Voorbeeldles ‘Maak een machine’
groep
6
Basisgegevens Auteur deel A en C
Tersite Ayele
Auteur deel B
Remmert Velthuis
Instrument
Gitaar
Titel les ‘Moet Je Doen’
Maak een machine
Map
6
Lesnummer
3
Taakverdeling rondom de lesmethode ‘Moet Je Doen, muziek’ Lesonderdeel
Activiteit
Uit te voeren door groepsleerkracht
Inleiding
Luister naar de machine
x
Kern
Een machine met eigen geluiden
x
Een machine van instrumenten
x
Hoe klinkt de machine?
x
Afsluiting
Presenteren
x
Verdieping
Muziek van de mensmachine
x
Voorbeeldles ‘Maak een machine’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 3
Uit te voeren door vakleerkracht
x x
A
Muzikale activiteit n.a.v. de inhoud van de les
Titel lesactiviteit: Morsecodes maken en ontcijferen 1. Leg uit wat morsecodes zijn, met welke machine ze gemaakt worden en waarvoor ze werden gebruikt. 2. Deel het blad met de codes uit. Laat leerlingen hun instrument pakken en een willekeurige toon uitkiezen. 3. De docent doet een code voor, te beginnen met de makkelijkste: één korte of één lange toon. De klas doet het na. Daarna de wat moeilijkere letters. Gitaristen moeten het verschil tussen lang en kort misschien zoeken in het al dan niet dempen van de snaar. 4. De docent zet vijf namen van leerlingen op het bord en speelt ze in morsecodes. De leerlingen raden welke naam er wordt gespeeld. 5. Zet tot slot vijf muziekinstrumenten op het bord. Leerlingen kiezen om de beurt een instrument om in morsecode te spelen, de rest van de leerlingen raden welke wordt gespeeld. Wie de meeste raadt heeft gewonnen. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Klankduur, articulatie
Vorm
n.v.t.
Betekenis
n.v.t.
Notenschrift
n.v.t.
Samenspel
n.v.t.
Productie
n.v.t.
Voorbeeldles ‘Maak een machine’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 3
B
Instrument specifieke activiteit
Titel lesactiviteit: Mechanische machine
Instrument: Gitaar
1. Brainstorm met de kinderen over mechanische machinegeluiden die je met de gitaar zou kunnen maken. Begin met de ideeën van de kinderen en geef indien nodig suggesties. (kloppen, raspen, dempaanslag, tikken, hele hoge toon, etc.). 2. Maak groepjes van drie of vier leerlingen. Elk groepje maakt een eigen machine, met de gevonden geluiden. Elke leerling kiest een geluid, en een ritme. De geluiden moeten een voor een inzetten tot de machine compleet is. 3. Voor de machine gelden de volgende aandachtspunten a. Streef naar een regelmatig ritme. b. Zorg dat alle onderdelen te horen zijn in het samenspel. c. Probeer de machine aan en uit te zetten. d. Spreek een begin en een eind af. e. Maak verschil tussen hard en zacht. 4. De kinderen presenteren hun machines aan elkaar, en aan de andere instrumentengroepen van de klas!
In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Tempo, articulatie en toonvorming
Vorm
n.v.t.
Betekenis
n.v.t.
Notenschrift
n.v.t.
Techniek instrument
Spelen G, A en B
Samenspel
n.v.t.
Productie
Stoomtrein op geluidsfragment
C
Coöperatieve werkvorm
Titel lesactiviteit: Muziekmachine
Groepsvorm: Viertallen
Benodigdheden: instrument Opdracht voor de kinderen: 1. Laat elk groepje een machine bedenken die je kunt verklanken. Iedere leerling is een onderdeel van de machine met een eigen klank. Hoe start en stopt de machine? 2. Zorg voor een puls. 3. De groepjes laten het geluid van hun machine horen.
