Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Inhoudsopgave 1. Inleiding ……………………………………………………………………………..
3
2. De andere gemeente ………………………………………………………………
5
3. De financiële uitgangssituatie ……………………………………………………
8
4. Bezuinigingsvoorstellen toegelicht …………………………………………….. 9 4.1. De gemeentelijke bedrijfsvoering ………………………………………… 9 4.2. Uitwerking van de raadsopdracht ……………………………………….. 11 4.3. Het vastgoed belicht ………………………………………………………. 16 4.4. Het gemeentelijk subsidiebeleid belicht ……………………………….. 18 5. Collegewerkprogramma ………………………………………………………… 5.1. Programma Wonen ……………………………………………………….. 5.2. Programma Wijken ………………………………………………………… 5.3. Programma Werken ………………………………………………………. 5.4. Programma Binnenstad ……………………………………………………
19 19 19 20 21
6. Het financiële beleid uitgewerkt ………………………………………………. 6.1. Inleiding …………………………………………………………………….. 6.2. Bestuursakkoord Rijk-VNG ………………………………………………. 6.3. Geactualiseerd financieel perspectief …………………………………. 6.4. Doorrekening Algemene Reserve …………………………………….... 6.5. Opnieuw kritische doorlichting van BROA-budgetten ……………….
22 22 22 23 30 30
7. Organisatie in verandering ……………………………………………………… 32 8. Afsluiting ………………………………………………………………………….. 34 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: 2: 3: 4:
Stand van zaken collegewerkprogramma ………………………….. Niet te realiseren taakstellingen uit het € 17 mln.-pakket …....... Samenvattend financieel overzicht uitwerking raadsopdracht …. Toelichting onontkoombare ontwikkelingen 2012-2015 …………
2
35 43 45 47
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
1 Inleiding Onze gemeente staat voor een periode van ingrijpende maatregelen. Er moet structureel € 30 mln. worden bezuinigd. De omvang van deze taakstelling maakt dat niet meer met alleen een verdere efficiencyslag op het ambtelijk apparaat kan worden volstaan. Wij zullen de komende jaren een overheid worden die minder verantwoordelijkheid en zeggenschap van de burgers overneemt. Wij zullen meer vertrouwen op de kracht van de samenleving. Dit doen wij ook in het besef dat het financieel niet meer te behappen is om zelf de organisator en financier te zijn op tal van beleidsterreinen. Ondanks dat we de broekriem moeten aanhalen, blijven wij als gemeente de komende jaren werken aan een kwalitatief hoogwaardige woon- en leefomgeving en een aantrekkelijke binnenstad, we bieden woon-, werk- en opleidingsperspectieven voor jonge mensen, sorteren voor op de vergrijzing, en hebben oog voor bestaande kwaliteiten. De manier waarop we onze doelen willen bereiken, verandert wel. Onder de gegeven financiële omstandigheden en met ‘een andere gemeente’ in het verschiet ontkomen we er niet aan om ons takenpakket op onderdelen anders in te richten en activiteiten af te stoten, de gemeentelijke organisatie daarop af te stemmen en het niveau van de dienstverlening aan te passen. In het bestuursconvenant ‘Veerkracht en Verbinding’ hebben wij deze toekomstvisie verwoord en op hoofdlijnen vertaald in het bestuurlijk en financiële beleid voor deze bestuursperiode. U herkent daarin een proces dat zich ook in voorgaande collegeperiodes heeft voltrokken. Reorganisaties in het recente verleden, het proces ‘Apeldoorn-2000’ en het wijkgericht werken zijn er voorbeelden van. Nu de financieel-economische situatie nijpender is dan voorheen, dringt zich de noodzaak op om aan de geschetste ontwikkelingen verder en indringender gestalte te geven. In de tweede helft van 2010 heeft uw raad in de dialoog met de samenleving (en haar vertegenwoordigers) van gedachten gewisseld over de gevolgen van de bezuinigingen en van de taakverschuiving. Algemeen is de opvatting uit dat overleg dat gemeente en gesubsidieerde instellingen dichter bij de burger en minder vanuit het stadhuis moeten opereren. Maar duidelijk werd ook dat het niet eenvoudig zal zijn om aanpassingen in taken en werkwijze in het licht van ‘de andere gemeente’ door te voeren en tegelijkertijd de gemeentelijke financiën voor de komende jaren op orde te krijgen. Mede op grond van de dialoog met de Apeldoorners heeft uw raad ons een opdracht meegegeven bij het samenstellen van deze Voorjaarsnota. In deze raadsopdracht hebt u de volgende uitgangspunten voor het beleid voor de komende jaren geformuleerd: -
dichterbij de burger, op het niveau van dorpen en wijken en minder vanuit het stadhuis; soberder uitvoeren van de gemeentelijke kerntaken; loslaten van activiteiten die geen kerntaak van de overheid zijn; verschuiving van advisering en beleid naar (regie op) uitvoering; verschuiving van alles regelen naar activeren; een kleine en excellente organisatie.
In de raadsopdracht hebt u als kerntaken van onze gemeente aangemerkt: het stadsbestuur zelf, openbare orde en veiligheid, zorg voor de zwakkeren en beheer van de openbare ruimte. Daarbij hebt u aangegeven dat de uitvoering van deze taken anders en soberder moet. In dezelfde opdracht hebt u tevens aangegeven welke onderdelen van gemeentelijk beleid u niet meer als kerntaak beschouwt: het in de huidige vorm subsidiëren van sportverenigingen; taken als schoolbegeleidingsdienst en natuur- en milieueducatie; het in stand houden van een museum, de zorg voor cultuureducatie, het in de huidige vorm subsidiëren van culturele gezelschappen en verenigingen; citymarketing en subsidiëring van recreatie en toerisme als onderdelen van het economisch beleid.
3
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Met inachtneming van het voorafgaande hebben wij de Voorjaarsnota 2011 ‘Naar een nieuwe balans’ opgesteld als opmaat naar de Meerjaren Programma Begroting (MPB) 2012-2015. We hebben alle zeilen moeten bijzetten om met de kennis van nu uw raad een financieel sluitend verhaal te kunnen presenteren. We zijn er echter nog niet. De komende maanden moet blijken of een aantal voorstellen die wij u in deze nota presenteren, financieel ook haalbaar zullen zijn. Wij hebben geanticipeerd op enkele ontwikkelingen waarvan de uitkomst nog onzeker en niet zonder risico is voor onze financiële positie. Verderop in deze nota gaan wij daarop in. Wij houden er rekening mee dat er voor de komende MPB op een aantal onderwerpen nog een slag gemaakt moet worden. Dan zal ook blijken of de Algemene Reserve zoals in deze nota gepresenteerd in stand kan blijven. Voor ons is dat de vraag.
4
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
2 De andere gemeente De gemeente Apeldoorn gaat een groter beroep doen op de samenleving zelf. Wij willen een gemeente zijn die durft los te laten, maar er wél is als het echt nodig is. Wij willen burgers de ruimte geven om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en we vertrouwen op de kracht van burgers tezamen. Wij doen niet alleen om financiële redenen een stap terug, maar willen tevens de uitvoering van ons werk en daarmee de inrichting van onze organisatie aanpassen aan de eisen en maatschappelijke omstandigheden van deze tijd. Duidelijk is dat wij het ons financieel niet langer kunnen permitteren om op tal van terreinen zelf organisator en financier te zijn. Apeldoorn moet een bezuiniging van circa 30 miljoen euro realiseren. Een opgave die zijn weerga niet kent en die niet alleen gerealiseerd kan worden met een verdergaande efficiencyslag binnen de organisatie. Dat vraagt om een andere overheid. Een overheid die de focus legt op zaken die er écht toe doen. Op veiligheid, de kwaliteit van de openbare ruimte en op de zorg voor de meest kwetsbaren. Daarbij richten wij de blik op plekken waar mensen leven, werken en elkaar ontmoeten: wij willen dat de gemeente dichter bij de inwoners wordt georganiseerd. Apeldoorn en het rijk Deze ontwikkeling staat niet op zichzelf. Naast de urgentie lokaal tot een andere taak- en rolopvatting te komen, hevelt de rijksoverheid in het sociale en fysieke domein een aantal omvangrijke nieuwe taken over naar gemeenten. Het regeerakkoord spreekt van maximaal twee bestuurslagen die zich bemoeien met onder andere ruimtelijke ordening en mobiliteit. De rijksoverheid wil de uitvoering van die taken zo dicht mogelijk bij de burger organiseren, met zo min mogelijk overheden die zich erover buigen. Ook de rijksoverheid verwacht van de burger dat hij zelfredzaam is, meedoet en zijn steentje bijdraagt aan de samenleving. Voor wie dat niet kan, wordt een vangnet gecreëerd. Niet wat je niet kunt, staat daarbij centraal maar wat je wel kunt. Het rijk legt daarbij het accent op preventief collectief beleid, in plaats van een curatief individueel stelsel. Er moet in de visie van het rijk een toegankelijk, fijnmazig preventief welzijn- en zorgaanbod zijn op lokaal niveau. Daarmee acht de rijksoverheid de lokale overheid beter in staat om te voldoen aan specifieke zorg- en welzijnbehoeften van de burger, wat moet leiden tot een meer doelmatige besteding van middelen. Gemeenten krijgen een financiële prikkel om de beweging van individueel naar collectief, en van curatief naar preventief te maken. Het rijk neemt aan dat de gemeente voldoende collectieve voorzieningen heeft of creëert om dit op te vangen. Het rijk maakt een vergelijkbare beweging als wij in Apeldoorn: ook uw gemeenteraad stelt de kracht van de burger voorop. De overheid is er om te zorgen voor een basisinfrastructuur voor zaken die burgers niet zelf kunnen realiseren. In het bestuursakkoord ‘Veerkracht en Verbinding’ en het bijbehorende collegewerkprogramma hebben wij contouren geschetst voor de toekomst. In de kerntakendiscussie is uw raad in gesprek gegaan met burgers en partijen over de rol die de gemeente in de stad moet en kan vervullen. De Voorjaarsnota 2011 vertaalt dit naar concrete maatregelen. Een aantal gedachten is bij de samenstelling ervan leidend geweest. De gemeente als regisseur Wij geven de gemeenschap letterlijk en figuurlijk de ruimte. Wij nemen op strategisch niveau de regie, sturen op hoofdlijnen en laten daaronder meer los. Met andere woorden: de gemeente faciliteert en regisseert. Andere (markt)partijen zijn aan zet om de projecten uit te voeren. Wij sturen op programma’s en niet langer op projecten. Hoe concreter een plan, des te kleiner onze bemoeienis. Wij geven (markt)partijen meer vrijheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid.
5
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
De eerste concrete uitwerkingen hiervan zijn reeds zichtbaar. Wij ontwikkelen een nieuwe structuurvisie die de nieuwe manier van werken vertaalt naar de ruimtelijke ontwikkeling van Apeldoorn. In die visie geven wij een inspirerend, uitnodigend beleidskader dat gericht is op samenwerking met anderen, meer vrijheid biedt en daarmee investeringen uitlokt. Wij geven het duurzaamheidsbeleid van de gemeente op een andere manier vorm. Duurzaamheid moet een doelstelling zijn van de gemeenschap, niet van de gemeente. Wij willen de burgers en (markt)partijen verleiden tot duurzame keuzes. De regie daarop voeren wij vanuit het programma Apeldoorn Energieneutraal 2020 dat koerst op energieneutraliteit van de gebouwde omgeving in 2020. Een programma dat burgers en (markt)partijen maximaal betrekt bij het realiseren van de doelstelling en de stad veel te bieden heeft in termen van werkgelegenheid, koopkracht, verbetering van de leefomgeving, innovatie en imago. Uitgangspunt is dat met minimale gemeentelijke financiële inbreng en inzet een maximale maatschappelijke opbrengst wordt gegenereerd. Wij gaan zaken anders organiseren Een andere rol kan niet zonder gevolgen blijven voor de organisatie. In het bestuursakkoord gaven wij aan zaken dichter bij de inwoners te willen organiseren: de burger in zijn directe omgeving als startpunt voor gemeentelijk beleid. Concreet krijgt dit gestalte in de stadsdeelaanpak met stadsdeelmanagers en stadsdeelplatform, waarin de thema’s veilig en gezond, heel, functioneel, schoon en aantrekkelijk worden gebundeld. Begin 2010 is het wijkgericht werken op het gebied van de openbare ruimte van start gegaan waarbij een zo volledig mogelijke integratie van beheer en uitvoering van ‘groen’ en ‘grijs’ en een verbeterde samenhang en afstemming van beleid, ontwerp, uitvoering en beheer is nagestreefd. Een beweging die ook financieel succesvol is gebleken. Van deze infrastructuur gaan wij ook gebruik maken voor de stadsdeel- en buurtaanpak in het sociale domein. Onder andere buurtregisseurs, (buurt)maatschappelijk werkers kunnen daarbij doelgerichte preventieve interventies plegen. Groen is en blijft een belangrijke kernwaarde van onze stad. Groen maakt niet alleen de stad mooi en leefbaar maar heeft ook een economische betekenis: dankzij groen worden huizen meer waard. Onze ambities zijn onveranderd. Ambities die wij samen met partners willen waarmaken. Wel zullen deze ambities door de economische crisis worden getemporiseerd. Wij grijpen kansen waar deze zich voordoen en zoeken actief nieuwe partners, bij voorbeeld ondernemers en burgers. Bezuinigingen in deze omvang, gekoppeld aan de beperkte ambities die wij de komende jaren overeind willen houden en de veranderde visie op de rol van de overheid hebben gevolgen voor de sturing van processen in het stadhuis. In een organisatie die meer moet gaan samenwerken en flexibeler moet zijn, is concernsturing van groter belang. De organisatie zal daarop worden aangepast, met excellerende uitvoering voor ogen. Behouden van de infrastructuur Wij breken geen zaken af die later niet meer kunnen worden opgebouwd. De activiteiten die mensen in hun vrije tijd ondernemen op het gebied van sport en cultuur zullen we faciliteren door middel van een basisinfrastructuur. De gebouwen en velden financieren we wel, de activiteiten zelf financieren we niet. De basisinfrastructuur willen we beter benutten: door de overheid gefinancierde gebouwen zijn van de maatschappij en moeten ook ten dienste staan van die maatschappij. Concreet betekent het dat we terug willen in het aantal sportvelden, sportgebouwen, sociaal-culturele wijkaccommodaties en bibliotheekfilialen. Door een beter gebruik kunnen we enerzijds snijden in het aantal door ons gefinancierde gebouwen en anderzijds voldoende ruimte overhouden waar laagdrempelig en in de buurt activiteiten kunnen worden ontplooid.
6
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Voor een stad van de omvang van Apeldoorn is een basis culturele infrastructuur van groot belang. Wij staan een sobere, maar toch volwaardige infrastructuur voor die is samengesteld uit de volledige creatieve keten leren, produceren, presenteren, interesseren. De in de kerntakendiscussie voorgestelde bezuiniging achten wij te fors; deze zou een kaalslag betekenen die te grote gevolgen heeft voor de aantrekkelijkheid en levendigheid van de stad. De afgelopen jaren is veel geld geïnvesteerd in de culturele infrastructuur. Deze investeringen zouden wij teniet doen. Wat mensen in hun vrije tijd aan sociaal-culturele en sportactiviteiten ondernemen, is aan henzelf, evenals het budget dat zij daarvoor over hebben. Kinderen en jongeren die om financiële redenen of door een handicap belemmerd worden in hun deelname aan dergelijke activiteiten, zullen wij blijven ondersteunen. Evenzeer heeft de conditie van de openbare ruimte onze aandacht. In de Kadernotitie Openbare Ruimte (2008) is een structurele en incidentele achterstand in het onderhoud van de openbare ruimte geconstateerd. Veilig, gezond en heel is het basisniveau waar de Apeldoornse burger op moet kunnen rekenen. Een dergelijk basisniveau is belangrijk voor het welbevinden van mensen en een belangrijke voorwaarde om het wijkgericht werken succesvol te kunnen voortzetten en uitbouwen. Wij blijven onze verantwoordelijkheid nemen Wij vertrouwen op de kracht van burgers en de gemeenschap, maar hebben een belangrijke verantwoordelijkheid jegens onze burgers. Wij nemen geen maatregelen die de veiligheid van burgers in het geding brengen of de meest kwetsbaren treffen. Zo willen wij een vangnet overeind houden voor hen die niet zelfstandig in een eigen inkomen kunnen voorzien en/of ondersteuning nodig hebben om zelfstandig te kunnen functioneren in de samenleving. Wij zorgen onverkort voor de meest kwetsbare burgers die voor het merendeel zijn aangewezen op maatschappelijke opvang. Maar waar dat kan, willen wij hierbij een omslag maken van een meer individueel naar een collectief aanbod. Evenmin nemen wij maatregelen waarmee wij onszelf in de staart bijten. Zo is schuldhulpverlening nodig omdat schulden kunnen leiden tot maatschappelijk verval en omdat het hoofd vrij hebben van schulden een belangrijke voorwaarde is voor maatschappelijke deelname, bij voorbeeld werk. Wij sorteren voor op de decentralisatie van de jeugdzorg en organiseren ondersteunende, preventieve activiteiten en zorg voor kinderen en jongeren in principe via de Centra voor Jeugd en Gezin. Wij zien graag dat scholen zich verantwoordelijk voelen voor alle leerlingen en een belangrijke signaalfunctie op zich nemen. Voor Milieu en Bouwzaken moeten wij nog bezien of de toetsende rol – zoals vermeld in het collegewerkprogramma – wenselijk is. Uiteraard blijft vertrouwen het uitgangspunt. Echter, de lokale overheid moet ook randvoorwaarden creëren om de veiligheid van burgers te blijven garanderen.
7
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
3 De financiële uitgangssituatie Alvorens wij aan uw raad de concrete invulling van de taakstelling in bezuinigingsvoorstellen presenteren, schetsen wij u de financiële context waarin de voorstellen een plek hebben. Dit doen wij in hoofdlijnen. Anders dan in voorgaande jaren kostte het veel tijd en moeite om zicht te krijgen op bijdragen, budgetten en kortingen van het rijk waarop wij ons financieel beleid konden baseren. Al in 2009 kregen gemeenten signalen over vergaande kortingen op gemeentelijke middelen. Sindsdien heeft dat geleid tot tal van bijstellingen die een steeds ongunstiger beeld lieten zien. Destijds is ingeschat dat onze gemeente rekening moest houden met een opgave van structureel € 30 mln. Dit bedrag is opgenomen in het rapport ‘Verkenningen bezuinigingsmogelijkheden’ dat bij de formatie van het huidige college is opgesteld. Bij de opstelling van deze Voorjaarsnota hebben wij deze inschatting van de financiële meerjarenpositie steeds aangehouden, met daarbij twee onzekerheden: de uitkomst van de Begroting Bestaand Beleid (BBB) 2012-2015 en de effecten van rijksmaatregelen mede naar aanleiding van het bestuursakkoord waarover een delegatie van het kabinet en de VNG in onderhandeling waren. Ook u bent in uw raadsopdracht om deze redenen uitgegaan van de oorspronkelijk ingeschatte structurele bezuinigingsopgave van € 30 mln. Hiervan is € 17 mln. in de Meerjaren Programma Begroting 2011-2014 verwerkt in de vorm van concreet aangegeven taakstellingen zodat via uw raadsopdracht ons college is verzocht voor de resterende € 13 mln. voorstellen tot bezuinigingen voor te leggen. In de loop van de uitwerking van de raadsopdracht is meer bekend geworden over de uitkering uit het Gemeentefonds, de doorwerking van het tekort van het Grondbedrijf op onze algemene financiële situatie en over de mogelijke gevolgen van het onlangs gepresenteerde ontwerp-bestuursakkoord tussen kabinet en VNG. Tijdens de uitwerking van uw opdracht hebben wij ook de BBB voor de periode 2012-2015 kunnen afronden. Verder zijn enkele ontwikkelingen met financiële gevolgen waaraan de gemeente zich ons inziens niet kan onttrekken, in kaart gebracht. Verderop in deze nota presenteren wij u het eindresultaat van de geactualiseerde financiële positie voor de komende MPB-periode. Naast alle ombuigingen is het ook nodig vooruit te blijven kijken. In ons bestuursakkoord is een aantal doelen opgesomd die aansluiten bij de ambities die uw raad heeft vastgesteld in het Strategisch Kader 2010-2020. Het college wil daar de komende jaren werk van maken. De provincie is daarbij een belangrijke partner. De afgelopen maanden is een aanvang gemaakt met het opstellen van een investeringsagenda rond de thema’s werk, binnenstad, wonen en wijken. Dat gebeurt in samenspraak met de provincie. In de komende tijd zal meer duidelijkheid ontstaan over de beleidsplannen van het nieuwe college van GS en in samenhang daarmee, de mogelijkheden voor provinciale steun aan de Apeldoornse investeringsagenda. De BROA-budgetten kunnen een rol vervullen in de lokale cofinanciering. Wij zullen u hiervoor een investeringsagenda 2012-2015 presenteren.
8
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
4 Bezuinigingsvoorstellen toegelicht Wij zijn de discussies over de financiële problematiek waarvoor onze gemeente zich gesteld ziet, ingegaan met de taakstelling van € 30 mln. Van die totale opgave is in de MPB 2011 reeds voor € 17 mln. aan taakstelling binnen de bedrijfsvoering opgenomen. De resterende € 13 mln. moet worden gevonden in het niet meer, dan wel anders uitvoeren van taken en een soberder dienstverlening. Van de € 17 mln. aan interne bezuinigingen is € 9,2 mln. concreet belegd. Van de overige € 7,8 mln. is voor de jaarschijf 2012 een bedrag van € 3,9 mln., als taakstelling gelijkelijk over de diensten verdeeld. Op deze manier laten wij zien dat het ons ernst is om de gemeentelijke financiën binnen afzienbare termijn op orde te hebben. Van de andere kant geeft deze werkwijze ons de gelegenheid om adequaat in te spelen op externe ontwikkelingen. We doelen dan op de aangekondigde overheveling van rijkstaken naar de gemeente zonder dat het tijdstip, de omvang en de financiële gevolgen van deze operatie al duidelijk zijn. Daarom kiezen we voor een gefaseerde aanpak. De invulling van de resterende € 3,9 mln. uit de interne taakstelling zal ons inziens dan ook maatwerk worden, mede afhankelijk van de dan geldende omstandigheden. Onvermijdelijk beïnvloeden de uitkomsten van de interne bezuinigingen enerzijds en inkrimpen en verandering van taken en dienstverlening anderzijds de ambtelijke organisatie, de sturing en leidinggevende niveaus, en de omvang van het personeel. Gelet op het voorafgaande en op ons voornemen om vorm te geven aan ‘de andere gemeente’ hebben wij in hoofdstuk 7 van deze nota het traject voor de organisatieverandering geschetst. Het zal van bestuur en management stuurmanskunst en behoedzaam manoeuvreren vragen om dat traject gelijktijdig en in samenhang met de beweging van de gemeente naar de samenleving uit te lijnen en in te voeren.
