Voorbereid op pad Rustplaatsen Zingend langs .....
COLOFON
INEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
de JACOBSSTAF JAARGANG 6 - december 1994 verschijnt viermaal per jaar oplage 1200 REDACTIE
BESTUUR K. Dircksens, voorzitter mw. M. Madou, vice-voorzitter J. Gigengack, secretaris1 penningmeester N. Zijp, tweede secretaris A. Claessen, secretaris internationaal mw. K. van de Berg A. Ederveen mw. E. van Helmond-van Berkel LEDENADMINISTRATIEI-SERVICE Inlichtingen over het genootschap en de pelgrimswegen, insturen compostellana's. Aanmeldenlbedanken als lid, adreswijzigingen. N. Zijp Dijkschouwerslaan 123 1785 HP Den Helder n 02230-32572
P d van Gaalen Cees Hilberdink Peter Jas(eindredacteu0 Mireille Madou Herman Stokmans
REDACTIEADRES Peter Jas Grote Noord 3 l621 KD Hoorn n 02290-15210
B1)DRAGEN Henk en Magda Heesen Koen Dircksens Cees hilberdink Ruud Harmsen Mireille Madou 7ëd van Gaalen Herman Stokmans Frank Claessen Tini Berteling
SECRETARIS/PENNINGMEESTER
Stukken voor het bestuur van het genootschap, administratie van de inkomsten en uitgaven. J. Gigengack Granaat 36 1703 BD Heerhugowaard n 02207-41976 postrekening 515.11.46 t.n.v. penningmeester Nederlands Genootschap van Sint Jacob te Heerhugowaard SECRETARIAAT INTERNATIONAAL A. Claessen Raaimoeren 31, 4824 KA Breda
VORMGEVING Ruud Conens (logo) Diederik Jas DRUK Sdu Den Haag De Jacobsstaf heeft geregeld plaats voor bijdragen van lezers. Kopij, op schijf (IBM-format 3,5" of 5,25") insturen naar het redactieadres. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. O Nederlands Genootschap van Sint Jacob ISSN 0923-1145
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB Indien onbestelbaar: Jachtlaan 259f, 7312 GP Apeldoorn
,E ........
SANTIAGO TE gaan, zegt de één. Pelgrim ben je als je je pelgrim voelt, beweert de ander. Meningen verschillen, opvattingen wijken af, soms scheiden zelfs de wegen. Er is een gezond genootschap voor nodig om al die verschillende richtingen te bundelen. Wie regelmatig de Jacobsstaf leest, begrijpt dat het samengaan een route oplevert: Voor elk wat wik. Van poëzie en kunstzinnige illustratie tot diepgravend historisch onderzoek en allerlei ditjes en datjes uit het veld der Jacobalia. Heel veel verschillende onderwerpen en toch nog altijd te weinig. Welke onderwerpen worden gemist? Dat weet op dit moment niemand precies. Ook de redactie niet. Wel kunnen daarover vermoedens bestaan; bij voorbeeld over nieuwe activiteiten van het bestuur die tot doel hebben het genootschap niet alleen te laten groeien maar ook een hechter fundament te geven. Hierbij zou kunnen worden gedacht aan ingezonden brieven aan Spaanse- of Franse instanties die meer door ijver dan door geloof worden gedreven bij het populariseren en toegankelijk maken van die éne heel speciale weg. Hoe wordt de Nederlandse toeristenindustrie benaderd zodat ook 'het Jacobspad' op de kaart wordt gezet? Stel je voor dat er een Herman Vuijsje-route ontstaat; Spanjaarden en Fransen in regen en wind om de noordelijke Jacobusstraat te ontdekken om daarop ontmoetingen aan te gaan met pelgrims van heden en weleer want tenslotte is er nog heel veel 'Jacobus' voorbij de Tour de St. Jacques. Onderwerpen genoeg! Sponsoring van een uitvoering van pelgrimsliederen tijdens het Oude-muziekfestival te Utrecht zou veel publiciteit opleveren voor het genootschap en kaartjes met korting voor de leden. En de Jacobsstaf zou uitpuilen van kopij. Er is nog heel veel te vertellen en te schrijven over Jacobus in het blad dat daarvoor bestaat. Een blad van leden voor leden door leden. Geen mening is daarin taboe, geen visie te controversieel en geen idee te uitdagend in dit platform dat de redactie ook in 1995 zo pluriform mogelijk zal verzorgen ......... met uw hulp! ..---.RIS MAAR EEN MANIER OM NAAR
::
::i:%:
RUST-PLAATSEN MAGDA EN HENK HEESEN
Église de Routgés
Op weg naar Santiago komen we langs kerkjes en kapelletjes met daaromheen begraafplaatsen. We toeven daar graag. Meestal is er water, want de mensen verzorgen de bloemen op de graven. We rusten er, laven ons en mijmeren over dood en leven. Vaak worden we door het luiden van de klok weer midden in de tijd geplaatst. Eens schreef ik aan de rand van zo'n stille rustplek: 'Hier lig ik dan ....... springlevend' Onze tijdelijkheid diep beseffend trekken we verder, genietend van het wonder dat leven heet.
g
BIJ DE VIERENTWINTIGSTE,.,;jACOBSSTAF
KOEN DIRCKSENS
Het was een vreemde gewaarwording, die 29e oktober. Voor de eerste keer sinds de oprichting van het Genootschap was ik niet in de gelegenheid, naar een ledenvergadering te komen. 'Verplichtingen elders', zoals dat zo mooi heet, verhinderden dat. Inmiddels heb ik van alle kanten gehoord, dat het weer een zeer geanimeerde vergadering is geweest, die door Katrine op bekwame wijze is geleid. Mireille, die per slot van rekening onze vice-voorzitter is, had gevraagd, of Katrine de vergadering wilde voorzitten, vandaar. De volgende ledenvergadering hoop ik weer erbij te kunnen zijn! In dit stukje wil ik nog eens terugkomen op een oud onderwerp: de weg. In de 22e Staf heeft Frank al stilgestaan bij 'historische' routes, of beter het ontbreken daarvan, zeker in onze streken. De lage landen bij de zee hadden een zo fijnmazig wegennet, dat men er uit elke streek wel een 'eigen' weg had die naar Santiago voerde. Dit najaar zijn in Limburg twee wegen bewegwijzerd die een hedendaagse pelgrim zou kunnen nemen, wanneer hij op weg gaat naar Santiago. De eerste loopt van Swalmen via Roermond naar Neeritter (dat in Limburg aan de Belgische grens ligt en niet erover, zoals ik in de vorige Staf abusievelijk schreef) en de andere begint in Den Bosch en loopt via Thorn naar Eysden. Over deze weg wil ik het hier even hebben. Bij de Belgische grens sluit deze LAW aan op de door onze Waalse broeders, waarvan ik George Schyns met name wil noemen, uitgezette route die via Luik en Namen het Maasdal volgt en naar Givet voert. Daar kan men dan via de Franse GR 12 tot Senlis lopen, zo'n veertig kilometer ten noorden van Parijs. Vandaar zal men zijn eigen weg moeten zoeken naar Roncesvalles, want ook al volgt men een route via Tours, Poitiers en Bordeaux, dus de weg die Eymerik Picaud al beschrijft, er is hier geen uitgezet pad, maar slechts een autoroute. Toch is het best te doen, hier zijn eigen weg te zoeken, die langs rustige dorpjes en slapende stadjes voert. Ik spreek hier uit ervaring! Er is nog een andere 'benadering' mogelijk. Zoals bekend, zijn de verschillende wegen naar Santiago in Spanje goed bewegwijzerd. Vooral de 'camino frances' is gemakkelijk te vinden. Die begint in Roncesvalles en loopt tot Santiago. De Fransen hebben vanaf Le Puy naar Roncesvalles de GR 65 uitgezet, die ze dan ook vol trots de 'Chemin de Saint-Jacques-de-Compostelle' noemen. Hoe men in Le Puy komt? Men zou bijvoorbeeld de Gr 7 kunnen nemen, die in Lotharingen begint. En ook dáár kan men via een uitgezet pad komen, de GR 714, die de verbinding vormt tussen de GR 14 en de GR 7. Het stukje van Givet tot de GR 14 is minder dan honderd kilometer. Dus wie van uitgezette wegen houdt kan van Den Bosch via Maastricht, Luik, het Maasdal, Givet, Bar-le-Duc, Langres, Dijon, ~aint-Étienne,Le Puy, Conques, Cahors, Aire-sur-I'Adour naar Roncesvalles lopen en zo door naar Santiago. Maar misschien is het toch veel bevredigender om de eigen weg te gaan in plaats van langs de wit-rode of gele likjes verf ....
DE GOUDMIJNEN VAN ASTORGA CEES HILBERDINK
ET IS NATUURLIJK VRAGEN OM MOEILIJKHEDEN JE GAAT NAAR DE LEIDSEUNIVERSItelt Daar kies je voor de studies Archeologie en Kunstgeschiedenis Vervolgens valt de keuze op het bijvak Kunst van de Islam Is het dan nog werkelijk verwonderlijk dat die wegen van specifieke interesses zich op een gegeven ogenblik kruisen met de Weg naar Jacobus? Nee, natuurlijkf Is deze verklaring historisch, religreus, contemplatief of uit een oogpunt van predestinatie aanvaardbaar7 In wetenschappelijk opzicht geenszins Maar wie Annet van Wiechen kent, begrijpt dat het alleen maar op die manier is gegaan
H
(foto Ruud Conens)
Bijna verkneukelend zit ze met opgetrokken benen op de bank in de ruime woonkamer van haar Lochems woonhuisje. De kamer is bepaald niet vol zodat een kleurig rijtje antieke flesjes, een houten Jozef en enkele zwartwitfoto's van opgravingen ergens in het Midden-Oosten de aandacht kunnen krijgen die ze verdienen. En dan nu lekker praten en vertellen over Santiago, dat straalt ze uit.
O Conens & van Wiechen
Niet dat ze dat onderwerp te weinig aandacht geeft. Integendeel, want een belangrijk deel van haar tijd en die van haar partner Ruud Conens wordt besteed aan het geven van cursussen over oner andere de pelgrimswegen naar Santiago de Compostela, islamitische kunst en gebruiken of mengvormen daarvan. Zelfbezochte landen als Iran, Syrië, Jordanië, Algerije ("dat is toch zo'n prachtig land"), Turkije, Italië worden dan in die cursusprogramma's opgenomen. Toch lijkt er een land uit te springen: Spanje. Het Spanje van de landschappelijke schoonheid van Asturië, de rosado en schapebout van een aardenwerkenbord in dat onverwachte herbergje en de stier van Osborne. Dat is het Spanje van Annet en Ruud. En zo begon het ook. Ruud deed in het kader van zijn geologenstudie veldwerk in Spanje. Annet kreeg een beurs om de vuurtoren van La Coruña aan een nader onderzoek te onderwerpen. "Er bestaan veel meer relaties tussen het Romeinse rijk en dat afgelegen deel van Spanje dan de meesten zich realiseren. De vuurtoren van La Coruña - nog steeds in gebruik - stamt uit de tijd van keizer Augustus en is mogelijk een nazaat van het "wereldwonder van Alexandrië". "Die romeinse vuurtoren heeft Jacobus met z'n scheepje misschien wel naar de kust geleid", grapt Ruud. In ieder geval blijkt eruit dat dat deel van Galicië rond onze jaartelling niet helemaal woest en ledig is geweest. De kwaliteit van de Galicische paarden was een begrip in Rome. Uiteindelijk was Jacobus een ingezetene van dat imperium romanum. De sarcofaag waarin het lichaam van Jacobus werd gevonden, was romeins. De belangrijkste reden voor het verblijf van de romeinen in dat deel van het Iberisch schiereiland is zeer waarschijnlijk goud geweest. "Overal zijn nog overblijfselen van goudmijnen te vinden. Plinius schreef er al over".
O Braakliggend terrein Annet wijst erop dat er ook buiten de middeleeuwen veel relaties te zoeken en te vinden zijn met Santiago. Waarom trok die Nubische vorst vanuit het verre ,Afrika naar noordelijk Spanje? Wat vertellen de sarcofagen, soms via de romaanse kapitelen van oeroude kerkjes, over de tijd van Jacobus' prediking. Hoe ontwikkelden zich precies de relaties tussen de moslem gebieden en het koninkrijk Asturië? Veel weten we, veel weten we nog niet. Annet deelt dan ook niet de mening van diegenen die zeggen dat het meeste over de "camino" al wel bekend is. Hoeveel onvertaald en onbereikbaar werk over de route ligt er nog. Een monografie over het koorgestoelte van meester Mateo verdient toch ook te worden gelezen door Nederlandse ogen. O De Ware Pelgrim Annet en Ruud weten niet wie een ware pelgrim is. De wijze van vervoer als criteri-
um spreekt hen niet aan. "Hebt u niet gelopen? Oh, dan bent u ook geen echte pelgrim!" Volgens Annet is pelgrim zijn zoals je je voelt.ze denkt terug aan dat kleine tentje dat voor een nacht in de buurt van een ruïne was opgezet. De hagelstenen en de wilde paarden hoog boven op de Ibañetapas te Roncevalles. Die eerste rustige, niet druktoerische, indruk van de stad Santiago de Compostela, zo'n zeventien jaar géleden. Haar pelgrimage. Tegelijkertijd tonen deze fervente Spanjegangers weinig begrip voor de sentimentele wijze waarop sommige Jacobusbezoekers reageren op de veranderingen die de huidige pelgrimsweg ondergaat. "Natuurlijk werken zo'n schelpenpad in de buurt van Astorga of de fameuze rij jonge boompjes langs een ander deel van de route enigszins vervreemdend. Maar we moeten niet vergeten dat Galicië heel lang een achtergebleven gebied is geweest. Nu komt ook daar de welvaart en die gaat onder andere gepaard met eigentijdse ontwikkelingen zoals autowegen, moderne hotels en snackbars ("waar overigens nog heel vaak zeer traditioneel Spaans voedsel gegeten kan worden"). Voor de Galiciërs zijn de middeleeuwen eindelijk tot het echte verleden gaan behoren. En laten we ook niet vergeten dat andere tijden ook andere pelgrims voortbrengen. Pelgrim zijn voelt ieder voor zich, Santiago voor ons allen !!! 3 De oprichting Noch Annet noch Ruud herinneren zich precies hoe ze bij de oprichting van het genootschap te Baarn betrokken raakte. Via de Franse Santiago-tak, de Europalia tentoonstelling te Gent....? Hoe ging het ook weer. Klaarder herinneren ze zich de tijd van de eerste ~acobstafen het door Ruud ontworpen logo. De gebrekkige tekstverwerkingsmethoden, speuren naar recensieboeken en het zeuren over advertenties herinneren beiden zich zeer wel. Of ze op die manier sterk hebben bijgedragen aan de populariteit van Jacobus, Santiago de Compostela en het genootschap weten ze niet. "Die hausse ontstond vrij onverwacht. Er was veel mond-op-mondreclame en ongetwijfeld maakte de Jacobs-
staf het genootschap presentabel. de vroege tekeningen van Ruud in de jacobsstaf werden al gauw opgevolgd door foto's uit hun archief Ze hebben nog een verborgen wens, namelijk een Grand Tour langs de Camino, met Santiago-diaconcerten in samenwerking met het Ensemble Peregrino, gesponsored door de Europese Unie; van Lochem tot Kaap Finisterre. Een andere wens? De wegen naar Santiago de Compostela in letterlijke en figuurlijke zin blijven verkennen, want de camino is in veel opzichten nog steeds een onontgonnen goudmijn.
