Voor of tegenprestatie? Onderzoek naar de mening van de Rotterdammer over de maatregel tegenprestatie
Productie van het BurgerPanelRotterdam November 2013
Inhoudsopgave • • • • • • • •
Inleiding en vraagstelling De maatregel Methode Oriënterende gesprekken Enquête en onderzoeksresultaten Straatgesprekken Conclusies Aanbevelingen
3 5 6 7 10 14 16 18
• • • •
Bijlage 1: Vragenlijst Bijlage 2: Volledig overzicht enquêteresultaten Bijlage 3: Omnibusenquête 2013 Bijlage 4: SP-rapport
20 22 26 27
Voor of tegenprestatie
2
Inleiding “Officieel sinds 1 januari 2012 hebben gemeenten en dus ook Rotterdam beleidsvrijheid om werklozen in de bijstand (WWB – Wet werk en bijstand) te vragen of eigenlijk te verplichten tot 20 uur per week onbetaald werk als ‘’tegenprestatie’’ te leveren voor hun uitkering. De regeling geldt alleen voor mensen in de bijstand. Deze verplichting komt bovenop de al bestaande sollicitatieplicht en loopt vooruit op een wettelijke basis in de Participatiewet die in 2015 van kracht moet worden. Rotterdam noemt deze wettelijke tegenprestatie nu Maatschappelijke Inspanning. (Deze maatregel stond in de proefperiode eerder bekend als Full Engagement.) Het doel van de maatregel is enerzijds werklozen in de bijstand meer kans te bieden betaald werk te vinden en anderzijds ‘’maatschappelijk nuttig’’ werk te laten verrichten.’’
Voor of tegenprestatie
3
Inleiding De tekst op de vorige pagina was de inleiding van de vragenlijst via onze website en sociale media gericht aan Rotterdammers met of zonder bijstandsuitkering. In de tekst schuilt meteen het probleem van de groeiende praktijk: Wat is nu werkelijk het doel van de maatregel? Meer kans op betaald werk of een tegenprestatie voor de bijstandsuitkering zonder meer? Volgens staatssecretaris Jetta Klijnsma het laatste: zij ziet de tegenprestatie niet als een instrument voor ‘’reintegratie’’ op de arbeidsmarkt. In gewone taal: Je moet werken voor je uitkering en anders niks. Zo zal de Participatiewet in 2015 eruit komen te zien en toegepast worden. Deze harde breuk met het verleden (alleen sollicitatieplicht) wordt door gemeenten die alvast naar eigen goeddunken aan de slag mogen met de regeling met verwarrende verzachtingen omkleed: Het is goed om werkervaring op te doen en daardoor misschien toch een baan te vinden. Het is goed voor jezelf en voor de maatschappij. Het verplichten en verrichten van een tegenprestatie is een actueel en controversieel onderwerp. Het BurgerPanelRotterdam vraagt zich af wat de Rotterdamse burger werkelijk denkt van deze ‘’aanpak’’, zoals de gemeente het noemt, de verplichte tegenprestatie in de vorm van onbetaald werk, want vrijwilligerswerk in de strikte zin van het woord mag het eigenlijk niet genoemd worden.