4.1 De gemeentelijke bedrijfsvoering De lijnen die wij uit uw raadsopdracht hebben gehaald, zijn voor ons leidend geweest voor de bezuinigingsvoorstellen van € 7,8 mln. Uitgangspunten als dichterbij de burger, soberheid, loslaten en een verschuiving van advisering en beleid naar (regie op) uitvoering en van ontzorgen naar activeren zijn in belangrijke mate bepalend geweest. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij in enkele gevallen een pragmatischere invulling hebben gekozen teneinde de bezuinigingsopgave te kunnen realiseren. Op onderdelen is gezocht naar eenvoudige aanpassingen die relatief snel kunnen worden ingevoerd, teneinde ook het tempo erin te houden. De bezuinigingen die wij voorstellen, staan los van de € 9,2 mln. die reeds in de begroting voor 2011 is opgenomen en van de € 4,5 mln. waartoe in de vorige bestuursperiode is besloten. Deze reeds opgenomen bezuinigingen maken dat er maar beperkt sprake is van “laaghangend fruit”. Het bezuinigingsbedrag van € 7,8 mln. op de interne organisatie is nog niet in zijn geheel belegd. Wel wordt het bedrag als taakstellend beschouwd. De volledige invulling is slechts mogelijk met behulp van de uitkomsten van het proces van organisatieontwikkeling, aangevuld met nu al aan te geven concrete maatregelen. Van dit laatste volgt hierna een bloemlezing. Met de bezuinigingsvoorstellen in deze paragraaf in combinatie met de begroting 2011 wordt een totaal bedrag van € 15,6 mln. bereikt. Dit is derhalve € 1,4 mln. lager dan beoogd. De keuzes worden hieronder toegelicht. Voorgesteld wordt de functie van programmamanager dienstverlening te laten vervallen (diens taken worden opgenomen binnen de lijn). Voorgesteld wordt tevens om de dienstverlening vanuit
9
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
het Stadhuis op Wielen te laten vervallen (opgenomen in dit kader is de vrijval van beheerlasten, de bemensing is in de kerntakendiscussie meegenomen). Wij realiseren ons dat met het stoppen van deze voorziening de dienstverlening, met name aan de dorpen, wordt beperkt. Wij stellen voor geen burgerjaarverslag meer uit te brengen en ook de benchmark over de gemeentelijke dienstverlening te schrappen. Op de kosten van de brandweer wordt bezuinigd door beperking van de personeelslasten en een andere wijze van inkoop. Dit voorstel staat overigens los van besluiten rondom de regionalisering van de brandweer en uitruklocaties. Wij stellen u voor de subsidies voor de dorps- en wijkraden te verlagen. Wij beseffen dat er juist een beweging gaande is om de inbreng van de wijken en de dorpen te vergroten, maar vinden niet dat dit betekent dat deze algemene subsidies ongewijzigd in stand gehouden kunnen worden. We vereenvoudigen het (uitvoeren van) het beleid ambulante handel en zullen kosten zoveel mogelijk doorberekenen aan belanghebbenden. Het is mogelijk het gebied waar gecontroleerd wordt op parkeerovertredingen en kleine overlast uit te breiden. Wij achten een besparing niet haalbaar op het handhaven van de omgevingsvergunning door in plaats van vooraf achteraf te gaan handhaven. Verruiming van de vergunningvrijstelling en versoepeling van het beleid en regelgeving gaat gepaard met een strengere en actievere handhaving. De taakstelling, die neerkomt op halvering van de handhavingcapaciteit, leidt tot onaanvaardbare risico’s. De formatie voor advisering over openbaar vervoer- en flankerend verkeersbeleid komt te vervallen. Dit heeft gevolgen voor de kwaliteit van het openbaar vervoer en de positie van kwetsbare weggebruikers. De inzet van het ingenieursbureau wordt verminderd; deels doordat het aantal projecten terugloopt maar ook omdat bij diverse projecten geen specialistisch advies meer wordt gegeven. De formatie van de afdeling Milieu vermindert, waarmee de marges van wat wettelijk vereist wordt, zijn bereikt. In de initiatieffase van projecten wordt minder capaciteit ingezet. Er wordt minder advies verleend bij bodem(onderzoeken) en actief bodembeheer. In een eerdere fase is reeds besloten tot het integreren van het programmabureau Duurzaamheid binnen de reguliere werkprocessen. Ons voorstel is om minder capaciteit in te zetten op boombeheer. In het groenbeleid wordt meer personeel ingeschakeld ten koste van gemeentelijk personeel. De advisering over de kwaliteit van de openbare ruimte wordt beperkt. Wij stellen u voor te bezuinigen op de dienstverlening van de uitvoerende afdelingen Zorgloket, Werk en Participatie, Stadsbank en Interne Dienstverlening van de dienst Samenleving. De versobering zal met name langere wachttijden voor klanten tot gevolg hebben door verminderde openstelling en verdeling van aanvragen over minder mensen. Binnen de stafafdelingen van Samenleving, Maatschappelijk Beleid en Financiën, Planning en Control stellen we voor te bezuinigen op formatie sport, cultuur, onderwijshuisvesting en kwaliteitszorg. Deze voorstellen moeten overigens worden beoordeeld in het licht van de aangekondigde overdracht van rijkstaken die zijn weerslag zal hebben op staf en uitvoering. Binnen de afdelingen Stedenbouw en Cultuurhistorie, Ruimtelijk Juridische Zaken, Projectontwikkeling en Grondzaken wordt de formatie terug gebracht, mede omdat het aantal ruimtelijke projecten als gevolg van landelijke ontwikkelingen is teruggelopen. Door de optelsom van de bezuinigingen kunnen mogelijk niet alle bestemmingsplannen tijdig worden herzien. Mocht die situatie zich voordoen, dan moet een risico-taxatie worden uitgevoerd om te bepalen aan welke plannen voorrang moet worden gegeven. Door een beter kostenverhaal kunnen de inkomsten worden verhoogd. Er wordt bezuinigd op de capaciteit en de uitbestedingsbudgetten van de afdeling Ruimte, Economie en Wonen.
10
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Wij heroriënteren ons op de gemeentelijke overhead waaronder de ICT-functie. We gaan na waar op de overige ondersteunende functies kan worden bezuinigd. Bij de ICT-functie moet ook worden gedacht aan beperking van papierstromen en het automatiseren van werkprocessen. Bij de ondersteunende functies gaat het om modernisering van de interne dienstverlening, een strakkere opdrachtformulering en concernsturing, en het verminderen van de adviescapaciteit. Er zijn taakstellingen opgenomen voor vermindering van de kosten voor de functie financiën, planning en control (FPC) binnen de afdelingen en het bedrijfsbureau.
4.2 Uitwerking van de raadsopdracht In deze paragraaf gaan wij in op de raadsopdracht tot bezuiniging van nog eens € 13 mln. die uw raad in januari van dit jaar heeft vastgesteld. We benoemen daarbij de gewijzigde taakopvatting en de daaruit voortvloeiende bezuinigingen. Het programma zelf is uiteraard breder, u moet de bezuinigingen dan ook bezien tegen de achtergrond van het totale beleidsveld waarop het voorstel betrekking heeft. Het geheel zal in de MPB nader gedetailleerd worden gepresenteerd. De basis is het pakket aan kerntaken dat u onverkort tot het domein van de gemeente rekent en de onderdelen van gemeentelijk beleid die u in de toekomst buiten beschouwing wenst te laten. In een aantal gevallen stellen wij u voor om de bezuinigingen zoals die in de raadsopdracht zijn verwoord, niet of anders door te voeren. Dit betreft onder meer ingrijpende maatregelen in het jeugdbeleid en de voorzieningen voor welzijn en zorg (WMO). Wij zijn met u van oordeel dat binnen deze beleidsonderdelen bezuinigingen mogelijk en nodig zijn, maar willen deze zodanig uitvoeren dat de infrastructuur intact blijft en de maatregelen indien gewenst kunnen worden terug gedraaid. Waar sprake kan zijn van kapitaalvernietiging (zoals de raadsopdracht omtrent het CODA-museum) is ons inziens heroverweging gepast. Met onze voorstellen als uitwerking van uw raadsopdracht vullen wij een bezuiniging in van totaal € 9,81 mln. Dat is ruim € 3 mln. minder dan oorspronkelijk was beoogd. Wij lichten onze keuzes hieronder toe. Een gedetailleerde uitwerking per voorstel wordt samen met deze Voorjaarsnota gepubliceerd op de website van de gemeente Apeldoorn. Programma 1: interactief besturen Uw raad heeft via een amendement (collegegeld) in de raadsopdracht vastgelegd dat ook het college medio maart met een plan komt om kostenbesparingen op het eigen budget te realiseren. In verband hiermee zijn de budgetten die gemoeid zijn met bestuur en bestuursondersteuning op een rij gezet. Ook zijn de lopende taakstellingen en de taakstelling als aandeel in de nog in te vullen € 7,8 mln. (als onderdeel van de € 17 mln. aan ombuigingen) geïnventariseerd. Als we de balans opmaken, kunnen we vaststellen dat door het realiseren van de lopende taakstellingen en de taakstellingen die in het verschiet liggen, de formatie voor de ondersteuning van ons college tot een minimum is teruggebracht. Hierbij zetten wij (deels) in op natuurlijk verloop. Verdere reductie van de ambtelijke organisatie rondom het college brengt ons inziens het functioneren van het dagelijks bestuur in het geding komt. Dat wordt niet aanvaardbaar geacht. Wel is er voor gekozen de budgetten voor congressen met een aanzienlijk deel terug te brengen om via deze weg aanvullend te kunnen bezuinigen. Programma 2: verstrekking overheidsdocumenten en bevolkingsadministratie Aan uw raad wordt voorgesteld de dienstverlening vanuit het Stadhuis op Wielen te laten vervallen. Dit leidt tot een bezuiniging op personeelslasten. Het continueren van het Stadhuis op Wielen zou een forse investering hebben gevraagd (personeel en veiligheid). Dit beperkt de dienstverlening, met name aan de dorpen. Programma 3: openbare orde en rampenbestrijding Zoals bekend zal de brandweer worden geregionaliseerd. Er kan worden bezuinigd door de gemeentelijke bijdrage aan de VNOG te verminderen (dit is een bevoegdheid van het Algemeen Bestuur van de VNOG en wordt dus een voorstel aan dit Algemeen Bestuur).
11
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Programma 4: verkeer, mobiliteit en doorstroming Het uitbestedingsbudget voor activiteiten op het gebied van verkeersveiligheid en openbaar vervoer wordt verminderd. Programma 5: duurzame milieubescherming, risicobeheersing en handhaving Op basis van uw raadsopdracht worden bezuinigingen doorgevoerd in het programma duurzaamheid. Dit betekent geenszins dat we afscheid nemen van onze aspiraties op dit gebied maar het programma zal worden ingepast in het totale gemeentelijke beleid. Programma 6: beheer openbare ruimte en versterking openbaar groen Bij het beheer van de openbare ruimte blijft kwaliteit ons uitgangspunt, maar we ontkomen onder de gegeven omstandigheden niet aan enige mate van versobering. In onze voorstellen voor de bezuiniging op de bedrijfsvoering geven wij daaraan uitvoering. Er blijven structureel financiële tekorten in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Dat betekent dat de onderhoudstoestand van de openbare ruimte verder achteruit zal blijven gaan. Programma 7: onderwijs, opvoeden en opgroeien Uw raad heeft aangegeven bezuinigingen op het onderwijs te kunnen realiseren door onder meer van georganiseerd busvervoer over te stappen naar een financiële vergoeding voor speciaal onderwijs en door invoering van een eigen bijdrage voor mensen met een inkomen boven € 23.400. Een andere maatregel is om de kilometergrens te verhogen van 3 naar 6 kilometer. De verwachting is dat deze laatste maatregel tot veel organisatorische knelpunten bij ouders zal leiden. Daarom stellen wij oprekken van de grens niet voor. De subsidie voor de schoolbegeleidingsdienst wordt beëindigd. Het gaat om leerlingenzorg (onderzoek van kinderen met een beperking en ondersteuning van ouders en leerkrachten), systeembegeleiding (invoering van actuele lesmethoden en ondersteuning bij de voorschoolse educatie). Het gevolg is versobering van kwaliteit in het basisonderwijs waardoor meer kinderen taal- en ontwikkelingsachterstanden zullen oplopen. In uw raadsopdracht is een bezuiniging van € 250.000 opgenomen als gevolg van het stopzetten van de subsidie voor schoolzwemmen voor speciaal onderwijs. Wij delen uw opvatting dat schoolzwemmen geen kerntaak is, maar de zorg voor hulpbehoevende en kwetsbare kinderen wel. Daar is hier sprake van, vandaar dat wij opteren voor een gedeeltelijke bezuiniging. Wij achten het mogelijk een bezuiniging tussen de € 600.000 en € 1 mln. te realiseren op het onderwijsachterstandenbeleid (gemeentelijke budgetten), brede school, vrijwillig jeugd en jongerenwerk, jeugd- en jongerenwerk, Wisselwerk en Jump. In juni presenteren wij hiervoor een separaat voorstel “de jeugdscenario’s’. Programma 8: inkomensvoorzieningen, dienstverlening en activering Het minimabeleid is een vangnetconstructie. De mate waarin een dergelijke voorziening aangeboden kan worden staat ter discussie. Inkomens boven de 125% van het minimumloon kunnen vanaf 2011 geen gebruik meer maken van de regelingen (dit was 140%). Wij zijn geen voorstander van verdere bezuinigingen op dit programma, dit hangt mede samen met de reeds lopende taakstellingen met betrekking tot schuldhulpverlening en de vele maatregelen van het rijk ten aanzien van Werk & Inkomen. Voor schuldhulpverlening is op grond van de raadsopdracht € 250.000 aan bezuiniging opgenomen. Deze staat los van de rijkstaakstelling van € 185.000 euro. Opgeteld kan er dan geen sprake meer zijn van schuldhulpverlening. Gelet hierop stellen wij deze bezuiniging niet voor. Naar verwachting wordt in 2013 de nieuwe wet “Werken naar vermogen” van kracht. Dan wordt de gemeente behalve voor de huidige WSW ook verantwoordelijk voor de Wajong-groepen. De reïntegratie blijft een gemeentelijke kerntaak. Uitgangspunt is dat alle burgers naar vermogen
12
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
werken dan wel een maatschappelijke tegenprestatie leveren. Wij willen samen met werkgevers, uitzendorganisaties en partnerorganisaties dit zo efficiënt mogelijk vormgeven. Programma 9: volksgezondheid en zorg U wordt voorgesteld om te bezuinigen op jeugd en preventie, cliëntinitiatieven, bemoeizorg en zorgcoördinatie, buddyzorg en algemene voorzieningen tot een bedrag van € 400.000. Het wegvallen van preventiemiddelen kan leiden tot bijvoorbeeld meer alcohol en drugsgebruik onder jongeren, maar sluit aan op de eigen verantwoordelijkheid van ouders. Het wegvallen van cliëntinitiatieven kan leiden tot demotivatie van betrokkenen (wegvallen waardering). Ook kunnen bezuinigingen effecten hebben op de lengte van wachtlijsten. Wij stellen uw raad voor af te zien van bezuinigingen op de opvang van zwerfjongeren omdat dit een zeer kwetsbare groep in onze samenleving is. Binnen het Regionaal Kompas willen wij niet bezuinigen op het maatschappelijk werk maar dit juist als kernfunctie binnen de civil-society positioneren. Wel willen we een ombuiging realiseren door daar het voorzitterschap van de sociale teams aan te koppelen. Ook willen wij € 60.000 op de budgetadviestaak bezuinigen. De gemeentelijke subsidie op maaltijdvoorzieningen wordt stopgezet. Ditzelfde geldt voor de regeling omtrent alarmering. Dit leidt in beide gevallen tot meerkosten voor senioren die een inkomen net boven het minimum hebben. Bij knelpunten kan een beroep worden gedaan op de Bijzondere Bijstand (bijdrage naar draagkracht). Wij stellen uw raad voor de subsidie voor activiteiten voor ouderen (woonservicegebieden) te handhaven en de bijdrage aan ouderenadviseurs met circa 7 procent te verminderen. De subsidie voor ouderensociëteiten wordt afgebouwd. Ons voorstel is de subsidies aan ouderenorganisaties en de Dag voor de Ouderen te halveren en de subsidie op cliëntparticipatie te handhaven. Ons college stelt voor de subsidies voor belangen-, patiënten- en dansverenigingen gehandicapten stop te zetten. Belangenbehartiging en patiëntenbelangen zien wij niet als kerntaak. Een uitzondering wordt gemaakt voor het Platform Gehandicapten Apeldoorn omdat deze een koepelfunctie vervult. In de Politieke Markt van 31 maart 2011 bent u geïnformeerd over het tekort van ruim € 3 mln. op de WMO-voorzieningen. Daarbij zijn negen voorstellen gedaan om dat tekort op te vangen. De bezuiniging in deze Voorjaarsnota kan grotendeels worden ingevuld door verhoging van de tarieven voor taxibussen. Dit betekent uiteraard een hogere last voor de gebruiker. We stellen voor een bezuiniging van € 400.000 in te boeken. Verder bezuinigen acht ons college niet wenselijk. Aan uw raad wordt voorgesteld de subsidie aan de GGD te verminderen. Onder meer door niet meer bij te dragen aan logopedie. Voorgesteld wordt verder de subsidie voor GOEDEN (Gezondheidszorg onder één dak) per 1 januari 2012 stop te zetten. Programma 10: sociale leefomgeving en samenlevingsopbouw Het beheren en onderhouden van de sociale infrastructuur in de wijken kan efficiënter en effectiever. De eigen verantwoordelijkheid van mensen zelf wordt daarbij groter. Er blijft een vorm van opbouwwerk nodig, maar de financiële middelen hiervoor zijn beperkt. We zullen een ombuiging realiseren op het product opbouwwerk dat we willen omvormen tot de werkwijze buurtregisseurs. Aan deze ombuiging wordt een bezuiniging van € 250.000 gekoppeld. De budgetten voor ‘dialoog en integratiebeleid’ worden verlaagd. Meer specifiek betreft het de bedragen voor het Platform Duurzame Dialoog Apeldoorn en de ondersteuning van organisaties die integratie-activiteiten voor hun achterban ontplooien.
13
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
De Apeldoornse samenleving kent veel vrijwilligers. Deze vrijwilligers zijn zeer waardevol. Gelet op de financiële beperkingen stellen wij desondanks aan uw raad voor geen financiële bijdrage meer te leveren aan de Louise de Brauwprijs (Apeldoorn Trofee). Ook stellen wij voor de subsidie aan de stichting Maatschappelijk Ondernemen stop te zetten. Wij stellen voor geen bezuinigen door te voeren op het Verenigingsbureau maar het bureau wel anders en breder te positioneren. Ook het Verenigingsbureau moet mee in de premie op maatschappelijke actie-gedachte. Ditzelfde geldt voor De Kap. Dit najaar zullen wij uw raad voorstellen presenteren voor zowel de nieuwe subsidieregeling Premie op maatschappelijke actie als een optimale ondersteuning van vrijwilligers en verenigingen door het Verenigingsbureau en De Kap. Programma 11: sport en sportaccommodaties Verenigingen moeten een bijdrage leveren aan de maatschappelijke activiteiten/sociale infrastructuur om in aanmerking te komen voor een bijdrage. Maatschappelijk premies op actie. Ons college stelt voor om – gelet op de al hoge lasten voor zwemverenigingen – de subsidie aan zwemverenigingen slechts beperkt te verlagen. De Sportraad is een belangenvereniging voor sportverenigingen in Apeldoorn. Belangenorganisaties (in de zorg, sport, cultuur) worden niet langer door ons gesubsidieerd. De Sportraad levert echter als lokale koepelorganisatie voor de sport ook een bijdrage aan ondersteuning en professionalisering van verenigingen. Wij staan een samengaan van het Verenigingsbureau (verbrede vorm) en de Sportraad voor en koppelen hier een bezuinigingstaakstelling aan van € 60.000. De gemeente financiert niet meer het totale onderhoud op sportvelden en accommodaties. Verenigingen doen dit zelf (met vrijwilligers) of huren vanuit hun eigen begroting een bedrijf in. Dit kan leiden tot een slechtere kwaliteit van de velden en/of contributieverhogingen. Programma 12: kunst, cultuur en behoud cultuurhistorische waarden In de raadsopdracht wordt voorgesteld fors te bezuinigen op cultuur. In het bijzonder op museum CODA, Markant, Orpheus en Gigant. Daarnaast wordt voorgesteld de subsidies voor Stichting Teatherstudio Apeldoornm (STA), Nederlands orkest- en ensemble-academie NJO, de Ereprijs en de Internationale Stichting Masterclass Apeldoorn (ISMA) te schrappen en de subsidies voor amateurverenigingen met 50% te verminderen. De gevolgen van de bezuinigingen op dit beleidsterrein zijn groot en betekenen een forse beperking van cursusaanbod (Markant), het sluiten van het CODA-museum en bibliotheekfilialen, verhoging van tarieven en het verwijzen van tal van verenigingen. In een breder perspectief kunnen ook gedeeltelijke leegstand in het Cultuurkwartier en een vermindering van Apeldoorn als vestigingsplaats (Jonge Vlucht) worden genoemd. Wij herkennen de noodzaak tot bezuinigen maar willen voor een andere invulling kiezen. We denken dat hiermee de basisinfrastructuur in stand kan blijven. Maar het te bezuinigen bedrag is ook lager dan met de raadsopdracht is beoogd. Wij willen ons cultuurbeleid voor de toekomst richten op: - leren; bibliotheek, media, kunstonderwijs, cultuureducatie en oefenen; - produceren; amateurkunst en professionele kunstproductie; - presenteren; podia, tentoonstellingsruimte, kunst in de openbare ruimte en filmhuis; - interesseren; draagvlak, verdieping en debat, marketing, sponsering en begunstiging. Dat betekent dat wij binnen “leren” een bibliotheek met een sterk hoofdfiliaal willen houden. De wijkfilialen vervallen, maar kunnen wellicht wel onderdeel worden binnen een andere functie. Cultuureducatie blijft van groot belang, maar zal meer door het onderwijs en externe partners betaald moeten worden. Lessen en cursussen voor volwassenen worden niet meer gesubsidieerd. Voor kinderen en jongeren voor maximaal een paar jaar.
