Opleidingsspecifiek deel MA Film- en televisiewetenschap Art.2.1 1.
2.
3.
4.
toelatingseisen opleiding
Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden: a) kennis op het gebied van de Film- en televisiewetenschap, c.q. mediawetenschap op het niveau van de majors Theater-, Film- en televisiewetenschap of Communicatie- en Informatiewetenschap; b) inzicht in film- en televisiewetenschappelijke c.q. mediawetenschappelijke vraagstukken op het niveau van de bacheloropleding Theater-, Film- en Televisiewetenschap of Communicatie- en Informatiewetenschap; c) vaardigheden overeenkomend met de eindtermen van de majors Theater-, film- en Televisiewetenschap of Communicatie- en Informatiewetenschap. d) er dienen twee disciplinaire keuzecursussen à 7,5 ECTS op het gebied van de film- en televisiewetenschap op gevorderd niveau (niet: practicum) behaald te zijn. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Theater-, Film- en Televisiewetenschap of van de bacheloropleiding Communicatie- en Informatiewetenschap van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Taal- en cultuurstudies van de Universiteit Utrecht waaruit op grond van de vakkenkeuze een duidelijk film- en televisiewetenschappelijk profiel blijkt, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de Universiteit Utrecht waaruit op grond van de vakkenkeuze een duidelijk film- en televisiewetenschappelijk profiel blijkt, wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding.
Art.2.3
toelating programma’s
Voor de te onderscheiden programma’s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.
Art.2.5.4
toelatingsprocedure
Het toelatingsonderzoek vindt tweemaal per jaar plaats. Art.2.5.5
toelatingsprocedure
Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding wordt vóór 1 maart voor studenten met een buitenlandse vooropleiding en 15 april voor studenten met een Nederlandse vooropleiding (voor masterprogramma’s die per 1 september van start gaan), resp. vóór 1 september voor studenten met een buitenlandse vooropleiding en 15 oktober voor studenten met een Nederlandse vooropleiding (voor masterprogramma’s die per 1 februari van start gaan) ingediend bij de toelatingscommissie. Art.2.5.7
toelatingsprocedure
De toelatingscommissie beslist vóór 15 mei resp. 8 november op het verzoek. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 en 2.3 bedoelde eisen t.a.v. Opleidingsspecifiek deel OER MA Film- en televisiewetenschap
1
kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. Art.3.1
doel van de opleiding
1.
Met de opleiding wordt beoogd: o gespecialiseerde kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de film- en televisiewetenschap, en het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid o voorbereiding op de beroepsuitoefening als deskundige op het gebied van film en televisie, en o voorbereiding op de opleiding tot onderzoeker op het gebied van de film- en televisiewetenschap (media studies).
2.
De afgestudeerde: o heeft diepgaande kennis van en inzicht in het vakgebied Film- en televisiewetenschap, in het bijzonder in de historische ontwikkeling van film en televisie in Nederland en internationaal, in de analyse van audiovisuele uitingen en in de (geschiedenis van) de theorievorming; o heeft een grondige kennis van een specialisme binnen de opleiding, dan wel een gedegen kennis op het snijvlak van de opleiding en een ander vakgebied; o heeft de vaardigheid om zelfstandig problemen op het terrein van film, televisie en nieuwe audiovisuele media te signaleren, formuleren, analyseren en eventuele oplossingen aan te dragen. o heeft de vaardigheid om onderzoek op het gebied van film, televisie en nieuwe audiovisuele media uit te voeren en daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de gebruikelijke disciplinaire normen. o beschikt over professionele en academische vaardigheden, in het bijzonder met betrekking tot de transfer van kerncompetenties van de film- en televisiewetenschapper naar het beroepsveld; o is in staat om kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien; o is in staat om conclusies, alsmede kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.
Art.3.2
vorm van de opleiding
De opleiding wordt voltijds verzorgd. Art.3.3 1. 2.
De opleiding wordt in het Nederlands verzorgd. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in het Engels worden verzorgd indien de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt.
Art.3.5 1.
2.
taal waarin de opleiding wordt verzorgd
startmomenten
De opleiding kent het volgende programma: Film- en televisiewetenschap, dat voorbereidt op de opleiding tot onderzoeker op het gebied van de film- en televisiewetenschap, op het verrichten van onderzoek op het gebied van de film- en televisiewetenschap en de beroepsuitoefening als deskundige op het gebied van film en televisie. De masterprogramma’s starten twee keer per jaar: per 1 september en per 1 februari.
