Voor regelaars uit het assortiment Synco 700 en Synco RXB

5

Communicatiecentrale

663

OZW775

Voor regelaars uit het assortiment Synco™ 700 en Synco™ RXB De communicatiecentrale OZW775 maakt deel uit van het Synco™ productassortiment. De centrale wordt gebruikt in installaties voor het bedienen en bewaken van Synco™ 700 regelaars en Synco™ RXB regelaars, die zijn geïntegreerd in Konnex netwerken. Belangrijkste kenmerken: • Bediening van Synco™ regelaars vanaf een bedienstation, direct of via een modem • Door de gebruiker in te geven teksten voor ingangen, uitgangen en functieblokken • Afgeven van storingsmeldingen aan bedienstations, SMS ontvangers, pagers, faxapparaten of e-mail ontvangers • Periodieke verzending van systeemrapporten aan meldingontvangers • Opslag van de laatste 500 storingen en meldingen (historie) • 4 meldingontvangers met instelbare overdrachttijden • 8 digitale ingangen voor storingen en bedrijfstoestanden door contacten • 8 universele ingangen, configureerbaar voor analoge, digitale en puls signalen • 5 bedrijfsurentellers, automatische afgifte van onderhoudsmeldingen • 8 meters voor pulssignalen, afgegeven door warmte-, water-, gas- of elektriciteitsmeters • 4 weekschakelklokken om externe apparaten via relais te schakelen • 6 relais, te gebruiken met weekschakelklokken of als storingsrelais • 5 offline trends voor 50.000 geregistreerde waarden Toepassing Gebouwsoorten

• Overheidsgebouwen, kantoren en administratiegebouwen • Schoolgebouwen, sporthallen, recreatieruimten en hotels • Kleine fabrieksgebouwen, appartementengebouwen, flatgebouwen

Gebouwbeheerders

• Onderhoudsbedrijven, installatiebeheerders • Technische diensten van gebouwen • Stadsverwarmingsbedrijven, installateurs, eindgebruikers

CE1N5663nl 06.2006

Building Technologies HVAC Products

Functies Basisfuncties

De communicatiecentrale OZW775: • vergemakkelijkt de toegang tot installaties en Synco regelaars via een bedienstation dat direct of via een modem is verbonden om parameters, proceswaarden, operationele gegevens en week- / vakantieprogramma's weer te geven en/of te wijzigen • bewaakt de Synco regelaars op het Konnex netwerk en registreert storingstoestanden op digitale en universele ingangen • rapporteert storingen via een directe verbinding aan een lokaal bedienstation en – via een modem – aan bedienstations op afstand, SMS ontvangers, pagers, faxapparaten of e-mail ontvangers* • bepaalt als kloktijd-master de systeemtijd voor de regelaars op het Konnex netwerk • regelt als systeemklok met instelbare tijdzone de zomer- / wintertijd omschakelingen * Alleen mogelijk met GSM modem en afhankelijk van de telefoonprovider

Storingen Storingsbronnen

De communicatiecentrale signaleert uitval en storingen van de regelaars op het Konnex netwerk die zijn opgenomen in het regelaaroverzicht van de centrale (storingsbron "System"). De communicatiecentrale identificeert interne storingen en storingstoestanden op de als storingsingangen geconfigureerde digitale en universele ingangen (storingsbron "Local"). Kenmerkende storingen op de ingangen zijn: • • • • •

Overbelastingssignalen van thermische beveiligingsschakelaars Fouttoestanden, gesignaleerd door schakelaars of thermostaten Over- of onderschrijdingen van grenswaarden Storingstoestanden van besturingen en installaties Verzamelmeldingen van externe installaties

Storingsweergave

Afhankelijk van de storingsbron signaleert de communicatiecentrale storingen via de "Local" LED of "System" LED. Eveneens geeft de "Local" LED een signaal af wanneer het aantal bedrijfsuren voor onderhoud is bereikt.

Storingsrelais

2 relaisuitgangen kunnen worden geconfigureerd als storingsrelais. Dit betekent dat storingen, behalve via de LED's, door andere visuele of akoestische meldapparaten kunnen worden gesignaleerd.

Storingsmeldingen

Storingen kunnen ook worden afgegeven in de vorm van tekstmelding via PC- of modemverbinding. Voor meldingen via een modem kan het aantal herhalingen en de meldingsinterval van het modem worden ingesteld.

Bevestiging van storingen

Een niet bevestigde "Local" storing wordt aangegeven door de knipperende "Local" LED. Na bevestiging van de storing met de toets "Ack", blijft de LED branden zolang de storing niet is afgehandeld. Wanneer een storingsrelais is geconfigureerd, zal het storingsrelais worden gereset door het indrukken van de toets "Ack". Hetzelfde gedrag is van toepassing bij niet bevestigde "System" storingen met geconfigureerd storingsrelais. Wanneer geen storingsrelais wordt gebruikt, zullen storingen automatisch worden bevestigd, dat wil zeggen, de "System" LED zal direct gaan branden (niet gaan knipperen totdat de bevestiging plaats vindt). Externe bevestiging van storingen kan worden uitgevoerd via een digitale ingang, wanneer de ingang wordt verbonden met de ingang "Ack" van het functieblok "Storingen".

