Naam rapport:
SPORTPLAN Haflingers Voor publicatie en inspraak
Opgesteld door: Datum:
Jetske Slendebroek (namens DB en FTC) 28-01-2011
Redenen waarom dit rapport is opgesteld A) Vanuit de leden komen regelmatig verschillende vragen naar voren: wat doet de KVTH met sportresultaten van de paarden; kunnen we de resultaten die behaald zijn in de sport ook ergens vinden; welke hengsten of merries (bloedlijnen) vererven goede sportgerelateerde eigenschappen B) De samenhang tussen het Fokplan (gemaakt door de foktechnische commissie haflingers) en het Sportplan duidelijk maken. Het herkennen van de schakels in de reglementen van de KVTH. C) Wat wordt er verstaan onder Sport. In dit rapport wordt getracht antwoorden te geven op de gestelde vragen. Tevens is dit rapport bedoeld om discussie en meningsvorming binnen de leden van de KVTH te realiseren. Hiervoor zijn 4 informatie bijeenkomsten gepland in april 2011.
Inhoud van dit rapport 1. Inleiding 2. Inventarisatie van hippische disciplines: Dressuur Springen Eventing Mennen Endurance / Menendurance Aangespannen Authentiek Gerij Western Voltige Draf- en Rensport Voor de Jeugd 3. De aanleg Bruikbaarheidtesten / verrichtingsonderzoeken IBOP/ ABOP/ VOPP KVTH reglementen 4. Inzichtelijk maken van de gegevens. 5. Wat kunnen we met de gegevens en wat willen we daarmee. 6. Aanbevelingen en tijdpad
Bronvermelding: Koninklijke Vereniging” het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger” - KVTH Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie - KNHS KNHS Endurancevereniging - DER Koninklijke Warmbloed Paard Nederland - KWPN Western Ruiter Associatie Nederland – WRAN Nerderlandse Vereniging Traditioneel Gerij - NTVG Vereniging Nederlandse Draf- en Rensport – NDR Federatie Nederlandse Westernverenigingen Het Haflingerforum Bokt
2
Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding, of beter gezegd de aanleiding voor dit rapport zijn o.a. de vragen die door de leden aan het bestuur gesteld worden. Vraag 1: wat doet de KVTH met sportresultaten van de paarden Antwoord: weinig. Vraag 2: kunnen we de resultaten die behaald zijn in de sport ook ergens terug vinden Antwoord: nee. Vraag 3: welke hengsten of merries (bloedlijnen) vererven goede sportgerelateerde eigenschappen Antwoord: hmmmm. Er zijn wel een paar hengsten en merries bekend die zelf goede sportprestaties leveren, maar of de nakomelingen dit ook hebben? Daar moeten we het antwoord op schuldig blijven. Vraag 4: wat is eigenlijk sport? Het ontstaan van dit rapport. Sinds 2005 is er reeds een toezegging aan het bestuur gedaan om de sport in kaart te brengen. Omdat in 2006 de KVTH ging werken met nieuwe statuten werd het besluit genomen om weinig wijzingen aan te brengen in de toen bestaande reglementen. De KNHS introduceerde in 2007 een nieuwe opzet van het wedstrijdsportsysteem. En de FTC haflingers begon in 2008 om een Fokplan te maken. De inventarisatie van de sport en het schrijven van het eerste concept van dit rapport is in 2009 begonnen. In 2010 is het eerste concept besproken binnen het bestuur en de foktechnische commissie haflingers. De presentatie van dit rapport en daarmee het starten van een brede discussie waarmee keuzes gemaakt kunnen worden start in 2011 met 4 landelijke informatiebijeenkomsten. In dit rapport wordt getracht de relatie tussen het Fokplan en het Sportplan duidelijk te maken en dat er een samenhang bestaat tussen fokken en gebruik. Wij wensen u veel leesplezier en hopen dat u hiermee een beter inzicht krijgt in de complexe samenhang tussen fokken en gebruik.
Jetske Slendebroek Namens het Bestuur en de Foktechnische commissie haflingers van de KVTH.
3
Hoofdstuk 2 Inventarisatie hippische disciplines De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) is de overkoepelde belangenvereniging voor de meeste verenigingen die zich bezig houden met paard- en pony activiteiten, voor recreatief gebruik en wedstrijdgerichte (top)sport ongeacht het ras. Hiermee wordt gelijk de definitie gegeven van sport: Hieronder wordt verstaan ALLES wat je met je paard onderneemt. Voor de KNHS is het ras niet bepalend voor de definitie paard of pony, maar de schofthoogte van het dier. Daarnaast wordt ook nog een keer onderscheid gemaakt in leeftijd van de deelnemer, leeftijd van het paard of pony EN in discipline. Een haflinger met een schofthoogte van 1.50m kan in de ene discipline in de categorie paard meedoen en in een andere discipline een pony zijn. Let op: de KNHS hanteerd sinds 1 april 2011 nieuwe reglementen. Deze wijzigingen zijn niet verwerkt in dit rapport. Meetgegevens bij pony’s bij de KNHS In het Paardenpaspoort van een pony moet een geldig overzicht van de metingen zijn opgenomen (conform artikel 30, 32 en 47 van het Algemeen Wedstrijdreglement). Pony's moeten tot en met de leeftijd van acht jaar jaarlijks tussen 1 januari en 1 april gemeten worden door een KNHSponymeter. De ponymeter registreert de meetgegevens in het Paardenpaspoort. Wanneer wordt deelgenomen aan bijv. samengestelde menwedstrijden wordt het dier aan de hand van de gemeten schofthoogte ingedeeld bij de pony‟s tot en met 1.48m. Vanaf 1.48,1 cm wordt het dier als paard ingedeeld. In de diverse Reglementen van de KNHS staat omschreven wanneer er mag worden gestart, op welke leeftijd en op welk niveau. Voorbeeld: Bij het vormen van een nieuwe combinatie (paard/pony-ruiter) zal deze combinatie geplaatst worden in de hoogste gemeenschappelijke klasse (dit geldt voor alle niveau’s). De hoogste klasse van een ruiter is die waarin door hem/haar ooit een winstpunt is behaald. De hoogste klasse van een paard is die waarin door het paard ooit een winstpunt is behaald. Een ruiter die opgenomen is (geweest) in de klasse ZZ-Licht of hoger, mag met een ongeklasseerd of B-geklasseerd paard in geen enkel geval uitkomen in de klasse B. Voor alle deelnemers, paarden en pony‟s in alle disciplines wordt per combinatie de uitslagen bijgehouden en geregistreerd. Dit is opvraagbaar. Voor combinatiestanden onder het zadel moet worden ingelogd. Voor combinatiestanden mennen is het openbaar. De haflinger komen we tegen in alle disciplines van de recreatieve- en wedstrijdgerichte basissport.
