“Voorkomen is beter dan genezen, maar een ongeluk zit in een klein hoekje” # “Eigen veiligheid eerst”
Het is onmogelijk om een volledige EHBO-cursus te geven, hiervoor verwijzen we naar de reguliere verenigingen. Ons streven is om ieder een inzicht te geven hoe te kunnen handelen in noodsituaties, deze zijn natuurlijk altijd toe te passen en beperken zich niet tot het overblijven.
Door: Tom Baardemans Mariska Vermeulen Marjolein Koenders
Inhoud 1 Stappenplan bij een ongeluk tijdens het overblijven op de dr. Plesmanschool ......................................................................................... 3 2 Wonden ............................................................................................. 6 2.1 Schaafwond: ................................................................................ 6 2.2 Snee ............................................................................................ 6 2.2.1 Oppervlakkig ......................................................................... 6 2.2.2 Diep ...................................................................................... 6 2.3 Brandwond.................................................................................. 7 2.4 Bijtwonden .................................................................................. 7 2.5 Krabwonden ................................................................................ 7 2.6 Stompe ‘trauma’s’ ........................................................................ 7 3 Vinger tussen de deur ........................................................................ 7 4 Kneuzingen, verstuikingen en breuken .............................................. 8 5 Verslikken ......................................................................................... 8 5.1 Kind jonger dan 6 jaar ................................................................. 8 5.2 Kind ouder dan 6 jaar.................................................................. 8 6 Oogproblemen ................................................................................... 9 7 Tandproblemen.................................................................................. 9 7.1 Tand uit de mond ........................................................................ 9 7.1.1 Melktand ............................................................................... 9 7.1.2 Een volwassen (grote-mensen-) tand...................................... 9 7.2 Tand door de lip .......................................................................... 9 8 Bloedneus ....................................................................................... 10 9 Voorwerp in lichaam ........................................................................ 10 9.1 In neus ...................................................................................... 10 9.2 In oor ........................................................................................ 10 9.3 Splinter ..................................................................................... 10 9.4 Velletje tussen de rits ................................................................ 10 10 Vergiftigingen ............................................................................... 10 11 Elektriciteit ................................................................................... 11 12 Insecten beten m.n. bijen- en wespensteek ................................... 11 13 Allergie ......................................................................................... 12 14 Epilepsie....................................................................................... 12 15 Astma-aanval ............................................................................... 12
Bijlage :
Heimlich handgreep (manoeuvre)
2
1 Stappenplan bij een ongeluk tijdens het overblijven op de dr. Plesmanschool 1. 2. 3. 4.
Blijf zelf rustig! Controleer of je het alleen aankunt. Vraag om hulp als jij dat nodig vindt. Bij behoefte aan geschoolde hulp: roep BHV-er (een van de leerkrachten) Zij zullen bij hun komst de leiding overnemen. U kunt hen als dat nodig is assisteren. 5. Als er iets gebeurt is dient dit echter altijd aan de groepsleerkracht te worden gemeld. Ook al is het al allemaal goed verlopen. Toelichtingen: Ad 1: Kinderen letten erg op hoe jij reageert. Ad 2: Hierin proberen we u met dit draaiboek inzicht te geven. Natuurlijk spelen uw eigen kennis en gevoelens hierbij een belangrijke rol. Ad 3: Hulp van omstanders. Dit kunnen ook leerlingen zijn als de boodschap maar duidelijk is (‘haal de meester’; ‘haal een handdoek uit de klas’) Ad 4: Laat iemand een van de volgende leerkrachten halen. De BHV-ers van school zijn: Meester Nico Janssen Meester Nardy Nafzger Juf Ineke Buskermolen Juf Marion Kamperman Juf Linda van Brug Juf Edith Samuel De EHBO-dozen hangen bij alle ingangen en in de directiekamer. Deze kunnen altijd gebruikt worden. Meld na gebruik wat er uit gebruikt is zodat dit weer kan worden aangevuld. Meld echter altijd aan de groeps leerkracht als er iets gebeurt is.
Aanvulling op punt 2 Samen met de schoolleiding is er overeengekomen dat mensen uit professionele bekwaamheid handelen natuurlijk later een BHV-er roepen dan een niet medisch geschoold iemand. Voor iedereen geldt dat je naar je kennis mag handelen.
