Voorschriften
267000103.vrs
Inhoudsopgave
Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsbepalingen Artikel 3 Algemene beschrijving in hoofdlijnen Artikel 4 Wonen Artikel 5 Woongebied (uit te werken ex artikel 11 W.R.O.) Artikel 6 Maatschappelijke doeleinden Artikel 7 Benzinepompstation Artikel 8 Recreatiebedrijven en -voorzieningen (uit te werken ex artikel 11 W.R.O.) Artikel 9 Water en natuur Artikel 10 Wegverkeer Artikel 11 Bos Bijzondere bepalingen Artikel 12 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening Artikel 13 Toepassing artikel 8, lid 2 van de Wet op de openluchtrecreatie Artikel 14 Algemene vrijstellingen Artikel 15 Wijzigingsbepalingen Artikel 16 Overgangsbepalingen Artikel 17 Slotbepaling Staat van Bedrijven Structuurschets
267000103.vrs
3 3 6 7 7 9 12 16 19 21 24 27 29 31 31 32 33 34 35 36
Algemene bepalingen Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze voorschriften wordt verstaan onder: a.1 plankaart: de kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen; a.2 structuurschets: de als zodanig gewaarmerkte kaart, welke onderdeel uitmaakt van deze voorschriften; b. bestemmingsvlak: een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming; c.
bestemmingsgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
d. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, metaal, steen of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; e. gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; f.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en/of het vergroten van een bouwwerk;
g. bouwvlak: een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak; h. bouwgrens: een als zodanig op de plankaart aangegeven lijn;
267000103.vrs
3
i.
indelingslijn: een als zodanig op de plankaart aangegeven lijn ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik;
j.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
k.
peil: a.
b.
l.
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de bouwhoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken, met inbegrip van aan- en uitbouwen;
m. bijgebouw: een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; n. bedrijfs- of dienstwoning: een woning, in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is; o. woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden; p. aan huis verbonden beroep: een beroep, dat in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat gericht is op het verlenen van diensten op juridisch, medisch, therapeutisch administratief, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen gebied.
267000103.vrs
4
q. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en anders dan voor gebruik of verbruik ter plaatse; r.
horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of van het ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie;
s.
seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
267000103.vrs
5
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: a.
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen en antennes niet meegerekend;
b.
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf de snijlijn van een dakvlak en een evenwijdig aan de noklijn gelegen gevelvlak van een gebouw tot het peil;
c.
de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak voorzover in de voorschriften een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansarde-kappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen;
d.
de oppervlakte van een bouwwerk: buitenwerks en tot het peil;
e.
de inhoud van een bouwwerk: boven peil tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
267000103.vrs
6
Bestemmingsbepalingen Artikel 3
Algemene beschrijving in hoofdlijnen De beschrijving in dit artikel is beperkt tot algemene regels voor de toepassing van nadere eisen, vrijstellingen en wijzigingen en de afstemming op andere wetten en verordeningen en geldt voor alle bestemmingen. Voorzover ten behoeve van de afzonderlijke bestemmingen een beschrijving in hoofdlijnen noodzakelijk is geacht, is deze opgenomen bij het betreffende artikel.