Santiago de Compostela, exterieur detail (foto Ruud Conens)
G
OED UITGERUST DE DAG BEGONNEN OP HET TERRAS
van de kantine van de camping met vers stokbrood en grote koppen koffie. Daarna weer op pad, eerst een uur klimmen, dan weer afdalen tot in Mesmes. Het was ondertussen toch weer warm geworden en twaalf kilometers lagen alweer achter me. Daarom zocht ik in het dorpje een café of winkel om iets te drinken en te rusten Daarbij kwam ~k langs de gendarmerie. Ik hoorde wel roepen, maar niet denkend dat het mij betrof liep ik gewoon door. Tot ik snelle voetstappen hoorde. Een gendarme kwam me hollend achterna, roepend: 'Monsieur, monsieur!' Bijna berustend draaide ik me om. Weer het zelfde liedje; zodra ze een rugzak zien ben je al verdacht. Waar ik vandaan kwam, waar ik heen ging? Van St. Jacques of Santiago had hij nog nooit gehoord. Dan maar mijn paspoort. Ik installeerde me op de stoep terwijl hij met de papieren naar zijn computer ging. Rennend kwam hij een tiental minuten later terug en overhandigde me het paspoort met de woorden: 'c'est d'accord'. Op mijn antwoord: 'Oui, je cais', moest hij een beetje schaapachtig lachen. Desondanks wenste hij me een goede reis! Mesmes: 12 augustus 1988
S
.......
.. .. .. .. .. .. ... ...... ...... ..... : '.:+?.i
PREKEND OVER PELGRIMS UIT HET VERLEDEN
krijgt men wellicht het beeld voor ogen van een stoere jonge man. Voorzien van staf en reistai, de hoed met schelpen getooid, stapt hij met gezwinde tred naar het einddoel van zijn tocht. Heel vaak wordt evenwel de vraag gesteld: gingen er (in de middeleeuwen) ook vrouwen op pelgrimage? Hierop kan zonder meer positief worden geantwoord. Maar, merkwaardig genoeg, is over vrouwelijke pelgrims zo goed als geen onderzoek verricht Informatie over het onderwerp moet een beetje lukraak bijeengegaard worden uit allerlei bronnen waarin vrouwen, veelal terloops,,worden vermeld. De beeldende kunst is evenmin zeer kwistig met getuigenissen; de iconografie van de mannelijke pelgrims schijnt toch de voorkeur te genieten. Toch is er al met al voldoende materiaal beschikbaar om te stellen dat, vanaf de vroegste tijden van het christendom, vrouwen zich op weg begaven om de heilige plaatsen te bezoeken, ja zelfs het voortouw namen. Voor bijschriften bij foto's en reproducties, zie pagina 180.
O Egeria Een van de oudste pelgrimsverslagen ooit in de christelijke wereld geschreven is van de hand van een vrouw, Egeria of Aetheria genaamd. In haar geboorteland dat waarschijnlijk Galicië was, moet zij een gedegen klassieke opvoeding genoten hebben. Door het lezen van de Heilige Schrift kreeg zij een groot verlangen om de daarin genoemde en beschreven heilige plaatsen te bezoeken. Het is niet duidelijk of zij al dan niet moniale was maar aan geldelijke middelen ontbrak het haar niet. Zij reisde met een gezelschap en bezocht het Heilig Land, Egypte, de bijbelse bergen, Efese, Edessa en Konstantinopel.
Geregeld stuurde zij brieven met reisverslagen aan haar "zusters". Haar Peregrinatie vond plaats tussen 385 en 388 ofwel tussen 415 en 418. Omstreeks 680 schreef Valerius, de abt van een niet meer bekende abdij in de Bierzo, een brief aan de monniken van een ander Galicisch klooster. Daarin bezong hij de lof van Egeria die - volgens hem - "de moed had om de sporen van de goddelijke tegenwoordigheid in de geschiedenis op te zoeken. Aldus toonde zij als zwakke vrouw meer moed dan alle mannen van zijn (= Valerius') tijd tesamen." Voorwaar een niet geringe lofprijzing voor de oudst bekende vrouwelijke pelgrim. Over de persoon van Egeria bestaat nog heel wat vaagheid en de studie van haar geschriften, in onvolledige copieën van veel latere datum overgeleverd, is zeer complex. Daarom verlaten we nu deze pionierster van de pelgrimage om andere vrouwen te ontmoeten die, zeer verschillend gemotiveerd, ter bedevaart gingen.
O Bedevaartliteratuur De zoektocht naar middeleeuwse vrouwelijke pelgrims brengt ons automatisch naar de geschreven bronnen. Onder de benaming "bedevaartliteratuur" wordt hiei: eerst en vooral de 12de-eeuwse Codex Calixtinus bedoeld en verder de mirakelboeken waarvan hier slechts een enkel voorbeeld zal worden aangehaald. Aimery Picaud, de samensteller van genoemde codex, vermeldt dat hij samen met zijn gezellin Gisberga (of Gerberga) de Vlaamse (Flandrensis) het bedoelde boek naar Compostela bracht. Gisberga had dus met hem de camino de Santiago gevolgd. Over haar persoon is verder niets bekend. We weten enkel dat zij de status van pelgrim had. In het tweede deel van de Codex Calixtinus heeft Aimery Picaud tweeëntwintig wonderverhalen gegroepeerd. In vier van die mirakelen worden expliciet vrouwen
vermeld. Twee maal gaat het om een vrouw die haar man en kind(eren3 naar Santiago gaat. Een derde verhaal gewaagt van een edelman uit Bourgondië die, in gezelschap van zijn vrouw en zijn dienstpersoneel, genezing gaat afsmeken bij de apostel. In een vierde mirakel speelt een arme oude vrouw een hoofdrol. Zij functioneert er eerder als een symbolische toetssteen om de naastenliefde van een pelgrimerende ridder te beproeven. Het beroemde mirakel van de gehangene spreekt in de 12de-eeuwse versie enkel over de vader en zijn zoon. Eerst vanaf de 13de eeuw wordt de moeder van de knaap aan het gezelschap toegevoegd. i i j komt hieronder nog ter sprake. Het aantal vrouwen dat optreedt in de Cantigas de Santa Maria van Alfonso X, de Wijze (+ 1284) is veel talrijker dan in de 12de-eeuwse teksten. Zoals men weet vertelt dit liederboek de wonderen, door tussenkomst van Maria geschied en de verhalen spelen zich derhalve af in diverse Mariaheiligdommen. In zekere zin kan men de Cantigas tot de mirakelboeken rekenen. De vrouwen die met hun man enlof hun kind op weg gaan doen dit meestal om een gunst af te smeken of uit dankbaarheid voor bekomen weldaden. Hun motivatie is van zuiver devotionele aard in tegenstelling tot de beweegredenen van Egeria die men eerder als theologischhistorisch zou kunnen bestempelen. De vrouwelijke pelgrims uit de mirakelboeken zijn vrijwel allen zeer vroom en geen van hen koestert langs de pelgrimsweg enige bijbedoelingen. Anders is het gesteld met de vrouwen die de bedevaart aangrepen als voorwendsel om iets van de wereld te zien of om allerlei, soms zeer ondeugende, avontuurtjes te beleven. Een en ander moge hierna blijken.
U Profane liferarafuur Twee geschriften uit de middeleeuwse literatuur, - ongeveer gelijktijdig ontstaan, , mogen als voorbeeld dienen om wat hierboven beweerd is te illustreren. De beroemde Canterbury Tales van Geoffrey Chaucer (+ 1400)voeren.'meer dan twintig personages, waaronder drie vrouwen, ten tonele. Al deze lieden pelgrimeerden naar het graf van de heilige Thomas Becket in Canterbury. Het gezelschap bevond zich samen in een herberg en op verzoek van de waard gaven ze allemaal een verhaal ten beste. Wat de vrouwen aangaat: een priores,' een gewone non en een weduwe uit Bath, is de laatstgenoemde het meest kleurrijke personage. Deze "vrouw van Bath" zou zelfs als een beroepspelgrim kunnen doorgaan want: ". ..thrice had she been af Jerusalem [. ..] At Rome she had been, and at Boulogne, In Galice at Saint James, and af Cologne. " Zij had dus behoorlijk wat van de wereld gezien, had er erg van genoten en kon heel vlot over vele zaken meepraten, wat Chaucer haar ook laat doen. Een minder bekend geschrift, in Frankrijk ontstaan omstreeks 1400, draagt als titel; Les quinze joies de mariage of de vijftien geneugten van het huwelijk. De auteur wil vooral de mannen waarschuwen voor het huwelijk dat in wezen een valstrik voor hen is. De zogenaamde geneugten zullen hen zwaar opbreken indien zij de vrouwen laten betijen. Zo kan ook een bedevaart leiden tot allerlei huiselijke ellende. Het achtste verhaal in het boek behandelt namelijk een pelgrimstocht naar Le Puy. Bij het zoveelste kraambed van zijn vrouw had de man, door haar misbaar angstig gemaakt, aan de heilige Maagd een bedevaart beloofd. Enige tijd na de voorspoedige geboorte van het kind smeedde de vrouw, samen met haar vriendinnen, een plan om de reis naar Le Puy te ondernemen en zich onderweg goed te amuseren. De arme echtgenoot zal in ieder geval de dupe zijn. Indien hij zijn vrouw -uiteraard tegen haar zin - vergezelt zal de reis hem handen vol geld kosten om al haar nukken in te willigen. Indien hij thuisblijft en op zijn zaken past kan hij ervan verzekerd zijn dat een of andere galante cavalier zijn vrouw onderweg graag zal versieren. En, vervolgt de schrijver, eens de bedevaart volbracht, zullen de vrouwen de smaak van het reizen te pakken hebben, hun huishouden verwaarlozen en hun echtgenoot het leven verder onmogelijk maken. Het hoeft dus geen verbazing te wekken dat vooral in de clericale milieus de deelname van vrouwen aan pelgrimstochten in de meeste gevallen werd afgekeurd. Toch bleven de vrouwelijke pelgrims de wegen bevolken en vanaf de 14de eeuw behoorden zij tot de dagelijkse passanten. Af en toe duikt zelfs een vrouwennaam op in archieven. [? Archieffeksten In gerechtelijke dossiers, zoals vonnissen van de schepenbanken, en in statuten van hospitalen en broederschappen komen sporadisch exacte gegevens voor over
vrouwelijke pelgrims. Evenals de mannen konden immers ook vrouwen op strafbedevaart gestuurd worden. De misdrijven die een strafbedevaart tot gevolg hadden waren overwegend scheldpartijen en bedreigingen; ook onzedig gedrag, overspel en diefstal waren vergrijpen waarbij men een pelgrimage als tijdelijke verbanning riskeerde. Ter illustratie volgen enkele voorbeelden. Een zekere Mergriete Parydaens uit Gent werd in 1425 veroordeeld tot een tocht naar de Drie Koningen in Keulen omdat zij een vrouw had uitgescholden voor "leeleke zwarte calle". In 1446 hadden twee vrouwen te Oudenaarde een felle twist, met scheldwoorden. De ene vrouw moest als straf een bedevaart volbrengen naar Sint Marcus in Venetië en de andere werd gelast met een "pelgrimaige" naar het Heilig Bloed te Wilsnack. Een vrouw die epilepsie simuleerde gedroeg zich "vreemd en onzedig" en had bovendien haar naam veranderd. Voor dit alles werd zij in 1476 te Antwerpen veroordeeld tot een bedevaart naar Trier. Een Brugse vrouw tenslotte moest in 1532 naar Wilsnack pelgrimeren omdat zij, samen met twee medeplichtigen, een belangrijke diefstal had gepleegd. Daar het mogelijk was een opgelegde bedevaart tegen een bepaalde som geld af te kopen, kan men met enig geluk in stadsrekeningen wel eens een bericht over vrouwelijke pelgrims vinden. Uit reglementen van pelgrimshospitalen is bekend dat er nauwlettend werd toegezien op de scheiding van de seksen bij de verdeling van de bedden. De grote hospitalen, zoals San Marcas in León en de Reyes Católicos in Compostela beschikten over afzonderlijke slaapzalen voor vrouwen en voor mannen. In enkele zeldzame gevallen komt men ook in de statuten van Jacobsbroederschappen iets te weten over vrouwen. Na volbrachte pelgrimage konden zij, in sommige steden, volwaardig lid worden van de broederschap. Er wordt zelfs uitdrukkelijk vermeld dat een kind, onderweg geboren, eveneens als lid mag ingeschreven worden. Een dergelijke clausule laat toe te besluiten dat ook zwangere vrouwen zich op pelgrimstocht begaven. Een zwangere vrouw is het hoofdpersonage van een van de meest spectaculaire mirakelen die gebeurden bij de Mont Saint Michel. Verrast door de snel opkomende vloed en door haar toestand in haar bewegingsvrijheid belemmerd, slaagde de vrouw er niet in tijdig het vasteland te bereiken. Zo bevond zij zich temidden van de golven toen haar barensweeën begonnen. De heilige Maagd - in andere versies sint Michiel - kwam haar echter ter hulp. In volle zee, op het water gezeten, bracht zij haar kind ter wereld en kon daarna ongedeerd haar weg voortzetten. Met dit verhaal komen we opnieuw terecht in de bedevaartliteratuur die haar weerslag heeft gehad in de beeldende kunsten.
