Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van de werkgroep Deutsch macht Spaß naar aanleiding van de Stefan-Zweig-tentoonstelling in OBA Amsterdam Vooraf: Anders dan gebruikelijk is de voertaal Nederlands, zodat dit project ook vakoverstijgend uitvoerbaar is.
1) De sportman/-vrouw van het jaar Rond de kerst van elk jaar worden de „sporters van het jaar” bekend gemaakt. Wie dat dit jaar zijn, vind je moeiteloos met Google. Kies er een paar uit die jij interessant vindt en maak de volgende opdrachten. a) Wat zijn volgens jou gemeenschappelijke kenmerken van de winnaars? Kruis aan en voeg nog minimaal 3 zelf te bedenken kenmerken toe. Ze zijn alle vier in ieder geval: O O O O O O O O O O
aardig sociaal asociaal sterk fit jong vasthoudend fanatiek mooi niet mooi, niet lelijk
O O O O O O O O O O
handig in hun omgang met media goed gebekt taai saai een beetje dom slim … … … …
b) Licht je keuzes toe.
c) Is „fanatiek zijn“ bij sporters een goede of slechte eigenschap? Ja/Nee.
Waarom?
2) Fanatiek: goed of slecht? a) Hoe beoordeel jij van de volgende mensen of groepen mensen het fanatisme, waarmee ze hun werk doen en/of hun opvattingen uitdragen? Kruis weer aan:
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -1-
goed
neutraal
gevaarlijk
-
leraren leerlingen postbodes de directeur van de Nederlandse Spoorwegen de nazi’s uit de Hitler-tijd piloten ministers leden van de Tweede Kamer leden van Scouting topsporters burgemeesters jongeren die door de mode bepaalde kleding dragen jongeren die zich met hun kleding (Lonsdale bijv.) nadrukkelijk afzetten tegen bepaalde groepen - politiemensen
b) Vul aan: Voor mij geldt: Fanatiek zijn is ………………………………………………………
……………………………………………….………………………………………………………………...
3) Wikipedia a) Op de internetpagina’s van de encyclopedie Wikipedia vind je een lemma fanatisme, zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Fanatisme. Ga naar het aangegeven Wikipedia-webadres. Lees de informatie door, bekijk wat je bij de links daar tegenkomt en beslis:
De omschrijving van “fanatisme” bij Wikipedia vind ik ……….. …………………………………………………………………………………………………………………
b) Je hebt bij Wikipedia gezien: aan “fanatiek zijn” en “fanatisme” zitten meer kanten. Vul in: Positieve kanten:
Negatieve kanten:
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -2-
c) Vergelijk je notities hierboven met je eerdere vaststellingen - worden die hier bevestigd?
4) Een bijzondere tentoonstelling: de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig Op 12 november 2008 werd in de Amsterdamse Openbare Bibliotheek (OBA) een tentoonstelling geopend over werk en leven van de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig (1881-1942). Hij stamde uit een Joodse familie en je snapt: tijdens zijn leven liep hij keihard aan tegen het fanatieke nazisme uit de Hitler-tijd. In zijn werk schrijft hij hier regelmatig over - ook over het opkomen van antisemitisme ver vóór Hitler. Meer info over het boeiende maar tragisch eindigende leven van Stefan Zweig vind je bijvoorbeeld op de website van het Nederlandse Stefan-Zweig-Genootschap (www.stefanzweig.nl) of op Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Stefan_Zweig). a) Bekijk de info op beide websites. Maak een kort overzicht van Zweig’s leven. -
geboren: 1881 achtergrond: leefde in (plaatsen): begon te schrijven: beroep: werd beroemd door: bekendste boeken: z’n financiën: privésituatie: gestorven: 1942; door:
b) De tentoonstelling werd geopend door de Amsterdamse burgemeester Cohen en z’n collega uit Salzburg met een uitvoerig betoog. Dat is hieronder integraal opgenomen. Lees het door, onderstreep/markeer dingen die je opvallen (belangrijk / raar / stom / keigoed / …) en doe dan de opdrachten. Geachte heer burgemeester van Salzburg, Geachte genodigden, Dames en heren, Het is een genoegen om vandaag hier in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam te spreken bij de opening van de Stefan Zweig Tentoonstelling. Stefan Zweig werd in 1881 als zoon van een geassimileerd joods gezin in Wenen geboren. Tussen 1919 en 1934 leefde hij in Salzburg, dicht bij de Oostenrijks/Duitse grens, waar de alom geëerde schrijver in zijn ‘Villa Europa’ beroemde tijdgenoten ontving. Nadat de nationaal-socialisten in 1933 in Duitsland de macht
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -3-
hadden gegrepen, ondervond hij al snel de invloed van het om zich heen grijpende antisemitisme. Vroegere kennissen weigerden om zich nog langer met Zweig in het openbaar te laten zien. Zijn boeken verdwenen uit de Duitse boekhandels en bibliotheken en hij werd slachtoffer van willekeurige huiszoekingen. Vrienden en kennissen die tot dan toe gerespecteerde burgers waren geweest, werden van hun rechten ontheven, van hun bezittingen ontdaan, in ballingschap gedreven, of vervolgd en gemarteld in concentratiekampen. Op 30 april 1938 werden zijn boeken in Berlijn door de nazi’s verbrand. Zweig leefde toen al, vanaf 1934, buiten continentaal Europa. Via een verblijf in Engeland kwam hij uiteindelijk in 1940 in Petropolis, een voorstad van Rio de Janeiro in Brazilië, terecht. Daar pleegde hij op 22 februari 1942 samen met zijn tweede vrouw zelfmoord. Stefan Zweig was tijdens zijn leven een van de meest vermaarde, productieve en tevens meest verkochte auteurs van Europa; een selectie van zijn boeken is ook hier in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam te vinden. Zijn boeken die hij in zijn moedertaal, het Duits, schreef werden in grote oplagen uitgegeven, in 50 talen vertaald en ook verfilmd. Van de opbrengsten kon Zweig royaal leven, zich omringen met mooie dingen en zich wijden aan zijn drie passies: schrijven, handschriften verzamelen en reizen. Onder zijn beroemdste boeken bevinden zich psychologische biografieën van grote Europese persoonlijkheden zoals Erasmus van Rotterdam, de Franse Koningin Marie Antoinette, de Britse koningin Mary Stuart, de Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magallan en de Franse politicus Joseph Fouché, alsmede studies over beroemde Europese schrijvers, dichters en denkers zoals Balzac, Rilke, Dostojevski, Dickens, Holderlin, Stendhal, Nietzsche en Freud. Stefan Zweig wordt 65 jaar na zijn dood nog over de hele wereld gelezen. Vorig jaar verscheen een nieuwe Nederlandse uitgave van zijn in 1943 postuum uitgekomen autobiografische herinneringen “De wereld van Gisteren”. Stefan Zweig was Oostenrijker en Duitstalig – veelzijdig en erudiet, met grote kennis van de Europese geschiedenis en literatuur -, maar bovenal een Europeaan. Gedurende meer dan 30 jaren was hij een verdediger van de “Europa zonder grenzen” gedachte. In dat opzicht kan hij worden gezien als een van de geestelijke vaders van wat nu de Europese Unie is. Stefan Zweig was ervan overtuigd dat er in Europa een geestelijke solidariteit over de lands- en taalgrenzen heen bestond, die de verschillende volkeren van Europa met elkaar verbond. Volgens Zweig kenmerkte deze supranationale Europese cultuur zich door individuele vrijheid, gewetensvrijheid, redelijkheid, humanisme, tolerantie, “leven en laten leven” en gematigdheid. Met zijn diepgaande kennis van de Europese geschiedenis, wist Zweig echter heel goed dat er ook een “ander’ Europa was, met even diepe wortels als zijn Europa, maar daar lijnrecht tegenover staande. Een “ander” Europa dat zich kenmerkte door: geslotenheid, provincialisme, kuddegeest, collectieve waanzin, gewetensdwang, gewelddadigheid, fanatisme, irrationaliteit en intolerantie, uitmondend in oorlogen, dictaturen en wreedheid. De strijd tussen deze twee Europa´s was voor Stefan Zweig in de laatste jaren van zijn leven een bepalende. In verschillende boeken, bijvoorbeeld in “Triomf en Tragiek van Erasmus van Rotterdam”, een verkapte autobiografie, uit 1934 en “Castellio tegen Calvijn” uit 1936, beide niet toevallig na de machtsovername van de nazi’s in 1933 in Duitsland verschenen, deed hij daarvan verslag. Over de uitkomst van de strijd was hij pessimistisch. In februari 1942, op het toppunt van de macht van nazi-Duitsland, geloofde Stefan Zweig dat het andere Europa “zijn” Europa definitief verslagen had. Het leidde tot zijn zelfmoord.