Art.3.6.1
samenstelling programma’s
Opleidingsspecifiek deel OER MA Film- en televisiewetenschap
2
De onderscheiden programma’s omvatten de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Cursorisch onderwijs Cursorisch onderwijs
Verplicht Verplichte keuze Verplcihte keuze Verplicht
Oriëntatie op de beroepspraktijk Afstudeerproject
15 ECTS 15 ECTS 15 ECTS 15 ECTS
Bijlage 1 (art.3.6) DISCIPLINAIR
VK
Code
Cursusnaam
200600093
The-Intern oz-project MA FTV
ECTS
Periode
15
13
200501028
The-Profielproductie video MA FTV
15
3
200400652
The-Stage MA FTV
15
13
AFSTUDEERPROJECT
V
Code
Cursusnaam
200400629
The-Scriptie MA FTV
ECTS
Periode
15
24
CURSORISCH CURSORISCH VERPLICHT
V
Code
Cursusnaam
200700009
The-Av-analyse MA FTV
7,5
24
200400615
The-State of the Art MA FTV
7,5
13
CURSORISCH KEUZE Code
ECTS
Periode
VK Cursusnaam
ECTS
Periode
200700010
The-Debat MA FTV
7,5
23
200600087
The-Documentatie MA FTV
7,5
14
200700007
The-Programma MA FTV
7,5
13
200600090
The-Receptieanalyse MA FTV
7,5
24
Bijlage 2 – Overgangsregelingen Algemene opmerkingen Voor studenten die zijn gestart vóór collegejaar 2006-2007 zijn geen overgangsregelingen opgenomen. Zij dienen te overleggen met de examencommissie van de opleiding. Overgangsregelingen vervallen na een bepaalde termijn. Voor voltijd masteropleidingen is de termijn vastgesteld op twee jaar, voor deeltijd masteropleidingen is deze vastgesteld op vier jaar. Na twee jaar (vier in deeltijd) is de opleiding niet meer verplicht een vervangende cursus aan te bieden. Indien een onderwijsprogramma ingrijpend wijzigt, dan wordt dat programma omgezet naar een nieuw programma. Het oude programma komt – net als de overgangsregelingen – na een bepaalde periode te vervallen. Hiervoor worden dezelfde termijnen gehanteerd als voor de overgangsregelingen. Een student die niet binnen de gestelde termijn het oude onderwijsprogramma afrondt, dient over te stappen naar het dan nieuwste programma. De examencommissie van de opleiding bekrachtigt die overstap. Overgangsregelingen voltijd die ingaan per 1 september 2009 gelden vanaf dat moment twee jaar (deeltijd vier jaar). Dit houdt in dat vanaf september 2011 de regeling stopt
Opleidingsspecifiek deel OER MA Film- en televisiewetenschap
3
(deeltijd 2013). Hetzelfde geldt voor een onderwijsprogramma dat vanaf per 1 september 2009 is omgezet naar een nieuw programma. Een onderwijsonderdeel kan in een nieuw onderwijsprogramma terugkomen op een andere plek in het curriculum, terwijl de cursus ongewijzigd blijft (bijv. verschuiving van verplicht naar verplichte keuze of andersom). Indien u een onderdeel heeft behaald dat in uw programma op een bepaalde plek stond (bijv. verplicht) dan blijft deze cursus voor u op diezelfde plek geregistreerd staan. Indien u dit onderdeel nog niet heeft behaald, ook dan blijft dit onderdeel voor u een verplicht onderdeel, ook al geldt het onderdeel voor studenten gestart in een ander collegejaar als een keuzeonderdeel. Een onderdeel kan nooit twee keer behaald worden, ook al is de plek in het curriculum veranderd. Overgangsregeling voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 20062007 (cohort 2006) Studenten die gestart zijn in collegejaar 2006-2007, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2006-2007. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2009-2010 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2009-2010). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2009-2010 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Cursorisch verplicht Niet behaald 200600060 THEAudiovisuele analyse: film en televisie
Te doen in 2009-2010 200700009 THE-AV-analyse MA FTV
Opmerkingen Titel en code gewijzigd
2) Cursorisch verplichte keuze Wordt Was 200600088 THE-Debat: Film en televisie 200600085 THEProgramma: film en televisie
Opmerkingen
200700010 THE-Debat
Titel en code gewijzigd
200700007 THE-Programma
Titel en code gewijzigd
3) Disciplinair (oriëntatie op de beroepspraktijk) Geen wijzigingen 4) Afstudeerproject Geen wijzigingen
* Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur. ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur.
Overgangsregeling voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 20072008 (cohort 2007) Studenten die gestart zijn in collegejaar 2007-2008, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2007-2008. Indien bepaalde onderdelen van
Opleidingsspecifiek deel OER MA Film- en televisiewetenschap
4
dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2009-2010 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling.* Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2009-2010). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2009-2010 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Cursorisch verplicht Geen wijzigingen 2) Cursorisch verplichte keuze Geen wijzigingen 3) Disciplinair (oriëntatie op de beroepspraktijk) Geen wijzigingen 4) Afstudeerproject Geen wijzigingen
* Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur. ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur.
Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2008-2009 (cohort 2008) Studenten die gestart zijn in collegejaar 2008-2009, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2008-2009. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2009-2010 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2009-2010). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2009-2010 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Cursorisch verplicht Geen wijzigingen 2) Cursorisch verplichte keuze Geen wijzigingen 3) Disciplinair (oriëntatie op de beroepspraktijk) Geen wijzigingen 4) Afstudeerproject Geen wijzigingen * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur. ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur.
Opleidingsspecifiek deel OER MA Film- en televisiewetenschap
5