O Beeldende kunsten Naast de teksten vormen de afbeeldingen uiteraard een zeer belangrijke bron van informatie over de vrouwelijke pelgrims. Thematische cycli, zoals de werken van barmhartigheid, tonen haast altijd vrouwen in de groep van vreemdelingen die moeten geherbergd worden. Onafhankelijk van deze cycli vindt men vrouwen als pelgrim terug in de meest diverse contexten. De illustraties zijn in zowat alle kunsttechnieken uitgevoerd. Het moge volstaan hier een beperkte keuze aan voorstellingen te presenteren. De lezer(es) kan zelf zien dat de (middeleeuwse) vrouwen daadwerkelijk op de status van pelgrim konden bogen.
O Vrouwen op bedevaart naar Santlago Over de vrouwen die tijdens de middeleeuwen op een of andere manier met de camrno de Santrago te maken hadden verscheen in 1989 te Compostela een beknopte studie (1) Gemakshalve zal, in wat nu volgt, de indeling van het eerste hoofdstuk uit bedoeld boekwerk min of meer gevolgd worden De pelgrims worden immers op basis van hun sociale status in categorieen ingedeeld koninginnen, edeldames, heiligen en "de anderen" Een dergelijke indeling is aanvaardbaar gezien het beschikbare informatiemateriaal Over een koningin is nu eenmaal meer bekend dan over een anonieme vrouw O Koninginnen Heel wat vorstinnen in Spanje hebben vanaf de vroegste tijden het graf van sint Jacob in Compostela bezocht. De archieven van de kathedraal aldaar bevatten derhalve veel vermeldingen, niet enkel van een vorstelijk bezoek, maar vooral van de schenkingen die men bij deze gelegenheden in ontvangst mocht nemen. De Compostelaanse lijst van koninklijke bezoekers begint met de naam van doña Jimena die met haar gemaal, koning Alfonso III van Asturië, in 899 in Santiago was om de wijding bij te wonen van de nieuwe kerk die boven het apostelgraf gebouwd was. Als laatste van de middeleeuwse vorstinnen komt Isabel la ~ a k l i c a(1474-1504). Zij was in 1480 (of 1488?) in Santiago en had de camino in Galicië over de Cebreiro gevolgd. Zij was zeer geïnteresseerd in de heiligdommen langs 'de weg en ook in de mirakelverhalen. Haar belangstellende zorg ging echter in het bijzonder uit naar de materiële conditie van de arme pelgrims. Om hun opvang in Compostela te verbeteren gaf zij in 1499 opdracht een groot nieuw hospitaal te bouwen met twee kapellen en een begraafplaats. In hetzelfde jaar werd er tevens een broederschap voor mannen en vrouwen gesticht. De architect van Isabel, Enrique de Egas, begon in 1501 met de bouw van het hospitaal dat in 1512 reeds in gebruik was genomen hoewel de werken nog verre van voltooid ware,n. Het hospitaal van de Reyes Católicos kan men thans nog bewonderen en het is ook nog in gebruik, maar dan enkel voor "betalende pelgrims". Alle koninklijke pelgrims begaven zich ongetwijfeld met grote devotie naar het graf van sint Jacob. Zij reisden echter wel comfortabel, hetzij in een draagstoel, hetzij te paard. Van één vorstin is bekend dat zij de laatste etappe te voet aflegde en de hele tocht gekleed was als de arme pelgrims. Zij was dan ook een heilige en komt dus hierna aan de beurt. O Heilige vrouwen in Santiago De hier bedoelde heilige vorstin is Elisabeth of Isabel van Portugal (1270-1336). Zij was genoemd naar haar groottante, de heilige Elisabeth van Hongarije of van
Thuringen en wilde ook bewust de heiligheid van deze laatste nastreven. Isabel was afkomstig uit Aragón en trouwde met koning Dinis van Portugal. Na diens dood in 1325 pelgrimeerde zij naar Santiago en schonk aan de kathedraal van Compostela een nooit geziene overvloed van rijke geschenken. Uit dankbaarheid en ook om de vorstin te eren, gaf de aartsbisschop Berenger de Landore (De Jacobsstaf 21, p.10) haar onder meer een prachtig bewerkte Tau-staf. Weergekeerd in Coïmbra trok Isabel zich terug in het klooster van de clarissen. Zij stierf er in 1336 en werd in de kloosterkerk begraven. De Medici-paus Leo X verklaarde haar zalig in 1516. Haar heiligverklaring volgde in 1625. In 1612 had men haar graf geopend om het gebeente te onderzoeken en bij deze gelegenheid vond men haar Tau-staf. Deze wordt thans nog in Coïmbra bewaard
Een andere beroemde heilige uit de 14de eeuw is Birgitta van Zweden. Samen met haar echtgenoot pelgrimeerde zij omstreeks 1341-1342 naar Santiago. Op de terugweg werd haar man ziek en stierf in 1344. Birgitta vertrok in 1349 voor een bedevaart naar Rome waar zij bleef tot aan haar dood in 1372. In dat zelfde jaar had ze nog een pelgrimsreis naar het Heilig Land ondernomen. Reeds in 1391 werd Birgitta heilig verklaard en is een van de patronessen van de pelgrims geworden. Een heilige die in de literatuur vaak vermeld wordt is Bona van Pica (+ 1208). Evenals Birgitta volbracht zij de drie grote bedevaarten, maar haar voorkeur ging duidelijk uit naar Santiago. Zij zou verschillende pelgrims daarheen vergezeld hebben. O Andere vrouwen Het korte lijstje met namen van edele dames, vermeld in het in voetnoot hieronder geciteerde boek. bevat ook de naam van Sophia, gravin van Holland, die omstreeks 1150 naar Compostela pelgrimeerde. Over die bedevaart is alles bekend uit de annalen van de abdij van Egmond. Sophia was de dochter van paltsgraaf Otto von Rheineck en de echtgenote van graaf Dirk VI van Holland (+ 1157). Op haar tocht naar Santiago reisde in haar gevolg een monnik uit Egmond mee. Aan hem danken we het reisverslag en ook het verhaal van het avontuur dat zij op de terugweg beleefden: "De edele en vrome dame werd in een hinderlaag gelokt door rovers die haar met messen bedreigden en haar wilden doden. Het was hen echter totaal onmogelijk de gravin ook maar het minste letsel toe te brengen. Getroffen door dit wonderbare gebeuren vielen ze voor Sophia op hun knieën en smeekten haar om vergiffenis." Dit mirakuleuze feit werd toegeschreven aan de tussenkomst van de heilige Adelbert, patroon van de Egmondse abdij. Na dit stukje vaderlandse geschiedenis keren we terug naar de camino, naar de talloze anonieme vrouwen die de lange weg naar Galicië hebben afgelegd. Al zullen hun beweegredenen zeer uiteenlopend geweest zijn, het beeld dat wij van hen overhouden is betrekkelijk eenvormig. Zij worden in de kunst afgebeeld, geknield aan de voeten van de apostel, met hun echtgenoot tegenover hen. Zij worden gezegend of gekroond of zij zijn er gewoon aanwezig. Slechts in een paar uitzonderlijke gevallen weten we over wie het precies gaat, zoals onder meer bij het Jacobusbeeld in Kalkar. Daar wordt de heilige vereerd door Johan Becker en Lyskine, zijn vrouw (De Jacobsstaf 22, p.45). Tenslotte moet zeker nog een vrouw belicht worden die, sinds de 13de eeuw, steeds in de mirakelverhalen voorkomt. Het is de moeder van de knaap die in Santo Domingo de la Calzada onschuldig werd opgeknoopt en op mirakuleuze wijze van de dood werd gered. Langs de camino in Spanje en ook zeer ver daarbuiten, zien we deze moeder vele malen op kunstwerken afgebeeld. Dit maakt haar, niettegenstaande haar anonimiteit, tot een van de meest vertrouwde vrouwelijke pelgrims langs de Europese wegen naar Santiago de Compostela.
'PELGRIMSPARADE'IS het laatste woord over de vrouwen die op bedevaart gingen nog lang niet gezegd Er werd slechts een eerste verkenning van het terrein gemaakt. Deze leidde nochtans tot een belangrijke vaststelling: in de middeleeuwen was het pelgrimeren evenzeer een vrouwelijke als een mannelijke aangelegenheid. Men mag echter veronderstellen dat het aantal vrouwen in de dichter bij huis gelegen genadeoorden uiteraard veel groter was dan in de verre plaatsen als Jeruzalem en Santiago Of al deze vrouwen een "voorbeeld van deugd en spiritualiteit" waren, zoals abt Valerius Egeria bestempelde, valt af en toe te betwijfelen. Vast staat echter dat zij de lastige weg niet schuwden en dat zij zich bovendien, vooral langs de camrno in Spanje, op velerlei manieren ook aan de zorg voor pelgrims hebben gewijd. Hun rol langs de camino hield meer in dan de ene etappe na de andere af te leggen Hier komen we echter in een gebied waarin nieuwe verhalen verborgen liggen.
M
ET DE HIERBOVEN GEPRESENTEERDE EXCLUSIEF VROUWELIJK
(1) Marta GONZALEZ VAZQUEZ, Las mujeres de la Edad Media y e l Camino de Santiago, Santiago de Compostela, 1989. Het boekje biedt een schematisch overzicht van de problematiek in haar diverse aspecten, waarvan geen enkel systematisch uitgediept wordt. De schrijfster komt evenwel de verdienste toe dat zij dit belangrijke thema van de vrouwelijke pelgrims aangevat heeft en in de openbare belanqstellinq qebracht.
GOED VOORBEREID OP PAD TED VAN GAALEN
v
SANTIAGO,ER ZIJN VELE manieren om er te geraken Voor de echte pelgrim IS er maar één manier om de tocht te volbrengen: geheel op eigen kracht, te voet, vanaf de eigen voordeur tot aan de Portico de la Gloria in Compostela. Voor diegenen, die besloten hebben de tocht te voet, beladen met een rugzak te ondernemen, volgen hier een aantal aanwijzingen en tips over route, materiaal, kleding, en over het wandelen zelf. Ze zijn gebaseerd op de ervaring van ervaren wandelpelgrims en rugzaklopers. U kunt uw eigen ervaringen en ideeën er aan spiegelen: maar uiteindelijk zijn de omstandigheden waaronder u uw tocht onderneemt, uw eigen behoeften en gewoontes de belangrijkste leidraad bij de keuzes die u maakt. Hoeveel, of liever hoe weinig - alles wat je niet bij je hebt, is meegenomen - moet je meenemen? Het IS niet eenvoudig hiervoor algemene richtlijnen te geven. Aan het eind van een lange en zware dagtocht voel je elk onsje; van de andere kant, bezuinigen op gewicht, betekent ook bezuinigen op gemak. Bij de keuze van wat u aanschaft enlof meeneemt overweegt u (on)misbaarheid, gewicht, volume, prijs, en het gemak dat de mee te nemen zaken opleveren. Eén van de dingen die de pelgrim te voet anno nu voor heeft op zijn voorgangers, is dat hij kan beschikken over revolutionaire nieuwe, sterke en lichtgewicht materialen, artikelen en handigheidjes die op de markt zijn voor buitensporters. Afhankelijk van of u van plan bent veel te kamperen of niet, of u alleen of met meerderen gaat, uw fysieke gesteldheid, het jaargetijde waarin u reist en de gevolgde route zult u behoefte hebben aan een aan uw eisen aangepaste rugzak, kleding en regenkleding, schoenen, een slaapzak en een tent. Voor bijschriften bij de foto's, zie pagina 181. ELE WEGEN LEIDEN NAAR
<
Vooreerst: oriënteer u voor wat betreft uw wandelmaterialen, behalve bij medewandelaars, bij de betere buitensportspeciaalzaak. Schaf ze bij voorkeur daar aan. U zult misschien schrikken van de prijzen, maar de investering in goed materiaal verdient zich onderweg terug, wanneer problemen uitblijven die u met slechter materiaal zeker zult ondervinden. Deze zaken bieden over het algemeen een zeer goede voorlichting, service en garantie. De medewerkers zijn meestal zelf ervaren en enthousiaste buitensporters. Naar Perry Sport en V&D gaat u alleen voor die zaken waarbij topkwaliteit niet per se hoeft. 0 Schoenen
Goede schoenen vormen het fundament van de rugzakloper. Met stevige, zgn. 'trekking' of 'backpacking' schoenen zit u altijd goed. Het zijn schoenen met een halfhoge schacht, en goed waterdicht. U koopt ze één maat groter dan uw gewone schoenen. Ze moeten goed stevig zijn, en een schokabsorberende tussenzool hebben over de gehele lengte. Het bovenwerk is bij voorkeur uit één stuk; naden en stikwerk zijn kwetsbaarder en geven extra drukpunten op de voet. Let op een goede en gelijkmatige polstering, vooral bij de hiel en op de wreef. Schoenen met een ademende waterdichte voering (bijv. Gore-tex) ademen minder. Als Gore-tex niet regelmatig wordt gewassen, raken de poriën verstopt. Maar wassen is moeilijk, als het materiaal reeds in de schoen is verwerkt. Een losse Gore-tex sok biedt meer mogelijkheden, al komen hierbij klachten voor van snel verstopt raken
van de poriën door zweet en zout. Minder geschikt dus voor warme gebieden en jaargetijden. Een voorbeeld van een schoen die aan de beschreven vereisten voldoet is de Meindl Nepal. De Lowa Trekker wordt algemeen geroemd om het draagcomfort. Met dergelijke schoenen kunt u alle wegen weersomstandigheden aan. Nadeel van deze schoenen is, dat zij over het algemeen lomp en zwaar zijn. Bij warm weer is het in dergelijke stappers niet erg comfortabel lopen. Een oplossing kan zijn om een extra paar lage, lichte sportschoenen mee te nemen voor warm weer. De 'zware- trekkers' geven dan wel weer extra ballast op de rug. Een nieuwe trend op wandelgebied komt van fabrikanten van hardloopschoenen (Adidas, Karrhu): wandelschoenen, afgeleid van joggingschoenen, voorzien van een leren of anderszins waterdichte bovenkant. Zij zijn lager enlof lichter dan de van bergwandelschoenen afgeleide 'softwalkers'. Ook verkrijgbaar bij gespecialiseerde hardloopzaken, zoals 'Runners World'. Schoenen moeten voor u uw tocht begint worden ingelopen. Goede berichten hoorden wij over de zgn. 'loopsandalen': niet goedkoop, wel zeer handig: licht, nemen weinig ruimte in beslag, en bruikbaar als wandelschoen, badschoen en uitgaansschoen. Soepele sportinlegzolen kunt u eventueel op maat laten maken bij een orthopedisch schoenmaker. Een orthopedisch consult is bij een tocht van duizenden kilometers, met bepakking, zeker geen overbodige luxe. Onderhoud leren schoenen met spaarzaam gebruik van schoensmeer. Im-
pregneer ze tegen vocht met een speciale spray of was. Laat leren schoenen nooit bij de verwarming drogen; stop er zo nodig een krant in om het vocht op te nemen, en zorg voor ventilatie. 0 Kleding U Sokken: In de schoenen worden sokken gedragen in twee lagen: kunststof
sokken (polypropyleen) van bijvoorbeeld Helly Hansen . Dit materiaal neemt geen vocht op, maar geeft dat door aan de volgende laag. Dit houdt de huid droog. De sokken worden om de andere dag gespoeld. Ze zijn snel droog. Als oversokken zijn geschikt dikke sterke sokken, half wol, half kunststof, die in het Duitse leger worden gebruikt. Verkrijgbaar bij army-stores. Eén extra paar om te wisselen en wat sokken betreft bent u gesteld. O Ondergoed: Helly Hansen ondergoed van polypropyleen, neemt zelf geen vocht op, maar laat het door naar de volgende kledinglaag, waardoor de huid droog blijft (zoals bij de sokken). Moet om de I á 2 dagen even worden uitgespoeld en is snel droog. Probeer wel van tevoren uit of u de stof goed verdraagt. Hier overheen draagt u, bij felle kou, een tweede laag ondergoed van katoen. O Broek: Een trekking broek van het Zweedse merk Fjallraven, G-1000 stof, 65% polyester, 35% katoen, is sterk, slijtvast, winddicht en snel droog. De broek kan worden geïmpregneerd, waardoor een extra regenbroek overbodig wordt.
