Voor zover de tekst in dit verslag afwijkt van hetgeen in het vorige verslag is gemeld, is die tekst vetgedrukt weergegeven

De inhoud van dit verslag is identiek aan de digitale versie die aan de rechtbank is verzonden.

VERSLAG 3

Datum: 5 juni 2014

Gegevens onderneming

:

Broeslee I B.V.

Faillissementsnummer

:

F.01/13/481

Datum uitspraak

:

21 mei 2013

Curator

:

mr. E.G.M. van Ewijk

Rechter-commissaris

:

mr. S.J.O. de Vries

Voor zover de tekst in dit verslag afwijkt van hetgeen in het vorige verslag is gemeld, is die tekst vetgedrukt weergegeven.

Activiteiten onderneming

:

Het fokken en houden van varkens, groothandel in levend vee en uitoefening van een varkensmesterij, houderij, alsmede de handel in varkens en ander vee.

Omzetgegevens 2008:

:

€ 2.022.093,--

2009: -/- €

22,--

2010:

€ 1.591.077,--

2011:

€ 1.796.377,--

2012:

niet bekend.

Personeel gemiddeld aantal

:

11

Saldo einde verslagperiode

:

€ 673.547,39

Verslagperiode

:

8 februari 2014 t/m 3 juni 2014

Bestede uren in verslagperiode

:

33 uur en 24 minuten

Bestede uren totaal

:

207 uur en 18 minuten

1.

Inventarisatie

1.1

Directie en organisatie

:

De gefailleerde maakt deel uit van een groep van vennootschappen. Enig aandeelhouder en bestuurder is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Van den BroekSleegers Beheer B.V. die eveneens bestuurder en enig aandeelhouder is van de inmiddels gefailleerde vennootschap Broeslee III alsmede van Broeslee IV en Broeslee VI welke laatste twee vennootschappen niet in staat van faillissement verkeren.

Bestuurder van de vennootschap Van den Broek-Sleegers was de inmiddels overleden heer A.T.M. van den Broek tot en met december 2012 en is thans mevrouw M.M.J.H. van den Broek-Sleegers.

Feitelijk bestuurder is de heer A.A.P.C. van den Broek, dit blijkens een volmacht van 26 december 2012 en daarvoor reeds bij schriftelijke volmacht van 1 oktober 2011. In de eerste volmacht wordt vermeld “de feitelijke bedrijfsleiding lag reeds geruime tijd in handen van A.A.P.C. van den Broek” dit terwijl de heer A.T.M. van den Broek op 21 juni 2007 heeft verklaard: “Ik ben de bedrijfsvoerder van Broeslee I B.V. maar de feitelijke leiding is in handen van mijn zoon Anthonie. Hij is bevoegd om te tekenen voor mij, ik had hem daar mijn goedkeuring voor gegeven.”.

Terwijl de heer A.A.P.C. van den Broek (Anthonie) verklaart: “Mijn connectie met Broeslee I is: ik werk voor Broeslee I. Ik heb geen lasten en lusten van deze B.V. Ik bepaal het beleid want ik ben bedrijfsleider. Ik mag en moet alles zelf regelen. Ik heb toestemming van de directeur van deze B.V., genaamd de heer Van den Broek. Dit is mijn vader.”.

Per 1 juli 2008 is de fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Van den Broek-Sleegers Beheer B.V. op verzoek van Broeslee I ontbonden. De fiscale eenheid met betrekking tot de vennootschapsbelasting is wel gehandhaafd.

2401453 Broeslee I/faillissement 10/06/2014

2

1.2

Winst en Verlies

:

Het resultaat voorbelastingen bedroeg in: 2008 -/- € 125.556,-2009

€ 166.293,--

20 2010 -/- € 269.058,-2011 -/- € 793.535,--

Het resultaat na belastingen bedroeg in: 2008

€

82.029,--

2009

€

201.755,--

2010

€

290.727,--

2011 -/- € 2.710.691,--

In 2011 zijn buitengewone lasten opgenomen bestaande uit een waardevermindering onroerend goed tot € 1.800.000,-- en een afwaardering de voorraad varken met € 100.000,-, in totaal € 1.941.206,--.

