1.
Toelichting op de module Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M01 van maart 2006 (tweede herziening). Diabetes mellitus type 2 is een chronische ziekte. Voorlichting geven is belangrijk om de patiënt op de hoogte te brengen van onder andere de achtergronden van de ziekte, de behandeling en het controlebeleid. Goede voorlichting kan de patiënt motiveren om zorgvuldiger met de adviezen om te gaan. Dit kan leiden tot een betere therapietrouw op vele vlakken: leefregels, dieet, medicatie en controles. Voorlichting is een onderdeel van de educatie. Bij educatie gaat het vooral om gedragsverandering. De patiënt kan medeverantwoordelijk zijn voor de glucoseregulatie of de preventie van complicaties. In deze module komt de voorlichting over diabetes in het algemeen in de vorm van een rollenspel aan de orde. De voorlichtingsteksten van de NHG-Patiëntenbrieven Diabetes algemeen en Behandeling van diabetes vormen het uitgangspunt van de inhoud van de voorlichting. Tevens kunnen de teksten uit de PraktijkWijzer Diabetes mellitus type 2 een hulpmiddel zijn voor deze oefening.
2.
Doel, doelgroep en tijdsduur Doelstelling:
De huisarts kan voorlichting geven aan een patiënt met diabetes mellitus over zijn/haar aandoening. Doelgroep: Fto-groep, hagro, toetsgroep Tijdsduur: 75 minuten Groepsgrootte: Tot 12 personen
3.
Uitvoering • • • • • -
•
•
Leid dit onderdeel kort in. U kunt daarbij gebruik maken van de tekst onder ‘Toelichting’. Verdeel de groep in viertallen. Deel de Werkbladen 1a t/m 1e uit (één set per subgroep). Deel de NHG-Patiëntenbrieven uit (twee sets per subgroep). Geef de volgende instructies: Elk viertal gaat apart zitten en leest eerst de betreffende Werkbladen: Werkblad 1a (rol van patiënt, Werkblad 1b (rol van huisarts) plus de patiëntenbrieven, Werkblad 1c (Observator 1) plus de patiëntenbrieven, en Werkblad 1d (Observator 2) (5 min.). Eén van de twee observatoren leidt het rollenspel en de nabespreking Werkblad 1e). Het rollenspel wordt dan gespeeld (maximaal 10 min.). De observator laat het spel na deze tijd stoppen, ook al is het nog niet afgerond. Hierna wordt het rollenspel besproken aan de hand van Werkblad 1e (15 min.). Geef (na ongeveer 25 minuten) de opdracht om van rol te wisselen (een observator wordt huisarts, de huisarts patiënt, enzovoort). Geef de nieuwe observatoren nieuwe observatieformulieren (Werkbladen 1c en 1d). Vertel dat de procedure dezelfde is als in het eerste gedeelte. Daarna komt men terug voor een plenaire nabespreking. Hierin kunnen knelpunten die men ervaart bij het geven van voorlichting naar voren komen. Gebruik hierbij Docentmateriaal 1 (20 min.).
1 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
4.
Organisatie: • •
• • • •
Zorg dat u goed op de hoogte bent van de inhoud van de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. Stuur de deelnemers (drie weken van tevoren) bericht met het advies om de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 door te nemen, met name het gedeelte over het beleid. Kopieer de Werkbladen 1a, 1b en 1e (voor elk viertal een set). Kopieer de Werkbladen 1c en 1d (voor elk viertal twee sets). Kopieer de patiëntenbrieven en voor elk viertal een set). U kunt deze patiëntenbrieven downloaden via de NHG-website. Zorg voor een flap-over of schoolbord met schrijfmateriaal.
2 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Rol van patiënt U gaat een kort rollenspel spelen, waarin u de rol heeft van een patiënt met diabetes mellitus. Lees de informatie rustig door en probeer u zo goed mogelijk in te leven. Bedenk wel dat het een rollenspel is in een scholingssituatie. Probeer te reageren op het gedrag van de huisarts. Het is niet de bedoeling dat u het de huisarts zo moeilijk mogelijk probeert te maken.
U bent de heer Versluys, 62 jaar. U bent alleenwonend. U was de laatste maanden moe. Sinds een week of twee moest u meer plassen en kreeg u dorst. U bent drie kg afgevallen, maar bent nog steeds wat te dik. De huisarts constateerde van de week suikerziekte bij u. Drie jaar geleden is uw moeder overleden. Zij is 86 jaar geworden en had ook suiker. U eet altijd gezond en goed, roken doet u niet. ’s Avonds neemt u voor het slapen twee borrels, alleen op de klaverjasavond op woensdag zijn dat er vier meer. Verder zit u veel, u kijkt graag tv. De huisarts vroeg u om een nieuwe afspraak te maken om u wat meer te vertellen over suikerziekte. Vragen/gedachten, die bij u opgekomen zijn de laatste dagen, zijn: • Wat is suikerziekte precies? • Moet ik nu medicijnen? • Kan ik er blind van worden? • Mag ik mijn klaverjasavond wel aanhouden?
3 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2 Werkblad 1a
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Rol van huisarts U gaat een kort rollenspel spelen. Op uw spreekuur komt een patiënt, bij wie u net de diagnose diabetes mellitus type 2 heeft gesteld. Lees de informatie rustig door en gebruik deze om u in te leven. Bedenk dat het een rollenspel is in een scholingssituatie. U hoeft niet de ‘perfecte huisarts’ neer te zetten. Probeer dicht te blijven bij hoe u het ‘in het echt’ doet.