Toepassing nadere eisen, vrijstellingen en wijzigingen De nadere eisen met betrekking tot de bebouwing kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de bestaande bouwvorm van karakteristieke bebouwing. De toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid dient beperkt te blijven tot incidentele gevallen, waarbij zowel de functionele als de stedenbouwkundige structuur zo goed mogelijk gehandhaafd dienen te blijven. Ook bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid dient een zorgvuldige inpassing in de stedenbouwkundige en functionele structuur te worden gewaarborgd. Structuurschets Bij dit plan hoort een structuurschets, die op indicatieve wijze de structurele elementen van de inrichting van het plangebied weergeeft. Bij de uitwerking van de bestemmingen (artikel 5 en 8) zal deze structuurschets de leidraad vormen. Het indicatieve karakter van de ligging van diverse elementen is van belang, omdat middels een wijzigingsbevoegdheid de grenzen van bestemmingen ten opzichte van elkaar kunnen worden verschoven en dit consequenties kan hebben voor de ligging van elementen. Beeldkwaliteit Burgemeester en Wethouders hechten waarde aan een goede uitstraling van het bebouwingsbeeld in het gebied. Om die reden wordt een beeldkwaliteitsplan opgesteld, waarin is aangegeven met welke aspecten bij de welstandstoetsing rekening moet worden
267000103.vrs
7
gehouden. In het beeldkwaliteitsplan wordt aandacht besteed aan de verkaveling, het bebouwingsbeeld, de situering van bebouwing en in voorkomende gevallen aan de architectuur van gebouwen. Milieukwaliteit Behalve een beoordeling van de kwaliteit van de bebouwing, zal de milieukwaliteit bij de verdere planontwikkeling tot en met de uitvoering en het beheer in het oog worden gehouden. Energieprestatie, materiaalgebruik en waterverbruik en –hergebruik zullen worden beoordeeld. Ontgronding In de bestemmingen zijn de voor de realisering noodzakelijke ontgrondingen begrepen. Alle te graven waterlopen zullen niet dieper worden dan 2 m beneden het huidige maaiveld. Alle grond, die zal worden afgegraven, zal binnen het plangebied worden verwerkt. Aardgastransportleidingen Voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden binnen een afstand van 20 m ter weerszijden van de aanduiding “aardgastransportleiding” dient vooraf overleg plaats te vinden met de leidingbeheerder. Waterschappen Bij activiteiten waar ook belangen van een waterschap een rol spelen, vindt overleg plaats met het betreffende waterschap. Zonodig zal ontheffing van de Keur van het waterschap worden aangevraagd. Prostitutie Binnen het plangebied is de vestiging van seksinrichtingen niet toegestaan.
267000103.vrs
8
Artikel 4
Wonen
1
Doeleindenomschrijving De op de plankaart voor wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan huis verbonden beroepen; c. verkeers- en verblijfsdoeleinden; d. groenvoorzieningen; e. water; f. nutsvoorzieningen.
2
Beschrijving in hoofdlijnen De bestemming is gericht op het behoud van de bestaande bebouwing en de daarbij horende tuinen, erven en beplanting. Voorzover gebouwen op de plankaart zijn aangeduid met “karakteristiek” wordt gestreefd naar het behoud van de hoofdvorm van de bestaande bebouwing.
3
Bebouwingsbepalingen a.
b.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: 1. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; 2. het bestaande aantal woningen per bouwvlak mag niet worden vergroot; 3. de goot- en bouwhoogte bedraagt respectievelijk maximaal 6 m en 10 m dan wel de bestaande hoogte, indien deze hoger is. Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: 1. bijgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak en/of op de gronden aangegeven met “te bebouwen erven” worden gebouwd; 2. de gezamenlijk oppervlakte bedraagt, inclusief de oppervlakte van aan- en uitbouwen die niet voldoen aan de eisen van het hoofdgebouw, niet meer dan 50 m²;
267000103.vrs
9
3. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij op de perceelsgrens wordt gebouwd; 4. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 5,5 m. c.
4
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen geldt dat: 1. de inhoud niet meer dan 50 m³ mag bedragen; 2. de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
d.
Ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
e.
Voor het bouwen bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt de volgende bepaling: de bouwhoogte bedraagt op tuinen en erven niet meer dan 3 m.
Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a. de goot- en bouwhoogte, dakhelling en dakvorm van met “karakteristiek” aangegeven gebouwen in die zin dat bij gedeeltelijke verbouwing en/of verandering aangesloten dient te worden bij de bestaande maatvoering; b. de plaats van hoofdgebouwen, indien de afstand van het hoofdgebouw tot de perceelsgrens minder dan 3 m bedraagt; c. de plaats van aan- en uitbouwen en losstaande bijgebouwen, indien deze op een afstand van minder dan 4 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw worden gebouwd; d. de plaats van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.
5
Vrijstelling van de bebouwingsbepalingen Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 3, sub b onder 1 en toestaan dat gebouwd wordt buiten het bouwvlak en buiten gronden aangegeven met “te bebouwen erven”;
267000103.vrs
10
b.
c. d.
6
het bepaalde in lid 3, sub b, onder 2 en toestaan dat de oppervlakte van 50 m² wordt vergroot tot ten hoogste 100 m² ten behoeve van aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bouwperceel mag worden bebouwd, dan wel het bestaande percentage indien dit meer is; het bepaalde in lid 3, sub b, onder 4 tot een bouwhoogte van maximaal 7 m; het bepaalde in lid 3, sub d en toestaan dat ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden gebouwen worden gebouwd met een maximale inhoud van 50 m³ en een maximale bouwhoogte van 3 m.