Systeemrapportage

De communicatiecentrale is in staat om systeemrapporten te genereren en om periodiek de bedrijfstoestand van het systeem naar verschillende ontvangers te versturen.

2/16 Building Technologies HVAC Products

Communicatiecentrale OZW775

CE1N5663nl 06.2006

Historie

De historie bevat de laatste 500 gebeurtenissen met betrekking tot storingen, storingsmeldingen en systeemrapporten. De gebeurtenissen worden ingevoerd in het cyclisch werkende geheugen van de communicatiecentrale. De historie gegevens kunnen worden uitgelezen op een bedienstation waarop ACS7… software is geïnstalleerd.

Offline trend

De "Offline trend" voorziening stelt de gebruiker in staat om waarden te registreren van geselecteerde datapunten van de communicatiecentrale en van Synco regelaars, die in het regelaaroverzicht voorkomen. Voor de definitie van trends, de wijze van weergave op een bedienstation en het exporteren van gegevens (bijv. naar een Excel spreadsheet), is ACS7… software vereist. Er kunnen 5 offline trends worden gedefinieerd en tegelijk worden geactiveerd. Trend registratie kan bestaan uit 10.000 waarden (aantal datapunten x aantal samples). Voorbeelden: De communicatiecentrale heeft voldoende geheugencapaciteit voor registratie van: • 1 datapunt elke 30 seconden gedurende 83 uur • 6 datapunten elke 30 seconden gedurende 27 uur • 10 datapunten elke 5 minuten gedurende 7 dagen Het aantal geregistreerde waarden wordt gereduceerd wanneer tegelijkertijd ook teksten moeten worden geregistreerd (bijv. namen van ingangen, namen van besturingen bij bedrijfsurentelling).

Bestelling en levering Bij bestelling moet de naam en het typenummer (ASN) worden opgegeven: • Communicatiecentrale OZW775 De centrale wordt geleverd in een kartonnen doos. Hierbij wordt meegeleverd: • Meertalige Installatieaanwijzing G5663 • CD met ACS7… software De Inbedrijfstellingshandleiding C5663 bevindt zich op de CD in de vorm van een PDF-bestand. Productdocumentatie Soort document

Document nr.


Apparatenblad Installatieaanwijzing (meegeleverd) Inbedrijfstellingshandleiding

N5663 G5663 C5663

Synco regelaars

Communicatiecentrale Verwarmingsregelaar Universele regelaar Ruimtebedienapparaat Besturingscentrale ruimteregelaars Vrij configureerbare regelaar Ketelvolgorderegelaar Ruimteregelaar

Konnex bus

Apparatenblad Basisdocumentatie

N3127 P3127

ACS7… software

Apparatenblad

N5640

OZW771 RMH760 RMU7x0 QAW740 RMB795 RMS705 RMK770 RXB2x.1

N3117 N3131 N3141 N1633 N3121 N3123 N3132 N3872



CE1N5663nl 06.2006

Mechanische uitvoering De behuizing van de communicatiecentrale bestaat uit een ondergedeelte, waarin de printplaten en aansluitklemmen zijn opgenomen. Door het bovendeel worden de printplaten afgedekt. De LED's, bedieningstoetsen, poorten en steekplaatsen voor de CF kaarten (compact flash geheugenkaarten) zijn aangebracht in het bovendeel. De markering van de elementen en aansluitklemmen staan op de voorzijde van de behuizing. De vorm en de afmetingen van de behuizingdelen komen overeen met uitvoering 2 volgens DIN 43880.

Basisuitvoering

1

2

3

4

5

6

7

8 9

XX:XX:XX:XX:XX:XX

OZW775

Q11 Q12 Q21 Q22 Q Q

Q Q

OZW775

XXXXXXXXXXXX HEX

OZW775

18 19 20 21

10 11 12 13

14 15 16 17 18

Item

Markering

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

PC D1...D8 M X1...X8 M

20 21 22 23 24 25 26 27

19

20 21

22

23

5663Z01

040601A001001

24

25 26

27

Element

Poort (USB) Aansluitklemmen digitale ingangen (M = meetnul) Aansluitklemmen universele ingangen (M = meetnul) Bovendeel behuizing Modem Poort (RS-232) KNX LED (groen/rood) busspanning, gegevensuitwisseling via KNX (groen), centrale in adresseerstand (rood) CE- CE+ Aansluitklemmen KNX (Konnex) Ethernet Stekkerbus voor Ethernet moduul (Ethernet moduul in voorbereiding) Doorkijkopening voor LED op Ethernet moduul bedrijfsspanning, communicatie via PC of modempoort Run LED (groen) Local LED (rood) storing centrale of op storingsingang, of “Bedrijfsuren bereikt” System LED (rood) storing op apparaten in het Konnex netwerk CF Cards LED (groen) geen functie G G0 Aansluitklemmen voor AC 24 V bedrijfsspanning Config Toets voor functie, zie “Toetscombinaties“ Ack Toets storingbevestiging "Local", bevestiging storinguitgang "System" CF Card Config/Report Ruimte voor CF Card Config/Report (kaart in voorbereiding) CF Card Memory Ruimte voor CF Card Memory (kaart in voorbereiding) Q11,Q12 Q21,Q22 Aansluitklemmen voor 4 relais met verbreekcontacten Q31,Q32 Q41,Q42 Report Toets voor functie, zie “Toetscombinaties“ Modem Toets initialiseert modem, test verbinding met modem (kort), verstuurt systeemrapport (lang) Q73,Q74 Q83,Q84 Aansluitklemmen voor 2 relais met maakcontacten Bevestigingsstrip voor kabelbinder (trekontlasting van de aansluitkabel) Borgveer voor montage van de communicatiecentrale op DIN-rail TH 35-7.5 Snapslot voor deksel Deksel voor toegang tot insteekruimte voor uitbreidingsmodulen (modulen in voorbereiding) Ondergedeelte behuizing