14
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Binnen “produceren” worden verenigingen en organisaties voor amateurkunst op een goedkopere wijze ondersteund, niet meer op basis van leden maar op basis van maatschappelijke relevantie. (Semi) professionele producenten als Ereprijs, NJO en ISMA blijven behouden gelet op hun bijdrage aan de levendigheid van de stad en het gegeven dat de musici veelal ook bijdragen aan de basisinfrastructuur in de gemeente. Bij “presenteren” wordt de museumfunctie van CODA gehandhaafd. Dat moet en kan wel goedkoper door meer partners te betrekken en verregaande samenwerking aan te gaan met kunstenaars, bedrijven en andere culturele instellingen. De exploitatie van Orpheus kent grote tekorten door terugloop van kaartverkoop en tegenvallers in de congresmarkt. Om kosten te besparen, moeten Orpheus en Gigant meer samenwerken. De gemeentelijke bijdragen worden in totaal met € 100.000 teruggebracht. Deze bezuiniging komt geheel voor rekening van Gigant. Samenvoeging van onder meer PR en de kaartverkoop liggen voor de hand. Voorlopig wordt nog geen uitvoering gegeven aan het idee om Gigant onder te brengen bij Orpheus (dynamiek binnenstad en leegstand Huis voor Schoone Kunsten). Met uitvoering van deze maatregelen is het risico op verschraling van het culturele aanbod reëel. Onder “interesseren” past de functie van ontmoeting en debat. De begane grond van ACEC vervult hier een belangrijke rol in. Juist om meer ondersteuning te krijgen van andere partners is het behoud van de ontmoetingsfunctie van belang. De gemeentelijke subsidie voor de Cultuurwijzer (samenwerking tussen de culturele instellingen en de scholen) wordt gehandhaafd. Een gedeelte van het budget wordt landelijk verkregen. Wij stellen voor om de uitbestedingbudgetten voor cultuur en archeologie te beperken. Het budget voor onderhoud van kleine gemeentelijke monumenten vervalt. De gemeentelijke subsidies voor particuliere monumenten (tegemoetkoming in onderhoudslasten) worden met een derde teruggebracht. Dit heeft gevolgen voor het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed voor de komende generaties. De subsidies voor de Stichting Bouwhuis en de Stichting Apeldoornse Monumenten worden afgebouwd. Dit heeft gevolgen voor de interesse in cultuurhistorie en leidt tot een vermindering van de burgerparticipatie. Programma 13: ruimtelijke ordening Er wordt minder geïnvesteerd in ruimtelijk beleid. Dit is mogelijk doordat het aantal projecten als gevolg van de economische crisis is teruggelopen. De gemeente geeft ruimte aan de overige partners binnen bouw en ontwikkeling en zal de stapeling van ambities verder terugdringen. Binnen de afdelingen Stedenbouw en Cultuurhistorie, Projectontwikkeling en Grondzaken wordt de omvang van de formatie beperkt. Programma 14: bouwprogrammering, controle en handhaving Wij stellen uw raad voor geen verdere bezuiniging op dit beleidsterrein door te voeren omdat dan de volkshuisvestelijke doelen (zoals beschikbaarheid, betaalbaarheid, kwaliteit) of woningbouw voor bijzondere doelgroepen in het gedrang komen. Door eerdere taakstellingen is de formatie al teruggebracht van circa zes naar een kleine vier plaatsen. Programma 15: economische basis, recreatie en toerisme Het belang van recreatie en toerisme is groot. De sector is goed voor circa 5.000 banen in Apeldoorn. In afwijking van uw raadsopdracht hebben wij afgezien van een vermindering van de subsidies voor de VVV en het Veluws Bureau voor Toerisme. Het financiële nadeel dat hierdoor ontstaat, wordt opgevangen door de voorgestelde verhoging van de toeristenbelasting (zie hoofdstuk 6, aanvullende dekkingsmaatregelen).
15
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
4.3 Het vastgoed belicht De afgelopen jaren zijn grote inhoudelijke en financiële taakstellingen bij het maatschappelijk vastgoed neergelegd vanuit de lopende taakstellingen uit de Voorjaarsnota 2008, het pakket in de MPB 2011-2014 en uw raadsopdracht. Er is sprake van een structureel om te buigen bedrag van totaal ongeveer € 7 miljoen. Wij laten de taakstelling op vastgoed die al in eerdere MPB’s zijn opgenomen, buiten beschouwing. Naast gerede twijfel over de volledige haalbaarheid van dit bedrag vraagt een dergelijke ombuiging om een gedegen visie op de gewenste omvang van het maatschappelijke vastgoed en het gebruik ervan. Wij willen voor de toekomst voldoende ruimte overhouden waar de inwoners van onze gemeente activiteiten kunnen ontplooien. Dat kan ons inziens door de basisinfrastructuur van het maatschappelijk vastgoed beter te benutten, het aantal sociaal culturele wijkaccommodaties, bibliotheekfilialen, sportvelden en sporthallen te verminderen en door een betere benutting van de overblijvende accommodaties, inzet van tijdelijk leegstaande schoollokalen en gebruik van ruimte die van anderen is. U treft in deze nota voorstellen aan om bij ACCRES, Wisselwerk en CODA te snijden in het aantal accommodaties. Bij de financiële vertaling van wat ons voor ogen staat, is een integrale benadering noodzakelijk. Vertrekpunt daarbij zijn de taakstellingen uit de MPB 2011-2014 (één vastgoedbedrijf € 1,5 mln.) en uw raadsopdracht (besparingen ACCRES BV € 2,3 mln en zwemaccommodaties € 1,1 mln.). Wij achten het mogelijk om binnen deze opgave van in totaal € 4,9 miljoen daadwerkelijk € 3,87 mln te realiseren: a. b. c. d. e
verdere bezuiniging op onderwijshuisvesting besparingen bij ACCRES BV voorstellen zwemaccommodaties taakstelling wijkvoorzieningen scan nadere verkenning efficiencyverbeteringen totaal
€ 250.000 - 1.500.000 820.000 300.000 - 1.000.000 € 3.870.000
Ad a. Op korte termijn achten wij nog een besparing op onderwijshuisvesting van maximaal € 250.000 realistisch. Daarnaast willen wij vanuit onderwijshuisvesting een bijdrage leveren aan de taakstelling wijkvoorzieningenscan door vrijkomende onderwijslokalen beschikbaar te stellen voor sociaal-culturele en maatschappelijke activiteiten. Voor de langere termijn is een verdere bezuiniging slechts mogelijk als demografische ontwikkelingen (daling aantal leerlingen) daartoe de ruimte bieden. In het kader van het integrale onderwijshuisvestingsplan (IHP) 2012-2016 komen wij hierop terug. Ad b. Het is evident dat bij ombuigingen op het maatschappelijk vastgoed ACCRES zwaar wordt geraakt, zowel direct via vermindering van te beheren accommodaties als indirect via andere ombuigingsvoorstellen uit deze voorjaarsnota (bijv. schoolzwemmen, cultuur). Wij achten het realistisch om € 1,5 miljoen taakstellend te bezuinigen op ACCRES. De voorstellen die tot de € 1,5 miljoen leiden sluiten aan op onze visie op maatschappelijk vastgoed, zoals hierboven weergegeven, waarbij wij de samenleving willen faciliteren door het aanbieden van voldoende basisinfrastructuur. In dat perspectief zien wij in de toekomst een andere rol voor ACCRES weggelegd. ACCRES wordt bij uitstek een uitvoeringsorganisatie, die zich richt op beheer en exploitatie van onze basisinfrastructuur, die de recreatieve functies voor een groter deel voor eigen risico gaat exploiteren en die op termijn via meer ondernemerschap toe zou moeten groeien naar een zelfstandig bedrijf. In deze variant willen wij ook verder kijken naar een optimale taakverdeling tussen ons (intern) vastgoedbedrijf VGA en ACCRES BV.
16
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
In de praktische uitwerking resulteert de bezuiniging op ACCRES onder andere in sluiting van accommodaties, gymlokalen, één van de drie kinderboerderijen, versoberen onderhoud en verminderen van de functie sportstimulering. In de raadsopdracht hebt u aangegeven, dat kinderboerderijen behoren tot de kerntaak van de gemeente. Toch is het sluiten van kinderboerderij de Maten één van onze bezuinigingsvoorstellen met betrekking tot maatschappelijk vastgoed. Vanuit onze visie op een adequate basisinfrastructuur en verkleining van het accommodatiepark stellen wij dit voor, omdat in Apeldoorn met kinderparadijs Malkenschoten en de kinderboerderij Laag Buurlo voldoende alternatief aanwezig is. Ad c. Zwembaden zijn belangrijke voorzieningen. Met name leszwemmen, zwemmen voor bijzondere doelgroepen (zoals minder validen) en zwemverenigingen moeten de mogelijkheid hebben om van de zwembaden gebruik te maken. Voor overige doelgroepen zoals recreanten zijn de baden ook waardevol. Ons college wil Malkander en De Sprenkelaar open houden als brede zwemvoorzieningen. Om dit financieel mogelijk te maken moeten vrijwilligers – waaronder zwemverenigingen – bereid zijn om een grotere rol te vervullen in het beheer van de zwembaden. Hierbij wordt onder meer gedacht aan toezicht, schoonmaak en het begeleiden van activiteiten in het bad. Ons college volgt hiermee de lijn die ook door de KNZB is ingezet. De Sprenkelaar wordt in 2013 gerenoveerd. Het Sportfondsenbad wordt per 1 januari 2015 gesloten. Zowel het Boschbad als Zwembad Molenallee Loenen vervullen een belangrijke recreatieve functie en fungeren als trefpunt. Per bezoeker zijn de baden momenteel duur, hetgeen leidt tot een hoge gemeentelijke subsidie. Het is mogelijk door de inzet van vrijwilligers de gemeentelijke bijdrage terug te brengen. Vanuit de gemeenschap van Loenen zijn in dit kader goede initiatieven aangedragen. Bij het Boschbad zal aan de exploitant meer ruimte worden geboden om activiteiten te ontplooien rond het bad, dit vereist een wijziging van het bestemmingsplan. De bezuiniging op de zwembaden moet in 2016 zijn opgelopen tot ruim € 0,8 miljoen. Dit is lager van de 1,1 miljoen die in de raadsopdracht was opgenomen. De verdeling van het bedrag is als volgt: Sportfondsenbad € 300.000, Malkander € 150.000, De Sprenkelaar € 200.000, Boschbad € 100.000 en Loenen € 70.000. Het is belangrijk dat de exploitanten en de gebruikers van de baden tot goede afspraken komen om de personele lasten te beperken en daarmee de gemeentelijke bijdragen te verlagen. Gelet op de aard van deze oplossing is medewerking van alle partners nodig. Indien dit niet mogelijk blijkt, komen andere opties zoals het sluiten van accommodaties of tariefsverhogingen alsnog in beeld. Ad d. De hierboven genoemde bezuinigingen tellen op tot een bedrag van € 2,57 miljoen. Vanuit onze visie op een kleinere maar wel adequate basisinfrastructuur zien wij nog een alternatieve ombuigingsmogelijkheid. Die willen wij nadrukkelijk koppelen aan de dit najaar uit te voeren wijkvoorzieningenscan. Wij willen via die scan per wijk inzicht geven in de fysieke ruimte die aanwezig is en in de demografische ontwikkelingen. In relatie tot de toekomstige vraag naar accommodaties en behoud of sluiting van bestaande voorzieningen, stellen wij voor een structurele taakstellende besparing van € 300.000 in te boeken. Ad e. Wij hebben in het begin van deze paragraaf aangegeven dat er, als gevolg van de besluitvorming in voorgaande jaren en uw recente raadsopdracht, sprake is van een substantiële taakstelling op (maatschappelijk) vastgoed. De gevolgen van de hierboven onder ad a. tot en met ad d. genoemde voorstellen zijn fors. Desalniettemin blijven wij vanuit een integrale visie indringend zoeken naar verdere ombuigingen op het terrein van maatschappelijk vastgoed en vertalen dat in een taakstelling van structureel € 1 miljoen (in 2012 € 500.000). Ons college is zich bewust van het risico dat deze taakstelling lastig zal zijn te concretiseren.
17
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Onze voorstellen betekenen tevens dat een deel van de lopende en in de MPB reeds verwerkte taakstelling op vastgoed/onderwijshuisvesting niet gerealiseerd kan worden. Dit wordt in bijlage 2 nader toegelicht.
4.4 Het gemeentelijke subsidiebeleid belicht Het mag duidelijk zijn dat een fundamenteel andere visie op de kerntaken van de gemeente ook haar uitwerking heeft op de wijze waarop de gemeente in de toekomst wil omgaan met subsidies en gesubsidieerde organisaties. Een terugtredende overheid die burgers en instellingen de ruimte wil geven om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en daarbij vertrouwt op de kracht van de burgers en maatschappelijke initiatieven, heeft behoefte aan een subsidiebeleid dat op diezelfde fundamenten is gebouwd. Wij zullen hierover een discussienota aan uw raad voorleggen. Daarmee willen wij u de mogelijkheid bieden om op een samenhangende wijze belangrijke thema’s uit de raadopdracht te verkennen in de context van het subsidiebeleid. We kunnen ons voorstellen dat onder andere de volgende onderwerpen aan de orde komen: - rolverdeling tussen raad en college op het gebied van subsidiebeleid: kaderstellingen en prestatie-afspraken; - gewenst niveau van benoeming van resultaatverplichtingen; - besparen op overhead bij gesubsidieerde instellingen; - risicobeheersing en sturingsfilosofie tegen de achtergrond van ruimte bieden, partnerschap en minder uitvoeringsregels; - functie en positionering van een Good Governance Code; - wat betekent meer taakgericht en minder instellingsgericht subsidiëren; - concretisering van het profijtbeginsel. Wij zullen uw raad tegelijk met de discussienota een voorlopige inventarisatie van punten voorleggen waarop de algemene subsidieverordening en de bijbehorende uitvoeringsregeling vanuit de praktijk aanpassing behoeft. Deze inventarisatie kan dan in de discussie worden betrokken.
18
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
5 Collegewerkprogramma Centraal thema in het collegeakkoord voor deze bestuursperiode is ‘de andere gemeente’ die minder zelf doet, anders werkt en meer overlaat aan de samenleving. Uw raad heeft ons college opgedragen om deze thema’s om te zetten in een concreet en handzaam programma. Wij hebben dat collegewerkprogramma opgedeeld in vijf onderwerpen: de andere gemeente, krachtwijken en prachtdorpen, wonen op maat, iedereen actief, en de compacte en flexibele organisatie. In het bestuursakkoord is het accent gelegd op wonen, werken en wijken. Wij schetsen u hierbij een beeld van de ontwikkelingen in algemene zin op deze beleidsterreinen en voegen daar de ontwikkelingen in de binnenstad aan toe. In de bijlage bij deze nota wordt de stand van zaken gedetailleerd weergegeven.
5.1 Programma Wonen Binnen het programma wonen willen we bereiken dat iedereen in Apeldoorn naar tevredenheid kan wonen. Als gemeente vervullen we hierbij de regie- en kaderstellende rol. We maken woningbouwprogrammeringen, formuleren stedenbouwkundige uitgangspunten en stellen de bestemmingsplannen vast. Uitgangspunt is dat de markt binnen deze kaders zijn werk doet, zowel in de vrije sector als voor de sociale huur. De huidige woningvoorraad bedraagt 65.685 woningen. Voor de periode tot en met 2020 staan er 6.800 woningen netto en 8.000 bruto geprogrammeerd. Realisering hangt mede af van de marktomstandigheden en van de uitkomst van de discussie met de provincie over het kwalitatief woonprogramma. We zullen alles op alles zetten om (met financiële steun van de provincie) ons woningbouwprogramma overeind te houden. Sinds jaar en dag ligt de nadruk op nieuwbouw, terwijl de meeste woningzoekenden op bestaande bouw zijn aangewezen. Verder lijken goedkope appartementen en eengezinswoningen uit de jaren ‘50 - ‘70 bij het huidige aanbod aan woningen minder populair. In het segment appartementen lijkt sprake van overprogrammering. Door deze ontwikkelingen vragen marktpartijen om herprogrammering. In algemene zin zal de aandacht verschuiven van alleen de nieuwbouw naar de gehele woningvoorraad. Aantrekkelijkheid, beschikbaarheid voor de verschillende doelgroepen en doorstroming worden daarbij met name in ogenschouw genomen. Bijzondere aandacht is er voor voldoende kwalitatief goede zorgwoningen (extramuralisering). De toewijzing van de sociale huurwoningen (in regionaal verband) gebeurt op basis van spelregels die dit jaar worden aangepast. Voor Apeldoorn is het van belang dat er voldoende kansen worden geboden aan starters om een woning te bemachtigen en dat ouderen worden gestimuleerd om door te schuiven naar een voor hen aantrekkelijke woning. Met de komst van Hogeschool Wittenborg staat ook het onderwerp studentenhuisvesting nadrukkelijk op de agenda. Voor de starters die een nieuwbouwwoning op het oog hebben, blijft de starterslening gehandhaafd. Voorwaarde voor behoud van de lening is, dat de markt meebetaalt. Onderzocht wordt nog of de lening ook weer van toepassing kan worden verklaard op bestaande bouw. In het najaar van 2010 is het woningmarktonderzoek voor Apeldoorn afgerond. Onderzoek loopt naar de huisvesting van ouderen. De uitkomsten worden verwerkt in de woonagenda op basis waarvan prestatieafspraken worden gemaakt met de corporaties.
5.2 Programma Wijken Handen en voeten geven aan de andere gemeente betekent onder anderen intensiveren van het wijkgericht werken. Dat hebben we jaren geleden in gang gezet en inmiddels zijn er zichtbare resultaten geboekt. In de wijkaanpak komt de verantwoordelijkheid en betrokkenheid van bewo-
19
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
ners en de hen vertegenwoordigende instellingen bij het maken en uitvoeren van gemeentelijke plannen tot uitdrukking. De stadsdeelaanpak is in 2010 geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat de doestellingen grotendeels worden gehaald. De stadsdeelaanpak wordt nu verder doorontwikkeld door bewoners in wijken meer zelf te laten bepalen en door de gemeentelijke organisatie nog beter op de stadsdeelaanpak aan te laten sluiten. De betrokkenheid richtte zich in eerste instantie op de bemoeienis met de veiligheid, de openbare ruimte, de ingrepen van de gemeente in de groene en grijze omgeving. De invloed van bewoners bij de bevordering van hun woon- en leefomgeving strekt zich ook uit tot de creatieve invulling van meervoudig gebruik van accommodaties in de wijken. Bij het denken over uitbreiding van de wijkaanpak komt steeds vaker het sociale vraagstuk op tafel. Om de bewoners nog meer te betrekken bij het gemeentelijk handelen, staat ons een breed palet aan werkvormen ter beschikking: nieuwe vormen van participatie, werken met menukaarten, het gebruik van sociale media. De beweging van ‘uit het stadhuis naar de samenleving’ – centraal thema in het denken over de andere gemeente – krijgt onder meer gestalte doordat zo min mogelijk intern overleg en zo groot mogelijke aanwezigheid in de wijk uitgangspunten zijn. De verdere uitwerking van deze werkvormen heeft de afgelopen jaren werkende weg vorm en inhoud gekregen. De stadsdeelmanagers ontwikkelen zich daarbij als de spin in het web. Zij zijn de verbinders tussen de gemeente en de wijk. De stadsdeelmanager is daarnaast de adviseur voor de vakdiensten omdat hij als geen ander kennis heeft van de wijk en weet wat er speelt. Van zijn kennis kunnen de diensten gebruik maken bij de programmering van hun activiteiten voor de verdere ontplooiing van de wijken. De stadsdeelmanager werkt hierin in een driemanschap met de Buurtregisseur en de Stadsdeelbeheerder. Het wijkgericht werken is georganiseerd op het niveau van het stadsdeel. Daarbij komen uiteraard ook andere partners in de wijkaanpak in beeld, provincie en de instellingen die actief zijn op het terrein van de zorg, educatie, veiligheid. In de discussie over intensivering van de wijkaanpak zal de verdere samenwerking en afstemming met deze partners op de agenda staan.