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -4-
Wat heeft het gedachtegoed van Zweig voor ons te betekenen, nu, meer dan 65 jaren na zijn dood? Het Europa van nu is immers niet meer het Europa van de jaren ’30 en ’40 van de twintigste eeuw waaraan Zweig zo verschrikkelijk heeft geleden. Voor Zweig stonden twee vragen centraal. In de eerste plaats de vraag hoe het komt dat mensen zo gemakkelijk zwichten voor fanatisme. Wat is er in het gedrag en denken van fanatieke leiders dat daartoe noopt? Zweig had hiermee niet alleen historische personen zoals Luther en Calvijn op het oog, maar ook tijdgenoten zoals Hitler, Mussolini en Stalin die in de jaren ’30 en ’40 van de vorige eeuw miljoenen mensen achter zich aan kregen. In het verlengde van deze eerste vraag, zocht Zweig een antwoord op de vraag hoe een individu of een cultuur, die persoonlijke vrijheid, tolerantie en een humanistische levenswijze hoog in het vaandel heeft, zich staande kan houden tegenover niets ontziend fanatisme en absolute waarheden verkondigende persoonlijkheden, machtstelsels en ideologieën. Ik loop deze twee vragen met u door. Eerst de vraag naar de voedingsbodem en de aantrekkingskracht van fanatieke leiders. Het is een complexe vraag, waar vele boekenkasten over vol zijn geschreven. Ik wil er het volgende over zeggen. Een van de meest verbijsterende ervaringen van Zweig en zijn tijdgenoten was het om te zien hoe gemakkelijk de leiders van Duitse partijen en organisaties, van links tot rechts, die zich tot dan toe tegen Hitler hadden verzet, zich na zijn machtsovername in 1933 zonder verzet aan hem en zijn nationaalsocialisten onderwierpen. En hoe vervolgens de volgelingen van deze partijen en organisaties massaal overliepen naar nationaal-socialistische organisaties. De politieke agenda van de nazi’s – inclusief de vervolging van de Joden en de terreurmaatregelen tegen iedereen die zich verzette- werd de politieke agenda van een groot deel van het Duitse volk. Hoe kon dit gebeuren? Sebastiaan Haffner, een jongere tijdgenoot van Zweig, stelt in zijn boek “Het verhaal van een Duitser 19141933” kort en bondig dat die totale ineenstorting van het Duitse politieke systeem en de massale overgang naar de nationaal-socialisten, alleen te verklaren is uit een complete zenuwinzinking en morele karakterzwakte van het Duitse volk. Maar hij zegt ook: “De eenvoudigste beweegreden en, na enig aandringen, bijna overal de diepste was: angst. Meedoen met slaan om niet geslagen te worden. Daarna: een wat vage extase, een roes van eendracht, de aantrekkingskracht van de massa”. Vaak zijn de verklaringen meer omvattend en wordt er gewezen op het feit dat Duitsland een tijd van grote maatschappelijke woelingen achter de rug had. Het was een tijd van economische crisis en recessie – met massale werkloosheid en armoede tot gevolg. Met een politiek klimaat waarin onderlinge scheldpartijen en fysiek geweld tussen politieke partijen, maar ook staatsgeweld steeds gewoner waren geworden, gekoppeld aan een enorme minachting voor de trage werking van de democratie, gesymboliseerd door de Weimar Republiek. Dan leefde er nog breed de wens om de vernedering van de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog te wreken; velen in de toenmalige Duitse maatschappij hadden de behoefte om maar eens flink los te gaan. De behoefte aan tucht en orde van de Duitsers werd flink op de proef gesteld en die leidde tot de roep om een sterke man die een einde aan de chaos zou maken en orde op zaken zou stellen. Hitler was voor velen de aangewezen man; ook al had hij zich al laten kennen als iemand die geweld en terreur niet
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -5-
schuwde. Stefan Zweig wijst ons erop dat de fanaticus zich altijd presenteert als iemand die orde op zaken gaat stellen. Daarbij komt, zo zegt Zweig, dat er omstandigheden zijn die goed uitpakken voor een fanaticus. Ik noem er een paar die ook in onze tijd een rol spelen. - Oorlogen of revoluties, relletjes en onlusten spelen zich vaak af op een zeer beperkt aantal plaatsen in de fysieke ruimte van een land of stad – en blijven zo voor de meerderheid van de bevolking onzichtbaar. Er zijn weinig ooggetuigen en in de rest van het land of de stad gaat het leven gewoon door. De mogelijkheden voor manipulatie van informatie zijn dan groot. Juist omdat de meeste mensen niet het fijne van een zaak weten, is het mogelijk om hen zelfs het meest onwaarschijnlijke te laten geloven – bijvoorbeeld dat de Joden de wereldheerschappij willen krijgen. Dat is in onze tijd, waarin de media schijnbaar alom vertegenwoordigd is, niet anders. Denk bijvoorbeeld aan de figuur van “enbedded journalism”. Ook de aard van de berichtgeving oefent invloed uit. Denk bijvoorbeeld aan een karakterisering als “de islamisering van Europa” wanneer als kenmerkend ervaren aspecten van de islam en van sommige moslims zich in de publieke ruimte manifesteren (de bouw van een moskee, gesluierde vrouwen, afwijzing van homosexualiteit). Soms gaat het dan niet eens om islamitische of moslim-kenmerken, maar worden zij als zodanig gepercipieerd. De dreiging van de “islamisering van Europa” is er in de ogen van menigeen dan niet minder om. Of, ander voorbeeld, de hantering van een begrip als “plundering” als er ergens een supermarkt is beroofd. . - Van eenzelfde beperkte of eenzijdige blik kan ook sprake zijn bij mogelijke excessen van een regiem: gevangenissen, concentratiekampen, vluchtelingenkampen – voor het grootste deel van het volk zijn die onzichtbaar. Aldus kunnen ze worden gezien als typische voorbeelden van het adagium “waar gehakt wordt, vallen spaanders” – en dus niets om je zorgen te maken. Ik zeg alleen de woorden “Abu Ghraib”, “Guantanamo Bay”, “Darfur”, – en u weet wat ik bedoel. - Daar komt volgens Zweig nog bij dat omwentelingen zich vaak geleidelijk voltrekken. Niemand gelooft dat een gek of een fanaticus het lang volhoudt in de politiek van een beschaafd land – men denkt altijd dat de beschaafde krachten zo iemand in het gareel zullen houden. Als dat niet gebeurt, is men geschokt, maar dan is het meestal te laat. De fanaticus zit hoog en breed in het zadel en kan zijn voornemens ongehinderd uitvoeren. Eenmaal aan de macht zal een dergelijk bewind zich niet alleen kenmerken door mislukkingen, maar ook door successen. Dit ligt in de aard der politieke dingen - en maakt een voorkeur voor zo’n leider voor kiezers des te meer aanvaardbaar. En dan is er nog het punt van de terreur, het subtiele en niet zo subtiele palet aan dreigementen, gewelddaden en misdaden waarover moderne dictatoren kunnen beschikken en desgewenst kunnen toepassen. Alleen al het feit dat terreur mogelijk is jaagt mensen angst aan. Terreur kan, zoals de Duits joodse filosofe Hannah Ahrendt ons leert ,des te gemakkelijker zijn maatschappelijk desintegrerend werk doen, naar mate de cohesie in de samenleving kleiner is waardoor het individu zich steeds meer alleen voelt staan. Daarna is het relatief gemakkelijk, zoals Zweig in “De wereld van Gisteren” schrijft: “De grote massa rolt altijd meteen naar de kant waar het zwaartepunt van de heersende macht zich bevindt”. Dan Zweig’s tweede preoccupatie: de vraag hoe een individu of een cultuur, die persoonlijke vrijheid, tolerantie en een humanistische levenswijze voorstaan, zich te weer kan stellen tegenover fanatisme en absolute waarheden verkondigende persoonlijkheden, machtstelsels en/of ideologieën. In de boeken die hij