CE1N5663nl 06.2006

Technische uitvoering In de communicatiecentrale zijn een aantal functieblokken (FB's) opgenomen. De functionaliteit van de centrale kan worden uitgebreid door het aansluiten (configureren) van de digitale ingangen N.D1…N.D8 en de universele ingangen N.X1…N.X8 op de FB ingangen "d", "x" en "i" (voor beschrijving van de FB's, zie de volgende pagina). Ingangen en uitgangen Digitale ingangen

De digitale ingangen N.D1…N.D8 worden gebruikt voor het aansluiten van potentiaalvrije meldcontacten. Wanneer de digitale ingangen voor FB "Storingen" worden gebruikt, functioneren deze als storingsingangen. Wanneer deze worden gebruikt voor FB "Bedrijfsuren", kan het aantal bedrijfsuren van besturingen, zoals branders, pompen, ventilatoren, enz., worden geteld. De universele ingangen N.X1…N.X8 zijn configureerbaar voor potentiaalvrije meld- en impulscontacten en voor analoge signalen van opnemers.

Universele ingangen

Wanneer de universele ingangen worden geconfigureerd voor meldcontacten (digitaal) of grenswaarden (analoog) en worden aangesloten op FB "Storingen", werken zij als storingsingangen. Worden de universele ingangen geconfigureerd voor bedrijfstoestand contacten van besturingen en aangesloten op FB "Bedrijfsuren", dan kan het aantal bedrijfuren worden geteld. Worden de universele ingangen geconfigureerd voor het tellen van impulsen en aangesloten op FB "Meters", dan kunnen de verbruikswaarden (warmte, gas, elektriciteit, enz.) worden geteld. De uitgangen van de relais N.Q1…N.Q4 hebben verbreekcontacten en die van de relais N.Q7, N.Q8 hebben maakcontacten. Om storingen te signaleren (bijv. met waarschuwingslampen of claxons), moet relais 1 en / of relais 2 van FB "Storingen" worden aangesloten op een van de relais N.Q_.

Relaisuitgangen

Wanneer één van de relais N.Q_ is aangesloten op een FB "Weekschakelklok met besturingsschakelaar", dan werkt relais N.Q_ in de stand "Auto" volgens het klokprogramma, of volgens de stand "Uit" of "In" van de besturingsschakelaar. N.D1

N.D2

d

N.D3

d

d x x

d

N.D4

x

N.D5

d x x x

N.D6

d

x x

x x

N.D7

d

x x

x x

N.D8

d x x

d

N.X3

N.X4

x

N.X5

x

N.X6

x

N.X7

N.X8

x

x

x

x

x

d

d

d

d

d

i

i

i

i

i

i

i

i

Systeem

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

6

7

8

20

19

18

17

15

16

14

12

13

11

9

10

7

8

6

5

3

4

2

Intern 1

N.X2

x x x x

Ack Storingen

N.X1

Bedrijfsuren

Meters

R e la is 1 R e la is 2

Q

Q Ein/Aus

d 1

Aan/Uit

2

Aan/Uit

3

Aan/Uit

4

Aan/Uit

Meldingontvangers

Ontvanger 1 Aan/Uit

Q

Q

1 Kalender

Q

Q

Ontvanger 2

Ontvanger 3

Aan/Uit

Aan/Uit

2 Kalender

3 Kalender

c

c

c

Ontvanger 4 Aan/Uit

4 Kalender c

Q

N.Q1

N.Q2

Q

Q

Q

Q

N.Q3

N.Q4

N.Q7

N.Q8

c

c

PC

Modem

5663B01en

Q

Input identifier

Sy ste em rap p o rt

Ingangen, uitgangen en functieblokken van de communicatiecentrale OZW775 5/16 Building Technologies HVAC Products


CE1N5663nl 06.2006

Functieblokken FB "Storingen"

FB "Storingen" is ontworpen voor 20 storingsingangen. De als storingsingangen geconfigureerde ingangen N.D1…N.D8 (digitaal) en N.X1…N.X8 (digitaal / analoog) worden aangesloten op FB ingangen "x". Afhankelijk van storingsprioriteit en storingsbron wordt "Relais 1" en / of "Relais 2" bekrachtigd,. FB "Storingen" verwerkt storingen en uitval van Synco regelaars (“System“ storingen) die zijn opgenomen in het regelaaroverzicht evenals storingen op de storingsingangen en storingen van de communicatiecentrale ("Local" storingen). Voor externe storingsbevestiging moet een digitale ingang worden aangesloten op de ingang "Ack". Externe storingsbevestiging werkt op dezelfde wijze als het indrukken van de toets "Ack".