O Overhemd: Een stevig flanellenlkatoenen overhemd is zwaarder, maar draagt prettig. Geschikt voor alle weersomstandigheden. Droogt langzaam, katoenlpolyester droogt sneller maar ademt minder. O Overkleding: Een Fleece jack van Polartec, goed aansluitend rond de hals, met zakken die afsluitbaar zijn met een rits. Pasvorm niet te ruim en te strak. Fleece isoleert goed, maar is niet winddicht. Daarom bij wind hier overheen een licht windstopper jack van dun en ademend nylon. O Regenjas: Er komen steeds meer revolutionaire nieuwe waterdichte materialen op de markt, maar een Gore-tex regenjas is nog steeds de beste keus. Gore-tex 3-lagen-laminaat is iets stugger, ademt iets minder dan andere varianten, maar is veel sterker en slijtvaster. Vaste kapuchon, eventueel oprolbaar in de kraag. Patagonia Gore-tex kleding met nylon ripstop buitenkant is zeer licht en heeft een klein pakvolume. Gore-tex wordt liefst afzonderlijk gewassen, altijd met speciale, alkalivrije zeep. In plaats van een regenjas kunt u kiezen voor een poncho, die ook over de rugzak past. Een por,cho vangt wel veel wind, en de onderkant van de broek wordt toch nat. Dit is te ondervangen door zgn. 'Gamaschen' te dragen: korte broekspijpen met elastiek, die van kuiten tot schoen lopen. U Mutdhoed: Tegen felle zon, en voor brildragers ook bij regen prettig: een pet met een grote klep. Bij felle kou voorkomt een bivakmuts, % wol, % kunststof, goed sluitend, met een kleine kijkopening, afkoeling van het hoofd.
0 Rugzak
Het draagcomfort is heel belangrijk. Bij prijzen onder f 250,- is het draagcomfort meestal slecht. Kies bij voorkeur voor een rugzak met inwendig frame en met een inhoud van 50-70 liter. Een rugzak op maat kopen, zonder extra verstelmogelijkheden, bespaart gewicht. Kleine mensen letten in het bijzonder op de ruglengte: Bij vaste heupriem ligt het bevestigingspunt van de schouderriemen iets onder schouderhoogte. Schouderaantrekriempjes (als ze er zijn) mogen nooit onder schouderhoogte komen. Laat zo nodig extra polstering om de schouderbanden maken. Een goede keus is de zeer doordachte Radical Design Astral van Bever Zwerfsport, 2000 gram. Verstelbaar en met afneembaar bovencompartiment, te gebruiken als dagrukzakje. Goede merken zijn verder Lowe, Janssport, Nomad, Livingstone. Uw rugzak kunt u tegen weersomstandigheden beschut buiten de tent leggen in een nylon rugzakhoes, met een nietelastisch koord en tanga-sluiting. O Rugzak inpakken: Door de inhoud te verdelen over nylon zakken waarin u gelijksoortige zaken bij elkaar houdt, kan snel worden gevonden wat nodig is. Een voorbeeld van ingepakte rugzak: slaapzak en tent onderin, brandstoffles ertussen, daarop een zak met wat kleding, dan één pan met daarin een brander, Daarop een zak met voedsel, en de spullen die u bij de hand wilt hebben, helemaal bovenop. Zware spullen zo dicht mogelijk tegen het lichaam plaatsen, lichtere spullen aan de buitenkant. Hoe beter en platter de rugzak, des te
beter voor de balans. Hang zo weinig mogelijk buiten, los aan de rugzak. O Rugzak dragen: U draagt de rugzak op de heupen. Bij het opdoen staat u voorover en trekt de heupriem hoog op de heupen aan. Er ontstaat nu wat ruimte tussen schouderbanden en sleutelbeen, schouderbanden aanpassen maar vooral niet te strak.
"J'
Slapen O Matje: U slaapt in de tent of op een1 goed isolerend matje. De Therm-a-Rest Staytrek met anti-sliplaagje (prettig als UI op een lichte helling ligt) is comfortabel, zacht en heeft een zeer goede isolatie. Wanneer het ventiel wordt geopend, zuigt de matras zich vol. Er kan zo nodig iets lucht worden bijgeblazen. 's Ochtends Derst u de lucht er weer uit en - h vouwt de matras klein op Voor mensen tot I 80 kg is de 314 maat. 119 x 51 x - 4 2,5, een goede keuze met een reparaf*$tiesetje Houdt u niet van koude voeten, dan kunt u aan het voeteneinde een halflange isolatiemat, 9 mm dik, van gesloten celfoam leggen. Aan het hoofdeinde legt u een zitmatje. De halve isolatiemat kan als een koker in de rugzak worden geplaatst. Zo blijft de rugzak mooi in vorm en wordt de inhoud geïsoleerd. Het uitgeperste en opgevouwen Therm-a-Rest-matrasje plaatst u aan de buitenkant van de koker tegen Uw rug aan. Dit draagt bij tot het draagcomfort, en het matrasje blijft vrij van scherpe voorwerpen in de rugzak. U kunt ook volstaan met één gesloten-cel-matje. Is .lichter en goedkoper maar geeft minder comfort.
O Slaapzak: Dons is nog steeds het beste materiaal. De nieuwe kunststof vullingen zijn alleen een alternatief als u dons niet goed verdraagt. Dons is zeer licht en goed samendrukbaar. Geïmpregneerd neemt het bijna geen vocht op. Het kan in de voering opzijgeschoven worden; de isolatie is zo goed te reguleren. Een goede kwaliteit eenden-
steker samen in een aluminium pannetje heeft u een mini-rugzak-keukentje. Benzinebranders hebben een hoger rendement; bovendien is de brandstof overal te krijgen. De MSR Internationalist 600 Combo brandt zowel op petroleum als op loodvrije autobenzine. O Pan: Eén pannetje met deksel kan voldoende zijn. Bijvoorbeeld de Traveller
Water kunt u meenemen in speciale isolerende flessen. In een waterzak neemt u enkele liters water mee als u wild gaat kamperen. Wielrennersbidons met een slangetje zijn ook handig in de rugzak. Of een zgn. pet-fles met schroefdop weer vullen als de Aqua con- of sin gaz op is. Kaarten en kompas Uw kaarten en Guia bewaart u in een waterdichte kaartentas A3 of A4 van Ortlieb (stevig en soepel doorzichtig plastic), met daarin eventueel een eenvoudig kompas met een vergrootglaasje. Ook al maakt geen- kompasdoorsteek door natuurgebied, een kompas kan goede diensten bewijzen bij oriëntatie op landschapskenmerken die u op de kaart ziet. Het is altijd prettig te weten waar u bent. Lantaarn Als lamp gebruikt u een hoofdlamp: zeer praktisch, want u heeft uw handen vrij. In de tent heeft u veel plezier van een kaarsreflector (Lilliput), die u bevestigt aan de tentpaal of aan de schacht van uw schoen. Waardepapieren: Voor het bewaren van geld en waardepapieren zijn er allerlei vernuftige opbergtasjes op de markt. Zij worden gedragen onder de kleding. U kunt uw documenten en geld ook her en der verspreid in de kleding dragen. U kunt ook zelf een zakje maken dat u om de hals
draagt, van een washandje of een stukje zeemleer dat u voorziet van een koordje en een rits. Draag altijd een SOS-codicil met persoonlijke gegevens aan halskettinkje. O Tent
Tenten zijn er te kust en te keur. De ANWB en de buitensportzaken organiseren elk jaar shows, waar de laatste ontwikkelingen op tentengebied te zien zijn. Een goede tent is zijn geld waard. Prettig is het als de ruimte niet helemaal minimaal is, als u beschut, onder de buitentent kunt koken, en 's nachts uw rugzak en spullen droog kunt houden. Bent u met meerderen, dan kunt u het gewicht verdelen. U kunt dan kiezen voor een wat zwaardere en ruimere tent. Goede keuzen voor een 1 á 2 (1%) persoons tent zijn de MacPac Eclipse (2400 gram) en de Phoenix Phreerunner (1850 gram). Onder de tent, onder het grondzeil, ter bescherming, legt u aquafolie van Bever Zwerfsport, een speciaal soort geperforeerd zwart plastic, zonder weekmakers (zit bijvoorbeeld in landbouwplastic), die het grondzeil kunnen aantasten. Houdt grondzeil, en tent bij het opvouwen schoon en voorkomt lekken. De tent rolt u, evenals de slaapzak, altijd op met de ritsen open. Thuis bewaart u de tent losjes opgevouwen, niet strak opgerold. O Toiletartikelen
EHBO-set, compact maar volledig(rolletje sport-tape, hiermee plakt u gewrichten, tenten en tentstokken met spalk, brillen). Wc-papier is bruikbaar voor van alles en nog wat. Second skin, verzacht
de pijn en geeft de huid kans te genezen, bij blaren. Naaigerei. Scheren doet u met wegwerpkrabbertjes, aanmaakzeep en kunststof spiegeltje. Reparatie en onderhoud Schoensmeer. Reparatietape voor kleding en tent. Reserve tentstokje van carbofiber: lichter van gewicht en soepeler dan aliminium. Geen glasfiber: dat is breekbaar. Handig onderweg Veel plezier zult u ondervinden van : een horloge met wekker; een pen die ook op vochtig papier schrijft; klein thermometertje als sleutelhanger aan rits of rugzak; vlindervormig ultralicht messenslijpertje; 1000-dingen-doekje; zitmat om op te zitten met de rugzak als rugleuning; van broek naar scho- gamaschen, en, houden de onderkant van de broek schoon en droog. Duracell batterijen gaan echt langer mee. De gebruiksduur van oplaadbare batterijen valt tegen, en een oplaadapparaatje is zwaar. Een stok verschaft elke wandelpelgrim veel genoegen. U vindt er wel een onderweg of koopt een lichte bamboe-plantenstok (niet te kort) waar u een leren lus aanmaakt. U kunt ook teleskopische skistokken meenemen. U hoeft dan niet alleen met uw benen te klimmen. Een koordje of elastiek aan de bril voorkomt ongelukjes. Luxe Niet goedkoop, licht of noodzakelijk, wel erg prettig onderweg: een wereldontvan-gertje, een verrekijker, een spatwater
dichte camera. O Paklijst
Maak een paklijst voor de dingen die u nodig denkt te hebben. Maak een indeling in hoofdcategorieën. Een voorbeeldpaklijst vindt in de Bever-catalogus. O De prijs Een volledige nieuwe uitrusting kost u al gauw tegen de 3000 gulden. Maar u hoeft natuurlijk niet alles ineens aan te schaffen. Van een aantal zaken die u koopt, heeft u ook in het normale leven plezier. De kosten onderweg zijn sterk afhankelijk van hoe u slaapt, leeft en eet Zelf koken of uit eten? Stug doorlopen of veel culturele uitstapjes? In de tent of in een hotel, refugio ? O De route Er is niet één weg naar Santiago. U houdt, vertrekkend vanuit uw woonplaats, globaal het Zuidwesten aan. Dicht bij huis vertrouwt u op uw geografische kennis, verderop maakt u gebruik van topografische kaarten, 1:50.000. Ze beslaan een gebied van 20x20 km, kosten een gulden of twaalf, en zijn verkrijgbaar bij wandelsportzaken.Ze zijn helaas niet altijd aktueel. Op de kaart kiest u een route met veel groen.In Frankrijk kunt u ook lopen op wandelkaarten 1:100.000. U kunt delen van kaarten in fotocopie meenemen, licht in gewicht en disposabel. U kunt ook kiezen voor wandelen langs Grande Randonnées (GR) oftewel Lange Afstands Wandelpaden (LAW) en gebruik maken van de aangegeven routes en routebeschrijvingen. Deze paden zijn uitgezet door aantrekkelijke, landelij
ke omgevingen. In Frankrijk kunt u langs diverse GR'S (Sentiers de Saint-Jaques) richting Santiago lopen. Langs deze routes kunt u overnachten in Gites d'étape, eenvoudige herbergen. Fysieke en mentale voorbereiding Ga ook wat betreft uw eigen lichaam en geest niet onvoorbereid op pad. Weet waar u aan begint. Leer een woordje Frans en Spaans, zodat u zich in den vreemde kunt redden. Wissel ervaringen uit met andere pelgrims. Wen uzelf aan de fysieke inspanningen die u te wachten staan. Zeker voor de wat ouderen is een grondige medische keuring vooraf noodzakelijk.Train uzelf op oefenweekenden, met geleidelijk aan aan steeds meer gewicht in de rugzak. Doe aan joggen en grondgymnastiek. Doe rekkingsoefeningen. Zorg bij elke fysieke inspanning voor een goede warming up en een goede cooling down. Gaat u met meerderen, zorg dan dat u elkaar van tevoren goed kent, ook onder wandelomstandigheden. Loop gewoon in uw eigen tempo, en spreek af waar u elkaar weer ziet. Doen onderweg Bij langere pauzes onderweg: even de veters van de schoen los, of uit de schoenen en de voeten licht masseren. Een ontspanningsoefening tijdens het lopen: billen naar elkaar trekken en bekken iets naar voren kantelen. Loop overdreven rechtop, alsof u aan uw kruin wordt opgetrokken. Kin iets ingetrokken. Tijdens het lopen controleren of u efficiënt loopt: sluit de ogen tot spleetjes, en let op of het landschap niet voortdurend op en neer deint; als u gelijkmatig loopt, schuift het landschap aan u voorbij. Afdalen doet u in hetzelfde tempo als klimmen. Dit spaart de knieën. Bindt voor de afdaling de schoenen stevig vast: dit geeft meer steun, voorkomt naar voren schuiven in de schoen, en daarmee teenblessurec. Stippel elke avond de route uit voor de dag erna. Plan rustdagen in en neem ze ook.