Voor of tegenprestatie
4
De maatregel De Wet werk en bijstand (WWB), van kracht sinds 1 januari 2004, is op een onderdeel gewijzigd. De gemeente kan officieel sinds 1 januari 2012 een tegenprestatie vragen, werk dat nuttig is voor de samenleving. Begin 2013 hadden 53 op de 1.000 inwoners recht op een bijstandsuitkering, dit komt neer op ongeveer bijna 33.000 Rotterdammers met een uitkering*. (Eind oktober is dit aantal rond 36.000 – bron Werk en Inkomen.) Vooruitlopend op deze wijziging in de WWB startte de gemeente Rotterdam in 2011 een pilot in zeven wijken met de ‘’Full Engagement’’-aanpak, inmiddels omgedoopt in ‘’Maatschappelijke Inspanning’’. Het doel van deze ‘’aanpak’’ (de term maatregel is door de gemeente al gereserveerd voor straffen) was voor de betrokkenen de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en zo sneller aan de slag te kunnen in een betaalde baan. Bovendien wordt er een bijdrage geleverd aan de samenleving en krijgt of houdt men werkervaring. Op de website van de Gemeente Rotterdam** staat te lezen dat iemand er alles aan moet doen om werk te vinden. Als dit niet lukt, dan moet diegene onbetaald werk verrichten, bijvoorbeeld in het reguliere vrijwilligerswerk. Dit is om wat terug te doen voor de uitkering, maar het zou mede kunnen leiden tot betaald werk. • Een persoon moet zelf onbetaald werk zoeken, de gemeente toetst of dit passend is. • Minimaal 20 uur per week. • Eventueel met vergoeding vanuit vrijwilligersorganisatie. • Overeenkomst opstellen met de organisatie waar het werk zal worden verricht. *Bron: CBS, persbericht 28 februari 2013 (PB13-015) ** Bron: Website gemeente Rotterdam informatieblad juni 2013
Voor of tegenprestatie
5
Methode Tijdens de start van het onderzoek kwamen wij erachter dat er onder de panelleden nog veel onbekendheid was over de inhoud van de maatregel. Om de beweegredenen van de overheid en gemeente goed in kaart te brengen is besloten eerst met diverse belanghebbende partijen te spreken over de maatregel, ofwel regeling of aanpak. Deze gesprekken hadden een oriënterend karakter. Op basis van deze informatie is vervolgens een enquête opgesteld, die inwoners van Rotterdam online konden invullen. De enquête werd veelvuldig via Twitter en andere kanalen gepropageerd. De vragenlijst is opengesteld in juli 2013. Omdat dit precies in de vakantieperiode viel, is besloten de enquête geruime tijd open te stellen. Rotterdammers hadden tot maandag 2 september 2013 de tijd om de vragenlijst te beantwoorden. Gelijktijdig met de enquête zijn er diverse straatgesprekken gehouden met inwoners die in de bijstand zitten. Deze zijn benaderd bij uitgiftepunten van de Voedselbank, kringloopwinkels en het Werkplein aan het Heiman Dullaertplein.
Voor of tegenprestatie
6
Oriënterende gesprekken Er hebben drie oriënterende gesprekken plaatsgevonden. De belanghebbenden waren: - Programmamanager Maatschappelijke Inspanning (MI) van de gemeente Rotterdam - Balie Vrijwilligerswerk in de Centrale Bibliotheek Rotterdam - Vrijwilligersorganisaties tijdens een informatiebijeenkomst Deze gesprekken hebben plaatsgevonden in mei 2013. Bij vrijwel ieder gesprek waren twee burgerpanelleden aanwezig.
Voor of tegenprestatie
7
Oriënterende gesprekken Programmamanager Maatschappelijke Inspanning (MI) van de gemeente Rotterdam De aanpak tegenprestatie is volgens de programmamanager bedoeld voor diverse groepen. Voor allen is het een stap op de participatieladder. Deze stap kan variëren van werkervaring opdoen tot uit een isolement komen. Zo staat het geformuleerd in het beleidskader 2011-2014. ‘Onbetaald je inzetten’ kan bijvoorbeeld het volgende inhouden: taallessen volgen of mantelzorg plegen, fietslessen, gezondheidsprogramma, enz. Twintig uur is een richtlijn. Het blijkt wel dat niet alle klantmanagers al goed ingevoerd zijn waardoor mismatching nog voorkomt. Balie Vrijwilligerswerk in de Centrale Bibliotheek (Centrum voor Dienstverlening). “We gaan uit van de talenten van alle vrijwilligers en behandelen cliënten van ‘Werk en inkomen’ niet anders dan anderen. We rapporteren in principe niet terug naar klantmanagers. We waarschuwen wel voor mismatching, bv. door het weghalen van een vrijwilliger van een passende plek naar een niet passende plek (zie talenten). Deze balie kan dezelfde vacatures hebben als ‘Voorwerk’ in de werkpleinen. Ook geven we al cursussen ‘hoe motiveert u vrijwilligers’.’’ Uitkomst Poll ‘’010 Werkt’’ juni 2013 (aantal deelnemers onbekend) Doet u al vrijwilligerswerk? 33% Nee, ik weet geen geschikte plek 8% Nee, ik vind het onzin 42% Ja, met veel plezier 17% Ja, omdat het moet Voor of tegenprestatie
8
Oriënterende gesprekken Vrijwilligersorganisaties tijdens de informatiebijeenkomst van CDV Vrijwilligers ‘Verplichte vrijwilligers bent u er klaar voor?’ op 16 mei 2013: De maatregel MI vraagt veel maar biedt ook kansen: er ontstaat meer diversiteit in het vrijwilligersbestand. Het zorgt voor continuïteit, vergroot de kans op doorstroom naar P&O en het kan de productie verhogen en meer binding bewerkstelligen door 20 uur te werken. Ook voor de vrijwilliger zelf kan het voordelen hebben, zoals zelfontplooiing en richting geven, je telt mee in de maatschappij. Toch vindt men 20 uur wel wat te veel. Ook moet men waken voor verdringing op de arbeidsmarkt. Maar er kleven mogelijk nog enkele nadelen aan de maatregel: Werk en Inkomen moet meewerken aan maatwerk. Dit kost naast tijd ook kennis en kunde. De vrijwilligersorganisatie moet tijd hebben voor begeleiding. Ook hebben sommige vrijwilligersorganisaties slechte ervaringen met verplichte vrijwilligers, sommigen komen na het tekenen van een contract bijvoorbeeld niet meer opdagen.