FB "Bedrijfsuren"

FB "Bedrijfsuren" is ontworpen voor maximaal 5 bedrijfsurentellers. De bedrijfstoestand contacten van de besturingen worden aangesloten op FB ingangen "d" via de digitale ingangen N.D1...N.D8 of N.X1...N.X8 (geconfigureerd als digitale ingangen). Indien een onderhoudsinterval is bepaald, geeft de “Local“ LED aan wanneer het aantal bedrijfsuren is bereikt en er wordt, indien geconfigureerd, een onderhoudsmelding afgegeven.

FB "Meters"

FB "Meters" is ontworpen voor maximaal 8 meterwaarden. De universele ingangen N.X1…N.X8 (geconfigureerd voor impulsen) worden aangesloten op FB ingangen "i". De telimpulsen verkregen van warmte-, water-, gas- en elektriciteitmeters worden omgezet in verbruikswaarden, bijv. energie in Wh of kWh, of volume in m3. De waarden en opnamedata van de laatste 15 maanden worden opgeslagen.

FB "Meldingontvangers"

FB "Meldingontvangers" is onderverdeeld in 4 ontvangers. Meldingenonderdrukking via ingang "d" werkt op alle ontvangers. Het ontvangertype en de storingsprioriteit zijn voor iedere ontvanger afzonderlijk in te stellen. Iedere ontvanger heeft een "Schakelklok met kalender" voor het programmeren van 3 overdrachttijdstippen per dag en vakanties / uitzonderingsdagen. Uitgangen "c" worden aangesloten op PC- of modempoort "c". Op de PC- of modempoort kunnen verschillende ontvangeruitgangen worden aangesloten. Voorbeeld: Alle storingsmeldingen van maandag t/m vrijdag, van 08:00 - 18:00 uur, moeten worden verstuurd naar het "Service Center", bijv. een faxapparaat. Buiten deze uren moeten de storingsmeldingen worden verstuurd naar een "24-uurs service", bijv. SMS naar mobiele telefoon.

FB "weekschakelklok met keuzeschakelaar"

De 4 FB's "Weekschakelklok met keuzeschakelaar" maken het mogelijk om via de relais N.Q_ verschillende verbruikers tijdafhankelijk te schakelen. In iedere weekschakelklok kunnen maximaal 6 schakelpunten per dag worden ingesteld (3 x "In" en 3 x "Uit"). Tevens is een keuzeschakelaar te configureren met de standen "Auto" / "Uit" / "In". Wanneer een schakelklokuitgang "Q" wordt aangesloten op een relaisuitgang, dan wordt het relais in de stand "Auto" overeenkomstig het klokprogramma bestuurd of is het relais permanent "Uit" of "In".

FB "Systeemrapport"

In FB "Systeemrapport" kan de tijd (hh:mm) van verzending van de melding en de meldcyclus interval (1...255 dagen) voor het afgeven van de systeemrapportage worden ingesteld. Een systeemrapport wordt, afhankelijk van de storingsprioriteit (urgent / niet urgent), verstuurd naar één of meerdere meldingontvangers.



CE1N5663nl 06.2006

Poorten

De communicatiecentrale heeft 3 poorten (zie hieronder en in de "Technische gegevens" onder PC poort, modem poort en Konnex bus).

PC poort

De poort gemarkeerd met "PC", wordt gebruikt voor de directe (lokale) verbinding via een USB kabel met een bedienstation .

Modem poort

De poort gemarkeerd met "Modem" wordt gebruikt voor verbinding met een modem via een RS-232 kabel.

KNX poort

De poort gemarkeerd met "KNX" en aansluitklemmen CE+ en CE- worden gebruikt voor de verbinding met de Konnex bus (voor meer informatie over de Konnex bus, zie apparatenblad N3127).

Ontvangers, protocolondersteuning, modem

De communicatiecentrale kan worden geconfigureerd om korte meldingen naar SMS ontvangers, pagers, faxapparaten of e-mail ontvangers* te sturen. De instellingen die moeten worden gemaakt, hangen af van en worden vastgesteld door de betreffende telefoonprovider. * Alleen mogelijk met GSM modem en afhankelijk van de telefoonprovider Ontvanger

Protocolondersteuning telefoonprovider

Modem voor OZW775

PC met ACS7…

Geen speciale eisen

SMS ontvanger

Vast netwerk, telefoonprovider die het UCP of TAP protocol ondersteunt

Hayes-compatibel analoog modem

Pager

Vast netwerk, telefoonprovider die het TAP protocol ondersteunt

Faxapparaat

Geen speciale eisen (wel modemtype-afhankelijk)

PC met ACS7…

Geen speciale eisen

SMS ontvanger

GSM telefoonprovider

Pager

GSM telefoonprovider die zenden van korte meldingen naar pagers ondersteunt Vast netwerk telefoonprovider die het TAP protocol ondersteunt

