Voor een meer solidaire en billijke economie
MEMORANDA VAN FEBECOOP VOOR DE REGIONALE, FEDERALE EN EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014
Dit memorandum formuleert onze vragen en aanbevelingen aan de overheid om de door de Internationale Coöperatieve Alliantie geformuleerde uitdagingen te realiseren. De alliantie wil immers de nodige impulsen geven om de coöperatieve dynamiek te ondersteunen en te versterken. Met dit document wil Febecoop de partijen en kandidaten voor de verkiezingen van 25 mei 2014 eraan herinneren dat ze in de komende jaren de kans zullen krijgen om een unieke visie op ondernemen te steunen waarin het coöperatieve model een vooraanstaande plaats inneemt. Een plaats waar het model zich zal kunnen ontwikkelen en zijn rol zal vervullen in de overgang naar een humanere, duurzame, maar daarom niet minder efficiënte economie. Febecoop heeft de opdracht om de coöperatieve onderneming te verdedigen, te promoten en te ontwikkelen. De organisatie is nu 40 jaar actief in België en daarbuiten. Ze verzamelde in die tijd een schat aan ervaring en expertise, in dienst van de coöperatieve wereld en de sociale economie in de drie gewesten.
Febecoop – Barricadenplein, 1 – 1000 Brussel www.febecoop.be
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 2
Coöperatieve vennootschappen, een actueel antwoord op de maatschappelijke, economische en ecologische uitdagingen Vandaag volgt de economie bijna overal ter wereld de vereisten van de vrije markt die steunt op concurrentievermogen, rendement op korte termijn, meerwaarde creëren voor aandeelhouders enz. De economie — de wetenschap die de maatschappij moest dienen en ervoor moet zorgen dat ze erop vooruit gaat — heeft haar oorspronkelijke doel verloren door zich aan te passen aan een definitie die ze tot één enkele functie beperkt: transacties afsluiten die financiële meerwaarde verschaffen. De economie is eerder een doel op zich dan een middel geworden. De hardnekkige crisis legde de zwakke punten van het dominerende systeem bloot en toonde aan dat traditionele ondernemingen, noch overheden, in staat zijn om er een sluitend antwoord op te bieden. Het is hoog tijd om over te gaan tot een economisch en sociaal model met respect voor het milieu, tot een duurzamer systeem dat de mens en zijn omgeving niet langer uitput, maar bijdraagt tot het welzijn van alle lagen van de bevolking. In dat opzicht zou een ondernemingsmodel met de leuze “we doen het zelf, samen en beter” een concrete en geloofwaardige oplossing kunnen bieden. Dit model, dat op zelfhulp, solidariteit, democratie en samenwerking steunt, is de coöperatieve vennootschap: “economische organisaties die vrijwillig door mensen gevormd worden met de bedoeling om voordelen te creëren die individueel niet, of toch niet in dezelfde mate zouden kunnen gerealiseerd worden. Eén van de kenmerken van het coöperatief model is dat het niet beheerst wordt door dominante aandeelhouders, maar dat er voortdurend aandacht wordt besteed aan harmonieuze, evenwichtige relaties met alle betrokken partijen.” Sinds het model in de 19e eeuw ontstond, werd het steeds opnieuw heruitgevonden, zowel in bestaande coöperaties die aan de klassieke behoeften voldoen als in het kader van coöperaties die opgericht werden om een antwoord te formuleren op nieuwe behoeften: nieuwe arbeidsplaatsen creëren, eerlijke handel, zorg en welzijn, duurzame mobiliteit, energie, … Coöperatieve vennootschappen zijn niet alleen verankerd in de werkelijke economie waardoor ze een sterk lokaal verankerd zijn. Ze kunnen hun specifieke kenmerken maximaal benutten om crisissituaties te overleven en te bewijzen dat het mogelijk is (en zelfs de voorkeur geniet) om economische vereisten met maatschappelijke doelstellingen te verenigen.
Een sterk, relevant en erkend economisch model Op internationaal vlak tellen de coöperaties samen 1 miljard vennoten en geven ze werk aan 100 miljoen mensen. In Europa hebben liefst 160.000 ondernemingen de coöperatieve waarden en principes onderschreven (zelfhulp, democratisch beheer, autonomie, solidariteit, samenwerking). In België is 20% van de farmaceutische markt coöperatief georganiseerd evenals de zesde grootste verzekeraar. De coöperatie is een evidentie en ze wint terrein…
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 3
In haar Groenboek over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen beschrijft de Europese Commissie coöperaties als “de ideale instrumenten om op een maatschappelijk verantwoorde manier te ondernemen” door het feit dat ze een dubbele relatie onderhouden met hun leden, die zowel gebruiker als eigenaar zijn. De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) benadrukt dan weer haar rol als motor van de verbetering van de leef- en werkomstandigheden voor mannen en vrouwen. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties riep 2012 uit tot ‘Internationaal jaar van de Coöperaties’. Eind 2012 publiceerde de ICA overigens een ‘Strategisch plan voor het komende decennium’, waarin ze uiteenzet dat coöperaties tegen 2020 “wereldwijd moeten worden erkend als nummer één op het vlak van economische, maatschappelijke en ecologische duurzaamheid, dat ze door de mensen gekozen worden als hun favoriete model en ze de snelst groeiende ondernemingsvorm worden.” In België vertaalt de groeiende belangstelling voor coöperaties zich op verschillende niveaus: de Nationale Raad voor de Coöperatie werd nieuw leven ingeblazen en gereorganiseerd, er werden federale en regionale projectoproepen gelanceerd waardoor de coöperatieve vennootschappen steeds meer aan belang winnen, de oprichting van groeperingen van coöperaties zoals Coopkracht in Vlaanderen of de recent opgerichte Union des SCOP Wallonie-Bruxelles, een groeiende interesse voor de participatieve coöperaties… Op ondernemersvlak zien we ook een gevoelige stijging van coöperatieve projecten in wording of in ontwikkeling in verschillende domeinen: hernieuwbare energie, ecologisch bouwen, voeding, buurtdiensten, inkoopcoöperaties, collectief wonen, kinderopvang en van de derde leeftijd, mobiliteit enz. Het hernieuwde vermogen om tientallen vennoten aan te trekken voor dergelijke initiatieven toont ten slotte aan dat ook het grote publiek de voorkeur geeft aan een zinvolle economie die meer in de realiteit verankerd is, en geografisch en ideologisch dichter bij hun leefwereld ligt.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 4
EUROPA VOOR EEN ECONOMIE IN DIENST VAN MENSEN Als lid van Cooperatives Europe, de Europese tak van de International Co-operative Alliance (ICA), steunt Febecoop het manifest dat door die laatste is ingediend. Febecoop pleit voor een Europa dat prioriteit geeft aan een economie in dienst van de burgers in plaats van financiële markten; een Europa met een bloeiende, innoverende economie die openstaat voor alle ondernemingsmodellen; een Europa dat jonge ondernemers alle kansen en alle instrumenten verschaft; een Europa dat bijstand verleent aan starters en aan ondernemingen waarin de mens centraal staat. Het is onze doelstelling om alle ondernemingsvormen gelijke kansen te bieden en erop toe te zien dat de coöperaties volledige erkenning daarbij krijgen, zowel in het beleid ter ondersteuning van ondernemerschap en ondernemersgeest als in de vormingsprogramma’s voor toekomstige ondernemers.
Febecoop vraagt Een kader dat gelijke kansen geeft aan alle ondernemingsvormen Coöperatieve vennootschappen maken integraal deel uit van de economie, maar hun groei wordt nog te vaak afgeremd omdat hun specifieke kenmerken (bv. doelstellingen op lange termijn in plaats van onmiddellijke rentabiliteit, democratische besluitvorming, enz.) niet door het Europees beleid en de regelgeving erkend worden. Een andere rem op de harmonieuze ontwikkeling van coöperaties is de veel te sterk uiteenlopende nationale wetgeving van de lidstaten op het vlak van coöperatieve vennootschappen. Febecoop wil dat in het beleid ter stimulering van ondernemerschap meer rekening wordt gehouden met het coöperatieve model en dat de specifieke eigenschappen ervan (een model dat de behoeften en verwachtingen van mensen centraal stelt) erkend en opgewaardeerd worden. Febecoop verzoekt de Commissie om de bestaande nationale wetgevingen te analyseren en een harmonisatie van de belangrijkste elementen te stimuleren, opdat alle coöperatieve vennootschappen kunnen genieten van de programma’s die op het Europees niveau worden uitgewerkt.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 5
Een regelgeving waarbij de coöperaties zich in alle sectoren kunnen ontwikkelen Omdat het hun doel is om iedereen toegang te verlenen tot kwalitatieve producten en diensten, verdienen coöperaties hun plaats in een groot aantal activiteitensectoren (energie, welzijn, gezondheidszorg, huisvesting enz.). Febecoop wil dat de overheid systematisch rekening houdt met de potentiële rol van coöperatieve vennootschappen in de sectorale ontwikkelingsprogramma’s. Daarom hopen wij vooral dat de Commissie de belemmeringen wegneemt die gelden in bepaalde activiteitensectoren, zoals de apotheeksector, de financiële sector of groene energie, vanwege de specifieke coöperatieve aard van de betrokken ondernemingen.
Een onderwijsprogramma dat jonge Europeanen warm maakt voor coöperatief ondernemerschap De Europese jeugd kampt een hoge werkloosheid. Toch weten de jonge generaties dat een beloftevolle toekomst afhangt van hun vermogen om nieuwe, meer inclusieve en duurzame manieren van ondernemen te ontwikkelen. Terwijl de jeugd steeds meer interesse toont in andere ondernemingsmodellen zoals de coöperatieve vennootschap, beperkt het onderwijs de informatie tot het traditionele ondernemingsmodel: de kapitaalsvennootschap. Febecoop verzoekt de Europese Commissie om erop toe te zien dat de lidstaten naast de klassieke ondernemingsmodellen ook het coöperatieve model in hun onderwijsprogramma’s opnemen om de jongere generaties de gelegenheid te bieden hun coöperatieve ondernemingsgeest te ontwikkelen. In dit kader verzoekt Febecoop de Commissie nieuwe initiatieven te nemen om uitwisselings- en opleidingsprogramma’s te creëren die specifiek op het coöperatieve ondernemerschap zijn afgestemd. Febecoop nodigt de Commissie uit om de oprichting van coöperaties door jongeren te ondersteunen via een werkgelegenheids- en ondernemingsbeleid dat de nadruk legt op waarden als verantwoordelijkheid, democratie, gelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit. - Febecoop dringt er op aan om een Europese Business School voor coöperatieve ondernemers in België op te richten. Als hart van de Europese Unie is ons land hiervoor uitstekend geplaatst.