Voorbeeldles ‘Maak een machine’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 3
Voorbeeldles ‘Lucky Luke’
groep
6
Basisgegevens Auteur deel A en C
Meesters in Muziek
Auteur deel B
Remmert Velthuis
Instrument
Gitaar
Titel les ‘Moet Je Doen’
Lucky Luke
Map
6
Lesnummer
5
Taakverdeling rondom de lesmethode ‘Moet Je Doen, muziek’ Lesonderdeel Inleiding Kern
Activiteit
Uit te voeren door groepsleerkracht
Hoorspel
x
Toon overnemen
x
Aanleren lied
x
Uit te voeren door vakleerkracht
De schatkaart
x
Afsluiting
Presenteren
x
Verdieping
Linedance
Voorbeeldles ‘Lucky Luke’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 5
x
A
Muzikale activiteit n.a.v. de inhoud van de les
Titel lesactiviteit: Morsecodes maken en ontcijferen
1. Klap het ritme A een keer voor. De leerlingen herhalen. 2. Herhaal dit, maar nu met tongklakken. 3. Klap het ritme B een keer voor. De leerlingen herhalen. 4. Speel het ritme als een doorgeefspel; de leerlingen geven het ritme (in de maat) aan elkaar door. 5. Zing het lied een keer met de leerlingen. Vraag welke tekst uit het lied op ritme B past (dit kunnen meerdere teksten zijn). 6. De helft van de leerlingen spelen het A-gedeelte van het lied (tongklakken of met behulp van het instrument), de anderen het B-gedeelte (klappen of met behulp van het instrument). Zing of speel zelf het A-gedeelte van het lied hier doorheen. 7. Noteer het ritme op het bord. Bespreek het motief achtste–punt–zestiende in relatie met de kwart. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Ritme (achtste – punt – zestiende)
Vorm
n.v.t.
Betekenis
n.v.t.
Notenschrift
Kwart, achtstepunt, zestiende
Samenspel
Ritmebegeleiding bij puls (op de kwart)
Productie
n.v.t.
Voorbeeldles ‘Lucky Luke’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 5
B
Instrument specifieke activiteit
Titel lesactiviteit: Liedbegeleiding met D, G en A
Instrument: Gitaar
Voor deze activiteit wordt het lied twee tonen lager getransponeerd (dus in D – zie bijlage). 1. Verdeel de kinderen in drie groepen. Deel een kopie van het lied uit. 2. Geef elke groep een akkoord (D, G en A). Leer de akkoorden aan die ze nog niet kennen. 3. Verken met de kinderen het lied (deel A): wanneer moet je jouw akkoord spelen? 4. Zing zelf het lied (incl. deel B). De kinderen spelen de begeleiding. a. Eerst alleen met een slag op het akkoordsymbool. b. Daarna met een slag op elke tel. 5. Als er tijd over is, herhaal dit dan met deel B. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Akkoorden D, G en A
Vorm
n.v.t.
Betekenis
n.v.t.
Notenschrift
n.v.t.
Techniek instrument
Vingerplaatsing
Samenspel
Begeleiding bij lied
Productie
n.v.t.
C
Coöperatieve werkvorm
Titel lesactiviteit: Schatkaart
Groepsvorm: Twee groepen
Benodigdheden: schatkaart (kopieerblad 7, map MJD) Opdracht voor de kinderen: Hier zie je de schatkaart uit het hoorspel. 1. Hoe moet je de kaart lezen? Waar moet je overal langs? 2. Stel je voor dat de kaart eigenlijk een muziekstuk is. Hoe zouden de tekeningen kunnen klinken? 3. Welke geluiden kun je ook op je instrument nabootsen? 4. Voer de schatkaart uit als een muziekstuk. Imiteer zoveel mogelijk geluiden op je instrument, maar je mag ook andere instrumenten of je stem gebruiken.
