Voorjaar 2002 Onderwerpen in dit nummer: NIEUWS..........................................................1 ACTUEEL .......................................................1 ONDERWIJS ..................................................1 ONDERZOEK ................................................3 PERSONALIA ................................................4 AGENDA.........................................................5 INFORMATIE OVER AIAS ..........................7 COLUMN........................................................8
Actueel Verslag van de AIAS-conferentie arbeidsverhoudingen?"
"Leren(de)
Het verslag van deze conferentie die op 1 november 2001 plaats had in Amsterdam, is per 1 mei a.s. beschikbaar bij het AIAS voor 7 Euro.
Op donderdag 27 juni zal de jaarlijkse conferentie van AIAS plaatsvinden met als thema loonverschillen en loonongelijkheid. Op de conferentie wordt wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd gevolgd door debat. 's Ochtends gaat het voornamelijk over loonverschillen tussen hoger en lager opgeleiden en mannen en vrouwen, 's middags gaat het over de publieke en marktsector. U kunt zich daar nu al op inschrijven via
[email protected]. Lees verder voor meer informatie op pagina 5.
Nieuwe informatie op loonwijzer De Loonwijzer www.loonwijzer.nl gaf tot nu toe alleen informatie over lonen in vrouwenberoepen. Vanaf deze week is ook informatie beschikbaar over beroepen waarin mannen werkzaam zijn. Voor bijna 120 beroepen verstrekt de website gegevens over het gebruikelijke maandloon, afgestemd op leeftijd, opleidingsniveau en enkele andere kenmerken van de bezoeker. Ook is er veel andere informatie beschikbaar over beroepen. Voor precies 100 beroepen is op te zoeken hoe vaak mensen in het beroep in deeltijd werken, wat het gemiddelde opleidingsniveau is, of er veel of weinig herintreedsters in werken, hoeveel ouderen en hoeveel jongeren, of de werksfeer gemiddeld genomen goed is of dat er conflicten zijn, en nog veel meer informatie. De website is een gezamenlijk product van de Universiteit van Amsterdam/AIAS, Vrouwonline van VNU Tijdschriftengroep BV en www.fnv.nl, de site van de FNV.
Voorlichtingsavonden Masters 2002-2004
Onderwijs
Op dinsdagavond 28 mei en woensdagavond 26 juni organiseert AIAS voorlichtingsbijeenkomsten voor belangstellenden. Deze bijeenkomsten vinden plaats op het Roeterseiland in Amsterdam, van 19.00 - 20.30 uur. Het studieprogramma zal worden toegelicht, de literatuur kan worden geraadpleegd en er zijn docenten en studenten aanwezig voor vragen. Als u zich van te voren opgeeft via
[email protected] of 020 525 4199, zorgen wij voor een broodje.
Minorscripties afgerond
Nieuws Conferentie AIAS: 27 juni "loonverschillen en loonongelijkheid"
Er zijn weer enkele studenten die het certificaat van de minor arbeid in ontvangst kunnen nemen. De arbeidsjuriste mr Francien Loos schreef een scriptie over 'Risque profesionnel, risico van juridisering?'. Student economie Barbara Vis schreef een scriptie over 'De relatie tussen zelfsturend team en organisatie' vanuit een economisch en sociaal-psychologisch perspectief. Dorien Kooij (student economie) en Vanessa Ottevanger (student rechtsgeleerdheid) schreven een scriptie over het onderwerp Arbeid en Zorg. Dorien keek naar het politieke ideaal van het 'Combinatiescenario en de rol van de overheid', Vanessa beschouwde de wet 'Arbeid en zorg: de moeilijke balans tussen wetgeving en zelfregulering'. De auteurs kunnen via het AIAS worden benaderd over hun scripties. 1
Portretten van Master studenten Drs. Agnes Faber (33) Randstad Nederland Vooropleiding: bedrijfseconomie aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam
Mr. Bart Geraads (37) Hay Group bv in Zeist Vooropleiding: Nederlands recht en Fiscaal recht
‘Je horizon verruimen door breder naar problemen en oplossingen te kijken’
‘Thematische programmaopbouw en multidisci-plinaire aanpak’
‘Mijn studie was vooral marketinggericht en bij mijn huidige werkgever Randstad, kwam ik in een organisatie terecht waar arbeid core-business is. Na een aantal jaren in de lijnorganisatie werk ik nu als stafspecialist bij de afdeling arbeidszaken en houd me vooral bezig met de primaire- en secundaire arbeidsvoorwaarden van onze vaste medewerkers. Human Resource Management is een interessant werkveld, maar ik merkte dat ik bepaalde vakkennis miste. Tijd dus om een gespecialiseerde opleiding te gaan volgen. Bij AIAS sprak het interdisciplinaire me aan en ik had het gevoel dat het redelijk no-nonsense was. Niet gericht op hypes, maar gedegen en wetenschappelijk. Afgelopen september ben ik begonnen en tot nu toe heb ik goede ervaringen.’