@ Tips * Oriënteer u bij medewandelaars over alle aspecten van de tocht: materialen, prijzen, problemen onderweg, routes, overnachtingsplaatsen. * Veel zaken kunnen dubbel gebruikt worden. Een zwembroek is ook een onderbroek. Een lange onderbroek is ook een pyjamabroek en omgekeerd. Een T-shirt, opgevuld met kleren, is een prima hoofdkussen. Een extra paar lichte wandelschoenen zijn meteen uw uitgaansschoenen. Een donsjack samen met een halve donzen slaapzak. een zogenaamde "olifantspoot", kan een slaapzak vervangen. Met Wc-papier poetst u de afwas droog en schoon, reinigt u uw brilleglazen zonder te krassen, opgerold vervangt het wattenstaafjes, en in een propje oordopjes. Met sport-tape plakt u gewrichten, tenten, tentstokken(met spalk) en brillen. * Laat voor thuisblijvers een lijstje achter met poste restante-adressen en de data waarop u vermoedelijk in de betreffende plaatsen zult zijn. Zet deze informatie naast een kaartje van de route, waarop de voornaamste plaatsnamen zijn aangegeven. Laat pakketten met aanvullende voorraden kleding en noodrantsoenen voedsel opsturen. Stuur naar huis wat u teveel bij u heeft. Zet thuis alvast klaar, wat u later nagestuurd wilt krijgen, bijvoorbeeld een nieuwe set kleding, routekaarten. * Koken volgens de hooikist-methode spaart energie, en vitamines blijven beter behouden. Groenten en rijst opzetten met weinig water, aan de kook brengen, en de pan van het vuur af in een handdoek wikkelen, en in een stevige, goed afsluitende plastic zak tegen de etensluchtjes wikkelt u het geheel in de slaapzak. Het voedsel wordt in 30 á 40 minuten gaar. * Een aantal artikelen zijn in het buitenland goedkoper te verkrijgen. Kijk bijvoorbeeld eens in Duitsland naar wandelschoenen en donzen slaapzakken. Een Gore-tex jas is in Engeland honderden guldens goedkoper. U kunt ook eens op de tweedehands-markt kijken. Sommige zaken verkopen tweedehands-artikelen. Weet echter wel wat u koopt, oriënteer u goed op merken, kwaliteit en prijzen. De serie fietskaarten van uitgeverij Dwarsstap geeft u per set 4 topografische kaarten van de omgeving van een aantal grote steden voor rond de twintig gulden. Topografische kaarten 1:100.000 van Frankrijk koopt u buiten het vakantiesiezoen goedkoop in de uitverkoop van de boekhandel. Ga 'eens langs bij de dump-zaak of armyshop. Voor een prikje koop je daar sokken, wollen handschoenen, schoensmeer, en kookgerei. * Maak gebruik van alle voorzieningen en faciliteiten die u kunt krijgen: de ANWB, voor overzichtskaarten van de route, tentenkoopgidsen, en het blad "Op Pad" voor buitensporters, het Nederlands Genootschap van Sint Jakob voor een pelgimspas. een lijst van refugio's in Spanje, de bekende wandel- en buitensportzaken voor allerhande informatie (Bever, Demmenie, Slee, Spac Sport, Zwerfkei, en voor kaarten en wandelroutes: Pied á Terre en Stap voor Stap). Maar ook bij u in de buurt vindt u ongetwijfeld een betere buitensportzaak en een uitstekende kaartenwinkel.
Met dank aan Chris Thoen en enkele medepelgrims
v .
..ANAF DE EERSTE TIJDEN DAT DE PELGRIMS VAN
:: heinde en ver naar het graf van de apostel Jacobus in noord-west Spanje pelgrimeerden hebben zij gezongen, misschien uit verveling omdat zij zich alleen op de wegen voortbewogen of in een groep, afkomstig uit een parochie, stad of land. 's Avonds wanneer zij in een herberg onderdak voor de nacht hadden gevonden werden daar bij één of meer potten bier of een kan rode wijn, liederen'gezongen en gedanst met begeleiding van draailier, cithers, vedels, fluiten, trommels, schalmeien, doedelzakken en allerhande speeltuig. Zoals nu ook veel voorkomt dat diverse nationaliteiten elkaar op de Camino ontmoeten en met elkaar omgaan, zo was dat ook het geval vanaf de vroegste tijden.van de pelgrimage naar Santiago, waarbij liederen in de eigen landstaal werden gezongen en uitgewisseld. Tot op de dag van vandaag! Laatst vertelde een echtpaar uit Alphen a/d Rijn mij dat ze een speciaal liedboekje hadden samengesteld met gezangen, gekozen uit Gezangen voor de Liturgie om deze samen met hun reisgenoot uit Enschede deze te kunnen zingen in kerken en kloosters, tijdens de viering of getijdengebed. Dat was voor hen een bijzondere ervaring. Ook sloot men zich wel aan bij een groepje Duitse jongeren om samen psalmen te lezen en te zingen. Vooral de Fransen en ook onze oosterburen beschikken over. diverse liederen die handelen over onze 'pater familias' (Jacobus) of over de reis naar Santiago de Compostela. Pelgrimsliederen in onze taal zijn er weinig.
.::::i.
In een Spaanse studie, getiteld Cancionero de los peregrinos de Santiago, geschreven door Pedro Echevarria Bravo en uitgegeven door het Centro de estudios Jacobeos te Madrid (1971) worden naast vele Franse pelgrimsliederen ook nog enkele Scandinavische, Engelse en Italiaanse liederen uit vroeger tijden genoemd en besproken. Op twee liederen wil ik nader ingaan. Het betreft het lied Quand nous partîs de France uit 1718 (hiervan zijn verschillende tekstvarianten bekend, ook bekend onder de naam La grande Chanson des Pelerins) en Wer das Elend bauen wil1 uit de 16e eeuw. Er werd vroeger, waarschijnlijk, veel gezongen op de Camino. Een Galicische Copla (een twee- tot vierregelig gedicht in de Spaanse volksliteratuur) zegt daarover: Camino de Santiago, camino foliadeiro. (muzikale weg)
Zingende en musicerende pelgrims. Kapitelen, 12e eeuw, (Cahors, Kathedraal-kloosterpand)
Quand nous partîmes de France en grand désir (deze regel doet mij altijd denken aan de beginregels van een bekend Nederlandstalig lied: Toen wij uit Rotterdam vertrokken, vertrokken wij uit Rotterdam). Hierop volgt een uitvoerig reisverslag in dichtvorm. Opvallend is het dat het vooral jonge mensen zijn die afscheid nemen van hun ouders. Uiteraard zijn ze bedroefd om al hun pleziertjes en vrienden achter te moeten laten, maar ze branden van verlangen om in de toekomst de heilige Sint Jacob in de kathedraal van Santiago de Copostela te mogen aanschouwen. Eerst zullen zij wel de pelgrimszegen hebben ontvangen. De reis naar het noord-westen van Spanje en een stuk terug tot Bayonne is samengevat in drieëndertig strofen, met na iedere strofe het refrein, wat een schietgebed is tot Maria en haar lieve zoon.
.
I
Quand nous p a r - t i -
mes
Nous a- vons q u i - t t é
au coeur a-vions
de
Fran-
Père e t Me-
s i grand dé- s i r ,
a - vons q u i - t t é t o u s ;os
ce
en grand d é - s i r ;
r e t r i g - t e s mar- r i s ;
d ' a l l e r a S a i n t J a c - ques,
p l a i - sirs por f a i -
r e c e vo- ya-
ge.
Wer das Elend bauen wil1 Dit is een lied dat zeer goed bekend was bij de Duitstalige pelgrims. Het staat genoteerd in een handschrift van omstreeks 1500 dat zich in de Bayerische Staatsbibliothek te München bevindt. In het origineel luidt de tweede regel: der heb sich auf und sey mein gesel. Het lied bestaat uit zesentwintig strofen van vijf regels, zonder refrein. Het verschil in volkskarakter tussen de Duitser en de Fransoos komt ook in deze twee liederen duidelijk naar voren. De maatsoort van La Grande Chanson is frivool vergeleken methet marskarakter van het Duitse lied. Ook hier hebben wij te maken met een reisverslag op rijm, voorzien van een melodie, eigenlijk alleen maar tot strofe dertien. Vanaf strofe veertien tot en met drieëntwintig wordt een verhaal ten tonele gevoerd over de 'Spital-meister' (toezichthouder van een hospitaal, een refugio zou men nu zeggen). Die Spital-meister deed zijn werk niet goed. De pelgrims klaagden over het eten, de bedden enz..
Auf Sankt Jakobs StraBen c,
1. Wcr das E-lend bau-enfwill, der mach sich auf und zich d a - hin wohl auf Sankt
Ja-kobs Stra-Ben! Zwei Paar Schuch die muB er h m , ein Schusscl bei der Fla *Elend
b a u e n = i n d i e Fremde z i e h e n
2. Ein breiten Hut den soli er han und ohne Mantel soll er nit gahn mit Leder wohlbesetzet; es schnei oder r e p oder wehe der Wind, d& ihn die Luft nicht netzet.
(altsachsisch
eli-Lende=in
-
schcn.
fremdem Land)
9. S o zichcn wir zu Sant .?. ein. Man gibt uns Brot und guten Wein: wir leben in reichem Schalle. Langedoken und Hispanierland das loben wir BNder alle. * s p i r i t
t
St.Espr.t
3. Sack und Stab ist auch darbei. Er lug, daí3 er gebeichtet sei, gebeichtet und gebuBet! Kummt er in der Welschen Land, cr findt kein deutschen Priester.
10. Es liegen fünf Berg im welschen t a n d , die scind uns Pilgram wohlbekannt: der erst heiBt Runzcvaiie) und welcher Bruder dariiber geht, sein' Backen werdrn ihm schmale.
4. Ein deutschcn Priester findt er wohl: er weiB nit wo er sterben soll oder sein Leben lassen; stirbt er in dem welschen Land, man grabt ihn bei der StraBen.
li. Der andcr heiBt der Monte Christein:' der Pfortenbergi%ag wohl sein Bruder scin, sic scin einandcr fast giciche; und welcher Brudcr d a ü b e r geht, verdient das Himmclreiche.
5. S o ziehen wir durch Schweizerland ein, sie heiBen uns gottwillkommen sein und geben uns ihre Speise; sic legen uns wohl und decken uns w m , die StraBen tun sie uns weisen.
12. Der vierte heiBt der ~ a v e n e f , dariiber laufen die BNder und Schwester schnell. Der funfte heiBt ihn Alle Fabe: ** d a leit viel manches Biedermanns Kind aus deutschem Land begraben. * R a b a n a l
6. So ziehen wir durch die welschen Land, die seind uns BNdem unbekannt: dar Elend mussen wir bauen. Wir nifen G o t t und SantJakob an und unser liebe Frauen.
13.'Der König von Hispaniin der f i k t ein Kron: er hat gebauet drei Spital gar schon in Sant Jakobs Ehren: und welcher Bruder dar& kommt, man beweist ihm Zucht und Ehrc.
7. S o ziehen wir durch der arme JeckeIfLand. Man gibt uns nicht d a m Apfeltrank, die Berge mussen wir steigen. Gab man uns Xpfel und Birn genug, wir S e n s fur die Fcigen.
14. Es war dem Spitaimeister nit genehm vielen BNdern hat er genommen das Leben. Gott, laB nit ungerochen! Zu BurgesZvard er an +n Kreuz gcheft, mit scharfen Pfeilen durchstochen.
*Roncesvalles
**Tunnel
von San A d r i á n
n t a C r is t in a í gmport-Pap)
**La
*Armagnac
8. So ziehen wir durch Soffeien*hinein. Man geit uns weder Brot noch Wein, die Sack stehn uns gar leere; w o ein Bruder zu dem andern kommt, * yen der sagt ihm böse Mare.
Fava
*Burgos
15. Dcr König dcr was ein Biedcrmann: die Pilgramkleider legt er sich an, sein Spitai wollt er beschauen: was ihm die deutschen BNder sagten, das wollt er nit gelauben.
16. Da ging er in das S p i t d ein. Er hief3 ihm bringen Brot und Wein; die Supp die was nit reine: ,,Spittelmeister, lieber Spittelmeister mein, die Brot seind viel zu kleine! "
22. Der Spittelmeister hatt ein Töchterlein, es mocht recht wohl ein Schdkin sein: ,Es nimmt mich immer Wunder, daí3 der liebste Vater mein soll sterben von wegen dieser Hunde."