1.3

Balanstotaal

:

Uit de jaarstukken blijkt: 2008

€ 7.195.799,--

2009

€ 6.391.557,--

2010

€ 6.273.025,--

2011

€ 4.213.217,--

In 2011 heeft de hiervoor onder 1.2 gememoreerde herwaardering plaatsgevonden terwijl in de balans bij de toelichting bij de voorraden wordt vermeld: “De activiteiten van de varkenshouderij waren in 2009 ondergebracht bij Van den Broek Varkenshouderij Lierop B.V. Met ingang van maart 2010 is de Varkenshouderij weer ondergebracht bij Broeslee I B.V.”.

1.4

Lopende procedures

:

Ten tijde van het faillissement was een procedure aanhangig bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, afdeling bestuursrecht, van 28 februari 2013 waarbij ondermeer aan Broeslee een boete opgelegd is geweest van € 250.000,--.


3

Onder verwijzing naar artikel 27 lid 2 Fw heeft de staatssecretaris Economische Zaken ontslag van instantie verzocht voor zover het beroep betreft ingesteld door Broeslee I. Voor wat het door de staatssecretaris ingestelde beroep zet de staatssecretaris de procedure door.

Voorts is nog een procedure aanhangig bij het gerechtshof Den Haag waarbij curanda een van de partijen is. Ook deze procedure is geschorst. Ook bleek een procedure aanhangig bij de rechtbank Oost-Brabant tussen de Staat der Nederlanden aan de ene zijde en de heren Van den Broek ter andere zijde, alsmede 25 vennootschappen en stichtingen gelieerd aan Van den Broek waarbij de rechtbank op 6 november 2013 vonnis heeft gewezen in welk vonnis zij spreekt over een drietal takken van vennootschappen en stichtingen van Van den Broek sr. en/of jr. waarbij de rechtbank tot de navolgende verdeling komt.

Aan het hoofd van de eerste tak staat Van den Broek-Sleegers Beheer B.V. waarvan Van den Broek sr. en diens echtgenote M.M.J.H. van den Broek-Sleegers statutair bestuurder zijn en de heer A.A.P.C. van den Broek, jr., feitelijk leidinggevende. Deze vennootschap heeft vier dochters te weten Broeslee I, III, IV en VI.

Als tweede tak onderscheidt de rechtbank de tak waar aan het hoofd staat de Stichting Beheer Van den Broek, waarvan Van den Broek sr. en mevrouw S.A.M. van den Broek-Relou (echtgenote van Van den Broek jr.) en de heer B.A.J.P.M. van den Broek (een andere zoon van Van den Broek sr.) statutair bestuurder zijn. Deze Stichting is aandeelhouder van Van den Broek Beheer Maatschappij Lierop B.V., die weer vijf dochters heeft, waaronder Internationale Varkenshandel A. van den Broek & Zn. B.V.

Als derde tak wordt onderscheiden de Stichting Administratiekantoor Van den Broek waarvan Van den Broek jr. tot medio 2011 bestuurder is geweest en welke Stichting onder meer aandeelhouder is van VVTM Beheer B.V. en welke vennootschap weer dochters en kleindochters heeft waaronder een Poolse vennootschap. Per 10 juli 2011 heeft Van den Broek jr. deze Stichting afgestoten aan de heer R.M. Borawski die daarmee bestuurder van de STAK is geworden alsmede van de dochters en kleindochters van deze Stichting.


4

Zoals aangegeven, de rechtbank heeft op 6 november 2013 vonnis gewezen en alstoen de vorderingen van de Staat afgewezen. Inmiddels is bij exploot van 5 februari 2014 hoger beroep ingesteld.

Na overleg met de rechter-commissaris heeft de curator zich in deze hoger beroep procedure niet gesteld. De Staat heeft een termijn gekregen tot 17 juni 2014 voor het nemen van een memorie van grieven.

1.5

Verzekeringen

:

De curator is (nog) niet bekend met lopende verzekeringen.

1.6

Huur

:

De curator is niet bekend met lopende huurovereenkomsten.