'Inzicht'
‘Soms is het wel lastig om het geleerde direct in de praktijk toe te passen. Dat heeft vooral te maken met de onderwerpen waar je op je werk mee bezig bent. Ik heb wel meer inzicht gekregen in de manier waarop allerlei vakgebieden met elkaar samenhangen. Bij sociologie hebben we het bijvoorbeeld gehad over de wet flexibiliteit en zekerheid. Dat is natuurlijk interessant als je bij een uitzendbureau werkt. Van de juridische kant van dat onderwerp wist ik al veel, maar waarom die wet er precies is gekomen, wat de economische aspecten ervan zijn, wie er bij betrokken waren, hoe met dit onderwerp in andere landen wordt omgegaan, was voor mij minder duidelijk. Dat is allemaal ruimschoots aan de orde gekomen, waardoor mijn kennis flink is verbreed. Dat geldt voor veel onderwerpen. Tijdens de studie wordt alle stof vanuit vijf disciplines benaderd. Je verruimt je horizon door breder naar problemen en oplossingen te kijken. Dat is heel waardevol voor je eigen ontwikkeling.’
‘Als beloningsadviseur kijk ik hoe de inzet van individuen op het niveau van Raad van Bestuur, Raad van Commissarissen en de managementlagen daaronder, op één lijn kan komen met de strategische doelen van een organisatie. Wat kun je kortom met beloning doen om mensen op dat niveau optimaal te laten presteren? Hiervoor werkte ik elf jaar als belastingadviseur. De laatste jaren adviseerde ik met name over thema’s als flexibele arbeidsvoorwaarden, modernisering van pensioenen en variabel belonen. Ik hield me vooral bezig met de technische aspecten van deze onderwerpen. Omdat ik meer wilde weten over de achtergronden ervan, ben ik in oktober 2000 met deze studie begonnen. Naast andere redenen heb ik uiteindelijk voor AIAS gekozen vanwege de thematische programmaopbouw en de multidisciplinaire aanpak. De onderwerpen worden vanuit vijf verschillende faculteiten belicht en daarmee krijg je een brede basis om aan oordeelsvorming te kunnen doen.’
'Verschillende wetenschapsgebieden'
‘Als je het thema beloning vanuit verschillende wetenschapsgebieden benaderd, zie je ook de complexiteit ervan. Zo gaat Arbeidspsychologie bijvoorbeeld in op het vraagstuk motivatie, terwijl Arbeidseconomie meer kijkt naar vraag- en aanbodfactoren rondom beloning. Andere disciplines als Rechten en Arbeidsgezondheidkunde hanteren weer een totaal andere invalshoek. De nadruk op actuele ontwikkelingen in combinatie met een gedegen wetenschappelijke onderbouwing maken deze opleiding erg interessant. Vooraf hoopte ik dat de studie mij in staat zou stellen een andere functie in het bedrijfsleven te gaan vervullen: human resource manager in plaats van (extern) adviseur. Het probleem in al zijn facetten bestuderen in plaats van specialistische kennis op onderdelen. Maar deze twee jaar ben ik tot het besef gekomen dat ik adviseren over actuele onderwerpen, in een arbeidsmarkt waar allerlei belangrijke ontwikkelingen gaande zijn, toch wel heel erg leuk vind. En mede dankzij deze studie heb ik inmiddels een zeer boeiende, nieuwe baan.’