Gebruiksbepalingen Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
7
Vrijstelling van de gebruiksbepalingen Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
8
Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 6 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
267000103.vrs
11
Artikel 5
Woongebied (uit te werken ex artikel 11 W.R.O.)
1
Doeleindenomschrijving De gronden op de plankaart aangegeven voor woongebied zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan huis verbonden beroepen; c. kleinschalige bedrijven, genoemd in de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijven; d. religieuze, medische, sociale, culturele en onderwijsinstellingen; e. verkeers- en verblijfsdoeleinden; f. groenvoorzieningen; g. water; h. nutsvoorzieningen; i. geluidwerende voorzieningen.
2
Beschrijving in hoofdlijnen Bij de realisering van deze bestemming worden de volgende doeleinden nagestreefd: a. Wonen: Het gebied dat voor woningbouw zal worden aangewend, bedraagt maximaal 40 ha; de bouw van maximaal 650 woningen zal worden gerealiseerd in minimaal 2 fases in de periode vanaf 2004 tot 2014; voor wat betreft de woonmilieus wordt gestreefd naar realisatie van milieus die nu nog niet in de regio worden aangeboden, deels voor de lokale en regionale woningvraag, deels voor de landelijke vraag; de woningbouw zal deels aan het water worden gerealiseerd; woningbouw zal zo veel mogelijk volgens de principes van duurzaam bouwen en wonen worden gerealiseerd; de opzet van het openbare gebied dient te voldoen aan de eisen betreffende sociale veiligheid. Met name wordt hierbij aandacht besteed aan de inrichting van de groenstructuur, het beloop van openbare wegen en paden en de (zicht)relatie met de woningen;
267000103.vrs
12
b.
c.
d.
Bedrijven: bedrijven in de categorieën 1 en 2 kunnen worden geprojecteerd op locaties, waar zij geen hinder veroorzaken voor de omringende woningen; de noordwestrand van het plangebied is de gewenste locatie voor vestiging van bedrijven, aansluitend aan het spoor. Ook de zone langs de interne hoofdontsluiting kan voor vestiging van kleinschalige bedrijvigheid worden benut. Op de structuurschets, die als bijlage bij de voorschriften is opgenomen, zijn deze zones aangegeven als “wonen en werken” en “wonen en werken in centrale as”; de maximale bebouwde oppervlakte per bedrijf bedraagt 500 m²; Maatschappelijke voorzieningen: voor nieuwvestiging van maatschappelijke voorzieningen wordt gestreefd naar concentratie. De relatie met de bestaande voorzieningen is hierbij tevens van belang; Infrastructuur: de interne hoofdontsluiting is indicatief aangegeven op de plankaart middels de aanduiding "ontsluiting", voor de ligging is een afwijking van maximaal 50 m toelaatbaar; de inrichting van de straten dient te zijn afgestemd op een inrichting als 30 km/uur-zone; het aantal parkeerplaatsen, inclusief het parkeren op eigen erf zal ten minste 1,2 parkeerplaats per woning bedragen; in de strook aangeduid met "vaargeul" zal een vaargeul vanuit de Linde worden aangelegd ten behoeve van kleine (motor)bootjes. Met het oog op de gewenste woonkwaliteit en ecologische kwaliteit zijn boten met motor (met uitzondering van een elektromotor) In het gebied buiten deze aanduiding niet toelaatbaar; de aanduiding “geluidsafscherming” geeft een indicatie van de ligging van de geluidwerende voorzieningen.