Voorbeeldles ‘Lucky Luke’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 5
Bijlage Werkblad bij onderdeel B: Bladmuziek ‘Heel alleen’ Tekst en muziek: Luuk van der Vecht
Voorbeeldles ‘Lucky Luke’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 5
Voorbeeldles ‘Te laat’
groep
6
Basisgegevens Auteur deel A en C
Geraldine Ligtermoet
Auteur deel B
Remmert Velthuis
Instrument
Gitaar
Titel les ‘Moet Je Doen’
Te laat
Map
6
Lesnummer
6
Taakverdeling rondom de lesmethode ‘Moet Je Doen, muziek’ Lesonderdeel
Activiteit
Uit te voeren door groepsleerkracht
Inleiding
Gesprek
x
Kern
Aanleren lied
x
Luisteren
x
Ontwerpen en spelen
x
Maak je eigen rap
x
Afsluiting
Presentatie
x
Verdieping
Een begeleiding
Voorbeeldles ‘Te laat’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 6
Uit te voeren door vakleerkracht
x
A
Muzikale activiteit n.a.v. de inhoud van de les
Titel lesactiviteit: Smoezenritme 1. Laat de leerlingen een aantal smoezen bedanken. Bijvoorbeeld om je kamer niet op te hoeven ruimen, niet naar de tandarts te hoeven, enz. 2. Kort de smoezen in tot zo klein mogelijk stukjes, bijvoorbeeld: ‘fietssleutel kwijt’, ‘stoplicht stond op rood’, ‘mobieltje leeg’. 3. De leerlingen schrijven elke smoes op een apart vel papier en hangen dit op in het lokaal. De docent speelt op een ritme-instrument één van de smoezen, de leerlingen rennen naar de juiste smoes, of als het speellokaal niet beschikbaar is, houden de leerlingen een kaartje omhoog met A, B, C, enz. 4. Uitbreiding: zet de smoezen om in notenwaarden en hang dit bij de smoezenteksten. Oefen de ritmes met de klas. 5. Haal tot slot de woorden weg en speel het spel met uitsluitend de noten. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Ritme, notenwaarde
Vorm
n.v.t.
Betekenis
n.v.t.
Notenschrift
n.v.t.
Samenspel
n.v.t.
Productie
n.v.t.
Voorbeeldles ‘Te laat’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 6
B
Instrument specifieke activiteit
Titel lesactiviteit: Herken de noten
Instrument: Gitaar
1. Luisteren en kijken a. Deel de werkbladen uit (zie bijlage: werkblad MJD FL gitaarles ‘Te laat’) b. Bespreek klassikaal de plaatjes. Wat zie je? Hoe zie je verschil tussen hoge en lage noten? Hoe zouden de plaatjes klinken? Zingen of klappen is bij de laatste vraag aanbevolen. c. Speel een plaatje uit het eerste groepje van vier. Gebruik de kwart: B(laag)-E(hoog). Laat de kinderen raden welke je gespeeld hebt. d. Draai het om: een leerling speelt één van de plaatjes en de rest raadt. e. Doe hetzelfde met de tweede groep van vier plaatjes. Gebruik hierbij de noten C-D-E. 2. Spelen a. Studeer kaart 1 in van de B-E figuur. Laat de leerlingen de juiste notennamen schrijven bij de eerste twee noten. b. Studeer kaart 2 in van het C-D-E loopje. Laat de leerlingen de juiste notennamen schrijven bij de noten van het loopje. c. Verdeel de leerlingen in twee groepen. De ene groep speelt het kwartfiguur, de andere het loopje. Maak door te dirigeren een mooi muziekstuk samen. d. Uitbreiding: daag een leerling uit om voor dirigent te spelen. 3. Spelen en zingen a. Oefen de uiteindelijke liedbegeleiding (bestudeer hiervoor het partituur uit de methode, in de aangepaste partituur in de bijlage). Behoud de indeling van de twee groepen. Let op: wel af en toe wisselen. b. Laat de leerlingen de liedbegeleiding spelen, zing zelf het lied eroverheen. c. Deel de groep in drieën. Groep 1 zingt mee, groep 2 speelt de kwartfiguur en groep 3 speelt het loopje. Rouleer dit. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Ritme (kwartnoten, halve noten), toonhoogteverschillen en melodieën (hoog, laag, trappetjes op en neer)