2
AIAS Nieuwsbrief
Voorjaar 2002
Onderzoek Europese Sociale Dialoog Op verzoek van de afdeling Arbeidsverhoudingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid doet AIAS een onderzoek naar de resultaten van de Europese sociale dialoog. In de Europese sociale dialoog worden de Europese sociale partners geconsulteerd over kwesties van sociaal beleid. Dit gebeurt zowel op inter-sectoraal niveau als op het niveau van Europese bedrijfstakken (waarbij de sectorale sociale partners betrokken zijn). De Europese sociale partners kunnen ook overeenkomsten sluiten, die vervolgens via een Europese richtlijn worden geimplementeerd. Tot nu toe hebben de werkgeversorganisaties UNICE, CEEP en UEAPME, en het Europees Verbond van Vakverenigingen driemaal een overeenkomst gesloten. Dit heeft geleid tot de Europese richtlijnen over zwangerschapsverlof, part-time werken en arbeidscontracten voor bepaalde tijd. Doel van het onderzoek is de resultaten van de Europese sociale dialoog tot nu toe te inventariseren en een verklaring te geven voor de verschillen tussen de sociale dialoog op sector-niveau, op basis van institutionele en sociaal-economische kenmerken van de sectoren. Hiertoe worden vijf case-studies verricht, naar de Europese sociale dialoog in de bouwsector, de groot- en detailhandel, telecommunicatie, de metaalsector (waar geen Europese sociale dialoog tot stand is gekomen), en de betekenis van de Europese richtlijn Arbeidstijden voor de sociale dialoog in de transportsector. Uiteindelijk hopen we een beeld te kunnen schetsen van de gevolgen van de Europese sociale dialoog voor de arbeidsvoorwaardenvorming in Nederland. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Hester Benedictus, Rob de Boer, Marc van der Meer, Wiemer Salverda en Marloes Zijl. Het rapport “The European social dialogue. An overview of the results of the European social dialogue and five European sector-level case studies” verschijnt in september 2002. Evaluatie afgerond
Europese
werkgelegenheidsbeleid
Het onderzoek van AIAS en SEO naar de betekenis van het Europese Werkgelegenheidsstrategie voor Nederland is afgerond. Vergelijkbare studies werden uitgevoerd in de overige 14 lidstaten van de Europese Unie. In het onderzoek voor Nederland werd de dubbele vraag gesteld naar de betekenis van het Europese beleid voor Nederland en naar de mate waarin het Nederlandse beleid de in Brussel geformuleerde beleidsdoelstellingen
realiseert. Centraal in het eindrapport staat het begrip ‘beleidsleren’. We spreken van beleidsleren als de doelstellingen, instrumenten en de institutionele vormgeving van een beleidsproces doelgericht worden aangepast op basis van inzichten en ervaringen uit het verleden en nieuwe informatie over de toekomst. In het Europese werkgelegenheidsbeleid dat sinds het Verdrag van Amsterdam (1997) bestaat, worden de ontwikkelingen en prestaties van het nationale beleid vergeleken met de ontwikkelingen en prestaties in andere landen. In het Europese werkgelegenheidsbeleid zijn er ten minste vijf instrumenten voor handen die het leerproces kunnen bevorderen: 1. de Europese richtsnoeren, volgens welke het arbeidsmarktbeleid moet worden vormgegeven; 2. de jaarlijkse ‘nationale actieplannen voor werkgelegenheid’ waarin het beleid wordt omschreven; 3. de zogenaamde ‘peer reviews’ waarbij bepaalde beleidsonderwerpen op incidentele basis door verschillende landen worden geëvalueerd; 4. de landenexamens waar de lidstaten en de Europese Commissie de beleidsresultaten bespreken en vergelijken; en tenslotte 5. de aanbevelingen van de Europese Raad aan de lidstaten om onderdelen van het arbeidsmarktbeleid te verbeteren. De auteurs concluderen dat het Europese werkgelegenheidsbeleid met zijn nadruk op het vergelijken van landen met de situatie in andere Europese lidstaten inderdaad enig effect sorteert op verschillende beleidsonderwerpen. Zo is het aannemelijk te maken dat de 'sluitende aanpak' in het arbeidsmarktbeleid, de problematiek van ‘een