267000103.vrs
13
3
Uitwerkingsregels ex artikel 11 W.R.O. Burgemeester en Wethouders werken deze bestemming uit met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 onder Structuurschets en lid 2 en de volgende uitwerkingsregels: a. de bestemming zal gefaseerd in de tijd worden gerealiseerd. In de periode voor het jaar 2010 mogen niet meer dan 391 woningen worden gebouwd, in de periode tussen 2010 en 2014 mogen niet meer dan 259 woningen worden gebouwd. Deze aantallen mogen worden gewijzigd, indien de situatie op de woningmarkt daarvoor aanleiding geeft, het beleid van rijk en provincie in acht nemend; b. het aantal woningen bedraagt maximaal 650, waarbij de woningdichtheid afneemt en daarmee de grootte van de kavels toeneemt van noord naar zuid; c. In het noordwestelijk deel mag in maximaal drie bouwlagen gebouwd worden, tot een hoogte van 12 m. In het zuidelijk deel maximaal één bouwlaag met kap, tot een hoogte van 8 m. Stedenbouwkundige accenten in de vorm van gebouwen tot 25 m zijn toegestaan; d. woningen en andere geluidgevoelige objecten in de zin van de Wet geluidhinder, welke op grond van het akoestisch onderzoek alleen mogelijk zijn na realisering van geluidsbeperkende voorzieningen, mogen alleen dan worden uitgevoerd, indien de realisering van deze geluidsbeperkende voorzieningen in voldoende mate verzekerd is; e. woningen en andere geluidgevoelige gebouwen in de zin van de Wet geluidhinder mogen slechts worden opgericht indien de voorkeurswaarde, dan wel de ter zake door Gedeputeerde Staten vastgestelde hogere grenswaarde niet wordt overschreden.
4
Bouwverbod Zolang en voorzover de in lid 3 bedoelde plannen van uitwerking niet onherroepelijk zijn, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits: a. het bouwplan in overeenstemming is met een ontwerpplan van uitwerking, dat ter visie heeft gelegen; b. van Gedeputeerde Staten vooraf een verklaring van geen bezwaar ter zake is ontvangen, tenzij Gedeputeerde Staten hebben verklaard dat de uitwerking geen goedkeuring behoeft en gedurende de termijn van terinzagelegging geen bedenkingen tegen het ontwerp zijn ingebracht.
267000103.vrs
14
5
Gebruiksbepalingen Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving..
6
Vrijstelling van de gebruiksbepalingen Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
7
Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
8
Wijzigingbevoegdheid ex artikel 11 W.R.O. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemmingsgrens met de bestemming "Natuur en water" maximaal 50 m in noordwestelijke richting op te schuiven ten behoeve van een verruiming van de bestemming "Water en natuur".
9
Procedurebepaling Op de voorbereiding tot een besluit tot uitwerking of tot wijziging is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
267000103.vrs
15
Artikel 6
Maatschappelijke doeleinden
1
Doeleindenomschrijving De gronden op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden aangegeven zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a. religieuze-, medische-, sociale-, culturele- en onderwijsinstellingen; b. begraafplaats, uitsluitend voorzover de gronden zijn aangegeven met “begraafplaats”; c. nutsvoorzieningen.
2
Beschrijving in hoofdlijnen De bestemming is gericht op het behoud van de bestaande bebouwing. Voorzover gebouwen op de plankaart zijn aangeduid met “karakteristiek” wordt gestreefd naar het behoud van de hoofdvorm van de bestaande bebouwing.
3
Bebouwingsbepalingen a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen gelden de volgende bepalingen: 1. hoofdgebouwen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak; 2. er mogen geen dienstwoningen gebouwd worden, met uitzondering van bestaande dienstwoningen; 3. de goot- en bouwhoogte bedraagt respectievelijk maximaal 8 m en 12 m, dan wel de bestaande hoogte, indien deze hoger is. b. Voor het bouwen van bijgebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen gelden de volgende bepalingen: 1. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt, inclusief de oppervlakte van aan- en uitbouwen die niet voldoen aan de eisen van het hoofdgebouw, niet meer dan 50 m²; 2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 3 m en 7 m.
267000103.vrs
16
c.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen geldt dat: 1. de inhoud niet meer bedraagt dan 50 m³; 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
d. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de begraafplaats geldt dat uitsluitend gebouwd mag worden binnen het bouwvlak. e. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 3 m mag bedragen
4
Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan: a. de goot- en bouwhoogte, dakhellingen en dakvorm van met “karakteristiek” aangegeven gebouwen, in die zin dat bij gedeeltelijke verbouwing en/of verandering aangesloten dient te worden bij de bestaande maatvoering; b. de plaats van aan- en uitbouwen en losstaande bijgebouwen; c. de plaats van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.
5
Vrijstelling van de bebouwingsbepalingen Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3, sub b, onder 1 en toestaan dat de oppervlakte van 50 m² wordt vergroot tot ten hoogste 100 m².
6
Gebruiksvoorschriften Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
7
Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt
267000103.vrs
17
tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
8
Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 6 wordt aangemerkt als een strafbaar feit, in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
267000103.vrs
18
Artikel 7
Benzinepompstation
1
Doeleindenomschrijving De gronden op de plankaart aangegeven voor benzinepompstation zijn bestemd voor: a. verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG); b. autoverzorging; c. verkeers- en verblijfsdoeleinden; d. nutsvoorzieningen. Detailhandel is binnen de bestemming begrepen tot een oppervlak van maximaal 50 m².
2
Bebouwingsbepalingen a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen en autoverzorging gelden de volgende bepalingen: 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 10 m; 3. er mogen, behalve de bestaande, geen bedrijfswoningen gebouwd worden. b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen: 1. de inhoud per gebouwtje bedraagt niet meer dan 50 m³; 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m. c.
3
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: de bouwhoogte van de bouwwerken geen gebouw zijnde bedraagt niet meer dan 10 m, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer dan 3 m bedraagt.
Gebruiksbepalingen Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
267000103.vrs
19
4
Vrijstelling van de gebruiksbepalingen Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3, indien strikte toepassing van deze bepaling leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
5
Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 3 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
267000103.vrs
20
Artikel 8
Recreatiebedrijven en -voorzieningen (uit te werken ex artikel 11 W.R.O.) 1
Doeleindenomschrijving De gronden op de plankaart aangegeven voor recreatiebedrijven en -voorzieningen zijn bestemd voor: a. recreatiebedrijven; b. dagrecreatieve voorzieningen; c. horeca; d. verkeers- en verblijfsdoeleinden; e. groenvoorzieningen; f. water; g. nutsvoorzieningen; h. geluidwerende voorzieningen; i. een strook van 4 m ter weerszijden van de gronden aangeduid met “aardgastransportleiding”, tevens voor het leggen, onderhoud en beheer van gasleidingen met een druk van 20 bar of meer; met dien verstande dat onder horeca geen voorzieningen als een automatenhal of discotheek of gelegenheid tot prostitutie worden verstaan.
2
Beschrijving in hoofdlijnen De gronden worden ontsloten op de rotonde, de plaats is middels de aanduiding "ontsluiting" op de plankaart aangegeven. De aanduiding “geluidsafscherming” geeft een indicatie van de ligging van geluidwerende voorzieningen. De gronden mogen worden ingericht ten behoeve van de vestiging van een restaurant/zalencentrum met hotelaccommodatie. Ten behoeve van deze voorzieningen dient voldoende parkeergelegenheid te worden gerealiseerd. De aanleg van een strand is eveneens in de bestemming begrepen.
267000103.vrs
21
3
Uitwerkingsregels ex artikel 11 W.R.O. Burgemeester en Wethouders werken deze bestemming uit met inachtneming van artikel 3 onder Structuurschets, lid 2 en de volgende uitwerkingsregels: a. bij de uitwerking van deze bestemming zal een goede afstemming plaatsvinden met de aangrenzende bestemmingen; b. gebouwen ten behoeve van recreatiebedrijven en horeca dienen op een afstand van tenminste 20 m van de op de plankaart aangegeven aanduiding “aardgastransportleiding” te worden gebouwd; c. het aantal parkeerplaatsen dient te worden afgestemd op de in het gebied aanwezige voorzieningen; d. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van verblijfsrecreatieve voorzieningen en horeca bedraagt maximaal 10 m, een stedenbouwkundig accent in de vorm van een torentje uitgezonderd; e. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ten behoeve van hotel en horeca bedraagt niet meer dan 6000 m²; f. geluidgevoelige objecten in de zin van de Wet geluidhinder, welke op grond van het akoestisch onderzoek alleen mogelijk zijn na realisering van geluidsbeperkende voorzieningen, mogen alleen dan worden uitgevoerd, indien de realisering van deze geluidsbeperkende voorzieningen in voldoende mate verzekerd is; g. geluidgevoelige gebouwen in de zin van de Wet geluidhinder mogen slechts worden opgericht indien de voorkeurswaarde, dan wel de ter zake door Gedeputeerde Staten vastgestelde hogere grenswaarde niet wordt overschreden.
4
Bouwverbod Zolang en voorzover de in lid 3 bedoelde plannen van uitwerking niet onherroepelijk zijn, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits: a. het bouwplan in overeenstemming is met een ontwerpplan van uitwerking, dat ter visie heeft gelegen; b. van Gedeputeerde Staten vooraf een verklaring van geen bezwaar ter zake is ontvangen, tenzij Gedeputeerde Staten hebben verklaard dat de uitwerking geen goedkeuring behoeft en gedurende de termijn van terinzagelegging geen bedenkingen tegen het ontwerp zijn ingebracht.