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -6-
na 1933 schreef, en vooral in “Tragiek en Triomf van Erasmus van Rotterdam” en “Castellio tegen Calvijn” probeert hij hierop een antwoord te vinden. In het boven genoemde boek over Erasmus van Rotterdam moet de gematigde, humanistische, kosmopoliet Erasmus het opnemen tegen de nationalistische, religieuze, fanatieke Martin Luther – en delft het onderspit. In de “Wereld van Gisteren” schrijft Zweig: “In mijn boek over Erasmus probeerde ik een beeld te geven van de gedachtewereld van een humanist, die hoewel hij de zotheid van de wereld beter doorzag dan de professionele wereldverbeteraars, op tragische wijze niet in staat was haar een halt te roepen, ondanks al zijn intelligentie”. Erasmus wordt in Zweig’s boek beschreven als een intelligente, voorzichtige en wijze man. Het licht van zijn generatie. Een man met een wat frêle constitutie, die qua karakter zachtmoedig en gematigd was. Iemand die er diep van doordrongen was dat in dit ondermaanse iedere waarheid slechts een deelwaarheid kan zijn en dat dus niemand de wijsheid in pacht heeft. Een man die zocht naar dat wat de Europeanen van zijn tijd verbond en niet naar wat hen verdeeld hield. Maar ook een man die zijn persoonlijke vrijheid boven alles lief had en om die redenen nooit verstrikt wilde raken in een strijd, laat staan dat hij partij zou moeten kiezen in een dispuut of daarin een standpunt voor of tegen zou moeten innemen. Deze neutrale en objectieve houding van Erasmus, die hem boven de partijen stelde, had hem in heel Europa veel aanzien gegeven. Toch bleek juist deze zucht naar onpartijdigheid en afkeer van strijd volstrekt onvoldoende te zijn toen hij werd geconfronteerd met de vraag of Luther wel of niet een gevaar vormde voor de Katholieke Kerk. Erasmus kon daar niet met een duidelijk “ja” of “nee” op antwoorden. Daarmee werd de weg vrijgemaakt voor Luther, warmbloedig en gepassioneerd, de man met een missie, de man die zijn doelen met alle mogelijke middelen nastreefde. Luther greep zijn kans en ging vervolgens zijn eigen kerkverscheurende weg. . In het tweede boek “Castellio tegen Calvijn” is het Sebastiaan Castellio, een man die zijn hele leven lang voor individuele gewetensvrijheid en religieuze tolerantie had geijverd, die zijn stem tegen de almachtige, protestantse leider van Genève, Johannes Calvijn, verheft – en ook Castellio verliest de strijd. Calvijn staat in Zweig’s boek model voor ieder religieus of politiek systeem waarin de waarheid zo wordt verabsoluteerd dat er geen plaats meer is voor het geloof in een andere waarheid. Dat leidt volgens Zweig op den duur tot onderdrukking, fanatisme en dictatuur. Sebastiaan Castellio staat echter symbool voor het individu die zijn vrijheid en tegendraadse waarheid verkondigt tegen een goed georganiseerde, collectieve, absolute, fanatiek verdedigde, staats-, machts- of religieuze logica. Het is de strijd van een mug tegen een olifant zoals Sebastiaan Castellio zelf schrijft – en daardoor een verloren zaak. Dat Castellio toch met een beroep op de tolerantie en gewetensvrijheid de strijd met Calvijn aangaat siert hem – en maakt hem, en niet Calvijn, in Zweig’s ogen, de uiteindelijke morele winnaar. Een schrale troost, want bijna vijf eeuwen later heeft bijna iedereen van Calvijn gehoord, en vrijwel niemand van Castellio. Hoe moeilijk, eenzaam en hopeloos een dergelijke strijd tussen een “buitengewoon machtige, sterke en meedogenloze staat en een klein, anoniem onbekend individu” in de moderne tijd eruit kan zien lezen we opnieuw bij “Het verhaal van een Duitser 1914-1933” van Sebastian Haffner. Die strijd, zo zegt Haffner, werd in Duitsland “in duizend -en honderdduizendvoud uitgevochten: elk van hen volkomen geïsoleerd en allemaal achter gesloten deuren”. En dat terwijl spoedig bleek dat: “de nazi-revolutie de oude scheiding tussen politiek en privé leven had geliquideerd, en dat het onmogelijk was die revolutie eenvoudigweg als een ‘politieke gebeurtenis’ af te doen. De in Duitsland wijdverbreide reactie om zich in het privé leven terug te trekken wanneer het buiten onaangenaam wordt, was onmogelijk gemaakt. Waarheen je je ook terugtrok, overal trof je precies weer datgene aan waarvoor je had willen vluchten”.
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -7-
Dames en heren, Zweig’s en Haffner’s analyses stemmen ons niet vrolijk; zelfs niet als we ons zelf vertellen dat die tijden nu wel voorbij zijn. Uit hun analyses blijkt dat wanneer fanatici of een fanatieke ideologie eenmaal de macht hebben, de strijd van een individu daartegen uiterst moeizaam, en zelfs vrijwel hopeloos, is. Beide schrijvers lijken dan ook te suggereren dat het daarom beter is te voorkomen dat zij aan de macht komen. De vraag is dan hoe dat te doen. Daarover tot slot enige gedachten. Uit mijn verhaal van vanmiddag blijkt dat de inzet van tolerantie, redelijkheid en dialoog nodig zijn wanneer men zich tot een potentiële tegenstander verhoudt. In het politieke discours van onze rechtsstaat is dat zelfs een conditio sine qua non. Maar met tolerantie, redelijkheid en dialoog kom je er helaas niet altijd. Redelijk zijn tegen onredelijkheid, tolerant zijn tegen intolerantie, of toegeeflijk zijn tegen geweld en criminaliteit kunnen ook in onze rechtsstaat onvoldoende zijn. Dat geldt vooral wanneer we worden geconfronteerd met een tegenstander die de rechtsstaat aanvalt. In die gevallen moet ook de tolerante mens grenzen kunnen stellen. Hitler moest op een gegeven ogenblik worden gestopt. Bepaalde staatsontwrichtende, radicale uitingen en gedragingen in onze eigen tijd ook: zoals de RAF, maffia/georganiseerde misdaad, radicaliserende moslims, gewelddadige krakers. De instituties van de rechtsstaat moeten dan sterk genoeg zijn om duidelijk te kunnen zeggen: stop, tot hier en niet verder. Vrouwe Justitia beschikt daarom niet voor niets ook over een zwaard. Men moet hiervoor dus wel de aard van de tegenstander kunnen peilen. Dat is lang niet altijd eenvoudig. Zeker niet in abstracto en zeker niet in een vrije en plurale samenleving als de onze waarbij de held van de een, de doodsvijand van de ander is en de fanaticus altijd beweert dat juist zijn tegenstander dat is. Duidelijk is dat alleen de verkondiging of beleving van een niet welgevallige (politieke) mening, levensstijl of ideologie, in een vrije samenleving niet voldoende zijn om iemand als fanaticus te bestempelen. Wel zou je dat karakter bijvoorbeeld kunnen toetsen aan vragen als: open staan voor andere meningen, discussiebereidheid, mate van gewelddadigheid in woord en daad, respect voor de (wettelijke, lijfelijke, materiële en spirituele) grenzen van een ander – en ook dan moet je voorzichtig zijn, want hier liggen valkuilen op de loer. De beste preventie tegen het gif van fanatisme vanuit welke hoek dan ook is: een opvoeding tot vrije burger die zich sterk voelt in zijn eigen cultuur en identiteit, en anderen het recht gunt om zich vrij te ontwikkelen en zich sterk te voelen in zijn cultuur en identiteit – maar dit is een verhaal voor een andere keer. Ik dank u voor uw aandacht en ik hoop dat deze Stefan Zweig Expositie velen van u zal inspireren.