Voor of tegenprestatie
9
Enquête In de enquête ligt zowel de nadruk op de inwoners van Rotterdam en hun mening over de maatregel als op de ervaringen en opvattingen van mensen in de bijstand. Op basis van de inleiding (met het niet mis te verstane verplichte aspect van de maatregel) zijn er verschillende vragen gesteld. Om de antwoorden van de mensen die recht hebben op bijstand te kunnen vergelijken met de mening van de Rotterdammer is ervoor gekozen een aantal vragen op dezelfde manier te stellen. De inwoners van Rotterdam die niet in de bijstand zitten hebben vier vragen beantwoord, plus een aantal persoonlijke vragen, zoals leeftijd, opleiding en geslacht. De mensen die in de bijstand zitten hebben een aantal extra vragen beantwoord om te peilen in hoeverre zij al in aanraking zijn gekomen met de maatregel. Ook zij hebben aan het eind een aantal persoonlijke vragen ingevuld.
Voor of tegenprestatie
10
Onderzoeksresultaten enquête In de enquête ligt zowel de nadruk op de inwoners van Rotterdam en hun mening over de maatregel als op de ervaringen en opvattingen van mensen in de bijstand met en over de maatregel. In totaal hebben 197 mensen de enquête ingevuld; 62% van de respondenten is man, 28% is vrouw. De jongste deelnemer aan het onderzoek is 24 jaar, de oudste 80 jaar. Van de respondenten heeft 29,1% een bijstandsuitkering. Van degenen die geen bijstandsuitkering hebben is driekwart op de hoogte van de maatregel. Van de bijstandsgerechtigden is bijna iedereen op de hoogte van de maatregel. Twee derde van de mensen niet in de bijstand is het eens met de maatregel, een kwart is het hier niet mee eens. Onder de bijstandsgerechtigden is slechts een kwart het eens met de maatregel en is zo’n 64% het niet eens. Bijna 10% heeft geen mening. Van degenen zonder uitkering geeft 85% aan wel een tegenprestatie te willen verrichten. 0
20
40
60
80
100
Inwoners R'dam
Bijstandsgerechtigden
Op de hoogte van de maatregel
Eens met maatregel
Voor of tegenprestatie
Ja
Nee
Geen mening
11
Onderzoeksresultaten enquête Driekwart van de mensen met een uitkering verricht al onbetaald werk in de vorm van vrijwilligerswerk. Op de vraag of zij al benaderd zijn door hun klantmanager aangaande deze maatregel, zegt bijna driekwart niet benaderd te zijn.
Benaderd door klantmanager
Leidde tot afspraken
Bij de mensen die benaderd waren, leidde dit bij net iets meer dan de helft tot afspraken voor vrijwilligerswerk. Bij de anderen leidde dit niet tot afspraken, bijvoorbeeld omdat zij al vrijwilligerswerk hadden en het voldoende bleek te zijn om als tegenprestatie aangemerkt te worden. Driekwart van de mensen die nog niet benaderd zijn in het kader van de maatregel ziet daar ook niet naar uit.
