Opleidingsspecifiek deel MA Kunstbeleid en -management Art.2.1
toelatingseisen opleiding
Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden: • BA met major, Theater-, Film- en Televisiewetenschap. Theaterwetenschap, Film- en Televisiewetenschap, Kunstgeschiedenis, Muziekwetenschap, Liberal Arts & Sciences, Literatuurwetenschappen, Taal- en Cultuurstudies, waarin tenmninste de minor Kunstbeleid en -management is afgerond • BA in een beleids- en/of managementopleiding, met voldoende kennis in een van de kunstdisciplines (bijvoorbeeld minor in een van de kunstdisciplines). Deze kennis dient te worden aangetoond door het hebben afgerond van tenminste vier cursussen (minimaal niveau 2) op het terrein van een of meer kunstdisciplines. • Verder is toelating mogelijk voor een ieder met vergelijkbare competenties. Dit dient te blijken uit een meer dan gemiddelde kennis – tenminste op BA niveau – van en interesse in de beleidsmatige en bestuurlijke aspecten van het kunstbedrijf alsmede van creatief ontwerpprocessen. Deze kan onder andere blijken uit het hebben afgerond van cursussen op het terrein van zowel kunst- en cultuurbeleid (nationaal, internationaal en Europees), kunstmanagement (bij voorkeur strategisch management) als het terrein van de theorie, de analyse of anderszins de academische beschouwing van het creatief ontwerpproces. Toelaatbaar tot het tracé SCO van de opleiding zijn slechts diegenen die beschikken over BA met een major in de Geesteswetenschappen, de Sociale Wetenschappen, de Rechtsgeleerdheid of een BA of Bsc met enig ander major waarvan de relevantie voor (de studie van) creatieve ontwerpprocessen wordt aangetoond en die bovendien beschikken over voldoende kennis van creatieve ontwerpprocessen. Art.2.3
toelating programma’s
Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Art.2.5.4
toelatingsprocedure
Het toelatingsonderzoek vindt eenmaal per jaar plaats. Art.2.5.5
toelatingsprocedure
Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding wordt vóór 1 maart voor studenten met een buitenlandse vooropleiding en 15 april voor studenten met een Nederlandse vooropleiding ingediend bij de toelatingscommissie. Art.2.5.7
toelatingsprocedure
De toelatingscommissie beslist vóór 15 mei op het verzoek. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 en 2.3 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. Art.3.1
doel van de opleiding
1. Met de opleiding wordt beoogd: De masteropleiding Kunstbeleid en -Management richt zich op de bestudering van beleidsen sturingsvraagstukken in kunst, cultuur en media. Het tracé KMB bestudeert in het
Opleidingsspecifiek deel OER MA Kunstbeleid en -management
1
bijzonder deze vraagstukken in de beeldende kunst, muziek, literatuur, theater, film, televisie en de nieuwe media. Het tracé SCO richt zich op de bestudering van sturingsvraagstukken in de creatieve ontwerpprocessen door multidisciplinaire teams, met name in wereld van de nieuwe media, maar ook in de beeldende kunst, muziek, literatuur, theater, film, televisie. De opleiding bereidt de studenten voor op de beroepsuitoefening als deskundige op het gebied van Kunstbeleid en -management. 2. De afgestudeerde: o heeft diepgaande kennis van en inzicht in het vakgebied dat de major heeft gevormd in het bachelor programma en weet deze kennis te betrekken op beleids- en sturingsvraagstukken met betrekking tot kunst en cultuur. o heeft de vaardigheid om zelfstandig problemen op het terrein van kunstbeleid en -management te signaleren, formuleren, analyseren en eventuele oplossingen aan te dragen. o heeft de vaardigheid om onderzoek uit te voeren en daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de gebruikelijke disciplinaire normen. o beschikt over professionele en academische vaardigheden, in het bijzonder met betrekking tot het toepassen van de disciplinaire kennis in multidisciplinaire omgevingen, het participeren in multidisciplinaire omgevingen, het projectmatig werken. o is in staat om kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien o is in staat om conclusies, alsmede kennis, motieven in overwegingen die hieraan ten grondslag liggen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Art.3.2
vorm van de opleiding
De opleiding wordt voltijds verzorgd. Art.3.3 1. 2.
taal waarin de opleiding wordt verzorgd
De opleiding wordt in het Nederlands verzorgd. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in het Engels worden verzorgd indien de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt.
Art.3.5 1.
2.
startmomenten De opleiding kent één programma met de volgende tracés: o het tracé Kunst- en Mediabeleid , dat voorbereidt op de beroepsuitoefening als beleidsmedewerker/-analist/-onderzoeker op het gebied van kunst- en mediabeleid. o het tracé Sturing van Creatief Ontwerp, dat voorbereidt op het beroepsuitoefening als disciplinair specialist binnen multidisciplinaire ontwerpteams. Het masterprogramma start een keer per jaar: per 1 september.
Art.3.6.1
samenstelling programma’s
De onderscheiden programma’s omvatten de volgende verplichte onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Het programma omvat theoretische onderdelen primair gericht op cultuurbeleid (in verschillende contexten) en cultuurtheorie met een studielast van 22,5 ects (tracé KMB), dan wel theoretische onderdelen primair gericht op de theorie van (sturing van) het creatieve proces met een studielast van 15 ects (tracé SCO). Daarnaast omvat het programma ten minste een onderzoeksseminar of de cursus Curating (beyond) exhibitions (tracé KMB) met een studielast van 7,5 ects, dan wel een multidisciplinair
Opleidingsspecifiek deel OER MA Kunstbeleid en -management
2
onderzoeksproject (tracé SCO) waarin de studenten participeren in lopend onderzoek naar actuele themá's met een totale studielast van 15 ects. Het programma omvat een onderdeel met een studielast van 7,5 ects primair gericht op de methodieken van het kunstbeleid- en managementonderzoek, zowel fundamenteel als toegepast, secundair op praktijkvaardigheden (tracé KMB) dan wel een individuele module met een studielast van 7,5 ects (tracé SCO). Ten slotte omvat het programma een individueel afstudeeronderzoek van 22,5 ects waarvan 7,5 ects in de vorm van stage. Bijlage 1 (art.3.6) TRACÉ KM CURSORISCH VERPLICHT B
VK
Code
Cursusnaam
200900139
The-Onderzoekseminar
7,5
2
200900093
Vro-Curating (Beyond) Exhibitions
7,5
2
CURSORISCH VERPLICHT A
ECTS
Periode
V
Code
Cursusnaam
200900138
The- The Arts in society MA KBM
7,5
200900110
The-Actualiteiten kunstbeleid MA KBM
7,5
1
200400651
The-Europees cultuurbeleid MA KBM
7,5
2
200700132
The-Kwesties, methoden en theorieen MKBM
7,5
34
AFSTUDEERPROJECT
ECTS
Periode 1
V
Code
Cursusnaam
200300775
The-Masterstage MA KBM
ECTS 7,5
Periode 3
200700124
The-Scriptie MA KBM
15
4
TRACÉ SCO CURSORISCH VERPLICHT B Code
V
Cursusnaam
ECTS
Periode
200700153
Psau-Actualiteiten MA KBM
7,5
200700152
Psau-Creatieve maakprocessen MA KBM
7,5
12
200700151
Psau-Individuele module MA KBM
7,5
34
200700156
Psau-Multidisciplinair project MA KBM
15
12
AFST.PROJECT
12
V
Code
Cursusnaam
200300775
The-Masterstage MA KBM
ECTS 7,5
Periode 3
200700124
The-Scriptie MA KBM
15
4
Bijlage 2 – Overgangsregelingen Algemene opmerkingen Voor studenten die zijn gestart vóór collegejaar 2007-2008 zijn geen overgangsregelingen opgenomen. Zij dienen te overleggen met de examencommissie van de opleiding. Overgangsregelingen vervallen na een bepaalde termijn. Voor voltijd masteropleidingen is de termijn vastgesteld op twee jaar, voor deeltijd masteropleidingen is deze vastgesteld op vier jaar. Na twee jaar (vier in deeltijd) is de opleiding niet meer verplicht een vervangende cursus aan te bieden. Indien een onderwijsprogramma ingrijpend wijzigt, dan wordt dat programma omgezet naar een nieuw programma. Het oude programma komt – net als de overgangsregelingen – na een bepaalde periode te vervallen. Hiervoor worden dezelfde termijnen gehanteerd
Opleidingsspecifiek deel OER MA Kunstbeleid en -management
3
als voor de overgangsregelingen. Een student die niet binnen de gestelde termijn het oude onderwijsprogramma afrondt, dient over te stappen naar het dan nieuwste programma. De examencommissie van de opleiding bekrachtigt die overstap. Overgangsregelingen voltijd die ingaan per 1 september 2009 gelden vanaf dat moment twee jaar (deeltijd vier jaar). Dit houdt in dat vanaf september 2011 de regeling stopt (deeltijd 2013). Hetzelfde geldt voor een onderwijsprogramma dat vanaf per 1 september 2009 is omgezet naar een nieuw programma. Een onderwijsonderdeel kan in een nieuw onderwijsprogramma terugkomen op een andere plek in het curriculum, terwijl de cursus ongewijzigd blijft (bijv. verschuiving van verplicht naar verplichte keuze of andersom). Indien u een onderdeel heeft behaald dat in uw programma op een bepaalde plek stond (bijv. verplicht) dan blijft deze cursus voor u op diezelfde plek geregistreerd staan. Indien u dit onderdeel nog niet heeft behaald, ook dan blijft dit onderdeel voor u een verplicht onderdeel, ook al geldt het onderdeel voor studenten gestart in een ander collegejaar als een keuzeonderdeel. Een onderdeel kan nooit twee keer behaald worden, ook al is de plek in het curriculum veranderd. Overgangsregeling voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 20072008 (cohort 2007) Studenten die gestart zijn in collegejaar 2007-2008, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2007-2008. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2009-2010 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling.* Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2009-2010). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2009-2010 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. Tracé Kunst- en mediabeleid 1) Cursorisch verplichte onderdelen Niet behaald 200300654 Kunstbeleid op maat 200700122 Onderzoeksseminar 1 200700131 Onderzoeksseminar 2
Te doen in 2009-2010 200900110 Actualiteiten van kunstbeleid 200900138 The arts in society and research 200900139 Onderzoeksseminar
Opmerkingen Titel en code gewijzigd
Vervallen in 2009-2010 Is vervallen
Opmerkingen Onderzoeksseminar 3 of Cultuureducatie en -participatie wel behaald, eindwerkstuk niet: student neemt contact met mastercoördinator Eindwerkstuk wel behaald, Onderzoeksseminar 3 niet: student neemt contact met mastercoördinator
Titel, code en inhoud gewijzigd Titel en code gewijzigd
2) Afstudeerproject 1 Geen wijzigingen 3) Afstudeerproject 2 Niet behaald 200700126 Eindwerkstuk KBM
200700127 Onderzoeksseminar 3
Is vervallen
Opleidingsspecifiek deel OER MA Kunstbeleid en -management
4
Tracé Sturing Creatief Ontwerp 1) Cursorisch verplichte onderdelen Geen wijzigingen 2) Afstudeerproject A Geen wijzigingen 3) Afstudeerproject B Niet behaald 200700126 Eindwerkstuk KBM
200700151 PSAU Individuele module MA KBM
Te doen in 2009-2010 Is vervallen
Is vervallen
Opmerkingen PSAU Individuele module MA KBM wel behaald, eindwerkstuk niet: student neemt contact met mastercoördinator Eindwerkstuk wel behaald, PSAU Individuele module MA KBM niet: student neemt contact met mastercoördinator
* Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur. ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur.
Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2008-2009 (cohort 2008) Studenten die gestart zijn in collegejaar 2008-2009, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2008-2009. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2009-2010 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2009-2010). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2009-2010 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. Tracé Kunst- en mediabeleid 1) Cursorisch verplichte onderdelen Niet behaald 200300654 Kunstbeleid op maat 200700122 Onderzoeksseminar 1 200700131 Onderzoeksseminar 2
Te doen in 2009-2010 200900110 Actualiteiten van kunstbeleid 200900138 The arts in society and research 200900139 Onderzoeksseminar
Opmerkingen Titel, en code gewijzigd Titel, code en inhoud? gewijzigd? Moet vervallen Titel en code gewijzigd
2) Afstudeerproject 1 Geen wijzigingen 3) Afstudeerproject 2 Niet behaald 200700126 Eindwerkstuk
Vervallen in 2009-2010 Is vervallen Opleidingsspecifiek deel OER MA Kunstbeleid en -management
5
Opmerkingen Onderzoeksseminar 3 of
KBM
200700127 Onderzoeksseminar 3
Cultuureducatie en -participatie wel behaald, eindwerkstuk niet: student neemt contact met mastercoördinator Eindwerkstuk wel behaald, Onderzoeksseminar 3 niet: student neemt contact met mastercoördinator
Is vervallen
Tracé Sturing Creatief Ontwerp 1) Cursorisch verplichte onderdelen Geen wijzigingen 2) Afstudeerproject A Geen wijzigingen 3) Afstudeerproject B Niet behaald 200700126 Eindwerkstuk KBM
200700151 PSAU Individuele module MA KBM
Te doen in 2009-2010 Is vervallen
Is vervallen
* Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur. ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur.
Opleidingsspecifiek deel OER MA Kunstbeleid en -management
6
Opmerkingen PSAU Individuele module MA KBM wel behaald, eindwerkstuk niet: student neemt contact met mastercoördinator Eindwerkstuk wel behaald, PSAU Individuele module MA KBM niet: student neemt contact met mastercoördinator