[oorspronkelijke bron (niet meer beschikbaar): http://amsterdam.nl/gemeente/college/burgemeester_cohen_0/toespraken/2008/de_stefan_zweig]
Opdrachten: 1. Geef de burgemeester Cohen een cijfer voor zijn betoog: …………….. Reden voor dit cijfer: ………………………………………………………………… 2. Twee vragen staan centraal bij Cohen. Welke? Schrijf ze in eigen woorden op: Vraag 1: ………………………………………………………………………………………? Vraag 2: ………………………………………………………………………………………?
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -8-
3. Welke redenen geeft Cohen voor de aantrekkingskracht van fanatieke leiders? Noem er minimaal 3: Reden 1: ……………………………………………………………………………………… Reden 2: ……………………………………………………………………………………… Reden 3: ……………………………………………………………………………………… 4. Cohen haalt er ook een aantal tegenwoordige ontwikkelingen bij. a) Zoek enkele voorbeelden:
b) Heeft hij daarmee een punt? Ja/Nee, want …………………………………………………………………………………. 5. In z’n betoog haalt Cohen steeds ook de boeken van Stefan Zweig er bij. Logisch natuurlijk, het was immers een toespraak waarbij de Stefan-Zweig-tentoonstelling werd geopend. Is hij het eens met de analyses van Zweig? Ja/Nee Ook de Duitse historicus Sebastian Haffner wordt een paar keer geciteerd. Hoe denkt Cohen kennelijk over diens ideeën? Hij is het er mee eens/niet mee eens. 6. Hoe moet je volgens Cohen als individu reageren op intolerante en fanatieke leiders?
5) „De wereld van gisteren“ In juni 2007 verscheen Stefan Zweigs magnum opus „Die Welt von gestern“ in Nederlandse vertaling: „De wereld van gisteren - Herinneringen van een Europeaan” (De Arbeiderspers, Amsterdam). a) Het boek wordt natuurlijk ook verkocht via internetboekhandel Bol.com. Op de website van Bol.com vind je de volgende info: Beschrijving
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -9-
Op 22 februari 1942 pleegde de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig samen met zijn vrouw zelfmoord in Brazilië. Als emigrant op de vlucht voor het naziregime had hij daar kort voor zijn dood zijn herinneringen opgetekend aan een wereld die naar hij vreesde op het punt stond te verdwijnen. De in 1944 postuum verschenen autobiografie biedt een indrukwekkend beeld van het oude Europa waarmee Zweig zich als (geassimileerde) jood, geëngageerd schrijver en humanist sterk verbonden voelde.Op zijn veelvuldige reizen naar Europese metropolen kwam hij in contact met vele invloedrijke intellectuelen en kunstenaars van zijn tijd, zoals Romain Rolland, Maxim Gorki en Einstein. Ook schetst hij een weergaloos, intiem beeld van zijn geboortestad Wenen, dat rond de eeuwwisseling als het onaantastbare centrum van de moderne Europese cultuur gold, met bekende schrijvers als Arthur Schnitzler en Hugo von Hofmannsthal, musici als Gustav Mahler en Arnold Schönberg, en 'de outsider' Sigmund Freud. In dat supranationale Wenen werd Zweigs ijveren voor een verenigd Europa geboren. Recensie(s) NBD|Biblion recensie: In zijn voorwoord schrijft Stefan Zweig (1881-1942), dat hij als Oostenrijker, als jood, als pacifist onophoudelijk de aardschokken van z'n Europese aarde heeft gevoeld, dat hij driemaal in een dramatische leegte is geworpen en daarmee derhalve voldoet aan de hoofdvoorwaarden voor een eerlijk tijdsbeeld: oprechtheid en onbevangenheid. En deze sfeer ademt dit boek ten volle. Zweig geeft op sublieme wijze een tijdsbeeld weer van het Europa en met name van het Oostenrijk van zijn tijd (eerste decennia van de 20e eeuw). Hij schrijft over zijn kinderjaren, de school die hij haatte, z'n studententijd, z'n reizen en ontmoetingen. Het boek besluit met een uitvoerig personenregister. Een klassiek meesterwerk in het memoires-genre in een mooie vertaling. Kleine druk. [oorspronkelijke bron (online niet meer beschikbaar): http://www.bol.com/nl/p/boeken/de-wereld-vangisteren/1001004005043543/index.html;jsessionid=0C8C15DA2442713858D4A86D8F74096B.ps63#product_description]
b) Bol.com publiceert steevast ook klantbeoordelingen (en is niet bang ook negatieve beoordelingen op te nemen). Hier enkele over “De wereld van gisteren”: De wereld van gisteren Wil je in klare taal de geschiedenis van Europa in de 20ste eeuw leren kennen? Begrijpen waarom "Europa" zo'n veelbesproken onderwerp is? Een indrukwekkender, completer en ontroerender relaas van de eerste helft van de 20ste eeuw is er waarschijnlijk niet te koop. Autobiografie van een groot schrijver en humanist. Indrukwekkend om te bedenken dat hij dit heeft geschreven als banneling van het naziregime, grotendeels uit zijn geheugen opgediept. Het is verplichte kost voor wie zich een mening over Europese eenwording probeert te vormen. Zweig's relaas is lucide en geeft geschiedenis een menselijk gezicht. Een heilig boek voor de ware wereldburger. 7 jan 2008, Hilversum De wereld van gisteren Zweig geeft je een prachtige blik op de wereld van zijn jeugd, rond 1900, in Oostenrijk en de veranderingen in de daaropvolgende tijd met de bedreigingen van de eerste en tweede wereldoorlog ook voor hem persoonlijk als Joodse schrijver en Europeese wereldburger. Indrukwekkend en boeidend. Een aanrader 18 aug 2007, son De wereld van gisteren - Stefan Zweig Een prachtig boek dat de wereld van het begin van de vorige eeuw op een onnavolgbaar mooie wijze en op een heel persoonlijke wijze weergeeft. Eén van de mooiste boeken die ik ooit gelezen heb! 13 aug 2007, Voorhout Briljant Een onthutsend boek in verschillende opzichten. Het is buitengewoon goed geschreven, stillistisch. Het beschrijft een onthutsende werkelijkheid. Het is onthutsend te weten dat dit zijn allerlaatste boek was en dat de auteur en zijn 2e vrouw hierna zichzelf het leven ontnamen. Ik vind het lezen van dit boek een absolute verplichting voor iedereen die zelfstandig wil meedenken over de tijd waarin wij leven. Ik stel voor dat het in het middelbaar onderwijs verplicht wordt
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -10-
gesteld voor het vak 'geschiedenis van de 20e eeuw'. Een docent kan dan naar eigen keus dieper ingaan op de door Zweig beschreven thema's, zoals bijv. de laatste decennia van het Habsburgse rijk, het geestelijk klimaat tot aan de eerste wereldoorlog, het ontstaan van de eerste wereldoorlog, het jodendom en de jodenvervolging, het socialisme, idealen van de kunstenaars aan het begin van de 20e eeuw. Enz. enz. Dit, toch vrij beknopte boek, biedt zo ontzettend veel! En je begrijpt hierdoor zo veel méér van de 20e eeuw. [bron: http://www.bol.com/nl/p/boeken/de-wereld-van-gisteren/1001004005043543/index.html#product_judgement]
Hoe zijn de klanten te spreken over het boek? 1. Lees de 4 beoordelingen en kruis aan: O negatief O neutraal O positief O laaiend enthousiast 2. Wat zijn de hoofdpunten uit de 4 beoordelingen?
