Pasen Wat lijkt het lang geleden dat we met Kerst de geboorte van Jezus vierden. Het thema van Pasen is “vasthouden en loslaten”. Om te ontdekken dat het geloof in Jezus houvast biedt, moeten de mensen om hem heen eerst veel loslaten. Vasthouden en loslaten komt in ieder mensenleven voor, en natuurlijk ook bij kleuters. Sommige kleuters hebben een opa of oma verloren. Een aantal wist te vertellen heel verdrietig te zijn na de dood van hun hamster, konijn of poes. Dan valt het niet mee om de draad weer op te pakken, het geeft verdriet. Sommige kleuters hebben meegemaakt dat hun mama naar het ziekenhuis moest voor een operatie. Dat geeft een onveilig gevoel. Dan is het moeilijk om houvast te hebben. Soms is het goed om je niet meer vast te klampen aan het oude en gewone, zodat je openstaat voor een wereld die nieuw en anders kan worden. Maar soms word je gedwongen om iets wat vertrouwd is los te laten. Dan is het belangrijk om te kunnen en durven geloven dat je weer een nieuw houvast zult vinden. Voor kleuters is het belangrijk om een knuffel vast te houden, het geeft houvast, een knuffel troost, geeft vertrouwen, een veilig gevoel.
Een prachtig boek dat gaat over het verlies van een geliefde knuffel… Om verder te kunnen heb je vaak een hand nodig, iemand die je helpt. Een wasbeer? We hebben ook weer even gesproken over het verhaal van “Springmuis”. Maar ook het verhaal “Storm op het meer” maakt duidelijk dat een bemoedigend woord je zou kunnen kalmeren wanneer je iets even niet ziet zitten.
Ook Zacheüs, de tollenaar die wordt buiten gesloten, merkt een ommekeer in zijn leven, na een bezoek van Jezus bij hem thuis. In de week voor Pasen vertellen we de verhalen waarin duidelijk wordt dat de vrienden van Jezus hem moeten loslaten. Pasen wordt het keerpunt, het geloof in Jezus en alles waar hij voor staat, blijft leven en biedt opnieuw houvast. Deze ervaringen worden beschreven in de methode “Trefwoord”, maar ook in het prachtige prentenboek “Duuk en Prachtvogel”. Het is geschreven door Lynette de Ruijter en de illustraties zijn van Wendelien van de Erve. Het boek is speciaal geschreven voor de onderbouw en speelt een belangrijke rol in de paasviering.
Duuk woont alleen. Om zijn tuin staat een hoge schutting met twee kijkgaatjes. Zo houdt hij contact met zijn buren. Buurvrouw Bollemina en buurman Reiziger nodigen Duuk geregeld uit om mee naar buiten te gaan. Voor een feestje of naar ‘overal en nergens’. Maar Duuk blijft liever thuis. Daar voelt hij zich veilig. Vroeger ging hij wel op reis. Toen was hij muzikant en speelde feestmuziek op alle pleinen. Maar waarom nu niet meer? Op een dag landt er een prachtige vogel in zijn tuin. Zijn muziek trekt Duuk mee… Tijdens de paasviering zingen we met elkaar onder andere het lied van Pasen: Het is Pasen, laat het horen, het is Pasen, het is feest. Na het donker van de dood, nu het zonlicht van het leven. Kijk, de lente is geboren en de winter is geweest. Met Pasen wordt iets nieuws aan ons gegeven. Moeilijk te begrijpen voor kleuters, maar wat kunnen ze mooi zingen.
Het thema “vasthouden en loslaten” wordt voor hen nog duidelijker door het prachtige boek van Mariken Jongman & Irene Goede: “Wasbeer en Otter redden een rups.
Wasbeer en Otter vinden een rups en redden hem uit het water. Voor Wasbeer is de kous daarmee af, maar Otter vindt dat Rups verzorgd moet worden. Wasbeer vindt het maar niks en is bang zijn beste vriend kwijt te raken. Otter heeft geen tijd meer om met wasbeer te spelen. En op een dag…Otters hulp, verzorging lijkt vergeefs. Rups is dood, zo lijkt het! Er ligt een raar ding in de knikkerpot. Wasbeer en Otter nemen plechtig afscheid van Rups. Dan gebeurt er een wonder… Bij de creatieve opdrachten is de paashaas uiteraard niet het uitgangspunt van Pasen, maar is wel ter sprake gekomen en daarom verwerkt. Zo werkten wij verder aan de vogels, de kakelende kippen, de mooie bloemen en …een wonderschone vlinder.
“Er komt geen einde aan…”
Een rups zat op een blad van kool en at zijn buikje rond en vol. Hij groeide vijf keer uit zijn pak. Toen klom hij op een grote tak. Daar rolde hij zich lekker op en werd een dikke harde pop.
Zo hing hij weken op zijn kop. Toen hoorde men een raar geluid. En wie kwam daar zijn hoesje uit? Het was een vlinder en hij vloog meteen tot aan de regenboog. En aan het einde van de dag, toen hij een prachtig koolblad zag, ging hij daar zitten, moe en blij en legde daar zijn eerste ei.
En uit dat ei kwam, hupseflups een kleine wriemelige rups. De rups zat op een blad van kool. Hij at zijn buikje rond en vol… Zo zal het telkens verder gaan Er komt gewoon geen einde aan. Het lijkt een beetje op een kring. Waar is het eind? Waar het begin? Marian van Gog.
Namens alle “kikkertjes” wensen wij jullie hele gezellige en zonnige paasdagen toe. Juf Elly en juf Margriet