Vorm
Het werken met ‘bouwstenen’ van muziek, Herhaling, contrast tussen de verschillende ostinaten
Betekenis
Liedbegeleiding
Notenschrift
Grafische notatie: toonhoogte en toonduur
Techniek instrument
De kwartsprong tussen losse snaren B en E, het spelen van C-D-E
Samenspel
Elkaar melodisch afwisselen
Productie
Het lied ‘Te laat’ wordt instrumentaal begeleid en uitgevoerd
Voorbeeldles ‘Te laat’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 6
C
Coöperatieve werkvorm
Titel lesactiviteit: Woordritme ‘rap’
Groepsvorm: Twee- en viertallen
Benodigdheden: per tweetal de vier woordritmekaarten (zie bijlage) Opdracht voor de kinderen: 1. De leerlingen krijgen per tweetal de vier woordritmekaarten en lezen die voor op een afgesproken manier. De kaarten mogen meerdere keren gebruikt worden. De klemtonen kunnen steeds anders gelegd worden. Er kunnen twee kaarten tegelijk worden voorgelezen, enz. Er ontstaat een soort korte rap die een duidelijk begin en eind moet krijgen. 2. Tweetallen worden samengevoegd tot viertallen. 3. Eerst laten de tweetallen aan elkaar horen wat ze gemaakt hebben. Dan proberen ze de twee vondsten samen te voegen. 4. Aan het eind laten de viertallen horen wat het resultaat is geworden.
Voorbeeldles ‘Te laat’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 6
Bijlage Werkblad liedbegeleiding ‘Te laat’
Voorbeeldles ‘Te laat’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 6
Voorbeeldles ‘A ram sam sam’
groep
6
Basisgegevens Auteur deel A en C
Ellen Zijm
Auteur deel B
Remmert Velthuis
Instrument
Gitaar
Titel les ‘Moet Je Doen’
A ram sam sam
Map
6
Lesnummer
11
Taakverdeling rondom de lesmethode ‘Moet Je Doen, muziek’ Lesonderdeel Inleiding
Activiteit
Uit te voeren door groepsleerkracht
Vertellen
x
Gesprek
x
Aanleren lied
x
Liedbegeleiding
x
Sesam open u
x
Luisteren
x
Afsluiting
Bewegen
x
Verdieping
Canon
x
Steeds sneller
x
Kern
Voorbeeldles ‘A ram sam sam’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 11
Uit te voeren door vakleerkracht
A
Muzikale activiteit n.a.v. de inhoud van de les
Titel lesactiviteit: Sneller en sneller 1. Vraag de leerlingen hoe ze de ritmes uit de les (onderdeel ‘Liedbegeleiding’) op de muziekinstrumenten zouden kunnen spelen. Elk ritme wordt op een andere manier gespeeld. 2. Wijs één leider aan in de groep. Laat de leerlingen in een kring zitten en één van de ritmes gezamenlijk spelen, waarbij de leider het tempo aangeeft. Wanneer de groep samen is versnelt de leider en moet de rest volgen. Wanneer de leider hoort dat het in de groep ongelijk wordt, geeft hij/zij een van tevoren afgesproken ‘stopteken’ aan de groep en moet iedereen stoppen. 3. Herhaal dit met de andere twee ritmes en verschillende groepsleiders. 4. Speel nu het hele lied met de groep en neem zelf de leiding over de versnelling. Voor snellere groepen: Laat de leider ook variatie aanbrengen in het sterk of zacht spelen, waarbij de groep moet volgen. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
n.v.t.
Vorm
n.v.t.
Betekenis
Accelerando, vorm
Notenschrift
n.v.t.