3
Eigenlijk kunnen we als ouders van kinderen al veel. Zeker als we de volgende zaken ter harte nemen: Vraag je af wat er precies is gebeurd. Laat het slachtoffer in eerste instantie liggen. Controleer de vitale functies (ABCDE: airway, breathing, circulation, disability en exposure, uitleg volgt later) Stabiliseer. Beoordeel. Handel. Hier volgt een uitleg van de hierboven beschreven stappen: Vraag aan het kind zelf of aan omstanders wat er is gebeurd. Controleer de vitale functies: o ademt het kind, o is er polsslag, o hoe is het bewustzijn (disability) o is er gevaar in de omgeving, kou e.d. (exposure)
Beoordeel o Heeft het kind pijn en zo ja: waar. o Is het kind op het hoofd gevallen, o Is er sprake van misselijkheid of vergeetachtigheid rondom het ongeval o Is er sprake (geweest) van (kortdurend) bewustzijnsverlies. o Is er sprake van een wond? (beoordeel)
Handel o Als je denkt dat het meevalt: Vraag je het kind zelf op te staan (handje geven is geen probleem maar niet aan een kind gaan trekken of op tillen ) Laat dit in etappes gebeuren. o Als je bloed ziet: blijf rustig! Kijk waar dat vandaan komt. Vraag omstanders evt. om absorptie materiaal te halen. Reinig voordat je de wond definitief beoordeelt. het onderwerp wonden wordt verderop uitgebreid .beschreven) o Het kind is bij bewustzijn maar kan niet opstaan. Roep de hulp van een deskundige in(BHV). Blijf bij het kind en dek hem warm toe. o Het kind is buiten bewustzijn of buiten bewustzijn geweest: Blijf bij het kind en laat meteen deskundige hulp halen. Dek het kind warm toe.
Hoe controleer je de vitale functies: 4
o A: Ademweg: Let op het geluid bij de inademing, is deze niet geruisloos, dan is een belemmering waarschijnlijk en moet je proberen dit te verwijderen. Of Heimlich toe te passen (zie bijlage) o B: Ademen: Om te controleren of iemand ademt kun je de vlakke hand op de borstkas leggen of met je oor boven de mond/neus hangen en luisteren en kijken of de borstkas heen en weer gaat. o C: Circulatie: Voel met 3 vingers. Nooit met je duimen, dan kun je ook je eigen hartslag voelen. Voel bijv. in de hals maar nooit aan twee kanten tegelijk! o D: Neurologisch Bewustzijn testen doe je door in eerste instantie te kijken of iemand alert is en reageert op de situatie, op zijn naam reageert, of op pijn reageert (drukken op nagelriem of monnikskapspier inknijpen). NB: Elk kind wat buiten bewustzijn is geweest, hoe kort ook, hoort door een dokter gezien te worden! o E: let op de omgeving van de patient: Gevaar, kou etc.
Denk bij het verlenen van eerste hulp aan de veiligheid van het slachtoffer en aan je eigen veiligheid.
Praktische zaken bij het stappenplan • Verlaag je altijd tot ooghoogte. (ga door de knieën) • Stap nooit over het slachtoffer heen • Zorg voor ruimte rond het slachtoffer • Vertel de waarheid (“dit kan pijn gaan doen
Meld alle gebeurtenissen altijd aan de groepsleerkracht
Dit is een naslagwerk en kan nooit genoeg vaardigheden geven om als professional op te treden maar geeft meer achtergrond. Ga van je eigen kunnen uit tijdens het handelen bij ongevallen.
5
2 Wonden In het algemeen geld: - Blijf altijd rustig hij het zien van bloed. - Reinig eerst de wond met water en evt. gaasjes. - Beoordeel dan pas het aspect en de grootte van de wond. Soorten wonden: SchaafSnee BijtKrabBrandStompe trauma’s Nagenoeg alle kinderen zijn ingeënt tegen tetanus. Daar hoef je bij hen niet aan te denken bij een wond met straatvuil. Bij een volwassene met een vieze wond moet wel worden gevraagd naar de laatste tetanusvaccinatie, is deze langer dan 15 jaar geleden dan dient een herhaling plaats te vinden (huisarts).