4
In Nederland kennen wij verschillende disciplines. Dressuur – paard/pony gereden onder het zadel Dressuur is één van de meest populaire disciplines binnen de paardensport. Samen met Springen en Eventing is het één van de drie Olympische paardensportdisciplines. Bij dressuurwedstrijden wordt gekeken naar de gymnastisering en beheersing van het paard. Dressuurwedstrijden worden verreden in een rijbaan die is voorzien van letters. Afhankelijk van het niveau wordt er gereden in een rijbak van 20x40 meter of 20x60 meter. Tijdens de wedstrijd rijden de ruiter en het paard een proef die bestaat uit verschillende oefeningen. Een jury beoordeelt of de oefening goed is uitgevoerd en geeft hier punten voor. De cijfers bijelkaar opgeteld voor de oefeningen geven het resultaat van de proef. In de dressuursport zijn verschillende klassen. Te beginnen bij de B van Beginners, de L voor Licht, de M voor Midden en de Z voor Zwaar. (B, L1, L2, M1, M2, Z1, Z2, ZZ-licht, ZZ-zwaar, Lichte Tour, Midden Tour, Zware Tour). Elke dressuurruiter begint in de B. Op basis van het behaalde puntentotaal in de proef kan een ruiter winst- of verliespunten halen. Bij 10 of meer winstpunten kan overgestapt worden naar een volgende klasse. De KNHS houdt de registratie bij van het aantal punten in combinatie met ruiter en paard.
Springen Springen is eveneens een populaire discipline samen met Dressuur en Eventing en een Olympische sportdiscipline. Paard en ruiter moeten een springconcours afleggen waar tussen de 10 en 13 hindernissen zijn opgesteld. Het doel is om dit parcours te springen zonder fouten te maken. Als er bijvoorbeeld een deel van de hindernis omver wordt gegooid (bijvoorbeeld een balk) of het paard weigert, dan worden er strafpunten berekend. Het parcours moet bovendien in een maximumtijd worden gesprongen. Om op een springwedstrijd te mogen starten, moet er eerst 1 winstpunt gehaald worden in de klasse B dressuur. De schofthoogte van de pony is bepalend in welke klasse er gesprongen kan worden. Tevens is de leeftijd van de ruiter bepaald, t/m 18 jaar start men bij de pony‟s, ouder dan 18 jaar moet er gestart worden bij de paarden. Er zijn maximaal 2 winstpunten per wedstrijd te behalen. Bij 15 winstpunten mag men promoveren naar een hogere klasse. De KNHS houdt de registratie bij van het aantal punten in combinatie met ruiter en paard. A-Pony = shetlanders en kleine welsh = categorie A = klasse BB 30 cm, B = 50 cm, L = 60 cm springen. B-Pony = springt zelfde klassen + 10 cm. C-Pony = klasse BB = 50 cm, B = 70 cm, L= 80 cm, M= 90cm Z= 1meter. D-Pony (schofthoogte t/m 1.47 meter) = spingen klassse BB= 60 cm, B= 80cm, L= 90cm, M=1 meter, Z= 1.10 meter, ZZ= 1.20m E-Pony (schofthoogte vanaf 1.48 meter) = springen klasse BB= 70 cm, B= 90 cm, L= 1 meter, M= 1.10 m, Z= 1.20m, ZZ= 1.30m Paard = springen klasse B= 1 meter; L= 1.10 meter enz.
5
Eventing Eventing is een samengestelde wedstrijd bestaande uit 3 onderdelen. De combinaties rijden een dressuurproef, een springparcours en een crosscountry (de “Cross”). De resultaten van de 3 onderdelen bepalen samen de uiteindelijke score van de wedstrijd. De cross is het meest avontuurlijke onderdeel van deze veelzijdige discipline. De cross gaat door bossen en weilanden waarbij natuurlijke hindernissen overwonnen moeten worden, zoals greppels, slootjes, wallen, waterhindernissen. De cross wordt op tijd gereden. Te langzaam rijden levert strafpunten op maar ook te snel rijden wordt bestraft. In de klasse B (Beginners) wordt ook op rijstijl beoordeeld. Voorafgaand aan de cross wordt een veterinaire controle uitgevoerd. Voordat er gestart mag worden dient er 1 winstpunt behaald te zijn in de klasse Bspringen. Eventing kent de volgende nationale klassen voor paarden/pony's: Paarden Pony's Klasse BB Klasse BB (cat. A t/m E) Klasse B Klasse B (cat. A t/m E) Klasse L Klasse L (cat. A t/m E) Klasse M Klasse M (cat. C/D/E) Klasse Z Klasse Z (cat. C/D/E) Ook hier kun je winst- en verliespunten halen en houdt de KNHS de registratie bij van het aantal punten in combinatie met ruiter en paard. Er is een duidelijke relatie tussen deze 3 (zadel) disciplines. De Dressuur is de basis voor elke andere vorm van paardensport. Om te mogen deelnemen aan een wedstrijd Springen moet er een winstpunt behaald zijn in de Dressuur. En om te mogen deelnemen aan Eventing moet er een winstpunt behaald zijn in het Springen. De kundigheid van ruiter en paard/pony zijn dus maatgevend. Er zit een opbouw in opleiding en training. Zonder een goede basis is het niet mogelijk om verder te komen in de sport.
Mennen: dressuur, vaardigheid en samengesteld. Mennen is het rijden met paard en wagen (een “aanspanning”). Er kan worden gereden met een enkelspan, tweespan, tandem of vierspan, zowel met pony‟s als paarden. Bij het mennen zijn er drie onderdelen: dressuur, vaardigheid en samengesteld mennen. Dressuurwedstrijden: Bij de dressuurwedstrijden worden, net als bij de dressuur onder het zadel, een proef gereden in de klasse B (Beginner), L (Licht), M (Midden), Z Zwaar) en ZZ (dubbel Zwaar). Vaardigheidswedstrijden: Bij de vaardigheidswedstrijden wordt een parcours uitgezet dat is afgebakend met plastic kegels. Op iedere kegel ligt een (tennis)bal. De menner moet zijn span door dit parcours sturen, zonder de balletjes van de kegels af te rijden, binnen een bepaalde tijd. Een goede test op gehoorzaamheid van het paard en de stuurmanskunst van de menner. Er kan worden gereden in de klassen L (licht), M (midden) en Z (zwaar). Vaardigheidswedstrijden worden voor 99% alleen uitgeschreven en gereden in 6
combinatie met een dressuurwedstrijd. Zowel bij de dressuur als de vaardigheid kan er met een jong paard /pony worden gestart op 3-jarige leeftijd.