Voor of tegenprestatie
12
Onderzoeksresultaten enquête Op de vraag hoeveel uur men bereid zou zijn een tegenprestatie te verrichten, zegt een kwart 0 uur, twee mensen geven aan 40 uur een tegenprestatie te willen doen. Gemiddeld geven de respondenten aan voor 13 uur aan de tegenprestatie te willen voldoen. Van de respondenten verwacht 84% niet dat de tegenprestatie de kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Aan degenen die nog geen tegenprestatie verrichten is gevraagd wat voor soort werk zij graag zouden willen doen. Veelal willen zij anderen helpen, bijvoorbeeld als computerhulp voor ouderen, het schenken van koffie en thee, cultureel werker of helpen op de sportclub. Een respondent beschrijft het als volgt: ‘’Ik zou graag iets doen dat ik leuk vindt.’’ Hoewel we hadden gehoopt op een hogere respons zien we wel veel overeenkomsten met de resultaten uit het COS-rapport.*
Bron: Feitenkaart Rotterdammers over hun stad: Omnibusenquête 2013 voor de gemeente Rotterdam
Voor of tegenprestatie
13
Straatgesprekken Gelijktijdig met de enquête zijn er straatgesprekken gehouden op diverse plekken in de stad, waaronder bij de Voedselbank in IJsselmonde, bij kringloopwinkels en bij het Werkplein in Delfshaven. In totaal zijn er 48 straatgesprekken gevoerd met mensen in de bijstand of in de eerste fase daarvan (WerkLoont). Over het algemeen waren zij bereidwillig om te praten. Wat vooral opviel is dat velen nog niet van de maatregel om 20 uur een tegenprestatie te leveren voor een bijstandsuitkering hadden gehoord. Dit in tegenstelling tot de respondenten van de enquête. Wanneer werd uitgelegd wat de maatregel inhield, waren de meningen verdeeld. Een aantal mensen vond het goed om een tegenprestatie te leveren. Het zou hun bijvoorbeeld regelmaat geven en wellicht kon men een netwerk opbouwen. Anderen zagen de maatregel niet zitten en vonden het dwangarbeid of men zag geen link tussen het vrijwilligerswerk en de weg naar betaald werk.
Vrouw, 56 jaar: “Mensen van mijn leeftijd zijn kansloos op de arbeidsmarkt en moeten een vrijstelling krijgen om te solliciteren. Dit heeft totaal geen zin.”
Vrouw, 50 jaar: “Ik zit in de bijstand en ken de maatregel van 20 uur werken. Ik vind de maatregel heel goed. Je krijgt er veel voor terug. Meer mensen moeten verplicht worden om te werken en niet zomaar de hand op te houden bij de Sociale Dienst. Ik ben opgegroeid met het idee dat je moet werken voor je centen. Dat heb ik van mijn opa geleerd.’’ Voor of tegenprestatie
14
Straatgesprekken Man, vijftiger: “Na deprimerende ervaringen met een bejaardenbingo heb ik nu zelf iets gevonden als chauffeur bij Stichting Jarige Job. Net op tijd want anders was mijn werkcoach weer met iets gekomen. Ik rijd een kleine twee dagen per week naar voedselbanken in het land waar ik verjaardagpakketten voor kinderen uit arme gezinnen aflever. Echt voor een goed doel dus! Maar eigenlijk ben ik tegen de verplichting.’’
Man, 46 jaar; “Tot voor kort had ik eigen bedrijf als automonteur. Ik zit nu in een verplicht traject ‘’WerkLoont’’. Ik was niet op de hoogte van de maatregel. Ik wil echter alleen meedoen als het mij helpt in mijn vak terug te keren. Ik ga geen werk doen dat niets met mijn vak te maken heeft. Ik overweeg als het traject mislukt naar Turkije te verhuizen, maar het liefst blijf ik hier.”
Man, 40 jaar: “Ik zit al heel lang in de bijstand. Ik heb ontheffing, maar doe vrijwilligerswerk. Ik vind het een prima maatregel, anders zit je maar thuis te niksen. Veel mensen doen vrijwilligerswerk omdat het moet, zij zijn echter minder gemotiveerd, ook omdat het onbetaald werk is.”
Man, 30 jaar: “Ik ken de maatregel niet. Ik ken wel de regel om 1 dag per week bij de Roteb te werken, dat was echt niks! Twintig uur voor de tegenprestatie is te veel, een dag per week zou kunnen. Ik zou dan wel graag jongerenwerk willen doen.”