Faxapparaat

GSM telefoonprovider die zenden van korte meldingen naar faxapparaten ondersteunt

E-mail ontvanger

GSM telefoonprovider die zenden van korte meldingen naar e-mail ontvangers ondersteunt

PC met ACS7… *

Geen speciale eisen

SMS ontvanger *

ISDN telefoonprovider die het UCP of TAP protocol ondersteunt

Pager *

ISDN telefoonprovider die het TAP protocol ondersteunt

"Fax Class 2" of "Fax Class 2.0" GSM modem (bijv. Siemens TC35)

"Fax Class 2" of "Fax Class 2.0"

ISDN modem *

* Het ISDN protocol bij de telefoonprovider, bij de ontvanger en van het toegepaste ISDN modem moet hetzelfde zijn. Voor ISDN modems adviseren wij uitsluitend X.75 als ISDN protocol.



CE1N5663nl 06.2006

Communicatie via modem

Bij de communicatie via een modem ondersteunt de communicatiecentrale de navolgende typen meldingontvangers: Bedienstation (PC met ACS7…), SMS ontvangers, pagers, faxapparaten en e-mail ontvangers*.

PC met e-mail ontvangst

Fax Pager

Mobiele telefoon voor SMS ontvangst

PC met ACS7…

Directe verbinding

Door de PC poort te gebruiken, kan de communicatiecentrale direct worden verbonden met een lokaal bedienstation. Voor deze verbinding is een USB kabel vereist. PC met ACS7…

USB kabel PC poort

Parallel bedrijf

1 communicatiecentrale kan worden verbonden met 2 bedienstations, direct en via modem, voor gelijktijdig bedrijf.



CE1N5663nl 06.2006

Montage aanwijzingen De communicatiecentrale moet worden gemonteerd in een regelpaneel of een bedieningspaneel. Een goede toegankelijkheid bij onderhoud moet zijn gewaarborgd. • • • •

Standaard montage Wandmontage Montagestand Montage en afmetingen

op standaard DIN rail TH 35-7.5 vastgeschroefd op de achterwand alleen horizontaal zie "Afmetingen"

Installatie aanwijzingen Belangrijk

Bij het installeren van de centrale moet aan de volgende punten aandacht worden geschonken: • Bij het monteren op een vrij toegankelijke wand, is er geen beveiliging tegen het gevaar van een elektrische schok op de uitgangsklemmen van relais die netspanning voeren (onderzijde van de centrale, klemmen niet afgedekt) • De communicatiecentrale moet worden gemonteerd in een regelpaneel of een bedieningspaneel • Beveiligingen, schakelaars, bedrading en aarding moeten volgens de lokale voorschriften voor elektrische installaties worden uitgevoerd • Met de relaiscontacten van de communicatiecentrale kan voedingsspanning of laagspanning worden geschakeld. Het schakelen van zowel net- als laagspanning is niet toegestaan • Circuits met relaiscontacten Q11, Q12 via Q41, 42 moeten worden aangesloten op dezelfde netfase • Circuits met relaiscontacten Q73, Q74 en Q83, Q84 moeten worden aangesloten op dezelfde netfase • Alleen potentiaalvrije contacten mogen worden aangesloten op de digitale ingangen D1…D8 en de universele ingangen X1…X8 (geconfigureerd voor digitale ingangssignalen). • In omgevingen met sterk elektromagnetische storingen (bijv. in industriële omgevingen met elektrische lasuitrusting), wordt de bewaking van de installatie via de "PC" poort niet geadviseerd

Voedingsspanning

De communicatiecentrale werkt op AC 24 V en moet voldoen aan de eisen van SELV / PELV (veiligheidslaagspanning). De gebruikte transformatoren moeten veiligheids-scheidingstransformatoren zijn, geschikt voor 100 % inschakelduur (overeenkomstig EN 61558-2-6).

Bedrading

Teneinde een gemakkelijke bekabeling te garanderen moet er voldoende ruimte rondom de centrale aanwezig zijn. Om verkeerde bedrading te beperken, zijn de klemmen van de centrale zodanig geplaatst dat de ingangs- en uitgangsleidingen kruisingsvrij kunnen worden aangesloten. De aansluitklemmen voor de digitale en universele ingangen alsmede voor de Konnex bus zijn aan de bovenkant van de centrale aangebracht (laagspanningszijde). De aansluitklemmen voor AC 24 V bedrijfsspanning en voor de relaisuitgangen die netspanning voeren, zijn aan de onderzijde aangebracht (netspanningszijde).

Aansluitklemmen

De klemmen zijn geschikt voor leidingen met een diameter van tenminste 0.8 mm of draaddoorsneden van 0.5...2.5 mm2 (zie ook "Technische gegevens").



CE1N5663nl 06.2006

Inbedrijfstellingsaanwijzingen Inbedrijfstelling via de PC poort

De communicatiecentrale wordt lokaal inbedrijfgesteld en geconfigureerd via de PC poort, met behulp van een laptop / PC. Voor de aansluiting van de communicatiecentrale is een USB kabel type A-B vereist. Op de laptop / PC moet ACS7… software zijn geïnstalleerd (voor informatie over ACS7… software, zie apparatenblad N5640). De werkwijze van de inbedrijfstelling en configuratie is beschreven op de meegeleverde CD in de vorm van een PDF-bestand. Ook de Installatie aanwijzingen G5663xx (meegeleverd met de centrale, zie onder “Inbedrijfstelling“) geven belangrijke informatie over de inbedrijfstelling.

