Nummer 4, januari 2013
Voor je ligt de vierde Nieuwsbrief Bewegingswetenschappen! Inhoud Het nieuwe jaar is alweer een paar weken oud. Wat staat ons te wachten in 2013? Maar liefst 28 derdejaars beginnen binnenkort aan hun eerste stage bewegingswetenschappen, terwijl de eerstejaars masters hun verplichte vakken inmiddels achter de rug hebben. Daarnaast worden stages in binnen- en buitenland geregeld en is het BW-Comité volop actief om leuke en nuttige activiteiten te organiseren.
BW volgens Judith Weeda 4 maanden bewegingswetenschappen in een notendop.
BW-comité Verslag van de BW-middag
Voor mij is 2013 begonnen met de griep of iets wat daarop lijkt en waar ik nu al drie weken last van heb. Geen hardlopen of sporten, best lastig! Wel geeft het tijd om ’s avonds eens naar een goede serie te kijken of gewoon een boek te lezen. In deze nieuwsbrief lees je onder meer hoe je een buitenlandstage kunt regelen, hoe het er in het buitenland aan toe gaat, hoe de verplichte BW-vakken worden ervaren en hoe topsport en stage lopen samen gaan. Veel leesplezier en sportieve groet!
What to do for an internship abroad? Tips and trics van twee ervaringsdeskundigen
Uit het dagboek van een student De week van: Florieke Eggermont
Een bijna afgestudeerde BW
Esther Tanck Studieleider Bewegingswetenschappen
student aan het woord
Mocht je de nieuwsbrief niet meer willen ontvangen, dan kun je jezelf afmelden door een mail te sturen naar
[email protected]. De redactie van de nieuwsbrief voor bewegingswetenschappen bestaat uit Thijs Eijsvogels en Esther Tanck.
Stage in Nieuw Zeeland
Het dilemma van Malou Franchamps: GNK versus BW
De ervaringen van Stijn ter Welle
Agenda
BW volgens Judith Weeda
Februari 2013 – Mei 2013
4 maanden bewegingswetenschappen in een notendop. Na een heel druk en leuk bestuursjaar, zonder studie, keek ik er toch een beetje tegen op om weer de collegebanken in te gaan. Vier maanden hard studeren is dan weer wennen. Doordat bijna iedereen uit mijn jaar direct door was gegaan met de master, wist ik niet wie er nog meer bewegingswetenschappen gingen doen. Gelukkig bleek bij het eerste college al dat er veel mensen waren die ik kende en na een voorstelrondje was het ijs direct gebroken. Van start dus met het eerste blok. Tissue biomechanics and engineering, of zoals wij het gewoon noemden: orthopedie. Voor het grootste deel van dit blok zaten we op de afdeling van orthopedie. Daardoor merkten we direct dat je in de master niet meer één van de velen bent, maar heel snel de docenten leert kennen en ze jou ook bij naam kennen. Waardoor de sfeer direct een stuk informeler
was. Dit blok bestond uit veel verschillende groepsopdrachten. Alles kwam aan bod: presenteren, verslagen maken, onderzoekjes doen en natuurlijk de Matlab ochtenden. Dit laatste viel mij meestal enigszins zwaar, aangezien dit niet mijn sterkste punt is. Gelukkig maakte het praktische werk het goed. Na de eerste maand iedere dag om 8.45u te beginnen, begon ik weer in het studeerritme te komen en had ik zin in het tweede blok: Clinical exercise physiology. Mijn favoriet! Deze maand moesten we een grant proposal presenteren op de zeepkist (geen ppt etc.), een goede manier om je product te leren verkopen. Daarnaast hebben we allemaal ons eigen experimentje gedaan met de welbekende warmtepillen (Vierdaagse, Zevenheuvelenloop). Een middagje hardlopen op de atletiekbaan van het sportcentrum was het resultaat, niet verkeerd!