Samengestelde menwedstrijden, (marathon). Een samengestelde menwedstrijd is een aparte discipline binnen het mennen en bestaat uit drie proeven: een speciale dressuurproef, een marathon en een vaardigheidsproef. De marathon bestaat op zijn beurt weer uit 3 of 5 trajecten waaronder een hindernistraject (E). Dit is een echte publiekstrekker. Vooral waterhindernissen zorgen voor veel spektakel. Een veterinaire keuring vóór en na het E-traject is verplicht. De samengestelde menwedstrijden zijn ingedeeld in de nationale klassen 1 (beginners), 2 en 3 en de internationale klasse 4. Vanwege de zwaarte van de gecombineerde proeven mag een paard/pony pas op 5-jarige leeftijd deelnemen aan deze discipline. Voor alle mendisciplines geldt dat de KNHS de registratie bijhoudt van alle uitslagen en winst- en verliespunten per combinatie van paard(en) en menner. En ook hier geldt dat de deskundigheid in training van menner en paard(en) leidt naar hogere klassen.
Endurance: onder het zadel en mennen (Mendurance) Bij endurance wedstrijden worden er special uitgezette routes gereden met een totale lengte van 25 tot maximaal 160 kilometer. Deze routes worden op tijd gereden en gaan vaak dwars door de vrije natuur. Hoewel endurance wedstrijden op tijd worden gereden, staat het welzijn van het paard voorop. De deelnemende paarden worden daarom voor, tijdens en na de wedstrijd door een dierenarts gecontroleerd. Tevens kunnen in de wedstrijd extra veterinaire keuringen plaatsvinden. Er worden hoge prestaties gevraagd van paard en ruiter. Met name voor de grotere afstanden moeten paard en ruiter goed getraind zijn. Uithoudingsvermogen, samenwerking, vertrouwen en verzorging zijn hierbij de sleutelwoorden. Bij de endurance doen de haflingers niet onder. Het grote uithoudingsvermogen en goede sterke bouw vormen een goede basis voor het endurance-rijden. Endurance wedstrijden worden gereden in de klassen: Klasse 1: afstand 25 t/m 40 km: minimum leeftijd paard 4 jaar en minimum leeftijd ruiter: 7 jaar Klasse 2: afstand 41 t/m 79 km: minimum leeftijd paard 5 jaar en minimum leeftijd ruiter: 7 jaar Klasse 3: Afstand 80 t/m 119 km minimum leeftijd paard 6 jaar en minimum leeftijd ruiter: 12 jaar Klasse 4: Afstand meer dan 119 km minimum leeftijd paard 6 jaar en minimum leeftijd ruiter: 12 jaar (kinderen jonger dan 14 jaar moeten rijden onder begeleiding van een volwassene) Een mendurancewedstrijd is een wedstrijd waarin de snelheid en marathoncapaciteiten van een aangespannen paard of paarden wordt/worden beproefd. Deze wedstrijden testen de kennis en kunde van de menner om zijn paard(en) zo goed mogelijk, met een optimale snelheid, over een gemarkeerde 7
route door verschillende terreinen te rijden waarbij het paard of de paarden te allen tijde na de finish „fit to continue‟ dienen te zijn. De minimum leeftijd van de menner voor deelname aan wedstrijden is 16 jaar; voor de groom is dit 14 jaar. Klasse 1: afstand 10 t/m 29 km, minimale leeftijd paard 4 jaar Klasse 2: afstand 30 t/m 59 km, minimale leeftijd paard 5 jaar Klasse 3: afstand 60 t/m 89 km, minimale leeftijd paard 6 jaar Klasse 4: afstand 90 t/m 120 km, minimale leeftijd paard 6 jaar. Voor beide disciplines geldt dat buitenlandse wedstrijden meetellen voor de punten. De KNHS houdt de stand bij. Voor meer informatie over deze tak van sport www.deronline.nl
Aangespannen: Tuigpaarden / Hackneys / Fries ras Bij de Aangespannen Sport worden de paarden voor de wagen gereden en worden de paarden beoordeeld op hun 'wijze van gaan'. Dat wil zeggen hoe groot het zweefmoment van de draf is, of het paard zijn voorbenen ver genoeg naar voorzet, of hij zijn benen hoog genoeg optilt (knieactie) en zijn achterbenen goed gebruikt (krachtig ondertreedt). Deze draf gaat gepaard met een fiere houding mogelijk gemaakt door een lange verticaal uit de borst komende hals, met voldoende neklengte. Bij meerdere paarden voor de wagen wordt bovendien beoordeeld of de paarden als één geheel optreden en de mate van gelijkheid van kleur, type en bouw. Aangespannen Sport is onderverdeeld in drie disciplines: Tuigpaarden KWPN, Hackney's (kleine maat en grote maat) en Tuigpaarden Fries ras. De bewegingen van een Hackney moet flitsend zijn en bij Tuigpaarden Fries ras wordt in aanmerking genomen of de paarden in type in voldoende mate van het Friese ras zijn. Voor Haflingers en Trekpaarden geldt deze tak van sport niet als wedstrijdonderdeel binnen de KNHS.