leven lang leren’, de hernieuwde aandacht voor arbeidsmarktstatistiek, en de kwantitatieve doelstelling van de toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen, door de Brusselse bemoeienissen in Nederland aan politieke prioriteit hebben gewonnen. Tegelijkertijd laat het rapport op basis van een uitgebreide literatuurstudie zien, dat de netto effectiviteit van arbeidsmarktbeleid in Nederland niet goed vastgesteld kan worden. Met betrekking tot de in het rapport onderzochte terreinen ‘activerend sociaal beleid’, ‘gelijke kansen voor vrouwen en mannen’ en ‘modernisering van werkorganisatie’ schieten de bestaande evaluatiemethoden tekort en wordt nog onvoldoende geleerd van nationale en internationale ervaringen. Het onderzoek dat werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal worden besproken door de Tweede Kamer en de Europese Commissie. Het onderzoek is te bestellen bij SEO (020-6258993). Bron: drs M. Zijl, dr M. van der Meer, drs J. van Seters, prof J. Visser, prof H. Keuzenkamp, ‘Dutch experiences with the European employment strategy’, 2002, SEO-rapport nr. 611.
3
AIAS Nieuwsbrief
Project overcoming marginalisation gestart Dat vrouwen en etnische minderheden in het algemeen een minder goede arbeidsmarktpositie hebben dan autochtone mannen is bekend. We weten echter weinig over verschillen tussen sectoren: waarom zijn bepaalde sectoren wel toegankelijk voor vrouwen en etnische minderheden en anderen niet. Het Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies verricht samen met een zestal onderzoeksinstituten in andere Europese landen onderzoek naar de factoren die de in- en doorstroom van vrouwen en etnische minderheden belemmeren en maatregelen die de integratie van deze groepen juist bevorderen. Door de ontwikkelingen in verschillende sectoren en in verschillende landen met elkaar te vergelijken kunnen specifiek sectorale en nationale verschillen worden gedestilleerd. De doelstelling van het project is het in kaart brengen van structurele belemmeringen voor de integratie van vrouwen en etnische minderheden in sterk gesegmenteerde arbeidsmarkten. Ook worden strategieën in kaart gebracht die een succesvolle integratie van de groepen bevorderen. In het onderzoek worden bijvoorbeeld vragen over waarom er zo weinig allochtonen of vrouwen in bepaalde beroepsgroepen te vinden zijn en zoveel in andere sectoren. Het onderzoek wordt tegelijkertijd uitgevoerd in zes Europese landen: Denemarken, Duitsland, Engeland, Italië, Nederland en Spanje. In het onderzoek worden de in- en doorstroomkansen van vrouwen en etnische minderheden in vier sectoren met elkaar vergeleken. Dit zijn de bouwnijverheid, de gezondheidszorg, de grafische industrie en de IT-sector. In ieder van de zes landen worden in iedere sector tien managers van tien grotere en kleinere ondernemingen ondervraagd met behulp van een vragenlijst. Daarnaast worden in elk van de vier sectoren interviews gehouden met de vertegenwoordigers van werkgeversverenigingen en vakbonden, alsmede met een vertegenwoordiger van een opleidingsinstituut. Tenslotte wordt op nationaal en op Europees niveau een aantal interviews gehouden. Aan het onderzoek werken in totaal zes Europese onderzoeksinstellingen mee. Behalve het AIAS zijn dat de business school van de Universiteit van Westminister (London), het instituut voor etnische studies van de universiteit van Osnabruck, het Juan March Instituut voor sociale wetenschappen in Madrid, het Instituto di Lavoro in Rome en de afdeling sociologie van de Universiteit van Kopenhagen. Het project wordt gefinancierd door de Europese Commissie, in het kader van het vijfde actieprogramma 'targeted socio-economic' research. De Europese Commissie heeft daartoe het onderzoeksvoorstel geodgekeurd en beoordeelt de resultaten. Het onderzoek
Voorjaar 2002
is gestart op 15 september 2001 en loopt door tot 15 september 2003. Het Nederlandse deel van het onderzoek wordt uitgevoerd door Marc van der Meer en Judith Roosblad.