2.1 Schaafwond: Uitspoelen met lauw water. Bij vuil dat er in zit blijft zitten wond schoon wrijven met een steriel Gaas. Verbinden hoeft alleen als het blijft bloeden. Hierbij geniet een vet gaas de voorkeur. 2.2 Snee 2.2.1 Oppervlakkig - Uitspoelen met lauw water. - Afhankelijk van grootte en of het bloedt: niets op de wond doen. - Bij lastige plek of blijven bloeden: pleister of verbinden met vet gaas. 2.2.2 Diep - Uitspoelen met lauw water. - Beoordelen of het diep is door: - Afdrukken met schone doek stopt het bloeden: Dan handelen als oppervlakkige wond. - Na afdrukken blijft het matig bloeden: Verbinden met goed absorptiemateriaal en evt. wondranden met een zwaluwstaartje naar elkaar toe brengen. - Na afdrukken blijft het bloed eruit sijpelen: Drukkend afdekken. Naar BHV-er. - Het bloed spuit eruit: Roep hulp van BHV-er. Wond drukkend afdekken.
6
2.3 Brandwond Eerst water, de rest komt later. -Minstens 15 minuten koelen met lauw stromend water, niet te koud (stromend water geniet de voorkeur) -Kledingstukken altijd laten zitten! -Eventuele blaren intact laten. -Advies BHV-er inwinnen. Een eerstegraadsbrandwond behandel je door niets te doen of er vaseline op te smeren. Met een tweedegraadsbrandwond moet je naar de huisarts. Ook zonnebrand is een vorm van brandwonden, meestal eerstegraads. Hierbij geldt vooral: voorkomen!! (zonnebrand, petje) 2.4 Bijtwonden Dit zijn per definitie ‘vieze’ wonden: in de mond zitten veel bacteriën, vooral in die van de mens! Bijtwonden van honden of katten kunnen dieper zijn dan ze lijken. - Uitspoelen met kraanwater. - Het verdient de voorkeur laten beoordelen door een arts. - Hierna blijft gelden dat de wond goed in de gaten moet worden gehouden: bij de eerste tekenen van ontsteking (roodheid, zwelling, meer pijn, pus) moet er (weer) een arts geraadpleegd worden. 2.5 Krabwonden Behandelen als schaafwonden. 2.6 Stompe ‘trauma’s’ (Duwen, schoppen etc.) geven meestal alleen bulten en blauwe plekken. Je kunt door te koelen de grootte van de bult/plek beperken.
3 Vinger tussen de deur - Koel de plek ongeveer 10 minuten lang onder de koude kraan. of leg ijsblokjes (in doek) of een kompres op de gekneusde plek. - Laat gekneusde lichaamsdeel rusten, leg het hoger dan rest van het lichaam. Het handigst is om het kind zelf bijv. de arm te laten ondersteunen. - Eventueel kun je een lichaamsdeel spalken door bijvoorbeeld een opgerold tijdschrift of een pollepel aan het pijnlijke lichaamsdeel te verbinden. - Heeft u twijfel of het een botbreuk of een kneuzing is. Overleggen met BHV-er. NB - Beweeg het gekneusde lichaamsdeel niet. - Verwarm de plek niet. - Leg ijs niet direct op de huid.
7
4 Kneuzingen, verstuikingen en breuken Er zijn 2 soorten breuken: 1. gesloten breuken. 2. openbreuken of gecompliceerde breuk. Als algemene regel geldt als een kind meteen of na een poosje het aangedane lichaamsdeel niet zelfstandig kan bewegen. De hulp van een BHV-er ingeschakeld dient te worden. Waar moet je opletten: - Let op de stand - Vergelijk met het niet aangedane deel. (Li been is pijnlijk vergelijk met het re been.) - Kijk naar aanwezige zwelling, kleur
5 Verslikken 5.1 Kind jonger dan 6 jaar Een kind dat zich verslikt, krijgt het al gauw benauwd of raakt in paniek. - Blijf rustig en probeer het kind te kalmeren. - Probeer het voorwerp met twee vingers uit de mond of de keel te verwijderen (wees niet te voorzichtig!) - Lukt dit niet, leg het kind dan over de arm of de knie met het hoofd voorover. - Houd één schouder vast en sla voorzichtig met de vlakke hand tussen de schouderbladen. - Lukt dit niet? Roep de hulp in van een BHV-er. NB - Til het kind niet aan voeten op om tussen de schouderbladen te slaan. - Laat het kind niet drinken. 5.2 Kind ouder dan 6 jaar - Het hoofd voorover buigen. - Geef met vlakke hand enkele slagen tussen de schouderbladen. - Heeft dit geen resultaat, ga dan achter het slachtoffer staan en trek de buik krachtig naar u toe (de Heimlich manoeuvre). Deze manoeuvre kun je ook zittend uitvoeren. (zie bijlage II) - Verwijder het voorwerp voorzichtig met twee vingers uit de mond of de keel. - Lukt dit niet? - Roep hulp in van BHV-er. NB - Laat het kind niet drinken.