Authentiek Gerij Authentiek gerij wordt nog gebruikt bij authentieke aanspanningen tijdens de aangespannen sport, waarbij het type wagen vaak gecombineerd gereden wordt met een paard en klederdracht uit de streek. Er zijn verschillende soorten rijtuigen die globaal in 2 groepen zijn in te delen: Stadsgerij De Coupé, Landauer, Barouche en de Omnibus werden voornamelijk voor personenvervoer gebruikt, en de Spider en de Victoria zijn kleinere rijtuigen die voor rijtoeren in het park en de omgeving van de stad werden gebruikt. Landsgerij De Oogstwagen en de Kaasbrik werden voornamelijk door boeren gebruikt en konden zowel mensen als goederen en hooi vervoeren. De Sjees en de Tilbury zijn meer luxe landaanspanningen en de Wagonette en de Phaeton werden evenals de Jachtwagen en de Rallycart door de land-adel gebruikt. Wagonettes en Jachtwagens waren geschikt voor het vervoer van meerdere personen, de Rallycart kon slechts twee personen vervoeren. 8
Kledingvoorschriften Tijdens de verschillende tochten voor authentieke rijtuigen is het van belang dat de rijders en meerijders gekleed zijn in kleding die bij het rijtuig past; geen avondkleding op een landaanspanning bijvoorbeeld. Ook etiquette is belangrijk en hier wordt zoveel mogelijk op gelet; een eigenaar-rijder draagt een grijze hoed en mag met disselkettingen rijden, terwijl een koetsier in dienst van de eigenaar een zwarte hoed draagt en alleen met disselriemen mag rijden Beoordeling Er is een grote variëteit in aanspanningen, waarbij diverse paardenrassen en rijtuigen uit allerlei delen van de wereld meedoen. Men rijdt vaak in kleding uit de tijd waarin het rijtuig gebouwd is. Ook de streek per land is hierbij van belang. Bij de jurering wordt gelet op de veiligheid en er wordt gekeken of het paard en het rijtuig schoon en verzorgd zijn. De authenticiteit is een belangrijk onderdeel bij de jurering. Van groot belang is of het geheel bij elkaar past. De juryleden zijn voor deze discipline speciaal opgeleid. Sportieve vaardigheden van het paard of pony is hier niet maatgevend. Wel dient het paard gehoorzaam te zijn, netjes aan de teugel te lopen en over een goede conditie te beschikken. Meer informatie over klassementsritten en dergelijke vind u op www.traditioneelgerij.nl
De Westernsport De westernsport is in Nederland ondergebracht bij de Federatie Nederlandse Westernverenigingen (FNW), dit is een samenwerkingsverband van Nederlandse westernverenigingen. De Federatie heeft als doel waar mogelijk de samenwerking tussen de diverse westernverenigingen te coördineren en minimaal te verbeteren op de volgende punten: * Centrale registratiestatus van deelnemers aan westernwedstrijden. Startnummer uitgifte (secretariaat) * Algemene regelgeving voor wedstrijden. (riderscommissie) * Verschillen in regelgeving tussen de diverse ras en open verenigingen in beeld brengen. (riderscommissie) * Coordinatie tussen de verenigingen inzake evenementen en activiteiten * Opleidingen met certificering voor de westernsport * Manege certificaat “erkende rijschool” Bij de FNW zijn 3 verenigingen aangesloten die hun eigen identiteit blijven behouden. DPHC: Dutch Paint Horse Club De Dutch Paint Horse Club (DPHC) is de Nederlandse regionale club van de American Paint Horse Association (APHA) en telt momenteel ruim 200 leden. DAWRA: Dutch Arabian Western Riding Association De DAWRA stelt zich als doel het promoten en ontwikkelen van het Arabisch Volbloed Paard in de Westernsport. WRAN: Western Ruiter Associatie Nederland De WRAN is de oudste en grootste vereniging van Nederland, maar ook de enige vereniging op het gebied van westernrijden die de belangen van elke 9
westernruiter, ongeacht ras waarmee deze de tak van paardensport beoefent, behartigt. Bij deze vereniging zijn haflingerleden aangesloten. De WRAN zorgt voor regelgeving voor het verrijden van wedstrijden en geeft een eigen regelboek uit. Binnen deze regelgeving zijn richtlijnen opgesteld die het voor elke ruiter mogelijk maken om op zijn of haar niveau aan wedstrijden deel te nemen. De WRAN leidt tevens haar eigen juryleden op. De WRAN is aangesloten bij de Europese Western organisatie, de Federation Equestre Western Internationale (FEWI) en bij de FNW. Er is inmiddels ook een aparte KNHS Reining vereniging (western dressuur) waarbij deelnemers in een gecombineerd lidmaatschap aan wedstrijden kunnen deelnemen.
Het western rijden in het kort: Het western rijden komt uit Amerika en vindt zijn oorsprong door het werk van de cowboy die door het werken met vee de beschikking moest hebben over een paard die ontspannen, rustig, werkwillig en meedenkend was. Uiteindelijk is hier een western rijstijl uit ontstaan die voor zowel de recreatieruiter, als de wedstrijdruiter een uitdaging is. Inmiddels is de populariteit van het western rijden groeiende en dit blijkt ook wel uit de druk bezochte wedstrijden, de vele recreatieruiters, de vele ranches waar lessen kunnen worden gevolgd, de western stores, de boeken en video's over western rijden. Het western rijden kan worden samengevat in drie hoofdklassen: de dressuur, de snelheidsspelen en het onderdeel waarin het werken met paard en vee centraal staat. Het zogenaamde 'werkend element'. Onder de dressuur vallen alle onderdelen die samen een afspiegeling vormen van de cowboy toen hij nog samen met zijn paard het werk op de ranch moest opknappen: Halter, Showmanship at Halter, Trail, Western Pleasure, Hunter under Saddle, Western Horsemanship, Western Riding, Reining en Versatile Horse. Bij de snelheidsspelen: Barrel Racing en Pole Bending gaat het om de snelheid en de wendbaarheid van het paard. Cutting, Working Cowhorse en Team Penning zijn onderdelen die behoren tot het werkend element. Hieronder vindt u "slechts" een samenvatting van enkele onderdelen. Halterklassen: De halterklassen kunnen verdeeld worden in een haltershow en showmanship at halter. Bij de haltershow beoordeelt de jury het paard en bij showmanship at halter wordt gekeken naar de vakmanschap van degene die het paard howt. Trail:
10