5.3 Programma Werken Apeldoorn heeft met zijn economische en sociale klimaat, gunstige ligging en bereikbaarheid een goede uitgangspositie. Marktpartijen zien potentie in Apeldoorn en zijn bereid te investeren in onze binnenstad, in onderwijs en in stadspromotie. Dat betekent ook dat we het tempo van ontwikkelingen niet kunnen dicteren, maar moeten afstemmen met die andere partijen. Wij willen inspelen op nieuwe ontwikkelingen voor Apeldoorn als totaal, voor het bedrijfsleven, voor het onderwijs, voor de mensen met werk en voor hen die nog aan de kant staan. Kansrijke sectoren zijn logistiek, maakindustrie, Care, ICT, vrijetijdseconomie en transport en logistiek. De positie van het college is daarbij vergelijkbaar met die van een makelaar die marktpartijen bijeenbrengt. Apeldoorn staat niet alleen, er moet ook in regionaal, provinciaal en landsdeelverband worden gedacht. Op dit moment verdienen ruim 90.000 mensen in Apeldoorn een boterham. Daarmee behoren we tot de twee Gelderse steden waar het aantal arbeidsplaatsen de omvang van de beroepsbevolking overtreft. Van belang is te weten hoe de behoefte aan personeel van werkgevers zich ontwikkelt en hoe het onderwijs aan de vraag naar arbeid kan bijdragen. Dat inzicht is voor alle partijen vertrekpunt voor verdere acties. De gemeente kan de goede match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt ondersteunen. De afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en de rol die het onderwijs daarin kan spelen, is geen aangelegenheid van alleen de gemeente. Onderwijsvormen op elkaar laten aansluiten en verbindingen leggen tussen de verschillende onderwijsterreinen die van belang zijn voor de ontwikkeling van het werkklimaat in onze stad, is vanzelfsprekend ook een zaak van ondernemers en onderwijs. Een voorbeeld van zo’n gezamenlijke opdracht is de betere aansluiting
20
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
tussen MBO en HBO. Ons college heeft samen met het onderwijs en bedrijfsleven – ook in regionaal verband – de handen inmiddels uit de mouwen gestoken. Activiteiten worden ondernomen voor behoud, innovatie en versterking van sectoren als logistiek, maakindustrie, zorg, ICT, vrijetijdseconomie en transport en logistiek. Nog veel huishoudens zijn aangewezen op een uitkering of een beschermde werkomgeving (WSW). Het toenemend beroep op bijvoorbeeld de WWB baart het college zorgen. Nu de reïntegratiegelden van het UWV vrijwel tot nul worden gereduceerd en de gemeente met minder geld toe moet, vergt het de nodige stuurmanskunst om die burgers aan het werk te helpen. Ook al zal de economie na verloop van tijd weer aantrekken, dan nog zal er voor deze groep in kwalitatieve zin een discrepantie tussen vraag en aanbod blijven. In de nieuwe regeling voor de moeilijk bemiddelbare werkzoekenden worden werkgevers gestimuleerd om mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt toch mee te laten doen. De overheid kan daarbij de werkgevers via loondispensatie terzijde staan. De op handen zijnde nieuwe Wet Werken naar Vermogen die volgens plan per 1 januari 2013 moet ingaan, maakt onderdeel uit van het bestuursakkoord tussen het rijk en de VNG. Over de financiële risico’s die gepaard gaan met de invoering, leest u in hoofdstuk 6.2. Ons college is positief over het initiatief van een groep ondernemers en vertegenwoordigers in het onderwijs om vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid in deze problematiek samen op te trekken. Dat heeft geleid tot de oprichting van een denktank, ‘Apeldoorn Perspectief’. De deelnemers zetten hun ervaring, denkkracht en netwerk in om ons college gevraagd en ongevraagd te adviseren over sociaal-economische kwesties. Voor de zomer wordt een eerste advies verwacht.
5.4 Programma Binnenstad Het afgelopen decennium is de gemeente aan de slag gegaan om de Apeldoornse binnenstad te versterken. Na ingrijpende verbeteringen in de buitenring van het centrum zal de komende periode de nadruk liggen op uitbreiding en herinrichting van het kernwinkelgebied. In de huidige staat dreigt verval. Het wegtrekken van grotere bedrijven naar de periferie van de stad en teruglopende bezoekersaantallen benadrukken de noodzaak om in te grijpen. Als visitekaartje is de binnenstad ook belangrijk voor identiteit en imago van de stad en speelt het centrum een belangrijke rol bij het binden en boeien van inwoners en bezoekers. De plannen liggen klaar. Ze behelzen het creëren van een uitnodigend en aansprekend verblijfsklimaat en een verbetering van het voorzieningenniveau (winkels, horeca en vrije tijd) door een gezamenlijke inspanning van marktpartijen en gemeenten. Waar mogelijk worden leegstaande gebouwen benut voor nieuwe functies zoals hoger onderwijs, studentenhuisvesting en broedplaatsen voor startende, jonge ondernemers. De kwaliteit van de openbare ruimte is een nadrukkelijk punt van aandacht om de aantrekkingskracht van de binnenstad te vergroten. Ondanks de financiële en economische crisis mag Apeldoorn zich verheugen in investeringsbereidheid van ontwikkelaars. Dat is mede reden om nu door te pakken in de binnenstad. Uitvoering van de plannen creëert werkgelegenheid en levert een belangrijke bijdrage aan het vestigingsklimaat voor bedrijven en het binden van de jonge generaties. Het programma Binnenstad heeft daarmee nauwe dwarsverbanden met de programma’s Werken en Wonen.
21
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
6 Het financiële beeld uitgewerkt 6.1 Inleiding De oorspronkelijk ingeschatte bezuinigingstaakstelling van € 30 mln, is destijds deels gebaseerd op de verwachtingen rondom de rijkskortingen op de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Van rijkszijde kon daarover geen helderheid worden verschaft omdat de Tweede Kamerverkiezingen en de daarop volgende kabinetsvorming voor de deur stonden. Pas in december 2010 hebben wij met de toen uitgebrachte circulaire over het Gemeentefonds meer inzicht gekregen in de feitelijke financiële ontwikkeling. Nadien zijn gesprekken gevoerd tussen het kabinet en de medeoverheden (provincies, gemeenten en waterschappen) om tot een nieuw bestuursakkoord te komen. Dat heeft begin april van dit jaar een akkoord opgeleverd, waarmee het kabinet inmiddels heeft ingestemd. De ledenraadpleging onder gemeenten over dit akkoord vindt plaats op het aanstaande VNG-congres. Wij gaan op het akkoord verderop in dit hoofdstuk nader in. Een andere ontwikkeling van belang voor het financieel perspectief is de actuele positie van het gemeentelijk Grondbedrijf. Begin februari 2011 hebben de portefeuillehouders voor Grondzaken en Financiën u daarover gezamenlijk geïnformeerd. In het kader van de rekening hebben wij uw raad inmiddels voorgesteld een verliesvoorziening te treffen, hetgeen nadelige gevolgen voor de gemeentebegroting heeft. Maar er is ook een meevaller omdat de uitkering uit het Gemeentefonds minder is verlaagd dan aanvankelijk is ingeschat. Daartegenover staat dat er bij de decentralisatie van taken (met name één regeling voor de arbeidsmarkt, de dagbesteding en begeleiding in de AWBZ en de jeugdzorg) sprake is van efficiencykortingen op het budget die tot financiële knelpunten c.q. risico’s leiden.
6.2 Bestuursakkoord Rijk - VNG Wij gaan kort in op een aantal belangrijke onderdelen uit het bestuursakkoord, zoals de financiële verhouding en de drie voor gemeenten meest relevante decentralisaties. - Financiële verhouding/Gemeentefonds De onderhandelingen over het bestuursakkoord vonden plaats in de context van het regeerakkoord waarin de ombuigingstaakstelling van € 18 miljard voor het kabinet het uitgangspunt was. De VNG heeft voor wat betreft het Gemeentefonds o.a. ingezet op nieuwe afspraken over het instapniveau (de zogenaamde ‘trap op, trap af-systematiek’) en de effecten van het niet in 2011 realiseren van bezuinigingen door het Rijk. Het kabinet was echter onwrikbaar, waardoor ten opzichte van de decembercirculaire 2010 de accressen van het Gemeentefonds niet zijn verhoogd. Wel kwam het kabinet de VNG tegemoet in de efficiencykorting van € 100 miljoen op de regionale uitvoeringsdiensten. Deze korting is van de baan; het effect hiervan (voor ons structureel € 900.000 minder nadeel op het Gemeentefonds) hebben wij in de primaire ramingen van de BBB 2012-2015 verwerkt. - Decentralisaties De afspraken in het akkoord ten aanzien van ruimte, natuur en water zijn vooral gericht op de provincies en de waterschappen, maar raken uiteraard ook de gemeenten. Gelet op hun grote financiële en organisatorische impact beschouwen wij hier alleen de drie decentralisaties die het sociale domein aangaan. De nieuwe Wet Werken naar Vermogen (WWnV), overheveling van de AWBZ functie begeleiding naar de WMO en decentralisatie van de Jeugdzorg gaan gepaard met een budgetverschuiving van ca. € 8 miljard naar de gemeenten. Het kabinet heeft bij deze onderwerpen ruim € 1,5 miljard aan besparingen ingeboekt. Van belang zijn de volgende aspecten.
22
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Wij kunnen ons grotendeels vinden in de inhoud van de voorstellen over de jeugdzorg en de AWBZ functie begeleiding. Als eerste overheid kunnen gemeenten deze twee taken oppakken. Er moet beoordeeld worden of er voor specifieke groepen en taakonderdelen specifieke maatregelen nodig zijn. Naar onze mening moet tijdens het proces steeds gekeken worden of aan alle voorwaarden voor een zorgvuldige uitvoering door gemeenten is voldaan. De inhoud van de WWnV is met dit concept akkoord verbeterd; de gemeenten krijgen meer beleidsvrijheid dan eerder het geval was en de invoeringsdatum is een jaar uitgesteld. De financiële risico’s en onduidelijkheden zijn echter groot. Wij komen hier later op terug. Decentralisatie van de AWBZ-functie begeleiding en invoering van de WWnV staan gepland voor 2013. Overheveling van de jeugdzorg start in 2014 en moet in 2016 gerealiseerd zijn. Een intensieve voorbereiding voor gemeenten is nodig, juist terwijl die nu in een periode van bezuinigingen en inkrimpen zitten. Wij betwijfelen dan ook of het door het kabinet gewenste tijdpad volledig haalbaar is. Wij zijn van mening, dat bij alle drie decentralisaties het niet duidelijk is of de gemeenten voldoende gecompenseerd worden voor de uitvoeringskosten. De financiering van de programma uitgaven van de AWBZ-functie begeleiding en de jeugdzorg is redelijk helder. Wij worden in beide gevallen geconfronteerd met een efficiencykorting die wij binnen de kaders van deze nieuwe taken zullen proberen te realiseren. Voor wat betreft de programma uitgaven voor de WWnV en vooral het onderdeel sociale werkvoorziening voorzien wij grote financiële problemen. De inhoud van de Wet is nog niet volledig duidelijk en over de afspraken die in het akkoord zijn opgenomen, bestaan nog vele vragen. In dat licht zorgen kortingen op de sociale werkvoorziening en op het reïntegratiebudget (samen minimaal ca. € 850 miljoen) voor grote risico’s bij de gemeenten. Gelet op deze grote onzekerheden en risico’s is het de vraag of wij alle rijksbezuinigingen binnen de nieuwe budgetten kunnen opvangen, of kunnen doorgeven aan derden (bijvoorbeeld aan de Feluagroep). Wij hebben daarom in deze Voorjaarsnota in het geactualiseerd financieel perspectief rekening gehouden met een risicobuffer. - Overige effecten De VNG reageerde eerder uitermate kritisch op de in het regeerakkoord voorgenomen bezuinigingen op de brede doeluitkering verkeer en vervoer (BDU). Langs drie sporen bezuinigt het kabinet daar € 320 miljoen op, waarvan € 120 miljoen door verplichte aanbesteding van het openbaar vervoer in de grote drie steden. In het onderhandelingsakkoord is over de BDU slechts één zin opgenomen: “de BDU verkeer en vervoer wordt in lijn met het regeerakkoord overgeheveld naar de algemene fondsen”. Waarmee de VNG zich impliciet heeft moeten neerleggen bij de bezuinigingen op de BDU. Dat betekent een lagere geldstroom naar de provincies wat resulteert in minder budget voor gemeenten. Zeker in het licht van de bezuinigingen waar de provincies zelf voor staan.
6.3 Geactualiseerd financieel perspectief Het volledige financiële beeld voor de nieuwe meerjarenperiode 2012-2015 is in het volgende overzicht samengevat.
23
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Omschrijving
2012
2013
2014
2015
-12.097
-14.846
-16.296
-19.318
-7.750 -1.000
-1.400
-1.000
-900
687 76
1.395 155
2.123 236
2.874 319
1.400
900
400
200
5. Budget voor toekomstige ontwikkelingen
-1.000
-2.000
-3.000
-4.000
6. Effecten specifieke rijksmaatregelen en frictiekosten
-1.000
-2.000
-3.000
-3.000
7. Doorwerking tekorten Grondbedrijf
-3.262
-3.262
-3.262
-3.262
8. Voorstellen uit MPB 2011-2014; restanten a. lopend nieuw beleid b. lopende heroverwegingen c. aanpassing lopende heroverwegingen; frictiekosten BRW d. restant heroverwegingen uit 17 mln pakket e. niet te realiseren uit 17 mln pakket n.a.v. impactanalyse
-75 1.604 -415 4.099 -431
1.904 -173 8.176 -904
1.904
1.904
12.251 -1.428
12.251 -1.428
9. Uitwerking raadsopdracht kerntakendiscussie
1.894
5.463
8.190
9.810
10. Onontkoombare ontwikkelingen 2012-2015
-4.410 -pm
-2.460 -pm
-1.560 -pm
-1.560 -pm
-21.680
-9.052
-4.442
-6.110
1.490
3.230
4.470
6.110
-20.190
-5.822
28
0
20.190 0
5.822 0
-28 0
0 0
(bedragen x € 1.000; + = voordeel; - = nadeel)
1. Uitkomst BBB 2. Stortingen in de BROA, cf. MPB 2011-2014 a. eenmalige storting b. meerjarige stortingen 3. Prijsontwikkeling tarieven a. OZB: prijsontwikkeling cf spoorboekje (verhoging 1,9%) b. overige tarieven 4. Rentevoordeel
11. Subtotaal 12. Aanvullende dekkingsmiddelen 13. Totaal 14. Storting in (-) onttrekking aan (+) algemene reserve Einduitkomst 2012-2015
Ter toelichting merken we het volgende op: Ad 1. Uitkomst BBB Zoals gebruikelijk, ligt het startpunt voor het bepalen van de financiële positie voor de komende meerjarenperiode bij de Begroting Bestaand Beleid 2012-2015. Daarin zijn de door uw raad vastgestelde begrotingsbudgetten voor het jaar 2011 geëxtrapoleerd naar de nieuwe periode van vier jaar aan de hand van indexcijfers voor loon- en prijsstijgingen en rekening houdend met rente- en volumeontwikkelingen. De BBB toont de financiële situatie als het door uw raad vastgestelde beleid voor 2011 in de jaren 2012-2015 ongewijzigd wordt voortgezet. De ontwikkeling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is de belangrijkste factor die tot afwijkingen in de financiële positie ten opzichte van 2011 leidt. Op grond van de decembercirculaire 2010 is de algemene uitkering voor de jaren 2012-2015 becijferd. Zoals opgemerkt levert die doorrekening ten opzichte van de oorspronkelijke inschatting van ons tekort een aanzienlijke meevaller op die overigens alle gemeenten ten deel is gevallen.
24
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Uit wat we nu weten is er nadien een tegendraadse beweging in de ontwikkeling van de Gemeentefondsuitkering aan het licht getreden. Die wordt verklaard doordat het Rijk met ingang van 2012 de koppeling tussen de ontwikkeling van de rijksuitgaven en het Gemeentefonds herstelt (trap op, trap af-systematiek). Hierdoor werken enerzijds de ombuigingen op grond van het regeerakkoord van het kabinet Rutte evenredig door in het Gemeentefonds. Anderzijds is sprake van een positieve ontwikkeling in het Gemeentefonds doordat de jaarlijkse inflatoire stijging en een door het rijk ingeschatte economische groei in de uitkeringen worden verdisconteerd. De daarmee veronderstelde extra rijksuitgaven leiden volgens het kabinet per saldo tot een positief effect op het Gemeentefonds. Omdat ook het rijk de komende tijd voor een uitzonderlijk zware bezuinigingsopgave staat, is het de vraag of deze beleidslijn de komende jaren overeind blijft. Desondanks hebben wij gemeend de inschatting uit de decembercirculaire te moeten volgen. Hoewel per saldo sprake blijft van een negatieve ontwikkeling van het Gemeentefonds, leidt de uitkomst van de circulaire ten opzichte van onze oorspronkelijke inschatting tot het volgende voordelige verschil: (Afgeronde bedragen x € 1 mln)
2012
2013
2014
2015
Was: Ingeschatte rijksbezuinigingen Gemeentefonds MPB 2011-2014: a. Conform rapport Verkenningen b. Verwerkt voorschot in BBB 2011-2014 n.a.v. meicirculaire 2010 Per saldo nog te verwachten
-4 1 -3
-8 2 -6
-12 3 - 9
-15 5 -10
Wordt: Feitelijke effect decembercirculaire 2010 Gemeentefonds
-2
-3
-2
-2
Voordelig verschil
1
3
7
8
In de gepresenteerde BBB-uitkomst is dit voordelige verschil verwerkt. In de BBB zijn voorts alleen de structurele effecten van de bezuinigingen van uitsluitend de jaarschijf 2011 verwerkt. Het meerdere is verwerkt onder punt 8. Ook de inflatiecorrectie van de OZB en overige tarieven is niet rechtstreeks in de BBB verwerkt maar op uw verzoek afzonderlijk (onder punt 3) opgenomen. De effecten van de komende Meicirculaire zullen wij in het kader van een trendmatig begrotingsbeleid in de volgende meerjarenbegroting verwerken. Over eventuele substantiële afwijkingen in deze circulaire ten opzichte van de uitgangspunten in deze Voorjaarsnota zullen wij u uiteraard informeren. Ad 2. Stortingen in de BROA cf. MPB 2011-2014 Hier zijn de stortingen in de BROA gehandhaafd, zoals besloten in het kader van de MPB 20112014. Tegenover de structurele storting stond in het verleden een winstuitkering van het Grondbedrijf, die in de MPB 2011-2014 is geschrapt. De storting in 2015 is de laatste; daarna vindt er geen storting meer plaats. Zoals gebruikelijk is de BROA geactualiseerd en op verzoek van de raad opnieuw kritisch doorgelicht. De achtergronden daarvan zijn verderop in dit hoofdstuk beschreven. Met in achtneming van de hier vermelde eenmalige en meerjarige voeding, resulteert dat binnen de BROA in een nog te besteden ruimte van ca. € 8 mln. Wij stellen u voor om deze ruimte aan te houden met het oog op de investeringsagenda voor het verkrijgen van provinciale bijdragen en cofinancieringsbijdragen van andere overheden. Ad. 3. Prijsontwikkeling tarieven De OZB en overige tarieven zijn doorberekend met de gewogen inflatie-index. Het percentage bedraagt jaarlijks 1,9%.
25
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Ad 4. Rentevoordeel De economische crisis heeft een laag rentepeil tot gevolg. Met name (Nederlandse) overheden als ‘zekere’ partij profiteren daarvan. Ook wij hebben dit voordeel binnen het kader van onze financieringsbehoefte maximaal uitgebaat. De voorcalculatie leidt in 2012 tot een structureel rentevoordeel van € 2,5 mln, dat in de jaren daarna – vanwege de verwachte oplopende rente – afneemt tot € 1,3 mln in 2015. Daar staat tegenover dat in het verleden op uw voorstel door de raad is besloten, om rente over enkele bestemmingsreserves aan de Algemene Reserve toe te voegen, die vervolgens ten gunste van de Algemene Dienst werd gebracht. Dat is vanwege het opheffen van een deel van deze bestemmingsreserves en gelet op de ontwikkeling van de Algemene Reserve thans niet meer houdbaar. Dat leidt tot een structureel nadeel van € 1,1 mln. Het saldo van beide ontwikkelingen is hier opgenomen. Ad 5. Onontkoombaar Conform de ingezette lijn in het bestuurakkoord is voor elk komende MPB een structurele reeks van € 1 mln opgenomen voor onontkoombare ontwikkelingen. Voor de komende vier MPB’s resulteert dit in een oplopend budget tot € 4 mln. Ad 6. Effect specifieke rijksmaatregelen bestuurakkoord kabinet-VNG en frictiekosten Onder 6.2 hebben we de gevolgen van het bestuurakkoord VNG-Kabinet toegelicht en gewezen op de financiële risico’s die het akkoord met zich meebrengt. Daarnaast is het niet alleen de gemeente, maar ook het Rijk en de provincie bezuinigen fors. Het risico van stapeling van ombuigingen op eenzelfde beleidsveld is aanzienlijk, hetgeen tot een ongewenste cumulatie van bezuinigingen kan leiden. We trachten uiteraard doublures te voorkomen, maar geheel uitsluiten kunnen wij dit vanwege het ontbreken van een totaalbeeld niet. Voorts dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van tegenvallers als blijkt dat toekomstige bezuinigingen bij nadere uitwerking niet allemaal voor de volle 100% te realiseren zijn. Daarvan tekenen zich nu al de eerste effecten af. Bij nader inzien is ons namelijk gebleken dat van de in de MPB 2011-2014 reeds ingeboekte bezuinigingen er enkele niet geheel zijn te realiseren. Tenslotte zullen wij te maken krijgen met frictiekosten, vooral in de personele sfeer als gevolg van de bezuinigingen die we ons zelf opleggen en die in een rap tempo gerealiseerd moeten worden. De interne frictiekosten, die primair voortvloeien uit de in de MPB 2011-2014 opgenomen € 17 mln bezuinigingen, die grotendeels op personele budgetten neerslaan, zullen we in eerste instantie proberen op te vangen via de concernreserve bedrijfsvoering. De vraag is echter of deze reserve voor dit doel in de komende jaren, waarin en de bezuinigingen en dus ook de frictiekosten zullen oplopen, toereikend zal zijn. Gelet op voornoemde ontwikkelingen hebben wij voor het opvangen van de te verwachten tegenvallers een buffer, oplopend tot € 3 mln in 2014 e.v. jaren, opgenomen. Wij achten de omvang van deze buffer in het licht van de gemelde risico’s van bescheiden omvang. De decentralisatiemaatregelen van het rijk staan gepland voor de latere jaren. De budgetten die zijn opgenomen in de jaren die daaraan voorafgaan, zijn bedoeld voor het opvangen van frictiekosten, die het gevolg zijn van de invulling van de bezuinigingen en de organisatieontwikkeling. Ad 7. Doorwerking tekorten Grondbedrijf en voeding Algemene Reserve In de onlangs aan u gepresenteerde jaarrekening 2010, stellen wij u voor om een verliesvoorziening te treffen in verband met de tekorten van het Grondbedrijf. Daartoe stellen wij u voor om de kapitaallastenreserve Omnisport op te heffen. Gelet op de ontwikkeling van de Algemene Reserve hebben we daarin ook voorgesteld om de bestemmingsreserve VNB-gelden, voorzover het de intern belegde middelen betreft, op te heffen en aan de Algemene Reserve toe te voegen. Beide voorstellen gaan gepaard met een structurele rentederving voor de Algemene Dienst van afgerond € 3,2 mln. Dat nadeel is onder dit punt opgenomen.