Samenspel
Reageren op elkaar, tempo gezamenlijk opvoeren
Productie
n.v.t.
Voorbeeldles ‘A ram sam sam’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 11
B
Instrument specifieke activiteit
Titel lesactiviteit: Ritme en melodie
Instrument: Gitaar
1. Ritme: a. In de les hebben de leerlingen een ritme gemaakt van een achtste noot en drie kwarten, speel dit ritme op één toon op de gitaar. Dit is dus ‘kort lang lang lang’. b. Speel dit ook op een andere toon, of waar mogelijk met een akkoord. c. Maak met de leerlingen andere combinaties van één korte en drie lange tonen. Noteer de combinaties eventueel op het bord. 2. Melodie: a. De melodie van de gedeeltes ‘A ram sam sam’ en ‘aravi’ kunnen de leerlingen op de gitaar leren spelen. De beide tweede zinnen alleen de open D- en G-snaar; bij ‘guli, guli, guli, guli’ éénmaal de D en bij het daarop volgende ‘ram sam sam’ éénmaal de G. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Ritme (kwartnoten, halve noten), toonhoogteverschillen en melodieën (hoog, laag, trappetjes op en neer)
Vorm
Het werken met ‘bouwstenen’ van muziek, Herhaling, contrast tussen de verschillende ostinaten
Betekenis
Liedbegeleiding
Notenschrift
Grafische notatie: toonhoogte en toonduur
Techniek instrument
De kwartsprong tussen losse snaren B en E, het spelen van C-D-E
Samenspel
Elkaar melodisch afwisselen
Productie
Het lied ‘Te laat’ wordt instrumentaal begeleid en uitgevoerd
C
Coöperatieve werkvorm
Titel lesactiviteit: Toverspreuken
Groepsvorm: Tweetallen
Benodigdheden: potlood en papier Opdracht voor de kinderen: 1. Kies vier van de volgende muzikale parameters: a. hoog b. laag c. kort d. lang e. snel f. langzaam g. sterk h. zacht 2. Bedenk een muzikale spreuk op je instrument die voldoet aan de parameters die jullie hebben gekozen. Teken de spreuk op papier. 3. Wissel je papier met een ander duo. Ontcijfer en oefenen de nieuwe spreuk op je instrument. 4. Presenteer aan de rest van de groep.
Voorbeeldles ‘A ram sam sam’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 11
Voorbeeldles ‘I’m a Ford’
groep
6
Basisgegevens Auteur deel A en C
Meesters in Muziek
Auteur deel B
Remmert Velthuis
Instrument
Gitaar
Titel les ‘Moet Je Doen’
I’m a Ford
Map
6
Lesnummer
14
Taakverdeling rondom de lesmethode ‘Moet Je Doen, muziek’ Lesonderdeel
Activiteit
Uit te voeren door groepsleerkracht
Inleiding
Luisteren
x
Kern
Zingen
x
Spelen
x
Notatie met automerken
x
Afsluiting
Bewegen op het lied
x
Verdieping
Autogeluiden (alleen de clip)
x
Autogeluiden (alleen groepswerk) Zingen met meezing-cd
Voorbeeldles ‘I’m a Ford’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 14
Uit te voeren door vakleerkracht
x x
A
Muzikale activiteit n.a.v. de inhoud van de les
Titel lesactiviteit: Sneller en sneller
1. Noteer bovenstaande ritmebouwstenen met tekst op het bord. a. Klap de ritmebouwstenen één voor één voor en laat de kinderen deze herhalen. b. Overleg met de kinderen welk automerk bij het derde en vierde ritme hoort (bijvoorbeeld Volkswagen, Saab). Noteer dit onder het ritme. c. Klap daarna twee ritmes voor (combinatie van twee te kiezen bouwstenen) en laat de kinderen weer herhalen. Vervolgens drie bouwstenen, etc. 2. Maak tweetallen en geef elk tweetal een A4-tje. Vouw deze in vieren en knip het door tot vier losse kaartjes. De kinderen noteren hierop de ritmes (zonder tekst). Ze leggen de kaartjes voor elkaar in een volgorde en spelen het ritme op hun instrument. 3. Variatie: maak een lange autoroute van kaartjes op de grond door het lokaal. De kinderen spelen het ritme op hun instrument en lopen er (al spelend) met hun instrument langs. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Notenwaarde
Vorm
n.v.t.