Helpen een knieprothese te plaatsen tijdens orthopedie
Door de intensiteit van het onderwijs leer je elkaar onderling snel goed kennen. De dagen zijn redelijk lang en alle blokken bestaan uit veel groepswerk. Naar mate we elkaar beter leerden kennen, werd er aan het eind van de dag steeds vaker wat gedronken in de Aesculaaf. November stond in het teken van Neural control of movement and posture. Voor veel van ons het moeilijkste blok. Ondanks dat we wat minder groepswerk en minder colleges hadden was het leren voor het tentamen moeilijker. Als afsluiter van de hoofdvakblokken begonnen we in december aan Clinical rehabilitation sciences. In dit blok kwam alles wat we in de drie voorgaande blokken hadden geleerd samen. Daarop aansluitend was dit blok meer gericht op interventies bedenken voor patiënten. We kregen per groepje één patiënt aangewezen met een bepaalde bewegingsstoornis. Na de anamnese mochten we zelf bedenken wat voor onderzoek we wilden uitvoeren. Hiermee bezig zijn was erg leuk en gaf ons allemaal een beeld van hoe werken in de bewegingswetenschappen in de praktijk is. Alle blokken bestonden dus uit heel veel groepswerk, presentaties, verslagen maken en natuurlijk tentamens. Dit maakt de blokken leuk en veelzijdig, maar daardoor was het allemaal ook redelijk vol gepland. Door de vier verschillende onderwerpen kom je ook op vier verschillende afdelingen terecht. Het is een goede manier om overal sfeer te proeven en te bedenken of je daar stage wilt lopen. Dus nu klaar voor stages, minors en profielvakken! Terug naar boven
BW-comité
Verslag van de BW-middag Afgelopen maandag 10 december organiseerde het BW-comité zijn eerste BW-middag voor dit collegejaar. Deze middag stond in het teken van sport, wat voor veel mensen een aantrekkelijk onderwerp is. Helaas was de opkomst niet zo groot als we hadden verwacht, maar het was daardoor niet minder leuk. We hadden namelijk 3 enthousiaste sprekers. De eerste spreker was Pepijn Lochtenberg, hij heeft bewegingswetenschappen gestudeerd in Amsterdam en is nu sportpsycholoog. Hij vertelde met een zeer boeiende presentatie, met o.a. filmpjes van Epke Zonderland over concentratie, motivatie en hoe sporters omgaan met de prestatiedruk. Hij betrok de luisteraar echt in het verhaal door alles terug te koppelen naar zijn of haar eigen sport. Hierdoor werden er ook veel ervaringen gedeeld door de luisteraars.
De volgende spreekster was dr. Marije Elferink-Gemser, zij is gepromoveerd op talent ontwikkeling van getalenteerde sporters. Ze is veder gegaan met dit onderwerp en werk nu aan de rijksuniversiteit van Groningen en verder is ze nog actief binnen het instituut voor sport en bewegingsstudies op de Han. Haar presentatie ging natuurlijk over talent, waarom bepaalde mensen nu wel doorbreken als sporter en ander juist weer niet. En of het mogelijk is om op jonge leeftijd al te kunnen zien wie de top gaan halen. Bijzonder aan haar presentatie was dat ze vroeger zelf als schaatser en wielrenster de absolute top net niet heeft gehaald. De laatste spreker was Walter Zeller, hij is fysiotherapeut bij Dekkerswald. Tijdens deze presentatie is kort ingegaan over de rol van de fysiotherapeut tijdens het behandeltraject bij vooral patiënten met longaandoeningen. Interessant was dat nu vooral vanuit een praktisch perspectief werd gekeken. Vooral specifieke voorbeelden over het bewegen en welke invloeden dit had bij de patiënten was leuk om te zien. Tot slot, tijdens de borrel is er nog lang nagepraat over de verschillende presentaties. Het was een zeer leuke en geslaagde BW-middag. We kijken dan ook nu alweer uit naar de volgende BW-middag! Note van de redaktie: op 1 maart vindt de installatie plaats van Marije Elferink als lector ‘Olympia bestaat. Grenzen verleggen voor sportief talent’ met voorafgaand een symposium waar ondermeer Epke Zonderland een presentatie geeft en een turndemo. Voor meer info en aanmelding zie: http://www.han.nl/start/corporate/nieuws/agenda/_items/installatie-lector-marije/
Terug naar boven
What to do for an internship abroad?
Tips and trics van twee ervaringsdeskundigen Wij zijn Bo (Willems) en Martijn (Verhulst), twee master studenten bewegingswetenschappen. Momenteel hebben we onze verplichte hoofdvakken in het eerste jaar gevolgd, en werd het dus tijd om over een stage na te gaan denken. Aangezien we het communicatieprofiel hebben gekozen, moet de research-stage 20 weken duren. We vonden allebei het hoofdvak Exercise Physiology het meest boeiend. We besloten daarom eens in gesprek te gaan met de coördinator van de stages binnen fysiologie, Thijs Eijsvogels, om te zien wat de mogelijkheden waren. Eigenlijk waren we allebei geïnteresseerd in een buitenlands avontuur, en het bleek dat de afdeling veel contacten had in het buitenland. Onder andere Australië, Verenigde Staten, Kopenhagen en het Verenigd Koninkrijk behoorden tot de mogelijkheden. Het Verenigd Koninkrijk trok ons het meest aan, en met name de banden met de Liverpool John Moores Universiteit zijn uitstekend. De keus was dus snel gemaakt, en de eerste contacten werden meteen gelegd via Dick Thijssen, die werkzaam is in Liverpool. We begonnen het traject met het opsturen van onze (Engelstalige) CV, waarna we een aantal onderzoeksvoorstellen kregen via de mail. Uiteindelijk kwamen we uit op een onderzoek die de effecten van trainen op vaatfunctie onderzoekt. Hierbij was een duostage mogelijk, waarbij we veel samen zullen doen, maar onze vraagstelling wezenlijk van elkaar verschillen. Prioriteit nummer één was het schrijven van het stagevoorstel, waarbij we kort het onderzoek moesten uitleggen, specifieke leerdoelen aan moesten geven en een plan van aanpak moesten schrijven. Het stagevoorstel moet samen met je studieplan door de examencommissie goedgekeurd worden. Op het moment van schrijven worden onze voorstellen in behandeling genomen door de examencommissie, dus we zijn net begonnen met het regelen van de volgende zaken:
Wanneer je in het buitenland stage gaat lopen, is de kans groot dat je een locale begleid(st)er krijgt. Hier moet natuurlijk als eerste contact mee gelegd worden. Er zijn op het UMCN een aantal beurzen beschikbaar voor buitenlandse stages. Wij komen in aanmerking voor het UMC studentenbudget en de ERASMUS-beurs, welke alleen geldt voor stages binnen Europa. Hiervoor moet je een afspraak bij het StIP maken, waar je verder geholpen wordt. In totaal hopen we voor 5 maanden (20 weken) voor €1700 aan subsidies te krijgen. Daarnaast krijg je ook de uitwonende beurs wanneer je hier nog recht op hebt. Wanneer je nog recht hebt op een OV, kun je deze om laten zetten in een gift (€97 per maand) voor een bepaalde tijd. Het formulier hiervoor is eenvoudig te downloaden op de site van de DUO. Huisvesting in Liverpool moet geregeld worden. Hiervoor hebben we wat contacten gevonden, en ook de site van de universiteit ter plekke kan je verder helpen. Daarnaast zullen onze eigen kamers in Nijmegen in de onderverhuur moeten. Verzekeringen moeten worden nagekeken en desnoods aangepast Praktische zaken als een mobiel abonnement voor in Engeland, medicijnen, lenzen, reisdocumenten etc. moeten worden geregeld. Een vlucht moet geboekt worden. Zoals jullie wel kunnen zien komt er aardig wat bij kijken wanneer je een buitenlandse stage gaat regelen. Wij zijn 2 maanden van te voren begonnen met alles te regelen, en het lijkt erop dat alles op tijd rond gaat komen. We moeten wel eerlijk bekennen dat we niet helemaal het officiële pad gevolgd hebben, en dit heeft ons wel wat stress opgeleverd. Daarom het advies aan iedereen die een buitenlandse stage wilt gaan volgen: begin echt op tijd! Hiermee voorkom je een hoop gezeur, zodat je onbezorgd aan een fantastische tijd in het buitenland kunt beginnen. Wij hebben er in ieder geval ongelooflijk veel zin in! Terug naar boven
Uit het dagboek van een student
De week van: Florieke Eggermont Maandag: Maandagochtend zit ik om half 9 achter mijn bureautje op het Orthopaedic Research Lab. Daar ben ik sinds augustus bezig met mijn masterstage: een onderzoek naar het biomechanische gedrag van een meniscusimplantaat. Daarvoor gebruik ik kadaverknieën, waar het meniscusimplantaat in wordt geplaatst. Ik meet de beweging van de meniscus, de drukverdeling op het tibiaplateau en de stabiliteit van de knie. Het is natuurlijk de bedoeling dat het implantaat die functies zo goed mogelijk imiteert. Vorige week hebben we voor de eerste keer het implantaat in een knie gezet en metingen gedaan. Ik vul de dag met het analyseren van die metingen. Als het 14.00 uur is, ruim ik mijn spullen op en sluit ik mijn computer af. Nu al? Ja nu al. Het is tijd om te gaan trainen. Ik fiets snel naar huis, pak mijn sporttas en stap in de auto. Ik haal mijn zusje op en samen scheuren we naar de topsporthal IISPA in Almelo. Daar volleyballen we in het eredivisieteam van Eurosped. Elke dag trainen we om 16.00.
Normaal hebben we op maandag krachttraining, maar vandaag doen we rustig aan. Morgen spelen we de kwartfinale in het bekertoernooi en we willen fit en zonder spierpijn in het veld staan. Om 18.00 uur vindt onze trainer het mooi geweest. Snel douchen en naar huis. Om 20.00 uur ben ik thuis en ga ik nog even op bezoek bij een vriendinnetje. Ik ga op tijd naar huis, want ik wil vroeg naar bed. Om 22.30 uur lig ik in mijn nestje. Dinsdag: De wekker gaat om half 8. Om half 9 zit ik weer achter mijn computer. Eventjes bijpraten met de andere stagiaires, dan ga ik aan het werk. De tweede helft van de ochtend bespreek ik met mijn stagebegeleiders het pilot experiment dat we vorige week hebben uitgevoerd. Er zijn nog behoorlijk wat verbeterpunten, waar ik de komende weken aan kan werken. Zo blijkt dat de knie steeds meer endo- en exorotatie laat zien naar mate er meer metingen zijn gedaan. Daardoor is het lastig om wat te zeggen over de rotationele stabiliteit van de knie. Ik moet gaan onderzoeken hoe ik er voor kan zorgen dat de banden van de knie opgerekt zijn voordat het experiment begint. In actie in de westrijd Alterno - Eurosped Ik moet vandaag om 17 uur in Almelo zijn. De bekerwedstrijd begint om 19.30. Eerst eten we met het team een bordje pasta bij een lokaal restaurantje. Daarna winnen we de wedstrijd redelijk gemakkelijk met 3-0. Even socializen met de sponsoren en dan weer richting Nijmegen. Woensdag: Vandaag een dagje volleybalvrij, om te herstellen van de wedstrijd. Ik mag van mezelf slapen tot 9 uur en dan is het toch wel tijd om aan het werk te gaan. Eerst haal ik een knie uit de vriezer, zodat ik daar mijn rotatieexperimenten op kan doen. Zo’n knie moet 24 uur ontdooien, dus morgen kan ik metingen doen. De rest van de dag ben ik bezig met het aanpassen van het protocol voor mijn meniscusexperimenten. Donderdag: Tijd voor mijn rotatieexperiment. Ik hang de knie in het kniebelastingsapparaat waar ik ook mijn Het kniebelastingsapparaat (zonder knie) meniscusmetingen in uitvoer. Door gewichten aan het apparaat te hangen laat ik interne of externe rotatie van de knie optreden. Die meet ik met behulp van een potmeter. Om 13 uur ben ik daarmee klaar. Ik ruim de rotzooi op en stop de knie terug in de vriezer. Daarna vertrek ik weer richting Almelo. We bespreken de wedstrijd van afgelopen dinsdag en gaan vervolgens weer hard aan de bak. Zaterdag staat immers de volgende wedstrijd op het programma. Vrijdag: Tijd om de metingen te analyseren. Ik heb de afgelopen tijd een matlab-script geschreven waarmee ik makkelijk de data in kan lezen en bewerken. Ik plan vast een overleg met mijn stagebegeleiders om te discussiëren over de resultaten. Dan is het alweer 14 uur en tijd om te trainen.
Omdat ik elke dag ‘s middags wegga van stage, moet ik wel een paar extra maanden door gaan. Maar dat heb ik er wel voor over. Ik hoop in juli af te studeren, met maar een jaartje studievertraging. En daarna? Daar ben ik nog niet helemaal uit… Misschien wel naar het buitenland om te volleyballen. Terug naar boven
Een bijna afgestudeerde BW student aan het woord
Het dilemma van Malou Franchamps: GNK versus BW Al vroeg op de middelbare school werden we bezig gehouden met wat we na ons examen wilde gaan doen. Al snel wist ik dat ik graag mensen wilde helpen en geïnteresseerd was in het menselijk lichaam. Geneeskunde lag voor de hand, maar ik wilde geen arts worden, daar was ik niet de persoon voor. Het onderzoek trok me erg en ik fantaseerde om een nieuw medicijn tegen kanker te ontwikkelen en op die manier een grote groep mensen te kunnen helpen. Met deze zeer idealistische gedachte kwam ik in Nijmegen terecht. Tijdens mijn Bachelor Biomedische Wetenschappen leerde ik veel over het menselijk lichaam, hoe het in elkaar zit en functioneert. Daarnaast leer je de basisprincipes van wetenschappelijk onderzoek. Toch miste ik iets, telkens als ik met geneeskunde studenten sprak was ik een beetje jaloers dat zijn wisten hoe ziekten ontstaan, wat er dan gebeurt in het lichaam en veel belangrijker wat je eraan kunt doen om het lichaam weer normaal te laten functioneren. Ik begon steeds meer te denken aan een overstap naar de studie Geneeskunde. Tijdens bij bachelorstage heb ik statusonderzoek gedaan, wat weinig contact met mensen en patiënten betekende. Dat gaf de doorslag dat ik na een Bachelor Biomedische wetenschappen ben ´overgestapt´ en in het tweede jaar van Geneeskunde instroomde.
Eerste dag van mijn introductie in 2005. Kennismaking op het grasveld op de Van Schaeck Mathonsingel
Tijdens de Bachelor van Geneeskunde leerde ik veel over ziektes, hoe ontstaan ze, wat is er ontregeld, wat kunnen we eraan doen. Dit vond ik erg leuk en leerzaam. Ik wilde uiteindelijk graag een baan als arts combineren met onderzoek doen. Dan kun je met de problemen die je in de praktijk tegenkomt aan de slag. Je hebt ‘eigen’ patiënten die je kunt gebruiken bij onderzoek en je bent uiteraard bevoegd om meer handelingen uit te voeren, zoals bijvoorbeeld bloed afnemen. Nog steeds wilde ik niet echt arts worden en ik zag dan ook een beetje op tegen de co-schappen. Omdat ik ook graag naar het buitenland wilde, wat trouwens echt een aanrader is (!), heb ik eerst mijn wetenschappelijk stage in Zwitserland gedaan. Dit was natuurlijk een kleine uitvlucht om niet aan de co-schappen te beginnen, maar daarnaast een zeer prettige ervaring met onderzoek doen. Onderzoek doen is zeker niet saai en alleen maar achter de bureau zitten. Tijdens dit onderzoek heb ik met zowel patiënten als gezonde Biomedisch Interfacultair Congres mensen gewerkt, jong en oud. Dus toch veel (organisatie) patiëntencontact, veel omgang met mensen, veel
zelfstandig kunnen doen ondanks dat je geen arts bent, zo kan onderzoek doen dus ook zijn! Eenmaal terug in Nederland had ik eerst nog een maandje vakantie, maar was daarna toch echt de tijd aangebroken om met co-schappen te beginnen. Helaas viel dit erg tegen, natuurlijk wel verwacht, maar zo erg zelfs dat ik niet eens het eerste co-schap wilde afmaken. Wat nu?? Toch maar terug naar het onderzoek dan. Ik had natuurlijk al een Bachelor BMW, dus het lag voor de hand deze opleiding met een Master af te ronden. In mijn Bachelor had ik gekozen voor het hoofdvak HTA. Op dat moment was het bij bewegingswetenschappen (BW) nog zo dat je een duo stage deed in je Bachelor, dat zag ik niet zo zitten. Maar nu wilde ik het liefst zo klinisch mogelijk HM03 zelf een onderzoekje uitvoeren bij fysiologie onderzoek, het meest praktijk gericht. Daarnaast spraken binnen de geneeskunde de vakgebieden Neurologie en Revalidatiegeneeskunde mij erg aan. Dus de keuze was nu snel gemaakt, ik koos voor Clinical Human Movement Sciences, ofwel BW. Tijdens de Master BW heb ik nogmaals bevestigd gekregen dat je ook met onderzoek doen veel patiëntencontact kunt hebben. Het is echt niet zo dat je alleen maar in een lab staat of achter de computer zit en afgesloten bent van de wereld. Nu heb ik mijn diploma bijna op zak en kan ik opzoek naar een baan om mensen te gaan helpen. Inderdaad niet als arts, maar wie weet wat ik nog ontdek en waar ik mensen gelukkig mee kan maken. Terug naar boven
Stage in Nieuw Zeeland
De ervaringen van Stijn ter Welle In het masterjaar van Clinical Human Movement Science (richting; onderzoek) moet je een major stage van 8 maanden lopen en ik wilde de kans om dit in het buitenland te doen met beide handen aangrijpen. Tijdens mijn opleiding tot fysiotherapeut ben ik ook naar het buitenland gegaan en ben ik erachter gekomen dat dit toch wel een goede mogelijkheid is om jezelf te ontwikkelen. Niet alleen het verbeteren van mijn Engels was een aandachtspunt, ook het kijken in een andere keuken was iets waardoor ik graag naar het buitenland wilde. Ik heb uiteindelijk voor Nieuw-Zeealand gekozen, omdat het bekend staat om hun (top)sport mentaliteit, de universiteit veel connecties had met topsport en ik benieuwd was hoe die structuur er dan uitziet. Ik kwam uiteindelijk uit bij de Otago University Dunedin, de oudste universiteit van het land. Dunedin is een echte studentenstad, met veel wildlife op de peninsula en waar tevens de steilste straat van de wereld is. Van tevoren had ik mijn stage en de financiën geregeld en een one-way ticket gekocht. Van anderen had ik gehoord dat ik de rest, denk aan bijvoorbeeld kamer huren, het beste daar ter plekke kon regelen. Ik kreeg al snel een kamer in een mooi huis en ik voelde me er al meteen thuis. Je maakt
gemakkelijk vrienden, vooral met andere buitenlandse studenten omdat iedereen toch in hetzelfde schuitje zit, maar natuurlijk ook gewoon met Kiwi’s. Bijna elke avond eten we met een paar vrienden samen en spelen we spelletjes of kijken we films. Daarnaast ga ik om het weekend een track maken, in het prachtige landschap van Nieuw-Zeeland. Het andere weekend ga ik dan surfen bij de stranden van Dunedin tussen de zeehonden, zeeleeuwen en dolfijnen. Ook niet verkeerd... Het onderwerp van mijn stage stond van tevoren al vast, de invloed van krachtlevering van het bovenlichaam op de algemene vermoeidheid tijdens een rugbywedstrijd. Alleen hoe we het gingen doen, wat we allemaal gingen meten en bij wie, moesten mijn begeleider en ik nog bepalen. Hij heeft me hierin heel erg vrij gelaten, dus ben ik me eerst gaan verdiepen in de sport rugby door middel van het kijken van de sport en gesprekken met de vele connecties die ze hier hebben. Vanuit die gesprekken ben ik begonnen met het opstellen van een protocol, deze tijdens een pilot study te testen, dit weer verbeteren, weer een pilot study, totdat ik, mijn begeleider en de verscheidene coaches er helemaal achter stonden. Op dit moment ben ik bezig met het testen van deze proefpersonen en heb ik al een aantal erg enthousiaste rugby’ers en controle proefpersonen kunnen testen. Al met al kan ik iedereen aanraden om een buitenlandstage te doen. Je leert echt op jezelf te leven, je leert andere culturen kennen, je engels te verbeteren wat handig is als je later je artikelen in het engels moet schrijven en dit wilt presenteren. En je leert een andere keuken kennen dan alleen de Hollandse. Terug naar boven Agenda
Februari 2013 – Mei 2013 19 februari
BW-Pubquiz 19.30 uur. Organisatie: BW-Comité. Aanmelden via
[email protected]
27 februari
Collegecyclus evolutiebiologie 2013 ‘Het brein: de ziel van het bewegen?’ Prof. dr. Bert Otten houdt een lezing over Embedded bewegen. 17.00-19.00 uur. Toegang is gratis. Voor meer informatie en aanmelding: www.han.nl/collegecyclus
19 maart
UMCN, AVEO Oriëntatiedag bewegingswetenschappen, 2de jaars.
28 mei
BW-middag ‘Stagelopen in het buitenland, hoe en wat?’ 13.00-17.00 uur. Gratis deelname, opgeven via
[email protected]
Deze nieuwsbrief is uitgegeven door Bewegingswetenschappen. Voor vragen en opmerkingen kunt u contact opnemen met
[email protected].