26
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Ad 8. Voorstellen uit MPB 2011-2014 De bedragen van de voorstellen voor nieuw beleid en heroverwegingen, die de raad via de MPB 2011-2014 voor het jaar 2011 heeft vastgesteld, zijn structureel verwerkt in de BBB-uitkomst onder ad 1. Het meerdere t.o.v. deze jaarschijf is onder ad 8 vermeld. Onder a staat het restantbedrag vermeld voor lopend nieuw beleid. Onder b staat de restantbudgetreeks die voortvloeit uit eerdere heroverwegingen. Daar maakt een bezuiniging op de brandweer deel van uit. Onder c staat vermeld dat de bezuiniging op de brandweer in 2012 voor een bedrag van € 415.000 en in 2013 voor een bedrag € 173.000 niet haalbaar blijkt. Dit houdt verband met de vertraging die ten opzichte van de oorspronkelijke planning is ontstaan. De budgetreeks onder d heeft betrekking op het restant van het bezuinigingspakket van € 17 mln. Ook hiervoor geldt dat het te bezuinigen bedrag in 2011 structureel in de BBB-uitkomst is verwerkt. Voor de jaren 2012 e.v. resteert de vermelde budgetreeks. Op grond van een impactanalyse is gebleken dat een deel van de bezuinigingen uit het € 17 mln-pakket bij nader inzien door ons college als ongewenst wordt beschouwd. Het betreft bezuinigingen op onderdelen, die we in bijlage 2 hebben toegelicht. Onder e is het hiermee gemoeide nadeel opgenomen. Ad 9. Uitwerking raadsopdracht kerntakendiscussie De hier opgenomen budgetreeks heeft betrekking op de uitwerking van de € 13 mln-raadsopdracht. Naar aanleiding van een eerste ambtelijke uitwerking van uw opdracht hebben wij geconstateerd dat bezuinigingsmaatregelen tot een omvang van € 13 mln, op onderdelen te ver doorschieten en tot onherstelbare schade leiden. Wij hebben vervolgens een impactanalyse laten opstellen. In deze analyse zijn de (maatschappelijke) effecten van de uitgewerkte bezuinigingen kritisch doorgelicht. Dat heeft geresulteerd in een tweetal varianten. Wij hebben gekozen voor de meest vergaande variant. Dat houdt in dat de totale omvang van de bezuinigingsvoorstellen door ons is teruggebracht tot een structurele bezuiniging, die in 2015 oploopt tot ruim € 9,81 mln. De specifieke uitwerkingen van deze bezuinigingsvoorstellen zijn te raadplegen op onze gemeentelijke website www.apeldoorn.nl. Een samenvattend financieel overzicht van de bezuinigingen is opgenomen onder bijlage 3 van deze nota. Ad. 10 Onontkoombare ontwikkelingen Wij hebben naar aanleiding van een inventarisatie besloten tot opname van enkele, in politiekbestuurlijk opzicht, onontkoombare ontwikkelingen. Die leiden in totaal tot een budgetbeslag van afgerond € 4,4 mln in 2012, afnemend tot € 1,6 mln in 2014 e.v. jaren. In het volgende overzicht zijn ze opgenomen. De toelichtingen op deze onderdelen zijn vermeld in bijlage 4.
27
Voorjaarsnota 2011
Port. houder
Naar een nieuwe balans
Prod Omschrijving
2012
140 140
3. Openbare orde en veiligheid Uitbreiding beleidslijn BIBOB Veiligheidshuis
RM RM OP RM
210 210 550 560
6. Beheer openbare ruimte en versterking openbaar groen Versterking kanaalbrug Beheer openbare ruimte Beken en sprengen, Eendrachtspreng (BROA, proj.nr. 3.13) Eikenprocessierups
PB HW
480 480
7. Onderwijs, opvoeden en opgroeien Huisvesting Real-X Bestemmingsreserve HBO
FdG FdG
FS FS
610 614
2014
2015
-35 -pm
-35 -pm
-35 -pm
-35 -pm
-300 -600 (-100) -200
-600 (-150) -200
-600
-600
-200
-200
-pm -750
-pm
-pm
-pm
8. Inkomensvoorziening, dienstverlening en activering Bijstand I-deel WWB Bijzondere bijstand/minimabeleid - tegenvaller - bezuiniging cf raadsbesluit 17-12-2010
-pm
-pm
-pm
-pm
-1.500 925
-1.500 925
-1.500 925
-1.500 925
9. Volksgezondheid en zorg Tegenvaller WMO (raadsbesluit 31-03-2011)
-1.700
-900
0
10. Sociale leefomgeving en samenlevingsopbouw Subsidie Stichting 'kLeef Dekking t.l.v. stelpost WMO
-30 30
-30 30
-30 30
-30 30
-pm
-pm
-pm
-pm
-100 -150
-150
-150
-150
-4.410
-2.460
-1.560
-1.560
PB
622
PB
620
OP
540
12. Kunst, cultuur, behoud historie Orpheus
810 810 810 810
13. Ruimtelijke ordening, ontwikkeling, visie-ontwikkeling en gebiedstransformatie Structuurvisie Apeldoorn Binnenstad (BROA) De Maten (BROA) Stedendriehoek
RM FS RM HW
2013
Totaal
Ad 11. Subtotaal Het subtotaal resulteert in de laatste jaarschijf in een negatief saldo van € 6,11 mln. Zoals bekend mag de laatste jaarschijf conform de bepalingen in de Gemeentewet geen tekort vertonen, maar dient tenminste structureel sluitend te zijn. Tekorten in de jaren daarvóór zijn wettelijk toegestaan, mits ze uit de Algemene Reserve zijn op te vangen. Wij hebben daarom naar aanvullende dekkingsmaatregelen omgezien. Ad 12. Aanvullende dekkingsmaatregelen De aanvullende dekkingsmiddelen hebben een overwegend financieel-technisch karakter. Wij beschouwen ze als voorwaardelijk in die zin, dat wanneer betere financiële tijden aanbreken, ze als eerste worden teruggedraaid. In het volgende overzicht hebben we ze samengevat.
28
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Benutte oplossingsrichtingen dekking tekort 2012-2015
Verlagen indexering materiële kosten met jaarlijks 1%
2012
740
2013
1.480
2014
2.220
2015
2.960
BROA: schrappen storting in BROA jaarschijf 2015 Kwijtschelding rioolrecht onderbrengen in tarief
-
Toeristenbelasting/forensenbelasting i.c.m. subsidie VVV: schrappen aanvullende bezuiniging VVV dekking door verhoging toeristenbelasting Toeristenbelasting; schrappen forfait Invoering forensenbelasting Aanvullend rentevoordeel Verlagen budget voor toekomstige ontwikkelingen Totaal
900 100
100
100
100
-100 100 150
-200 200 150 500
-250 250 150 500
-250 250 150 500
500
500
500
500
0 1.490
500 3.230
1.000 4.470
1.000 6.110
Ter toelichting merken we het volgende op: -
Verlagen indexering interne materiële kosten De interne materiële kosten zijn in de BBB geïndexeerd met jaarlijks 2,75% (inflatiecorrectie). Verlagen van de indexering met in elk jaar 1% leidt tot verlaging van de bestedingsruimte en dus tot een voordeel voor de Algemene Dienst.
-
BROA In 2015 vindt de laatste storting in de BROA plaats. Die kan worden geschrapt. De bestedingsruimte binnen de BROA wordt hierdoor tot ongeveer € 7 mln teruggebracht.
-
Kwijtschelding onder brengen in tarief Wettelijk is het toegestaan om de kosten van kwijtschelding volledig in de betrokken tarieven door te berekenen. Het grootste deel van de kwijtscheldingskosten voor het rioolrecht wordt al in het rioolrecht doorbrekend. Er resteert nog een bedrag van € 100.000 waarvan wij voorstellen ook die in de tarieven door te berekenen.
-
Toeristen- en forensenbelasting In het bezuinigingspakket is een subsidiekorting voor de VVV opgenomen. Een alternatief is om het subsidie in stand te houden en het niet doorvoeren van de subsidiekorting te dekken uit een extra opbrengst uit de toeristenbelasting. Dat vraagt om een verhoging van 9% in 2012, 8% in 2013 en 4% in 2014. Een andere maatregel betreft de afschaffing van het forfaitaire tarief voor de toeristenbelasting. Dit is destijds als keuzemogelijkheid ingevoerd ter vermijding van administratieve lastendruk in de vorm van het bijhouden van een nachtregister door de recreatieondernemers. Het is aan de ondernemers om te kiezen voor het forfaitaire tarief (een afkoop ineens) dan wel voor een afdracht van de toeristenbelasting op grond van een bij te houden nachtregister. Enkele ondernemers hanteren het forfaitaire tarief. Inmiddels heeft de rijksbelastingdienst het bijhouden van een nachtregister verplicht gesteld. Daarmee verliest de forfaitaire optie zijn betekenis. Ingeschat wordt dat door opheffing van deze optie er een meeropbrengst ontstaat van structureel € 150.000. Apeldoorn is één van de weinige recreatiegemeenten die geen forensenbelasting heeft ingevoerd. Bij een gemiddeld tarief genereert dit een opbrengst van structureel € 0,5 mln. Wij hebben deze opbrengst vooreerst in 2013 geraamd, zodat we gelet op het voorwaardelijke karakter van dit voorstel, de financiële ontwikkelingen in 2012 kunnen afwachten alvorens tot definitieve invoering te besluiten.
29
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
-
Aanvullend rentevoordeel In het geactualiseerd financieel perspectief is reeds een voorgecalculeerd rentevoordeel opgenomen. Daar liggen berekeningen op grond van marktverkenningen omtrent de renteontwikkeling aan ten grondslag. Maar verkenningen zijn verkenningen; niemand die met zekerheid de rente kan voorspellen. Met het opnemen van een extra rentevoordeel van structureel € 0,5 mln lopen we risico. Het zou kunnen betekenen dat we in plaats van rentevoordelen die we in de afgelopen periodes in de turap en rekening hebben gemeld, we in de komende periode een rentenadeel moeten melden. Desalniettemin hebben we dit voordeel ingeboekt.
-
Verlagen budget voor toekomstige ontwikkelingen Het in het geactualiseerde financiële perspectief opgenomen budget voor toekomstige ontwikkelingen (voor elke komende MPB structureel € 1 mln) hebben we ingaande 2013 verlaagd met € 0,5 mln en in 2014 e.v. jaren met € 1 mln, aangezien we in deze Voorjaarsnota al rekening hebben gehouden met enkele onontkoombare ontwikkelingen.
Ad 13 Totaal Met inbegrip van de aanvullende dekkingsmiddelen is de laatste jaarschijf financieel sluitend. De uitkomsten van de jaren die daaraan voorafgaan worden verrekend met de Algemene Reserve.
6.4 Doorrekening Algemene Reserve De Algemene Reserve is geactualiseerd, o.a. door verwerking van het financiële resultaat van de Jaarrekening 2010. Voorts is rekening gehouden met een te verwachten bijdrage van derden van € 20 mln, die verband houdt met de problematiek rondom ons Grondbedrijf. Met inachtneming van de verrekening van de uitkomsten van de jaarschijven 2012 t/m 2015, resulteert de Algemene Reserve in een stand van afgerond € 22 mln per eind 2015.
6.5 Opnieuw kritische doorlichting van BROA-budgetten Bij de vaststelling van de MPB 2010-2013 heeft uw raad een amendement aangenomen waarin voorgesteld wordt alle budgetten van BROA-projecten die zich in de initiatief- en planningsfase bevinden op pm te ramen, met uitzondering van projecten waarvoor: - financiële verplichtingen zijn aangegaan; - een pm-raming tot gevolg zal hebben dat subsidie verloren gaat. Op 17 juni 2010 hebben wij de uitwerking van dit amendement ter vaststelling aan u voorgelegd. Eén van de gevolgen van deze uitwerking was dat door de vervanging van budgetten door pmramingen, een opgenomen inverdientaakstelling van € 5,2 mln binnen de BROA kon worden geschrapt. Dat stuitte op het bezwaar vanuit uw raad, dat deze taakstelling hiermee feitelijk alleen op pm geraamde BROA-projecten en dus niet op alle BROA-projecten zou worden afgewenteld. Reden waarom u ons heeft verzocht om alle BROA-budgetten kritisch te beoordelen op mogelijkheden tot verlaging. Die exercitie hebben wij afgerond. De conclusie is dat mede gelet op eerdere kritische doorlichting van BROA-budgetten, er geen andere mogelijkheden zijn om in te verdienen op de budgetten. Een uitzondering hierop vormt het BROA-project Tunnel Zutphensestraat. Dit project resulteert in een voordelig saldo van € 3,5 mln. Het project omvat de realisatie van de tunnel en het opheffen van overwegen Kanaal Noord. Het voordelig verschil ad € 3,5 mln. wordt ten gunste gebracht van het saldo van de BROA. Daarnaast merken we op dat in de MPB 2011-2014 de bezuiniging uit het rapport Verkenningen Bezuinigingsmaatregelen Formatie 2010 op het BROA-project ‘aanleg beken en sprengen’ is verwerkt. Het totaalbudget ad € 0,85 mln is daardoor in de BROA geheel geschrapt en vervolgens aan de algemene reserve toegevoegd.
30
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Uw gemeenteraad heeft echter bij besluit van 25 september 2008 een krediet van € 4,1 mln. beschikbaar gesteld voor het herstel van de Eendrachtsprengen. Het gemeentelijk aandeel daarin is ca € 2 mln. Het overige deel wordt betaald door het rijk en het waterschap. Als dekking voor het gemeentelijk aandeel is € 0,3 mln. vanuit de BROA toegezegd ten laste van het destijds beschikbare BROA-budget van € 0,85 mln. Aangezien dit budget niet meer beschikbaar is, hebben wij het benodigd bedrag ad € 0,3 mln. thans in de BROA (jaren 2011 t/m 2013) opgenomen. De besteedbare ruimte binnen de BROA bedraagt om en nabij € 7 mln. Het voornoemde amendement voorziet er ook in om - zodra opportuun –via uw raad pm-ramingen weer van bedragen te voorzien. Daartoe zien wij in afwachting van de afronding van de investeringsagenda op dit moment geen aanleiding.
31
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
7 Organisatie in verandering Wij gaan de komende jaren op weg naar een overheid die minder verantwoordelijkheid en zeggenschap van de burgers overneemt. Wij zullen meer vertrouwen op de kracht van de samenleving. Dit doen wij ook in het besef dat het financieel niet meer te behappen is om zelf de organisator en financier te zijn op tal van beleidsterreinen. Behalve prudent omgaan met het invullen van een grote bezuinigingopdracht, wil ons college daarom tevens de basis leggen voor een bestuursstijl en werkwijze die aansluit bij de gemeente-nieuwe stijl. Dat wil zeggen bij een overheid die durft los laten, maar er wel is als het echt moet, die vertrouwt op de veerkracht en het initiatief van de lokale samenleving en die zelf agendeert, initieert, verbindingen legt en zijn eigen taken excellent uitvoert. De opgaven waar onze gemeente voor staat, kunnen niet worden gerealiseerd met instandhouding van de huidige werkwijze en organisatie. In deze paragraaf schetsen wij uw raad hoe de organisatie van de gemeente Apeldoorn zal gaan veranderen. Wij merken daarbij op dat er nog belangrijke onzekerheden zijn – eerder in de nota wezen wij daar al op. Rijkstaken zullen worden gedecentraliseerd, maar lang niet alle consequenties daarvan zijn op dit moment te overzien. Verdere regionalisering van overheidstaken zal de komende jaren ook een grote rol gaan spelen, de vorm waarin kan per taakveld verschillen. Gaandeweg zal pas duidelijk worden waar wij precies uitkomen. Dat betekent dat de organisatieverandering een project zal zijn én een proces. De grote lijnen zijn wel duidelijk, het perspectief voor een andere gemeentelijke organisatie geven wij hieronder aan. In de afgelopen maanden zijn er heel wat ideeën voor ‘de andere gemeente’ geopperd. De nieuwe organisatie die ons college voor ogen staat, moet flexibeler, meer op resultaat gericht en goedkoper zijn. Kort uitgewerkt betekent dat het volgende. Meer flexibiliteit moet leiden tot een compactere en eenvoudiger organisatie. Die is nodig om goed te kunnen inspelen op de veranderende rolopvatting van onze gemeente waarbij alleen kerntaken worden behartigd, meer in wijken gebeurt, meer aan de burger wordt overgelaten, meer nadruk ligt op collectieve preventie dan op individueel maartwerk, en waarbij de gemeentelijke activiteiten verschuiven van advisering en beleid naar (regie op) uitvoering. Een op resultaat gerichte organisatie vergt een sterkere sturing. De rol die de gemeente houdt, moet op een efficiënte en effectieve manier worden uitgevoerd. Meer dan voorheen zal een beroep worden gedaan op vernieuwing en integraliteit. Dat betekent dat de sturing wordt versterkt, in het bijzonder de sturing op het concern als geheel. Het huidige financieel perspectief noodzaakt tot een goedkopere organisatie. Los daarvan zal ook in onze organisatie, die nu eenmaal weinig marktwerking kent, steeds worden nagegaan wat de efficiëntste manier is om de taken uit te voeren. Met een aldus ingerichte organisatie en een aangepaste werkwijze kan op de kosten worden bespaard. Bij de afronding van het geschetste veranderingsproces zal er in 2015 een organisatie staan waarvan wij verwachten dat er zo’n tweehonderd medewerkers minder werkzaam zijn dan in 2010. Daarbij houden we rekening met te verwachten takenreductie en uitplaatsing van personeel. Wij baseren die inschatting op het takenpakket dat onze gemeente in 2010 onder handen had. Anderzijds zal er waarschijnlijk meer personeel nodig zijn door de aangekondigde overheveling van rijkstaken naar de gemeenten. De organisatie zoals wij die gaan vormgeven, zal goedkoper moeten zijn waardoor de taakstelling van € 7,8 mln. op de organisatie zoals die eerder in deze Voorjaarsnota is aangekondigd en toegelicht, in ieder geval zal worden gerealiseerd. Tevens zal in de loop van het veranderingstraject
32
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
worden nagegaan of daarbovenop nog extra bezuinigingen mogelijk zijn. Gedwongen ontslagen worden zoveel mogelijk voorkomen, maar uitsluiten kunnen wij dit niet. In het proces van organisatieverandering zal het op afstand zetten van gemeentelijke taken ook nadrukkelijk aan de orde komen. Verschillende wegen staan daartoe open, zoals regionale samenwerking, uitbesteding, gezamenlijke dienstverlening. In onze opvatting is uitbesteden overigens nooit een doel op zichzelf, maar een middel om wat ons voor ogen staat te bereiken. In onze huidige organisatie onderscheiden we drie clusters van uitvoerende taken waarvoor de geschetste benadering opgaat: het fysieke domein (de uitvoerende taken in de openbare ruimte); het sociale domein (de taken rondom werk en inkomensvoorziening) en de ondersteunende taken zoals die in hoofdzaak door de dienst Middelen worden uitgevoerd. Voor alle drie de categorieën geldt dat de taken in de toekomst meer regionaal, in samenwerking met andere partijen zullen worden uitgevoerd. We hebben daar al ervaring mee – als voorbeeld noemen we werk en inkomen. In het kader van de organisatieverandering gaan we op meer beleidsterreinen op zoek naar verdere samenwerking met buurgemeenten als dat tot wederzijds (ook financieel) voordeel leidt. In afwachting van die exercitie zullen wij op dit moment prudent omgaan met het uit handen geven van uitvoerende taken. In de nieuwe organisatie zullen zij wél elk als eenheid worden aangestuurd, zodat samenwerking of verzelfstandiging naderhand, in welke vorm dan ook, gemakkelijk te realiseren zal zijn. Voor de zomer zullen een bestuurlijke visie op de organisatieverandering en een plan van aanpak voor uitwerking en invoering van ‘de andere gemeente’ op papier staan. Een bestuurlijk-ambtelijke stuurgroep zal het veranderingsproces begeleiden.
