ALGEMENE OPMERKINGEN Lees aandachtig de aanwijzingen in dit handboek. Vooraleer het toestel in gebruik te nemen moet men controleren of hij correct functioneert. Het toestel niet gebruiken wanneer het beschadigd is De ouders, of andere personen die voor kinderen verantwoordelijk zijn moeten met de natuurlijke nieuwsgierigheid van de kinderen rekening houden en ervan bewust zijn dat deze tot gevaarlijke situaties en handelingen kan leiden. Daarom moeten ze steeds in het oog gehouden worden. Dit toestel mag in geen enkel geval als speelgoed gebruikt worden Het toestel mag slechts door 1 persoon tegelijkertijd gebruikt worden.
Draai het stuur niet rond, hierdoor beschadigen de kabels in het karkas van het stuur welke verbonden zijn met de hartslag sensoren!!!!! MONTAGE INSTRUCTIES
1 Haal het toestel uit de doos en controleer of alle onderdelen aanwezig zijn: (A) Centraal lichaam, (B) Handvat en buis voor het handvat, (C) Zadelpen; (H) zadel met horizontale buis en stelknop. Zakje met 3 bouten, ringen en 1 BH sleutel.
2 De stang van het handvat (B) aan het centrale lichaam (A) op de volgende manier: -Schuif de stang van het handvat (B) over het uitstekende deel van het centrale lichaam (A), er zorg voor dragend de kabels (F) niet te klemmen. - Breng de bouten (J) en moeren terug aan. Span het geheel goed aan. Bevestig de afdekdoppen. 3 Met de controleknop (N) wordt de pedaalspanning geregeld volgens een schaal van 1 tot 14 ('1' is de minimale weerstand, '14' de maximale weerstand). Controleer, eenmaal het toestel gemonteerd, of de spanningsregelaar (J) correct functioneert. Indien U problemen ondervindt, zijn deze te wijten aan het feit dat gedurende de montage een lus in de kabel van de spanningsregelaar ontstaan is. In dit geval moet U als volgt te werk gaan : Verwijder de electronische eenheid (H) zoals aangegeven in de figuur. Trek aan de kabel (K) (de dikste kabel) en breng hem in de richting van de pijl aan in de binnenkant van de monitor totdat hij niet meer verder wil. Controleer of het apparaat goed werkt en breng daarna de electronische eenheid terug op zijn plaats aan. 4 De controleknop (N) regelt de pedaalspanning zoals beschreven in punt 3 Elektronische Monitor (P). Zie gebruiksaanwijzing van het elektronische beeldscherm.
5 NIVELLERING. Eenmaal het apparaat geïnstalleerd is moet men controleren of het wel waterpas staat. Dit kan geregeld worden door het meer of minder uitschroeven van de regelbare voet (E)
6 INSTELLEN VAN HET HANDVAT. Bevestig het handvat (S) zodanig dat u op een comfortabele manier kunt trappen, en span de handgreep (T) goed aan zonder het handvat van positie te veranderen.
7 VERPLAATSEN EN OPBERGEN. Het toestel is voorzien van wieltjes (W) waardoor men het gemakkelijk kan bewegen. De twee wieltjes bevinden zich vooraan uw toestel, en maken het manoeuvreren mogelijk zodat men het toestel op de gewenste plaats kan zetten door het achteraan lichtjes op te heffen en het op de gewenste plaats te duwen zoals aangetoond in figuur. Bewaar het toestel op een koele plaats waar zo weinig mogelijk temperatuurschommelingen optreden.