17. Der Spittelmeister was ein zomig Mann; ,,der Greulich hat dich herein getragn, das nimmt mich immer Wunder. Und warst d u nit ein walscher Mann, ich vergab dir wie den deutschen Hunden."
23. Es stund ein Bruder nahe darbei: ,Nun soll es nit verschwiegen sein, ich wil1 es selber klagen.' Da ward dasselbig Töchterlein unter den Galgen begraben.
18. Und d a es an den Abend kam, die Briider wollten schlafen gahn, der Pilgram wollt schlafen aileine: ,Spittelmeister. lieber Spittelmeister mein, die Bett seind gar nit reine! "
24. Sieh Bruder, d u solist nit stille stahn! Vienig Mei1 hast d u noch zu gahn, wohl in Sant Jakobs Munster, vienehen Mei1 hin hinter baí3 zu e i m m Stem, heiBt Finster.
19. Er gab dem Pilgram einen Schlag, daí3 er von Herzen sehr erschrak. e r tat zu dem Spitte1 aus laufen; die andern BNder taten den Spittelmeister sehr r a d e n .
25. Den "Finstem ~terpl*wollenwir lan stahn und wollen zu Saivator eingahn, grof3 Wundeneichen anschauen: S o rufen wir Gott und Sant Jakob an und unser liebc Frauen.
20. Da es an den Morgen kam, man sach viel gewappneter Mann zu dem Spitai eindringen; man fing den Spittclmeister und al1 sein Hausgesinde.
26. Bei SantJakob vergibt man Pein und Schuld, der liebe G o t t sei uns allen hold in seinem höchsten Throne! Der Sant Jakob dienen tut, der lieb Gott soll ihm lohnen.
*Kap F i n i s t e r r e **Oviedo
21. Man band ihn auf ein hohes ROB, man fuhrt in gen Burges auf das SchloB, man tat ihn in ein Eisen schlieBen: es t5t dem Spittelmeister gar sehre und hart verdrieBen. I
1
I*
I l
I
-
l
I
\J
I
m
\Ver
das
I I
l
A
A
I
I
E - Iend
l
I
I
I
I
l
m
-
bau
I
I I
4 I
en
wiH,
der
Lied der Jakobspilger. Handschrift urn 1 5 0 0 . B a ,v e r i- s c- h ~e Staatsbibliathek München.
h
I
LI
l A
mach sich
auf
und
zich
da
-
i
hin
l
I l
I l
I
1
I I
I
I
1
1 I
I
auf Sanct J a
n
-
I I
2
I
- kobs
I
l I d
muf3 er han,
4
/
i
-
1
2
\
Stra 1
1
1
l
1
1
l II
I r
l
l I
I
I
- Ben! .
I I A
i
I
I
Zwei Paar Schuch die I l
I
ein Schus-sel bei der
I I
l
#
A
Fla
I
i
l I
m
-
I
o
-
-
Im O r i g i -
na1 l . Strophe: " d e r heb s i c h a u f f u n d s e y rnein g e s e l " Links l e i c h t veranderter Liedsatz. Ortsbezeichnungen
a
d -
u
Y
wohl I 1
t
I
4 l l A'
schin.
p r a z i s i e r t nach: G E R H A R D HARD f
" I s leigen perg in welschon f
f
land" aus: Erdkunde. Archiv f u r wisschenschaftliche Geographie. (
I 965)
19
De koning van Hispanien, die het Spital gesticht had, hoorde op van de klachten geuit door de pelgrims. Hij wilde het niet geloven en ging zelf op onderzoek uit. Hij vermomde zich als een pelgrim en ja hoor, hij moest de pelgrims gelijk geven. Niets deugde ervan! De koning-pelgrim reclameerde bij de Spital-meister, die 'ein zornig Mann' was. Mijnheer nam het niet en 'gab den Pilgram einen Schlag, dass er von Herzen sehr erschrak'. De volgende ochtend werd op bevel des konings de Spital-meister door 'viel gewappneter Mann' gearresteerd en naar het slot in Burgos gebracht, waar hij in de kerker belandde. De slotstrofe luidt als volgt: 'Bei Sant Jakob vergibt man Pein und Schuld, der liebe Gott die uns allen hold in seinem höchsten Throne! Der Sant Jakob dienen tut, der lieb Gott sol1 ihm lohnen'. Nu nog even terug naar het begin van het lied en wel naar de eerste vier strofen. Daar wordt het een en ander gezegd over de uitrusting van de pelgrim: - Twee paar schoenen moet hij hebben en een schotel bij de fles. - Een grote brede hoed en een mantel met leer bezet tegen sneeuw, regen en wind. - Een zak en een staf horen erbij. - In het vreemde land vindt hij wel of geen Duitse priester en als hij sterft wordt hij bij de straat begraven. Van strofe vijf tot en met twaalf volgt dan een opsomming van de streken door welke de pelgrims trekken, namelijk door Zwitserland en Frankrijk waar ze de taal niet verstaan. En wat onaangenaam is voor bierdrinkers van professie 'Man gibt uns nicht dann Apfeltrank'! In Savoye lijden ze honger, daarentegen zijn ze in de zevende hemel wanneer ze door de Languedoc en Spanje trekken, want daar krijgen ze brood en goede wijn. De Somport-pas, de tunnel van San Adrian en de Rabanal worden nog genoemd en tenslotte wordt in strofe twaalf gezegd dat in La Fava veel Duitse pelgrims begraven liggen. Tenslotte: Wer das Elend bauen wil1 heeft niets met ellende te maken, maar alles met 'het trekken naar het vreemde land' (oud-Saksisch 'eh-Lende' = in vreemd land).
HET LOGO VAN DE RAAD VAN EUROPA FRANK CLAESSEN
Het in opdracht van de Raad van Europa ontworpen logo dat bij cultureel belangrijke objecten langs de wegen naar Santiago zou moeten worden geplaatst is gebaseerd op symbolen voor de zon, de sterren en het pelgrimeren naar Santiago. Als symbool voor de pelgrimage werd al snel gekozen voor de schelp. Bijmaakt duidelijk hoe het e van een cirkel, waarvan stukken is verdeeld (12 en vanuit twaalf punten ee$ lijn gaan nagr één1 punt aan de linkerkant (het wekt&). Dit is @& symbblische weergave9an de mo-
e Santiago Itinerario pese sterren met daaronder Consejo oemde Spaanse termen mogen
el Raad staat ook toe $$t het logo gebruikt wordt op hakdekwaar en geeft als voorbeelden daarvan Tshirts, zonnekleppen, stropdassen en sleutelhangers. Bron: Ministerio de Obras Publicas, Transportes y Medio Ambiente, Manuel de regles pour la signalisation du chemin de Saint-Jacqiies.
OPEN MONUMENTENDAG ROERMOND FRANK CLAESSEN
10 september jongstleden was het in Nederland Open Monumentendag. De opening van dit festijn geschiedt de dag daaraan voorafgaand, elk jaar in een andere stad. Nu was het de beurt aan Roermond. Vertegenwoordigers van Kerk, Staat, toeristische organisaties én van het Vlaams en het Nederlands genootschap kwamen bijeen in de Minderbroederskerk om te luisteren naar de openingstoespraken. Daarna trok men te voet naar de Neerstraat, waar een Christoffelbeeld werd onthuld dat boven op een pomp staat. De stoet vervolgde haar weg naar het parkeerplein achter de Kartuizerkapel om daar te luisteren naar een openluchtconcert door een muziekgroep die liederen uit verschillende perioden ten gehore bracht, waaronder ook een pelgrimslied. In de kapel werden vervolgens twee plakkettes overhandigd aan de bisschop en de burgemeester van Roermond. Hierop stonden de logo's van de Raad van Europa en de afstand tussen oer mond en Santiago de Compostela, uitgedrukt in kilometers. Dit alles geschiedde om de officiële opening te vieren van de 'St. Jacobsweg'. Dit is een in de omgeving van Roermond uitgezette toeristische route bedacht en gefinancierd door de stichting Club van 100, het fonds voor stimulering van grootschalige kulturele en rekreatieve produkties in Midden-Limburg. Bij de W van Roermond is een folder verkrijgbaar met een kaart van het gebied en enige informatie over het pelgrimeren naar Santiago en de Middenlimburgse dorpen waar men doorheen komt. Volgens deze folder kwam één van de wegen die in de middeleeuwen naar Santiago voerde langs de oostelijke oever van de Maas, en stak hij deze rivier nabij Roermond over in zuidwestelijke richting naar Maastricht en Luik. In tegenstelling tot deze informatie blijkt de uitgezette route van Swalmen naar Neeritter te lopen en daar te stoppen. Misschien wachtend op een initiatief van het Vlaams genootschap?? Later in de middag was er nog gelegenheid de tentoonstelling te bezoeken die was ingericht in het Witte Kerkje in de Voorstad Sint Jacob, waar zoals bekend, een onderarm van de heilige Jacobus als relikwie bewaard wordt.
JACOBUSBOEKEN TIN1 BERTELING
Der Kinzigtaler Jakobusweg. Wanderführer durch den mittleren Schwarzwald. Kurt Klein. Waldkircher Verlag, zakformaat. ISBN 3-87 885 278-9. Op een boekentafel ergens in Duitsland vond ik een aardige 'Wanderführer' voor een streek waar veel Nederlanders hun vakantie doorbrengen, namelijk het Zwarte-woud en speciaal het Kinzigtal. Hierin wordt een wandeling beschreven van ongeveer 100 km. dwars door het Kinzigtal. Te beginnen bij de bron, in de buurt van Lossburg bij Freudenstadt; langs bekende plaatsen als Alpirsbach, Wolfach, Haslach en Gegenbach en eindigt in Schutterwald bij Offenburch. Bij het opzetten van deze weg heeft men zich georiënteerd aan de oude Jakobusweg Frankfurt - Heidelberg - Frieburg - Basel - Vézelay. De route wordt gemarkeerd door een schelp (Jakobusmuschel). Het aardige van het boekje is de beschrijving, de tekst is erg 'gründlich' voor ons Nederlanders. Niet alleen over de geschiedenis van de streek, maar ook over de talrijke Jakobalia geeft het veel informatie. De schrijver is één van de ontwerpers van deze route. De illustraties geven een goed beeld van heden en verleden langs de weg; jammer is het dat een beter soort krantenpapier gebruikt is. De kaartjes zijn 'sumier. Deze Jakobusweg werd op 25 juli 1993 geopend met de volgende woorden: Beste wandelvrienden, wilt u: de dagelijkse beslommering vergeten, in berg en dal de schoonheid ontdekken, van natuur en cultuur genieten, de Schepper en zijn schepping ontmoeten, door te wandelen op deze weg uzelf terugvinden, eenzame bedevaartsplaatsen, kerken, kloosters, burchten leren kennen, langs oude gedenkplaatsen van de apostel Jakobus geleid worden? Ga dan op weg langs de Kinzigtaler Jakobuswegen. Vele goede wensen en de zegen van Jakobus. HERUITGAVEN: Herman Vuijsje: Pelgrim zonder God is in een goedkope pocketuitgave uitgebracht voor f 15,-. Hans Annink: Een late pelgrim op de melkweg, een retourtje Enschede-Santiago de Compostela. ISBN 90-297-0616-3 is opnieuw uitgebracht. Prijs ongeveer f 30,-. KALENDER 1995: Auf Jakobuswegen. Dwarsformaat A5. ISBN 3-928542-06-0. Uitgave Verlagsbuchhandlung Manfred Zentgraf. Op de najaarsvergadering van ons genootschap te Voorhout werd een alleraardigst kalendertje te koop aangeboden dat daar grif van de hand ging. De samensteller is ook een pelgrim. De kleurenfoto's van deze kalender zijn van goede kwaliteit. Wist u dat de Koptische kerk op 12 april haar Jakobusfeest viert, de Griekse kerk doet dat op 15 november en de Armeense kerk op 28 december. Deze data vindt u vermeld in dit kalendertje. Iedere maand bevat ook een citaat. Eén daarvan trof mij: 'Ich muss unterwegs sein, nicht um anzukommen, sondern um immer wieder neu mich selbst zu finden und zu erfinden' (Carmen Rohrbach).
NAJAARSVERGADERINGVOORHOUT Op zaterdag 29 oktober 1994 vond de najaarsvergadering van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob plaats in het gebouw van de Katholieke Technische School in Voorhout. Nadat ook de deelnemers uit de bus van half elf zich in de royale aula van de school hebben geïnstalleerd opent het bestuurslid mevrouw van de Berg de vergadering met de mededeling dat zich 223 leden voor deze vergadering hebben aangemeld en dat er een bericht van verhindering is ontvangen van 73 leden. Van deze afmeldingen wordt de brief van de heer Dodemont voorgelezen. Hij schrijft dat hij tot zijn spijt niet kan komen omdat hij gekozen heeft voor deelname aan de bevrijdingsfeesten van Den Bosch. Verder wordt vermeld dat het genootschap momenteel 1206 leden heeft. Bestuurslid de heer Zijp verzoekt alle aanwezigen nogmaals om commentaar over refugio's en pelgrimsgids naar hem op te sturen. Mevrouw van de Berg vertelt over de deelname van het bestuur aan de officiële opening van "pelgrimspaden" in Limburg op 9 en 16 september. Er wordt een oproep gedaan aan de aanwezige vertegenwoordigers van de regio's om agendapunten aan te dragen voor een eventuele vergadering en dan is het al weer tijd voor de rondvraag. Mevrouw Matthijsen uit Amsterdam vraagt of er aanwezigen zijn die het afgelopen jaar in de refugio van Barbadelo zijn geweest en daarover met haar ervaringen willen uitwisselen. Het onderwerp "mevrouw Debril" leidt tot een vrolijke discussie over de verschillende manieren waarop deze dame de langskomende pelgrims bejegent. Er wordt gevraagd of het bestuur kan overgaan tot de verstrekking van een handzame pelgrimspas annex stempelkaart zoals die in Roncesvalles wordt uitgegeven. Het antwoord is dat het bestuur zich de komende winter hierover zal beraden en hoopt in het voorjaar met een goed document voor de dag te komen. Omtrent de verandering van de statuten wordt nogmaals vermeld dat de minimale aankondigingstermijn van een ledenvergadering is verkort van 6 tot 3 weken en dat de dicussie omtrent het koppelteken tussen Sint en Jacob in de verenigingsnaam nog niet is afgesloten. De laatste vraag betreft het adres van het Frans genootschap. Dit is niet rue Vieille-duTemple, maar 4, square du Pont de Sèvres, 92100 Boulogne-sur-Seine. Voor de pelgrimsparade hebben zich 7 personen opgegeven. Jeroen Gooskens doet verslag van zijn tocht in drie afleveringen die in 1993 is geëindigd. Een tocht in het najaar heeft als extra aspect dat je als vrijwel enige buitenlander tussen een massa Spanjaarden loopt. Je hebt geen rust, maar ook geen hitte. Hij heft een aantal verlaten varianten van de carnino op kompas gelopen en van hem is de uitspraak: "hoogtepunten zijn ook hoogtepunten". De heer Bloem is dit jaar vanuit Waddinxveen vertrokken en liep, op advies van mensen uit zijn regio, niet via Le Puy maar over Vézelay. Hij was zeer tevreden over de kaarten van de série velte van IGN, en nog tevredener over het opgeven van poste restante adressen aan familie en bekenden. Lisette Zurlohe leest een stukje voor uit haar dagboek waaruit haar positieve ervaringen duidelijk naar voren komen. Met name de steeds weerkerende beschrijving van de natuur geeft weer dat zij van haar tocht genoten heeft. Pim van Tend laat met zijn korte verhaal over de "Pechgrim" horen dat het genootschap schrijftalent onder de leden heeft.