Financiële instrumenten aangepast aan het coöperatief model. In theorie zijn de door de Europese Commissie ontwikkelde financiële instrumenten en steunprogramma’s net zo toegankelijk voor coöperatieve vennootschappen als voor de andere ondernemingsvormen. In de praktijk zijn er heel wat drempels om hun recht op dergelijke maatregelen te doen gelden, simpelweg omdat de coöperatieve vennootschap te weinig bekendheid geniet bij de financiële tussenpersonen in de lidstaten.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 6
Febecoop verzoekt de Commissie rekening te houden met de behoeften en specifieke kenmerken van coöperatieve vennootschappen bij de uitwerking van haar beleid ter ondersteuning van het bedrijfsleven. Febecoop moedigt haar aan om de bestaande instrumenten aan te passen en er ook de coöperatieve eigenheid in te verwerken. Febecoop verzoekt de Commissie om de aandacht van haar nationale contactpunten te vestigen op het bestaan van dit statuut en op de ontvankelijkheid van de vereisten ervan, om de lokale obstakels weg te nemen waar de coöperaties mee te kampen hebben.
Een vaste werkgroep “Coöperatief stappenplan” Om een omgeving te kunnen creëren die gunstig is voor de vorming en ontwikkeling van alle soorten ondernemingen, hebben nieuwe ondernemers passende informatie, adviezen en financiële steun nodig. Binnen Europa bestaan meerdere overlegplatformen waar aandacht wordt besteed aan coöperaties. De instandhouding, en mogelijk zelfs de uitbreiding ervan, alsook een goede coördinatie tussen hun verschillende acties is hiertoe essentieel. Febecoop vraagt dat de parlementaire intergroep “Sociale economie” van het Europees Parlement, die belast is met coöperatieve kwesties, ook tijdens de volgende zittingsperiode behouden blijft. Febecoop verzoekt dat de in 2013 door de Europese Commissie opgerichte werkgroep om een ‘coöperatief stappenplan’ uit te werken, na de verkiezingen een permanent karakter krijgt en belast wordt met het begeleiden van de toekomstige Europese coöperatieve ontwikkelingsplannen. Febecoop hoopt dat de aanbevelingen van deze werkgroep die eind 2014 gefinaliseerd worden als richtsnoer zullen dienen voor de samenstelling van het coöperatief stappenplan. Febecoop raadt vooral aan om binnen de nieuwe Commissie de politieke verantwoordelijkheid voor coöperatieve thema’s duidelijk vast te leggen. Om die reden vraagt Febecoop dat er opnieuw een eenheid komt die verantwoordelijk is voor coöperaties en de overige entiteiten van de sociale economie. Die eenheid zou dan verantwoordelijk worden voor de invoering van het stappenplan dat door de werkgroep rond coöperatieve organisatievormen werd opgezet.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 7
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 8
FEDERAAL EEN ONDERNEMINGSMODEL GEBASEERD OP WAARDEN In België hebben de meeste coöperatieve vennootschappen het statuut van CVBA. (Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid) . Helaas garandeert dit juridische vehikel helemaal niet dat zo’n onderneming ook werkelijk een coöperatief karakter heeft. Daarom heeft Febecoop voor de komende jaren de hervorming van het regelgevende kader tot prioriteit gemaakt, zodat het statuut van coöperatieve vennootschap eindelijk volledig samenvalt met het ondernemingsmodel dat het zou moeten promoten. Samen met die nieuwe definitie moeten er ook andere verbeteringen worden aangebracht: een wijziging van de rol en werking van de huidige Nationale Raad voor de Coöperatie, de invoering van fiscale stimuli voor coöperatieve vennootschappen …
Febecoop vraagt Een hervorming van de wet op de coöperatieve vennootschap In België wordt het statuut van coöperatieve vennootschap gekenmerkt door zijn grote soepelheid. Omdat het daarentegen weinig of geen regels oplegt met betrekking tot het respecteren van een waardekader wordt deze rechtsvorm vooral om eerstgenoemde reden aangenomen. Febecoop vraagt om een rechtskader dat als basis dient voor een waarachtige coöperatieve identiteit, een nieuwe wet op de coöperatieve vennootschap: -
-
Die vertrekt van de beginselen van de ICA en de waarden waarop het coöperatieve model steunt, (zie bijlage) die de collectieve dimensie van het coöperatief ondernemerschap verankert die garanties biedt dat er geen dominante aandeelhouder is , democratisch stemrecht voorziet, de kapitaalvergoeding beperkt en de kwestie van het scheidingsaandeel regelt die van toepassing is op alle coöperatieve vennootschappen en rekening houdt met hun specifieke kenmerken: verbruikerscoöperaties, producentencoöperaties, gemengde coöperaties, werknemerscoöperaties van het type “SCOP” (zie hieronder).
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 9
Meer middelen en slagkracht voor de Nationale Raad voor de Coöperatie De Nationale Raad voor de Coöperatie werd in 1955 opgericht om de beginselen van de coöperatie te verspreiden en de coöperatieve principes veilig te stellen. Het is een adviesorgaan dat behoort tot het federaal ministerie van Economie. De coöperatieve vennootschappen die de coöperatieve waarden en beginselen respecteren, kunnen een erkenning krijgen van de minister van Economie en lid worden van de Nationale Raad voor de Coöperatie. Momenteel is de NRC echter niet voldoende uitgerust om zijn rol naar behoren te vervullen. Febecoop wil dat de Nationale Raad voor de Coöperatie de middelen krijgt om zijn rol van representatief platform van de sector en van adviesorgaan behoorlijk uit te oefenen. Febecoop pleit ervoor dat de NRC systematisch geraadpleegd wordt bij alle coöperatieve vraagstukken en alle kwesties die van invloed zijn op de coöperatieve ontwikkeling. Febecoop wil dat de NRC een bredere en meer controlerende functie krijgt, met het oog op de erkenning en opvolging van de vennootschappen die voor het coöperatieve statuut kiezen.