Voorkom dat er direct zonlicht op de monitor valt, omdat dit het vloeibare beeldscherm kan beschadigen. Stel het ook niet bloot aan water of stoten MONTAGEINSTRUCTIES VOOR HET ZADEL Controleer of u alle onderdelen bezit voor de montage van de zadelpen en het zadel: (C) Zadelpen; (H) zadel met horizontale buis en stelknop. A. - Om de zadelpen hoger te stellen, draait u de stelknop eerst een beetje los - tegen de wijzers van de klok in - , trekt u aan de stelknop en zonder deze los te laten, verstelt u de zadelpen. B. - Verwijder de stelknop (I) van het zadel en horizontale buis (H). C. - Plaats onderdeel (M) in het centrum van de opening van de horizontale buis en zorg er daarbij voor dat de opening van onderdeel (M) samenvalt met de opening in de zadelpen. Vervolgens plaatst u de knop (1) en draait deze stevig vast. VERTICALE INSTELLING. Om de zadelpen hoger of lager te stellen, draait u de stelknop eerst een beetje los - tegen de wijzers van de klok in - , trekt u aan de stelknop en zonder deze los te laten, verstelt u de zadelpen. Wanneer deze op de gewenste hoogte staat, laat u de knop los en de zadelpen blokkeert op deze stand. Daarna draait u de knop kloksgewijs vast. HORIZONTALE INSTELLING. Om het zadel horizontaal te stellen, draait u de stelknop aan de horizontale buis los, plaats het zadel met de buis in de gewenste stand en draait de stelknop stevig aan. HELLINGSHOEK VAN HET ZADEL. Het zadel kunt u naar voren of naar achteren laten hellen. Draai de schroef (Q) onder het zadel los en plaats het zadel in de gewenste stand. Vervolgens draait u de schroef stevig vast. Stel de hellingshoek niet in, wanneer u op het zadel zit.
ELEKTRONISCHE MONITOR PLAATSING VAN DE BATTERIJEN. Deze monitor gebruikt 1,5 Volt alkaline~batterijen. Voor het plaatsen van de batterijen plaatst voorzichtig de alkaline-batterijen van het type "A4' op de daarvoor bestemde plaats, waarbij u zorgt dat beide polen correct geplaatst worden (laat de "+" pool van de batterijen samenvallen met het '+' teken in het batterijencompartiment en de '-' pool met het '-' teken). Wanneer er, na het aansluiten van de monitor, foute gegevens worden weergegeven of alleen gedeeltelijk, neemt u de batterijen weer uit en wacht 15 seconden voordat u ze er weer in doet. Zwakke batterijen (niet geladen) zorgen ervoor dat de cijfers zwak (zonder contrast) of foute gegevens worden weergegeven. Vervang de batterijen onmiddellijk. Belangrijk. Deponeer gebruikte batterijen in de daarvoor bestemde afvalbakken
PLAATSING VAN DE ELEKTRONISCHE MONITOR BEVESTIGING CONNECTOR MET 2 UITGANGEN. Neem de kabel (K) die aan de bovenkant uit het karkas steekt en bevestig deze aan de achterkant van de elektronische connector, zoals wordt getoond in figuur no. 13. PLAATSING VAN DE KABEL HAND-GRIP. Voordat u de elektronische eenheid (P) aanbrengt op het karkas (G), neemt u de rechter aansluiting (U) van de HandGrip die aan de bovenkant van het karkas uitsteekt en steekt deze in de aansluiting (O) aan de rechterachterkant van het elektronische gedeelte, zoals wordt getoond in de figuur 14. Herhaal deze handeling voor de aansluiting (Y) aan de linkerkant van de HandGrip en steek deze in de linkeraansluiting (X) van het elektronische gedeelte , zoals wordt getoond in de figuur 14. Plaats het elektronisch gedeelte (P) in de opening aan de bovenkant van het karkas (G), zoals wordt getoond in figuur no. 15. Vervolgens drukt u op de twee klipjes (W), zoals wordt getoond in figuur 16 en brengt deze in het karkas (G), totdat ze in de openingen (11) vallen van het karkas, zoals wordt getoond in figuur 17. ELEKTRONISCHE MONITOR. Om de controle van uw oefeningen eenvoudiger en aangenamer te maken, toont de elektronische monitor tegelijkertijd de snelheid, de afstand, de tijdsduur van de oefening, de verbruikte calorieën en de hartslag.