c) Bol.com laat ook 2 bladzijden (blz. 9-10) uit het begin van het boek zien, zodat je ’n indruk krijgt van wat je wilt kopen. In dit geval vat Zweig z’n leven kort samen. Welke punten ben je al tegengekomen bij opdracht 4a? Onderstreep/Markeer die in de tekst: DE WERELD DER ZEKERHEID
Still und eng und ruhig auferzogen Wirft man uns auf einmal in die Welt; Uns umspülen hunderttausend Wogen, Alles reizt uns, mancherlei gefällt, Mancherlei verdrieszt uns, und von Stund zu Stunden Schwankt das leicht unruhige Gefühl; Wir empfinden, und was wir empfunden, Spült hinweg das bunte Weltgewühl. Goethe Als ik probeer, voor de tijd voor de eerste wereldoorlog, waarin ik ben opgegroeid, een hanteerbare aanduiding te vinden, hoop ik het meest pregnant te zijn als ik zeg: het was de gouden eeuw van de zekerheid. Alles in onze bijna duizend jaar oude Oostenrijkse monarchie leek gebaseerd op duurzaamheid, en voor die onaantastbaarheid leek de Staat zelf de hoogste garantie. De rechten die hij zijn burgers toekende werden gewaarborgd door het parlement, de vrij gekozen volksvertegenwoordiging, en elke plicht was precies geformuleerd. Ons betaalmiddel, de Oostenrijkse kroon, circuleerde in zuivere goudstukken en stond daarmee borg voor zijn eigen stabiliteit. Iedereen wist hoeveel hij bezat of hoeveel hem toekwam, wat
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -11-
toegestaan en wat verboden was. Alles had zijn norm, zijn vastgestelde maat en gewicht. Wie in het bezit was van een vermogen, kon precies uitrekenen hoeveel rente hij elk jaar kon verwachten, de ambtenaar en de officier konden op de kalender met zekerheid het jaar vinden waarin ze bevorderd zouden worden of met pensioen zouden gaan. Elk gezin had zijn vastgestelde budget en wist hoeveel het kon besteden aan wonen en eten, aan zomervakantie en representatie dat geweest zijn. Ik ben in 1881 in een groot en machtig keizerrijk geboren, in de monarchie van de Habsburgers, maar die zou men tevergeefs op de kaart zoeken: ze is zonder een spoor na te laten uitgewist. Ik ben opgegroeid in Wenen, de tweeduizend jaar oude supranationale metropool, en heb die als een misdadiger moeten verlaten voordat zij gedegradeerd werd tot een Duitse provinciestad. Mijn literaire werk is in de taal waarin ik het geschreven had tot as verbrand, in hetzelfde land waar mijn bocken miljoenen lezers tot vrienden hadden gemaakt. Zo hoor ik nergens meer thuis, ben ik overal vreemdeling en in het beste geval gast; ook het gebied dat mijn hart eigenlijk tot vaderland heeft verkozen, Europa, ben ik kwijtgeraakt sinds het zichzelf voor de tweede keer in een zelfmoordpoging verscheurt in de broederstrijd. Tegen mijn wil ben ik getuige geworden van de vreselijkste nederlaag van het verstand en de meest woeste triomf van de beestachtigheid in de beschreven geschiedenis; nog nooit ik noteer dit absoluut niet met trots, maar met schaamte - heeft een generatie zo'n morele terugval, van zo'n geestelijke hoogte, doorgemaakt als de onze. In het kleine interval tussen het doorkomen van mijn baard en het grijs worden ervan, in deze ene halve eeuw, hebben meer radicale gedaanteverwisselingen en veranderingen plaatsgevonden dan anders in tien generaties, en ieder van ons voelt: bijna te veel! Zo sterk verschilt mijn heden van al mijn verledens, mijn opkomsten en mijn ondergangen, dat ik vaak het gevoel heb dat ik niet een existentie heb beleefd maar een aantal totaal verschillende. Want het overkomt mij vaak dat ik, als ik achteloos zeg: 'Mijn leven', mij onwillekeurig afvraag: 'Welk leven?' Dat van vóór de wereldoorlog, voor de eerste of voor de tweede, of het leven van nu? Dan betrap ik mij er weer op dat ik zeg: 'Mijn huis' en niet meteen weet welk van de vroegere huizen ik bedoel, dat in Bath of in Salzburg of mijn ouderlijk huis in Wenen. Of dat ik zeg 'bij ons' en mijzelf er geschrokken aan moet herinneren dat ik voor de mensen in mijn vaderland er al even weinig bij hoor als voor de Engelsen of Amerikanen, daar niet meer organisch gebonden en hier niet helemaal ingeburgerd; …. [bron: http://www.bol.com/nl/p/boeken/de-wereld-van-gisteren/1001004005043543/index.html#product_images]
d) In het boek beschrijft Zweig o.a. zijn eerste ervaringen met het anti-semitisme zoals het vóór de Eerste Wereldoorlog in Wenen de kop opstak. Lees het fragment (p. 72-73) door. Welke figuur is hier de centrale persoon? Wat is typisch voor hem? naam
positieve eigenschappen
negatieve eigenschappen
… terwijl de machine door het samenbrengen van grotere massa's in de fabrieken de arbeiders macht en groter sociaal aanzien schonk, bedreigde ze tegelijkertijd de kleine handwerksman. De grote warenhuizen en de massaproduktie werden voor de middenstand en de kleine handwerkbedrijfjes de ondergang. Van deze ontevredenheid en zorg maakte zich een handige en populaire leider meester, dr. Karl Lueger, die met de slagzin 'De kleine man moet geholpen worden' het hele kleinburgerdom en de boze middenstand meesleepte, groepen waarin de afgunst op de welgestelden aanzienlijk kleiner was dan de vrees, uit de eigen burgerlijkheid af te zakken naar het proletariaat. Het was precies dezelfde banggeworden groep die Adolf Hitler later als eerste brede massa om zich heen verzameld heeft, en Karl Lueger
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -12-
is ook in een ander opzicht zijn voorbeeld geweest, namelijk door hem de bruikbaarheid van antisemitische slogans te leren, die voor de ontevreden kleinburgerkringen een vijand zichtbaar maakten en tegelijkertijd ongemerkt de haat afleidde van de grootgrondbezitters en de feodale rijkdom. Maar de hele vulgarisering en verdierlijking van de politiek van vandaag, de afschuwelijke terugval van onze eeuw, wordt juist zichtbaar bij de vergelijking van deze twee figuren. Karl Lueger, met zijn zachte blonde baard een imposante verschijning - in de Weense volksmond 'mooie Karl' genoemd -, had een academische opleiding en was niet voor niets schoolgegaan in een periode die de geestelijke cultuur boven alles stelde. Hij kon populair spreken, was heftig en grappig, maar zelfs in zijn heftigste toespraken - wat men in die tijd als heftig ervoer overschreed hij nooit de normen van het fatsoen, en zijn Streicher, een werktuigkundige die Schneider heette en die opereerde met verhalen over rituele moorden en dergelijke vulgariteiten, hield hij zorgvuldig in toom. Tegenover zijn tegenstanders bewaarde hij - onberispelijk en bescheiden in zijn priveleven - altijd een zekere noblesse, en zijn officieel beleden antisemitisme heeft hem nooit verhinderd welgezind