Een aangepast kader voor de ontwikkeling van werknemerscoöperaties De bedrijfsovername door of overdracht van vennootschappen aan de werknemers is een thema dat opnieuw in het middelpunt van de belangstelling staat. De ervaringen in Frankrijk (Scop) en Spanje (sociedades laborales) worden vaak als voorbeeld genoemd voor een braakliggend terrein in België, zowel op juridisch en fiscaal vlak als wat de sociale wetgeving betreft. Febecoop verzoekt dat er een passend kader wordt voorzien voor de ontwikkeling van vennootschappen van het type “SCOP”, zodat ook in België coöperatieve en participatieve vennootschappen kunnen worden opgericht of omgevormd In verband hiermee vraagt de federatie om belastingvoordelen, zodat het eigen vermogen kan versterkt worden en de groei van de onderneming kan worden gefinancierd zonder een beroep te hoeven doen op externe kapitaalsverschaffers. Febecoop verzoekt om een herziening van het systeem waarmee een deel van de winst aan de werknemers kan worden uitgekeerd in de vorm van aandelen, in combinatie met belastingvoordelen, om de financiële participatie van de werknemers te stimuleren. Ook vraagt Febecoop om een verbetering van de regelgeving rond het sociaal statuut van de werknemers die een substantieel aandeel van het kapitaal van de onderneming in handen hebben.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 10
Belastingmaatregelen om de ontwikkeling van coöperatieve vennootschappen te stimuleren Vennootschappen die kiezen voor een economisch project volgens het coöperatieve model en die zich ertoe verbinden de waarden en beginselen van dit model te respecteren (momenteel de coöperatieve vennootschappen met het statuut van Vennootschap met Sociaal Oogmerk en de door de NRC erkende vennootschappen), zijn gebonden aan beperkingen die niet voor de overige ondernemingsmodellen gelden. Deze keuze verdient te worden aangemoedigd en ondersteund met passende fiscale maatregelen. Wanneer het rechtskader van de CV eenmaal geherdefinieerd is, zal deze noodzaak zelfs nog groter zijn want dan liggen de regels immers vast in de wet, waardoor ze een bindend karakter krijgen. Febecoop vraagt in het bijzonder een aanpassing van de notionele interestaftrek: dit mechanisme, waarmee ondernemingen de fiscale druk kunnen verlagen door een fictieve rente van hun opbrengsten af te trekken om het onderscheid te compenseren dat wordt gemaakt tussen financieringen uit eigen vermogen en financieringen uit vreemd vermogen moet in de eerste plaats toegepast worden om een lokale, duurzame economie te ondersteunen. In dat verband moeten de coöperaties die het beginsel van de ondeelbare reserve toepassen, in aanmerking komen voor een gunstiger rentetarief dan het tarief voor klassieke kmo’s.
Afstemming van de federale en regionale acties op de economische ontwikkeling In het kader van de zesde staatshervorming en de aangekondigde overdracht van federale bevoegdheden naar de regio’s, zal het institutionele landschap van alle ondernemingen helemaal hertekenen. Het beleid ter ondersteuning van economische ontwikkeling en de beschikbare maatregelen voor het bedrijfsleven zullen worden geherdefinieerd. Dat heeft vooral gevolgen voor coöperatieve vennootschappen in gesubsidieerde activiteiten of in terreinen met een specifieke erkenning zoals gezondheidszorg, onderwijs, buurtdiensten, inschakeling van kansengroepen, duurzame ontwikkeling, landbouw … Febecoop verzoekt de federale en gewestelijke overheden om afspraken te maken over de acties die coöperaties beïnvloeden in het kader van de overdracht van bevoegdheden, en om de mogelijke impact ervan op coöperatieve ondernemingen in kaart te brengen en op te volgen. Febecoop pleit ervoor dat de Nationale Raad voor de Coöperatie systematisch geraadpleegd wordt als representatief platform van de coöperatieve ondernemingen.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 11
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 12
VLAANDEREN VOOR EEN VERDERE ONDERSTEUNING AAN DE WAARDE GEDREVEN COÖPERATIES
Vlaanderen kent de voorbije jaren een ware heropleving van het coöperatieve gedachtengoed. Tal van nieuwe waardegedreven coöperaties worden opgericht in diverse sectoren en bestaande coöperaties herontdekken de kracht van de coöperatieve principes. Deze dynamiek werd mee mogelijk gemaakt dankzij een aantal overheidsmaatregelen (het ondersteuningsdecreet dat o.a. voorziet in aangepaste adviesverlening via erkende adviesbureaus, aangepaste financiering via Trividend, het ondersteunen van pilootprojecten, voorzien van eerstelijnsinformatie, collectieve ondersteuning,...). Febecoop meent dat deze dynamiek verder versterkt kan worden door dit beleidskader verder uit te werken en vooral te verdiepen.
Febecoop vraagt Coöperatieve ontwikkeling wordt een ministeriële bevoegdheid binnen de Vlaamse regering Febecoop vraagt dat, gezien de grote meerwaarde van coöperatieve vennootschappen en de nood aan een gecoördineerd beleid, coöperatieve ontwikkeling een volwaardige ministeriële bevoegdheid wordt binnen de Vlaamse regering, binnen de portefeuille van de Vlaamse minister, verantwoordelijk voor economie.