1.7

Oorzaak faillissement

:

(Volgens de heer Van den Broek) De heer Van den Broek geeft aan dat hij namens zijn moeder slechts formeel bestuurder is van de vennootschap. (Hij ontkent derhalve feitelijk leidinggevende te zijn.) Ook geeft de heer Van den Broek aan dat hij niet meer op het terrein van Broeslee I is geweest sinds februari 2013. In februari is hij gearresteerd en vervolgens heeft hij 59 dagen in voorlopige hechtenis gezeten, dit nadat in september 2012 al een inval is geweest door de NVWA in het kader van de controle van de meststoffenwet. Bij het horen van de heer A. van den Broek in het kader van het faillissement van Broeslee III gaf hij aan dat de bank naar aanleiding van de acties van de NVWA in september 2012 het krediet zou hebben opgezegd. Uit de jaarstukken blijkt dat de Rabobank bij brief van 4 mei 2012 daartoe al was overgegaan. Voorts geeft hij aan dat de NVWA de volledige administratie in beslag heeft genomen in 2012 en hij derhalve de curator geen informatie kan verstrekken. Wel geeft hij aan dat op de balans voor een bedrag van ca. € 1.000.000,-- aan voertuigen staan. Deze zijn echter volgens de heer Van den Broek geleasd en hij kan niet verklaren waarom deze op de balans zijn opgenomen onder de activa.

Ook geldt dit voor de diverse containers op de balans welke niet aanwezig zijn. De heer Van den Broek geeft aan dat de betreffende containers geleasd zijn en BTL Lease B.V. deze weer heeft meegenomen met de gelijktijdige opmerking dat de containers alweer versleten waren en het ging om zogenaamde drijfmestcontainers.


5

De heer Van den Broek stelt niet te weten aan wie de varkens die in december nog aanwezig waren, zijn verkocht.

Op concrete vragen naar de oorzaak van het faillissement wordt door de heer Van den Broek enkel aangegeven dat de NVWA respectievelijk Justitie, de zaak heeft stil gelegd en dat dat dus daarom tot een faillissement moest leiden. Op nadere concrete vragen weet de heer Van den Broek geen antwoorden te geven althans hult hij zich in stilzwijgen.

Onderhavige vennootschap maakt deel uit van een grootscheeps onderzoek door Belastingdienst, NVWA alsmede een strafrechtelijk onderzoek. De vennootschap is een van de vele vennootschappen die zowel in Nederland, België, Duitsland als Polen, waarbij de heer Van den Broek betrokken is. Een en ander vormt dan ook voorwerp van nader onderzoek door zowel Justitie als de curator.

Inmiddels heeft overleg plaatsgevonden met de Belgische curator van de BVBA A. van den Broek Fouragehandel en BVBA MBVT waarbij die curator aangeeft geen activa in de faillissementen aangetroffen te hebben en volgens de Belgische wetgeving het recht tot opheffing van het faillissement is overgegaan. Met de curator in Duitsland is overleg in voorbereiding.

Inmiddels is door de rechtbank Oost-Brabant ook in staat van faillissement verklaard de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A. van den Broek Truckservice B.V. met benoeming van mr. M.J.L. Versantvoort te Eindhoven tot curator.

mr. P.C.H.H. Kager berichtte dat hij inmiddels voor opheffing heeft voorgedragen bij de rechtbank Oost-Brabant het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lierop Management B.V.

2.

Personeel

2.1

Aantal ten tijde van faill

:

4

2.2

Aantal in jaar voor faill

:

11


6

2.3

Datum ontslagaanzegging

:

Werkzaamheden

:

30 mei 2013

Er zijn telefonisch contacten geweest met het UWV terwijl ook het betreffende personeel schriftelijk zowel als mondeling is geïnformeerd.

3.

Activa Onroerende zaken

3.1

Beschrijving

:

Curanda is eigenaar van de onroerende zaak staande en gelegen aan de Kromvenweg 21-25 te Lierop alsmede van de onroerende zaak staande en gelegen aan de Lungendonk 16-18 te Lierop. Volgens opgave van de heer Van den Broek zou de vennootschap ook eigenaar zijn van het pand Lungendonk 11 te Lierop. Nadere recherche leert dat het pand Lungendonk 11 te Lierop geen eigendom is van curanda.

Inmiddels is gebleken dat curanda op 15 december 2005 een koopovereenkomst heeft gesloten waarbij verkocht is het achterliggende terrein voorheen behorend bij Lungendonk 1618 met in die overeenkomst een bepaling dat indien niet voor 1 januari 2020 een wijziging van het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden, curanda het terrein voor een thans reeds vastgestelde prijs kan terugkopen en voor het geval er wel een wijziging van het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden, de koper nog een aanzienlijk bedrag moet bijbetalen.