Geautoriseerd personeel

Alleen geautoriseerd en opgeleid technisch personeel mag de communicatiecentrale inbedrijfstellen.

Keuze van de telefoonprovider en modem

Voorafgaande aan de inbedrijfstelling van de centrale moeten, afhankelijk van de meldingenontvangers, de telefoonprovider en het modem worden geselecteerd. Indien een GSM modem wordt gebruikt, moet zeker zijn dat met de SIM kaart datacommunicatie mogelijk is en dat deze niet is beveiligd met een PIN code.

LED's Run (groen)

Local (rood)

Donker Brandt Knippert

Signalering van interne storingen van de communicatiecentrale en van storingen op de storingsingangen. Signalering van "Bedrijfsuren voor onderhoud bereikt". Donker Brandt Knippert

System (rood)

Geen spanning of centrale wordt opgestart Centrale is bedrijfsgereed Communicatie via PC of modem poort

Geen storing (normale bedrijfstoestand) Storing bevestigd Storing niet bevestigd

Signalering van storingen van regelaars op het Konnex netwerk. Zonder geconfigureerd storingsrelais "System" in de communicatiecentrale. Donker Geen storing (normale bedrijfstoestand) Brandt Storing regelaar

System (rood)

Signalering van storingen van de regelaars op het Konnex netwerk. Met geconfigureerd storingsrelais "System" in de communicatiecentrale. Donker Geen storing (normale bedrijfstoestand) Brandt Storing regelaar, storingrelais bevestigd Knippert Storing regelaar, storingrelais niet bevestigd

CF Cards (groen)

Donker

LED zonder functie

KNX (groen / rood)

Donker Brandt groen Knippert groen Brandt rood

Geen busvoeding Busvoeding aanwezig Gegevensuitwisseling via Konnex (KNX) Centrale in de adresseerstand



CE1N5663nl 06.2006

Bedieningstoetsen

Het "kort" indrukken van de toetsen betekent <2 seconden, het "lang" indrukken >4 seconden.

Config

Kort Lang

Geen functie Zie “Toetscombinaties“

Ack

Kort Lang

Bevestiging van "Local" storing, bevestiging van "System" storingsrelais in de communicatiecentrale Zie “Toetscombinaties“

Report

Kort Lang

Geen functie Zie “Toetscombinaties“

Modem

Kort Lang

Initialiseert het modem, controleert de verbinding met het modem Initialiseert het modem en verstuurt een systeemrapport naar de geconfigureerde meldingontvangers

Toetscombinaties

Druk in het geval van toetscombinaties de toetsen altijd "lang" in (>4 seconden). De navolgende acties kunnen worden geactiveerd:

Adresseerstand

Druk de toetsen "Modem" en "Report" gelijktijdig in om de communicatiecentrale over te schakelen naar de adresseerstand (in de EIB wereld "programmeermodus" genoemd).

Herstart van de communicatiecentrale

Druk de toetsen "Modem" en "Ack" gelijktijdig in om de communicatiecentrale te herstarten.

Fabrieksinstelling

Druk de toetsen "Modem", "Ack" en "Config" gelijktijdig in om te de standaard fabrieksinstelling van de centrale terug te krijgen. Opmerking: Alle configuratiegegevens en instellingen zullen worden gereset. Het regelaaroverzicht en alle niet afgegeven meldingen zullen worden verwijderd. Historie gegevens worden niet verwijderd.

Algemene opmerkingen Onderhoud

De communicatiecentrale OZW775 is onderhoudsvrij (geen batterijvervanging, geen zekeringen). De behuizing mag alleen met een droge doek worden gereinigd.

Reparatie

De communicatiecentrale kan niet lokaal worden gerepareerd. Indien de centrale defect is, moet deze ter reparatie worden aangeboden aan de reparatie afdeling van Siemens.

Afvoer

De communicatiecentrale valt onder de richtlijn 2002/96/EG (WEEE, Waste of Electrical and Electronic Equipment). "Voor de afvoer geldt de regelaar als een gebruikt elektronisch apparaat, als bedoeld in de Europese richtlijn 2002/96/EG (WEEE) en mag niet als huisvuil worden afgevoerd. De nationale, wettelijke voorschriften die daarmee overeenkomen moeten worden nageleefd en de regelaar dient te worden afgevoerd via de daarvoor aangewezen kanalen. De lokale en actueel van kracht zijnde wetgeving moet worden nageleefd."