Trail betekent letterlijk 'spoor'. Bij het western rijden staat Trail voor het 'volgen van een spoor in de vrije natuur'. Deze sporen bevatten vaak veel hindernissen die paard en ruiter moeten trotseren om hun tochten te kunnen vervolgen. Het zijn deze hindernissen die bij het onderdeel Trail in de arena worden nagebootst, zoals een hek openen en sluiten, over balken heen stappen, draven of galopperen, een brug overlopen en achterwaarts gaan volgens een bepaald patroon (vaak een L-figuur. Naast deze verplichte onderdelen kan de trail worden aangevuld met andere hindernissen, zoals een denkbeeldige sloot, het vervoeren van object of diverse hindernissen waarbij het paard zich achterwaarts en zijwaarts moet bewegen. Het is uitermate belangrijk dat het paard bij dit onderdeel volledig vertrouwt op zijn ruiter en dus niet schrikt van een vreemd geluid of object. Western Pleasure: Western Pleasure is een van de meest populaire onderdelen voor de deelnemers, waarbij de vereiste kwaliteiten van een western paard- rustig, ontspannen en meedenken- zwaar op de proef worden gesteld. Deze worden beoordeeld aan de hand van een oefening waarbij draf, stap en galop direct in elkaar overgaan. Bovendien let de jury op de houding van ruiter en paard. De deelnemers stappen gezamenlijk de arena in en moeten aan de wand (de rail) blijven. Passeren is toegestaan, maar de ruiter mag geen cirkels rijden of de arena oversteken. De drie verschillende gangen; draf, stap en galop, worden op zowel de linker- als de rechterhand getoond. Bij het commando 'reverse' maken de deelnemers een draai van 180 graden en veranderen zo van hand. Combinaties worden gestraft voor overtredingen zoals een te hoge snelheid, verkeerde gang op het gevraagde moment, verzet van het paard, te diepe of te hoge halshouding van het paard of 'break of gate' (uit de betreffende gang vallen). Het paard moet aan een losse teugel worden gereden, zonder overmatige of storende correcties van de ruiter. Western Horsemanship: De Western Horsemanship bestaat uit twee onderdelen. Het eerste gedeelte is individueel: de combinatie moet een bepaald pattern (proef) rijden, waarin doorgaans een draf, galop, backup, een draai om de achterhand en een paar cirkels zijn genomen. Bij het tweede gedeelte moeten alle ruiters een stukje. Pleasure rijden (zie vorige beschrijving). Hierdoor kan de jury - in geval van twijfel over de plaatsing- een betere beslissing nemen. Bij de Western Horsemanship wordt met name gekeken naar de kwaliteiten van de ruiter en niet zozeer naar de kwaliteiten van het paard. Zo beoordeelt de jury de teugelhulpen en de algehele houding van handen, armen, benen en lichaam. Het geheel moet ontspannen overkomen, zonder onnodige hulpen of verschuivingen van de zit. Reining: Bij de Reining kan de jury kiezen uit meerdere patterns. Al deze patterns bevatten in ieder geval de volgende oefeningen: Cirkels (een snelle grote en een langzame kleine. Dit afwisselen van snel en langzaam heet speedcontrol). Galopwissels (changementen), Stops (sliding stops), Rollbacks (snelle draai om de achterhand van 180 graden), Spins (vliegende draai om het binnenachterbeen waarbij de voorbenen ruim overstappen). De deelnemende
11
combinaties leggen de proef 1 voor 1 af. Bij Reining is het belangrijk dat het paard volledig ontspannen is en geen verzet toont. De ruiter moet rijdende met lange teugels- voortdurend controle houden over zijn paard. Na afloop stapt de combinatie naar de jury om het bit te laten inspecteren. Western Riding: De deelnemers moeten een proef afleggen op een voorgeschreven parcours, waarbij de vaardigheden van het paard beoordeeld worden. De proef kan allerlei oefeningen bevatten, zoals het rijden over een balk of galopchangementen om een serie pilonnen. Paard en ruiter moetn ook hier weer de verschillende gangen laten zien, zoals de walk, jog en lope. Barrel Racing: Drie in een driehoek opgestelde vaten markeren het parcours. De deelnemer mag zelf beslissen aan welke kant van het eerste vat hij wil beginnen. Hij kan kiezen uit twee patronen (linksom of rechtsom) Belangrijk is dat hij/zij een volledige cirkel om alle vaten rijdt, waarbij aanraking is toegestaan. Een omgevallen vat levert strafpunten (5 strafseconden) . En als de ruiter zijn hoed verliest, betekent dat eveneens 5 strafseconden. Diskwalificatie volgt als een combinatie zich niet aan het parcours houdt. Barrel Racing is een wedstrijdonderdeel waarbij de snelheid en de wendbaarheid van het paard optimaal wordt getest. Working Cowhorse: Bij dit onderdeel moet het paard laten zien dat het geschikt is om werkzaamheden op een ranch te verrichten. De beginselen van reining komen hier naar voren. Daarnaast moet het paard tonen dat het cow sense heeft. De working cowhorse bestaat uit 2 onderdelen: dry work (zonder vee) bestaande uit een reining proef en fence work, het werken met vee. Cutting: Bij de cuttting moet de ruiter een koe kiezen uit de kudde die in de ring gebracht is. De combinatie moet de kudde oplettend benaderen zonder deze overmatig te verstoren. Als de ruiter heeft bepaald welke koe hij van de kudde wil afzonderen, moet de combinatie de koe zo dicht mogelijk naar het midden van de arena drijven. Twee andere ruiters houden de koe in het midden van de arena, terwijl weer twee andere ruiters zorgen dat de kudde bij elkaar aan de korte zijde van de arena blijft. Het is de taak van het paard om te voorkomen dat de koe terugwendt naar de kudde. Per combinatie ruiter/paard kan een startnummer aangevraagd worden. Zowel voor recreatief als voor wedstrijdsport (professionals). De punten voor onderdelen worden genoteerd in levels (klassen). Men kent aparte klassen voor de jeugd. In de leeftijd 10 t/m 13 jaar en 14 t/m 18 jaar FNW Young Riders klassen. Level 5 is het begin gevolgd door Level 4, 3, 2 en 1 is de hoogste klasse. Level 2 is vergelijkbaar met M1/M2 dressuur. Er bestaan ook rassenshows. Voor een show moet er een showaanvraag bij het moederstamboek gevraagd worden en aangevuld met de gegevens die nodig 12
zijn voor het inschrijfformulier. Hier ligt een vraag van een haflingerlid bij ons KVTH stamboek. Moet de KVTH hiervoor lid worden van de Federatie of kunnen we volstaan met het leveren van gegevens? Hoe dit precies in zijn werk gaat zal nog uitgezocht moeten gaan worden.
Voltige Voltige is een leuke sport voor iedereen die van paarden houdt. Bij voltigeren worden gymnastische oefeningen op de rug van een rustig galopperend paard gedaan. Het paard loopt aan een lange lijn, de longe, op een cirkel en heeft een speciale voltigesingel met handvaten om. Voltigeren draait om ontspanning, souplesse, evenwicht en ritme. Omdat het paard continu beweegt, is het de kunst om de oefeningen zo uit te voeren dat het paard niet in zijn beweging wordt gehinderd. Voltige bevordert het evenwichtsgevoel, de zit en het gevoel van ongedwongenheid en vormt dus ook een goede basis voor het paardrijden. Voltigeren is met name zeer geschikt voor kinderen. Voltigeren kan zowel in teamverband als solo. Een voltigeteam bestaat uit zes jongens en meisjes in de leeftijd vanaf 6 jaar. Solovoltige is mogelijk vanaf 14 jaar. Het voltigeren bestaat uit twee onderdelen: de verplichte oefeningen en de kür. Bij de verplichte oefeningen moet iedere voltigeur binnen een vastgestelde tijd zeven basisoefeningen uitvoeren. Bij de kür moet de solovoltigeur of het voltigeteam -ook weer binnen een vastgestelde tijd- een samenstelling van vrije oefeningen laten zien. De kür wordt onder andere beoordeeld op moeilijkheidsgraad, samenstelling, technische uitvoering en muziekkeuze. Kijk voor meer informatie op de Nederlandse Voltige Site www.voltige.nl Bij voltige wedstrijden gaat het dus niet zo zeer om het paard maar vooral om de vaardigheden van de (jeugdige) mens.