Inmiddels vindt in deze kwestie overleg plaats met de huidige eigenaren alsmede hun raadsman mr. H.J.H. van der Meer, CMS Derks Star Busmann Advocaten. De kwestie hangt samen met het gestelde onder 10.2.

3.2

Verkoopopbrengst

:

Met de hypotheekhouder, Rabobank Hypotheekbank respectievelijk Rabobank Peelland Zuid, is een biedingprocedure opgezet waarbij een achttal gegadigden in de gelegenheid worden gesteld een bod uit te brengen op bij de onroerende zaken alsmede op de varkensrechten. Op dit moment is nog niet te voorzien wat de verkoopopbrengst zal zijn. De panden Kromvenweg 21-25 alsmede Lungendonk 16-18 zijn inmiddels verkocht. Kromvenweg voor een bedrag hoger dan de daarop rustende hypotheek zodat het


7

meerdere aan de boedel is toegekomen. Lungendonk voor een zodanig bedrag dat de hypotheek niet geheel ingelost is kunnen worden.

3.3

Hoogte hypotheek

:

€ 7.356.704,--

3.4

Boedelbijdrage

:

Voorwerp voor nader overleg. De boedelbijdrage voor Lungendonk 16-18 heeft € 13.955,-- bedragen.

Werkzaamheden

:

Zie 3.1. De verkoopwerkzaamheden met betrekking tot de onroerende zaken zijn thans beëindigd.

Bedrijfsmiddelen

3.5

Beschrijving

:

Allereerst merkt de curator op de cijfers met betrekking tot de activa (materiële vaste activa) zoals in de balans opgenomen niet overeenkomen met de activastaat per 1 december 2011. Volgens de activastaat zou er voor een boekwaarde van ruim € 5.000.000,-- aan goederen aanwezig moeten zijn. Volgens de balans zou dit een bedrag van € 3.300.000,-- zijn, waarvan € 156.000,- aan vervoermiddelen (na afschrijvingen) en € 583.000,- aan inventaris. Vooralsnog heeft de curator geen verdere activa, behalve de onroerende zaken aangetroffen. Wel is door Justitie op enig actief beslag gelegd, doch dat behelst bij lange na niet de goederen zoals vermeld op de activastaat. Met betrekking tot de beslagen goederen, die ook onder pandrecht vallen, vindt overleg plaats met bank en Openbaar Ministerie. Naar het schijnt zijn diverse goederen reeds geveild. Met Justitie vindt nader overleg plaats terwijl ook inmiddels overleg tot stand gekomen is met BTL die stelt vervoermiddelen overgedragen gekregen te hebben. Een en ander is voorwerp van nader onderzoek.

Voor wat betreft de boedel is voor dit moment het onderzoek naar BTL geëindigd nu vervoermiddelen/containers welke BTL onder zich genomen heeft verpand zijn aan de bank. Voor dit moment heeft de curator onderhavig dossier overgedragen aan de bank die in deze initiatief dient te nemen.


8

3.6

Verkoopopbrengst

:

Onbekend.

3.7

Boedelbijdrage

:

Onbekend.

3.8

Bodemvoorrecht fiscus

:

Onbekend.

Werkzaamheden

:

Zie 3.5.

Voorraden / onderhanden werk

3.9

Beschrijving

:

Begin januari zouden er nog minstens 1600 vleesbiggen aanwezig moeten zijn geweest. Voor zover de curator kan nagaan zijn deze in januari verkocht naar ‘Spanje’ althans volgens de mededeling van de Dienst Regelingen. De heer Van den Broek weet bij navraag niets van deze varkens. Ook via Dienst Regelingen is geen duidelijkheid kunnen verkrijgen waar de varkens gebleven zijn. Het gerucht gaat dat deze naar Spanje zouden zijn geëxporteerd. De curator stelt een nader onderzoek in.

Nader onderzoek heeft nog niet tot resultaten geleid.

3.10

Verkoopopbrengst

:

Voorwerp voor nader onderzoek.

3.11

Boedelbijdrage

:

--

Werkzaamheden

:

Zie hiervoor.

:

Niet van toepassing.

Andere activa

3.12

Beschrijving

In de boedel bevonden zich ook nog varkensrechten. Deze zijn na verkregen toestemming van de rechtercommissaris via een biedingsprocedure verkocht.


9

3.13

Verkoopopbrengst

:

-€ 290.400,--

Werkzaamheden

4.