Jan en Lia Beerends vertellen hun "stokkenverhaal". De een verslijt er op de tocht vanuit Venray een vijftal, waaronder een echte bezemsteel; de ander blijkt er met één genoeg te hebben. Uiteindelijk doen zij aan Anneke Garcia (lidnummer 1000) de groeten van de nonnen in Flavignac. Guus Terwijn vertelt voornamelijk waaróm hij deze tocht gemaakt heeft. Na het bereiken van de vut wilde hij niet achter de geraniums gaan zitten wegkwijnen, maar ging hij opzoek naar een uitdaging. Hij is ook van mening dat hij niet als pelgrim vertrokken is, maar dat gaandeweg is geworden. Daarom is hij ook zo blij dat het genootschap geen ballotage kent. Janna Matthijsen beschrijft het verschil tussen het lopen in Frankrijk en in Spanje. Na de Pyreneeën zijn haar vooral de drukte en pijlen langs de weg opgevallen. Zij heeft zich als eenling aangesloten bij verschillende groepen en daar vele goede contacten aan over gehouden. Haar adviezen om naast training en goed materiaal ook enige kennis van het Spaans op te doen, worden door de aanwezigen met instemming begroet. De laatste spreekster krijgt van twee andere dames onverwacht bijval als het gaat over het onderwerp "vrouwen alleen op pad". De twee karakteristieke uitspraken waren: "als je veilig voelt, dan ben je ook veilig" en "alle alleenlopende vrouwen die ik ontmoet heb, waren Nederlandsen". Tijdens en na de lunch was er weer de traditionele indeling in lopers, fietsers en zangers. De overigen konden beneden in de hal terecht bij een schilderijententoonsteling, een tentoonstelling met als onderwerp postzegels over plaatsen langs de pelgrimsweg, een video en de kraampjes van de Fietskaart Informatie Stichting en van het genootschap zelf. Om twee uur zit iedereen weer in de aula om, na het beluisteren van het pelgrimskoor, kennis te nemen van de dialezing van de heer Noordermeer. Gedurende ruim een uur onderhoudt hij ons over "Jacobus in de Bollenstreek. Hij blijkt het begrip Bollenstreek wel erg ruim te hebben opgevat, want deze loopt in zijn enthousiaste verhaal van Amsterdam tot Vlissingen en Breda. Niettemin komen alle gevallen van Jacobusnaamgeving in het genoemde gebied aan bod en aan het eind krijgt de spreker dan ook een tevreden applaus. Applaus is valt daarna ook ten deel aan de organiserende regio, die deze dag werkelijk voortreffelijk heeft voorbereid. Daarmee is echter deze dag nog niet ten einde. Bij het sluiten van de ledenvergadering opent Café Saint Jacques. De kruidenier die zo op de kleintjes let blijkt in zijn asortiment ook een rode en een witte Saint Jacques-wijn te hebben. Deze maken de tongen pas echt los en tot laat in de middag wordt er nog gepraat over tochten in verleden en toekomst en over deze uitstekend verlopen ledenvergadering. Frank Claessen
SCHELPJE O Weekeinde rond 'Levenstocht'. Vrijdag 24 - zondag 26 maart 1995 Abdij van Berne Postbus 64, 5473 ZH Heeswijk-Dinthel: = 04139-3145. We willen dit weekeinde nadenken over onze eigen levenstocht. We doen dit met behulp van ervaringen die de begeleiders (Rieky Rieter en Pius van Loon) hebben opgedaan tijdens hun pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. De nabijheid van de abdij, die háár levenstocht heeft kan alleen maar helpen dieper door te dringen in onze eigen levenstocht.
VAN ONZE BUITENLANDSE VRIENDEN en vrienden in het buitenland Het bestuur van het Nederlands genootschap dacht tijdens de internationale bijeenkomst in Maastricht op 30 en 31 oktober 1993 origineel te zijn met de opvoering van het toneelstuk van de onterecht gehangen pelgrim. In het tijdschrift van het Zwitsers genootschap vinden we een vermelding van de opvoering van een dergelijk stuk in 1624 in Innsbruck. Het is een deels allegorische tragi-komedie, bestaande uit een proloog, drie bedrijven en een epiloog. Daarna volgen in Ultreïa achttien pagina's analyse van het stuk aan de hand van de leerstellingen van Jung door Florence Bacchetta. Zowel in het Zwitsers als het Duits tijdschrift staan fragmenten afgedrukt van 15de eeuwse verslagen van Santiago-gangers. Daarnaast staat in de Sternenweg het tweede deel van een uitgebreid artikel over de spirituele kant van het pelgrimeren, met name over het inwijdende karakter van de weg tussen Roncesvalles en Finisterre. In hetzelfde blad staat een duidelijke beschrijving van de manier waarop je ontvangen wordt als je in het Hostal de los Reyes Católicos een gratis pelgrimamaaltijd mag nuttigen. In de maanden oktober en november van dit jaar heeft de Vlaamse televisie in haar programma Vlaanderen vakantieland aandacht besteed aan het pelgrimeren naar Santiago de Compostela. Hedendaagse pelgrims zijn gewend in Spanje zo ongeveer van de ene gele pijl naar de andere te lopen. Volgens El Pais heeft een groep jongeren afgelopen zomer de tocht tussen Pamplona en Santiago gemaakt door eenvoudigweg recht naar het westen te lopen. Dat zou 250 kilometer en een hoop comfort schelen, maar daar staat tegenover dat je zo een authentieke weg terugvindt, vergelijkbaar met die van tien eeuwen geleden. Deze krant meldde op 4 juli dat de actrice Shirley MacLaine de dag ervoor haar pelgrimstocht beëindigd had. Nog steeds uit dezelfde krant halen we het bericht dat uit de voorgevel van de kathedraal van Burgos een standbeeld van twee meter hoog en 400 kilo zwaar naar beneden is gevellen van een hoogte van 40 meter. De regering van Castillië en Leon heeft 25 miljard pesetas nodig voor restauratie van haar monumenten.
REGIO'S REGIO AMSTERDAM Contactpersoon: Janna Matthijsen, Haardstee 227, 1102 NN Amsterdam, w 020-696451 O
Zaterdag 18 maart 1995: Wandeling van ca. 15 kilometer naar het hart van Amsterdam. Inlichtingen bij de contactpersoon. Leden van de regio ontvangen een uitnodiging. REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET IJ Contactpersoon: Jan Louter, Dorpsstraat 65, 1689 ER Zwaag. w 02290-36512
Verslag regio-bijeenkomst op 19 november 1994. Om half elf werden wij ontvangen in een klein zaaltje naast de Jacobskerk te Haarlemmerliede. Er was heerlijke kofíie en zelf gemaakte Santiagotaart. Nadat meer dan dertig deelnemers binnen gestroomd waren, kregen we een heel interessante lezing over de geschiedenis van dit agrarische gebied door een actieve parochiaan. Hij vertelde dat dit hogergelegen polderland ten noord-oosten van Haarlem, Sparenwou geheten, vroeger omgeven was door het Spieringmeer, een noordelijke uitloper van de Haarlemmermeer en het IJ. Reeds in de twaalfde eeuw is het vermoedelijk in cultuur gebracht door monniken uit de omgeving van Velzen. Het eerste kerkje in dit gebied was het nu nog bestaande kerkje van Spaarnwoude, dat in de loop der tijden herhaaldelijk verwoest werd onder andere tijdens de Spaanse belegering van Haarlem. Na de reformatie hadden de katholieken een schuilkerkje vermoedelijk op de plaats waar nu de Jacobskerk staat. Na de lezing werd de kerk bezichtigd, deze werd ongeveer honderdvijítig jaar geleden gebouwd in waterstaat-stijl en gewijd aan Sint Jacob en Sint Gertrudis. De parochianen spreken graag van Jaap en Truus. Vervolgens maakten wij een mooie wandeling langs de Mooie Nel naar Spaarndam en vandaar via een rechte weg naar het kerkje van Spaarnwoude, dat wij alleen- aan de buitenkant konden bekijken. Na de restauratie is het iets moois geworden met vooral een prachtige oude toren. Kortbij ligt café 'de Stal' waar wij lunchten en luisterden naar de boeiende lezing van Jan en Piet Louter. Zij vertelden over hun voettocht naar Santiago in 1993. Vanuit hun huizen in NoordHolland volgden zij lange-afstandspaden via Den Bosch, Maastricht en Vezelay naar Le Puy. Daar namen zij de 'Route St Jacques' naar Santiago. Hun fraaie dia's gaven een mooi overzicht van hun inspanningen maar ook van de schitterende natuur. De zeer geslaagde dag werd besloten met een wandeling door de weilanden terug naar Haarlemmerliede. REGIO BOLLENSTREEK - RIJNLAND Contactpersoon: C.G. van Tongeren, Pijlkruidstraat 15, 2215 GE Voorhout, 02522-31147
Het is 8 oktober. we houden een regio-bijeenkomst. Twee nieuwe leden, een echtpaar, die in 1995 naar Santiago willen gaan stellen zich voor. Hun plannen krijgen veel reacties. Bagage meenemen in een wagentje is ondoenlijk; smalle soms moeilijke paden met modder. Slapen in Spanje in refugio (één nacht), een hostel, een tent, of onder de blote hemel. Aan het lopen, de inspanning raak je langzaam gewend; je moet altijd drinken en iets te eten bij je hebben, want je weet niet of het volgende dorp iets te bieden heeft. Het is genieten en afzien, maar meestal zit je 's avonds gelukkig achter een goed glas wijn. Onze gast, pastor Kortman, vertelt over zijn zoeken naar Jacobus-kerken. Ze zijn er te over: Den Haag, Maasdijk, Schiedam-Kethel, Den Briel, Middelburg. Hij komt bij het Vlaamse-hoofdkwartier, daar lijkt enige rivaliteit. Holland is te cultureel, Vlaanderen is religieuzer. Ook op zijn verdere tocht ontmoet pastor Kortman Jacobus(kerken). Hij maakte gebruik van het boekje 'Chambres étables d'hotes'. Zijn wijze van pelgrimeren was: Een lijn trekken op de kaart en adressen in de buurt aanschrijven. Zo kwam hij op heel verschillende wijze onderdak. Na de pauze: Pelgrimsparade. Jan zocht via een 'zoekertje' in de Jacobsstaf een kameraad, samen met de fiets-bus naar Lourdes. Daarna was het een goede reis; soms moeilijk, maar Sint Jacob zit niet verlegen om zeurpieten. Zijn kameraad, een organist, wilde veel kerken zien. Dat
l76
betekende omwegen maken. Soms was hij hem kwijt, maar dan zet je je rampenplan in werking en alles komt in orde. In Santiago, ontmoeting met bekenden en samen bij Jacobus in de kathedraal zitten. Stil en ontroerd, de avondzon valt over zijn beeld voor in de kerk, bijna als een verschijning. Daarna komt er nog een discussie over de vraag of je tocht pas op Finistere voltooid is. De plaats waar je je meest gedragen kledingstuk in zee werpt. Tot slot bespreken we de technische gang van zaken tijdens de voorjaarsvergadering van het genootschap in Voorhout. REGIO DEN HAAG Contactpersoon:
Cees Rooijackers, Elia Kazanstrook 30, 2726 VD Zoetermeer, 079-426646
REGIO MIDDEN NEDERLAND Contactpersoon: Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarsenbroek. 03465-69133 REGIO BREDA Contactpersoon: REGIO TILBURG Contactpersoon:
A. Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda
E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, 'Leyenhorst', Gemullenhoekenweg 14C, 5062 CD Oisterwjk, = 02442-16582
Het nieuwe seizoen is op 16 september van start gegaan met een bijzonder interessant verslag door Margriet Smulders en Riet Peters van hun reis van Arles naar Toulouse met op dia hoogtepunten van de zuidelijkste Jacobus-route in Frankrijk die aansluit op de Camino francés. Meerdere pelgrims uit onze regio zijn intussen teruggekeerd van hun reis naar Santiago, zoals Coby en Ben Brugman die de tocht in mei per fiets hebben gemaakt. Voor het treffendst exempel zorgden dit jaar Stijn Oosterling en Miranda van Vught die op 26 juni te voet zuidwaarts zijn vertrokken; na een gebedsdienst in de Maranathakerk in Tilburg waar ze hun officiële geloofsbrieven in het Latijn, Frans en Spaans in ontvangst namen. Vervolgens werden zij uitgeleide gedaan door familie, vrienden en mede-studenten van de Theologische faculteit in Tilburg. Op zondag 13 november werden zij weer enthousiast ingehaald door een groot aantal belangstellenden. In dezelfde kerk werd hun behouden terugkeer gevierd met een dankdienst waarbij elk van de aanwezigen was verzocht slechts één bloem mee te brengen hetgeen niettemin resulteerde in twee emmers vol van de rijke flora uit de Nederlandse snijbloemenhandel. Een KRO-medewerker heeft opnamen gemaakt van de eerste gebedsdienst, die te zijner tijd mogelijk zullen worden benut bij een interview met de beide pelgrims. Ook in de regio beloofden zij later verslag te zullen doen van hun vier maanden durende voettocht. Op vrijdag 18 november was de regio bijeen bij Ria Seveke, die niet alleen een goede gastvrouw maar ook een dito reisleidster was met een verslag van haar pelgrimage naar Santiago van deze zomer. Als lerares kunstgeschiedenis betrad zij daarbij niet alleen de geijkte Camino francés maar voorzag zij haar betoog aan de hand van een dagboek en een foto-album van een aantal interessante terzijdes. REGIO 'S-HERTOGENBOSCH - OSS Anneke & Wim Bettonvil, Antoon der kinderenlaan 8, Contactpersoon: 5212 AA Den Bosch, a 073-1 35215 Na enige omzwervingen in het buitengebied lijkt de regio 's-Hertogenbosch nu een vast 'home' gevonden te hebben. Het is, zeer toepasselijk, een zijzaal van de Sint-Jacobskerk in 's-Hertogenbosch, waar we op 6 november 1994 bijeenkwamen. Onze gastheer is dr. Frans Jansen, lid van het kerkbestuur en co-auteur van het boek Sint-Jacob 's-Hertogenbosch. De kerk en haar geschiedenis. en groot promotor van deze kerk als vertrekpunt van pelgrimages naar Santiago.