Personalia Anita de Waal heeft het secretariaat van AIAS, waar zij als office manager de scepter zwaaide, verlaten. Zij werkt nu voor de decaan van de Rechtenfaculteit. Binnenkort wordt ze uitgezwaaid voor het jaar dat ze voor ons instituut heeft gewerkt. Angelique Lieberton treedt als nieuwe office manager in dienst, officieel per 1 mei maar zij werkt, via het uitzendbureau, al enige maanden intensief samen met Florien op het secretariaat. Angelique heeft Internationaal Management gestudeerd aan de HES Amsterdam en heeft dat diploma daarna aangevuld met examens voor de toeristische sector. Ze werkte in Zwitserland en Australië. Haar actieve inzet voor de Nederlandse ArbeidsmarktDag, die AIAS samen met Scholar organiseert op 23 april, heeft haar bij AIAS gebracht. Meest opvallend is haar hobby van autoraces, nota bene in een omgeving waarin bijna niemand een auto heeft. Hester Benedictus, die ons nog maar twee nieuwsbrieven geleden verliet, is gelukkig weer teruggekeerd – tot aan de zomer. We hebben haar, in afwachting van haar afstuderen, kunnen strikken om onderzoek te doen naar de Europese sociale dialoog. Haar ervaring op hetzelfde terrein is een groot voordeel. Natuurlijk hopen we dat het nieuwe werk aan de dialoog haar stap verder brengt naar het begeerde werk in Brussel. Rob de Boer, student bestuurskunde aan de Universiteit van Leiden, loopt sinds 1 februari stage bij AIAS. Hij werkt mee aan het onderzoek naar de Europese sociale dialoog en heeft een werkzaam aandeel in de studie van de sectorale dialoog. Het werk dat hij eerder in Leiden deed als assistent voor een aantal Europese projecten komt goed van pas. Gert Homsma zal per 1 mei in dienst treden als junior onderzoeker. Gert is afgestudeerd arbeids-, organisatie en personeelspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voor zijn afstuderen construeerde hij een experiment om te onderzoeken hoe mensen over de rechtvaardigheid van beloning denken afhankelijk van de perceptie van hun eigen prestaties gegeven hun (onbewuste) visie op intelligentie, aangeboren of aangeleerd. Eerst zal hij een half jaar meewerken aan verschillende lopende onderzoeken van AIAS, daarna ontwikkelt hij een AIOplan waarvoor financiering gezocht zal worden. AIAS hoopt dat de positie van junior onderzoeker kan 4
AIAS Nieuwsbrief
functioneren als lanceerplaats voor aio-onderzoek. Kilian Schreuder zal per 1 mei bij AIAS gaan werken. Hij wordt aio voor een onderzoek naar de vorming van arbeidsvoorwaarden in Nederland. Welke factoren bepalen de punten die op de CAO-agenda komen en de uitkomsten van de CAO-onderhandelingen? Deze vragen staan centraal in het door NWO gefinancierde project ‘Determining factors in the agenda setting processes in collective bargaining’. Kilian heeft sociologie gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en heeft daarna een jaar gewerkt, waarbij hij ondermeer onderzoek heeft gedaan naar mogelijkheden om in deeltijd te werken in verschillende soorten functies. Mara Yerkes is op 1 januari aio geworden bij AIAS, ten behoeve van de bijzondere leerstoel van Frans Leijnse. Het onderzoek wordt gefinancierd door Reaal. Mara is Amerikaanse maar heeft in korte tijd wonderbaarlijk goed Nederlands leren spreken. Ze studeerde af aan zowel de University of Minneapolis als de International School for Humanities and Social Sciences van de UVA. Ze schreef twee scripties over "Unemployment in the Corporatist System: a comprehensive look at the Dutch Model with a comparison to Sweden" en "Vacancies in the Dutch Labor Market: an examination of the underlying causes for the mismatch between labor supply and demand." Haar promotie-onderwerp is "Feminization of the Labor Market: the pressure to combine work and domestic life and its effects on the labor market and the welfare state in the Netherlands.