en vriendelijk te blijven tegenover zijn vroegere joodse vrienden. Toen zijn beweging ten slotte de meerderheid in de Weense gemeenteraad haalde en hij - nadat zijn installatie twee keer geweigerd was door keizer Franz Joseph, die zijn antisemitisme verafschuwde - tot burgemeester werd benoemd, bleef zijn bestuur van de stad onberispelijk rechtvaardig en zelfs voorbeeldig democratisch; de joden, die gesidderd hadden voor deze overwinning van de antisemitische partij, leefden even gelijkberechtigd en gezien verder. Nog was het gif van de haat en de wil tot wederzijdse totale vernietiging niet binnengedrongen in de bloedsomloop van de tijd. Maar er dook al een nieuwe bloem op, de blauwe korenbloem, de lievelingsbloem van Bismarck en het symbool van de Duits-nationale partij die - maar dat begreep men toen niet - een bewust revolutionaire partij was, die met grove en niets ontziende kracht streefde naar de vernietiging van de Oostenrijkse monarchie ten gunste van een - Hitlers droom al aankondigend - Groot-Duitsland onder Pruisische en protestantse leiding. Terwijl de christelijk-sociale partij zijn wortels had in Wenen en op het platteland, en de socialistische in de industriecentra, had de Duits-nationale partij zijn aanhangers bijna uitsluitend in de grensgebieden in Bohemen en het Alpenland; hij compenseerde zijn getalsmatige zwakte door wilde agressiviteit en mateloze grofheid. Zijn paar vertegenwoordigers werden de schrik en (in ouderwetse zin) de schande van het Oostenrijkse parlement; in zijn ideeën, in zijn techniek ligt de oorsprong van Hitler - ook een Oostenrijker uit de randgebieden. …
e) De Eerste Wereldoorlog was een enorme - want totaal onverwachte - schok, ook voor Stefan Zweig. Hij schrijft er - op p. 219 - dit over: De volgende ochtend in Oostenrijk! Op elk station de aanplakbiljetten waarmee de algemene mobilisatie was aangekondigd. De treinen stroomden vol met net opgekomen rekruten, vlaggen wapperden. Muziek dreunde, in Wenen vond ik de stad in koortsachtige opwinding. De eerste schrik over de oorlog die niemand had gewild, niet de Volkeren, niet de regering, deze oorlog die de diplomaten die ermee speelden onbedoeld uit de onhandige handen was gegleden, was omgeslagen in plotseling enthousiasme. In de straten vormden zich optochten, plotseling doken overal vlaggen, spandoeken en muziek op, de jonge rekruten marcheerden triomfantelijk voorbij, en hun gezichten lichtten op omdat zij werden toegejuicht, zij kleine mensen van de straat waar anders niemand waardering of lof voor had. Om de waarheid geen geweld aan te doen, moet ik bekennen dat in deze eerste demonstratie van de massa's iets groots, meeslepends en zelfs verleidelijks school, waaraan je je moeilijk kon onttrekken. En ondanks alle haat en afschuw tegen de oorlog zou ik de herinnering aan die eerste dag in mijn leven niet willen missen: zoals nooit tevoren voelden de duizenden, honderdduizenden mensen wat ze beter in vredestijd hadden kunnen voelen: dat ze bij elkaar hoorden. Een stad van twee miljoen inwoners, een land van bijna vijftig miljoen voelden op dit ogenblik dat ze wereldgeschiedenis meemaakten, een ogenblik meebeleefden dat nooit terug zou komen, en dat elk van hen geroepen was zijn nietig ik in deze massa te laten ondergaan om het daarin te reinigen van alle zelfzucht. Alle verschillen van stand, taal, klasse, religie, werden in dit ene ogenblik weggespoeld door het stromende gevoel van verbroedering. Vreemden spraken elkaar op straat aan, mensen die elkaar jarenlang uit de weg waren gegaan schudden elkaar de hand, overal zag je enthousiaste gezichten. Iedereen steeg boven zijn individuele ik uit, hij was niet meer de
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -13-
geïsoleerde mens van vroeger, hij was een deel van een massa, hij was volk, en zijn persoon, zijn anders door niemand opgemerkte persoon, had een zin gekregen. … Stel je voor dat jij toen geleefd had. Hoe zou jij gereageerd hebben? Waarom?
f) De Tweede Wereldoorlog kwam veel minder onverwacht. De dreiging van Hitler-Duitsland, het zogenaamde Derde Rijk werd lang tevoren al overal in Europa gevoeld. Oostenrijk kwam in die tijd steeds meer onder nazi-invloed tot tenslotte in 1938 de zogenaamde “Anschluss” kwam: Oostenrijk werd simpelweg opgeslokt door het machtige Derde Rijk. De dreiging die daar vooraf van uitging beschrijft Zweig meermalen. Hier twee voorbeelden (p. 365-366 en 373-375): 1) … in Salzburg, vlak aan de grens, zag je de dingen duidelijker. Er begon een voortdurend grensverkeer in twee richtingen over de smalle rivier, jongemannen slopen 's nachts naar de andere kant en werden getraind, de agitatoren kwam in auto's of met bergstokken als doodgewone 'toeristen' de grens over en organiseerden in alle bevolkingslagen hun 'cellen'. Ze begonnen aanhangers te werven en tegelijkertijd te dreigen dat wie niet op tijd aan de goede kant stond daar later voor zou moeten boeten. Dat maakte de politie en de ambtenaren voorzichtig. Steeds zekerder voelde ik aan een soort onzekerheid in hun gedrag dat de mensen begonnen te aarzelen. In het leven zijn nu eenmaal kleine persoonlijke ervaringen het meest overtuigend. Ik had in Salzburg een jeugdvriend, een tamelijk bekend schrijver, met wie ik dertig jaar lang hartelijk en vriendschappelijk in contact was gebleven. We tutoyeerden elkaar, we hadden over en weer boeken aan elkaar opgedragen, we zagen elkaar elke week. Op een dag zag ik die vriend op straat met een vreemde heer, en ik merkte dat hij meteen bleef stilstaan bij een etalage die hem totaal niet kon interesseren en die heer met zijn rug naar mij toe daar zeer geboeid iets Het zien. Vreemd, dacht ik, hij moet mij toch gezien hebben. Maar het kon toeval zijn. De volgende dag beide hij mij ineens, of hij 's middags een praatje kon kornen maken. Ja, zei ik, een beetje verbaasd, want we zagen elkaar altijd in het koffiehuis. Hij bleek mij niets bijzonders te vertellen te hebben, ondanks dit overhaaste bezoek. En het was mij meteen duidelijk dat hij aan de ene kant de vriendschap met mij in stand wilde houden, maar aan de andere kant zich in het stadje niet meer al te intiem met mij wilde laten zien, om niet als jodenvriend bekend te staan. Dat maakte mij oplettend. En ik merkte al gauw dat een hele reeks kennissen die anders vaak kwamen, al een tijd niet waren geweest. Je was een gevaarlijk contact.
‘Je was een gevaarlijk contact’: - Hoezo ‘gevaarlijk’? - Wat zou jij gedaan hebben, als je een oude vriend van iemand als Stefan Zweig was geweest? - Wat zou jij gedaan hebben, als je Stefan Zweig was geweest?