Draf- en rensport De vereniging Nederlandse Draf- en Rensport (NDR) bevindt zich in Den Haag. www.ndr.nl. De NDR is, simpel gezegd, wat de KNVB is voor de voetbalsport. De NDR stelt de koersagenda op, bepaalt de spelregels en houdt toezicht op de naleving ervan. Een andere belangrijke taak is het bijhouden van het Draver- en Volbloedstamboek. Dit stamboek kunt u zien als het geboortenregister van de draf- en renpaarden. De NDR vervult daarmee in feite de functie van burgerlijke stand. Kort samengevat komt het er op neer dat sport, fokkerij, tuchtrechtspraak en financieel beheer bij de NDR onder één dak zijn samengebracht. Voor Haflingers en Trekpaarden geldt deze tak van sport niet als wedstrijdonderdeel. Tenzij we hiervoor naar het buitenland gaan. In Noord Italië (Südtirol) is de draf- en rensport voor haflingers wel degelijk een wedstrijdonderdeel waarbij wedkantoren geopend zijn. Uiteraard wordt er dan alleen gekoerst met haflingers in de baan en zijn er geen andere paardenrassen in de baan.
13
Voor de JEUGD De KNHS kent ook proeven die gereden kunnen worden door kinderen/ jeugd. Bij de Dressuur kennen we Bixie wedstrijden zonder galop. Bij de Endurance kunnen kinderen vanaf 7 jaar rijden Bij het Mennen zijn er sinds 2009 mogelijkheden voor de jeugd. Voltige is met name geschikt voor kinderen zowel individueel als in een team. Western: Reining jonger dan 13 jaar en jeugd 14-18 jaar.
14
Hoofdstuk 3 De aanleg Elk ras heeft zijn eigen specifieke kenmerken. Dit houdt niet alleen de “buitenkant”, kleur en grootte in, maar zeker ook de “binnenkant”, karakter, aanleg, uithoudingsvermogen, soberheid. Eigenschappen waar de haflinger beroemd om geworden is. Door zijn bouw, het karakter en het uithoudingsvermogen is de haflinger een ideaal ras om recreatief en wedstrijdgerichte breedtesport te beoefenen. Het is een ware “allrounder”, een veelzijdig te gebruiken ras. In alle hippische disciplines kan een haflinger goed meedraaien in de breedtesport. De absolute (inter-)nationale top is maar voor een enkeling weggelegd. En zoals met veel sporten begin je met de basis. Ook de (jeugdige) mens probeert vaak eerst meerdere sporten uit om daarna vast te stellen wat hij/zij leuk vindt en waar hij/zij goed in is. Zo is het ook met paarden en pony‟s. De buitenkant, het exterieur, beoordelen wij via (premie)keuringen. De “binnenkant”, het karakter, de aanleg kunnen we alleen maar beoordelen als we dit testen. Bij meerdere stamboeken in binnen- en buitenland zijn daarvoor testen ontwikkeld om te bepalen welke aanleg het dier heeft. Voor de trekpaarden en de haflinger kennen we al jaren in NL de IBOP proeven. Tevens kennen we voor de haflinger, via de Wereld Haflinger Vereniging (waar Nederland lid van is), bruikbaarheidtesten. In het buitenland, met name Duitsland kennen we de “Leistungsprüfung” (prestatie test). En daarmee komen we bij het volgende onderdeel.
Bruikbaarheidtesten en Verrichtingsonderzoeken Bij de KWPN beschrijven ze dit als volgt: De aanlegtesten voor KWPN-paarden zijn bedoeld om inzicht te krijgen in de natuurlijke aanleg van een paard voor de sport. Door deel te nemen aan een aanlegtest krijgt de fokker meer informatie over de sportkwaliteiten van zijn paard. Een jury beoordeelt de paarden op hun aanleg voor de sport. Met het commentaar van de jury heeft de fokker een compleet beeld van de aanleg van zijn paard. Een aanlegtest is vooral van belang voor paarden die niet in de sport uitkomen. Van de paarden die wel in de sport uitkomen zijn sportuitslagen beschikbaar, die goed weergeven hoe succesvol een paard is. Deze data worden daarom zorgvuldig geregistreerd en geanalyseerd. Maar daarnaast is er de groep paarden die niet uitkomt in de sport. Per slot van rekening heeft niet iedere eigenaar de mogelijkheid of ambitie om intensief met zijn of haar paard te trainen. En ook van die groep is het belangrijk om duidelijk de aanleg voor de sport in beeld krijgen, het fokdoel van het KWPN is immers gericht op het fokken van sportpaarden, die op het hoogste niveau presteren.
15
Het KWPN biedt de keus uit twee aanlegtesten. De IBOP en de EPTM zijn qua beoordelingscriteria hetzelfde. Het verschil zit hem in de voorbereiding en in de beoordelingsfrequentie. De IBOP is ook opengesteld voor ruinen en nietgoedgekeurde hengsten, de EPTM alleen voor ruinen. Voor elke fokrichting is een gespecialiseerde aanlegtest. Binnen de KVTH kennen we ook aanlegtesten. Voor de haflinger hengsten zijn we op vrijwillige basis begonnen met de bruikbaarheidtesten van de Wereld Haflinger Vereniging (WHV) bestaande uit 3 onderdelen (Reglement, bijlage J). ) Deze bruikbaarheidtesten zijn ontwikkeld om te testen dat de paarden waarmee gefokt wordt ook aan de minimale gebruikseisen voldoen. De basis dus. Kun je iets met je paard. Is het te gebruiken om te rijden, is het vriendelijk in de omgang, kan je met een wagen rijden (zadel, karakter, mennen). Dit minimale niveau (de norm) bepaald de mens. 2010 wordt het derde jaar dat de bruikbaarheidtesten worden gehouden, daarna dient er een evaluatie plaats te vinden. Centrale vraag zal hierbij zijn: gaan we hier mee door ? zo ja, blijft dit op vrijwillige basis of wordt het verplicht gesteld; stoppen we hier mee, wat heeft dit dan voor consequenties op langere termijn ten opzichte van het ras in NL en ten opzichte van de “concurentie” in het buitenland. Opmerking: Deze evaluatie moet nog gebeuren. Het Hoofdbestuur heeft in november 2010 besloten om de testen voor 3 jaar op vrijwillige basis voort te zetten. IBOP / ABOP/ VOPP Instellings- en bruikbaarheidsonderzoek voor pony's (IBOP) Verrichtingsonderzoek voor pony‟s en paarden (VOPP) Speciaal voor Nederland ontwikkeld voor alle paarden en pony rassen. De juryleden die dit beoordelen zijn hiervor speciaal opgeleid. Ook hier wordt de aanleg en het gebruik van het paard getest. De zadelproef bestaat uit 2 onderdelen: een dressuurproef en een springparcours. De menproef bestaat uit de onderdelen: een dressuurproef en een trekproef. Het karakter (gebruik) wordt extra beoordeeld bij het opzadelen of het inspannen met in de proef het halthouden, af- en opstijgen. Voor alle onderdelen kunnen punten verdient worden, het resultaat wordt vermeld op een certificaat. AA: Wanneer de som der cijfers tenminste 90 bedraagt en geen cijfer lager dan 8 voorkomt; A : Wanneer de som der cijfers tenminste 88 bedraagt en voor het karakter, gehoorzaamheid en temperament tenminste een 7 is gegeven; B : Wanneer de som der cijfers tenminste 77 bedraagt en voor het karakter, gehoorzaamheid en temperament tenminste een 6 is gegeven; C : Wanneer de som der cijfers tenminste 66 bedraagt en voor het karakter, gehoorzaamheid en temperament tenminste een 6 is gegeven.