´ Wie de huisvesting van AIAS kent, zal niet begrijpen waar de nieuwe medewerkers allemaal zitten. Dat is dan ook helemaal niet gemakkelijk en er zijn daarom vergevorderde verhuisplannen, waarover meer in de volgende nieuwsbrief
Agenda Jaarlijkse AIAS congres 27 juni 2002 - Artis A'dam "Loonverschillen en loonongelijkheid" De afgelopen jaren kennen steeds meer werkenden individuele beloningselementen. Nemen daardoor de beloningsverschillen toe? Ook was sprake van een krappe arbeidsmarkt. Heeft dat geleid tot hogere lonen voor schaars personeel? En wat betekent de recente conjuncturele afkoeling voor de lonen in Nederland? Hoe denken mensen over beloningsverschillen en wat vinden ze rechtvaardig? Op dit congres staan loonverschillen en loonongelijkheid centraal. Hoe groot is de loonongelijkheid in Nederland? Wat zijn de trends? Wat betekent dat voor medewerkers? Welke
Voorjaar 2002
inzichten komen uit wetenschappelijk onderzoek naar voren? Hoe gaan spelers in het veld om met beloningsverschillen? Op dit congres presenteren wetenschappers resultaten van onderzoek en geven deskundigen uit het veld hun commentaar op de beloningsverhoudingen in Nederland. Loonongelijkheid wordt vanuit vijf invalshoeken benaderd: • loonongelijkheid tussen hoog en laag opgeleiden; • loonverschillen tussen mannen en vrouwen; • loonverschillen tussen de publieke en private sector • beleving van loonverschillen; • schaarste op de arbeidsmarkt en loondifferentiatie. U kunt zich opgeven bij Florien Coltof, 020 525 4199 of
[email protected].
Programma va. 09.30 10.00-10.10 10.10-10.40 10.40-11.10
11.10-11.30 11.30-12.00 12.00-12.15 12.15-13.15 13.15-14.15
14.15-14.30 14.30-15.00 15.00-15.30 15.30-17.00
17.00-17.30
Ontvangst met koffie en thee Opening door Prof.dr. J. Visser Prof.dr. J. Hartog Trends in ongelijkheid Dr. K. Tijdens Mannen en vrouwen: loonverschillen en wetgeving Koffie/thee Dr. R. van Silfhout Beleving van loonverschillen Mw. P. Osse Demonstratie Loonwijzer Lunch dhr. H. van der Kolk en Drs. P. Ykema-Weinen Debat: Loonverschillen & loonongelijkheid Koffie/thee Dr. W. Salverda Loonverschillen tussen de publieke en private sector Prof.dr. J. Theeuwes Loondifferentiatie en schaarste op de arbeidsmarkt Drs. R. Paping, Prof.dr. J.P. v/d Toren en Drs. M.J. van Rijn Debat: lonen in de publieke sector en loonverschillen met de private sector Borrel
5
AIAS Nieuwsbrief
Voorjaar 2002
AIAS CONGRES LOONVERSCHILLEN EN LOONONGELIJKHEID 27 JUNI: ARTIS - AMSTERDAM vanaf 09.30 10.00 - 10.10
10.10 - 10.40
10.40 - 11.10
11.10 - 11.30 11.30 - 12.00
12.00 - 12.15 12.15 - 13.15 13.15 - 14.15
14.15 - 14.30 14.30 - 15.00
15.00 - 15.30
15.30 - 17.00
17.00-17.30