8
6 Oogproblemen Daarbij moeten we denken aan zand in het oog, of een confrontatie met een vinger of ander voorwerp. - Oog uitspoelen met water - Oog bekijken, als het kind nog klachten aangeeft opnieuw spoelen. - Als het door een vinger of voorwerp is gebeurd dan is nogmaals spoelen niet nodig, vaak is knipperen dan voldoende. - Een redelijke indicatiemaat voor de ernst van het oogprobleem is of er mee gekeken kan worden en of het oog licht verdraagt. Echter, het is toch verstandig als er iets in het oog is gekomen even langs de huisarts te gaan. Zeker bij aanhoudende klachten moet er naar het oog gekeken worden. NB: - Niet wrijven!
7 Tandproblemen 7.1 Tand uit de mond 7.1.1 Melktand Plaats deze niet terug in het gebit! (de wortel lost dan op, vergroeit met het bot en belemmert het wisselen soms) Dit is een typisch geval van ‘jammer dan’. 7.1.2 Een volwassen (grote-mensen-) tand - Afspoelen met speeksel of melk, alleen bij het tanddeel (dat wat je uitwendig ziet) vasthouden. - Zo snel mogelijk terugplaatsen. Kan dit om de een of andere reden niet (te vies, niet durven of niet weten welke plek): zorg dan dat de tand niet uitdroogt door hem te bewaren in melk, (zout) water of je wangzak. - contact zoeken met de tandarts. - Roep zo nodig de hulp van een BHV-er in. NB: - Een melktand dus niet terugzetten! - Bij kinderen kun je een volwassen tand beter niet in de mond laten bewaren. Ze kunnen in paniek de tand doorslikken. 7.2 Tand door de lip Geeft vaak een indrukwekkend beeld met veel bloed. Het wondje is vaak erg klein. - Mond spoelen en inspecteren van de lip aan de binnenzijde. Een lip wordt snel dik, dit zegt niets. Binnen een paar dagen zie je er meestal niets meer van. - als nodig is het wondje aflaten drukken.
9
8 Bloedneus Een bloedneus kan spontaan beginnen. Of door een trauma (peuteren of een val) - laat het eenmaal de neus snuiten. - Knijp neus onder het neusbeen, tegen het neustussenschot dicht met duim en wijsvinger. - laat het kind zo 10 min inschrijfhouding zitten. - Laat door de mond ademen. - Blijft de neus bloeden. - Herhaalde stappen dan nogmaals NB NIET DOEN: - Leg geen ijs in de nek. - Wrijf niet over de neus. - houd het hoofd niet achterover.
9 Voorwerp in lichaam 9.1 In neus Laten niezen of snuiten met 1 neusgat dicht (neus), pulken werkt meestal averechts. Als het niet lukt: naar de huisarts. 9.2 In oor Ga niet ergens mee in het oor zitten wroeten, ga naar de huisarts. 9.3 Splinter - Probeer deze er volledig uit te halen met een splinterpincet (EHBO doos) - Zonodig een pleister, liever niet. Preventief kun je hierna de plek weken in de soda of Biotex. Wees alert op tekenen van ontsteking (roodheid, zwelling, meer pijn, pus). 9.4 Velletje tussen de rits - Zo mogelijk koelen. - de rits zijn weg terug laten vinden (niet te voorzichtig doen, dan doet het alleen maar langer pijn!)
10 Vergiftigingen - Hulp inroepen van BHV-er. - Een ‘Gifwijzer’ te verkrijgen bij elke apotheek . Denk bij vergiftigingen in- en rond school aan: Drinken van afwasmiddel of andere schoonmaakmiddelen, opeten van sigarettenpeuk (weddenschap), giftige planten, (gevonden) pillen. Van belang om te weten is altijd: - hoe laat de giftige stof is ingenomen. - hoeveel er van is ingenomen. - Heeft het kind hierna gebraakt? (braaksel bewaren en evt. meenemen naar ziekenhuis). Als je naar een arts gaat: gifstof zo mogelijk meenemen. 10
Behandeling na inname van een giftige stof is na elke stof weer anders, hiervoor verwijzen we naar de gifwijzer. Twee voorbeelden: Na het drinken van afwasmiddel (schuimvormend): NIET laten braken, om schuimvorming tegen te gaan koffieroom of melk laten drinken. Na het eten van giftige planten: drinken geven, laten braken, hierna water met Norit geven. NB: - het is een fabeltje te denken dat melk een universeel tegengif is. In sommige gevallen zorgt dit er juist voor dat de gifstof makkelijker in het lichaam opgenomen wordt.