16
KVTH Reglementen Als we naar de huidige KVTH reglementen kijken (Reglement op de stamboekhouding), zien we dat onze paarden diverse predicaten kunnen behalen, punt 6 Gradering paarden (let op: voor trekpaarden gelden andere predicaten). Men moet dan aan een bepaald minimum niveau voldoen. Haflingers: Ster predicaat d) De merrie moet de IBOP-proef (tuig of onder het zadel) hebben afgelegd met als resultaat tenminste een B – certificaat.
Sport predicaat Vereiste resultaten: Dressuur onder het zadel of aangespannen: Z + 1 winstpunt Springen: B + 5 winstpunten bij paarden L + 5 winstpunten bij de pony‟s IBOP: A of AA.
Verder hebben we nog aanvullende reglementen voor haflinger hengsten. o.a. Art. 13. Lid 1: Goedkeuring hengsten en Art. 13b. Lid 11: Definitieve klassenindeling na afstammelingenkeuring. Bij de definitieve klasse indeling van goedgekeurde hengsten kunnen bij de beoordeling gegevens meegenomen worden van sportprestaties door de nakomelingen. De vraag is echter of dit wel terecht is en of dit ook wel mogelijk is? Als je de dekseizoenen van de hengst (gekeurd op 3-jarige leeftijd) afzet tegen de leeftijd van de nakomelingen die een sportprestatie moet hebben neergezet, kan dit niet. Bij 4 dekseizoenen van de hengst is de oudste nakomeling 3 jaar oud (= voorlopige klasse indeling hengst). Bij 7 dekseizoenen van de hengst is de oudste nakomeling 6 jaar oud (= definitieve klasse indeling hengst). Echter de oudste nakomeling kan hooguit 3 jaar beleerd zijn en kan/mag volgens KNHS regels nog niet meedoen aan de zwaarste disciplines. Volgens de huidige gegevens kunnen dus alleen prestaties meegenomen worden van nakomelingen die een IBOP hebben gelopen en dat is een aanlegtest. Uiteraard kunnen de prestaties die de hengst zelf heeft behaald meegenomen worden in de definitieve klasseindeling. Gelet op de in de voorgaande hoofdstukken gegeven uitleg over aan de ene kant sportdisciplines met wat je daarvoor moet doen aan training en tijdsinvestering en aan de andere kant de uitleg over aanleg hebben en minimale basiskenmerken waarborgen in een ras, kun je er m.i. niet omheen dat de huidige verhouding om een sportpredikaat te verkrijgen behoorlijk “mank” loopt. Het zou daarom goed zijn sportpredicaten ook alleen maar voor sportprestaties te geven en de IBOP in de basis neer te leggen.
17
Hoofdstuk 4 Inzichtelijk maken van de gegevens Haflingerhengsten hebben vanaf 2008 de mogelijkheid een bruikbaarheidtest af te leggen volgens het model van de Wereld Haflinger Vereniging. Het is vrij aan de eigenaar van de hengst om deel te nemen aan deze proeven en vrij te bepalen welke test de hengst aflegt. De resultaten van de test kunnen worden meegenomen in de beoordeling van de hengst m.b.t. de klassenindeling. Een negatief resultaat van de test kan niet leiden tot afkeuring. Na 3 jaar zullen de testen worden geevalueerd. Dit is dus in oktober/november 2010 en dan dient er ook een bestuurlijke keuze gemaakt te worden. Opm. De evaluatie wordt meegenomen in de presentaties van het Fokplan en Sportplan. De Wereld Haflinger Vereniging stelt de bruikbaarheidtest (alle 3 onderdelen) verplicht voor goedgekeurde dekhengsten en Elitemerries. De resultaten van de testen worden genoteerd en kunnen uitgelezen c/q gegeneraliseerd worden. Een negatief resultaat zal dan ook moeten kunnen leiden tot afkeuring. Een goed resultaat zal vermeld blijven in bijv. keuringsboekjes, zoals dit ook al gebeurd in de ons omringende landen. En zoals nu al vermeld wordt voor predikaten. Zoals het nu is: Haflingermerries die in aanmerking kunnen komen voor het Ster predikaat moeten de IBOP-proef (tuig of onder het zadel) hebben afgelegd met als resultaat tenminste een B – certificaat. Haflinger hengsten, ruinen en merries die een Sportpredikaat willen halen moesten tot nu toe aan de volgende eisen voldoen: Dressuur onder het zadel of aangespannen: Z + 1 winstpunt Springen: B + 5 winstpunten bij paarden = 1 meter L + 5 winstpunten bij de pony‟s = 90cm voor D-ponys met een stokmaat t/m 1.47m en 1 meter voor E-ponys met een stokmaat vanaf 1.48m IBOP: A of AA. Alle uitslagen van IBOP / VOPP proeven zijn tot nu toe gepubliceerd in het verenigingsblad van de KVTH. Alle andere aanvragen die behaald zijn in de sport zijn echter niet gepubliceerd in het blad. Dit kan alsnog gebeuren, indien deze gegevens nog achterhaald kunnen worden (digitaal of handmatig). Een voorbeeld van hoe iets in een overzicht is te publiceren staat bijvoorbeeld op de website van www.hethaflingerforum.nl. Hier staat een alfabetische lijst met namen, door hierop de klikken worden gegevens zichtbaar. De KNHS registreert zowel mens als dier alsook de combinatie. Behaalde resultaten worden per deelnemer, per paard en per combinatie bijgehouden. De resultaten kunnen via eigen inloggegevens op de website van de KNHS 18
bekeken worden. In de nieuwe data base van de KVTH worden ook de mogelijkheden bekeken om met eigen inloggegevens te zoeken. Dit neemt echter niet weg dat algemene zoekopdrachten ook mogelijk zouden moeten zijn. Zijn er al haflingers die hoog gepresteerd hebben in de sport en bekend geworden zijn? Antwoord: ja. Iedereen herinnert zich Merlin (Nordfürst) nog wel, de haflingerruin die onder Denise Blom tot Pony van het jaar 2008 werd gekozen. Maar kennen we bijvoorbeeld ook Arriba, de hafingerruin die met Rudolf Pestman Nederlands kampioen enkelspan samengestelde menwedstrijd is geworden? En kennen we Klaas de Haan nog met zijn tweespan haflingers? NL kampioen samengestelde menwedstrijd tweespan. Of de huidige (oktober 2009) Nederlandse kampioen samengestelde menwedstrijd, klasse 2 en 3 vierspan Frits Kool uit Elspeet?