In dat kader wordt de coöperatieve ondernemingsvorm gepromoot via steun aan wetenschappelijk onderzoek, het stimuleren van sociale innovatie en onderzoek in coöperatieve marktniches. Terecht wordt er binnen klassieke ondernemingskringen op gewezen dat een innovatief bedrijfsklimaat essentieel is om Vlaanderen te laten evolueren naar een van de meest vooruitstrevende en welvarende regio’s in de wereld. In dat kader worden momenteel in Vlaanderen al via diverse kanalen wetenschappelijk onderzoek en technologische innovatie in ondernemingen gestimuleerd. Febecoop wenst dat, om de coöperatieve ondernemingsvorm in een volgende legislatuur te stimuleren, het traditionele denken rond innovatie dat van oudsher op rendement en
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 13
concurrentie gericht is, doorbroken wordt. De sociale innovatie, die de mens en de samenleving in het centrum van de vernieuwing stelt, dient centraal gesteld te worden. In het kader van coöperatieve ontwikkeling gaat het om: o de vernieuwing van de wijze waarop het werk in ondernemingen is georganiseerd, en wel op een zodanige wijze dat niet alleen de productiviteit maar ook en vooral de kwaliteit van de arbeid hiermee gebaat is. In het kader van coöperatief ondernemerschap gaat het daarbij ondermeer over het stimuleren van de participatie van de werknemers. o
het stimuleren van het exploiteren van nieuwe marktniches op domeinen van algemeen belang als gezondheidszorg, hergebruik, cultuur, energievoorziening, collectieve mobiliteit, welzijn... Het gaat meer bepaald om niches die de overheid niet (langer) kan invullen en die best niet of niet helemaal aan de vrije markt mogen overgelaten worden omdat er een kwalitatieve en duurzame dienstverlening zowel voor de burger als voor de samenleving moet verleend worden en waarvoor de toegankelijkheid voor alle burgers moet gegarandeerd worden. Wij denken hier meer bepaald aan sectoren als: - woonzorgcentra voor ouderen - woonfaciliteiten voor mensen met een beperking - delen van mobiliteit (coöperatief autodelen) Febecoop vraagt dat deze dynamiek ondersteund wordt door kwalitatief wetenschappelijk onderzoek, dat vandaag in Vlaanderen haast uitsluitend een kwantitatief karakter heeft.
Financiering van nieuwe coöperatieve marktniches. Vandaag beschikt Vlaanderen met Trividend al over een aangepast financieringsfonds om coöperatieve vennootschappen in de KMO-sfeer van (een gelimiteerd) opstart- of groeikapitaal te voorzien. Het gaat hier om het verstrekken van kapitaal of achtergestelde leningen tot maximum 150.000 €. Febecoop vraagt evenwel dat specifieke gespecialiseerde financieringsinstrumenten en – fondsen ontwikkeld of opengesteld worden om de verdere ontwikkeling van bovenvermelde coöperatieve niches mogelijk te maken, waarbij bedragen van 250.000 € à 300.000 € geïnvesteerd kunnen worden als seedkapitaal in nieuwe niches.
Het coöperatief denken en leven wordt uitgediept, versterkt en zichtbaar gemaakt via verschillende coöperatieve fora en een Staten-Generaal. Er is nood aan een platform waar alle stakeholders (beleid, werkveld, financiers, middenveld,…) aanwezig zijn zodat er door uitwisseling en dialoog een gezamenlijk begrip kan ontstaan over de agenda met betrekking tot coöperatieve ontwikkeling voor de komende jaren. Een uitgelezen moment om, op een voor coöperaties gepaste wijze in kaart te brengen waar de coöperatieve beweging in Vlaanderen bij het begin van de 21ste eeuw voor staat, hoe de beweging kijkt naar de socio-economische uitdagingen en hoe coöperaties op een innovatieve wijze zich organiseren om een duurzaam antwoord te geven op de genoemde uitdagingen.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 14
Febecoop vraagt het samenroepen van een Staten-Generaal om dit debat te vertalen naar een beleidsvoorbereidend coöperatief ontwikkelingsplan. Deze Staten-Generaal wordt voorbereid door een aantal coöperatieve fora. Doel is om in een periode van drie jaar drie maal per jaar een forum te organiseren rond een specifiek thema. Aan elk forum nemen verantwoordelijken deel vanuit de academische wereld, coöperatieven, middenveld en beleid
Coöperatief denken, leven en ondernemen wordt duurzaam verankerd in het onderwijs Coöperatief ondernemen dient sterker verankerd te worden in alle geledingen van het onderwijs. Febecoop vraagt dat coöperatief ondernemen structureel wordt opgenomen in de leerplannen en de eindtermen van het lager, het secundair en hoger onderwijs zodat een grondig begrip van het pluralisme op het vlak van ondernemingsvormen wezenlijk deel uitmaakt van elk pedagogisch project. Daarnaast dient op de verschillende onderwijsniveaus bijzondere aandacht besteed te worden aan het verstrekken van de juiste technische kennis over het statuut van coöperatieve vennootschap en dit op gelijke basis van dat van de andere statuten (nv, bvba, vof,…)
er een specifieke MBA-opleiding gecreëerd wordt opdat toekomstige managers een leertraject kunnen lopen dat grondig ingaat op alle zaken die te maken hebben met het aansturen van een coöperatieve organisatie (strategie, marketing, HR, innovatie, leiderschap, governance, corporate finance,…), gekoppeld aan een persoonlijk en aangepast ontwikkelingstraject tot zelfs een carrièrebegeleiding.
Een kenniscentrum Coöperatief Ondernemen Febecoop vraagt dat de Vlaamse overheid een kenniscentrum Coöperatief Ondernemen Vlaanderen initieert. In navolging tot het soortgelijk initiatief MVO Vlaanderen inspireert en informeert het kenniscentrum over coöperatief ondernemen. De spots worden gericht op best practices, deskundigen en opiniemakers krijgen een tribune, er worden instrumenten aangereikt om coöperaties op te starten en bestaande coöperaties sterker aan te sturen. Ten slotte wordt ook de coöperatieve actualiteit gedeeld.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 15
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 16
WALLONIE L’ENTREPRISE COOPÉRATIVE : UN ATOUT DANS LE DÉVELOPPEMENT ÉCONOMIQUE ET SOCIAL En Région wallonne comme ailleurs, le retour à l’avant-plan de la Société coopérative se confirme tant sur le terrain entrepreneurial que dans les médias ou auprès des citoyens eux-mêmes. Les autorités publiques doivent aujourd’hui compter avec ce modèle d’entreprise et lui donner une place qui reflète son importance et l’intérêt qu’il génère dans ses politiques de développement, ses mécanismes de soutien et ses programmes de formation. Dans ce cadre, Febecoop veillera à ce que l’entreprise coopérative soit reconnue comme un élément incontournable du développement économique et social de la région wallonne.