267000103.vrs
22
5
Gebruiksbepalingen Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
6
Vrijstelling van de gebruiksbepalingen Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5, indien strikte toepassing van deze bepaling leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
7
Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
8
Procedurebepaling Op de voorbereiding tot een besluit tot uitwerking is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
267000103.vrs
23
Artikel 9
Water en natuur
1
Doeleindenomschrijving De op de plankaart voor water en natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. beheer, onderhoud, herstel en ontwikkeling van natuurlijke waarden van water, oeverstroken, rietland en bosbeplanting als hoofdfunctie; en daaraan ondergeschikt: b. extensieve dagrecreatie; c. waterstaatkundige voorzieningen; d. geluidwerende voorzieningen.
2
Beschrijving in hoofdlijnen Gestreefd wordt naar de ontwikkeling van een aaneengesloten natuurlijk gebied, waarbij een uitbreiding plaatsvindt van de reeds in het gebied aanwezige natuurlijke waarden. Het gebied zal deels worden ingericht als waterplas en deels als riet- en oeverlanden met bos. Daarnaast is de aanleg van kleinschalige extensieve dagrecreatieve voorzieningen, wandel- en fietspaden mogelijk. In het onder deze bestemming vallende water wordt onderscheid gemaakt in een vaargeul voor kleine motorboten, aangeduid met "vaargeul" en een gedeelte voor uitsluitend kleine zeilvaartuigen, roeiboten en kano's. Ook elektrisch voortbewogen motorboten zullen hier toegelaten worden. De aanduiding “geluidsafscherming” geeft een indicatie van de ligging van geluidwerende voorzieningen.
3
Bebouwingsbepalingen a.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van waterstaatkundige voorzieningen geldt dat: 1. de inhoud niet meer dan 50 m³ mag bedragen; 2. de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
b.
Voor de overige doeleinden geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
267000103.vrs
24
c.
4
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat: 1. de bouwhoogte mag ten hoogste 3 m bedragen; 2. de bouw van steigers is verboden.
Vrijstelling van de bebouwingsbepalingen Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 3, sub b ten behoeve van een gebouw voor beheer en onderhoud, mits: 1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²; 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m; 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m; b. het bepaalde in lid 3, sub b voor een uitkijktoren met een hoogte van maximaal 15 m; c. het bepaalde in lid 3, sub c 2 voor de bouw van een steiger.
5
Gebruiksbepalingen Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
6
Vrijstelling van de gebruiksbepalingen Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4, indien strikte toepassing van deze bepaling leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
7
Voorschriften betreffende uitvoering van werken en werkzaamheden a.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: 1. het aanleggen of verharden van voet-, ruiter- of fietspaden, picknick- en visplaatsen; 2. het realiseren van aanleggelegenheid; 3. het aanbrengen van walbeschoeiing; 4. het ontgraven van gronden.
267000103.vrs
25
8
b.
De onder a. bedoelde vergunning is niet vereist voor onderhoudswerkzaamheden.
c.
De onder a. bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien door uitvoering van het werk of de werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan of zal worden gedaan aan de in lid 1 omschreven doeleinden.
Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 5 en lid 7 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
267000103.vrs
26
Artikel 10
Wegverkeer
1
Doeleindenomschrijving De op de plankaart voor "wegverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen met een functie voor het doorgaande verkeer en de naastgelegen gronden; b. fiets- en voetpaden; c. parkeren; d. groenvoorzieningen; e. water; f. een strook van 4 m ter weerszijden van de gronden aangeduid met “aardgastransportleiding”, tevens voor het leggen, onderhoud en beheer van gasleidingen met een druk van 20 bar of meer; g. nutsvoorzieningen.
2
Beschrijving in hoofdlijnen De wegen binnen de bestemming zullen in hun huidig profiel en beloop worden gehandhaafd.
3
4
Bebouwingsbepalingen a.
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende bepaling: de inhoud bedraagt ten hoogste 50 m³.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: de bouwhoogte voor bouwwerken, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagt ten hoogste 3 m.
Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen.
267000103.vrs
27
5
Gebruiksbepalingen Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
6
Vrijstelling van de gebruiksbepalingen Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
7
8
Aanlegvergunning a.