Betekenis
n.v.t.
Notenschrift
Halve, kwart en twee achtsten
Samenspel
Unisono ritme uitvoeren in de maat
Productie
n.v.t.
Voorbeeldles ‘I’m a Ford’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 14
B
Instrument specifieke activiteit
Titel lesactiviteit: Akkoordbegeleiding ‘I’m a Ford’
Instrument: Gitaar
1. C-akkoord aanleren a. De leerlingen zetten hun wijsvinger op het eerste vakje van de B-snaar en slaan de drie hoge snaren aan. b. De leerlingen zingen het eerste gedeelte van het lied terwijl het C-akkoord op elke tel gespeeld wordt. 2. G7 akkoord aanleren a. De leerlingen zetten hun wijsvinger op het eerste vakje van de hoge E-snaar en slaan de drie hoge snaren aan. b. De leerlingen zingen het tweede gedeelte van het lied ‘hunk-hunk… beep-beep’ (vier keer). c. Bij de eerste en de derde keer spelen de leerlingen het G7-akkoord. 3. Duet a. De groep wordt in tweeën verdeeld. De helft speelt het C-akkoord en de andere helft het G-akkoord. b. De leerlingen zingen het lied. De docent wijst de leerlingen aan die hun akkoord mogen meespelen. 4. Akkoorden wisselen a. De leerlingen die snel genoeg kunnen wisselen mogen beide grepen pakken. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Harmonie
Vorm
n.v.t.
Betekenis
n.v.t.
Notenschrift
n.v.t.
Techniek instrument
Akkoorden
Samenspel
Duet
Productie
n.v.t.
C
Coöperatieve werkvorm
Titel lesactiviteit: Autogeluiden
Groepsvorm: Viertallen
Benodigdheden: eigen instrument, pen en papier Opdracht voor de kinderen: In de muziekles in de klas hebben jullie geluisterd naar een koor dat autogeluiden imiteerde. Nu maken jullie zelf zo’n autoritje, maar je maakt de geluiden met je instrument. 1. Verzin eerst een kort verhaaltje... Wat doet jullie auto? 2. Noteer de geluiden van jullie auto. 3. Bedenk hoe je dat geluid op je instrument gaat maken. Het hoeven geen echte tonen te zijn. Je mag alles gebruiken van je instrument. 4. Laat de autoritjes aan elkaar horen.