Debiteuren

4.1

Omvang debiteuren

:

--

:

De curator heeft geen debiteuren in het faillissement aangetroffen, dit terwijl de balans per 31 december 2012 een bedrag van € 308.399,-- aan handelsdebiteuren opgeeft, terwijl er ook twee rekening-courantverhoudingen zijn, te weten met de stichting Kromven en de stichting Lungendonk. Ook heeft de curator op de rekening van ING betalingen aangetroffen aan derden over het jaar 2013. De heer Van den Broek is daarmee geconfronteerd, doch geeft aan van niets te weten. Dit terwijl ING Bank aangeeft dat zowel hij als zijn moeder enig gemachtigde zijn op de rekeningen. Nader onderzoek zal daarom plaatsvinden. De betaling via ING Bank zijn nog voorwerp van nader onderzoek. De curator wacht nog op diverse reacties.

De curator heeft nog geen volledig beeld gekregen.

4.2

Opbrengst

:

Onbekend.

4.3

Boedelbijdrage

:

Onbekend.

Werkzaamheden

:

Zie 4.1.

5.

Bank / Zekerheden

5.1

Vorderingen van bank

:

Rabobank heeft inmiddels een vordering ingediend totaal belopende een bedrag van € 4.122.267,48. Voor de vordering van de bank hebben zich meerdere vennootschappen hoofdelijk verbonden zodat voor de afwikkeling van het faillissement er een toerekening zal dienen plaats te vinden naar de diverse vennootschappen.


10

Zoals onder 1.7 aangegeven is er een nieuwe vennootschap in staat van faillissement verklaard. De vennootschappen welke onder dezelfde STAK vallen zijn nog niet gefailleerd.

5.2

Leasecontracten

:

Onbekend. Voorwerp van nader onderzoek o.a. in overleg met BTL. De curator beziet deze leasecontracten in samenspraak met de Rabobank.

5.3

Beschrijving zekerheden

:

De bank heeft een eerste hypothecaire inschrijving op de onroerende zaken Kromvenweg 2125 te Lierop en Lungendonk 16-18 te Lierop. Daarnaast is aan de bank verpand de vordering op derden, inventaris, transportmiddelen en dieren. Daarnaast is hoofdelijk aansprakelijk de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Van den Broek-Sleegers en zijn er diverse borgstellingen afgegeven voor meer dan € 11.000.000,--. Met de bank vindt nog overleg plaats over de zekerheden en de uitwinning daarvan.

5.4

Separatistenpositie

:

5.5

Boedelbijdragen

:

Zie onderdeel 3.

5.6

Eigendomsvoorbehoud

:

Voor zover na te gaan niet van toepassing.

5.7

Reclamerechten

:


5.8

Retentierechten

:


Werkzaamheden

:

Nader overleg met de bank is ingepland.

Er is in samenspraak met de bank gekomen tot verkoop van de onroerende zaken, terwijl ook nader overleg plaatsvindt met de bank teneinde tot een inventarisatie te komen van de positie van de bank in onderhavig faillissement en in samenhang met de overige vennootschappen.


11

6.

Doorstart/voortzetten

Voortzetten

6.1

Exploitatie / zekerheden

:


6.2

Financiële verslaglegging

:

--

Werkzaamheden

:

--

Doorstart

6.3

Beschrijving

:


6.4

Verantwoording

:

--

6.5

Opbrengst

:

--

6.6

Boedelbijdrage

:

--

Werkzaamheden

:

--

7.

Rechtmatigheid

7.1

Boekhoudplicht

:

Deze kan mede door de beslaglegging op de administratie nog niet worden beoordeeld.

7.2

Depot jaarrekeningen

:

De jaarrekening over 2011 is op 28 januari 2013, en derhalve tijdig, gedeponeerd.

7.3

Goedk. Verkl. Accountant


:


12

7.4

Stortingsverpl. aandelen

:

De vennootschap is opgericht in maart 1997 en eventuele volstortingsverplichtingen zijn verjaard.

7.5

Onbehoorlijk bestuur

:


7.6

Paulianeus handelen

:


Werkzaamheden

:

Doordat de heer

Van den Broek jr. geen enkele

medewerking wil verlenen en de heer Van den Broek sr. is overleden, loopt het onderzoek moeizaam. Er vindt wel samenwerking plaats met de NVWA.