CE1N5663nl 06.2006

Technische gegevens Voedingsspanning Nominale spanning volgens EN 60950-1 Veiligheids- (SELV) / veiligheidslaagspanning (PELV) volgens eisen aan ext. veiligheidstransformator (100 % ED, maximaal 320 VA) volgens

AC 24 V ± 20 % AC 24 V HD 384

Frequentie

50 / 60 Hz

Vermogensopname van de OZW775

20 VA

Beveiliging van de voeding

Max. 10 A, op primaire zijde transformator

Functionele gegevens

Gangreserve van de klok

46 h in normaal bedrijf, min. 12 h

Digitale ingangen D1...D8

Aantal

8 (klemmen D1...D8 en 1 massaaansluiting voor elke 2 klemmen)

Voeding G, G0

Universele ingangen X1...X8

EN 61558-2-6

Contactaftasting Spanning Stroom

DC 16.5 V Normaal 8 mA

Eisen aan meld- / storingscontacten Signaalkoppeling Contactsoort Isolatiewaarde ten opzichte van netpotentiaal

Potentiaalvrij Continu contact AC 3750 V volgens EN 60950-1

Toegestane weerstand Bij gesloten contacten Bij geopende contacten

Max. 200 Ω Min. 50 kΩ

Aantal

8 (klemmen X1...X8 en 1 massaaansluiting voor elke 2 klemmen)

Opnemers Passief Actief

LG-Ni 1000, T1, Pt 1000 DC 0...10 V

Signaalbronnen Actief

DC 0...10 V

Contactaftasting meld-/impulscontacten Spanning Stroom

DC 16.5 V Normaal 1 mA, max. 6 mA

Eisen aan de meldcontacten Signaalkoppeling Contactsoort Isolatiewaarde ten opzichte van netpotentiaal

Potentiaalvrij Continu contact AC 3750 V volgens EN 60950-1

Eisen aan de impulscontacten Signaalleidingen Signaalkoppeling Contactsoort Mechanische gever (Reed-contact) Maximale impulsfrequentie Minimale impulsduur Elektronische signaalbron Maximale impulsfrequentie Minimale impulsduur Isolatiewaarde ten opzichte van netpotentiaal Leidinglengte voor: Passieve opnemersignalen LG-Ni 1000, T1, Pt 1000 Actieve signalen DC 0…10 V Meld- en pulscontacten

Afgeschermde leidingen geadviseerd Potentiaalvrij Impulscontact 25 Hz 20 ms (met max. 10 ms dendertijd) 100 Hz 5 ms AC 3750 V volgens EN 60950-1 Max. 300 m Zie apparatenblad van de regelaar welke het signaal afgeeft 300 m



CE1N5663nl 06.2006

Relaisuitgangen Q1_, Q2_, Q3_, Q4_, Q7_, Q8_

Aantal Relais met verbreekcontact Relais met maakcontact

AC 230 V

4 (klemmen Q11,Q12 Q21,Q22, Q31,Q32 Q41,Q42) 2 (klemmen Q73,Q74 Q83,Q84)

Externe beveiliging van de toevoerleiding verbreekcontact, eenmalige zekering (traag) maakcontact, eenmalige zekering (traag) Automatische leidingbeveiliging Uitschakelkarakteristiek

Max. 3.15 A Max. 5 A Max. 13 A B, C, D volgens EN 60898

Leidinglengte

Max. 300 m

Relaiscontactgegevens Schakelspanning AC stroom (verbreekcontact) AC stroom (maakcontact) Bij 250 V Bij 19 V Inschakelstroom

Max. AC 250 V, min. AC 19 V Max. 2 A ohm, 2 A ohm (cos φ = 0.6) Max. 4 A ohm, 3 A ohm (cos φ = 0.6) Min. 5 mA Min. 20 mA Max. 10 A (1 s)

Contactlevensduur voor AC 250 V Bij 0.1 A ohms Bij 0.5 A ohms Bij 2 A ohms Bij 4 A ohms Reductiefactor bij inductief (cos φ = 0.6)

Richtwaarden: 7 2 x 10 schakelingen (verbreek- en maakcontact) 6 2 x 10 schakelingen (verbreekcontact) 6 4 x 10 schakelingen (maakcontact) 5 3 x 10 schakelingen (verbreekcontact) 5 6 x 10 schakelingen (maakcontact) 5 3 x 10 schakelingen (alleen maakcontact) 0.85 (verbreek- en maakcontact)

Isolatiewaarde tussen: relaiscontacten en systeemelektronica (versterkte isolatie) aangrenzende relaiscontacten (bedrijfsisolatie)

AC 3750 V volgens EN 60950-1 AC 1250 V volgens EN 60950-1

Aansluitklemmen Ingangen en uitgangen

Schroefaansluitingen voor: Draad / litzedraad (getwist of met adereindhuls) 1 draad / litzedraad per klem 2 draden / litzedraden per klem (max. 2)

Min. 0.8 mm Ø 2 0.5...2.5 mm 2 0.5...1.5 mm

PC poort

Poort Standaard Regelaarklasse Baudrate

Modem poort

Protocollen voor het doorgeven van meldingen

Verbindingskabel naar bedienstation Kabellengte Kabeltype voor aansluiting op laptop / PC Kabeltype voor aansluiting op OZW775

Max. 5 m USB type A USB type B

Poort Standaard Baudrate

RS-232, V.24 / EIA 232D Max. 115 kBaud

Verbindingskabel naar modem Kabellengte Kabeltype voor aansluiting op OZW775

Max. 15 m D-Sub 9 pins, connector

Protocolondersteuning voor verbinding via vast netwerk van telefoonprovider GSM telefoonprovider (extra)