Febecoop demande Un cadre propice au développement coopératif Le Décret wallon de 2008 relatif à l'économie sociale reprend dans son champ d'application les sociétés coopératives mais ne leur donne pas de place ni des moyens particuliers. Les dispositifs existants dans ce cadre ne sont pas paramétrés pour soutenir une nouvelle dynamique coopérative : > La Sowecsom La sowecsom compte dans son portefeuille d’interventions une bonne partie des sociétés coopératives wallonnes les plus souvent citées en exemple ou médiatisées pour leurs bonnes pratiques. Cependant, ni son fonctionnement, ni ses objectifs (focalisés sur la création rapide d’emplois et la présence préalable de capitaux propres) ne lui permettent d’amplifier cette réalité. Febecoop demande une redéfinition des objectifs et conditions d’intervention de la Sowecsom pour qu’elle puisse devenir le partenaire financier « naturel » de futures initiatives coopératives en Région wallonne Febecoop réclame également un renforcement des moyens de la Sowecsom pour lui permettre de s’investir tant en amont qu’en aval de ses interventions (suivi et implication dans les instances). > Les agences-conseils (AC) L’action des AC est actuellement freinée par les exigences du Décret qui les réglemente. Reposant sur une logique de création d’emplois rapides dans un cadre salarié, le décret privilégie fortement l’accompagnement de projets s’inscrivant dans une logique d’insertion, voire dans le cadre « entreprise d’insertion » et ne valorise presque pas le travail réalisé par les agences conseil au
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 17
niveau du pré-accompagnement du projet (définition du projet, recherche de coopérateurs, information de ceux-ci, etc.) ou de l’accompagnement à long terme des entreprises. Febecoop invite la Wallonie à revoir, dans le cadre de la révision programmée du Décret, à réorienter le travail des AC vers une dynamique coopérative, en leur donnant des moyens, des objectifs et un cadre appropriés (modalités et critères d’évaluation).
Des outils pour stimuler l’esprit d’entreprise et promouvoir le modèle coopératif Le constat n’est pas spécifique au secteur coopératif, mais il est bien réel : la Wallonie manque d’entrepreneurs et lorsqu’elles existent, les entreprises sont trop souvent développées sans réelles compétences internes. En dépit d’initiatives intéressantes comme celle prise par HEC Liège qui a ouvert une filière de formation spécifique à l’entrepreneuriat social ou d’appels à projets, comme Impulcera, le problème reste entier : les candidats ne se bousculent pas, les projets sont parfois faibles ou portés par des personnes qui ne sont pas à même de les mener à bien. Du côté de la Région wallonne elle-même, l'entrepreneuriat coopératif est, actuellement en tant quel tel, absent des dispositifs de promotion et d’accompagnement de l'entrepreneuriat. C’est notamment observable dans le cadre des dispositifs coordonnés par l'Agence de Stimulation Economique (ASE). Febecoop propose la création d’un outil centralisé de promotion/information sur les coopératives afin de stimuler l’esprit d’entreprise et favoriser l’émergence de projets coopératifs. En articulation possible avec les agences-conseil, cet outil devrait permettre à la fois de promouvoir la coopérative mais aussi de veiller à ce qu’une série d’acteurs incontournables (notaires, comptables, réviseurs…) aient accès à une information à la fois technique et éthique sur ce qu’est une vraie coopérative (a contrario sur ce qu’elle n’est pas). Cet outil de promotion devrait également s’adresser aux Universités et Hautes Ecoles afin de fournir des outils aux professeurs/chargés de cours potentiellement intéressées et proposer des intervenants spécialisés. Ce nouvel outil de soutien à l’entrepreneuriat coopératif devrait sans doute s’inscrire dans le cadre de l’ASE (Agence de Stimulation Economique) mais il devrait y occuper un espace spécifique afin de ne pas être « noyé » dans l’ensemble des thématiques traitées par ladite ASE.
Une réglementation permettant aux coopératives de se développer dans des niches d’activités spécifiques Le modèle coopératif et les entreprises qui s’y inscrivent ont un rôle essentiel et naturel à jouer dans le développement de secteurs d’activités tels que le bien-être, l’agriculture, la mobilité ou les énergies renouvelables dont la particularité est de répondre autant à des besoins économiques que sociétaux ou environnementaux. Febecoop demande que soient attribuées aux entreprises coopératives les activités répondant à des besoins d’intérêt général non rencontrés par les pouvoirs publics et qui en raison des
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 18
garanties de durabilité, de qualité et d'accessibilité à donner sur les services offerts, ne peuvent être confiées à tout type d’opérateur économique.
Des moyens financiers adaptés aux entreprises coopératives – renforcer la constitution de capitaux propres Que ce soit au travers de la Sowecsom ou d’autres investisseurs institutionnels, la recherche de financements pour un projet de qualité ne pose pas réellement de problème. L’écueil se situe davantage dans une faible capitalisation de départ, un problème qui a pour effet de limiter l’intervention « institutionnelle » au capital (puisque ne pouvant prendre le contrôle) et celui de limiter les autres interventions s’il y a une prise de risque (le ratio fonds propres/fonds de tiers étant trop déséquilibré). Febecoop pense que le moment est venu d’innover en la matière afin d’aider les coopératives à lever des fonds. Par ailleurs, pour soutenir le développement des coopératives dans les niches décrites au point précédent, Febecoop demande que des mesures de soutien financier soient octroyées aux coopératives agissant dans ces domaines afin de soutenir leur démarrage et leur essor.