De

samenwerking

met

de

NVWA

wordt

gecontinueerd. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven het onderzoek naar de strafbare feiten nog niet te hebben afgerond.

8.

Crediteuren

8.1

Boedelvorderingen

:

Nog niet ingediend.

8.2

Preferente vord. van de fiscus

:

€ 134.448,10 € 268.752,11 € 284.146,46

8.3

Preferente vord. van het UWV

:

Nog niet ingediend.

8.4

Andere preferente crediteuren

:

Onbekend. BSOB Waterschapslasten ad € 3.113,85


13

8.5

Aantal concurrente crediteuren

:

36

8.6

Bedrag concurrente crediteuren

:

€ 4.537.373,89 € 5.431.126,23 € 5.658.155,91

8.7

Verwachte wijze afwikkeling

9.

Procedures

9.1

Naam wederpartij(en)

:

Nog niet bekend

:

Door de boedel zelf zijn geen procedures aanhangig gemaakt. Wel is aanhangig nog een procedure contra de Staatssecretaris van Economische Zaken Landbouw en Innovaties en een procedure in hoger beroep bij het gerechtshof Den Haag tegen De Staat der Nederlanden, waarin De Staat arrest heeft gevraagd. Zoals hiervoor omschreven is inmiddels hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. Overige procedures zijn geschorst. Zoals aangegeven de curator heeft zich in de hoger beroep procedure niet gesteld.

9.2

Aard procedure

:

9.3

Stand procedure

:

Onbekend.

In een procedure is arrest gevraagd en de andere procedure is geschorst.

Werkzaamheden

10.

Overig

10.1

Termijn afwikkeling faill

:

:

Het is op dit moment nog onduidelijk wanneer het faillissement zal kunnen worden afgewikkeld. Onderhavig faillissement hangt samen met het faillissement van Broeslee III en naar verwachting zullen nog enige andere faillissementen zoals van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Van den Broek-Sleegers en Broeslee IV en VI uitgesproken gaan worden.


14

De faillissementen van Broek-Sleegers, Broeslee IV en Broeslee VI zijn nog niet uitgesproken. Ter zake vindt ook overleg met de bank plaats.

Overleg met de bank wordt gecontinueerd en hangt samen met de diverse andere “Van den Broek vennootschappen”.

10.2

Plan van aanpak

:

De curator heeft inmiddels het Openbaar Ministerie in ’s-Hertogenbosch benaderd met het verzoek NVWA te machtigen informatie met de curator te delen en de curator in het bezit te stellen van voor behandeling van het faillissement noodzakelijke informatie. Meer in het bijzonder is verzocht inzage te verstrekken in specifieke overeenkomsten en inzage te geven in de beslagen goederen en de staat waarin deze zich thans bevinden, zodat de goederen uitgewonnen kunnen worden ten behoeve van het faillissement. Ook vindt samenspraak plaats met de Rabobank. Het overleg met het Ministerie is in gang gezet evenals met de Rabobank.

Daarnaast is een nieuw probleem ontstaan doordat de curator wordt aangesproken met de stelling dat curanda 6000 ton zogenaamde stapelbare mest heeft laten opslaan op een niet bij haar in eigendom doch wel in gebruik zijnde terrein gelegen achter het pand Lungendonk 1618. Een ander bevindt zich nog in een overlegstadium.

Inmiddels heeft er overleg plaatsgevonden met de huidige eigenaren en hun raadsman. Uit het overleg zal een voorstel komen wat vervolgens gezien zal worden en zo nodig besproken met de rechter-commissaris.

10.3

Indiening volgend verslag

:

November 2014

Dit openbaar verslag en het bijbehorende financieel verslag zijn geen prospectus of jaarrekening. Hoewel de informatie in dit openbaar verslag zo zorgvuldig mogelijk is samengesteld, staat de curator niet in voor de volledigheid en juistheid daarvan. Mogelijk is immers dat onder andere bepaalde informatie nog niet beschikbaar is, nog niet geopenbaard kan worden, of – achteraf – bijgesteld dient te worden. Dit kan ingrijpende gevolgen hebben voor de in dit verslag geschetste perspectieven voor crediteuren. Aan dit verslag kunnen derhalve geen rechten worden ontleend.


15

Voor zover de tekst in dit verslag afwijkt van hetgeen in het vorige verslag is gemeld, is die tekst vetgedrukt weergegeven

Recommend Documents