatie anders geregeld worden: u geeft hier dus uw eigen invulling. Paragraaf 8 Optreden namens het bevoegd gezag Artikel 34 Personeelslid voert overleg 1. …………………………… (personeelslid) voert namens het bevoegd gezag het overleg, als bedoeld in dit reglement, met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. 2. Op verzoek van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad of op verzoek van het personeelslid, als genoemd in het eerste lid, kan het bevoegd gezag besluiten het personeelslid te ontheffen van zijn taak om een bespreking namens het bevoegd gezag te voeren. 3. Op verzoek van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voert het bevoegd gezag in bijzondere gevallen zelf de besprekingen met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Paragraaf 9
Overige bepalingen
Artikel 35 Voorzieningen 1. Het bevoegd gezag staat de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad het gebruik toe van de voorzieningen, waarover het kan beschikken en die de raad voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. 2. Het bevoegd gezag werkt de faciliteiten voor de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, zoals bedoeld in de wet, nader uit in het medezeggenschapsstatuut. Artikel 36 Rechtsbescherming Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de personen die staan of gestaan hebben op een lijst van kandidaat gestelde personen als bedoeld in artikel 9 van dit reglement, alsmede de leden en de gewezen leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad niet uit hoofde daarvan worden benadeeld in hun positie met betrekking tot de school. Artikel 37 Wijziging reglement Het bevoegd gezag legt elke wijziging van dit reglement als voorstel voor aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en stelt het gewijzigde reglement slechts vast voor zover het na overleg al dan niet gewijzigde voorstel de instemming van ten minste twee derde deel van het aantal leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft verworven. Artikel 38 Citeertitel; inwerkingtreding 1. Dit reglement kan worden aangehaald als: …………………………………………… (naam). 2. Dit reglement treedt in werking met ingang van ………………………………….. (datum).
Achterliggende geheime stukken liggen voor raadsleden en fractieassistenten ter inzage bij bureau agenda.