Het is verboden, zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) binnen een strook van 4 m ter weerszijden van de gronden aangeduid met “aardgastransportleiding” de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: 1. het aanbrengen van verhardingen; 2. het ophogen of afgraven van gronden; 3. het bewerken van de bodem dieper dan 15 cm; 4. het aanbrengen van beplantingen; 5. het indrijven van voorwerpen in de grond.
b.
De in lid a bedoelde vergunning is niet vereist voor normaal onderhoud.
Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 5 en 7 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
267000103.vrs
28
Artikel 11
Bos
1
Doeleindenomschrijving De als zodanig op de plankaart aangegeven gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a. bos; b. carpoolplaats; c. fiets/voetpaden; d. water; e. geluidwerende voorzieningen; f. een strook van 4 m ter weerszijden van de gronden aangeduid met “aardgastransportleiding” voor het leggen, onderhoud en beheer van gasleidingen met een druk van 20 bar of meer.
2
Beschrijving in hoofdlijnen De bestemming is gericht op de handhaving van de bestaande inrichting van het gebied met opgaande beplanting en een carpoolplaats. De aanduiding “geluidsafscherming” geeft een indicatie van de ligging van een te realiseren geluidwerende voorziening.
3
4
Bebouwingsbepalingen a.
Ten aanzien van de in lid 1 bedoelde gronden geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd;
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen.
Gebruiksbepalingen Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving.
267000103.vrs
29
5
Vrijstelling van de gebruiksbepalingen Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
6
Aanlegvergunning a.
b.
7
Het is verboden, zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) binnen een strook van 4 m ter weerszijden van de gronden aangeduid met “aardgastransportleiding” de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: 1. het aanbrengen van verhardingen; 2. het ophogen of afgraven van gronden; 3. het bewerken van de bodem dieper dan 15 cm; 4. het aanbrengen van beplantingen; 5. het indrijven van voorwerpen in de grond. De in lid a bedoelde vergunning is niet vereist voor normaal onderhoud.
Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 3 en 6 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
267000103.vrs
30
Bijzondere bepalingen Artikel 12
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van de onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: Artikel: a. b. c. d. e. f. g. h.
de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen invloed van de omgeving op een bouwwerk bereikbaarheid bouwwerken voor wegverkeer bereikbaarheid gebouwen voor gehandicapten ruimte tussen bouwwerken erf- en terreinafscheidingen bouwen nabij bovengrondse hoogspanningslijnen en ondergrondse hoofdtransportleidingen parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
267000103.vrs
2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.17 2.5.18 2.5.19 2.5.30
31
Artikel 13
Toepassing artikel 8, lid 2 van de Wet op de openluchtrecreatie
Het plan verzet zich tegen het gebruik als bedoeld in artikel 8, lid 2 van de Wet op de openluchtrecreatie.
267000103.vrs
32
Artikel 14
Algemene vrijstellingen
Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: 1. de op de plankaart of in de voorschriften gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; 2. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemming- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; 3. het bepaalde in het plan en toestaan dat antennemasten mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 15 m mag bedragen; 4. het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en andere bouwwerken van openbaar nut, verkeer en verblijf, worden gebouwd, tot een maximum van 100 m3 en een maximum bouwhoogte van 3 m.
267000103.vrs
33
Artikel 15
Wijzigingsbepalingen
1.
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het plan wijzigen ten behoeve van een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen en andere bouwwerken van openbaar nut, tot een maximum inhoud van 400 m3 en een maximum bouwhoogte van 4 m.
2.
Op de voorbereiding van het besluit tot wijziging als bedoeld onder 1 is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
267000103.vrs
34
Artikel 16
Overgangsbepalingen
1
Overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerken Bestaande bouwwerken die in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot: a. gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de bouwaanvraag geschiedt binnen 18 maanden na het tenietgaan.
2
Overgangsbepalingen ten aanzien van het gebruik Het bestaande gebruik van gronden en bouwwerken, dat in strijd is met de aan die gronden en bouwwerken gegeven bestemming en dat in enigerlei opzicht afwijkt van het plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zo lang en voorzover de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot.
267000103.vrs
35
Artikel 17
Slotbepaling
Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als "Bestemmingsplan Wolvega Lindewijk" van de gemeente Weststellingwerf.
Aldus vastgesteld door de Raad in de vergadering van 10 september 2001.
de secretaris,
267000103.vrs
de voorzitter,
36