19
Hoofdstuk 5 Wat kunnen we met de gegevens en wat willen we er mee. De foktechnische commissie haflingers is bezig met het opstellen van een Fokplan. In het concept staat het doel als volgt omschreven: Doel FTC De komende jaren zal functionaliteit extra aandacht moeten krijgen, waarbij opgemerkt dient te worden dat de raskenmerken en type bewaard moeten blijven. Het doel moet zijn om een functioneel rijtypisch veelzijdigheidspaard te fokken met een goed karakter met uithoudingsvermogen, welke enigszins meer sportgericht gefokt is. Om deze doelstelling te bereiken is 1 van de middelen: Bevorderen van het gebruik van de haflinger in de sport. Vaak krijgt het bestuur de vraag van de leden om inzicht te krijgen over welke hengst of merrie sportieve eigenschappen en aanleg vereft. Tot op dit moment (januari 2010) is er geen (digitale) mogelijkheid om snel informatie te geven over welke hengst of merrie een sportpredikaat beschikt en wat de nakomelingen al hebben bereikt. In 2010 zal een nieuw computer data bestand worden geïnstalleerd waarin veel meer gegevens digitaal kunnen worden opgeslagen en gegeneraliseerd. Sportieve prestaties van hengsten, ruinen en merries kunnen een aanwijzing zijn voor genetische aanleg en daardoor helpen bij het maken van een fokkerijkeuze. Dit is een voorzichtige conclusie. Inzicht krijgen uit gegevens is wat we willen. Een data bestand werkt echter pas goed als er veel gegevens in zijn verzameld. Dan pas kunnen er ook daadwerkelijk fokadviezen richting leden gegeven worden. Op korte termijn kan eerst worden volstaan met Uitslagenlijsten en Overzichten. Inmiddels (2011) staat op www.kvth.nl onder het kopje Keuringen het overzicht van verleende sportpredicaten.
20
Hoofdstuk 6 Aanbevelingen en tijdpad Dit rapport gaat eerst naar het Dagelijks Bestuur, daarna naar de Foktechnische Commissie Haflingers en het Hoofdbestuur. Eerste aanbeveling om de paarden met een sportpredicaat in een overzicht te publiceren op de website van de KVTH. Tweede aanbeveling om het behalen van het sportpredikaat uit te breiden met de volgende disciplines: Eventing, klasse M met 3 winstpunten Mennen samengesteld (alle aanspanningen), klasse 3 met 3 winstpunten Endurance en Mendurance, klasse 3 met 3 winstpunten Western: wijzigen in Level 2 met 3 winstpunten. Derde aanbeveling Het verzwaren van de bestaande discipline dressuur met de bedoeling om te voorkomen dat een combinatie “per toeval” 1 winstpunt behaald in 1 wedstrijd. Drie winstpunten betekend dat er of heel goed gereden is (maximale winstpunten) in 1 wedstrijd of meerdere wedstrijden goed genoeg heeft gepresteerd om winstpunten te halen. Dressuur onder het zadel of aangespannen: Z + 1 winstpunt wijzigen in: Dressuur onder het zadel en mennen alle aanspanningen: Z + 3 winstpunten Springen blijft ongewijzigd. Vierde aanbeveling Een overgangstermijn van bijv. 4 jaar (of langer) instellen om via het IBOP certificaat alsnog een sportpredicaat te verkrijgen (met name bedoeld voor de oudere merries). Daarna deze mogelijkheid afschaffen. N.a.v. reactie: IBOP laten voortbestaan voor behalen sportpredicaat alleen voor AA. Dus verzwaren van A naar AA. Met name voor de merries zou de IBOP moeten blijven bestaan, omdat hiermee gefokt zal worden. Voor een drachtige merrie of als zij een veulen aan de voet heeft is het moeilijker om sportprestaties te kunnen leveren. Ter verduidelijking: Al deze voorstellen kunnen apart of geheel (al dan niet aangepast) worden overgenomen door het Hoofdbestuur.
21
Tijdpad 2010 Concept rapport is besproken in het Dagelijks bestuur en het Hoofdbestuur, tevens in de Foktechnische commissie 2011 Tijdpad Fokplan en Sportplan (publicatie orgaan nov/dec. 2010 nummer 555) Januari / februari 2011
Korte toelichting van een FTC lid tijdens de afdelingsvergadering
Maart / april 2011
Informatie avonden: 4 april te Tolbert: afdelingen Friesland/ Flevoland, Groningen en Drenthe 7 aril te Apeldoorn: afdelingen Gelderland en Overijssel 11 april te Bleiswijk: afdelingen Noord-Holland/ Utrecht en Zuid-Holland 14 april te Oirschot: afdelingen Limburg, NoordBrabant en Zeeland
April 2011
Publicatie fok- en sportplan via o.a. de website
Mei 2011
Mogelijkheid voor leden tot inzenden van schriftelijke opmerkingen Verwerking op- en aanmerkingen in FTC
Juni 2011 Juli 2011 Augustus / september 2011 November 2011
Voorlopige besluitvorming hoofdbestuur met mogelijke opmerkingen Opmerkingen hoofdbestuur verwerken in FTC Besluitvorming door hoofdbestuur voor publicatie
December 2011
Publicatie definitieve fok- en sportplan
Januari / februari 2012 Maart 2012
Presentatie definitieve fok- en sportplan aan de leden van de KVTH Definitieve besluitvorming door hoofdbestuur
22