Een veertigtal leden en introducés is belangstellend naar de verhalen van de Santiago-pelgrims uit onze regio. Dat waren er dit jaar drieëntwintig, verdeeld over een-, twee-, drie- en viertallen. Enigen daarvan konden jammer genoeg niet aanwezig zijn. Met volle aandacht werd geluisterd naar de loopverhalen van het echtpaar Franken, van Cor van Bergeijk en van Amelia Oosterveld en naar fietsverhalen van de Vrensen's en van gerrit van de Ven en zijn coëquipers. ontberingen, ontmoetingen en ontroerende ervaringen wisselden elkaar af. Applaus viel allen ten deel, zowel voor hun tocht als voor hun verhaal. Er bleek onvoldoende tijd voor alle verhalen. In januari 1995 zal het echtpaar Van Dam een diapresentatie houden over hun voettocht van Vézelay naar Santiago dit jaar. REGIO EINDHOVEN/HELMOND Contactpersoon: Jac. A. van Hooren, Dardanuspad 17, 5631 KE Eindhoven, n 040-430776 Bart Leemrijse, Pasteurlaan 57, 5644 JB Eindhoven, n 040-11 9412 REGIO LIMBURG Contactpersoon:
B. Houben, Akkerweide 110, 6431 GZ Hoensbroek,
REGIO NIJMEGEN - ARNHEM Contactpersoon: Ted van Gaalen, Krekelstraat 19, 6533 RB Nijmegen, 080-565043 REGIO OOST-NEDERLAND Contactpersoon: G. Westgeest, Ganzenmarkt 22, 7631 EN Ootmarsum,
n 05419-93351
Op vrijdagavond 4 november was er een bijeenkomst in de scholengemeenschap St. Canisius te Tubbergen. Er waren 27 personen aanwezig terwijl ook nog een aantal leden bericht van verhindering had gestuurd. De potentiële belangstelling voor activiteiten in de regio is dus erg groot te noemen. Het was de eerste bijeenkomst na het vaststellen van de nieuwe regiogrenzen. De avond begon met onderlinge kennismaking gevolgd door een uitwisseling van ideeën over en mogelijkheden van toekomstige activiteiten binnen de regio. Het programma vermelde verder een Verslag van een voettocht. Han Ticheler uit Enschede, die met zijn.broer en schoonzus afgelopen zomer naar Santiago de Compostela gelopen heeft, deed met zijn beide tochtgenoten verslag van deze tocht met hindernissen. Zij deden dit aan de hand van dia's en zij hadden de presentatie uitstekend voorbereid. Alle hulde. Het valt telkens weer op dat bij deze verslagen, die toch over dezelfde route gaan, er elke keer weer een andere persoonlijke beleving is geweest met eer? eigen verhaal. Activiteiten Regio Oost-Nederland: Op deze bijeenkomst zijn enige suggesties gedaan voor mogelijke activiteiten in onze regio. Met de aanwezigen is afgesproken, dat men er nog verder over na zal denken en eventuele suggesties zal melden. Dat geldt uiteraard ook voor degenen die er niet bij konden zijn; zij zijn bij deze uitgenodigd ideeën voor regio activiteiten te melden. Voor de bijeenkomst in voorjaar 1995 wordt op dit moment gewerkt aan plannen voor een bezoek aan Zwolle. Uitnodigingen daarvoor worden tijdig verstuurd. REGIO FRIESLAND Contactpersoon: REGIO GRONINGEN Contactpersoon:
C.P.J. Meijer, Mauritsplein 31, 8931 DL Leeuwarden.
Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen, n 050-255144
Zondag 9 oktober vond een kleine pelgrimage plaats naar de op één na noordelijkste Jacobuskerk van ons land, te Zeerijp. Op deze bijna beginnende herfstdag, het weer kon niet beter, verzamelden de regio-leden zich bij het station Loppersum om vanuit dit rustieke Groninger dorp naar Zeerijp te gaan lopen.
De 'klei-camino' voerde ons langs akkers en weilanden en al gauw werd de losstaande kerktoren van de statige Jacobuskerk zichtbaar in de verte. Na ongeveer een dik half uur lopen passeerden we het naambord Zeerijp en spoedig rees de imposante Jacobuskerk op die eigenllk een paar maatjes te groot is voor het dorp Zeerijp. Bij het tegenover de kerk gelegen dorpshuis werden we opgewacht door de heer Neck. Na de ontvangst met koffie, ging het richting kerk alwaar ons de pre- en voorgeschiedenis werd verteld met alle bijzonderheden en details. De lezing werd besloten met een rondgang door de kerk alwaar nog diverse rouwborden aan de muren zijn opgehangen. Vanaf halverwege de 16e tot eind 18e eeuw bestond in de provincie Groningen de gewoonte om bij het overlijden van borgheren en vrouwen een groot rouwbord te laten vervaardigen; met alle bijzonderheden van de afstamming, in de vorm van familiewapens en kwartieren. Deze rouwborden hingen gedurende een bepaalde periode boven de hoofdingang van de desbetreffende borg. Daarna werd het rouwbord in de kerk ter praal en gedachtenis opgehangen. In de kerk zijn ook nog een negenentwintig grafzerken aanwezig alsmede een heel bijzonder orgel compleet met vogelgeluid en ronddraaiende sterretjes. De kerk leent zich bij uitstek voor orgelmuziek en muziek van de 16e tot en met ae 1Be eeuw vanwege haar ruim opgaande gewelven is er een bijzonder fijne akoestiek. Terug in het dorpshuis werd deze zeer geslaagde middag beëindigd met een dankwoord voor de causeur. De terugtocht naar Loppersum ging onder andere via een klein kerkpad door een weiland. Tijdens deze tocht werden verhalen en belevenissen uitgewissrld over de 'echte tocht' naar Santiago de Compostela die velen van ons inmiddels hebben gelopen of gefietst. Er bestond veel interesse om in 1995 weer een 'klei-camino' te houden.
AGENDA 14-15 januari
2-5 februari
18-19 februari 4 maart 18 maart 24-26 maart 25-26 maart 8 april 8 april mei 8-15 juli
Vessem: Pelgrims-weekend. Huize 'Kafarnaum. Contactpersoon: Broeder Fons van der Laan, Servatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem. 04979.1207. Pau: 2e Internationale colloquium over de wegen naar Santiago.Therna's: Jacobusbroederschappen in Europa en de sociale rol van de Europese culturele route. Organisatie: 42, rue des Saules, F-31000 Toulouse(tot 5 februari). Vessem: Pelgrims-weekend, zie 14 januari. Tongerlo: Voorjaarsvergadering van het Vlaams Genootschap. Amsterdam: Regio-wandeling naar het hart van Amsterdam. Abdij van Berne: weekeinde 'Levenstochtl,zie pag. 174 Lausanne: Algemene vergadering van het Zwitsers Genootschap Wandeltocht: Vlaams Genootschap Voorjaarsvergadering Nederlands Genootschap van Sint Jacob Chartres: Bijeenkomst van Jacobusbroederschappen in Europa. Wandeltocht van Valence naar Pont-St-Esprit
Kopij voor 'de Jacobsstaf' nummer 25 bij voorkeur insturen op schijf (zie colofon) voor 25 februari 1995 naar het redactie-adres: Grote Noord 3, 1621 KD HOORN
BIJ DE FOTO'S EN REPRODUCTIES
pagina 130 Pelgrims onderweg. Brevarium van de hertog van Bedford, Frans, tussen 1424 en 1435, (Parus, Bibliotheque Nationale). pagina 131 Pelgrims op de berg Sinaï bij het graf van de heilige Katharina. Miniatuur uit: Jean de Mandeville, Livre des Me~eiiies,Frans, begin 15e eeuw, (Parijs, Bibliotheque Nationale) pagina 133 Boven: Pelgrims te paard. Alfonso X, Cantiga 57, voor 1284, (El Escorial, foto: Ruud Conens) Onder: De vrouw van Bath. Geoffrey Chancer, Canterbury Tales, Engels, circa 1400-1410, (San Marino, Californie, Henry E. Hunnington Library, Ellesmere Manuscript). pagina 136 Mirakel bij de Mont Saint-Michel, Catelaans meester, 15e eeuw, (Barcelona, Museo de arte de Catalufia). Pagina 137 Pelgrimsfamilie ondeiweg, Juan de Vermaseda (?), I e helft 15e eeuw, (Burgos, Hospita1del Rey. houten deur van de kerk). Pagina 138 Pelgrims onderweg naar Santiago. Getijdenboek van Margaretha van Oriéans, Parijs, circa 1426, (Par@, Bibliotheque Nationale). Pagina 139 Boven: Pelgrims op weg naar de Mont Saint-Michel. Getijdenboek. van Pierre II, hertog van Bretagne, Parijs, 1455-1457, (Parus, Bibliotheque Natonale). Onder: De vreemdelingen herbergen, Meester van Alkmaar, begin 16e eeuw, (Amsterdam, Rijksmuseum). Pagina 140 Boven: Pelgrims bij de basilieken van Rome. Basilica Santa Croce. Hans Burgkmair, 1504, (Augsburg, Staatsgalerie). Onder: Aankomst van pelgrims te Rome. Miniatuur in een Pontificale, Utrechts atelier, circa 1450, (Utrecht, universiteitsbibliotheek). Pagina 141 Rustende Pelgrims, Lucas van Leyden, l494?-1533. Pagina 142 Pelgrims bij de heilige Adelphus. Tapijt (detail). Straatsburg, circa 1507-1510, (Neuwiller-surSaverne, kerk van St. Petrus en Paulus). Pagina 143 Pelgrims en zieken aan tafel. Wandschildering, Catelaans, circa 1350, (Lerida, Oude Kathedraal, eetzaal van de kanunniken). Pagina 145 Birgitha van Zweden schrijvend. Anoniem Duits, 15e eeuw Houtsnede. Achter haar: pelgrimsattributen: Staf, hoed en reistas. Pagina 147 Boven: Sint Jacob kroont pelgrims. Zuid-Duits, circa 1500, (München, Bayerisches Nationalmuseum). Zie ook de Jacobsstaf 22, pag 45 het Jacobusbeeld in Kalkar. Onder: De ouders van de gehangen knaap-bij de galg (detail). Nurnbergs meester, circa 15201530, (München, Bayeriches National-museum). Pagina 148 Pelgrims in een bos. Hans Burgkmair, 1508. Houtsnede, (Privé collectie).
Pagina 149 Markering volgens de Raad van Europa, (foto: Peter Jas). Pagina 150 Met alles nog schoon in de rugzak voor de Tour Saint Jacques te Parijs, (foto: Rutger Tulleken). Pagina 151 Borie bij Les Cabanes, (foto: Peter Jas). Pagina 152 Tour d' Anglais, Aubrac. Gite d' Etape. Pagina 153 Hiriburia, La croisée des chemins. Pagina 154 Wegkruis bij St. Jean Ie Vieux, (foto: Peter Jas). Pagina 155 Begraafplaats bij Martes, (foto: Peter Jas). Pagina 156 Brughoofd bij Puenta la Reina, (foto: Herman Gresnicht). Pagina 157 Schapen op de Camino, (foto: Herman Gresnicht). Pagina 158 Kerkportaal Villadangos, (foto: Offelien Wildeman). Pagina 159 Monasterio de San Millan de Suso. Pagina 160 Grenspaal, (foto: Offelien Wildeman). Pagina 161 Horreo bij Furelos, (foto: Offelien Wildeman). Pagina 162 (foto: Broeder Jan van Kempen).
ZOEKERTJES O Marieke v/d Sandt (33) zoekt reisgezelschap voor een voettocht naar Santiago in 1995. We zouden alvast kunnen 'inlopen' in Nederland, Ardennen of Eifel en de tocht naar Santiago verder voorbereiden. Reacties: Prinsestraat 29c, 2513 CA Den Haag. a 070-3621566.
O Jacques Schellens (65+) wil graag met gezelschap naar Santiago fietsen, mei-juni 1995. Terugreis per trein of fietsbus. Berg en Dalseweg 177, 6522 BJ Nijmegen. a 080-606477. O Ingrid Beuger en Arnoud Alderlieste willen in vijf weken vanuit Nederland naar Santiago fietsen (laatste week april+ mei 1995). Wie wil ons vergezellen? a 070-3912804. O ZK Toos van Poppel (73) zoekt mensen die net als zij een reis langs de Camino willen maken, per auto of busje, om 'de plaatsen' van de pelgrims te bezoeken. Voorjaar 1995. Reigerborch 6, 5247 TE Rosmalen. n 04 192-18528.
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB Indien onbestelbaar: Jachtlaan 259f, 7312 GP Apeldoorn