Het scherm schakelt automatisch aan bij het begin van de oefening. Indien gedurende de oefening de toets START/STOP ingedrukt wordt, stoppen alle elektronische functies. Indien daarna nogmaals op START/STOP gedrukt wordt worden alle getallen op nul gezet en begint een nieuwe controle van de oefening. Wanner het woord "BATT-LOW" aan de onderkant van het scherm moeten de batterijen vervangen worden. De monitor schakelt automatisch uit wanneer het apparaat 4 minuten niet gebruikt wordt. METING VAN DE TEST: FYSIEKE CONDITIE. Dit elektronisch apparaat is uitgerust met een functie om het herstel van de hartslag te meten. Dit heeft het voordeel dat u het herstel van uw hartslag na het beëindigen van de oefening kunt meten. Nadat u de oefening beëindigd heeft drukt u, zonder de hartslagmeter af te doen, op de knop 'Test: Estado en Forma' en wordt er gedurende een minuut teruggeteld. Alleen de functies Tijd en Hartslag zijn verlicht. Het elektronisch apparaat meet uw hartslag gedurende deze minuut. Het herstel van de hartslag wordt weergegeven op de hartslaglijn. Wanneer u tijdens deze minuut de test wilt afbreken, drukt u op de knop 'Test' en verschijnt het normale beeldscherm. Na deze minuut wordt uw fysieke conditie berekend en geëvalueerd en er verschijnt een conditiewaarde op het scherm: Fl, F2, ... F6; waarbij Fl de beste conditie ('Excellent') en F8 de slechtste conditie (Zeer slecht') weergeeft. Wanneer u op een van de twee knoppen drukt, verschijnt weer het hoofdscherm, waarbij alle functies in de stopstand staan. De vergelijking tussen uw hartslag tijdens inspanning en het herstel van uw hartslag is een eenvoudige en snelle manier om uw fysieke conditie te bepalen. De aan uw fysieke conditie toegekende waarde is een oriënterende waarde die uw vermogen weergeeft om uw hartslag, na een fysieke inspanning, te herstellen. Wanneer u regelmatig traint zult u merken dat uw cijfer verbetert. De test functioneert niet wanneer de sensor niet correct geplaatst is of wanneer in het scherm de letter 'P' verschijnt. INSTRUCTIES -GEBRUIK VAN DE HAND-GRIP. De hartslag in dit model wordt gemeten door beide handen over de sensoren (R) te plaatsen, die zich in het stuur bevinden zoals wordt getoond in figuur no. 8 Nadat beide handen op de sensoren geplaatst zijn, begint het hart in het scherm van de monitor te knipperen en na enkele seconden verschijnt de waarde van uw hartslagitme. Wanneer u beide handen niet juist heeft geplaatst (figuur no. 9), werkt de hartslagmeter niet. Wanneer in het scherm een 'P' verschijnt, of wanneer het hart niet knippert, verzeker u er dan van dat u beide handen correct geplaatst heeft en controleer of de verbinding ( W ) en (Y) correct bevestigd is aan de achterkant van het elektronisch gedeelte.
PROBLEEMGIDS
Probleem: Oplossing:
U schakelt de display in en uitsluitend de tijdsfunctie wordt weergegeven. a. Controleer of het aansluitingskabeltje is aangesloten (Fig. 2) b. Door het ronddraaien van het stuur is de bekabeling gebroken.
Probleem:
De display schakelt niet aan of De verschillende segmenten op de display worden zwak weergegeven Oplossing: a. Controleer of de batterijen correct geplaatst zijn b. Controleer de lading van de batterijen c. Wanneer ze zwak geladen zijn, vervang ze dan meteen Probleem: Oplossing:
Wanneer een segment van een functie niet weergegeven wordt of er worden verkeerde gegevens weergegeven bij een bepaalde functie. a. Haal de batterijen uit, wacht 15 seconden en plaats de batterijen opnieuw b. Controleer de lading van de batterijen. Wanneer ze zwak geladen zijn, vervang ze dan meteen c. Wanneer de voorgaande stappen het probleem niet oplossen, dient u de elektronische monitor te vervangen.
Voorkom dat er direct zonlicht op de monitor valt, omdat dit het vloeibare beeldscherm kan beschadigen. Stel het ook niet bloot aan water of stoten. DOOR KONSTANTE PRODUCTVERNIEUWING ENVERBETERING HOUDEN WIJ ONS HET RECHT VAN WIJZIGING VOOR ZONDER VOORAFGAAND BERICHT