Ontvangst met koffie en thee Opening Prof.dr. Jelle Visser Hoogleraar arbeidssociologie en wetenschappelijk directeur AIAS Trends in ongelijkheid Prof.dr. Joop Hartog Hoogleraar arbeidseconomie Universiteit van Amsterdam Mannen en vrouwen: loonverschillen en wetgeving Dr. Kea Tijdens Onderzoekscoördinator AIAS Koffie/thee Beleving van loonverschillen Dr. Reiny van Silfhout Beleidsmedewerkster afd. BeleidsOnderzoek Demonstratie Loonwijzer op internet Mw. Paulien Osse Lunch Debat: Loonverschillen & loonongelijkheid Dhr. Henk van der Kolk, bestuurder FNV en coördinator arbeidsvoorwaarden Drs. Petri Ykema-Weinen, senior adviseur ITP International Koffie/thee Loonverschillen tussen de publieke en private sector Dr. Wiemer Salverda Managing Director AIAS Loondifferentiatie en schaarste op de arbeidsmarkt Prof.dr. Jules Theeuwes Hoogleraar arbeidseconomie en wetenschappelijk directeur van SEO Debat: lonen in de publieke sector en loonverschillen met de private sector Drs. Ronald Paping, hoofd Beleidsafdeling AbvaKabo Prof.dr. Jan Peter van den Toren, Senior managing consultant Berenschot en bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen Universiteit van Amsterdam Drs. M.J. van Rijn (gevraagd), directeur-generaal management- en personeelsbeleid, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Borrel
U KUNT ZICH INSCHRIJVEN BIJ FLORIEN COLTOF VIA
[email protected] OF 020 525 4199
6
AIAS Nieuwsbrief
Voorjaar 2002
Informatie over AIAS De volgende faculteiten en onderzoeksinstituten participeren in AIAS: Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie en de daaraan verbonden Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) Faculteit der Geneeskunde en het daaraan verbonden Coronel Instituut voor Arbeid, Milieu en Gezondheid Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (Afdeling Sociologie) en het daaraan verbonden Centrum voor onderzoek naar Europese Samenlevingen en Arbeidsverhoudingen (CESAR) Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (Afdeling Psychologie) en de daaraan verbonden Stichting Mind at Work Faculteit der Rechtsgeleerdheid en het daaraan verbonden Hugo Sinzheimer Instituut (HSI) Binnen de faculteiten en instituten zijn de volgende hoogleraren met hun medewerkers bij het AIAS aangesloten: Prof. dr F.J.H. van Dijk, Arbeid en gezondheid; Coronel Instituut Prof. dr C.K.W. de Dreu, Arbeids- en Organisatiepsychologie Prof. dr J. Hartog, Arbeidseconomie Prof. mr E.Verhulp, Arbeidsrecht, HSI. Prof. dr B.M.S. van Praag, Universiteitsprofessor UvA Prof. dr J. Visser, Arbeids- en organisatiesociologie; CESAR
De staf van AIAS bestaat uit: Angelique Lieberton, office manager Florien Coltof, administratief medewerker Dr Marc van der Meer, hoofd onderwijs Dr Wiemer Salverda, managing director Dr Kea Tijdens, onderzoekscoördinator Drs Matthijs Visser, onderwijscoördinator Dr. F. Tros, coördinator minor Dr Ton Wilthagen, Ph.D.-coordinator Voor alle inlichtingen kunt u terecht bij het secretariaat. Speciaal voor de Masteropleiding bij Matthijs Visser (525 4196), voor deze en andere opleidingen bij Marc van der Meer (525 4291). Voor onderzoek bij Kea Tijdens (525 4347) of Wiemer Salverda (525 4123). Voor promotieonderzoek en aanverwante zaken bij Ton Wilthagen (525 3637). De publicaties van AIAS kunt u telefonisch bestellen of via de site.
Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies Universiteit van Amsterdam Roetersstraat 11, kamer E 9.12 1018 WB Amsterdam tel 020 - 525 4199 fax 020 - 525 4301 e-mail:
[email protected] www.uva-aias.net
Het dagelijks bestuur van AIAS wordt gevormd door:
Of kom langs!