Voorbeeldles ‘I’m a Ford’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 14
Voorbeeldles ‘Kippenhok’
groep
6
Basisgegevens Auteur deel A en C
Remmert Velthuis
Auteur deel B
Remmert Velthuis
Instrument
Gitaar
Titel les ‘Moet Je Doen’
Kippenhok
Map
6
Lesnummer
20
Taakverdeling rondom de lesmethode ‘Moet Je Doen, muziek’ Lesonderdeel Inleiding
Activiteit
Uit te voeren door groepsleerkracht
Luisteren
x
Klankspel
x
Aanleren lied
x
Spelen
x
Noteren en spelen
x
Afsluiting
Luisteren
x
Verdieping
Notatie
x
Zingen
x
Kern
Voorbeeldles ‘Kippenhok’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 20
Uit te voeren door vakleerkracht
A
Muzikale activiteit n.a.v. de inhoud van de les
Titel lesactiviteit: De dirigent in een kippenhok In de ‘Moet je Doen’-les hebben de leerlingen kennisgemaakt met: hoge/lage tonen, korte/lange tonen en hard/zacht. 1. Dit kunnen we ook vertalen naar je instrument waarbij we de klanken na gaan bootsen van een kip, een haan en een kuikentje. Hoge tonen produceren het geluid van een kuikentje, lagere tonen van een kip en een lange toon staat voor een kraaiende haan. Ga maar eens een dier uitproberen. Waar let je op? 2. Hoog/laag door dirigent: Op aangeven van de docent spelen de leerlingen het geluid van een kuiken (hoog en staccato) en die van een kip (midden / laag en staccato) op toon op hun instrument. Zorg voor duidelijke dirigeergebaren. Bijvoorbeeld een vuist voor de kip en wijsvinger voor het kuiken. Zorg ook voor een stopgebaar, zodat je het muzikaal kunt laten stoppen zonder woorden te gebruiken. Een leerling neemt de rol van dirigent over en geeft aan of hoog of laag gespeeld moet worden, oftewel de kippen of de kuikens. 3. Kort en lang: De docent voegt kort/lang toe en introduceert daarvoor een nieuw duidelijk gebaar (bijvoorbeeld een langzame handzwaai van links naar rechts). Je kunt ook proberen het ritmische motief van een haan erbij integreren die ku ke le ku kakelt:
1 ne 2 je 3 je 4 Ku Ke Le Ku
Spreek hier ook een duidelijk gebaar voor af (bijvoorbeeld de letter C maken met je hand die de ritmische accenten aangeeft). Als het goed gaat, mag een leerling nu ook proberen combinaties van hoog/laag en lang/ kort aan te geven. 4. Hard en zacht: De docent voegt nu hard/zacht toe en introduceert daarvoor een nieuw duidelijk gebaar. Een leerling mag nu ook proberen combinaties van hoog/laag, lang/kort en hard/zacht aan te geven. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Klankeigenschappen, dynamiek
Vorm
n.v.t.
Betekenis
n.v.t.
Notenschrift
n.v.t.
Samenspel
Reageren op muzikale aanwijzingen van docent/medeleerling
Productie
n.v.t.
Voorbeeldles ‘Kippenhok’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 20
B
Instrument specifieke activiteit
Titel lesactiviteit: Akkoordbegeleiding
Instrument: Gitaar
1. Leer de leerlingen het Em-akkoord en het D-akkoord. 2. Verdeel de groep in tweeën. Beide groepen spelen een akkoord, dus Em of D. Als er leerlingen zijn die beide akkoorden op tijd kunnen wisselen, mogen deze tussen de twee groepen in zitten. Het gaat er om dat de leerlingen goed samenwerken om de liedbegeleiding te leren spelen van ‘Kakelcanon’. 3. De leerlingen zingen en spelen samen het lied ‘Kakelcanon’ met de volgende akkoordbegeleiding: EmEm-D-Em. In deze lesactiviteit wordt gewerkt aan: Klank
Akkoorden
Vorm
Begeleiding
Betekenis
n.v.t.
Notenschrift
n.v.t.
Techniek instrument
Het pakken en wisselen van akkoordgrepen
Samenspel
Elkaar afwisselen met de akkoorden, combinatie zingen en spelen
Productie
n.v.t.
C
Coöperatieve werkvorm
Titel lesactiviteit: Kakelcompositie
Groepsvorm: Tweetallen
Benodigdheden: instrumenten, briefjes Opdracht voor de kinderen: 1. De leerlingen krijgen 12 briefjes, waar alle parameterbegrippen ieder twee keer op geschreven worden. 2. De leerlingen leggen de briefjes in een rij achter elkaar; steeds in twee- of drietallen. Elk twee- of drietal kaartjes is een muzikale gebeurtenis in de compositie. Bijvoorbeeld een korte harde toon, dan een lage, lange zachte toon, etc. De compositie wordt ingestudeerd en voorgespeeld.
Voorbeeldles ‘Kippenhok’ voor Gitaar - groep 6 / map 6 / lesnummer 20