Un programme d’enseignement encourageant l’entrepreneuriat coopératif Le modèle coopératif est actuellement peu connu des jeunes publics et des futurs entrepreneurs et la société coopérative et ses spécificités en termes d'entrepreneuriat est absente de la plupart des cursus scolaires, depuis le niveau secondaire jusqu'au niveau universitaire. Febecoop propose que la Région, dans le cadre des compétences de la Communauté WallonieBruxelles, intègre la sensibilisation au modèle de l'entrepreneuriat coopératif et à la diversité des formes d’entreprises aux programmes scolaires de l'enseignement primaire, secondaire et supérieur et que cette initiation soit incluse dans le projet éducatif global. Febecoop demande que les programmes de formation à la gestion, au droit et aux matières touchant à l’administration d’une société commerciale comprenne des cours techniques sur le statut de coopérative de même nature et qualité que les informations dispensées sur autres statuts et modèles de société. Febecoop demande la création d’un programme de MBA spécifique pour que les futurs gestionnaires de sociétés coopératives puissent dès le début de leur formation être confrontés à toutes les questions en lien avec l’ organisation et la direction d’une société coopérative (stratégie, marketing, RH , l'innovation , leadership , gouvernance , financement des entreprises ...), et que ce cursus soit couplé à un trajet de développement personnel et personnalisé avec possibilité d’opter pour une orientation professionnelle.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 19
Une responsabilité politique clairement attribuée aux coopératives Actuellement en Wallonie, la compétence de l’économie sociale est attribuée au Ministre en charge de l’économie et des PME. Compte tenu de la contribution importante que peuvent apporter les sociétés coopératives à l’économie régionale et la nécessité d'une politique coordonnée, il est impératif de préserver cette compétence. Febecoop demande que cette compétence ministérielle soit au minimum maintenue, voire clairement dévolue aux coopératives et qu’elle reste liée au ministre chargé de l'économie.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 20
BRUSSEL EEN TOEKOMSTBERICHTE ECONOMIE EN KWALITEITSVOLLE JOBS De coöperatieve vennootschap staat weer helemaal terug op de voorgrond, dat horen we zowel in het bedrijfsleven als in de media en van de burgers zelf. De overheid moet tegenwoordig rekening houden met dit ondernemingsmodel en het een plaats geven die overeenstemt met zijn belang en de interesse die het opwekt in zijn ontwikkelingsbeleid, zijn steunmaatregelen en zijn opleidingsprogramma’s. In dit kader zal Febecoop erop toezien dat de coöperatieve onderneming erkend wordt als pijler van de economische en sociale ontwikkeling van de gewesten, en meer in het bijzonder van het Brussels gewest.
Instrumenten om de ondernemersgeest te stimuleren en het coöperatieve model te promoten De volgende vaststelling geldt niet alleen voor de coöperatieve sector, maar is daarom niet minder reëel: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een tekort aan ondernemers en de schaarse ondernemingen, worden nog te vaak opgezet zonder onderbouwd ondernemings- en financieel plan. In het Brussels Gewest zelf is het coöperatief ondernemerschap momenteel niet aanwezig in de maatregelen die het ondernemerschap moeten bevorderen en begeleiden. Dat zien we bijvoorbeeld bij de voorzieningen die ontwikkeld worden in het kader van Impulse.Brussels. Febecoop stelt voor om een gecentraliseerd loket te creëren voor de promotie van en informatie over coöperaties om de ondernemersgeest te stimuleren en coöperatieve projecten te bevorderen. In mogelijk overleg met de adviesbureaus zou aan de hand van dit ondersteuningsorgaan enerzijds de coöperatie gepromoot moeten kunnen worden en er anderzijds op moeten worden toegezien dat een aantal onmisbare actoren (notarissen, boekhouders, bedrijfsrevisoren …) toegang heeft tot zowel technische als algemene informatie over wat een waardegedreven coöperatie is Dit promotie instrument zou bovendien gericht moeten zijn op universiteiten en hogescholen, om potentieel geïnteresseerde docenten en assistent-docenten de nodige middelen te verschaffen en gespecialiseerde marktdeelnemers te bieden. Dit nieuw ondersteunend hulpmiddel voor coöperatief ondernemerschap moet niet alleen passen in het kader van Impulse.Brussels maar hierin ook een specifieke ruimte innemen, om niet te laten verwateren tussen alle thema’s die al behandeld worden.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 21
Regelgeving waarmee coöperaties zich in specifieke niches kunnen ontwikkelen Het coöperatieve model en de ondernemingen die hierin passen, spelen een essentiële en natuurlijke rol in de ontwikkeling van sectoren zoals welzijn, mobiliteit of hernieuwbare energie, met als specifiek kenmerk dat ze zowel aan economische als maatschappelijke of milieubehoeften voldoen. Febecoop wil dat coöperatieve vennootschappen activiteiten krijgen toebedeeld die aan algemene behoeften voldoen waaraan de overheid niet tegemoet kan komen, en die om redenen van duurzaamheid, kwaliteit en toegankelijkheid van de geboden diensten niet aan om het even welke marktspeler kunnen worden toevertrouwd.