Prof. dr H. Keuzenkamp, voorzitter Prof.dr J. Visser, wetenschappelijk directeur Dr Wiemer Salverda, managing director
7
AIAS Nieuwsbrief
Voorjaar 2002
Column De wondre wereld van www.internet Onze bibliotheek wil weten hoe de gebruikers over de dienstverlening denken. Zonet kreeg ik een e-mail met het verzoek hun vragenlijst in te vullen op het bijgevoegde Internet adres. Al mijn collega’s hebben dezelfde email gekregen. Voor de bibliotheek is het een snelle manier om de opinie van de gebruikers te polsen. Voor mij is het gemakkelijk, want ik ben er hooguit vijf minuten mee kwijt. In de sociale wetenschappen wordt met een schuin oog gekeken naar Internet, tenminste als het gaat om het houden van enquêtes. Een dergelijke manier van onderzoek doen heeft vele voordelen. Zo blijft de prijs van het onderzoek gelijk, of er nu 100 of 100.000 mensen de vragenlijst invullen. En 100.000 is natuurlijk veel aardiger dan 100. Ook is het gemakkelijk voor de respondenten, die op een moment dat het uitkomt de vragenlijst kunnen invullen. Tenslotte kan de fase van data-invoer worden overgeslagen, hetgeen geld en tijd spaart. Maar, er zijn voorlopig ook grote vraagtekens bij enquêtering via internet. Zo kan het steekproefkader niet groter zijn dan de personen met toegang tot internet. Dat is een probleem, want lang niet alle huishoudens in Nederland hebben toegang tot Internet. Ook zijn de kenmerken van de personen met toegang tot Internet niet bekend, en kan er dus ook niets gezegd worden over de response. Vullen jongeren vaker een enquête in dan oudere? Hoger opgeleiden vaker dan lager opgeleiden? Autochtonen vaker dan allochtonen? Meer in het algemeen wordt de vraag gesteld of het patroon van de response bij Internet afwijkt van dat van traditionele papieren enquêtes. Kortom, de representativiteit van Internet enquêtes wordt gezien als een groot probleem. In mijn ogen is het steekproefkader echter het grootste probleem. Onze bibliotheek heeft het in dat opzicht gemakkelijk. Alle medewerkers hebben een e-mail adres, en zij krijgen dus allemaal de vragenlijst toegestuurd. In dat opzicht is er geen verschil met een post-enquête. Maar hoe benader je de werknemers in Nederland, als je meer wilt weten over hun loon en hun secundaire arbeidsvoorwaarden? Dat is al een probleem bij een post-enquête, omdat er geen adressenbestand bestaat met daarin alle werknemers. Meestal wordt er daarom getrapt een steekproef getrokken, dan wel via werkgevers, dan wel via huisadressen. Bij een Internet-enquête is deze werkwijze niet mogelijk, tenzij er van te voren een bestand van e-mail adressen is aangelegd. Blijft over om te adverteren op een aantal veel bezochte sites met een enquête voor werknemers, dan selecteren zij zich vanzelf. Het volgende probleem doemt op: waarom zouden mensen een vragenlijst invullen? Het hogere doel van de wetenschap is meestal niet toereikend om hen te overtuigen. In het Loonwijzer project (zie elders in de Nieuwsbrief) zijn we er tot mijn genoegen in geslaagd dit probleem te overwinnen. De site krijgt duizenden bezoekers per week die willen weten welke lonen betaald worden in hun beroep, of in een ander beroep, gegeven hun leeftijd en opleiding. Op de site worden bezoekers ook aangemoedigd de enquête in te vullen, zodat de gegevens in de loonwijzer up-to-date blijven. Ze kunnen bovendien een prijs winnen. Per maand vullen meer dan duizend mensen de vragenlijst in en als er promotionele acties zijn, loopt dit op tot drieduizend. Als onderzoeker kan ik geen beter project wensen, met elke maand opnieuw zoveel ontzettend veel data. Maar de afspiegeling van de beroepsbevolking blijft een probleem: naar verhouding vullen jongeren de vragenlijst vaker in dan ouderen, maar met statistische technieken is de afspiegeling wel te verbeteren. Deze oudere gaat nu de vragenlijst van de bibliotheek invullen. Kea Tijdens, onderzoekscoördinator AIAS
Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies Roetersstraat 11 1018 WB AMSTERDAM tel: 020 – 525 4199 E-mail:
[email protected] www.uva.nl/aias
8