33
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
8 Afsluiting Deze Voorjaarsnota is de vertaling van de intenties die wij in ons collegewerkprogramma hebben uitgesproken en de kerntakendiscussie die daarop volgde. De broekriem is fors aangetrokken vanwege de financiële situatie. Maar de insteek is ook inhoudelijk: wij willen hiermee een basis leggen voor de bestuursstijl van ‘de andere gemeente’ die wij voor ogen hebben. Als overheid moeten we de komende jaren een stap terug doen. Tegelijkertijd willen we ook vooruitgang blijven boeken. Dat klinkt tegenstrijdig, maar is het niet. Wij stellen een groot vertrouwen in de veerkracht van inwoners, hun betrokkenheid en sociale verbanden, lokale en regionale bedrijven en maatschappelijke partners. Door de sociaal-maatschappelijke en culturele infrastructuur waar mogelijk intact te laten en de focus dichter bij de inwoners, in de wijken en dorpen, te leggen, denken wij voldoende basis te bieden om een goed woon-, leef- en werkklimaat in de gemeente in stand te houden. Wij zijn intensief in gesprek met werkgevers, onderwijspartners, dorps- en wijkraden en partijen op de woningmarkt over de toekomst van Apeldoorn. Daarmee sluiten wij aan bij de ambitie om de relatie burger-overheid op een meer eigentijdse leest te schoeien. Dat is één van de doelen die het gemeentebestuur in het Strategisch Kader 20102020 benoemde en die wij in ons bestuursakkoord centraal hebben gesteld. Ondanks de veranderde perspectieven blijven ook de andere ambities die wij in het Strategisch Kader hebben gesteld, koersbepalend voor Apeldoorn op weg naar 2020. Een aantrekkelijke binnenstad, het bieden van woon-, werk- en opleidingsperspectieven voor jonge mensen, voorsorteren op de vergrijzing, oog voor bestaande kwaliteiten: het zijn naar onze mening opgaven van doorslaggevend belang om onze stad en de dorpen aantrekkelijk en vitaal te houden. Als gemeente houden wij deze thema’s hoog op de politieke agenda. Wij stellen die aan de orde, communiceren daarover, initiëren het debat met de samenleving en stemmen de uitvoering van onze kerntaken daarop af. Dat doen we samen met andere partijen. Dat betekent dat we het tempo van ontwikkelingen niet kunnen dicteren, maar moeten afstemmen met die andere partijen. Onze rol zal van kleur verschieten. Voor het creëren van een gemeente die plaats maakt voor (partijen in) de samenleving die mede sturing en vorm geven aan de stad van de toekomst, is een proces van organisatieverandering in gang gezet. Behalve het herijken van ons takenpakket en de gevolgen daarvan voor het personeel en de organisatiestructuur, zal ‘de andere gemeente’ om andere werkmethoden, een andere houding, een andere cultuur vragen van de ambtelijke organisatie, het college en de raad.
34
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Bijlage 1 Stand van zaken collegewerkprogramma (stand van zaken per medio april 2011)
1.1 De andere gemeente 1. Veiligheid is van ons allemaal Doel: het genereren van een gezamenlijke verantwoordelijkheid, komen tot een nadere invulling van de gemeentelijke regierol. Toelichting: naast de inzet van professionals gaan wij inwoners, instellingen en bedrijven bewegen om ons mee te helpen de problemen op het gebied van integrale veiligheid aan te pakken. Bij het benoemen van de problemen laten wij ons niet louter leiden door politiestatistieken en andere onderzoeken maar óók door de mening van de samenleving. Als gemeente vervullen wij een initiërende en ondersteunende rol en zorgen wij voor samenhang en verbinding. Stand van zaken: voorstel voor de nieuwe werkwijze is in oktober 2010 in de raadswerkgroep besproken. Voorbereidingen veiligheidsplan worden opgestart. De Contourennota Veiligheidsplan is inmiddels vastgesteld, de raadswerkgroep heeft er op 31 maart 2011 over gesproken. De vervolgstap is voorinspraak met dorps- en wijkraden en betrokken ketenpartners. Vaststelling van het Veiligheidsplan 2011-2014 is gepland uiterlijk einde 2e kwartaal 2011. 2. Iedereen doet mee Doel: investeren in de kracht van de samenleving Toelichting: bezuinigingen op de AWBZ maken dat burgers minder begeleiding en ondersteuning ontvangen. Inmiddels heeft de raad besloten om ook de verstrekkingen uit de Wmo te versoberen. Hierdoor is een ruimer beroep op de zelfredzaamheid noodzakelijk. Onze visie hebben wij inmiddels neergelegd in de (concept)nota “Iedereen doet mee!”. Bij het zoeken naar oplossingen komen, wat ons betreft, achtereenvolgens de eigen mogelijkheden, het eigen sociale netwerk, algemene voorzieningen, collectieve voorzieningen en éérst daarna individuele voorzieningen in beeld. Met het - op deze wijze – straks opvangen van de AWBZ maatregelen sorteren wij voor op een totale rolverandering binnen het gehele sociale domein. Ook ‘de kanteling van de Wmo’ en de maatschappelijke opvang willen wij in dit perspectief bezien. Stand van zaken: eind maart 2011 is in een ambtelijke workshop de conceptnota uit 2010 opnieuw beschouwd vanuit de actualiteit. Geconstateerd werd dat de nota nog steeds op grote lijnen actueel is en niet behoeft te worden aangepast. 3. Vermindering regeldruk Doel: minder administratieve lasten voor burgers, ondernemers én de gemeente. Toelichting: wij gaan de komende vier jaren de toegevoegde waarde van iedere nieuwe regel nadrukkelijk screenen. Regels die belemmerend zijn voor ontplooiing van de wijken, het herstel van de economie en de voortgang van de woningbouwproductie worden kritisch bezien en zonodig aangepast of afgeschaft. Wij volgen ontwikkelingen elders en richten een regiepunt best practices vermindering regeldruk in. Goede voorbeelden nemen wij over. Stand van zaken: het regiepunt best-practices is ingericht, contactpersonen bij de diensten zijn aangesteld. Een notitie over de werkwijze van het meldpunt is begin 2011 in het MT vastgesteld. De eerste 40 best practices zijn in de organisatie uitgezet en voor een groot deel doorgevoerd. Op enkele beleidsterreinen wordt nog gewerkt aan wijziging van beleid en/of regelgeving. 4. Meer vertrouwen, minder controle, anders vergunnen Doel: vereenvoudiging en versnelling aanvraagprocedures. Toelichting: door ‘rolomkering’ bij het verlenen van de bijstandsuitkering wordt de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de informatie bij de burger zélf gelegd. Controle vindt achteraf en steekproefsgewijs plaats. Wij onderzoeken zowel binnen als buiten het sociale domein, of deze rolomkering breder kan worden toegepast. Ook wordt onderzocht hoe voorkomen kan worden dat de gemeente een vertragende factor is
35
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
bij de afgifte van bouwvergunningen. Daartoe wordt de bouwregelgeving onderzocht en wordt gekeken naar best-practices. Stand van zaken: net als alle andere gemeenten ondervindt Apeldoorn hinder bij de invoering van de Wabo. De back-office moet verschillende deelprocessen coördineren die doorlopen moeten worden bij een vergunningaanvraag. Dat is geen zorg meer van de aanvrager. Het eerste halfjaar staat dan ook in het teken van het op orde krijgen van de werkprocessen en het uitleggen van de Wabo aan de aanvragers. Dit is de eerste zorg bij het project “sneller vergunnen”. Een gedachtewisseling met het bestuur staat voor juni 2011 op de rol. Eind van dit jaar krijgt het college een plan van aanpak.
1.2 Krachtwijken, prachtdorpen 5. Naar een nieuwe stadsdeelaanpak Doel: het vergroten van de wijkinvloed, vermindering centrale sturing vanuit het stadhuis. Vergroten zichtbaarheid van de gemeente in de wijk. Toelichting: de stadsdeelaanpak loopt vier jaar en wordt op dit moment geëvalueerd. Op hetzelfde moment hebben wij nieuwe inzichten verkregen over de verbreding en verdieping van de stadsdeelaanpak die wij in dit werkprogramma hebben verwoord. Daarnaast speelt een kerntakendiscussie die ook haar invloed zal hebben op de rol van de gemeente en de partners in de wijken. Na afronding van de kerntakendiscussie gaan wij onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om zaken concreet over te dragen aan de wijk. Wij maken hierbij gebruik van best-practices uit andere gemeenten. Wij gaan de invloed van de wijk op de beheersbudgetten van de dienst Openbare Werken en de afdeling Wijkzaken vergroten. Hiervoor introduceren wij een menukaart (openbare werken). Op deze wijze krijgen de bewoners een goed zicht op de keuzemogelijkheden (en op de kosten). Wij streven naar een herkenbare en zichtbare gemeente. Accent in de communicatie ligt niet op plannen en processen maar op het doen. Via nieuwe sociale media gaan wij proberen een betere verbinding te krijgen met de wijken. Stand van zaken: het college heeft de evaluatie van de stadsdeelaanpak en het verbeterplan van de Publiekdienst besproken begin april 2011 en ingestemd met het plan. De eerder genoemde verbindingsgroep zal sturen op de verdere ontwikkeling. Aan het einde van deze collegeperiode is de nieuwe werkwijze volledig operationeel en zijn de stadsdeelmanagers verbinders die met recht van spreken vanuit de wijkgedachte regisseren. In het eerste helft van 2011 wordt een inventarisatie van alternatieve vormen van burgerparticipatie gepresenteerd. In het eerste kwartaal 2011 spreken de wijken via het stadsdeelplatform in over de inzet van fysieke wijkbudgetten. Het streven is om in 2014 op geheel nieuwe wijze in contact te staan met de (inwoners van de) wijken. 6. ‘Stadsdeelgewijze’ organisatie van ons werk Doel: vergroten van de zichtbaarheid en de herkenbaarheid van de gemeente in wijken en dorpen. Toelichting: wij gaan ons werk kleinschaliger organiseren. Wij constateren dat de gebiedsgerichte aanpak van de dienst Openbare Werken bijdraagt aan de informele contacten met de wijkbewoners en dat kleine klachten snel worden opgepakt. Deze werkwijze willen wij verbreden richting sociale kolom. Binnen de afdeling Beleid van de dienst Samenleving is daartoe o.a. het programma Wijkwelzijn & Voorzieningen ingericht. Doel: een nog betere samenwerking om de wisselwerking en invloed van de wijk op de programma’s beter te verankeren. Op 17 maart 2011 is er een kick off- bijeenkomst geweest met programmamanagers, medewerkers van de afdeling Maatschappelijk beleid en de afdeling wijkzaken c.q. stadsdeelmanagers. Stand van zaken: per 1 januari 2011 bestrijken vier sociale teams de gehele gemeente Apeldoorn. In de loop van het jaar wordt dit zorgnetwerk verder ontwikkeld zodat het netwerk in 2012 volledig in beheer van de deelnemende organisaties is. Sinds het tweede kwartaal 2011 functioneren drie buurtregisseurs vanuit de dienst samenleving. In nauwe samenwerking met de stadsdeelmanagers bieden zij in navolging van de aanpak in het Vogelkwartier laagdrempelig en aan huis zorg en activering aan. Ook is een wijkgerichte
36
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
benadering van moeilijk bemiddelbare uitkeringsgerechtigden gestart. Het zorgloket is begonnen met een proef waarbij medewerkers in de wijk de vraag en behoefte vanuit de wijk op zorggebied traceren en invullen. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte. Per stadsdeel wordt in 2011 in samenspraak met de stadsdeelmanagers en de dorps- en wijkraden bepaald welke toezichtstaken prioriteit hebben. Wijkzaken en de dienst ruimtelijke ontwikkeling zijn in overleg over samenwerking en afstemming van elkaars activiteiten. Datzelfde gebeurt met de corporaties. In de notitie “Samen voor de buurt” in voorbereiding worden voorstellen gedaan om de wijkgerichte invalshoek vanuit het RO-werkveld te vergroten.
1.3 Wonen op maat 7. Eenduidige woonagenda Doel: passende woonruimte voor iedereen. Toelichting: wij versterken onze regierol. Daartoe wordt een woonagenda opgesteld. Deze woonagenda is leidend voor de gemeentelijke inzet en prioriteitstelling. Met de vier grootste woningcorporaties maken wij prestatie-afspraken over de ambities op het terrein van beschikbaarheid, betaalbaarheid, kwaliteit en bijzondere doelgroepen. Daartoe is inmiddels een Overleg Wonen Apeldoorn in het leven geroepen. Met marktpartijen maken wij afspraken over monitoring, marketing en het uitvoeren van de woonagenda. Stand van zaken: het college heeft een plan van aanpak voor de woonagenda vastgesteld. Voorstellen voor de opzet en invulling van de verschillende thema’s worden uitgewerkt. De punten 8, 9 en 10 uit het collegewerkprogramma staan daarbij centraal. Bespreking in de PMA is gepland voor de zomer. 8. Stop de jonge vlucht Doel: een blijvend positief vestigingssaldo van 25-35 jarigen (jonge gezinnen) en het ombuigen van het verstrekoverschot in de leeftijdsgroep 18-24 jaar naar een vestigingsoverschot. Toelichting: wij dagen de marktpartijen uit om met vernieuwende concepten te komen. Wij gaan strakker sturen op de woningbouwprogramma’s van de nieuwbouwlocaties. Om de doelgroep jongeren meer kans te geven op de huurmarkt vindt overleg plaats met de corporaties. Bekeken wordt of het systeem van woningtoewijzing aanpassing vergt. Met de grootste Apeldoornse bedrijven gaan wij in overleg over de vraag wat wij als Apeldoorn kunnen bijdragen aan het huisvesten van aan te trekken personeel. Met marktpartijen gaan wij op zoek naar structurele oplossingen voor de groeiende behoefte aan studentenhuisvesting. Stand van zaken: bijdragen voor oplossingsgerichte plannen ten behoeve van starterswoningen zijn geïnventariseerd. Parallel daaraan is de kansenkaart Stop de Jonge Vlucht opgesteld. Beide documenten vormen een integraal afwegingskader dat nog voor de zomer ter bespreking aan de raad zal worden aangeboden.
9. Passende woningen voor ouderen Doel: realisering van passende woningen en woonvoorzieningen voor ouderen op korte termijn. Intentie blijft om 95% van de ouderen zelfstandig te laten wonen. Toelichting: wij brengen de behoefte aan de hand van gegevens uit het regionale woningmarktonderzoek in kaart en vertalen deze in de woningbouwprogrammering. Vanzelfsprekend treden wij terzake in overleg met de marktpartijen. Stand van zaken: de uitwerking van dit thema is in hoge mate afhankelijk van de bezuinigingstaakstellingen m.b.t. de WMO-budgetten. Het onderwerp wordt verder uitgewerkt als onderdeel van de woonagenda. 10. Verbeteren van de bestaande woningvoorraad Doel: passende woonruimte voor iedereen. Toelichting: wij gaan op zoek naar creatieve methoden om de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad te versterken. Wij gaan de corporaties aansporen tot verduurzaming van hun voorraad. Particulieren proberen wij, ondermeer door middel van het project ‘uw woning in de wat-
37
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
ten’, te verleiden om te investeren in duurzaamheid. Stand van zaken: na verkennend overleg in het najaar is met stakeholders gesproken over aanpak en rolverdeling tussen gemeente en overige partijen. Voorstellen worden uitgewerkt in het kader van de woonagenda. Over dit thema zijn tevens prestatie-afspraken in voorbereiding met de VSW-woningcorporaties die nog voor de zomer tot besluiten moeten leiden. Het project ‘uw woning in de watten’ is in uitvoering. 11. Oprichting vastgoedbedrijf Apeldoorn Doel: transparantie, betere vastgoedbeslissing, vergroten maatschappelijk rendement, efficiëntere inzet vastgoed, stabiliteit. Toelichting: voor het vastgoed is een taakstelling opgenomen van € 4,4 miljoen per jaar. Deze is opgebouwd uit diverse deeltaakstellingen. Inmiddels is € 2 miljoen benoemd. De komende periode wordt al ons vastgoed gescreend. De technische staat wordt bekeken evenals het noodzakelijke onderhoud. Eerst daarna kan de taakstelling concreet worden ingevuld. Stand van zaken: op het totale gemeentelijk vastgoed rust een aanzienlijke taakstelling. Een centraal vastgoedbedrijf is een voorwaarde om de bezuiniging te kunnen realiseren. Bij die discussie worden alle actoren op het gebied van vastgoed betrokken. Na de vaststelling van de Voorjaarsnota 2011 zal de discussie worden opgepakt. 12. Apeldoorn energieneutraal in 2020 Doel: de gebouwde omgeving van Apeldoorn is in 2020 energieneutraal. Toelichting: in 2006 is door de raad de ambitie vastgesteld dat Apeldoorn in 2020 energieneutraal moet zijn. Dit college houdt deze ambitie overeind. Aan de vooravond van de kerntakendiscussie in de raad en met de bezuinigingsopgave van de gemeente zijn de uitgangspunten van het bureau duurzaamheid bijgesteld. Het bureau is omgebogen naar het programma Energieneutraal waarin nu met name voor die projecten wordt gekozen die met minimale eigen financiële inbreng maximale maatschappelijke opbrengsten opleveren. De focus wordt verlegd naar regietaken door het stimuleren van maatschappelijke partners en externe (financiële) partijen om eigen initiatieven en projecten op te pakken. In de routekaart wordt uitdrukkelijk ook gekeken naar regionale of landelijke mogelijkheden tot samenwerking. Voor de activiteiten op het gebied van duurzaamheid die niet onder de routekaart vallen geldt dat er geen centrale regie meer is in het concern. De verschillende afdelingen worden geacht deze taken zelf op te pakken. Stand van zaken: in de kerntakendiscussie heeft de raad opnieuw vastgesteld dat de gemeente een advies- en regierol heeft op het gebied van duurzaamheid, onder meer bij de realisering van een energieneutrale stad. Voor de zomer wordt duidelijk of Brussel een substantiële subsidie toekent aan Apeldoorn ten behoeve van dit beleid. Er is een programmabureau voor de Stedendriehoek in oprichting zodat de regio in gezamenlijkheid kan optrekken om de doelstelling van energieneutraliteit waar te maken. Ook bedrijven in de regio zoeken elkaar in dit verband steeds vaker op.