Gepaste financiële instrumenten voor coöperatieve ondernemingen – versterking van het eigen vermogen. Of het nu via Brusoc of via andere institutionele beleggers is, financiering vinden voor een goed onderbouwd project is niet echt moeilijk. Het probleem ligt eerder in het beperkte startkapitaal, waardoor de ‘institutionele’ interventie in het kapitaal beperkt blijft (want het is dan niet mogelijk om de controle te nemen) en het feit dat overige interventies veelal uitblijven als er sprake is van mogelijke risico’s (verhouding eigen middelen/vreemd vermogen is dan teveel verstoord). Febecoop denkt dat het hoog tijd is om te innoveren en de coöperaties te ondersteunen om kapitaal bijeen te brengen. Febecoop vraagt dat financiële steunmaatregelen worden toegekend aan de coöperaties die op deze terreinen actief zijn, om hun start en groei te ondersteunen.
Een onderwijsprogramma dat het coöperatief ondernemerschap aanmoedigt Het coöperatieve model is nog vrij onbekend bij een jong publiek én bij toekomstige ondernemers, en het zal dan ook niemand verbazen dat coöperatieve vennootschappen en de specifieke ondernemerskenmerken ervan in de meeste onderwijsprogramma’s vanaf de secundaire opleiding tot de universiteit niet aan bod komen. Febecoop stelt het Gewest voor om in het kader van de bevoegdheden van de Gemeenschap Wallonië-Brussel, de sensibilisering voor het coöperatief ondernemersmodel en voor de diverse andere ondernemingsvormen op te nemen in de leerplannen van het lager, secundair en hoger onderwijs en dat die initiatie in het globale onderwijsproject wordt opgenomen. Febecoop verzoekt dat de opleidingsprogramma’s op het vlak van beheer, recht en de vakken die te maken hebben met de administratie van een commerciële vennootschap, ook technische lessen over het coöperatief statuut bevatten, van dezelfde aard en kwaliteit als de informatie over andere statuten en ondernemingsmodellen. Febecoop doet een oproep voor de creatie van een specifiek MBA-programma, opdat toekomstige bedrijfsleiders vanaf het begin van hun opleiding contact krijgen met alle kwesties die verband houden met de organisatie en het bestuur van een coöperatieve vennootschap.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 22
Duidelijke politieke verantwoordelijkheid voor de coöperaties Gezien de grote bijdrage die coöperatieve vennootschappen kunnen leveren aan de economie van het gewest en gezien de noodzaak van een gecoördineerd beleid, wil Febecoop dat de coöperaties het voorwerp worden van een duidelijke ministeriële bevoegdheid, meer bepaald voor de minister van Economie.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 23
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 24
BIJLAGE
ZEVEN COÖPERATIEVE ICA-PRINCIPES Ter gelegenheid van haar eeuwviering in 1995 presenteerde de ICA (Internationale Coöperatieve Alliantie – de koepel van coöperaties op mondiaal vlak) een geactualiseerde invulling van de waarden en vooral de basisprincipes voor coöperatief ondernemen. Deze worden vandaag wereldwijd door zowat alle waardegedreven coöperaties als maatstaf gehanteerd. Ook in Vlaanderen worden deze in toenemende mate als toetssteen voor coöperatief handelen gebruikt. 1.
Vrijwillig en open lidmaatschap Coöperaties zijn vrijwillige organisaties. Ze staan open - zonder seksuele, sociale, raciale, politieke of religieuze discriminatie - voor alle personen die de diensten ervan kunnen benutten en het maatschappelijk doel onderschrijven. Door hun toetreding aanvaarden de vennoten de verantwoordelijkheden van het lidmaatschap en onderschrijven ze het principe van gelijkwaardigheid tegenover andere vennoten.
2.
Democratische controle door de leden Coöperaties werken voor de duurzame ontwikkeling beleidsmaatregelen die goedgekeurd worden door hun leden.
3.
van
hun
gemeenschap
via
Economische participatie door de leden Het kapitaal van de coöperatie wordt gekenmerkt door een democratische controle door de vennoten. Gewoonlijk is minstens een deel van het kapitaal gemeenschappelijk bezit van de coöperatie. Vennoten ontvangen gewoonlijk een beperkt rendement op het ingebrachte kapitaal. Vennoten gebruiken winsten voor een of meerdere van volgende doelstellingen: de ontwikkeling van de coöperatie, het aanleggen van (ten dele ondeelbare) reserves, voordelen voor de vennoten in verhouding tot hun transacties met de coöperatie, en de ondersteuning van andere activiteiten die de goedkeuring van de vennoten meedragen.
4.
De coöperatie blijft autonoom en onafhankelijkheid
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 25
Coöperaties zijn autonome zelforganisaties die gecontroleerd worden door hun leden. Indien coöperaties akkoorden sluiten met andere organisaties, inclusief overheden, of kapitaal aantrekken van externe bronnen, dan doen ze dat op een manier die de democratische controle door de leden en de autonomie van de coöperatie waarborgt 5.
De coöperatie vormt en informeert. Coöperaties voorzien in onderwijs en vorming voor hun leden, hun verkozen vertegenwoordigers, hun managers en hun werknemers, zodat deze op een doeltreffende manier kunnen bijdragen aan de ontwikkeling en de eigenheid van de coöperatie. Ze informeren het ruimere publiek – met in het bijzonder jongeren en opiniemakers – over de aard en de voordelen van de coöperatie.
6.
Coöperaties werken met elkaar samen Coöperaties werken samen om de belangen van hun leden maximaal te dienen. Ze doen dit lokaal, regionaal, nationaal en internationaal.
7.
Coöperaties zijn nauw betrokken bij de gemeenschap Coöperaties werken voor de duurzame ontwikkeling beleidsmaatregelen die goedgekeurd worden door de leden.
Memoranda Febecoop - 8/05/2014 - p. 26
van
hun
gemeenschap
via