Voor of tegenprestatie
15
Conclusies De tegenprestatie voor een bijstandsuitkering is een controversieel onderwerp: de meningen verschillen sterk. (Ook binnen het BurgerPanelRotterdam.) Mensen zonder uitkering zijn eerder geneigd te zeggen dat een tegenprestatie gewenst is. Velen geven aan dat zij dit een redelijke eis vinden. Mensen krijgen een uitkering en daar mogen ze dan ook wat voor terugdoen, is de gedachte. Bij mensen met een uitkering geldt dit veel minder, zij vinden vaker dat een tegenprestatie niet nodig is. Zij vinden het soms al straf genoeg dat zij in de bijstand zitten en zien het als vervelend dat ze dan ook nog onbetaald werk opgelegd krijgen. Er is echter ook een deel (25% van de bijstandsgerechtigden) dat geen probleem heeft met de maatregel, of zoals de gemeente het liever noemt: de aanpak. De mensen met een uitkering zijn beter op de hoogte van de aanpak. Van hen heeft bijna iedereen er weet van (92%). Onder de inwoners van Rotterdam is ongeveer driekwart zich bewust van de regeling. Maar dit geldt voor de mensen die de vragenlijst via Twitter en andere kanalen hebben ingevuld. Want juist uit de straatgesprekken blijkt dat er toch nog veel onbekendheid met de regeling is. Van de mensen met een uitkering doet het merendeel al aan onbetaald werk in de vorm van vrijwilligerswerk (75%). Dit vrijwilligerswerk is veelal niet tot stand gekomen met behulp van de maatregel: men was al actief.
Voor of tegenprestatie
16
Conclusies Binnen de gemeente lijkt er onduidelijkheid te zijn over de reikwijdte van de tegenprestatie. Gaat de regeling over re-integratie naar betaald werk of is het primair een verplichte participatieregeling? Staatssecretaris Klijnsma ziet de regeling uitdrukkelijk niet als middel tot re-integratie naar betaald werk, terwijl dit binnen de Rotterdamse pilot ‘’Full Engagement’’ van meet af aan mede als doel was gesteld. Eveneens onder de nieuwe naam ‘’Maatschappelijke Inspanning’’. Gedurende ons onderzoek stuitten wij herhaaldelijk op wisselende boodschappen omtrent de bedoelingen rond de tegenprestatie. De laatste tijd lijkt het gemeentelijke beleid afstand te nemen van re-integratie, maar dat is bijvoorbeeld in folders van Werk en Inkomen vooralsnog niet te merken. Vrijwilligersorganisaties zijn niet onverdeeld enthousiast over de regeling. Soms merken ze dat er meer aanbod is van vrijwilligers vanuit de bijstand, maar daar tegenover staat dat de mensen niet altijd gemotiveerd zijn. Onze conclusies stemmen aardig overeen met de grootschaliger opgezette onderzoeken van het COS* (in Rotterdam) en de SP **(landelijk), zie ook de bijlagen 3 en 4.
*Bron: Feitenkaart Rotterdammers over hun stad: Omnibusenquête 2013 voor de gemeente Rotterdam ** Bron: SP-rapport De bijstandsgerechtigde aan het woord, juli 2013
Voor of tegenprestatie
17
Aanbevelingen Schaf de verplichting tot een tegenprestatie af en verander de regeling in een stimuleringsmaatregel voor uitkeringsgerechtigden om onbetaald werk te verrichten. De bereidheid onder Rotterdammers met of zonder bijstandsuitkering is al zo groot om iets terug te doen. Veel van de uitkeringsgerechtigden verrichten al vrijwilligerswerk. Honoreer dit werk. Veel mensen zullen, als zij in de bijstand komen, uit zichzelf vrijwilligerswerk zoeken. Bijkomend voordeel van het afschaffen van de verplichting is een kostenbesparing: er hoeven geen ambtenaren ingezet te worden voor toezicht, controle, sanctie en administratie. Voor het begeleiden naar vrijwilligerswerk geldt: • Sluit aan bij het vrijwilligerswerk dat al verricht wordt. • Mismatching moet worden voorkomen. Neem de motivatie, opleiding en de talenten van de uitkeringsgerechtigden als enig uitgangspunt. • Faciliteer als gemeente de organisaties die uitkeringsgerechtigden kunnen begeleiden bij het vinden van hun weg in het vrijwilligerswerk. Wat de keuze ook gaat worden, een stimuleringsregeling of verplicht onbetaald werk: Zorg voor eenduidige informatie over wat het kerndoel is van de regeling (zie Klijnsma) en de interpretatie en verbreding die de gemeente zich mogelijk mag permitteren, zodat er onder de Rotterdamse bevolking geen verdere misverstanden kunnen ontstaan. Voor of tegenprestatie
18
Meer informatie? Stichting BurgerPanelRotterdam Postbus 3226 3003 AE Rotterdam
[email protected] Of volg ons via Facebook en Twitter
Bijlage 1: vragenlijst 1.