Konnex bus

USB V1.1 (Universal Serial Bus) RNDIS (Remote Network Device Interface Specification) Max. 12 MB/s (max. snelheid)

UCP (Universal Computer Protocol) TAP (Telocator Alphanum. Protocol) FAX protocol (Fax Class 2 or 2.0) AT+ (uitgebreide AT instructieset)

Poort 2-draads bus Busbelasting kengetal OZW775 Decentrale busvoeding (kan worden uitgeschakeld)

Konnex-TP1 CE+, CE- (niet uitwisselbaar) E 0.3 25 mA

Toegestane leidinglengten en kabeltypen

Zie apparatenblad N3127



CE1N5663nl 06.2006

Milieuomstandigheden

Beveiligingsgegevens

Standaards

Bedrijf Klimatologische omstandigheden Temperatuur (huis met elektronica) Vochtigheid Mechanische eisen

IEC 60 721-3-3 Klasse 3K5 0 ...50 °C 5...95 % r.v. (zonder condensatie) Klasse 3M2

Vervoer Klimatologische omstandigheden Temperatuur Vochtigheid Mechanische eisen

IEC 60 721-3-2 Klasse 2K3 − 25...+ 70 °C < 95 % r.v. Klasse 2M2

Beschermingsgraad wanneer gemonteerd: op achterwand in regelpaneel of bedieningspaneel in frontuitsparing voor weergave en bediening

IP 20 volgens EN 60529 IP 30 volgens EN 60529

Beveiligingsklasse

II volgens EN 60950-1

Productveiligheid Voor Informatietechniek-inrichtingen

EN 60950-1

Elektromagnetische compatibiliteit Immuniteit OZW775 industriële sector Immuniteit PC poort huishoudelijke sector, lichte industrie Storingsemissie huishoudelijke sector, lichte industrie Elektrische systeemtechniek voor de huishoudelijke sector en gebouwen (ESHG)

EN 61000-6-2 EN 61000-6-1 EN 61000-6-3 EN 50090-2-2

conformiteit EMC richtlijn Laagspanningsrichtlijn

8 9 / 336 / EEG 73 / 23 / EEG

conformiteit Australian EMC Framework Radio Interference Emission Standard

Radio communication act 1992 AS/ NZS 3548

Materialen en kleuren

Behuizing ondergedeelte en -bovengedeelte

Polycarbonaat, RAL 7035 (lichtgrijs)

Afmetingen

Lengte x hoogte x diepte (maximale afmetingen)

298 mm x 128 mm x 77 mm

Type

2 volgens DIN 43880

Centrale Met verpakking, installatie aanwijzingen en CD

0.825 kg 1.185 kg

Verpakking

Golfkartonnen doos

Gewicht

Begrippen, afkortingen

Uitgebreide besturingscommando’s voor modems: Attention+

AT+

Global System for Mobile communication

GSM

Integrated Services Digital Networks

ISDN

Short Message Service

SMS

Telocator Alphanumeric Protocol

TAP

Universal Computer Protocol

UCP



CE1N5663nl 06.2006

Elektrische schema's

D1 M D2 D3 M D4 D5 M D6 D7 M D8

G G0

D1…D8 X1…X8 M CECE+ G, G0 Q…

X1 M X2 X3 M X4 X5 M X6 X7 M X8

Q11 Q12 Q21 Q22 Q31 Q32 Q41 Q42

CE- CE+

5662G01

Schema

Q73 Q74 Q83 Q84

Digitale ingangen Universele ingangen Massa voor digitale ingangen, meetnul voor universele ingangen Konnex bus aansluiting (negatief) Konnex bus aansluiting (positief) Bedrijfsspanning AC 24 V Relaisuitgangen

Aansluitschema G

F1

F2

B1

B2

N2

N3

0...10 V

N1 N2, N3 F1, F2 B1 B2 K1, K2 K3

L N

K2

Q84

Q83

Q74

Q73

X2 X3.......X8 CE- CE+

Q42

M

N1

K3 L N

5663A01

K1 G0

X1

Q32 Q41

Q31

Q22

D2 D3.......D8

Q12

G0

M

Q21

G D1

Q11

AC 24 V

KNX

Communicatiecentrale OZW775 Synco regelaars op het Konnex netwerk Regelaars met potentiaalvrij meldcontact Opnemer met passief signaal Opnemer met actief signaal Relais (besturing door relais met verbreekcontact) Relais (besturing door relais met maakcontact)



CE1N5663nl 06.2006

Maatschetsen

5663M01

5.3

45

35

128

78

111

TH35-7.5

298

44

Standaard montage op DIN rail TH 35-7.5 298

1

128

5663M02

=

5663Z04

=

2

3

Wandmontage met schroeven

2

=

= 287

5663M04

5663Z05

=

100

=

1

Afmetingen in mm


©2006 Siemens Switzerland Ltd www.siemens.nl/sbt Communicatiecentrale OZW775

Wijzigingen voorbehouden CE1N5663nl 06.2006

Voor regelaars uit het assortiment Synco 700 en Synco RXB

Recommend Documents