1.4 Iedereen actief 13. Oprichting Apeldoorn Perspectief Doel: versterking van de samenwerking met de partners. Gezamenlijke agenda’s, dezelfde speerpunten, afspraken over de uitvoering. Hierbij kijken wij ook over de gemeentegrenzen heen. Arbeidsmarkt en onderwijs zullen zeker op de schaal van Stedendriehoek bekeken moeten worden; samenwerken met kennisinstellingen op landelijke schaal en dienstverlening aan ondernemers vooral lokaal Toelichting: om de samenwerking met partners te versterken wil het college ‘Apeldoorns Perspectief’ oprichten: een platform bestaande uit deelnemers uit het bedrijfsleven, onderwijs en kennisinstituten en deskundigen. Stand van zaken: Apeldoorn Perspectief - een groep van veertien Apeldoornse ondernemers met een uitgebreid netwerk en vertegenwoordigers uit het onderwijs - is opgericht, de agenda en onderwerpen voor bijeenkomsten zijn vastgesteld. Apeldoorn Perspectief opereert onder eigen verantwoordelijkheid. Ambtelijke ondersteuning wordt verleend bij kennisoverdracht, beheer van een website et cetera. Apeldoorn Perspectief groeit naar een enthousiaste club met eigen
38
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
initiatieven die het college gevraagd en ongevraagd van advies kan dienen. Eind mei wordt het eerste advies en een overzicht van vervolgactiviteiten aan het college aangeboden. 14. Innovatie Doel: sterke toekomstbestendige bedrijven die zorgen voor werkgelegenheid. Toelichting: het bedrijfsleven/instellingen motiveren en ondersteunen om te gaan innoveren, opdat de werkgelegenheid ook op langere termijn gewaarborgd kan blijven. Hierbij moet geïnvesteerd worden in sectoren die nu al sterk zijn zoals de zorg, de maakindustrie, ict en transport en logistiek. Wij willen van deze bedrijven horen welke rol wij als gemeente Apeldoorn hierin kunnen en moeten spelen. Om de contacten met deze bedrijven te versterken wordt het accounthouderschap sterker ingezet. Stand van zaken: 80 % van de bedrijven is in 2010 bezocht, de andere volgen in 2011. Een plan van aanpak wordt verder ontwikkeld. 15. Wegnemen ruimtelijke belemmeringen bedrijfsleven Doel: ruimte voor bedrijvigheid. Toelichting: werkgelegenheid is één van de belangrijkste kaders in het ruimtelijk beleid. Onderzocht gaat worden welke belemmeringen het gemeentelijk beleid voor bedrijven (bestaande en nieuwe) oproept. Vertalen van prioriteit werkgelegenheid in de nieuwe structuurvisie Stand van zaken: naar aanleiding van een overleg met bedrijfsmakelaars over belemmeringen bij wijziging in bestemmingsplannen en het regelen van ontheffingen hebben Economische Zaken, Ruimtelijk Juridische Zaken en Bouwzaken de procedures tegen het licht gehouden. De uitkomst zal een verbetervoorstel zijn. Er is een plan van aanpak in de maak in geval er een nieuwe structuurvisie gewenst is. Een van de onderdelen daarin is de relatie met het programma werk. 16. Extra inzet op marketing en acquisitie Doel: versterken economische positie Apeldoorn . Toelichting: Apeldoorn wordt door het bedrijfsleven in Nederland gezien als een uitstekende vestigingslocatie. Sterke punten zijn: goede bereikbaarheid, goede locaties, goede stedelijke voorzieningen en prachtige woonomgeving. Voor de speerpunten wordt een marketing- en acquisitieplan opgesteld. Citymarketing is hier aan gekoppeld. Stand van zaken: de wielerzesdaagse is niet doorgegaan. De marketingactiviteiten voor het WK Baanwielrennen (maart 2011) zijn zeer succesvol gebleken. Voor de AFAS Tennis Classics (oktober 2011) zullen vergelijkbare activiteiten worden ontplooid. Medio 2011 is het marketing- en acquisitieplan beschikbaar. Voor citymarketing is in maart 2010 gekozen voor een sobere aanpak. In de raadsopdracht kerntaken van januari 2011 heeft de raad aangegeven dat citymarketing geen gemeentelijke taak is en moet worden ondergebracht bij een externe organisatie. 2011 is het jaar van afbouw en overdracht van activiteiten. 17. Iedereen aan de slag Doel: het verhogen van de participatiegraad van mensen zonder werk. Toelichting: richting werkgevers wordt samengewerkt tussen de teams werkgeversdiensten gemeente en UWV, de afdeling EZ en Feluagroep om werkgevers een optimale dienstverlening te kunnen bieden. Er zijn daarbij een aantal preferente bedrijven aangemerkt die samen de top acht grootste werkgevers vormen. Werkgevers hebben 1 aanspreekpunt voor het onderwerp arbeidsmarkt. De vraag naar personeel bij de werkgeversdiensten is goed in beeld. Door de samenwerking tussen bovengenoemde partijen kan de beste match gemaakt worden tussen de werkzoekende en de vraag van de werkgever. Verder wordt maximaal ingezet op het verkorten van de uitkeringsduur en op spoedige terugkeer in het arbeidsproces. Mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt krijgen, gelet op de beperkte financiële middelen en conjunctuur, op korte termijn prioriteit. De komende maanden worden voortdurend de meest kansrijke klanten geselecteerd en wordt actie ondernomen om hen te ondersteunen en in stelling te brengen om aan het werk te komen. Binnen de reïntegratieladder zijn dat de mensen in de hoge en middengroepen. Het project “Werken naar vermogen” (pilot Doen) voor mensen met een arbeidsbeperking start. Met een selectie uit de WWB-, Wajong- en WW bestanden wordt deze nieuwe aanpak ontwik-
39
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
keld. Hierbij moet wel de kanttekening gemaakt worden dat het vervolg in hoge mate afhankelijk is van het toekomstige rijksbeleid en financiële middelen. Ook de invulling door de werkgevers van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid is hierbij van evident belang. Tenslotte zullen wij voor mensen, voor wie de andere opties geen soulaas bieden, op het snijvlak van de WWB en de WMO mogelijkheden tot wijkgerichte maatschappelijke participatie ontwikkelen. Stand van zaken: het team werkgeversdiensten heeft voor acht verschillende branches zogenaamde marktbewerkingsplannen opgesteld om de markt en werkgevers te kunnen benaderen en de juiste vraag op te halen. Op die manier kan een optimaal resultaat worden behaald m.b.t. de mogelijkheden voor werkzoekenden. In het kader van de samenwerking tussen SAM en EZ zijn gezamenlijk accountplannen opgesteld voor de acht grootste werkgevers. Deze bedrijven zijn op 1 na gezamenlijk door WGD en EZ bezocht. Tevens wordt samengewerkt in de brancheservicepunten Zorg en Detailhandel. Naast arbeidsmarkt is ook innovatie hierin onderwerp van overleg. Verwacht wordt dat de nieuwe regeling ‘Werken naar vermogen’ op 1 januari 2013 van kracht wordt. De bezuiniging op het participatiebudget wordt onverminderd doorgevoerd. In een collegenotitie over de inzet van het budget zijn de bestedingen herijkt. Tevens zijn kansrijke klanten die met een gerichte interventie naar werk of onderwijs begeleid kunnen worden, in beeld gebracht. Binnen het actieplan Jeugdwerkloosheid is voor de Stedendriehoek het deelproject Sociaal Aanbesteden opgenomen. In dat plan wordt voorgesteld bij gemeentelijke aanbestedingen sociale criteria op te nemen die leer- of werkplekken moeten opleveren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er is een collegevoorstel in de maak dat zowel Apeldoorn als de andere gemeenten in de Stedendriehoek een beleidskader voor sociaal aanbesteden biedt. 18. Inzet op onderwijs Doel: verhogen van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Toelichting: de rol van de overheid binnen dit thema kan alleen samen met het onderwijs en bedrijfsleven vorm gegeven worden. Wij willen investeren in jongeren (behalen startkwalificaties, voorkomen van voortijdig schoolverlaten). De eerste stap is om de overgang van het vmbo naar het mbo beter te volgen en te verbeteren. Maar ook willen wij een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Wij willen onderwijs dat aansluit bij de vraag uit de markt en dat kwalitatief goed aangeschreven staat. Om te beginnen zullen wij werkafspraken maken over het realiseren van stageplaatsen in kwalitatief en kwantitatief opzicht. Tenslotte zullen wij het gesprek aangaan om het onderwijsaanbod te verbreden (ook op HBO en WO niveau, bekostigd en onbekostigd). Maar ook onderwijsaanbod gericht op scholing van de zittende beroepsbevolking (beroepsgericht maar bijvoorbeeld ook taalonderwijs). Wij zullen het bedrijfsleven en het HBO-onderwijs met elkaar in contact brengen om de ontwikkeling van het HBO aanbod aan te laten sluiten op de vragen en behoeften van het bedrijfsleven. Stand van zaken: voorkomen en bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten wordt lokaal en regionaal (binnen het samenwerkingsverband SOS) met kracht voortgezet. Een van de resultaten van het SOS is de regeling waarmee de overstap van v(mb)o naar mbo in beeld wordt gebracht, zodat geen leerling uit beeld verdwijnt. Met het onderwijs wordt overlegd hoe de gemeente vanuit haar rol en activiteiten (werkgeversdiensten, RPA, Actieplan Jeugdwerkloosheid) meer en betere stageplaatsen kan helpen creëren. Met name in de ICT is daar veel vraag naar. De start van hogeschool Wittenborg afgelopen najaar heeft een toestroom van nieuwe studenten opgeleverd en de noodzaak aangetoond voor contacten van de directie van de school met bedrijven om relevante onderwijsarrangementen te kunnen bieden. Tevens is de Wittenborg bezig met verschillende accreditatietrajecten voor zowel (nieuwe) bachelor- als masteropleidingen. De ambitie is om meer onbekostigde studierichtingen naar Apeldoorn te halen. In september start Saxion de opleiding security management in Apeldoorn. De inschrijvingen zijn hoopgevend. Het bedrijfsleven heeft onderzoek gedaan naar de opleidingsbehoefte bij alle bedrijven in de Stedendriehoek. Omstreeks deze tijd worden de uitkomsten daarvan in samenhang met een door Apeldoorn, Deventer en Zutphen opgestelde regionale notitie hoger onderwijs besproken.
40
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
1.5 Naar een compacte en flexibele organisatie 19. Organisatieverandering Doel: aanpassing structuur en cultuur van de organisatie Toelichting: op het moment van schrijven is er nog geen exact zicht op de omvang van de rijksbezuinigingen. Dit en vanzelfsprekend ook de uitkomsten van de kerntakendiscussie maken dat het proces van organisatieverandering op dit moment nog niet goed te duiden is. Vast staat dat ingrijpende maatregelen nodig zijn waarbij het zeer de vraag is of de personeelsreductie met natuurlijk verloop opgevangen kan worden. De ontwikkelingen inzake de personeelsformatie zullen wij monitoren. Stand van zaken: er is een proces van organisatieverandering ingezet. Daarbij wordt rekening gehouden met een aantal ontwikkelingen die van invloed op de gemeentelijke organisatie en werkwijze zijn (regionale samenwerking, decentralisatie van rijkstaken). Binnen het traject wordt niet alleen naar de inrichting van de organisatie gekeken maar wordt tevens aandacht geschonken aan concernsturing en overhead. 20. Versterken concernsturing, verlaging apparaatskosten Doel: vergroten efficiëntie; het realiseren van de taakstelling uit het bestuursakkoord. Toelichting: in de context van organisatie en bedrijfsvoering betekent dit vooral steviger kaderstelling bij de bedrijfsvoeringfuncties financiën, personeel, ICT/informatievoorziening, facilitaire zaken en communicatie. Hierbij zal ook worden ingezet op verbetering van werkprocessen door middel van de zogenaamde leansystematiek. Wij willen de organisatie meer inrichten op het werken in en aan de wijken en dorpen opdat ‘fysiek’ en ‘sociaal’ elkaar beter weten te vinden. Voor wat betreft de financiële functie zullen we nagaan of in het samenspel tussen concernfinanciën en diensten de balans verder kan worden verbeterd door bij aansluitende werkprocessen overlap te vermijden. Dit geldt voor de financiële administraties, de afhandeling en digitalisering van facturen, optimalisering van interne controles en dwanginvordering. Voor wat betreft de personeelsfunctie neemt het belang van adequate monitoring van en sturing op resultaat toe. Daartoe wordt de managementinformatie over personeelscapaciteit en andere relevante personeelsaspecten verbeterd. Het personeelsbeleid wordt aangepast aan een adequate invulling van de personeelsfunctie in een tijd van bezuiniging. Uiteraard wordt de OR hierbij betrokken. Voor wat betreft de facilitaire functie (inkoop, huisvesting, archief/DIV) zijn al taakstellingen geformuleerd. Op het terrein van communicatie werken we aan een steviger coördinatie op dit gebied. Ook minder zenden, meer ontvangen. Minder folders, minder filmpjes, minder weblogs, maar meer participatie in bestaande ‘open kanalen’. Ook de concernsturing van de ICT-functie zal ingrijpend veranderen. Die wordt gerealiseerd via het lopende project heroriëntatie-ICT. Verlaging overhead: dit onderdeel heeft een grote samenhang met versterken van de concernsturing en met de organisatieverandering. Structurele invulling van deze taakstelling zal in dat verband worden uitgewerkt. In afwachting van deze structurele invulling zal deze taakstelling op incidentele basis worden gerealiseerd. In dit kader wordt ook gekeken naar mogelijkheden om de kosten van huisvesting terug te dringen. Stand van zaken: de gemeentelijke organisatie kent in beperkte mate kaders voor de concernfuncties financiën, personeel, ICT en facilitaire voorzieningen. Onderzoek zal aantonen of via strakkere kaders en meer concernsturing voordeel te boeken valt. Overigens zijn concernkaders geen doel op zich, maar vormen zij een middel om de gemeentelijke organisatie effectiever en efficiënter te maken. Via interne voorlichting wordt managers en medewerkers inzicht verschaft in de kansen die de zogenaamde leansystematiek onze organisatie biedt om werkprocessen efficiënter in te richten. Inmiddels zijn twee werkprocessen volgens deze methodiek verbeterd. De stuurgroep “Meer vertrouwen, minder control” is bezig te onderzoeken hoe de financiële functie van de gemeente vanuit een nulmeting effectiever en efficiënter kan worden ingericht. De afdeling Personeelsmanagement heeft belangrijke stappen gezet in het verbeteren van managementinformatie op P-gebied. De afdeling is volop bezig om het P-instrumentarium aan te passen om effecten van de ingrijpende bezuinigingen in personele zin op te vangen. Kernwoorden zijn: herschikking, mobiliteit en flexibiliteit. Medewerkers worden in het vervolg structureel be-
41
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
geleid bij hun loopbaanoriëntatie. In het kader van de heroriëntatie van de ICT-functie is de nieuwe afdeling Informatievoorziening van start gegaan. Ruimtelijke informatie, het centrale informatiemanagement en het applicatiebeheer zijn in de afdeling ingepast waarmee de ICT-functie aanmerkelijk is versterkt en toekomstige ontwikkelingen adequaat kunnen worden opgevangen. Door vacante functies waar mogelijk te schrappen, papierstromen te digitaliseren en werkprocessen te integreren en te automatiseren wordt verder op de overhead bezuinigd. 21. Andere indeling Meerjarenprogrammabegroting (MPB) Doel: te komen tot een beter inzichtelijke MPB Toelichting: de MPB is bij uitstek een instrument voor de raad. De huidige vorm en indeling zijn dan ook tot stand gekomen onder de begeleiding van een werkgroep, bestaande uit een delegatie van de raad en het college, aangevuld met ambtelijke ondersteuning. Inmiddels is de vraag aan het raadspresidium voorgelegd of deze werkwijze voor de beoogde andere indeling opnieuw moet worden gevolgd Stand van zaken: met het presidium en de raadsgriffie is de volgende procesgang afgestemd: - discussie met de raad over de uitgangspunten waaraan de nieuwe programma-indeling moet voldoen; - vervolgens bespreking van een voorbeelduitwerking van een nieuw samengesteld programma in de PMA. De uitgangspuntennotitie is in voorbereiding. De ombouw van de oude naar de nieuwe programma-indeling zal in juni zijn beslag krijgen. 22. Professionaliseren inkoop Doel: het afsluiten van contracten voor o.a. de Ict-programmatuur, inhuur- en adviesdiensten is belegd bij Middelen (team Inkoop). De diensten ervaren dat Middelen professioneel haar belangen waarborgt. Toelichting: om de taakstellingen te realiseren wordt de inkoopformatie bij team Inkoop uitgebreid. Op dit onderdeel zal de taakstelling in de begroting, samen met de kosten van de personele uitbreiding, over de inkoopbudgetten worden verdeeld. Regulier wordt gerapporteerd over de voortgang van het professionaliseringstraject en over de resultaten van centrale inkoop Stand van zaken: het inkoop- en aanbestedingsproces wordt verbeterd en verder geautomatiseerd. In het professionaliseringstraject is het personeelsbestand van het team Inkoop aangevuld. 23. Inzet op regionale samenwerking Doel: zorgdragen dat Apeldoorn en de Regio Stedendriehoek aantrekkelijk blijven om te wonen, werken en verblijven met een daarbij passend niveau van dienstverlening door de decentrale overheden. Vergroten efficiëntie door de uitvoering van (uitvoerende) taken op regionaal niveau te organiseren. Toelichting: Apeldoorn ontplooit als centrumgemeente initiatieven om zowel bestuurlijk als ambtelijk de kracht van de regio te versterken door het voortouw te nemen om te komen tot een inventarisatie eventueel uitmondend in een regionaal actieprogramma voor zowel uitvoerings- als beleidsmatige samenwerking. Stand van zaken: bij de regionale samenwerking gaat het om: - bestaande samenwerking in de Stedendriehoek; - ontwikkelingen clustervorming Brandweer/VNOG; - dienstverlening in omliggende gemeenten (Werk en Inkomen, Belastingen, Beheer en Onderhoud, KCC/IT maar ook de RUD). De eerste twee onderwerpen zijn goed belegd in de organisatie. Het laatste onderwerp vraagt vanwege het toenemende belang van de regionale ontwikkelingen om meer lijn en sturing. Het positioneren als centrumgemeente of regiogemeente roept weerstand op. De houding moet er meer op gericht zijn wie of welke gemeente het beste een bepaalde taak op zich kan nemen. Een ambtelijk projectgroep waarin twee MT-leden en medewerkers uit de betrokken diensten meedraaien, doet daar onderzoek naar en komt met voorstellen.
42
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
BIJLAGE 2 Niet te realiseren taakstellingen uit het € 17 mln.-pakket Port. houder
Omschrijving
2012
2013
2014
2015
3. Openbare orde en rampenbestrijding FdG
Onafhankelijke bezwarencommissie
OP
Uitvoering milieutaken
RM
14. Woningbouwprogrammering Reductie bijdrage St. Woonkeus
18
35
53
53
150
225
300
300
13
19
25
25
5. Duurzame milieubesch/risicobeh/handhaving
16. Algemene dekkingsmiddelen PB/OP/ FdG
WABO handhaving in één hand en achteraf
250
375
500
500
RM/HW
Taakstelling vastgoed/onderwijshuisvesting
-
250
550
550
431
904
1.428
1.428
Totaal
Toelichtingen Programma 3: Openbare Orde en Veiligheid Onafhankelijke bezwarencommissie In de MPB 2011-2014 heeft het college aangegeven de onafhankelijke bezwarencommissie te willen behouden en nader onderzoek te doen naar mogelijkheden om bij veelvoorkomende, relatief eenvoudige bezwaren ambtelijk te gaan horen. Dit onderzoek is inmiddels afgerond. In de kern komen we tot een nieuwe aanpak met behoud van de bezwarencommissie. In gevallen die zich voor lenen gaan we telefonisch horen. Verder willen we meer verbinding zoeken en vinden door een mogelijkheid van een informeel gesprek in te lassen teneinde tot een oplossing voor de bezwaarmaker te komen. Bij een intrekking hoeft de bezwarencommissie partijen niet te horen. De formele procedure wordt voor de resterende zaken gebruikt. Het onderzoek zal aan college en de raad worden voorgelegd. De conclusie uit het onderzoek is dat de eerste jaarschijf ad € 17.500 van de bezuiniging realiseerbaar is. Ten aanzien van de andere jaarschijven voor deze begrotingspost is een heroverweging nodig als men de onafhankelijke bezwarencommissie wil behouden.
Programma 5: Duurzame milieubescherming, risicobeheersing en handhaving Uitvoering milieutaken In de MPB 2011-2014 zijn bezuinigingen voorgesteld voor een bedrag van € 700.000 die betrekking hebben op de taken van de afdeling milieu en ook samenhangen met lopende bezuinigingen op controle en handhaving. Bij de uitwerking van de bezuinigingen is gebleken dat € 300.000 niet gerealiseerd kan worden. De gemeente zou dan niet meer aan de wettelijke (milieu)eisen kunnen voldoen. Wij vinden dat afbreukrisico te groot.
Programma 14: Woningbouwprogrammering Reductie bijdrage St. Woonkeus Bij de behandeling van de MPB 2011-2013 is het bezuinigingsvoorstel bijdrage aan de Stichting Woonkeus aan de orde geweest. De conclusie van de raad is dat de voorgestelde reductie van de bijdrage aan de stichting Woonkeus ingaat tegen het lopende convenant met de samenwerkende
43
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
woningbouwcorporaties en de regiogemeenten. Het bezuinigingsvoorstel wordt derhalve ingetrokken.
Programma 16: Algemene dekkingsmiddelen WABO; handhaving in één hand en achteraf Het bezuinigingsvoorstel om een besparing op het handhaven van de omgevingsvergunning te realiseren door in plaats van vooraf achteraf te gaan handhaven achten wij niet haalbaar. Verruiming van de vergunningvrijstelling en versoepeling van het beleid en regelgeving gaat gepaard met een strengere en actievere handhaving. De taakstelling, die neerkomt op een halvering van de handhavingcapaciteit, leidt tot onaanvaardbare risico’s. Het effect van de bezuiniging gaat verder dan ons voor ogen stond. Taakstelling vastgoed/onderwijshuisvesting In de Voorjaarsnota 2011 gaan wij uitgebreid in op onze visie op aard en omvang van de door de gemeente aan te bieden maatschappelijke voorzieningen en accommodaties. Deze visie leidt in hoofdstuk 4 tot een voorstel om een aanzienlijk bedrag te bezuinigen op het maatschappelijk vastgoed. Deze keuzes impliceren ook, dat van de totale reeds in de MPB 2011-2014 verwerkte vastgoedtaakstelling van € 1,5 miljoen een bedrag van € 550.000 niet kan worden gerealiseerd. Wij verwijzen hierbij naar onze voorstellen in de paragraaf 4.3 ‘vastgoed nader belicht’.
44
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
BIJLAGE 3 Samenvattend financieel overzicht uitwerking raadsopdracht portefeuillehouder
omschrijving 2012
2013
2014
2015
2. Verstrekking overheidsdocumenten PB
2.1 Stadhuis op wielen - formatie
7
14
20
20
47
94
140 +pm
140 +pm
25
50
70
70
3. Openbare orde en rampenbestrijding FdG
3.1 Brandweer Inwonersbijdrage VNOG
4. Verkeer, mobiliteit en doorstroming RM RM
4.1 Flankerend beleid/OV 4.2 Verkeersprojecten/geen nieuwe projecten - projecten ingenieursbureau
-
-
-
-
5. Duurzame milieubesch/risicobeh/handhaving OP OP
5.1 Beëindigen subsidie rommelmarkt 5.2 Milieu kerntakendiscussie overig
5
10
15
15
-
-
-
-
-
-
-
-
Leerlingenvervoer Schoolbegeleidingsdienst Schoolzwemmen Logopedie (gecombineerd met 9.5)
60 160 35
120 320 70
175 480 100
175 480 100
Jeugd Totaal (7.5 t/m 7.9) Coördinatie brede school (Wisselwerk) Onderwijsachterstandenbeleid Preventief jeugdbeleid JUMP Versoberen jeugd-en jongerenwerk Jeugdwerk (Wisselwerk) - accommodatiegebonden jeugdwerk (Wisselwerk) - lokatiegebonden jeugdwerk Don Bosco Jejocema
250
700
1.000
1.000
6. Beheer openb ruimte/ openbaar groen RM RM
6.1 Versobering groenbeheer 6.2 Beheer openbare ruimte kerntakendiscussie overig
7. Onderwijs, opvoeden en opgroeien HW HW HW HW
7.1 7.2 7.3 7.4
HW HW PB PB PB
7.5 7.6 7.7 7.8 7.9
8. Inkomensvoorzieningen/dienstverlening e.d. FS
8.1 Schuldhulp minder preventie
0
0
0
0
9. Volksgezondheid en zorg PB PB PB PB PB PB
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
Opvang dak- en thuislozen/verslaafden (Regionaal Kompas) Beleid GOED Meldpunt anti discriminatie Ouderenzorg + flankerend beleid Volksgezondheid GGD (incl. 7.4 logopedie) WMO voorzieningen
45
150 60 40 70 105 -
275 60 40 140 200 400
400 60 40 220 300 400
400 60 40 220 300 400
Voorjaarsnota 2011
portefeuillehouder
Naar een nieuwe balans
omschrijving 2012
2013
2014
2015
10. Sociale leefomgeving en samenlevingsopb. PB PB PB PB
PB PB PB
10.1 10.2 10.3 10.4
Louise de Brauwprijs Wisselwerk opbouwwerk Integratiebeleid Accres -40% - accres NME programmakosten naar scholen - accres bijdrage exploitatie gymlokalen - accres verlaging bijdrage exploitatie sporthallen - accres verlaging bijdr. Expl. Squashal de Maten - accres sportstimulering burgers met achterstand - accres exploitatie ACEC en Huis Schone Kunsten 10.5 Buurtcentra (sluiting) en wijkvoorzieningenscan 10.6 Doublures wijkinstellingen 10.7 St. Maatschappelijk ondernemen
40 100 10 0
40 200 20 500
40 250 30 1.000
40 250 30 1.500
-
80 -
550 70
70
70
270 70
135 190
135 350
135 460
135 800
70
160
270
270
20 25 30 25 0 0 0
40 50 60 50 0 95 30
60 80 90 75 0 95 55
60 80 90 75 0 95 55
0 0 0
500 70 200
800 100 400
1.100 100 600
65
120
195
195
-
-
-
-
100
200
295
295
1.894
5.463
8.190
9.810
11. Sport en sportaccommodaties FS
FS FS FS
11.1 Onderhoud sportvelden Afstoten buitensportvelden en bijdrage onderhoud en het niet onderhouden openbaar gebied rond sportvelden 11.2 Zwembaden (sluiting) 11.3 Sportsubsidies verenigingen (beëindiging) - subsidiëring maatschappelijke bijdrage wijkwerk 11.4 Beëindiging overige sportsubsidies
12. Kunst, cultuur en behoud cultuurhist. RM OP RM RM OP OP OP OP
12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.7 12.8 12.9
Uitvoering cultuurhistorie Centrum beeldende kunst Subsidie Bouwhuis en SAM Subsidie particuliere monumenten Subsidie Ereprijs NJO ISMA Subsidie amateurkunstverenigingen - subsidie bijdr.wijkwerk Subsidie STA Grote 4 budgetgesubsidieerde instellingen - CODA - Orpheus en Gigant - Markant
13. Ruimtelijke ordening RM
13.1 RO kerntakendiscussie
14. Bouwprogrammering, controle en handh. HW
14.1 Volkshuisvesting kerntakendiscussie - afschaffing van de verordening kamerverhuur
15. Economische basis, recreatie en toerisme HW
15.1 Stimulering recreatie en toerisme - subsidie VVV - subsidie VBT - subsidie recreatie Totaal bezuinigingen
46
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
BIJLAGE 4 Toelichting onontkoombare ontwikkelingen 2012-2015 Programma 3: Openbare Orde en Veiligheid Uitbreiding beleidslijn Bevordering Integriteitbeoordelingen Openbaar Bestuur (BIBOB) De huidige lokale beleidslijn Bibob is op 1 januari 2006 van kracht geworden. Met de beleidslijn geeft het college aan op welke manier de wet BIBOB lokaal wordt toegepast. Er is voor gekozen vergunningen voor drank- en horeca, seksinrichtingen, alcoholvrije bedrijven (waaronder coffeeshops) en speelautomatenhallen te laten vallen onder de Wet BIBOB. Het college is voornemens de beleidslijn uit te breiden. Bepaalde risicovolle branches binnen de bouw- en/of milieusector voor het faciliteren van criminele activiteiten worden onder het BIBOB instrumentarium gebracht. Ook willen we growshops, als risicovolle branche voor het plegen van strafbare feiten, een BIBOB toets laten ondergaan (en vergunningplichtig maken). Voor deze taakuitbreiding is verhoging van het beschikbare budget met € 35.000 noodzakelijk. Veiligheidshuis De samenwerkingsovereenkomst tussen o.a. de 22 gemeenten in de regio Noord Oost Gelderland loopt eind 2011 af. Dit jaar wordt het NOG Veiligerhuis geëvalueerd. In het regeerakkoord heeft het Kabinet aangegeven dat zij de Veiligheidshuizen wil doorontwikkelen. De financiering vanuit de provincie vervalt en het Openbaar Ministerie onderzoekt of het aantal veiligheidskamers/-huizen kan worden teruggebracht. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de financiering van het veiligheidshuis en dus de bijdrage vanuit de gemeente Apeldoorn. In geld en in de inzet van personele capaciteit. Omdat de gevolgen nog niet duidelijk zijn, stellen we voor om nu een pmpost op te voeren. In de MPB 2012-2015 hopen wij de pm-post in te kunnen vullen.