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -14-
2) Wonderlijk genoeg viel er de volgende dag in samenhang met deze gebeurtenissen een beslissing in mijn eigen leven. Ik was 's middags uit Wenen thuis aangekomen, had daar stapels correcties en brieven gevonden en tot laat in de nacht gewerkt om alle achterstand weg te werken. De volgende ochtend werd er geklopt terwijl ik nog in bed lag; onze brave oude bediende, die mij anders nooit wekte als ik niet nadrukkelijk een tijd had gezegd, kwam met een geschrokken gezicht binnen. Of ik beneden wilde komen, er waren heren van de politie die mij wilden spreken. Ik was een beetje verbaasd, pakte mijn kamerjas en ging naar beneden. Daar stonden vier agenten in burger, die mij meedeelden dat ze opdracht hadden het huis te doorzoeken; ik moest meteen alles wat er aan wapens van de republikeinse Schutzbund in huis verborgen was afgeven. Ik moet bekennen dat ik het eerste ogenblik te verbluft was om iets te zeggen. Wapens van de republikeinse Schutzbund in mijn huis? Dat was te absurd. Ik was nooit lid van enige partij geweest, had mij nooit met politiek beziggehouden. Ik was maanden niet in Salzburg geweest, en daarvan afgezien zou het de belachelijkste zaak van de wereld zijn geweest, juist in dit huis een wapendepot aan te leggen, het lag immers buiten de stad op een heuvel, zodat ze iedereen die een geweer of een ander wapen droeg onder ook een koel: 'Gaat uw gang, zoekt u maar.' De vier rechercheurs liepen door het huis, deden een paar kasten open, klopten op een paar muren, maar uit hun achteloze manier van zoeken was mij al gauw duidelijk dat het allemaal maar pro forma gebeurde en dat geen van hen serieus geloofde aan het bestaan van een wapendepot in dit huis. Na een half uur verklaarden ze dat de huiszoeking afgelopen was en verdwenen. Waarom die farce mij toen zo verbitterde, vraagt helaas nu al een verklarende historische kanttekening. Want de laatste decennia is Europa en is de wereld al bijna vergeten wat een heilige zaak vroeger de persoonlijke en staatsburgerlijke vrijheid was. Van 1933 af zijn huiszoekingen, willekeurige arrestaties, inbeslagname van bezittingen, verdrijving van huis en haard, deportaties en elke andere vorm van vernedering bijna vanzelfsprekend geworden; ik heb nauwelijks Europese vrienden die niet een van die dingen heeft meegemaakt. Maar toen, begin 1934, was een huiszoeking in Oostenrijk nog een ongehoorde belediging. Dat ze iemand als ik, die totaal niets met politiek te maken had en zelfs in geen jarenmeer had gestemd, hadden uitgezocht, moest een speciale reden hebben, en inderdaad was het een typisch Oostenrijkse zaak. De hoofdcommissaris van politie in Salzburg had streng moeten optreden tegen de nationaal-socialisten, die met bommen en ander explosief materiaal elke nacht onrust zaaiden onder de bevolking, en zijn optreden getuigde van moed, want de terreurpolitiek van de nazi's was toen al begonnen. Elke dag kregen de ambtelijke instanties dreigbrieven, dat ze er voor zouden moeten boeten als ze de nationaal-socialisten zouden blijven 'vervolgen' en inderdaad - de nazi's hebben als het om wraak ging altijd voor honderd procent hun woord gehouden - zijn de meest plichtsgetrouwe Oostenrijkse ambtenaren de dag na Hitlers intocht meteen naar concentratiekampen gesleept. Dus kg de gedachte voor de hand, door een huiszoeking bij mij demonstratief te laten zien dat men met zulke veiligheidsmaatregelen voor niemand terugschrok. Maar ik voelde achter deze op zichzelf onbelangrijke gebeurtenis hoe ernstig de situatie in Oostenrijk al was geworden, en hoe overweldigend de druk uit Duitsland. Mijn huis stond me niet meer aan sinds dat officiële bezoek, en een duidelijk voorgevoel zei mij, dat zulke gebeurtenissen maar het schuchtere voorspel waren van veel ingrijpender zaken. Dezelfde avond begon ik mijn belangrijkste papieren in te pakken, vastbesloten nu voorgoed in het buitenland te gaan wonen, en dat afscheid betekende meer dan het verlies van huis en land, want mijn gezin was aan het huis gehecht als aan een vertrouwd domein en hield van het land. Maar voor mij was persoonlijke vrijheid de belangrijkste zaak ter wereld. Zonder ook maar iemand van mijn vrienden of kennissen op de hoogte te stellen van mijn plannen, vertrok ik twee dagen later weer naar Londen; mijn eerste daad daar was, de autoriteiten in Salzburg mee te delen dat ik mijn domicilie voorgoed had opgegeven. Dat was de eerste stap die mij losmaakte van mijn
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -15-
land. Maar ik wist sinds die dagen in Wenen dat Oostenrijk verloren was -al kon ik nog niet vermoeden hoeveel ik daarmee verloor.
Was Stefan Zweig’s reactie op de huiszoeking terecht volgens jou? Ja/Nee, want …………………………………………………………………………………………………
6) Stefan Zweig in De Volkskrant In De Volkskrant van 8 juni 2007 verscheen bij de publicatie van “De wereld van gisteren” een uitvoerig artikel over de schrijver ervan, Stefan Zweig. a) Lees het door. Onderstreep/Markeer die informatie over Stefan Zweig’s leven en werk, die nog nieuw voor je is. In De Wereld van Gisteren heeft Stefan Zweig geprobeerd vast te leggen hoe de wereld van zijn jeugd en jonge jaren aanvoelde, niet hoe die in werkelijkheid geweest was. Dat zou ook niet gekund hebben: hij woonde in Petrópolis, bij Rio de Janeiro, toen hij het boek schreef en daar had hij geen andere bronnen bij de hand dan zijn eigen geheugen. Zelfs de gebruikelijke geheugensteuntjes voor de memorie-schrijver, een persoonlijk archief en een uitgebreide privébibliotheek, ontbraken hem. Omdat Zweig van kindsbeen af een verzamelaar was geweest, van boeken, handschriften en zelfs meubelen, moet dat gemis hem bij iedere zin die hij daar, op die voor iemand met zijn afkomst en geschiedenis tamelijk absurde plek, uitschreef naar de keel gevlogen zijn. Hoeveel biografieën had Zweig geschreven, toen hij aan die van zichzelf begon, twintig? Die mogen dan vandaag de dag, nu sommige biografen er een eer in stellen te achterhalen wat het recept was van de appeltaart die hun onderwerp heeft gegeten, als feitelijk ontoereikend en stilistisch al te invoelend te boek staan. Maar in de beide biografieën die onlangs van Zweig verschenen, wordt secuur nagegaan hoeveel moeite de gebiografeerde zich getroostte als hij andermans leven doorvorste. Geen taartrecept liet hij ongemoeid, al zou hij het niet in zijn hersens gehaald hebben het over te schrijven – tenzij het een onthullend licht op de literaire productie van zijn onderwerp geworpen zou hebben. Een verzamelaar van nature, een feitenverzamelaar van professie en een controleur van het authentieke document van passie, dat was de man die daar in Brazilië aan de slag was gegaan met de ambitie maar liefst een heel tijdperk in kaart te brengen, inmiddels beroofd van alles wat hem daarbij had kunnen dienen. De omstandigheden verklaren zijn werkwijze in De Wereld van Gisteren, waarin hij probeert de sfeer, de textuur, dat wil zeggen de gevoeligheden en overgevoeligheden, de verwachtingen en de taboes, van een heel tijdperk te betrappen, echter niet helemaal. Weliswaar schreef hij vanuit een schrijnend gemis en een terneerdrukkende overtuiging dat het nooit meer goed zou komen met de wereld – hij leed inmiddels voortdurend aan depressies; wie zijn biografie leest, krijgt daar begrip voor –, hij gaf zich tegelijkertijd onophoudelijk rekenschap van de manco’s van het tijdperk dat hij met zoveel weemoedigheid onder ogen zag. Dat is het eerste wat bij herlezing van De Wereld van Gisteren, vijfenzeventig jaar nadat het verscheen, als eerste
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -16-
opvalt, dat het zo’n fair boek is. Het volgt de eigen dynamiek van het herinneren, voor deze gelegenheid gesystematiseerd naar de levensloop van de auteur, maar die dynamiek wordt al snel een dialectiek. Jeugd, schooltijd, geslachtsrijpheid, universiteit, eerste reis naar Parijs, de persoonlijke wederwaardigheden van Zweig bieden het raster om uiteen te zetten wat niet alleen hem, maar met hem een hele generatie, een hele cultuur, ten deel is gevallen. Damesbeen Tegelijkertijd wordt tegenover zowat elke idyllische schildering de pervertering daarvan geplaatst: de schone schijn bedriegt, De Wereld van Gisteren kan niet met louter zwoele nostalgie bekeken worden, al was het maar omdat hij de wereld van vandaag heeft opgeleverd. ‘De wereld van de zekerheid’, zoals Zweig die genoemd heeft, was ook de wereld van de grote onzekerheid, naast de solide organisatie waaraan de burgerij haar dagelijks leven had onderworpen – spaarrekeningen, staatsleningen, verzekeringen, pensioenvoorzieningen – gaapte de afgrond van de beangstigende verrassingen die brein en buitenwereld te bieden hadden. Daar moest een dokter en mettertijd een hele school dokters aan te pas komen, die van Sigmund Freud en zijn navolgers, om de gezichten in de plooi te kunnen houden. De zekerheid waar de Weners van Zweig zo prat op gingen, was ook de zekerheid nooit een stukje damesbeen, een vies woord, of een ongepast dessertlepeltje te zien te zullen krijgen. Geen zekerheid zonder een tierend onbewuste, geen zekerheid zonder een uitputtende onderdrukking. En daar komt de tweede verrassing, die van de onrustbarende overeenkomst tussen de stemming in het Wenen van de belle époque en die van onze tijd, begin 21ste eeuw. Lees en herlees de alinea’s waarin Zweig opsomt hoe de Weense burgerij zich indekte tegen de verrassingen van het leven – en leg er de veiligheidssystematiek van de sorrycultuur naast. Veel van die alinea’s laten zich ongewijzigd van 1907 herschrijven naar 2007. Vader aan het beleggen, moeder aan de zelfontplooiing en de kinderen naar balletles, hoboles, paardrijles en hockey, je hoeft alleen de Ringstrasse, Wenen, te vervangen door de Van Eeghenstraat, Amsterdam, en de overeenkomst is rond. Ook daar zindert het van de gezinstherapeuten. Dat zijn intrigerende overeenkomsten, omdat zij Zweigs afwegingen en analyses, dat wil zeggen: zijn pogingen om de cultuur van zijn jeugd te duiden, zo aanstekelijk maken. Wordt de populistische en antisemitische burgemeester van Wenen, Karl Lueger, dan de Pim Fortuyn van zijn dagen, kan de travestie waarin de geschiedenis zichzelf herhaalt worden uitgetekend, loopt de welvarende en berekenende burgerij met open ogen in eenzelfde val? Het knappe is dat Zweig eerder een cultuur-sociologische balans opmaakt, aan de hand van zijn herinneringen, dan dat hij een monument opricht voor wat voorgoed verloren ging: hem interesseren de mechanismen van het verval. Vermoedelijk is geen boek zo bepalend geweest voor de kleur waarin dat verval van de burgerlijke cultuur van Europa is gevat als dat van Zweig . Vanaf het moment waarop het verscheen, 1942, geldt het als de meest lucide schildering van wat de tastbare werkelijkheid van de vooroorlogse belevingswereld is geweest. Zeker, daar hebben zowel Zweigs dramatische dood – het boek was nog niet verschenen of hij pleegde samen met zijn tweede vrouw zelfmoord: De Wereld van Gisteren werd onvermijdelijk gelezen als zijn afscheidsbrief, als de motivatie van zijn zelfmoord – als zijn immense reputatie, wereldwijd, krachtig toe bijgedragen. Zweig werd in alle talen van de moderne wereld vertaald en in al die talen door honderdduizenden gelezen; hij werd zelfs geplagieerd, in de Verenigde Staten, waar roofdrukken van zijn boeken onder de naam ‘Stephen Branch’ in omloop waren. Die populariteit en de wijze waarop hij daarop reageerde – hij leek wel een onbemande schrijfmachine geworden, zo veel schreef hij – hebben zijn reputatie geen goed gedaan en, in het spoor daarvan, de bejegening van De Wereld van Gisteren al evenmin.