Voor mensen in de bijstand 6. Bent u op de hoogte van de maatregel?
Zit u in de bijstand? • •
Zo nee, ga naar vraag 2 Zo ja, ga naar vraag 6
• •
Voor mensen niet in de bijstand 2.
Bent u op de hoogte van de maatregel? • •
3.
Ja Nee Geen mening Toelichting (niet verplicht)
8.
Zou u een tegenprestatie (Maatschappelijke Inspanning) willen verrichten als u in de bijstand komt? • • • •
Ja Nee Geen mening Toelichting (niet verplicht)
Bent u het eens met deze maatregel? • • • •
Bent u het eens met deze maatregel? • • • •
4.
7.
Ja Nee
Ja Nee Geen mening Toelichting (niet verplicht)
Verricht u vrijwilligerswerk? • •
9.
Ja Nee
Ja, namelijk Nee
A. Bent u benaderd door de klantmanager voor een gesprek over de regeling Maatschappelijke Inspanning? (tegenprestatie) • Ja • Nee
Voor of tegenprestatie
20
Bijlage 1: vragenlijst 10. Indien ja: leidde dit tot afspraken over een tegenprestatie? (b.v. 20 uur vrijwilligerswerk) • • • •
Ja Nee Nog niet Toelichting (niet verplicht)
11. Indien nee: ziet u daarnaar uit? • • • •
Ja Nee Geen mening Toelichting (niet verplicht)
12. Stel u mag het zeggen. Wat zou u doen als tegenprestatie voor uw uitkering? Of niet? • • •
13. Verwacht u daardoor grotere kansen op de arbeidsmarkt? • • • •
Ja Nee Geen mening Toelichting
14. Wie bent u? Graag willen wij een paar persoonlijke gegevens (anoniem) • • • • •
Man/ Vrouw Leeftijd Hoogste opleiding Beroep Hoe lang werkloos
Wat voor werk? Aantal uren? Toelichting
Voor of tegenprestatie
21
Bijlage 2: enquêteresultaten Zit u in de bijstand? (N=197)
Ja
Nee
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Bent u op de hoogte van de maatregel? (N=109) Bent u het eens met deze maatregel? (N=106) Zou u een tegenprestatie willen verrichten? (N=107) Ja
Voor of tegenprestatie
Nee
Geen mening
22
Bijlage 2: enquêteresultaten 0
10
20
30
Ja
Nee
40
50
60
70
80
90
100
Bent u op de hoogte van de maatregel? (N=39) Bent u het eens met deze maatregel? (N=41) Verricht u vrijwilligerswerk? (N=41) Bent u benaderd door uw klantmanager voor een gesprek? (N=41) Leidde dit tot afspraken over een tegenprestatie? (N=11) Ziet u daarnaar uit? (N=30) Verwacht u daardoor grotere kansen op de arbeidsmarkt? (N=33)
Voor of tegenprestatie
Geen mening
Nog niet
23
Bijlage 2: enquêteresultaten Aantal uren dat men tegenprestatie wil verrichten (N=28) 0
4
6
8
10
14
15
16
18
20
38
40
Voor of tegenprestatie
24
Bijlage 2: enquêteresultaten Geslacht (N=124)
Leeftijd (N=123) 20 tot 30 30 tot 40
Man Vrouw
40 tot 50 50 tot 60 60 tot 70 70+
Voor of tegenprestatie
25
Bijlage 3: Omnibusenquête Op verzoek van diverse afdelingen en diensten van de gemeente Rotterdam voert het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS; inmiddels opgegaan in het gemeentelijke dienstencentrum Onderzoek en Business Intelligence) jaarlijks in februari en maart een Omnibusenquête uit onder 3.600 Rotterdammers van 16 jaar tot 85 jaar. De respons bedroeg dit jaar 34%; iets lager dan die van vorig jaar. De Sociale Dienst 22% van de Rotterdammers is het eens met de stelling dat mensen met een uitkering een baan moeten kunnen weigeren als die niet bij hun opleiding past. 45% is het daar niet mee eens, en de rest heeft geen duidelijke mening hierover. 64% van de Rotterdammers is het eens met de stelling dat mensen die langdurig werkloos zijn verplicht zouden moeten worden tot het verrichten van vrijwilligerswerk met behoud van uitkering. 12% is het daar niet mee eens, en de rest heeft geen duidelijke mening hierover. En 67% van de Rotterdammers is het eens met de stelling dat jongeren geen uitkering moeten krijgen, maar direct een baan of scholing, terwijl 7% het daar niet mee eens is, en de rest hierover geen duidelijke mening heeft. * Vergeleken met in de tweede helft van de negentiger jaren is tegenwoordig een veel grotere meerderheid van de Rotterdammers voorstander van verplichting tot vrijwilligerswerk met behoud van uitkering voor (langdurig) werklozen. Voor of tegenprestatie