Programma 6: Beheer openbare ruimte en versterking openbaar groen Versterking kanaalbrug In 2009 bent u geïnformeerd over de toestand van een aantal ophaalbruggen over het Apeldoorns kanaal. Uit onderzoek in 2010 is gebleken dat drie bruggen onvoldoende draagvermogen hebben. Door tijdelijke maatregelen kan het verkeer voorlopig van de bruggen gebruik blijven maken. Om tenminste één van de bruggen over het kanaal te versterken en na 2015 in stand te kunnen houden, is incidenteel € 300.000 nodig. Achterstanden beheer en onderhoud De achterstanden op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare ruimte (grijs en groen) zijn opgenomen in de kadernotitie Openbare Ruimte. Deze is destijds door de raad vastgesteld. In de kadernotie is het volgende opgenomen: - er is een incidentele achterstand op het gebied van onderhoud verhardingen van € 10 mln; - er is een structurele achterstand op het gebied van onderhoud grijs en groen van € 5,3 mln per jaar; - er is geen structureel budget beschikbaar voor uitvoeren van herinrichtingen en reconstructies; benodigd is ongeveer € 2 mln per jaar. Nadien zijn een paar maatregelen genomen om de achterstanden in te lopen, bij voorbeeld incidentele gelden die beschikbaar zijn gesteld voor het deltaplan verhardingen en structurele gelden die beschikbaar zijn gesteld voor onderhoud van asfalt (€ 0,6 mln). Ook is er eenmalig € 1,5 mln beschikbaar gesteld voor beheer en onderhoud van grijs en groen. Ondanks deze maatregelen blijven de achterstanden oplopen. Het beeld is nu als volgt: - incidentele achterstand op het onderhoud verhardingen van ca € 6 mln; - structurele achterstand op het onderhoud grijs en groen van € 4,7 mln; - benodigd structureel budget voor reconstructies blijft € 2 mln.
47
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Wij stellen u thans voor om een bedrag van structureel € 0,6 mln voor het verder inlopen van de achterstanden beschikbaar te stellen. Beken en sprengen - herstel Eendrachtspreng In de MPB 2011-2014 zijn de bezuinigingen verwerkt zoals opgenomen in het rapport Verkenningen Bezuinigingsmaatregelen Formatie 2010. Onderdeel van de bezuinigingen is het BROAproject ‘aanleg beken en sprengen’. De raad heeft besloten het totaalbudget ad € 0,85 mln in de periode 2011 t/m 2014 aan de algemene reserve toe te voegen. Bij raadsbesluit van 25 september 2008 is een krediet van € 4,1 miljoen beschikbaar gesteld voor het herstel van de Eendrachtsprengen. Het gemeentelijke aandeel daarin is ca € 2 mln. Het overige deel wordt betaald door het rijk en het waterschap. Als dekking voor het gemeentelijke aandeel is € 0,3 mln vanuit de BROA toegezegd ten laste van het destijds beschikbare BROA-budget ad € 0,85 mln. Aangezien dit budget niet meer beschikbaar is, wordt het benodigd bedrag ad € 0,3 mln nu opgenomen in de BROA (jaren 2011 t/m 2013). Eikenprocessierups Voor de bestrijding van de eikenprocessierups hiervan is in de MPB 2010 een bedrag van € 225.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag is in dit jaar grotendeels besteed. Voor 2011 is in de begroting een bedrag opgenomen van € 255.000. Voor de jaren daarna is nog geen budget gereserveerd. Vastgesteld kan worden dat de rups zich op ons grondgebied nog steeds uitbreidt. Anderzijds wordt steeds meer ervaring opgedaan met de verschillende bestrijdingsmethoden waardoor deze steeds meer doeltreffend kunnen worden in gezet. Bij het nalaten van de bestrijding kunnen mensen die in aanraking komen met de brandharen van de rups lichamelijk ongemak oplopen. Dit kan variëren van jeuk tot huidontsteking, maar ook oogirritatie, ademhalingsproblemen en hartritmestoornissen. Voorgesteld wordt om vanaf 2012 structureel € 200.000 beschikbaar te stellen voor bestrijding.
Programma 7: Onderwijs, opvoeden en opgroeien Huisvesting Real X Stichting Real-X, indoor fun- en skatepark, zoekt al enige tijd naar een nieuw onderkomen, omdat het huidige pand aan de Prinses Beatrixlaan moet vrijkomen voor ontwikkeling van de PWA zone. Per maand bezoeken ongeveer 1100 á 1200 jongeren uit heel Apeldoorn Real-X. Vanaf 2009 is voor Real-X een structureel bedrag van € 65.000 voor activiteiten beschikbaar. In eerdere MPB’s is daarnaast rekening gehouden met nog een pm-post voor huisvesting. Stichting Real-X verwerft niet voldoende eigen middelen om voor lange termijn een gezonde exploitatie van een nieuw of aangekocht pand te kunnen garanderen. Daarbij is de organisatie klein en zeer afhankelijk van vrijwilligers. Gemeentelijk vastgoed dat geschikt is voor Real X is op dit moment niet voorhanden. Wij stellen u voor om in afwachting van nadere ontwikkelingen de voornoemde pm-post te handhaven. HBO lobby Voor de realisatie van Kenloo zijn in 2007 middelen beschikbaar gesteld. Nu Kenloo voortijdig is beëindigd en de subsidieafwikkeling zich in een finale fase bevindt, hebben wij in de jaarrekening 2010 aan u voorgesteld de betreffende voorziening van ruim € 0,9 mln te laten vrijvallen ten gunste van de algemene reserve. Met het beëindigen van Kenloo zijn de ambities en de realisatie van de doelstelling niet gewijzigd maar met onverminderde energie voortgezet. In het bestuursconvenant 2010-2014 wordt apart stilgestaan bij het belang van HBO en vakonderwijs voor een goede en gezonde sociaal-economische economie. Dit rechtvaardigt een voortzetting van de lobby. Deze voortzetting vraagt ook om de inzet van middelen. In de lopende meerjarenbegroting ontbreken echter deze middelen. Nu Kenloo is beëindigd en een deel van de middelen niet is ingezet, stellen wij voor (een deel van) de vrijgevallen middelen beschikbaar te stellen voor realistische alternatieven ter uitvoering van de doelen van de HBO-lobby. Op hoofdlijnen kan een viertal posten worden geformuleerd waarvoor middelen noodzakelijk zijn.
48
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
1. Ten behoeve van de lobby- en beleidsinzet voor de ontwikkeling van hoger onderwijs/ kennisinnovatie. 2. Voor het aantrekken van (on)bekostigd onderwijs dienen middelen beschikbaar te zijn om initiatiefnemers onder voorwaarden de helpende hand te kunnen bieden bij bijvoorbeeld startkosten, inrichtingskosten etc. 3. Het streven naar de realisatie in Apeldoorn van de derde (aangekondigde wettelijke) HBOstroom: de Associate Degree (AD) en een lectoraat met de opdracht het ontwikkelen en bestendigen van de noodzakelijke kennis- en samenwerkingsstructuur. Meerdere partijen inclusief de lokale overheid moeten hierin (financieel) investeren. 4. De vraag naar studentenhuisvesting is vooral als gevolg van de internationale opleidingen bij Wittenborg, buitengewoon urgent. Voor o.a. verbouwingskosten van bestaande panden tot studentenvoorzieningen is mogelijk medefinanciering noodzakelijk. Wij stellen u dan ook voor om een bestemmingsreserve HBO in te stellen en hierin éénmalig een bedrag van € 750.000 te storten.
Programma 8: Inkomensvoorziening, dienstverlening en activering Bijstand I-deel WWB Zowel in 2009 als in 2010 zijn forse tekorten ontstaan op de bijstandsuitgaven. In de 2e TuRap 2010 zijn wij daar uitgebreid op ingegaan. Ook voor 2011 verwachten wij een aanzienlijk tekort op deze open-einde-regeling. Het nadeel wordt voor een deel veroorzaakt door de afspraken die in 2007 tussen het kabinet Balkenende 4 en de VNG zijn gemaakt ten aanzien van een zgn. eigen risico voor de gemeenten van (macro) 12.500 bijstandsgerechtigden. Deze afspraak loopt tot en met 2011 en komt in het nieuwe Bestuurakkoord tussen Rijk en VNG niet terug. Een ander deel van de overschrijding wordt veroorzaakt door conjuncturele ontwikkelingen; een economische crisis en daardoor een forse instroom van bijstandsgerechtigden. Hoe dit laatste zich in 2012 en verder zal ontwikkelen is natuurlijk niet te voorspellen, al lijkt de economische situatie zich weer wat te herstellen. Wij ramen daarom op dit moment voor 2012 en verder geen structurele tegenvaller, maar zien hier nog wel een fors risico liggen. Omdat wij op dit beleidsterrein niet meer over een bestemmingsreserve kunnen beschikken, stellen wij voor een pm-raming op te nemen. Bijzondere bijstand/minimabeleid In 2009 en 2010 was sprake van een overschrijding op de uitgaven voor het minimabeleid/de bijzondere bijstand. In 2010 voor een bedrag van ca. € 1,5 miljoen. Gelet op de toename van het aantal bijstandsgerechtigden (zie toelichting overschrijding I-deel) houden wij ook voor 2011 en latere jaren rekening met meer aanvragen voor bijzondere bijstand en Regelrecht dan in het verleden. Uw raad heeft op 17 december 2010 ingestemd met een deel van onze voorstellen die tot doel hadden om de overschrijdingen met ingang van 2011 te dekken. U hebt in deze vergadering tevens het amendement ‘beperking bezuiniging op minimabeleid’ aangenomen waarin voor 2011 € 575.000 aan (incidentele) alternatieven waren opgenomen. Wij interpreteren uw besluitvorming op 17 december jl. als instemming om voor een bedrag van € 925.000 wèl structurele maatregelen te nemen( w.o. halvering van de langdurigheidstoeslag). Dit bedrag hebben wij dan ook ingeboekt. Deze aanname betekent dat er nog dekking moet worden gevonden voor de resterende overschrijding vanaf 2012 van € 575.000. Gelet op amendement A15 ‘steun voor minima’ die bij de behandeling van de raadsopdracht kerntaken is aangenomen stellen wij hier geen verdere ombuigingen op het minimabeleid voor. Daarmee komt het structurele nadeel van € 575.000 ten laste van de algemene middelen en wordt dit bedrag betrokken bij het integrale dekkingvoorstel in de Voorjaarsnota.
49
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
Programma 9: Volksgezondheid en zorg Tegenvaller WMO (raadsbesluit 31-03-2011) U hebt op 31 maart jl. ingestemd met de uitwerking van 9 bezuinigingsmaatregelen die op termijn leiden tot terugdringing van de overschrijding op de WMO uitgaven. Deze overschrijding bedroeg in 2010 ca. € 3 miljoen en zou bij ongewijzigd beleid structureel zijn. De geaccordeerde maatregelen leiden er toe, dat naar verwachting in 2014 sprake zal zijn van een budgettair evenwicht. Voor 2011, 2012 en 2013 zal nog sprake zijn van een (aflopend) tekort, dat binnen de algemene middelen opgevangen zal moeten worden. De verwachte tekorten in 2012 en 2013 hebben wij hier opgenomen.
Programma 10: Sociale leefomgeving en samenlevingsopbouw Subsidie Stichting ‘kLeef Wij stellen in deze nota voor om de subsidies voor belangen-, patiënten- en dansverenigingen stop te zetten. Een uitzondering daarop is de bijdrage aan het Platform Gehandicapten Apeldoorn. Daarnaast hechten wij grote waarde aan de Stichting ‘k Leef. Voor de periode 2008 – 2011 is ten laste van de stelpost WMO € 30.000 subsidie voor de Stichting ‘k Leef beschikbaar gesteld. Wij stellen u voor deze bijdrage vanaf 2012 te continueren en daarvoor de stelpost WMO structureel met € 30.000 te verlagen.
Programma 12: Kunst, cultuur, behoud historie Orpheus U hebt in uw vergadering van 12 mei jl. ingestemd met ons voorstel voor een éénmalige extra subsidie voor schouwburg Orpheus NV en daarnaast een bedrag beschikbaar gesteld voor een extern onderzoek naar de toekomstmogelijkheden van Orpheus. De opdrachtformulering voor dit onderzoek hangt mede af van besluitvorming in deze Voorjaarsnota met betrekking tot de ombuigingsvoorstellen op het beleidsterrein cultuur. Komend najaar zullen wij u een separaat voorstel aanbieden dat mede gebaseerd zal zijn op de uitkomsten van het externe onderzoek. De actuele stand van zaken bij Orpheus zullen wij daar bij betrekken. De kans is echter groot, dat Orpheus ook het jaar 2011 zal afsluiten met een aanzienlijk tekort. Wij zullen u in het najaar dan ook mogelijk opnieuw een aanvullend subsidieverzoek voorleggen. Op dit moment kunnen en willen wij nog geen financiële conclusies trekken voor 2012 en verder. In afwachting van de uitkomsten van het externe onderzoek stellen wij daarom voor een pm-raming op te nemen.
Programma 13: Ruimtelijke ordening, ontwikkeling, visie-ontwikkeling en gebiedstransformatie Structuurvisie Apeldoorn Apeldoorn heeft een nieuwe structuurvisie nodig om te voldoen aan de eisen vanuit de nieuwe Wro. Onze huidige structuurvisies (voor het landelijk gebied uit 1993 en voor het stedelijk gebied uit 2002) zijn verouderd. Een structuurvisie is niet alleen wettelijk verplicht, maar ook noodzakelijk voor het kunnen toepassen van kostenverhaal. Tenslotte is de structuurvisie essentieel om uitvoering te geven aan de nieuwe manier van werken uit het collegewerkprogramma. Daarvoor hebben we in het ruimtelijk domein een meer uitnodigend beleidskader nodig, gericht op samenwerking met anderen. Met voldoende focus, maar ook met meer flexibiliteit en vrijheid, om investeringen bij anderen uit te lokken. De eerste aanzet kan betaald worden uit eigen middelen binnen de dienst RO, maar voor 2012 is eenmalig € 100.000 nodig, met name bedoeld voor het inhuren van externe expertise en procesbegeleiding. Binnenstad In het op 18 februari 2010 vastgestelde Regieplan Binnenstad is de ambitie uitgesproken de waardering voor de Apeldoornse binnenstad in 10 jaar tijd te laten stijgen van 6,5 naar het cijfer 8. Daarvoor zijn grote investeringen noodzakelijk. In totaliteit worden die geraamd op ruim € 200
50
Voorjaarsnota 2011
Naar een nieuwe balans
miljoen. Het overgrote deel daarvan komt voor rekening van eigenaars en ontwikkelaars, maar voor de herinrichting van de openbare ruimte is primair de gemeente verantwoordelijk. Deze kosten worden geschat op € 25 miljoen uitgesmeerd over 10 jaar. In de gesprekken met eigenaars en ontwikkelaars geven wij aan ook van hen daarvoor een bijdrage te verwachten, omdat zij meeprofiteren van een aantrekkelijk ingerichte openbare ruimte. Die bijdrage zal zich dan meestal beperken tot “de straat voor hun deur”. Ook zijn wij al enige tijd in gesprek met de provincie Gelderland over het programma Binnenstad ten einde daarvoor subsidie te krijgen. Dit kan alleen succes hebben als wij kunnen aantonen dat er sprake is van een gezamenlijke inspanning de lokale en provinciale overheid met marktpartijen. Een substantiële bijdrage van de gemeente Apeldoorn is daarbij een voorwaarde. Wij zullen dit in het kader van de investeringsagenda betrekken bij de bestemming van de bestedingsruimte binnen de BROA. De Maten De woonwijk de Maten is met 11.000 woningen en 29.000 inwoners de grootste bloemkoolwijk van Nederland. De wijk bestaat uit 6 woonbuurten: Matendreef, Matenhorst, Matendonk, Matengaarde, Matenveld en Matenhoeve en uit Matenhoek, waar voornamelijk industrie en bedrijven zijn gevestigd. Daarnaast heeft de Maten twee parken: het centraal gelegen Matenpark en het Kanaalpark. Andere voorzieningen zijn onder meer het wijkwinkelcentrum de Eglantier, enkele buurtwinkelcentra, jongerencentrum Don Bosco, wijkcentrum De Stolp, een sportcentrum, verschillende sporthallen en velden, 16 scholen en een kinderboerderij. In 1972 is begonnen met de bouw van de woonwijk en de voltooiing vond plaats begin jaren 80. De Maten is inmiddels dus 30 tot 40 jaar oud. Het is daarom tijd om de balans op te maken en te kijken in hoeverre de wijk nog aansluit bij de huidige tijd. Rondom de Maten zijn er veel nieuwe ontwikkelingen, zoals de Kanaalzone, het Regionale Bedrijventerrein Apeldoorn Zuid (RBAZ), de Ecofactorij en de uitbreidingslocatie Zonnehoeve. Diverse partijen, zoals de woningcorporaties, vastgoedbeleggers en gemeente staan op het punt om in de wijk te investeren. De SEV en de New Town gemeenten, waaronder Apeldoorn, zetten in op een preventieve aanpak voor de bloemkoolwijken. Daarnaast kent de Maten een actieve wijkraad die de wijk op de agenda weet te zetten. Er gebeurt dus heel veel in de Maten maar een samenhangende aanpak op de ontwikkeling van wijk en buurt ontbreekt nog. Daarom wil de gemeente samen met de bewoners en organisaties uit de wijk en buurt aan de slag in De Maten. De volgende opgaven spelen hierbij een centrale rol: -
de wijk en haar omgeving: het verbinden van stad en land; de ruimtelijke structuur: naar een eigentijdse uitstraling; het wonen: het vergroten van de diversiteit aan woningtypen; de voorzieningen: het vernieuwen van het in potentie goede voorzieningenniveau; de sociaal-economisch situatie: het bieden van ontwikkelingskansen op het gebied van onderwijs en werk.
Zonder twijfel zullen deze opgaven de komende 10 jaar investeringen vragen van particulieren, corporaties en overheid. Ook dit onderwerp zullen we in het kader van de investeringsagenda betrekken bij onze voorstellen tot bestemming van de besteedbare ruimte binnen de BROA Stedendriehoek De uitvoering van een aantal acties uit het programma Werk zal ook in Stedendriehoekverband worden georganiseerd. De reden daarvan is dat de regio een beter schaalniveau voor de uitwerking biedt. Het gaat daarbij bij voorbeeld om innovatie, versterking voor sectoren als logistiek, maakindustrie, verbetering van de aansluiting onderwijsarbeidsmarkt, arbeidsmarktanalyses. Om dit op regionaal niveau in samenwerking met andere partijen (Stedendriehoek gemeenten, regionaal bedrijfsleven, onderwijsinstellingen) te organiseren, is jaarlijks een budget van € 150.000 nodig.
51