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -17-
Schachnovelle Populariteit en overproductie hebben het zicht op Zweigs scherpzinnigheid vertroebeld. Voor hele generaties, na de Tweede Wereldoorlog, is hij afwisselend de nostalgicus van die memoires geworden en de auteur van de handzame novelle over de schakers, die zo gemakkelijk gelezen en geduid kan worden dat zij op zowat iedere eindlijst voor het middelbare schoolexamen Duits belandt, de Schachnovelle. Het lijkt of er aan die gemakzuchtige en enigszins minachtende canonisering een eind komt, want de huidige heruitgave in het Nederlands van De Wereld van Gisteren staat niet op zichzelf. In het Engels, Frans en Italiaans verschijnen nieuwe edities van Zweigs voornaamste novellen, enkele van zijn minder beroemde biografieën worden opnieuw uitgegeven en in het Duits, zijn moedertaal, is niet alleen de editie van zijn briefwisseling, in vier delen, zojuist voltooid, ook de briefwisseling met zijn eerste vrouw, Friderike von Winternitz, is er dit voorjaar in verschenen. Ten slotte zijn er nog die twee biografieën, de ene van Oliver Matuschek, die een kenner is van Zweigs collecties, de andere, vertaald uit het (Braziliaans) Portugees, van de scenarist en journalist Alberto Dines. Allebei bevatten die biografieën nieuws in vergelijking met die van een vorige generatie, van een kwart eeuw terug. Matuschek heeft de transcriptie teruggevonden van het televisie-interview dat Zweig in 1937 – je wilt er ‘sic!’ achter zetten – aan de BBC heeft gegeven (de band zelf, nogmaals ‘sic!’ is verloren gegaan), Dines weet meer dan zijn voorgangers over Zweigs tijd in Brazilië. Maar wat belangrijker is, is dat zij allebei kritischer over hun onderwerp zijn dan eerdere biografen – en, per saldo, juist daardoor gunstiger in hun eindoordeel. Zweigs oude reputatie is tanende, leve de nieuwe. Dat is een reputatie waarin een herwaardering van de novellen en de biografieën niet achterwege blijft. Veel van Zweigs biografieën hebben personages tot onderwerp die leefden in tijden van grote omwentelingen, Castellio, Calvijn en Erasmus uit de 16de eeuw, de eeuw van de godsdienstoorlogen en de ondergang van de ene christelijke kerk voor Europa, Maria Stuart een generatie later, Marie Antoinette en Joseph Fouché uit de dagen van de Franse Revolutie en het Napoleontisme. Jeremia Is het vreemd dat een van zijn eerste toneelwerken – hij was nog geen dertig toen hij het schreef, De Wereld van Gisteren was alleszins nog die van vandaag, de profeet Jeremia tot onderwerp had? De laatste biografie die Zweig schreef was aan Balzac gewijd, de Franse schrijver die een allesomvattende cultuur-sociologie van het Frankrijk van na de Revolutie wilde schrijven, een samenleving die de weg kwijt was – en net als Zweig een onvoorstelbare veelschrijver was. Het boek is onvoltooid gebleven, maar in de versie die ervan voorhanden is, vijfhonderd pagina’s meeslepend proza, wordt algauw duidelijk hoezeer Zweig zich met Balzac identificeerde. Er zit, met andere woorden, van begin af aan een scherp zelfbewustzijn in de wijze waarop Zweig de ondergang van het avondland beoordeelde. Hij hield van de geuren en kleuren van dat land, hij was zelfs bereid de andere kant uit te kijken wanneer hij de minder lieflijke of onwelriekende plekken in dat land passeerde. Maar hij wist dat het parfum dat hij rook door hemzelf was opgespoten – of hooguit door zijn kapper. Onder al die zomerpakken, achter al die schakersgezichten woekert dezelfde dialectiek als waarvan Wenen, zijn Wenen, het hebben moest, beschaving door verdringing. Zijn veel gesmade pacifisme moet dan ook geen lafheid of kortzichtigheid zijn geweest, maar wanhoop, eerder de kwadratuur van de beschaving – ‘ik doe niet mee, juist doordat ik weet wat ik te verbergen heb’ – dan een gelaten opgeven daarvan. Toegegeven, dat bewustzijn is in zijn brieven vaak duidelijker dan in zijn novellen: niemand blijft ongestraft door het succes. Vooral de briefwisseling met die vreselijke vrouw, Friderike, zijn een openbaring; hij speelt er een spel in, misleidend, poserend en onttoverend. Maar nergens is het zo sterk als in De Wereld van Gisteren, waar alle idylle en nostalgie slechts lijken te hebben kunnen bestaan bij gratie van een granieten zelfbeheersing. Geen slechte lectuur, in een vrij gevochten cultuur.
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -18-
[oorspronkelijke bron (online niet meer beschikbaar): http://extra.volkskrant.nl/select/boeken/artikel.php?id=549; nu te vinden op: http://www.volkskrant.nl/recensies/de-wereld-van-gisteren~a3855314/]
b) Hoe beoordeel je dit stuk? Licht je keuze toe. O positief over Zweig’s leven en werk O neutraal over Zweig’s leven en werk O negatief over Zweig’s leven en werk
7) Teleac/NOT - Eigenwijzer De Nederlandse schooltelevisie heeft op z’n websites heel wat info staan rond de hier besproken onderwerpen. Bijvoorbeeld een serie “Vrienden zonder grenzen”. Ga naar http://www.schooltv.nl/zoekresultaten/?q=programma%3A%22vrienden%20z onder%20grenzen%22 en bekijk afsluitend één of meer afleveringen van “Vrienden zonder grenzen”. Geef de serie een cijfer en licht dat kort toe. Kom je in de aflevering(en) die je bekeken hebt ook vormen van fanatisme tegen? Noteer en beoordeel ze hier: titel aflevering
gevonden vorm
‘lekker’
‘’gevaarlijk’
van fanatisme
fanatiek
fanatiek?
Vergelijk de meningen in de klas/groep.
Lekker fanatiek of gevaarlijk fanatiek? Een lesontwerp van Deutsch macht Spaβ -19-