26
Bijlage 4: SP-rapport In de Wet Werk en Bijstand is sinds 1 januari 2012 een verplichting tot een tegenprestatie opgenomen. De gemeente kan een bijstandsgerechtigde opdragen onbetaalde maatschappelijke werkzaamheden te verrichten, naast of in aanvulling op reguliere arbeid. Deze werkzaamheden mogen niet leiden tot verdringing. Dat betekent dat het niet ten koste mag gaan van bestaande banen of vakkrachten, wanneer de bijstandsgerechtigde deze werkzaamheden gaat verrichten. 4 op de 10 respondenten verricht een tegenprestatie, 43 procent van de respondenten verricht een tegenprestatie voor de bijstandsuitkering. Vijftien procent van deze respondenten verricht de tegenprestatie in de zorg. Een kleiner deel werkt in de groenvoorziening (4 procent) of drinkt koffie met ouderen (4 procent). 85 procent van deze respondenten zegt andere werkzaamheden te verrichten, zoals kledinginzameling, schoonmaakklussen, vrijwilligerswerk, mantelzorg, zwerfvuil ruimen, receptionist of conciërge op een school. ‘Vind het niet altijd leuk, maar door de steeds slechter wordende situatie in zorginstellingen is hulp broodnodig.’ ‘Ik vind het op zich niet erg maar ze gaan er steeds harder aan trekken. Ik moet 16 uur vrijwilligerswerk in de week doen. Daarnaast de zorg voor mijn kinderen en ik ben ook nog mantelzorger voor mijn moeder.’ ‘Ik sta nu 12 uur per week gratis te werken en ik vind dat niet kunnen. Daar komt bij dat ik moest werken als inpakker van kunstmest, heb daardoor behoorlijke last van mijn nek en schouders maar kan niet naar de dokter want ik kan de rekening dan niet betalen.’
Voor of tegenprestatie
27
Bijlage: SP-rapport ‘Zonde van mijn tijd. Van overheidswege kunnen ze beter de bedrijven motiveren door de belastingen te verlagen voor vaste medewerkers, zodat bedrijven eerder geneigd zijn mensen in vaste dienst te nemen, nu kom je niet meer vast aan de bak, en word je gebruikt als “oprotknecht”.’ ‘Ik heb er geen problemen mee, echter 32 uur plus een verplichte cursusdag is te veel.’ ‘Ik vind het niet erg, maar ik hoop wel dat het draagvlak voor uitkeringen in de maatschappij toeneemt. Ik vind daarnaast dat een tegenprestatie niet mag worden misbruikt om overheidsbanen weg te bezuinigen.’ Deel uit de conclusie 4 op de 10 respondenten verricht een tegenprestatie. Bijna de helft van deze respondenten (43 procent) verricht een tegenprestatie voor de bijstandsuitkering. Vijftien procent van de respondenten verricht deze tegenprestatie in de zorg. Een kleiner deel werkt in de groenvoorziening (4 procent). Vijfentachtig procent van deze respondenten zegt andere werkzaamheden te verrichten: kledinginzameling, schoonmaakklussen, vrijwilligerswerk, mantelzorg, zwerfvuil ruimen, receptionist of conciërge op een school. Uit de reacties blijkt dat veel respondenten graag iets doen voor de samenleving, mits ze niet worden overvraagd en mits ze niet eigenlijk regulier werk aan het doen zijn.
Voor of tegenprestatie
28