11 Elektriciteit - Verbreek onmiddellijk het contact tussen slachtoffer en de stroombron - zet de hoofdschakelaar uit - haal de stop uit de stoppenkast· - trek de stekker uit het stopcontact. !Let hierbij op uw eigen veiligheid! Als je de stroom niet kunt uitschakelen bevrijd dan het slachtoffer door op een droog, niet metalen voorwerp te gaan staan (droge plank, deken, jas of rubbermat). Omwikkel de hand waarmee u het kind vast gaat pakken met een dikke laag droog textiel of ander niet-geleidend materiaal (papier, rubber, leren of wollen handschoen). Verwijder met een droge stok de onder stroom staande draad of het apparaat van het kind. - Bel 112 en laat BHV-er halen. - Pas mond-op-mondbeademing toe als het slachtoffer niet meer ademt. - Reanimatie zo nodig.
12 Insecten beten m.n. bijen- en wespensteek - Als er een angel zit deze verwijderen middels een krabbende beweging van de nagel of bijvoorbeeld een creditcard. - Koelen (zodat het gif zich zo min mogelijk kan verspreiden) en evt. azijn of citroensap er op. NB - Is er gestoken in de mond, hals of keel kan er snel slijmvlieszwelling optreden. Hierdoor kunnen ademhalingsproblemen ontstaan, artsenbezoek is noodzakelijk. - Tijdens het vervoer naar de arts moet er op ijsblokjes worden gezogen om dit tegen te gaan. 11
13 Allergie Sommige mensen zijn allergisch voor insectensteken: ze kunnen acuut benauwd worden, grauw, bloeddrukdaling etc. - Hiermee moet onmiddellijk hulp worden gezocht. Vaker echter is een allergie meer een huidreactie: pijnlijke rode zwelling waarvan de grootte kan fluctueren van enkele tot tientallen centimeters doorsnee. Dit kun je koelen en eventueel een zalf halen bij de huisarts. Het trekt vanzelf weer weg.
14 Epilepsie Er zijn verschillende soorten van epileptische aanvallen (insulten): van abcences tot een grand mal insult. Een groot insult is erg indrukwekkend om te zien, vooral als je dit nog nooit hebt meegemaakt. Wat te doen: - Zorg dat het kind zich geen pijn doet (maak de omgeving vrij van harde en scherpe dingen en leg iets zachts onder het hoofd) - Blijf bij het kind. - Na een tijdje houden de schokken vanzelf op en wordt het kind slap - Laat de huisarts waarschuwen. - Kijk hoe lang de aanval duurde. Een kind kan tijdens de aanval incontinent zijn voor urine en/of op de tong bijten. Na een aanval is het kind vaak nog een heel tijdje moe. NB NIET DOEN: Iets tussen de tanden of in de mond te stoppen, dit geeft meer schade aan het gebit dan het goed doet. De tongbeet heeft ook vaak al in het begin plaatsgevonden.
15 Astma-aanval Een kind met astma kan op school een astma-aanval krijgen. Vaak weet het zelf prima wat te doen. Zorg voor rust en ruimte om het kind heen en help het zo nodig met puffen van de medicatie. Zorg dat van een kind dat bekend is met astma, bekend is waar de medicijnen zich bevinden en hoeveel medicijnen toegediend mogen worden bij een aanval. Bij onduidelijkheden roep hulp van BHV-er in
12
Bijlage De Heimlichse Handgreep (manoeuvre) Het is gebaseerd op plotseling verhoging van de druk in de buikholte Een opstijgende druk in de longen. Zie pagina 5 en 8.
Dde
e
De plaats
uitleg in beeld
Voorbeelden bij jonge kinderen (tot ongeveer 6 jaar)
Eigen hulp
hulp bij oudere kinderen en volwassenen
13