U kent de heer Versluys, 62 jaar, niet goed omdat hij niet veel ziek is. Hij woont alleen. De voorgeschiedenis is blanco. De laatste maanden was hij zo moe. Sinds een week of twee moet hij ook meer plassen en heeft hij vaak dorst. Het gewicht is met 3 kg afgenomen: dat is nu 81 kg bij een lengte van 1,71 m (QI 28 kg/m2). U heeft bij hem de diagnose diabetes mellitus type 2 gesteld, net als bij zijn moeder. U heeft gevraagd of hij vandaag op uw spreekuur wil komen. U wilt uitleg geven over diabetes in het algemeen en over de behandeling. Toelichting: Gebruik de NHG-Patiëntenbrieven als leidraad. Ga na of de patiënt ook vragen heeft.
4 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2 Werkblad 1b
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Observator 1 U bent observator van een (voorlichtings)consult met de heer Versluys, 62 jaar. De huisarts heeft onlangs bij hem de diagnose diabetes mellitus type 2 gesteld. Observeer het consult aan de hand van onderstaande vragen. Aan u de taak om vooral op de inhoudelijke aspecten te letten. De andere observator richt zich meer op de relationele en emotionele aspecten. Spreek met de andere observator af wie de nabespreking zal leiden.
•
Wat liep er goed in het gesprek?
•
Wat liep er minder goed in het gesprek?
•
-
Welke onderwerpen zijn er aan de orde geweest? Wat is diabetes mellitus? Wat is glucose/wat is insuline? Hoe ontstaat diabetes? Verschijnselen van diabetes Adviezen (gezond eten, afvallen, regelmatige lichaamsbeweging en niet roken) Medicijnen Andere onderwerpen namelijk ...
•
Vond u het woordgebruik van de huisarts goed afgestemd op de patiënt?
•
Op welke manier zou de huisarts naar uw mening de inhoud van de voorlichting verder kunnen verbeteren?
5 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2 Werkblad 1c
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Observator 2 U bent observator van een (voorlichtings) consult met de heer Versluys, 62 jaar. De huisarts heeft onlangs de diagnose diabetes mellitus type 2 gesteld. Observeer het consult aan de hand van onderstaande vragen. Aan u de taak om vooral op de relationele en emotionele aspecten te letten. De andere observator richt zich meer op de inhoud. Bespreek met de andere observator wie de nabespreking zal leiden.
•
Hoe ging de huisarts na of de patiënt openstond voor informatie?
•
Hoe ging de huisarts na welke vragen de heer Versluys had?
•
Ging de huisarts gericht op de vragen in?
•
Begreep de patiënt de gegeven informatie? Waaruit bleek dit?
•
Gaf de huisarts de patiënt schriftelijke informatie mee?
•
Op welke manier zou de huisarts de vorm van de voorlichting nog verder kunnen verbeteren?
6 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2 Werkblad 1d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Nabespreking (20 minuten) - blad voor een van de twee observatoren. Bespreek nu samen met de spelers het rollenspel na. De vragen op uw observatieformulier kunnen als leidraad dienen. • Geef eerst de speler van de rol van de huisarts de gelegenheid om zijn/haar reactie te geven. • Geef vervolgens de speler van rol van patiënt de gelegenheid om te reageren. • Daarna komen u en uw collega-observator aan de beurt. Probeer zo feitelijk mogelijk weer te geven wat u heeft gezien en gehoord. • Vraag naar de reactie van de spelers op deze waarnemingen. • Geef elkaar nu feedback over dit rollenspel. Probeer de feedback op de volgende aspecten te richten: • Wat bevorderde de communicatie? • Wat hinderde de communicatie? • Over welke aspecten gaf de huisarts nuttige informatie? Waaraan lag dat? • Welke aspecten zijn niet aan de orde gekomen. Waardoor kwam dit? Was het door tijdgebrek of lag het aan de communicatie? •
Formuleer gezamenlijk knelpunten bij het geven van voorlichting bij diabetes mellitus Maak aantekeningen ten behoeve van de plenaire nabespreking.
7 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2 Werkblad 1e
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Richtlijnen voor de plenaire bespreking Inventariseer de knelpunten die de deelnemers ervaren bij het geven van voorlichting over diabetes mellitus. Schrijf deze punten op de flap-over of op het schoolbord. Ga na waarom dit moeilijke punten zijn voor de deelnemers. Hoe zou er eventueel mee kunnen worden omgegaan? Formuleer daarna eventuele leerpunten en schrijf deze op. Bedenk daarbij dat meerdere aspecten een rol kunnen spelen. • • • • • •
Zijn de sfeer van het gesprek en de relatie huisarts-patiënt zodanig dat de huisarts voorlichting kan geven? Staat de patiënt open voor de informatie? Sluit de informatie aan bij wat de patiënt wil weten? Wordt de informatie in een voor de patiënt begrijpelijke taal gegeven? Is de huisarts op de hoogte van de belangrijkste informatie die over diabetes mellitus type 2 kan worden gegeven? Spelen taakopvatting, eigen normen, waarden of emoties van de huisarts een rol bij het geven van informatie?
8 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2
Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2 Docentmateriaal 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule