JAARVERSLAG 2008 Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel
Een betrouwbare en
solidaire pensioenregeling,
bestand tegen de elementen.
INHOUDSOPGAVE
PAGINA 4 6 7 7 7 8 8 8 9 9 10 10 11 12 13 13 14 15 15 15 16 17 17 17 19 22 22 26 27 27 27 27 28 28 30 30 30 30 30 31 31 32 32
1
JAARVERSLAG 2008
Kengetallen en kerncijfers Voorwoord Verslag van het bestuur 1. Algemene informatie - Een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds - Doelstelling en uitvoering - Samenwerkingsverbanden en deelnemingen - Aangesloten ondernemingen - Bestuur en uitvoering - Bestuur - Dagelijks Bestuur - Deelnemersraad - Beleggingscommissie - Verantwoordingsorgaan - Visitatiecommissie - Overige bestuurscommissies - Commissie van Beroep en Klachtencommissie - Uitvoeringsorganisatie - Managementteam - Actuaris en accountant - Vergaderingen 2. Financiële informatie en ontwikkelingen - Beleggingen - Pensioenen - Herstelplan 3. Risicoparagraaf t.a.v. doelstellingen, beleid en financiële instrumenten - Risico’s en balansmanagement - Financiële sturingsmiddelen 4. Informatie over de verwachte gang van zaken - Pensioenregelingen - Beleggingen - Ontwikkeling dekkingsgraad - Verantwoord beleggen - Ontwikkeling in de uitvoering 5. Bestuursaangelegenheden - Deskundigheidsplan en opleiding - Risicobeheer - Naleving wet- en regelgeving - Uitbesteding - Toezicht - Gedragscode en compliance - Commissie van Beroep - Communicatie
JAARVERSLAG 2008
INHOUDSOPGAVE 6. Pensioenparagraaf - De pensioenregelingen - Samenvattend overzicht verplichgestelde basispensioenregeling - Indexatiebeleid en indexatiematrix - Premies en toegekende indexaties 7. Beleggingenparagraaf - Economische ontwikkelingen - Beleggingen van Bpf AVH - Vooruitblik 2009 - Verantwoord beleggen 8. Actuariële paragraaf - Actuariële analyse - Beleid ten aanzien van toeslagverlening - Premie - Uitkomsten van solvabiliteitstoets - Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie 9. Rapportage over Pension Fund Governance - Algemeen - Intern toezicht; visitatiecommissie - Compliance - Verantwoordingsorgaan Samenvattend oordeel Visitatie Bpf AVH - Samenvatting Visitatierapport - Reactie bestuur Verslag van het verantwoordingsorgaan - Verslag - Reactie bestuur op verslag verantwoordingsorgaan Jaarrekening - Balans per 31 december 2008 - Staat van Baten en Lasten over 2008 - Kasstroomoverzicht over 2008 - Toelichting op balans en staat van baten en lasten 1. Algemene toelichting 2. Grondslagen van waardering Activa en Passiva 3. Grondslagen bepaling resultaat 4. Beleggingen voor risico van pensioenfonds 5. Deelneming 6. Immateriële vaste activa 7. Materiële vaste activa 8. Overige vorderingen 9. Stichtingskapitaal en reserves 10. Technische voorzieningen 11. Overige schulden en overlopende passiva 12. Risicobeheer en derivaten 13. Niet in de balans opgenomen activa en verlichtingen 14. Verbonden partijen
35 35 37 38 39 40 40 40 43 43 44 44 44 44 44 45 46 46 46 46 46 48 48 53 54 54 55 56 58 60 61 62 62 62 65 68 70 71 72 73 73 75 76 76 85 85 2
INHOUDSOPGAVE
85 86 86 87 87 88 89 89 90 91 92 94 97
3
JAARVERSLAG 2008
15. Premiebijdragen 16. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds 17. Pensioenuitkeringen 18. Pensioenuitvoeringskosten 19. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 20. Saldo overdracht van rechten 21. Overige lasten 22. Aantal personeelsleden - Overige gegevens Actuariële verklaring Accountantsverklaring Appendix A Afkortingen en begrippen Nevenfuncties (plv.) bestuur en management
KENGETALLEN EN KERNCIJFERS Bedragen x € 1000 Aantal werkgevers
2008
2007
2006
2005
2004
843
836
837
804
833
Aantal verzekerden Actieve deelnemers Arbeidsongeschikten Gewezen deelnemers (‘slapers’) Pensioentrekkenden
17.641 388 41.653 6.869
15.019 429 40.405 6.438
14.672 462 38.659 5.999
14.517 459 37.364 5.373
14.341 474 36.612 5.179
Pensioenen Kostendekkende premie Gedempte premie Feitelijke premie Uitvoeringskosten Uitkeringen
39.109 45.420 45.420 1908 12.409
35.332 36.939 36.939 2.014 9.285
33.442 33.422 33.422 1.682 8.870
0 1.543 8.051
0 1.404 7.606
2,2 1,2
2,0 1,0
0,9 0,9
1,08 1,00
0 0
519.228
429.218
364.721
332.779
295.726
23.672 75.485 502.928 103
17.440 55.846 348.802 123
16.454 59.234 329.075 111
0 0 309.013 108
0 0 276.924 107
19,9 24,5 22,0 8,6
17,0 20,8 19,6 8,0
17,8 21,7 21,1 8,3
-
-
496.947
432.606
356.549
328.996
287.424
42.959
4.937
10.738
23.971
18.240
Toeslagverlening1 Actieve deelnemers Inactieve deelnemers Vermogen en solvabiliteit Aanwezig vermogen Minimaal vereist eigen vermogen (PW art. 131) Vereist eigen vermogen (PW art. 132) Pensioenverplichtingen Dekkingsgraad Gemiddelde duration Actieve deelnemers (+ arb.ongeschikten) Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden
JAARVERSLAG 2008
Beleggingen
x x
Balanswaarde Beleggingsopbrengsten
1
De toeslagen zijn op 1 januari gegeven. Bpf AVH heeft een voorwaardelijk toeslagbeleid.
4
KENGETALLEN EN KERNCIJFERS Bedragen x € 1000
2008
2007
2006
2005
2004
Beleggingsportefeuille
x x x x x
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
27.913
28.951
22.146
18.319
0
43.482
66.563
55.061
77.191
61.043
366.630 43.574
323.411 84
258.481 57
236.100 -15
226.386 0
15.348
13.597
20.611
0
0
9,03
1,33
3,63
7,65
6,90
10,19
2,20
2,39
7,95
7,75
-1,01
-0,46
1,14
0,19
-0,23
-0,17 1,11
0,58 1,86
-0,38 0,90
-1,89 -0,61
-1,84 -0,56
5,71 4,20
4,75 3.97
4,12 0
3,33 0
2,87 0
Beleggingsrendement
x x x x x
Totale portefeuille Benchmarkrendement portefeuille Z-score Performancetoets Performancetoets +1,28 *)
Gemiddeld rendement per jaar
x x
*)
Afgelopen 5 jaar Afgelopen 10 jaar
De performancetoets (5 jaars gemiddelde z-score) dient bij een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds
5
JAARVERSLAG 2008
hoger uit te komen dan -1,28. Omdat het communicatietechnisch duidelijker is dat de uitkomst van de performancetoets nul of hoger moet zijn, is in 2007 besloten om bij de uitkomst van de performancetoets 1,28 op te tellen. Voor de vergelijkbaarheid hebben wij in het vijfjaarsoverzicht zowel de perfomancetoets opgenomen, zoals deze in het verleden berekend werd, als op de nieuwe methode (performancetoets +. 1,28).
VOORWOORD Bpf AVH verzorgt al meer dan 40 jaren een verplichtgestelde collectieve bedrijfstakpensioenregeling voor de werkgevers en werknemers die werkzaam zijn in de Groothandel Aardappelen, Groenten, Fruit, Kaas en Eieren. Het verslagjaar stond in het teken van de wereldwijde financiële crisis. Wat begon als een zogenoemde subprime hypotheek crisis ontaarde in een wereldwijde financiële crisis als gevolg van het omvallen van grote banken en verzekeraars. In de maand september 2008 informeerden wij alle belanghebbenden over deze crisis en de gevolgen ervan voor de financiële positie van Bpf AVH. De financiële positie van Bpf AVH in het verslagjaar verslechterd. Ondanks het goede rendement van ca 9% bedroeg de dekkingsgraad eind 2008 103,0%, waardoor er sprake is van dekkingstekort. Dit dekkingstekort is met name veroorzaakt door de sterke daling van de lange rente eind 2008. Bpf AVH heeft op 31 maart 2009 een herstelplan bij haar toezichthouder De Nederlandsche Bank ingediend, waarbij voor het korte termijn herstel is uitgegaan van een periode van vijf jaar. Informatie over dit herstelplan treft u aan op pagina 19 en 20 van dit verslag. Met dit verslag leggen wij verantwoording af aan aangesloten werkgevers, (gewezen) deelnemers, gepensioneerden en andere belanghebbenden in de maatschappij. Rijswijk, 18 juni 2009 Het bestuur van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel
JAARVERSLAG 2008
Mevr. J.A.M. Bergervoet, voorzitter drs. L.A.M. Welschen, vice-voorzitter
6
VERSLAG VAN HET BESTUUR Overeenkomstig artikel 29 van de statuten van de Stichting brengen wij hiermee verslag uit over het boekjaar 2008, alsmede voor zover van toepassing over de ontwikkelingen in 2009. 1. Algemene informatie Een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds De Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH) is een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds voor ondernemingen in de groothandel in aardappelen, groenten, fruit, eieren en kaas. Bpf AVH is opgericht op 1 januari 1963 en is statutair gevestigd te Den Haag. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41152268. De statuten zijn laatstelijk gewijzigd op 27 september 2007. De verplichtgestelde pensioenregeling betreft de zogenoemde basispensioenregeling, waarin voor elke deelnemer op basis van middelloon ouderdomspensioen kan worden opgebouwd in maximaal 44 jaar. In deze basispensioenregeling is voor bepaalde werknemers uit de sector groothandel in aardappelen, groenten en fruit en uit het partikulier kaaspakhuisbedrijf een 55-minregeling getroffen. Met deze regeling kunnen werknemers die op 1 januari 2005 jonger dan 55 jaar zijn en aan de voorwaarden voldoen, voorwaardelijk extra pensioen opbouwen over verstreken dienstjaren tot 2006. Voor werknemers uit het partikulier kaaspakhuisbedrijf is vanwege de beëindiging van de prepensioenregeling een zogenoemde 55-plusregeling als overgangsregeling getroffen. Werknemers die in de jaren 1945 tot en met 1949 zijn geboren en aan de overige voorwaarden voldoen kunnen op grond van deze regeling op 63 jaar of later uit het arbeidsproces treden. De regeling voorziet in een uitkering in aanvulling op het vervroegde middelloonpensioen en prepensioen (opgebouwd van 2003 t/m 2005). De 55plusregeling heeft het karakter van een zogenoemde spaarvutregeling en voorziet in de mogelijkheid om gedeeltelijk uit te treden.
De inhoud van de pensioenregelingen is het resultaat van het overleg tussen CAOpartijen. Bpf AVH draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de pensioenregelingen voor (gewezen) deelnemers en gepensioneerden in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. 7
JAARVERSLAG 2008
Daarnaast kent Bpf AVH een aantal vrijwillige (aanvullende) pensioenregelingen, te weten: - een vaste bedragenregeling, waarbij de deelnemers wekelijks een vast bedrag aan pensioen opbouwen; - een aanvullende middelloon- of eindloonregeling. Daarmee kan een ouderdomspensioen van 70% van de gemiddelde pensioengrondslag of van de laatst vastgestelde pensioengrondslag worden verworven; - een aanvullende middelloon-plusregeling. Daarmee kan in aanvulling op het verplichtgestelde basispensioen een maximum fiscaal toelaatbaar ouderdomspensioen worden opgebouwd en - een regeling tijdelijk nabestaandenpensioen ter dekking van het zogenaamde Anwhiaat.
VERSLAG VAN HET BESTUUR Doelstelling en uitvoering Bpf AVH stelt zich daarom tot doel het, binnen de grenzen van haar middelen, statuten en reglementen ter beoordeling van het bestuur, verlenen of doen verlenen van (pensioen)aanspraken en (pensioen)rechten aan (gewezen) deelnemers, gepensioneerden alsmede aan hun nabestaanden, die daarvoor in aanmerking komen krachtens de bepalingen van de statuten en reglementen van Bpf AVH. Bpf AVH tracht haar doel te bereiken door het bijeenbrengen en beheren van de daarvoor benodigde middelen. De wijze waarop zij hieraan uitvoering geeft is vastgelegd in een uitvoeringsreglement voor de verplichtgestelde basispensioenregeling en in uitvoeringsovereenkomsten voor de vrijwillige aanvullende pensioenregelingen. Bpf AVH heeft een paritair samengesteld bestuur dat zich terzijde laat staan door een adviserende en certificerende actuaris, een externe accountant, enkele commissies, een deelnemersraad en een verantwoordingsorgaan. Voor de beleidsvoorbereiding, de secretariële ondersteuning, de advisering, het monitoren van het vermogensbeheer, dat in belangrijke mate is uitbesteed, en de uitvoering van de pensioenregelingen heeft Bpf AVH ca. 19 medewerkers in dienst, waaronder de statutair benoemde directeursecretaris en administrateur. Samenwerkingsverbanden en deelnemingen De sector AGF-groothandel heeft een 55-plusregeling ondergebracht in de Stichting VUGAARD, welke stichting in administratie is bij Syntrus Achmea. Bpf AVH betaalt de 55-plusuitkeringen uit in opdracht van de Stichting VUGAARD en in samenwerking met Syntrus Achmea. Een deel van het personeel verricht werkzaamheden voor de Stichting Servicekantoor Agrarische groothandel, welke stichting verantwoordelijk is voor de uitvoering van de zogenoemde 55-plusregeling van de Stichting VUT Vervroegde Uittreding voor de Groothandel in Eieren en Eiprodukten en de Eiproduktenindustrie en voor de uitvoering van de WGA-hiaatverzekering en WGA-hiaataanvullingsverzekering van CAO-partijen uit de AGF Groothandel. Bpf AVH heeft een deelneming van 12,5% in een levensloopfonds.
JAARVERSLAG 2008
Aangesloten ondernemingen Bpf AVH is, met inachtneming van de verplichtstellingsbeschikking, van toepassing op ondernemingen: - waarin wordt uitgeoefend de groothandel, het bedrijf van commissionair, of het bedrijf van tussenpersoon in aardappelen, groenten of fruit; - waarin wordt uitgeoefend de groothandel, respectievelijk het bedrijf van tussenpersoon in eieren in de zin van artikel 2 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Groothandel in Eieren, zoals dit artikel luidt op 1 maart 1965, met dien verstande, dat onder bedoelde groothandel en bedoeld bedrijf van tussenpersoon mede wordt verstaan de eiproductenfabricage; - waaronder niet wordt verstaan coöperatieve ondernemingen en waarin wordt uitgeoefend uitsluitend of in hoofdzaak de groothandel in kaas; - waarvan de werknemers werkzaam zijn in fustcentrales en transportploegen ten behoeve van de groothandel in aardappelen, groenten en fruit.
8
VERSLAG VAN HET BESTUUR Bestuur en uitvoering Het Bestuur Het bestuur van Bpf AVH bestaat uit twaalf leden. Zes leden worden benoemd door de werkgeversorganisaties en zes leden door de werknemersorganisaties, allen voor een periode van drie jaar met de mogelijkheid van herbenoeming. Op 18 juni 2009 was de samenstelling van het bestuur als volgt: BESTUUR Leden
Plaatsvervangende leden Vertegenwoordigend
drs. L.A.M. Welschen
M.C.P.M. van der Smissen
Frugi Venta
P.A. Nijhuis
P.L.M. Zuiderwijk
Frugi Venta
mr. R. van Diepen
vacature
Nederlandse Aardappel Organisatie
T.J.C. van den Brekel
vacature
Nederlandse Aardappel Organisatie
drs. ing. A. van Dijk
ir. A. Mijs
Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren
drs. O.F. Boersma
A. Hess
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
mevr. J.A.M. Bergervoet vacature
FNV Bondgenoten
A. in ‘t Veld
M.R. Klunder
FNV Bondgenoten
A. Sioua
mevr. M. Hesper-de Haas
FNV Bondgenoten
N. Meijer
J. Martens
FNV Bondgenoten
J. Bleeker
Mevr.C.M.P. Huntjens
CNV Dienstenbond
G. Mastenbroek
Mevr.C.M.P. Huntjens
CNV Dienstenbond
Volgens het door het bestuur vastgestelde rooster van aftreden traden ultimo 2008 af: Vertegenwoordigend
Naam
Frugi Venta
B. Zuierveld P. Zuiderwijk
Nederlandse Aardappel Organisatie
Mr. R. van Diepen T.J.C. van den Brekel
CNV Dienstenbond
J. Bleeker C.M.P. Huntjens
9
JAARVERSLAG 2008
Alle aftredende (plv.) bestuursleden zijn herbenoemd. De heer B. Zuierveld is teruggetreden als bestuurslid. In de daardoor ontstane vacature is de heer P.A. Nijhuis benoemd door Frugi Venta. Ook teruggetreden is het plv. bestuurslid de heer J.C. Dwarswaard, omdat de Unie geen benoemende organisatie bij Bpf AVH meer is. Het bestuur bedankt de af- en teruggetreden (plv.) bestuursleden voor hun werkzaamheden
VERSLAG VAN HET BESTUUR en inzet ten behoeve van Bpf AVH en wenst de benoemde (plaatsvervangende) bestuursleden veel succes met hun bestuurswerkzaamheden. Het bestuur vertegenwoordigt het pensioenfonds en draagt de (eind)verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de pensioenregelingen en het daartoe behorende pensioen- en begeleidingsbeleid. Zij heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van Bpf AVH, alsmede overeenkomstig de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (‘ABTN’). Het bestuur vergadert minimaal twee keer per jaar. Besluitvorming vereist een volstrekte meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarbij tenminste zeven bestuursleden (minimaal drie werkgevers- en drie werknemersleden) aanwezig zijn. Het Dagelijks Bestuur De voorzitter en vice-voorzitter van het bestuur zijn belast met het dagelijks bestuur van Bpf AVH. Hun bevoegdheden zijn vastgelegd in een bestuursbesluit. De invulling van de functies van voorzitter en vice-voorzitter wisselt elk jaar. Het ene jaar is de voorzitter afkomstig uit de werkgeversorganisaties, het andere jaar uit de werknemersorganisaties. Voor de vice-voorzitter geldt een zelfde wisselschema. Beide functionarissen hebben plaatsvervangers. De voorzitter geeft leiding aan de bestuursvergadering. Het dagelijks bestuur komt minimaal vier keer per jaar bijeen om samen met de directeur-secretaris de dagelijkse gang van zaken, de realisatie van de begrote uitvoeringskosten en de agenda van de komende bestuursvergadering te bespreken. Op 18 juni 2009 was de samenstelling van het dagelijks bestuur als volgt: DAGELIJKS BESTUUR Leden
Plaatsvervangende leden
mevr. J.A.M. Bergervoet (voorzitter)
N. Meijer
drs. L.A.M. Welschen (vice-voorzitter)
drs. ing. A. van Dijk
De deelnemersraad Op 18 juni 2009 was de samenstelling van de deelnemersraad als volgt: DEELNEMERSRAAD Leden
Plv. leden
Zetel
Vertegenwoordigend
J.H.C.Janssen
Vacature
Gepensioneerde
CSO
J.H.M. Voorn
Vacature
Deelnemer
FNV Bondgenoten
F. van Erp
Vacature
Deelnemer
FNV Bondgenoten
R. Weststrate (vice-voorzitter)
Vacature
Deelnemer
CNV Dienstenbond
D.W. Blijleven
Vacature
Deelnemer
CNV Dienstenbond
JAARVERSLAG 2008
(voorzitter)
10
VERSLAG VAN HET BESTUUR Bpf AVH heeft een deelnemersraad, waarin de deelnemers en de uitkeringsgerechtigden van het pensioenfonds evenredig vertegenwoordigd zijn. De deelnemersraad geeft het bestuur gevraagd en ongevraagd advies bij haar besluitvorming inzake het beheren en uitvoeren van de pensioenregelingen. Door CNV Dienstenbond is de heer Blijleven benoemd als lid van de deelnemersraad. De heer Weststrate is herbenoemd door CNV Dienstenbond. Het bestuur wenst de benoemde deelnemersraadsleden veel succes met hun werkzaamheden ten behoeve van Bpf AVH. Beleggingscommissie De verantwoordelijkheid van de beleggingscommissie is het bestuur te adviseren over beleggingsaangelegenheden in brede zin. Dit betreft zowel advies over het algemene beleggingsbeleid als over meer specifieke zaken, waaronder het gebruik van derivaten en de afweging tussen actief en passief beleggen. De beleggingscommissie was op 18 juni 2009 als volgt samengesteld: BELEGGINGSCOMMISSIE drs. ing. A. van Dijk
Voorzitter
N. Meijer
Vice-voorzitter
drs. O.F. Boersma
Lid
P.A. Nijhuis
Lid
drs. M. de Gelder AAG
Adviseur
De commissie is samengesteld uit leden van het bestuur. De bevoegdheden van deze commissie zijn bij mandaat vastgesteld.
Bpf AVH heeft het vermogensbeheer voornamelijk uitbesteed. De asset managers en custodian worden aangetrokken volgens het door het bestuur vastgestelde uitbestedingsbeleid. Het vermogensbeheer wordt door Barclays Global Investors, State Street Global Advisors, F&C Netherlands B.V., Kempen Capital Management, Lombard Odier Darier Hentsch & Cie (Nederland) N.V., K2 Advisors, Man Group, Partners Group, ING Real Estate en Altera Vastgoed uitgevoerd. Sinds 1 januari 2004 is de portefeuille ‘onderhandse geldleningen’ in eigen beheer genomen. 11
JAARVERSLAG 2008
De beleggingscommissie heeft de volgende taken: - het opstellen van het beleggingsplan; - het monitoren van de activiteiten van de vermogensbeheerders; - het voeren van een beleggingsbeleid ten opzichte van de strategische benchmark. De strategische benchmark vertaalt de beleidsuitgangspunten naar concrete beleggingsdoelstellingen en vergelijkingsmaatstaven voor het rendement.
VERSLAG VAN HET BESTUUR Het is de bedoeling dat de portefeuille ‘onderhandse geldleningen’ geleidelijk aan wordt verminderd door (vervroegde) aflossingen. Kas Bank N.V. te Amsterdam verricht de volgende diensten aan Bpf AVH: - de beleggingsadministratie; - de rapportages DNB; - performance measurement en risico-analyse; - compliance monitoring; - evt. custody en settlement alsmede securities lending; - currency overlay management; - duration overlay management. De vermogensbeheerders zijn verantwoordelijk voor de selectie en timing van de transacties in de door hen beheerde portefeuilles binnen de geldende mandaten. Het verantwoordingsorgaan Bpf AVH heeft een verantwoordingsorgaan dat bestaat uit zes leden, te weten twee leden namens werkgevers, twee leden namens werknemers en twee leden namens gepensioneerden. Het verantwoordingsorgaan is bevoegd jaarlijks een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het door het bestuur gevoerde beleid en de beleidskeuzes die betrekking hebben op lange(re) termijn, Op 18 juni 2009 was de samenstelling van het verantwoordingsorgaan als volgt: VERANTWOORDINGSORGAAN Leden
Namens
J.J. Horn (voorzitter)
Werkgevers
R. Peeters
Werkgeversl
F.G.L. Hagens
Werknemers
H. Vugs
Werknemer
H.J.I. Giesendorf
Gepensioneerden
G. Lodewijk
Gepensioneerden
De heer Lodewijk is per 1 maart 2009 in het verantwoordingsorgaan benoemd namens de gepensioneerden.
JAARVERSLAG 2008
De visitatiecommissie Het bestuur geeft de visitatiecommissie de opdracht om eenmaal per 3 jaar het functioneren van het bestuur kritisch te bezien. De visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden.
12
VERSLAG VAN HET BESTUUR Op 18 juni 2009 was de samenstelling van de visitatiecommissie als volgt: VISITATIECOMMISSIE Leden D. Wenting AAG, RBA H.J.P. Strang RA Drs. J. Groenewoud
Overige bestuurscommissies De bestuurscommissie (pre)pensioen partikulier kaaspakhuisbedrijf is bij delegatiebesluit d.d. 5 december 2002 vanaf 1 januari 2003 bevoegd om toezicht te houden op en begeleiding te geven bij de uitvoering van de prepensioenregeling voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf. Deze prepensioenregeling is per 1 januari 2006 voor verdere deelneming beëindigd. Per genoemde datum is er een zogenaamde 55-plusregeling voor het Partikulier Kaaspakhuis ingevoerd. De commissie houdt toezicht op de uitvoering van het voorwaardelijk indexatiebeleid m.b.t. prepensioenaanspraken en –uitkeringen en 55plusuitkeringen en adviseert het bestuur m.b.t. de uitvoering van de 55-plusregeling. De commissie legt per kwartaal schriftelijk en zonodig half jaarlijks mondeling verantwoording voor uitvoering van haar taken aan het bestuur af. De samenstelling van deze bestuurscommissie op 18 juni 2009 was als volgt: BESTUURSCOMMISSIE PARTIKULIER KAASPAKHUISBEDRIJF Leden
Vertegenwoordigend
M. Modderman
Voorzitter
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
A. van Mill
Lid
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
A. Hess
Lid
Vereniging Nederlandse Kaasgroothandelaren
Vice-voorzitter
FNV Bondgenoten
M.R. Klunder
Lid
FNV Bondgenoten
L. Bons
Lid
CNV Bedrijvenbond
A. In ’t Veld
13
JAARVERSLAG 2008
De bestuurscommissie AGF Groothandel is bij delegatiebesluit d.d. 14 december 2006 vanaf 1 januari 2007 bevoegd om toezicht te houden op de vroegpensioenverplichtingen en bezittingen en de daarbij horende dekkingsgraad. Wanneer de dekkingsgraad voor de overgedragen vroegpensioenaanspraken en de dekkingsgraad voor de andere pensioenverplichtingen van Bpf AVH op een vergelijkbaar niveau zijn gekomen, zal het voeren van een separate administratie en een eigen indexatiebeleid worden beëindigd. Van een vergelijkbaar niveau in dekkingsgraden is sprake als er tussen de beide dekkingsgraden een verschil is van minder dan 5%.
VERSLAG VAN HET BESTUUR Nadat beide dekkingsgraden eind 2008 op een vergelijkbaar niveau waren gekomen, heeft de bestuurscommissie AGF Groothandel het bestuur geadviseerd de bestuurscommissie AGF Groothandel op te heffen. Het bestuur heeft de bestuurscommissie AGF Groothandel op 11 december 2008 opgeheven en ontslagen van haar taak. Het bestuur bedankt de (plaatsvervangende) leden van de bestuurscommissie AGF Groothandel voor hun werkzaamheden en inzet ten behoeve van Bpf AVH. Commissie van Beroep Belanghebbenden die van oordeel zijn dat hun belangen zijn geschonden door een beslissing van het bestuur kunnen, op grond van het reglement inzake de behandeling van geschillen, tegen deze beslissing beroep instellen bij de Commissie van Beroep. Deze commissie bestaat uit een werkgevers- en een werknemersvertegenwoordiger (niet zijnde bestuursleden) en een onafhankelijk voorzitter. De commissie wordt bijgestaan door een griffier. De commissie is in het verslagjaar niet bijeengekomen voor een beroepszaak. Op 18 juni 2009 was de samenstelling van de commissie als volgt: COMMISSIE VAN BEROEP Leden
Plaatsvervanger
drs. P.J. Poot
J. van de Brink
Onafhankelijk voorzitter
mr. M. van Engelen
vacature
Werkgeverslid
J. Verhey
G.B. Rijzinga
Werknemerslid
De klachtencommissie Bpf AVH is in 2008 ingesteld. Deze commissie beoordeelt klachten over de uitvoering van de pensioenregeling. De commissie bestaat uit de voorzitter Bpf AVH, de vice-voorzitter Bpf AVH en de voorzitter Deelnemersraad Bpf AVH. Het bestuur van Bpf AVH heeft een klankbordgroep communicatie ingesteld, met als opdracht de communicatiemiddelen op leesbaarheid en begrijpelijkheid te beoordelen.
JAARVERSLAG 2008
Het bestuur kan een aantal ad hoc commissies instellen, met de opdracht om een actueel onderwerp te onderzoeken.
14
VERSLAG VAN HET BESTUUR Uitvoeringsorganisatie Bpf AVH is een zelfadministrerend bedrijfstakpensioenfonds. Het eigen personeel draagt zorg voor de beleidsvoorbereiding, de secretariële ondersteuning, de advisering, het monitoren van het vermogensbeheer, dat in belangrijke mate is uitbesteed, en de uitvoering van de pensioenregelingen. Het bestuur van Bpf AVH laat zich daarnaast terzijde laat staan door een adviserende en certificerende actuaris en een externe accountant. MANAGEMENTTEAM mr. E.W. Martens
Directeur-secretaris
R.G.M. van Bergen
Administrateur
E. Mateman
Manager Vermogensbeheer
Adviseurs Het pensioenfonds wordt voor actuariaat en risicobeheersing op lange termijn ondersteund door de externe adviserende actuaris/ALM-adviseur. In samenwerking met Kasbank NV wordt per kwartaal ten behoeve van de beleggingscommissie een IRMmonitor vervaardigd waarin de effecten van balansmanagement inzichtelijk worden gemaakt. Het bestuur ontvangt hiervan per kwartaal een samenvatting (het zogenoemde dashboard). Interest en Currency Consultants te Utrecht verstrekt informatie over mogelijke rente- en currencyontwikkelingen. De Stichting Performance te Amsterdam adviseert over de customized benchmark voor de onderhandse leningen en over de zscore en de performancetoets. Ortec te Rotterdam begeleidt Bpf AVH bij het beoordelen van de financiële crisis en de wereldwijde economische ontwikkelingen. De compliance officers worden in hun werk ondersteund door Groenewegen-HaketAmmerlaan te Den Haag. ACTUARIS EN ACCOUNTANT Drs. M. de Gelder AAG Advisererend Actuaris Hewitt Associates B.V. Amsterdam Ir. M.J.M. Pernot AAG Certificerend Actuaris Hewitt Associates B.V. Eindhoven M. van Ginkel RA
Accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Rotterdam
15
JAARVERSLAG 2008
Op pagina 97 is een overzicht van de nevenactiviteiten van bestuur en management opgenomen.
VERSLAG VAN HET BESTUUR Vergaderingen In het onderstaande overzicht is vermeld het aantal vergaderingen per bestuursorgaan. Bestuursorgaan
Aantal vergaderingen 2008
Bestuur
vier (waarvan 2 gezamenlijk met de deelnemersraad en verantwoordingsorgaan) vier zes (waarvan 2 gezamenlijk met het bestuur) zes twee
JAARVERSLAG 2008
Dagelijks Bestuur Deelnemersraad Beleggingscommissie Bestuurscommissie Prepensioenregeling Partikulier Kaaspakhuisbedrijf Bestuurscommissie AGF Groothandel Visitatie commissie Veranwoordingsorgaan Studiecommissie Modernisering verplichtstellingsbeschikking Klachtencommissie Commissie van Beroep
twee twee vier (waarvan 2 gezamenlijk met het bestuur) -
16
VERSLAG VAN HET BESTUUR 2.
Financiële informatie en ontwikkelingen
Beleggingen In 2008 werd door Bpf AVH een totaal rendement behaald van 9,03% (benchmark: 10,19%). Dit beleggingsrendement is goed te noemen in relatie tot de turbulente ontwikkelingen op de financiële markten, ook wel genoemd een wereldwijde financiële crisis. Mede onder invloed van deze ontwikkelingen nam de beleggingsportefeuille in het verslagjaar van zo’n € 430, -- miljoen naar zo’n € 519, -- miljoen in waarde toe. De zscore 2007 is – 1,01. De performancetoets 2004 – 2008 is 1,11. Pensioenen Europa Behalve Nederlandse regelgeving kan ook Europese regelgeving van invloed zijn op de positie van pensioenfondsen. Sinds 2007 wordt er in de Europese politiek gediscussieerd over de invoering van Solvency II voor (her)verzekeraars. De verwachting is dat Solvency II op zijn vroegst in 2013 tot een Europees toezichtkader voor (her)verzekeraars zal leiden. Vanuit de Europese politiek gaan ook stemmen op om Solvency II op pensioenfondsen toe te passen. Wanneer dit zou gebeuren dan wordt de door het nFTK voorgeschreven zekerheidsmaat van 97,5% opgekrikt naar een zekerheidsmaat van 99,5%. Dit zal tot een aanzienlijke verhoging van de vereiste dekkingsgraad leiden. De pensioenkoepels stellen alles in het werk om de toepassing van het regime van Solvency II op de pensioenfondsen te voorkomen. In 2008 hebben het Europese Parlement en de Europese Raad gesproken over de solvabiliteitsrichtlijnen voor verzekeraars. De Europese Commissie heeft eind 2008 beslist dat de Solvency II richtlijn niet van toepassing is op pensioenfondsen die vallen onder de Europese pensioenfondsenrichtlijn. Bpf AVH valt ook onder deze Europese richtlijn. Het Europees parlement is het echter niet eens met het besluit van het Europees Parlement en heeft een amendement ingediend. Op Europees niveau heeft dit geleid tot het inventariseren en onderzoeken van de mogelijkheid om voor pensioenfondsen een specifiek toetsingskader te ontwikkelen. Medio 2009 worden de eerste uitkomsten van dit onderzoek verwacht.
Goed Pensioenfondsbestuur Bpf AVH heeft Goed Pensioenfondsbestuur geïmplementeerd, waarbij onder andere een Visitatiecommissie en Verantwoordingsorgaan zijn ingesteld. 17
JAARVERSLAG 2008
Nationaal Pensioenregister In de Pensioenwet is vastgelegd dat Nederland in 2011 moet beschikken over een Nationaal Pensioenregister. Het pensioenregister moet het voor alle inwoners in Nederland mogelijk maken om op één centraal punt een eenvoudig en volledig overzicht te krijgen van alle door hem of haar opgebouwde pensioenaanspraken en de AOWuitkering. Om ervoor te zorgen dat alle gegevens op de juiste wijze aangeleverd worden, zal dit de komende jaren in het bijzonder aandacht van het bestuur hebben.
VERSLAG VAN HET BESTUUR In het verslagjaar heeft de Visitatiecommissie een rapport uitgebracht over de visitatie die is uitgevoerd in opdracht van Bpf AVH. Tijdens deze visitatie zijn de beleids- en bestuursprocedures beoordeeld, de wijze waarop het bestuur wordt aangestuurd en de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de korte en lange termijn. Het oordeel van de Visitatiecommissie was op alle onderdelen positief. De Pensioenwet Per 1 januari 2007 is de Pensioenwet ingevoerd. Deze wet is bedoeld om werknemers en gepensioneerden meer zekerheid te geven over de uitbetaling van hun pensioen en hen beter te informeren. Op 1 augustus 2008 is de ‘Wet enige wijzigingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten, kortweg de Veegwet genoemd in werking getreden. Met deze Veegwet is een aantal tekstuele wijzigingen in de Pensioenwet doorgevoerd en zijn enkele bepalingen en begrippen verduidelijkt. Echter, niet alle wijzigingen zijn van invloed op de pensioenregeling van Bpf AVH. Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Veegwet zijn de verschillende reglementen aangepast. Zo is in de Veegwet geregeld dat ook een klein wezenpensioen los van het partnerpensioen kan worden afgekocht. Bpf AVH heeft echter besloten kleine wezenpensioenen niet af te kopen. Voor deelnemers die na beëindiging van hun deelname recht hebben op een WWuitkering is in de Pensioenwet geregeld dat zij aanspraak houden op een partnerpensioen, ook al was dit partnerpensioen verzekerd op risicobasis. Dit betekent alleen een wijziging voor aspirant deelnemers van Bpf AVH, reguliere deelnemers hebben immers aanspraak op partnerpensioen opgebouwd. Aanvankelijk bepaalde de Pensioenwet dat een leeftijdsgrens met betrekking tot een lidmaatschap van het bestuur of een deelnemersraad niet was toegestaan. Deze bepaling is nu uitgebreid met het verbod op het stellen van een leeftijdsgrens aan het zitting nemen in een verantwoordingsorgaan en opgenomen in het reglement van het verantwoordingsorgaan.
JAARVERSLAG 2008
Verhoging AOW-leeftijd Het kabinet heeft het voornemen de AOW-leeftijd te verhogen tot 67 jaar. In de zomer van 2008 kwam het kabinet al tot het standpunt dat een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd onvermijdelijk lijkt, onder meer vanwege de effecten van de financiële crisis. Het verhogen van de AOW-leeftijd is één van de onderdelen uit het crisisplan dat het kabinet begin 2009 bekend maakte. In het voorjaarsoverleg met sociale partners is afgesproken dat de SER wordt gevraagd advies uit te brengen over alternatieven in de plaats van het verhogen van de AOW-leeftijd naar 67 jaar. De SER zal uiterlijk 1 oktober 2009 zijn advies uitbrengen. Het Financiële Toetsingskader Om de zekerheid van pensioenen te waarborgen stelt de Pensioenwet solvabiliteitseisen ingevolge het financieel toetsingskader. Het nieuwe financiële toetsingskader voorziet in een solvabiliteitstoets, waarbij de verplichtingen van een pensioenfonds gewaardeerd moeten worden op de variabele marktrente in plaats van de vaste rekenrente van 4%. Daarnaast geldt voor een pensioenfonds met betrekking tot de solvabiliteit een minimumnorm van 97,5% zekerheid bij nominale pensioenaanspraken. 18
VERSLAG VAN HET BESTUUR Wanneer de dekkingsgraad onder de 105% komt heeft het pensioenfonds in beginsel drie jaar de tijd om van dit dekkingstekort te herstellen (korte termijn herstel). De Nederlandsche Bank (DNB) kan deze hersteltermijn inkorten. Ingeval de vereiste dekkingsgraad nog niet is bereikt geldt een hersteltermijn van 15 jaar. De Nederlandse overheid heeft met sociale partners een sociaal akkoord bereikt, waardoor voor het korte termijn herstel een termijn geldt van vijf jaar. Pensioenfondsen moeten ingeval van dekkingstekort voor 1 april 2009 een herstelplan bij DNB hebben ingediend. De ontwikkeling van de dekkingsgraad per jaareinde is als volgt:
Dekkingsgraad per jaareinde Vereiste dekkingsgraad per jaareinde
2008
2007
%
%
2006 %
103,0 115,0
123,1 116,0
110,8 118,0
Volgens de ABTN van Bpf AVH wordt de beoogde minimale omvang van het eigen vermogen en de solvabiliteitsopslag in de kostendekkende premie vastgesteld op basis van het vereiste eigen vermogen onder het FTK volgens het standaardmodel van DNB. De ABTN schrijft voor de dekkingsgraad een vereist vermogen van 115% voor. De dekkingsgraad van Bpf AVH ligt beneden dit vereist vermogen, waardoor er sprake . is van reservetekort. Daarnaast is per jaareinde 2008 ook sprake van dekkingstekort (< 105%). Gelet op de uitkomst van de solvabiliteitstoets oordeelt de actuaris dat de financiële positie van Bpf AVH onvoldoende te noemen is.
x
Door een gedeeltelijke afdekking van het renterisico is de toename van de waarde van de pensioenverplichtingen gedeeltelijk gecompenseerd. De renteafdekking heeft geresulteerd in een opbrengst ter grootte van afgerond 12% van het belegde vermogen.
x
Daling van de marktwaarde van de beleggingen, waarbij met name de waarde van de aandelenportefeuille, de commodities en de hedgefunds zijn achteruitgegaan. Het rendement op de belegging, exclusief de opbrengst van de renteafdekking, bedroeg afgerond -3%.
19
JAARVERSLAG 2008
Bpf AVH heeft op 31 maart 2009, na een zorgvuldig besluitvormingsproces, een herstelplan ingediend bij DNB, waarbij voor het korte termijn herstel is uitgegaan van een termijn van vijf jaar. Het dekkingstekort is ontstaan door de volgende factoren: x Daling van de rentetermijnstructuur, waardoor de marktwaarde van de pensioen verplichtingen fors is toegenomen. Deze toename is uitgekomen op 28%.
VERSLAG VAN HET BESTUUR Beleid ten tijde van herstelperiode Beleggingsrendementen In het herstelplan is met een verlaagd gemiddeld rendement gerekend t.w. 4,5% over de periode 2009 tot 2024, waardoor rekening is gehouden met toekomstige economische hoogte- en dieptepunten. (Het gemiddelde rendement over de afgelopen vijf jaren en tien jaren bedroeg 5,71% resp. 4,20%). Toeslagverlening Indien de middelen van Bpf AVH volgens het bestuur toereikend zijn, wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari een indexatie toegepast. De hoogte van de toeslagverlening is afhankelijk van de beschikbare premie en de overrendementen. Bij de jaarlijkse bestuursbeslissing inzake de aanpassing dient de een afgesproken staffel tot leidraad. Bpf AVH heeft geen geld gereserveerd om het opgebouwde pensioen in de toekomst te verhogen, maar zal de toekomstige verhoging betalen uit pensioenpremie en uit overrendementen. Er is een ambitie om te indexeren, maar de indexatie is nadrukkelijk voorwaardelijk. Uit de continuïteitsanalyse uitgevoerd in 2008 is het volgende gebleken. De actieve en gewezen deelnemers mogen over een prognose periode tot 2024 gemiddeld een indexatie van gemiddeld ca 45% van de maatstaf verwachten, startend vanuit de dekkingsgraad van ultimo 2008. De verwachte indexatie is t.o.v. de ALM-studie in 2007 gedaald. Per 1 januari 2009 zijn de ingegane pensioenen en de (premievrije) pensioenaanspraken niet geïndexeerd. In het herstelplan wordt ervan uitgegaan dat er tot 2016 niet dan gering wordt geïndexeerd. Nadien zullen er meerdere jaren zijn waarin wel volledig wordt geïndexeerd. Premie In het herstelplan wordt ervan uitgegaan, dat tot 2015 de premie op het huidige niveau zal worden gehandhaafd. Naar verwachting zal, als gevolg van de vergrijzing, in de periode van 2015 tot en met 2023 de premie in stapjes verhoogd moeten worden. Daardoor zal de premie in 2023 naar verwachting ruim 10% hoger liggen dan het huidige niveau.
JAARVERSLAG 2008
Uitvoering herstelplan In het plan wordt ervan uitgegaan dat Bpf AVH ultimo 2009 geen dekkingstekort meer heeft. Het reservetekort zal vervolgens worden ingelopen in een periode tot 2023. Indien gedurende de uitvoering van het herstelplan blijkt dat herstel in de resterende periode niet meer haalbaar is, dan zal het bestuur moeten besluiten tot andere maatregelen. Er zal dan onderzocht worden welke mogelijkheden er zijn om de pensioenpremie te verhogen. Indien een verhoging van de pensioenpremie niet of slechts beperkt mogelijk is, zal het bestuur moeten besluiten tot een kortingsmaatregel. 20
VERSLAG VAN HET BESTUUR De omvang van de korting van de pensioenaanspraken van de actieve en gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen van pensioengerechtigden zal zodanig van omvang zijn dat het resterende herstel haalbaar wordt. De kortingsmaatregel zal een voorwaardelijk karakter hebben en niet eerder worden uitgevoerd dan 1 januari 2012 .
21
JAARVERSLAG 2008
Ontwikkeling aantal werkgevers en deelnemers Bpf AVH Het aantal aangesloten werkgevers is in de afgelopen vijf jaren licht toegenomen. Het aantal deelnemers is sterk toegenomen. Deze toename in aantal werkgevers en deelnemers is een gevolg van: schaalvergroting in de aangesloten sectoren, een aantal ondernemingen dat heeft besloten om hun dispensatie te laten vervallen en verplicht aansluiting te zoeken bij Bpf AVH en de invoering van de verlaagde toetredingsleeftijd van 21 jaar.
VERSLAG VAN HET BESTUUR 3.
Risicoparagraaf ten aanzien van doelstellingen, beleid en het gebruik van financiële instrumenten
Bpf AVH is een vrijwel volledig ‘eigen beheer’ bedrijfstakpensioenfonds; alleen enkele overlijdensrisico’s worden herverzekerd. Het vermogensbeheer is in belangrijke mate uitbesteed evenals de interne actuariële aangelegenheden. Hierna volgt een beschrijving van de risico’s die voortkomen uit de aangegane verplichtingen in eigen beheer, wordt ingegaan op beleid dienaangaande van Bpf AVH en het daarmee samenhangende gebruik van financiële instrumenten. Risico’s en balansmanagement Vanaf 2007 wordt de beoordeling van de solvabiliteit van AVH gedaan aan de hand van de richtlijnen van het financieel toetsingskader (FTK). De solvabiliteitstoets wordt verricht volgens het standaardmodel van DNB. Het standaardmodel bepaalt per risicofactor de gewenste solvabiliteit. De solvabiliteit per risicofactor wordt aan de hand van een wortelformule gecombineerd tot een totaal vereiste solvabiliteit. Het vereiste eigen vermogen is zodanig bepaald dat met 97,5% zekerheid wordt voorkomen dat het fonds binnen een periode van één jaar over minder waarden beschikt dan de technische voorzieningen. Het standaardmodel onderscheidt de volgende risicocategorieën: x Renterisico x Het aandelen- en vastgoedrisico x Het valutarisico x Het grondstoffenrisico x Het kredietrisico x Het verzekeringstechnisch risico x Het liquiditeitsrisico x Het concentratierisico x Het operationeel risico. Renterisico Het renterisico is het risico dat de dekkingsgraad zal fluctueren als gevolg van rente(curve)bewegingen. AVH is gevoelig voor een wijziging van de rentetermijnstructuur als gevolg van het verschil tussen de marktwaarde en het duration verschil tussen de verplichtingen en de vastrentende waarden (19.9 versus 16.4 ultimo 2008)
JAARVERSLAG 2008
Beheersing van het renterisico Het renterisico wordt beheerst door een consistente toepassing van de ALM-principes (continuïteitstoets). Het bestuur van Bpf AVH heeft besloten om m.b.t. het renterisico de durationmismatch in 2008 verder te verkleinen door de duration van de beleggingen in te verlengen naar 14 jaar. Op 24 september 2008 is hieraan uitvoering gegeven door 50% van het verschil tussen de beoogde en de bestaande duration van de vastrentende waarden in een keer te implementeren. De overige 50% zal in stappen worden geïmplementeerd. Elke stap is gekoppeld aan een bepaald renteniveau.
22
VERSLAG VAN HET BESTUUR Wanneer de rente ten opzichte van de Interest Rate Swap (IRS) 30 jaarsrente op 24 september 2008 (4,95%) met 0,25% zal toenemen, dan wordt de duration met een half jaar verlengd. Komt de rente op de genoemde rentestand plus een 0,5%, dan wordt de duration opnieuw met een half jaar verlengd. Door middel van deze aanpak wordt de beoogde durationverlenging volledig gerealiseerd als de rente ten opzichte van de op 24 september 2008 geldende rente met circa 2%-punt is gestegen. Afhankelijk van de marktomstandigheden het zal zonodig het neerwaartsrisico van de dekkingsgraad mede worden afgedekt met behulp van swaptions en/of LDI-pools. Daarnaast wordt het risico beperkt door diversificatie van de beleggingsportefeuille. Het aandelen- en vastgoedrisico Dit is het risico dat samenhangt met het beleggen in aandelen en vastgoed. Het gaat daarbij om wijzigingen (dalingen) in de koersen van deze zakelijke waarden die tot een ongewenste aantasting van de financiële positie van Bpf AVH kunnen leiden. Deze beleggingen, met een op de lange termijn hoger verwacht rendement dan op vastrentende waarden, worden nodig geacht om een zodanig extra rendement te kunnen realiseren dat daarmee onder meer ruimte ontstaat voor toeslagverlening. Voor het aandelen- en vastgoedrisico wordt een buffer, berekend met de volgende bufferpercentages, aangehouden: - aandelen ontwikkelde markets met buffer percentage van 25 - private equity & hedge funds met buffer percentage van 30 - aandelen opkomende markten met buffer percentage van 35 - vastgoed direct met een bufferpercentage van 15. Het valutarisico Het valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen zullen fluctueren als gevolg van veranderingen in de valutawisselkoersen. Het valutarisico dat Bpf AVH loopt wordt beperkt omdat de koers van het merendeel van de beleggingen in euro genoteerd is. Daarnaast heeft Bpf AVH het valutarisico beperkt door de US Dollar strategisch voor 100% en de Britse Pond tactisch voor 50% af te dekken. Ten behoeve van het valutarisico moet een buffer worden aangehouden die 20% waardeveranderingen valuta’s ten opzichte van de euro kan opvangen. De door forwards afgedekte valuta is hiervan vrijgesteld. Het grondstoffenrisico Voor de grondstoffenbeleggingen wordt de buffer bepaald met een bufferpercentage van 30.
23
JAARVERSLAG 2008
Het kredietrisico Kredietrisico is het risico dat voortvloeit uit het feit dat een specifieke tegenpartij tegenover Bpf AVH niet in staat is aan zijn verplichtingen jegens Bpf AVH te voldoen. Bpf AVH beperkt het kredietrisico door voor wat betreft onderhandse leningen zoveel mogelijk contracten aan te gaan met instellingen, waarbij beperkt tot gering tegenpartijrisico is, zoals bijvoorbeeld: Bank Nederlandse Gemeenten, Bouwfonds Nederlandse Gemeenten en diverse Nutsbedrijven.
VERSLAG VAN HET BESTUUR Daarnaast wordt er geparticipeerd in obligatiefondsen waarvan de rating van de obligaties in belangrijke mate AAA is. Investeringen in deposito’s moesten worden aangegaan met een tegenpartij met minimaal een single A status. Vanaf september 2008 moet zo’n tegenpartij minimaal AAA status danwel staatssteun hebben. Het verzekeringstechnisch risico Het verzekeringstechnisch risico omvat de risico’s van negatieve resultaten op de actuariële grondslagen die worden gebruikt bij de vaststelling van de hoogte van de premie en de technische voorzieningen. Het belangrijkste risico in dit kader is de ontwikkeling van de levensverwachting. Ouderdoms- en nabestaandenpensioenen worden levenslang uitgekeerd. Daarom houdt Bpf AVH rekening met de levensverwachting van de populatie van deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden. De levensverwachting wordt gebaseerd op waarnemingen uit het verleden en verwachte verbeteringen in levensverwachting, de zogeheten langleventrend. De voorziening pensioenverplichtingen wordt gebaseerd op de grondslagen geldend voor Bpf AVH. Deze grondslagen moeten voldoende basis bieden om een prudente voorziening te kunnen vaststellen. Aanpassing van deze grondslagen (bijvoorbeeld het overgaan op nieuwe sterftetafels) is altijd aandachtspunt bij de vaststelling van de voorziening en de analyse van het verloop ervan. De risico’s verbonden aan het vaststellen van de pensioenpremie liggen op het vlak van de inschatting van de actuariële lasten en de bronnen van financiering (waaronder ook de beleggingsrendementen), daarbij betrokken de premiesystematiek bekeken over een langere periode. Mocht een aangesloten onderneming de verplichting tot premiebetaling niet meer kunnen nakomen, dan komt daarmee de voortzetting van de pensioenopbouw voor betreffende werknemers in gevaar. Het bestuur van Bpf AVH zal dan moeten bekijken hoe op een dergelijke situatie moet worden ingespeeld. Gesteld kan worden dat de risico’s die voortkomen uit de aangegane verplichtingen in eigen beheer niet onafhankelijk van elkaar zijn. De wisselwerking heeft veelal het effect van communicerende vaten. Vandaar dat een analyse van de risico’s integraal wordt bekeken over alle beleidsgebieden. De daaruit voortvloeiende inzet van sturingsmiddelen wordt beschreven op pagina 26. Het liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat Bpf AVH niet de mogelijkheid heeft om de financiële middelen te verkrijgen die benodigd zijn om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Het liquiditeitsrisico is beperkt, omdat nagenoeg uitsluitend in liquide effecten is belegd. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen worden het liquiditeitsrisico conform het standaardmodel op 0% gezet.
JAARVERSLAG 2008
Het concentratierisico Onder het FTK toezicht wordt er vanuit gegaan dat zich in de portefeuille geen concentratierisico bevindt. Voor aanwezigheid van concentratierisico’s moet AVH een passende solvabiliteit aanhouden.
24
VERSLAG VAN HET BESTUUR Er zijn posities in de portefeuille welke een gewicht hebben van meer dan 5% gemeten in marktwaarde, maar dit zijn posities in beleggingsfondsen, dus die hebben indirecte exposures welke kleiner zullen zijn dan 5%. Er zijn een aantal posities met een exposure groter dan 5% van de marktwaarde. Hierbij kan gedacht worden aan forwardcontracten ter afdekking valutarisico en rente swaps. Het Operationeel risico De directeur-secretaris van Bpf AVH is verantwoordelijk voor de gang van zaken op het kantoor van Bpf AVH. Hij werkt conform een door het bestuur opgesteld mandaat waarin zijn opgelegde taken en bevoegdheden worden omschreven. De administratieve organisatie is beschreven in Mavim (softwarepakket). Bij het Pensioenfonds Coöp te Utrecht is een uitwijkserver geplaatst. Deze uitwijkserver wordt maandelijks met behulp van back-ups geactualiseerd en dient voor continuering van de administratie ingeval er calamiteiten zijn op het AVH-kantoor. Met betrekking tot de administratie van het fonds geldt dat de directeur-secretaris het grootste gedeelte hiervan heeft gedelegeerd aan de administrateur, die wederom werkt conform een door het bestuur opgesteld mandaat. De administratie omvat zowel de financiële administratie en de pensioenadministratie als administratie voor het personeel van het fonds. De directeur-secretaris en de administrateur worden ondersteund door een staf van ongeveer 17 personen. Dit team geeft uitvoering aan het door het bestuur vastgestelde uitvoeringsreglement en de vastgestelde uitvoeringsovereenkomsten. In het verslagjaar heeft het management de uitvoering van alle primaire processen van het Bpf AVH laten analyseren door Verschoot&Westenbrink. Op grond van de uitkomsten van deze analyse heeft het management aan het bestuur van Bpf AVH een in control statement afgegeven. Dit statement heeft betrekking op de beschreven organisatie-, hoofd- en ondersteunende processen van en de wijze waarop deze processen gemonitord worden door Bpf AVH. Eventuele aktiepunten die uit deze analyse voorkomen zijn en worden in 2009 en verder opgepakt. Het vermogensbeheer wordt door BGI, SSGA, F&C Netherlands B.V., Kempen Capital Management, Lehman, JP Morgan, Lombard Odier Darier Hentsch & Cie (Nederland) N.V., K2 Advisors, Man Group, Partners Group, ING Real Estate en Altera vastgoed uitgevoerd. De portefeuille onderhandse geldleningen is in eigen beheer. Maandelijks en per kwartaal rapporteren de externe managers aan Bpf AVH over de samenstelling van de portefeuille, de performancecijfers en de marktwaarde van het onder beheer zijnde vermogen alsmede de aan de klant in rekening gebrachte respectievelijk te brengen kosten van beheer en overige kosten.
25
JAARVERSLAG 2008
De beleggingsadministratie is ondergebracht bij Kasbank N.V.. Kasbank N.V. rapporteert eveneens maandelijks en per kwartaal over de performance van de genoemde vermogensbeheerders. Daarnaast monitoort Kasbank N.V. de compliance en rapporteert daarover. Verder verzorgt Kasbank N.V. de rapportages aan DNB, het currency overlay management, duration overlay management en voor zover aan de orde custody, settlement en securities lending. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen worden het operationeel risico conform het standaardmodel op 0% gezet.
VERSLAG VAN HET BESTUUR Financiële sturingsmiddelen Binnen het kader van de financiële opzet heeft Bpf AVH de volgende financiële sturingsmiddelen. - Aanpassing van de premie. - Aanpassing van de beleggingsportefeuille. - Aanpassing van de indexatie. Aanpassen van de premie De financiële positie zou aanleiding kunnen geven om de premie aan te passen. Dit zou een premieverhoging of verlaging kunnen zijn. De verhoging of verlaging van de premie wordt vastgesteld op basis van het premiebeleid. Aanpassen van de beleggingsportefeuille De risicometing en resultaatsevaluatie door het pensioenfonds en de situatie op de financiële markten zouden aanleiding kunnen geven om de beleggingsportefeuille aan te passen.
JAARVERSLAG 2008
Aanpassen van de indexatie Op het moment dat de middelen van Bpf AVH het niet toelaten de wenselijke indexaties toe te passen, kan besloten worden minder te indexeren of niet te indexeren. Eerst wordt bekeken of over de gehele linie (deelnemers, gewezen deelnemers en pensioentrekkenden) nog wel geïndexeerd kan worden conform de maatstaf die daartoe gehanteerd wordt. Indien dat niet mogelijk is, wordt bekeken in hoeverre de belangen van de gewezen deelnemers en pensioentrekkenden zich bij een lagere indexatie verhouden tot die van de deelnemers. Voor laatstgenoemde categorie geldt een vergelijkbare voorwaardelijke bepaling als voor de overige categorieën.
26
VERSLAG VAN HET BESTUUR 4.
Informatie over de verwachte gang van zaken
In 2009 hebben zich de onderstaande ontwikkelingen voorgedaan die van invloed (kunnen) zijn op de financiële positie van Bpf AVH. Pensioenregelingen Per 1 januari 2009 is het pensioengevend loon in de basispensioenregeling voor de Kaas groothandel aangepast. Zie pagina 37 In de bestuursvergadering van 18 september 2008 heeft het bestuur besloten over te gaan tot dekking van het inlooprisico bij arbeidsongeschiktheid. In haar vergadering van 12 maart 2009 is het reglement van de basis pensioenregeling dienaangaande aangepast. Verder is in de laatstgenoemde vergadering besloten de artikelen 2, 5 en 6 van het reglement Tijdelijk Nabestaandenpensioen aan te passen, ten einde te verduidelijken dat er sprake is van een uitkeringovereenkomst. Beleggingen Gelet op de wereldwijde financiële crisis en de impact ervan op de beleggingsmarkten is besloten om de strategische asset mix 2009 als volgt vast te stellen: 12,5% aandelen, 70% vastrentende waarden, 5% vastgoed, 10% alternatives en 2,5% cash. In januari 2009 heeft de beleggingscommissie een brainstormsessie gehouden over wereldwijde economische ontwikkelingen. Tijdens deze sessie is als inzicht naar vorengekomen, dat er sprake is van een light-variant van een verdieping van een systeemcrisis en dat het niet ondenkbaar is dat deze zich zal ontwikkelen in een heavyvariant. Vastgesteld is dat in zowel Europa als de VS zich tekenen van deflatie voordoen. De verwachting bestaat daarbij dat deze 1 tot 2 jaar aanhouden en dan om zal slaan in inflatie. Naar aanleiding van het advies van de beleggingscommissie is door het bestuur besloten, om: a. Tegenpartijrisico inzichtelijk maken en zo veel mogelijk beperken; b. Alternatieve beleggingen m.u.v. private equity en commodities beëindigen; c. De enhanced index strategie aandelen omzetten in een zuivere indexstrategie en aanvullen met aandelen in de foodsector;
d. e.
Vastgoed onderzoeken om leverage te beperken; Inflatiehedge producten onderzoeken.
Gedurende de eerste drie maanden van 2009 had Bpf AVH op de meeste beleggingssoorten een onderwogen positie. Het totale portefeuillerendement bedroeg -0,88 versus een benchmarkrendement van – 1,46.
27
JAARVERSLAG 2008
Ontwikkeling dekkingsgraad Ultimo april 2009 was de dekkingsgraad ongeveer 105%, als gevolg van de beleggingsrendementen, de toename in verplichtingen en de renteontwikkelingen. Op het gebied van de beheersing van het renterisico zijn geen nieuwe maatregelen getroffen.
VERSLAG VAN HET BESTUUR Verantwoord beleggen Het bestuur van Bpf AVH is van mening dat zij ook bij het beleggen rekening dient te houden met haar maatschappelijke functie. Daarom heeft Bpf AVH de Principles for Responsible Investments (PRI) van de Verenigde Naties ondertekend. Bpf AVH zal zich inspannen om ook de bestaande en nieuwe vermogensbeheerders die voor Bpf AVH een deel van het vermogen beheren de PRI te laten ondertekenen. Verder heeft het bestuur van Bpf AVH besloten om investeringen in bedrijven die landmijnen en clusterbommen produceren uit te sluiten. Wanneer er bij investeringen sprake is van dierenwelzijn, milieuprestaties, mensenrechten, wapenindustrie en werknemersverhoudingen zullen wij via dialoog (engagement) met de betreffende bedrijven onze maatschappelijke opvatting aan de orde brengen. Ontwikkelingen in de uitvoering In 2008 is er uitvoering gegeven aan de voorschriften van de Pensioenwet. Er zijn in de eerste helft van dat jaar startbrieven en stopbrieven verzonden bij aanvang of beëindiging van de deelneming. Bpf AVH is aangemeld bij het projectmanagement van het Nationaal Pensioenregister en treft voorbereidingen om in 2011 op dit register te zijn aangesloten. Daarnaast wordt er gewerkt aan een webportal voor werkgevers, waarmee zij electronisch de gegevens aan Bpf AVH kunnen aanleveren. Deze werkgeversportal geldt als een alternatief voor het electronische loket Plato van Catoberichtendienst. Samenwerking met Bpf Dranken Op 3 juli 2008 is door het management van Bpf AVH een informatiebijeenkomst gehouden (op verzoek van) voor het dagelijks bestuur van Bpf Dranken. Bpf Drank was zich toen aan het oriënteren op mogelijke andere vormen van uitvoering en ondersteuning van haar pensioenfonds als vergelijking met haar huidige situatie. In deze bijeenkomst is gebrainstormd over de opties fusie of samenwerking met Bpf AVH danwel elders uitbesteden of zelfadministreren. Besloten is toen om een fusie of samenwerking met Bpf AVH verder te onderzoeken, waarbij gesteld werd dat Bpf Drank ook met anderen en haar eigen uitvoerder in overleg was over (de voortzetting van de) een relatie in de vorm van uitbesteding elders. Het onderzoek heeft werkende wijs plaatsgevonden. in een viertal bijeenkomsten waarin de (brede) dagelijkse besturen van Bpf AVH en Bpf Drank met elkaar in overleg geweest. Eind 2008 werd de conclusie getrokken dat een fusie niet de eerste voorkeur had. De keuze viel op samenwerking, waarbij in de toekomst mogelijk naar een fusie kan worden gekeken. Bpf Drank en Bpf AVH kwamen tot het idee om hun samenwerking vorm te geven in de Stichting Servicekantoor AGH waarin zij hun uitvoering en ondersteuning regelen en hun kosten delen.
JAARVERSLAG 2008
Op 26 januari 2009 hebben Bpf Drank, Bpf AVH en SS AGH een intentieverklaring getekend om deze samenwerking verder vorm te geven.
28
VERSLAG VAN HET BESTUUR
Om deze samenwerking vorm te geven zal Bpf AVH personeel en materieel inbrengen en Bpf Drank een som geld in termijnen, het laatste gebaseerd op de kostenverhouding. In de intentieverklaring is afgesproken om tot een definitieve samenwerking te komen, mits deze: 1. de fiscale vrijstelling van de beide pensioenfondsen niet op losse schroeven zet. 2. een gedragen oordeel van de accountant heeft. 3. in goed overleg met DNB tot stand kan komen. 4. ontstaat met acceptabele transitiekosten.
29
JAARVERSLAG 2008
Aan al deze voorwaarden is inmiddels voldaan. De implementatie van dit samenwerkingsverband zal projectmatig worden gerealiseerd met als deadline 1 januari 2010. Daarnaast is met de huidige uitvoerder van Bpf Dranken een overgangstraject tot 1 oktober 2010 afgesproken.
VERSLAG VAN HET BESTUUR 5.
Bestuursaangelegenheden
Deskundigheidsplan en opleiding Op basis van bepalingen in de Pensioen- en Spaarfondsenwet zijn op 30 december 2000 de “Beleidsregels beleidsbepaling en toetsing pensioenfondsen” (beleidsregels) in werking getreden. Concreet betekent dit dat met name de bestuurders van pensioenfondsen voor hun benoeming moeten worden getoetst op integriteit en deskundigheid. In een deskundigheidsplan moet worden vastgelegd in hoeverre wordt voldaan aan de eis dat de personen die het beleid van het fonds (mede) bepalen voldoende deskundig zijn. In de bestuursvergadering van 28 oktober 2001 is een deskundigheidsplan vastgesteld, dat laatstelijk in de bestuursvergadering van 11 december 2008 is geactualiseerd. De toetsing van de deskundigheid geschiedt op zeven deskundigheidsgebieden aan de hand van de door de pensioenkoepels opgestelde deskundigheidseisen. Dit houdt in dat ieder bestuurslid tenminste kennis op deskundigheidsniveau 1 dient te bezitten. Daarnaast dienen binnen het bestuur op ieder deskundigheidsgebied tenminste twee bestuursleden over deskundigheidsniveau 2 te beschikken. Om de deskundigheid van de bestuursleden op objectieve wijze vast te stellen heeft het bestuur eind 2008 een deskundigheidstoets afgelegd. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het deskundigheidsplan. In navolging op de toets zal een opleidingstraject worden gestart voor de bestuursleden en leden van deelnemersraad en verantwoordingsorgaan die hieraan behoefte hebben. Op 30 oktober 2008 is door het merendeel van de (plaatsvervangende) leden van het bestuur, de deelnemersraad, het verantwoordingsorgaan en de overige bestuurlijke commissies een opleiding gevolgd. In deze opleiding is aandacht besteed aan ontwikkelingen op pensioengebied, de resultaten van de zelfevaluatie van het bestuur, actuariële aspecten. structuurproducten en renteontwikkeling en -beheersing. Risicobeheer Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van diverse financiële instrumenten. Ten behoeve van het beheer van de risico’s is het volgende flankerend beleid vastgesteld. Zie voor uitgebreide informatie hierover hoofdstuk 3 van dit verslag. Naleving wet- en regelgeving Bpf AVH heeft de afgelopen jaren vanuit de intentie de wet- en regelgeving na te willen haar feitelijke en juridische handelingen daarop afgestemd. Getuige hiervan is onder meer de implementatie van de Pensioenwet en Pension Fund Governance.
JAARVERSLAG 2008
Uitbesteding In de ABTN is het uitbestedingsbeleid vastgelegd, op grond waarvan processen zoals vermogensbeheer, actuarieel advies en intern actuarieel jaarwerk zijn uitbesteed.
30
VERSLAG VAN HET BESTUUR Toezicht De Nederlandsche Bank (DNB) heeft Bpf AVH in 2006 een boete opgelegd van € 697.000, -- vanwege overtreding van de artikelen 6 t/m 7 van de Wet Bpf 2000. Bpf AVH is in hoger beroep tegen deze boeteoplegging door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bij uitspraak van 30 januari 2009 in het ongelijk gesteld. Ook een verzoek tot matiging van de boete verzocht door de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, vanwege het dekkingstekort van Bpf AVH en andere inzichten over de artikelen 6 t/m 7 is door DNB van de hand gewezen. Het afgelopen jaar zijn aan het pensioenfonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Per 1 april 2009 is er een herstelplan van toepassing, waarbij voor het korte termijn herstel is uitgegaan van een termijn van vijf jaar. Gedragscode en compliance Gedragscode Pensioenfondsen 2008 Op bestuursleden, medewerkers en overige aan Bpf AVH verbonden personen was tot voor kort gedragscode A van toepassing. Deze gedragscode sloot aan op de modelgedragscode die de Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) had opgesteld voor haar leden. Recente wijzigingen in wetgeving hebben een herziening van de modelgedragscode noodzakelijk gemaakt De modelgedragscode is in sterke mate geënt op de Wet op het financiële toezicht (Wft), die het toezicht op alle financiële instellingen, waaronder ook pensioenfondsen, omvat. In tegenstelling tot zijn voorganger, de Wet toezicht effectenverkeer, kent de Wft een principle based benadering; Algemene doelstelling van een gedragscode is het beïnvloeden van het gedrag van medewerkers en bestuursleden, door te bepalen welk gedrag wenselijk is en waar de grenzen liggen. Op een ieder die werkzaam is in de financiële sector rust de verplichting om het vertrouwen in de sector niet te beschadigen en om de beschadiging van de reputatie van het fonds te voorkomen. Daarom richten de gedragsregels zich op het vermijden van belangenconflicten. De nadruk ligt op privébelangen versus maatschappelijke belangen en zakelijke belangen versus klantbelangen anderzijds.
31
JAARVERSLAG 2008
Met een gedragscode wordt ook invulling gegeven aan principe A3 van de STAR principes voor goed pensioenfondsbestuur. Daarin is bepaald dat het pensioenfondsbestuur verantwoordelijk is voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving, alsmede het beheersen van risico’s. In de nieuwe gedragscode is het aantal groepen waarop de gedragscode van toepassing is teruggebracht naar twee: verbonden personen en insiders. De categorie ‘betrokkenen’ is daarmee in de modelgedragscode komen te vervallen. In haar vergadering van 20 maart 2008 heeft het bestuur van Bpf AVH besloten de gedragscode A door de model gedragscode 2008 te laten vervangen en het management van Bpf AVH als insider aan te merken.
VERSLAG VAN HET BESTUUR Compliance In het verslagjaar is tweemaal overleg over de compliance geweest. Bij dat overleg zijn de compliance officers, het compliancebureau en de externe accountant betrokken geweest. Uit dit overleg is naar voren gekomen dat de procedures over de gedragscode bij iedereen bekend zijn gemaakt, Op grond van de retourgekomen verklaringen is vastgesteld dat de afspraken ingevolge de gedragscode zijn nagekomen. ingezonden verklaringen van naleving gedragscode worden strak gemonitored. Commissie van Beroep In het verslag jaar zijn er geen geschillen in behandeling geweest bij de commissie van beroep. Communicatie Goede klantrelatie Bpf AVH acht het van groot belang dat de relatie van Bpf AVH met de aangesloten ondernemingen, de deelnemers, de uitkeringsgerechtigden en andere belanghebbenden goed is. Naast het leveren van goede kwaliteit en dienstverlening voor wat betreft de pensioenen wordt de relatie met deze klantgroepen ook onderhouden door een goede communicatie. Het bestuur van Bpf AVH heeft daarom een communicatiebeleid vastgesteld, op grond waarvan de communicatie vorm wordt gegeven. Daarnaast heeft zij een klachten- en geschillenregeling vastgesteld. De klachtenregeling geeft feedback over de kwaliteit van dienstverlening door Bpf AVH. In september 2008 heeft Bpf AVH al haar belanghebbenden geïnformeerd over de wereldwijde financiële crisis en de (mogelijke) impact ervan op de solvabiliteitspositie van het pensioenfonds. Daarbij is als verwachting aangegeven dat de pensioenen per 1 januari 2009 niet zullen worden geïndexeerd. Eind mei en begin juni 2009 is aan deelnemers en gepensioneerden weer een brief gezonden met daarin uitleg over: de financiële crisis, de solvabiliteitspositie van Bpf AVH, het kortetermijn herstelplan en de gevolgen voor het pensioen. Voorzover mogelijk is deze brief samen met het uniform pensioenoverzicht (UPO) verzonden. Klanttevredenheidsonderzoek Begin 2009 is door Marketresponse een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder werkgevers en werknemers. Aan dit onderzoek hebben 385 werknemers en 120 werkgevers meegewerkt. De respons bedroeg respectievelijk 20% en 15%.
JAARVERSLAG 2008
De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn: - zowel werkgevers als werknemers beoordeelden de dienstverlening van Bpf AVH in meerderheid als goed tot uitstekend; - de prijs/kwaliteitverhouding werd in beide groepen door circa de helft van de respondenten als goed tot uitstekend beoordeeld;
32
VERSLAG VAN HET BESTUUR - zeker de werknemers ervaren weinig problemen bij Bpf AVH, maar de probleemafhandeling kan beter; - Bpf AVH zou in het persoonlijk contact de duidelijkheid en begrijpelijkheid van de informatie kunnen verbeteren; - de communicatiemiddelen (website, magazine en brochures) zijn goed, maar ook hier kan nog een verbeteringsslag gemaakt worden. Klankbordgroep Communicatie In de Pensioenwet is bepaald dat pensioenuitvoerders duidelijk en begrijpelijk dienen te communiceren met belanghebbenden. Dit houdt in dat de communicatie ook op deze aspecten getoetst moet worden. Daarom heeft Bpf AVH een Klankbordgroep Communicatie ingesteld. Deze klankbordgroep bestaat uit deelnemers, werkgevers en gepensioneerden en toetst alle communicatieuitingen van het fonds op duidelijkheid en begrijpelijkheid. Brochures, AVH Magazine en het Uniform Pensioenoverzicht Het AVH Magazine is in het verslagjaar drie keer uitgebracht. In deze magazines werden onder meer het belang van pensioen bij life events, de klachten- en geschillenregeling, de kredietcrisis en het jaarverslag 2007 behandeld. Als gevolg van de Pensioenwet is de regeling op een aantal punten aangepast. Dit heeft mede geleid tot een herziening van de brochures. In afwachting van de wijzigingen per 1 januari 2008 is een brochure ontwikkeld die gericht was op alle bij Bpf AVH aangesloten sectoren. Per 1 januari 2008 is voor iedere sector een aparte brochure verkrijgbaar. In april 2008 het uniform pensioenoverzicht (UPO) verzonden naar de deelnemers. Gewezen deelnemers ontvangen hun UPO 1 keer in de vijf jaar. Over het UPO kon men ook gedurende drie dagen in de avonduren per telefoon uitleg vragen aan het AVHpersoneel. Het UPO geeft ondermeer de pensioenopbouw t/m 2007 weer. Alle pensioenuitvoerders hanteren de UPO zodat de deelnemers die bij meerdere pensioenuitvoerders pensioen hebben opgebouwd op een overzichtelijke wijze het totaal aan opgebouwd pensioen kan vaststellen. Ook in 2009 is het UPO naar deelnemers en één vijfde deel van de gewezen deelnemers verzonden. Gedurende drie avonden kon men aan het AVH-personeel hierover uitleg vragen.
33
JAARVERSLAG 2008
Website Via onze website www.bpfavh.nl is een pensioenplanner voor raadpleging door werkgevers en werknemers beschikbaar. Ook is het voor belangstellenden mogelijk om de inhoud van de pensioenregelingen te bekijken en de belangrijkste artikelen van de AVH-magazines te downloaden. Op deze wijze kan ook de handleiding voor het gebruik van de pensioenplanner en de wegwijzer pensioenen worden geraadpleegd. In de rubriek ‘Wist u dat…’ zijn de pensioenactualiteiten vermeld. Werkgevers die gebruik wensen te maken van de diensten van Cato Berichtendienst, kunnen via de AVH-website toegang verkrijgen tot Plato, waarmee het mogelijk is om met één opgave de vereiste
VERSLAG VAN HET BESTUUR gegevens voor Belastingdienst (UWV) en Bpf AVH aan te leveren. Plato voorkomt administratief ongemak en onnodige kosten. Op de website kunnen belangstellenden lezen op welke wijze Bpf AVH invulling geeft aan duurzaam beleggen, corporate governance en de accounting standards. De website voorziet ook in een uitleg over de mogelijkheden om vrijstelling van de verplichte deelneming te verkrijgen. Relatiebeheer In het verslagjaar is door Gemzu/VNK, Bpf AVH en Jack Kriek Communicatie pensioenvoorlichting verzorgd voor de werkgever uit het Particulier Kaaspakhuisbedrijf met het oog op diens informatieverplichtingen zoals opgenomen in de Pensioenwet. Daarnaast werd er uitleg gegeven over de AVH-regelingen en ingeval van belangstelling werd aan de werknemers uitleg gegeven over hun pensioensituatie. Frugi Venta heeft in het verslagjaar in samenwerking met Bpf AVH en Jack Kriek Communicatie de pensioenvoorlichting onder haar leden tot volle tevredenheid afgerond. In 2009 is besloten om deze pensioenvoorlichting ook open te stellen voor ondernemingen in de Groenten en Fruit-groothandel die geen lid zijn van Frugi Venta.
JAARVERSLAG 2008
Op verzoek van aangesloten ondernemingen worden er ook informatiebijeenkomsten over de pensioenregelingen van Bpf AVH op locatie verzorgd.
34
VERSLAG VAN HET BESTUUR 6.
Pensioenparagraaf
De pensioenregelingen De pensioenregelingen van Bpf AVH zijn als volgt te karakteriseren. Sedert 1963 was de basispensioenregeling van Bpf AVH een verplichtgestelde regeling met een vaste bedragenkarakter. Met ingang van 2006 is de basispensioenregeling een verplichtgestelde regeling met een voorwaardelijk geïndexeerd middelloon karakter, die voorziet in de opbouw van een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65. Daarnaast is er voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner aanspraak op een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Arbeidsongeschikte deelnemers blijven pensioen opbouwen, maar worden vrijgesteld van premiebetaling aan Bpf AVH. Naar aanleiding van de Wet VUT, Prepensioen en Levensloop is voor de bedrijfstakken groothandel aardappelen groenten fruit en kaas met ingang van 2006 een zogenoemde 55-minregeling ingevoerd. Deze regeling voorziet in een voorwaardelijke aanspraak op extra ouderdomspensioen, dat toegekend wordt op de uittreedleeftijd, doch uiterlijk op 1 januari 2021, door middel van een inkoop van niet benutte fiscale ruimte over de verstreken deelnemingsjaren bij Bpf AVH tot 2006. Als voorwaarde geldt dat de werknemer tot de datum van pensionering in de sector blijft werken. Wanneer de werknemer voor die datum de sector verlaat vervalt zijn aanspraak op dit extra ouderdomspensioen Voor bepaalde werknemers geldt ook na 2006 de basispensioenregeling met een vaste bedragenkarakter. Dit zijn werknemers die vanaf enig moment voor 1 januari 2006: - een vut- of een prepensioenuitkering ontvangen; - de basispensioenregeling vrijwillig voortzetten; - de basispensioenregeling premievrij voortzetten vanwege arbeidsongeschiktheid; - de basispensioenregeling premievrij voortzetten door middel van een FVP-bijdrage; - via hun werkgevers vrijwillig zijn aangesloten bij de basispensioenregeling. Ook deze basispensioenregeling voorziet in de opbouw van een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65. Daarnaast is er voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner aanspraak op een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Arbeidsongeschikte deelnemers blijven pensioen opbouwen, maar worden vrijgesteld van premiebetaling aan Bpf AVH. Dit basispensioenreglement biedt de bepalingen voor het voorwaardelijk indexatie beleid dat van toepassing is op de opgebouwde aanspraken en de ingegane uitkeringen.
35
JAARVERSLAG 2008
De aanvullende pensioenregeling is een voor de werkgever vrijwillige regeling met een eindloon- of een middelloonkarakter. Wanneer een werkgever besluit om aan één van deze regelingen deel te nemen, geldt de regeling voor alle werknemers die een inkomen hebben dat groter is dan een van jaar tot jaar vast te stellen franchise. De regeling geeft aanspraak op een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65, voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner
VERSLAG VAN HET BESTUUR - een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Bij arbeidsongeschiktheid vindt premievrije voortzetting plaats. - Voor de groothandel in aardappelen, groenten en fruit alsmede voor de groothandel in eieren is er een verplichtgestelde regeling voor invaliditeitspensioen (ip-regeling). De werkgevers in de groothandel in kaas kunnen op vrijwillige basis aan deze regeling deelnemen. De regeling zorgt voor een tijdelijk pensioen (tot 65) ter compensatie van het zogenaamde WAO-hiaat, waardoor elke deelnemer bij volledige arbeidsongeschiktheid, tezamen met de WAO-uitkering van de overheid, 70% van zijn laatstverdiende loon ontvangt. Deze ip-regeling is beɺindigd per 1 januari 2006, vanwege de invoering van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. - Er is een regeling voor tijdelijk nabestaandenpensioen. Dit is ook een voor de werkgever vrijwillige regeling die een tijdelijk pensioen (tot 65) ter compensatie van het zogenaamde ANW-hiaat verzekert. Premievrije voortzetting van de dekking bij arbeidsongeschiktheid is op initiatief van de deelnemer mee te verzekeren tegen een verhoging van de actuariële premie met 7%. Gedurende de periode 2003 tot 2006 gold er een prepensioenregeling voor het Partikulier Kaaspakhuisbedrijf. Deze prepensioenregeling maakte het mogelijk dat deelnemers zelf prepensioen op kunnen bouwen met als doel om op 62-jarige leeftijd een prepensioenuitkering te krijgen van ongeveer 75% van het gemiddeld verdiende salaris. Voor die deelnemers die op grond van hun leeftijd geen volledig prepensioen kunnen opbouwen was in de genoemde periode in de CAO een overbruggingsuitkeringsregeling getroffen. Deze overbruggingsuitkeringsregeling is omgezet in een zogenoemde 55-plusregeling met een VUT-spaarkarakter. - Tot 1 januari 2006 namen de medewerkers van Bpf AVH deel in de basispensioenregeling en de ip-regeling van Bpf AVH. Daarnaast gold voor de medewerkers een aanvullende eindloonregeling. Met ingang van 2006 nemen de medewerkers van Bpf AVH deel in een voorwaardelijk geïndexeerde middelloon pensioenregeling. Deze pensioenregeling voorziet in de opbouw van een ouderdomspensioen ingaand op leeftijd 65. Daarnaast is er voor (gewezen) deelnemers of gepensioneerde deelnemers met een echtgenoot of partner aanspraak op een nabestaandenpensioen en voor (gepensioneerde) deelnemers met kinderen een wezenpensioen. Arbeidsongeschikte deelnemers blijven pensioen opbouwen, maar worden vrijgesteld van premiebetaling aan Bpf AVH. Daarnaast kunnen deze deelnemers aanspraak maken op een arbeidsongeschiktheidspensioen. De medewerkers van Bpf AVH participeren ook in de eerder genoemde regeling tijdelijk nabestaandenpensioen.
JAARVERSLAG 2008
- De overlijdensrisico’s in de bovengenoemde aanvullende pensioenregelingen en de regeling voor tijdelijk nabestaandenpensioen zijn herverzekerd bij Alhermij. Het niet gefinancierde deel van de reglementair toegezegde (tijdelijk) nabestaandenpensioen wordt door haar afgedekt middels verzekering van kapitalen.
36
VERSLAG VAN HET BESTUUR Met ingang van 1 januari 2006 geldt er een vrijwillige aanvullende pensioenregeling, genaamd aanvullend pensioenreglement middelloon-plus. Op grond van deze regeling kan de hoogst fiscaal toegestane pensioenopbouw, een hoger nabestaandenpensioen en een verbeterde premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid worden verkregen, dan de basis middelloonregeling. Samenvattende overzicht van de verplichtgestelde basispensioenregeling
Pensioendatum Pensioenopbouw per jaar over de pensioengrondslag Pensioengrondslag Pensioengevend salaris
Franchise Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Premie
Deelnemersbijdrage Premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid Indexatie deelnemers Indexatie gewezen deelnemers en gepensioneerden Toekenning indexatie Pensioenuitruil
Van kracht vanaf 1 januari 2006 Voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. Verplichtgesteld. Bij indiensttreding mits de leeftijd van 21 jaar (25 jaar tot 2008) is bereikt. Eerste van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt. De ingangsdatum mag vervroegd worden. Groothandel in Aardappelen, Groenten en Fruit 1,9% Groothandel in Kaas 1,75% Groothandel in Eieren 1,75% (1,6% voor 2008) Pensioengevend salaris minus franchise 12 maal het per 1 januari van dat jaar, dan wel het per het tijdstip van latere indiensttreding geldende vaste maandsalaris, vermeerderd met de vakantietoeslag, de toeslagen voor werken buiten het dagvenster (kaassector), de ploegentoeslag (eieren- en agf-sector), uitbetaald overwerk (eieren-sector), uitbetaalde contractueel vastgelegde overuren over het voorgaande kalenderjaar inclusief bijbehorende toeslagen over deze uren (kaassector) en chauffeurstoeslag (voor chauffeurs in agf-sector van vrachtwagens boven de 3.500 kg (deel van) de vaste toeslag); of 13 maal het per 1 januari van dat jaar, dan wel het per het tijdstip van latere indiensttreding geldende vaste vierwekensalaris, vermeerderd met de vakantietoeslag, de toeslagen voor werken buiten het dagvenster (kaassector), de ploegentoeslag (eieren- en agf-sector), uitbetaald overwerk (eieren-sector), uitbetaalde contractueel vastgelegde overuren over het voorgaande kalenderjaar inclusief bijbehorende toeslagen over deze uren (kaassector) en chauffeurstoeslag (voor chauffeurs in agf-sector van vrachtwagens boven de 3.500 kg (deel van) de vaste toeslag). Max. pensioengrondslag is € 17.323, -- per jaar (2009). € 15.158, -- (2009). Wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld. Op basis van het opbouwpercentage van de pensioengrondslag voor elk jaar van deelneming (maximaal 40 jaar en vanaf 2008 maximaal 44 jaar). Parttimers bouwen naar rato van het actuele parttimepercentage op. 50% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. 50% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. 10% van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen (volledig wees 20%). Per 1 januari 2006 geldt als doorsneepremie van de pensioengrondslag: Groothandel in Aardappelen, Groenten en Fruit 20,00% Groothandel in Kaas 18,75% Groothandel in Eieren 18,75% (tot 2008 17,5%) Bij CAO kan afgesproken zijn dat er een werknemersbijdrage in de premie op het salaris van de werknemers zal worden ingehouden. Op basis van het zogenaamde 2-klassen systeem. Bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van de regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) geeft het fonds volledige premievrijstelling. In overige gevallen geeft het fonds geen premievrijstelling. Indexatie op basis van het indexcijfer voor de CAO-lonen inclusief bijzondere beloning voor volwassen werknemers voor alle economische activiteiten, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. Indexatie op basis van de consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens, indien en voor zover de middelen in het pensioenfonds toereikend zijn. Zie hierna het indexatiebeleid Keuze uit: - Geen uitruil. Er is sprake van ouderdomspensioen met NP. - 50% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP met een verlaagd NP. - 100% uitruil. Er is sprake van een verhoogd OP (geen NP).
37
JAARVERSLAG 2008
Basispensioenregeling Karakter Deelname
VERSLAG VAN HET BESTUUR Het bestuur heeft voor de uitvoering van de verplichtgestelde basismiddelloonregeling een uitvoeringsreglement vastgesteld en vrijwillige regelingen een uitkeringsovereenkomst met daarbij horende pensioenovereenkomsten die werkgever met zijn werknemers moet afsluiten. Indexatiebeleid en indexatiematrix Er is sprake van een voorwaardelijk indexatie beleid. De indexatietoezegging is gekoppeld aan een tevoren bepaalde indexatiemaatstaf. Deze maatstaf is voor actieve deelnemers de CAO-loonindex en voor gewezen deelnemers en gepensioneerden de CBS consumenten prijsindex laag. Voor de IP-uitkeringen wordt gehanteerd de CBSloonindex en voor de prepensioenen uit de regeling van partikulier kaaspakhuisbedrijf geldt de loonontwikkeling volgens de CAO van deze bedrijfstak. In de premie zit ook een financiële ruimte die onder voorwaarden voor indexatie kan worden aangewend. Indien de middelen van het fonds volgens het bestuur toereikend zijn, wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari een indexatie toegepast. De hoogte van de toeslagverlening is afhankelijk van de beschikbare premie en de overrendementen. Bij de jaarlijkse bestuursbeslissing inzake de aanpassing dient de hieronder vermelde staffel tot leidraad. Bpf AVH heeft geen geld gereserveerd om uw opgebouwde pensioen in de toekomst te verhogen, maar zal de toekomstige verhoging betalen uit pensioenpremie en uit overrendementen. Er is een duidelijke ambitie om te indexeren, maar de indexatie is nadrukkelijk voorwaardelijk. Uit de continuïteitsanalyse uitgevoerd in 2008 is het volgende gebleken. De actieve deelnemers en gewezen deelnemers resp. gepensioneerden mogen over een periode van 15 jaar aan indexatie verwachten ca. 45% van de maatstaf (loonindex resp. prijsindex). De indexatie wordt onder de navolgende voorwaarden gegeven: - Dekkingsgraad < 105%: geen indexatie. - 105% < Dekkingsgraad < vereiste dekkingsgraad: alleen indexatie voorzover deze het bedrag in de kostendekkende premie niet overschrijdt en deze het evt. plan van aanpak herstel reservetekort niet doorkruist. - Dekkingsgraad hoger of gelijk aan vereiste dekkingsgraad: volledige indexatie.
JAARVERSLAG 2008
Volgens deze indexatieleidraad geldt voor Bpf AVH de kwalificatie c1 en d1 van de indexatiematrix omdat de indexatie afhankelijk is van de financiële ruimte in de premie en van het overrendement. Bpf AVH bereidt zich voor op invoering van het indexatielabel. Met dit label beoogt de overheid de deelnemer meer inzicht in de indexatie van zijn pensioen te geven. Dit inzicht kan ondermeer van belang zijn bij de beslissing om bij wijziging van dienstverband de waarde van het pensioen naar de nieuwe pensioenuitvoerder over te dragen.
38
VERSLAG VAN HET BESTUUR Premies en toegekende indexaties Regeling
Premie 2009
Vaste bedragenregeling - weekbijdrage € 26,21 - actieven - slapers en gepensioneerden Basis Pensioen middelloon - % pensioengrondslag agf-groothandel 20% -%pensioengrondslag Part. kaaspakhuisbedrijf 18,75% - % pensioengrondslag groothandel eieren 18,75% - actieven - slapers en gepensioneerden 55-minregeling agf-groothandel en n.v.t. Part. Kaaspakhuisbedrijf 55-plusregeling Part. Kaaspakhuisbedrijf 1,5% Aanvullend middelloonregelingplus - % pensioengrondslag 26% - actieven - slapers en gepensioneerden Aanvullend eindloonregeling - % pensioengrondslag 25% - slapers en gepensioneerden Aanvullend middelloonregeling - % pensioengrondslag 22% - actieven - slapers en gepensioneerden RegelingTijdelijk Nabestaandenpensioen *) Prepensioenregeling Part. Kaaspakhuisbedrijf n.v.t. Invaliditeitspensioenregeling n.v.t. *) Dit zijn leeftijdsafhankelijk premies. Zie www.bpfavh.nl.
Indexatie
2008
2007
€ 26,21
€ 25,57
20% 18,75% 18,75%
2009
2008
2007
0% 0%
2,2% 1,2%
2,0% 1,0%
2,2% 1,2% n.v.t.
2,0% 1,0% n.v.t.
20 % 18,75% 17,50%
n.v.t.
n.v.t.
0% 0% n.v.t.
1,5%
1,5%
1,2%
1,2%
1,0%
26%
0% 0%
-
-
0%
1,2%
1,0%
0% 0% 0% 0% 0%
2,2% 1,2% 1,2% 3,5% 1,2%
2,0% 1,0% 1,0% 1,75% 1,0%
25%
22%
*) n.v.t. n.v.t.
25%
22%
*) n.v.t. n.v.t.
39
JAARVERSLAG 2008
Het bestuur van Bpf AVH voert het beleid om het besluit inzake het toekennen van indexatie in de maand januari van het kalenderjaar volgende op het verslagjaar te nemen. Dit vanwege de koppeling tussen de premie en de indexatie en de wens om het indexatiebesluit te baseren op de feitelijk financiële positie ultimo van het verslagjaar. In januari 2009 is besloten om de pensioenen van actieve deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden niet te indexeren.
VERSLAG VAN HET BESTUUR 7.
Beleggingenparagraaf
Economische ontwikkelingen In 2008 werd door Bpf AVH een totaal rendement behaald van 9,03% (10,19% benchmark). Dit beleggingsrendement is goed te noemen in relatie met de turbulente ontwikkelingen op de financiële markten De subprime-crisis die zich in 2007 in de VS manifesteerde veranderde zich nadien in een wereldwijde kredietcrisis. De bezittingen van financials, in het bijzonder de banken bleken minder waard. Zij moesten op zoek naar nieuw kapitaal om voldoende dekking te verkrijgen voor het uitgeleende kapitaal. Veel banken bleken hiertoe niet in staat en konden niet op eigen kracht overleven. Toen vervolgens de Amerikaanse centrale bank (FED) besloot om zakenbank Lehman Brothers niet te redden, raakte de financiële wereld in paniek. Het gevolg was een vlucht naar zekerheid (naar staatsobligaties). Omdat banken cruciaal zijn voor het betalingsverkeer, hebben centrale overheden besloten om banken te redden, door kapitaalinjecties. In Nederland hebben o.a. ABN AMRO, ING, SNS Reaal, Fortis Nederland en Leaseplan (een vorm van) staatssteun gekregen. Niet alleen banken maar ook partijen zoals hedge funds en private equity die veel met geleend geld werkten kwamen in problemen. Behalve dat zij de verhouding tussen vreemd en eigen vermogen moesten aanpassen werden zij geconfronteerd met participanten die hun belang in het fonds wilden verkopen. Hierdoor moesten zij bezittingen verkopen in een illiquide markt. Dit heeft desastreuze gevolgen gehad voor de waarde van o.a. aandelen en bedrijfsobligaties. Veel bezittingen werden verkocht onder de bedrijfseconomische waarde. Er is sprake van een wereldwijde financiële crisis. De vlucht naar staatsobligaties en het rentebeleid van centrale banken hebben ertoe geleid dat de rente in 2008 fors is gedaald. In 2008 hadden de financiële markten dus te maken met zeer slechte aandelenrendementen en een zeer lage rente. Dit alles is sterk van negatieve invloed geweest op de solvabiliteitspositie van pensioenfondsen. In 2008 is de US dollar iets sterker geworden ten opzichte van de EURO. Per ultimo 2008 had de euro een waarde van 1,4095 US dollar.
JAARVERSLAG 2008
Beleggingen van Bpf AVH Beleggingsbeleid Het beleggingsdoel van Bpf AVH is om met een acceptabel beleggingsrisico een zo hoog mogelijk rendement op het vermogen te behalen om de continuïteit in de uitvoering van de pensioenregeling zo goed als mogelijk te garanderen. De beleidsinstrumenten die het bestuur kan inzetten om het vermogen van Bpf AVH te beïnvloeden zijn het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid. De reserve dient als buffer om een terugval in de waarde van de beleggingen te kunnen opvangen. Asset-allocatie In het verslagjaar was de asset mix van de normportefeuille Bpf AVH als volgt vastgesteld ca. 15% aandelen, ca. 72,5% vastrentende waarden, ca. 5% vastgoed en ca. 7,5% speciale beleggingen. In het verslagjaar heeft Bpf AVH de aandelen zwaar 40
VERSLAG VAN HET BESTUUR onderwogen en heeft met name het vrijkomende geld zoveel mogelijk kort weggezet (deposito’s). De beleggingen van Bpf AVH zijn hierna procentueel gespecificeerd. Feitelijke allocatie
Ultimo
Strategische Benchmark allocatie 2008 2007 2006 2008 2008 % % % % % 83,10 74,72 72,64 72,50 72,50 46,98 40,30 46,20 45,50 45,50 18,79 23,42 9,02 23,50 23,50
Vastrentende waarden Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Hypotheken en leningen op schuldbekentenis Deposito’s / Cash 15,35 Zakelijke waarden Aandelen Onroerend goed Private equity Grondstoffen Overige beleggingen Hedgefondsen Totaal
2,66 14,67
5,23 5,77 25,28
7,79 9,63 27,36
3,50 0,00 25,00
3,50 0,00 25,00
8,45 5,43 0,84 1,47
15,43 6,77 0,18 0,00
15,40 6,18 0,00 2,58
15,00 5,00 2,50 2,50
15,00 5,00 2,50 2,50
1,52
2,90
3,20
2,50
2,50
100%
100%
100%
100%
100%
Beleggingscategorie
Rendement (%)
Benchmark (%)
Vastrentende waarden Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Onderhandse leningen/Hypotheken en leningen op schuldbekentenis Deposito’s / Cash Currency
9,24 4,66 8,10 -5,54 4,57
9,33 4,58 6,51 3,97 1,63
Zakelijke waarden Aandelen Onroerend goed Private equity Grondstoffen
-43,52 1,78 -51,30 -11,21
-43,32 4,4 4,66 -32,32
Overige beleggingen Hedgefondsen
-15,69
3,88
9,03
10,19
Totaal rendement inclusief afdekking valuta en renterisico
De vastrentende waarden hebben een goed rendement laten zien. Daarnaast heeft de renteafdekking een grote bijdrage aan het positieve jaarrendement geleverd. De zakelijke 41
JAARVERSLAG 2008
Rendement Mede onder invloed van de genoemde economische ontwikkelingen nam de beleggingsportefeuille in het verslagjaar van zo’n € 430, -- miljoen naar zo’n € 520, -miljoen in waarde toe. Op de gehele portefeuille is een rendement behaald van 9,03% ten opzichte van de benchmark van 10,19%. Het positieve rendement komt met name voort uit de renteafdekking en het rendement op de vastrentende waarden. Het rendement is hieronder per beleggingscategorie gespecificeerd.
VERSLAG VAN HET BESTUUR waarden hebben een zwaar negatief rendement laten zien. Het rendement van de portefeuille laat een underperformance zien ten opzichte van de benchmark. Enkele oorzaken hiervan: - Begin maart 2008 heeft Bpf AVH een floating bond van Landsbanki gekocht, als alternatief voor deposito’s. Door het faillissement van Landsbanki is de waarde van deze obligatie fors gedaald. Dit is de oorzaak van een underperformance voor de categorie cash; - Begin 2007 is Bpf AVH gestart met het opbouwen van een private equity portefeuille. Kenmerkend aan private equity is dat de eerste jaren van de investering een negatieve performance laat zien, maar dat deze negatieve performance in latere jaren ruimschoots wordt goedgemaakt. Dit wordt de Jcurve genoemd. De benchmark (1-jaars Euribor) heeft geen J-curve. Overigens is de verwachting dat door het huidige economische klimaat de J-curve langer zal duren. Daarnaast is het geld dat wel gecommitteerd is, maar nog niet is afgeroepen in het beursgenoteerde Lehman Brothers Private Equity (LBPE) fonds geïnvesteerd. Nadat zakenbank Lehman Brothers failliet gind, heeft dit een negatief effect op de beurskoers van LBPE gehad. LBPE is een aparte juridische entiteit en valt niet onder het faillissement van Lehman. Daarnaast is de beurskoers ook gedaald vanwege het negatieve sentiment rondom aandelen en private equity. - De hedge fund investering wordt vergeleken met de benchmark Euro 7-days Libid. Deze benchmark is geen hedge fund benchmark. Dit laat ook een underperformance ten opzichte van de benchmark zien. Z-score en performancetoets De z-score in 2008 is vastgesteld op -1,01% en de performancetoets 2004-2008 bedraagt 1,11%. Jaar z-score
2004 - 0,23%
2005 0,19%
2006 1,14%
2007 - 0,46%
2008 -1,01%
Toets 1,11%
De berekeningswijze van de performancetoets is met ingang van 2007 aangepast. Bij de uitkomst van de performancetoets moet 1,28 worden opgeteld. Hierdoor dient de uitkomst van de performancetoets nul of hoger te zijn. Indien de score onder de nul ligt, dan kan een onderneming een verzoek om vrijstelling doen in verband met een slechte performance. In het jaarverslag van 2007 heeft Bpf AVH de performancetoets nog op de oude wijze berekend. De z-score 2007 is in verband met meer actuele benchmarkcijfers aangepast (was – 0,91).
JAARVERSLAG 2008
Met betrekking tot de vaststelling van de normportefeuille 2008, de z-score 2008 en de uitkomst van de performance toets 2004 – 2008 is op 31 maart 2009 een accountantsverklaring afgegeven. Dekkingsgraad Het absoluut rendement is niet los te zien van de dekkingsgraad. Het beleid van Bpf AVH in het verslagjaar was om het duratie van de vastrentende waarden te verlengen 42
VERSLAG VAN HET BESTUUR naar 14. De afspraak was om de helft tussen de gewenste en de feitelijke duration in één keer te dichten en vervolgens bij elke rentestijging van 0,25% de duratie met 0,5 jaar te verlengen. In september 2008 heeft Bpf AVH de duratie met 3,5 jaar verlengd. Daarna heeft er geen renteverhoging meer plaatsgevonden. De dalende rente in het laatste kwartaal van 2008 heeft er voor gezorgd dat de dekkingsgraad per ultimo 2008 uit komt op 103%. Er is dus sprake van een dekkingstekort. Bpf AVH heeft een herstelplan ingediend bij DNB. Vooruitblik 2009 Na het turbulente jaar 2008 is besloten om door te gaan met de defensieve wijze van beleggen. De normweging van aandelen is teruggebracht naar 12,50% (was 15%). Daarnaast is in de normportefeuille 2,5% aan cash opgenomen. Het eerste kwartaal van 2009 is nog een voortzetting van 2008. Bpf AVH heeft besloten om de portefeuille zoveel mogelijk op liquiditeit te sturen. Dit heeft onder andere tot gevolg gehad dat Bpf AVH heeft besloten om de investering in hedge funds geleidelijk aan af te bouwen.
43
JAARVERSLAG 2008
Verantwoord beleggen Het bestuur van Bpf AVH is van mening dat zij ook bij het beleggen rekening dient te houden met haar maatschappelijke functie, daarom heeft Bpf AVH de Principles for Responsible Investments (PRI) van de Verenigde Naties ondertekend. Bpf AVH zal zich inspannen om ook de bestaande en nieuwe vermogensbeheerders die voor Bpf AVH een deel van het vermogen beheren de PRI te laten ondertekenen. Het bestuur van Bpf AVH heeft de volgende onderwerpen geformuleerd waar rekening dient te worden gehouden bij het investeringsproces: Dierenwelzijn; Milieu prestaties; Mensenrechten; Werknemersverhoudingen; Wapenindustrie en in het bijzonder, Landmijnen en clusterbommen. Gezien het feit dat het bestuur van Bpf AVH van mening is dat landmijnen en clusterbommen verwerpelijk wapentuig zijn, wordt investering in bedrijven die landmijnen en clusterbommen produceren uitgesloten van investeringen. De andere onderwerpen (dierenwelzijn, milieu prestaties, mensenrechten, wapenindustrie en werknemersverhoudingen) zullen via dialoog (engagement) met bedrijven aan de orde worden gebracht. Gezien het feit dat Bpf AVH voornamelijk belegd in zogenaamde index beleggingsfondsen, zal de uitsluiting van landmijnen en clusterbommen plaatsvinden door short te gaan. Dit beleid zal vanaf 2009 worden uitgevoerd.
VERSLAG VAN HET BESTUUR 1.
Actuariële paragraaf
Actuariële analyse In onderstaand overzicht is de actuariële analyse van het saldo van baten en lasten opgenomen: Actuariële analyse Premieresultaat Premiebijdragen werkgevers en werknemers Benodigd voor; Pensioenopbouw in het jaar Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenuitvoeringskosten Pensioenuitvoeringskosten Interestresultaat Beleggingsresultaten Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen Indexering en overige toeslagen Wijziging marktrente Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten Resultaat op kosten Resultaat op uitkeringen Resultaat op kanssystemen Wijziging overige actuariële uitgangspunten Overige baten Overige lasten Totaal saldo van baten en lasten
2008
2007
€
€
10.289 45.420
5.903 36.939
-32.525
-/- 28.831
- 420 -2.186
-/- 404 -/- 1.801
-82.403 42.959 -17.474 2.984 -110.872
30.531 4.937 -/- 15 007 3.578 37.023
6.757 3.278 518 702 -54 2.120 896 -703
8.473 8.869 9 -/-355 573 0 136 -/-759
-65.357
44.907
Beleid ten aanzien van toeslagverlening/indexatie Er is bij Bpf AVH sprake van een voorwaardelijke indexatietoezegging, gekoppeld aan een ex ante bepaalde maatstaf. Er wordt geen geld gereserveerd voor toekomstige indexaties. Echter in de premie voor de basispensioenregeling zit thans ook een financiële ruimte die eventueel voor indexatie kan worden aangewend. Dat betekent dat in het kader van de indexatiematrix, het indexatiebeleid van Bpf AVH kan worden beschouwd als een combinatie van C1 en D1 en de indexatie is dus afhankelijk van: de financiële ruimte in de betaalde premie (=”beschikbare premie”) en het overrendement. Bpf AVH maakt gebruik van een staffel bij de bepaling van de toeslagen (zie pagina 38 van het verslag van het bestuur). De per 1 januari 2009 toegepaste verhoging voor de actieven bedraagt 0%.
JAARVERSLAG 2008
Premie De premiebijdragen van werkgever en werknemers bedragen in totaal 20% (2007: 20%) van de pensioengrondslagen.
44
VERSLAG VAN HET BESTUUR De kostendekkende, gedempte en feitelijke premies zijn als volgt (cf. art. 130 PW):
Kostendekkende premie Feitelijke premie Gedempte premie
2008 €
2007 €
39.109 45.420 45.420
35.332 36.939 36.939
De samenstelling van de kostendekkende, feitelijke en gedempte premie zijn als volgt bepaald: Bpf AVH heeft haar premiebeleid bepaald op grond van de continuïtsanalyse gehouden in 2008 en vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Volgens het pensioenreglementen Bpf AVH betalen zowel de werkgevers als de werknemers een bijdrage in de premie. De feitelijke premie is de premie die daadwerkelijk in het verslagjaar is ontvangen. De kostendekkende premie is gebaseerd op de rentetermijnstructuur en gevoelig voor renteveranderingen. Hierdoor ontstaan fluctuaties van deze kostendekkende premie. Om dit effect te voorkomen biedt het raamwerk van de Pensioenwet en Financieel Toetsingskader de mogelijkheid om premiedemping te bewerkstelligen. Het is daarbij toegestaan om af te wijken van de rentetermijnstructuur als rekenrente bij de vaststelling van de feitelijke premie. Bpf AVH heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en hanteert voor de vaststelling van de gedempte premie een disconteringsvoet van 4,0%. Uitkomsten van de solvabiliteitstoets Onder het FTK is het ‘vereist eigen vermogen’ het vermogen dat hoort bij de zogeheten evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In die evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen één jaar over minder middelen beschikt dan nodig om te kunnen voldoen aan de onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Met andere woorden, de kans dat het pensioenfonds zich één jaar later in een situatie van onderdekking bevindt, is kleiner dan of gelijk aan 2,5%.
Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie Op grond van aanwijzingen van DNB dient voor het oordeel over de vermogenspositie van Bpf AVH allereerst naar de toetswaarde solvabiliteit te worden gekeken. De aanwezige solvabiliteit is lager dan 105%. Bpf AVH bevindt zich in een situatie van dekkingstekort. 45
JAARVERSLAG 2008
De toezichthouder, DNB, heeft een gestandaardiseerde methode vastgesteld om te toetsen of er voldoende eigen vermogen aanwezig is: de standaardtoets. De standaardtoets meet voor een aantal risicofactoren het mogelijke (negatieve) effect (in euro’s) op het eigen vermogen. Omdat de resultaten van de standaardtoets afhankelijk zijn van marktomstandigheden en het risicoprofiel van de aanwezige beleggingen, fluctueren ze in de loop van de tijd. De vereiste solvabiliteit op basis van deze toets bedraagt ultimo 2008 € 23.672. Het feitelijke eigen vermogen van het pensioenfonds ultimo 2008 bedraagt € 14.906 . Dit betekent dat het pensioenfonds ultimo 2008 niet voldoet aan de solvabiliteitstoets.
VERSLAG VAN HET BESTUUR 1.
Rapportage over Pension Fund Governance
Algemeen Door de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR-principes voor goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance, ‘PFG’) verankerd in het wettelijke kader. De 32 principes hebben betrekking op de volgende componenten: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. Het beleid van Bpf AVH is gericht op een integere bedrijfsvoering. De verantwoordelijkheid hiervoor is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt in ieder geval het volgende in: - het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico’s; - integriteit; - de soliditeit van het pensioenfonds, waaronder wordt verstaan: het beheersen van financiële risico’s en het beheersen van andere risico’s die de soliditeit van het pensioenfonds kunnen aantasten; - het beheersen van de financiële positie op de lange termijn door periodiek een continuïteitsanalyse te maken. Bpf AVH legt verantwoording af m.b.t. medezeggenschap binnen het pensioenfonds door: - het instellen van intern toezicht - de aanstelling van een compliance officer - het instellen van een verantwoordingsorgaan. Intern toezicht Het intern toezicht binnen Bpf AVH wordt vormgegeven door een visitatiecommissie.
JAARVERSLAG 2008
Compliance officer Het bestuur van het pensioenfonds heeft de leden van het Dagelijks Bestuur benoemd als compliance officer voor bestuur, deelnemersraad, bestuurscommissies en directie. De directeur-secretaris is benoemd als compliance officer voor het personeel. De voornaamste taken van de compliance officer omvatten: - onafhankelijk toezicht op de naleving van de gedragscode. - onafhankelijk toezicht op de naleving van wettelijke regelingen. De taken leiden onder meer tot het toetsen van de naleving van wet- en regelgeving met betrekking tot onder andere koersgevoelige informatie en privé-effectentransacties door het bestuur en de medewerkers van het pensioenfonds. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur ten aanzien van het uitgevoerde beleid en over beleidskeuzes voor de toekomst. De frequentie van het overleg met het bestuur, de beleidsaangelegenheden en de verantwoordingsstructuur van dit orgaan zijn bij de oprichting vastgesteld. 46
VERSLAG VAN HET BESTUUR Tijdens het overleg tussen het bestuur en het verantwoordingsorgaan, dat elk boekjaar minimaal eenmaal wordt gehouden zijn de volgende onderwerpen behandeld: - Beleid - Financiële en actuariële analyses - Visitatierapport - Klanttevredenheidsonderzoek - Deskundigheidsontwikkeling - Vooruitzichten.
47
JAARVERSLAG 2008
In 2009 zijn geen adviezen uitgebracht.
SAMENVATTEND OORDEEL VISITATIE BEDRIJFSPENSIOENFONDS AVH Inleiding In de eerste helft van 2009 heeft de visitatiecommissie haar onderzoek gedaan. Hieronder is het samenvattend oordeel van de commissie opgenomen. Wettelijk kader De visitatie is ingericht conform het bepaalde in de Pensioenwet en in de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur zoals opgesteld door de Stichting van de Arbeid. Het doel van de visitatie is: - Het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks en balances binnen het fonds; - het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd; - het beoordelen van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de korte en langere termijn. Op basis van de uitgevoerde visitatie zijn wij van oordeel dat de beleids- en bestuursprocedures en de checks en balances voldoende zijn ontwikkeld, dat het fonds adequaat wordt aangestuurd en bestuurlijk in control is en dat het bestuur verantwoord omgaat met de risico’s op zowel korte als langere termijn. Voorts zijn wij van mening dat het fonds bestuurd wordt vanuit evenwichtige belangenafwegingen, conform artikel 105, tweede lid Pensioenwet waarin wordt bepaald: “De personen die het beleid van een pensioenfonds bepalen of mede bepalen richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de werkgever en zorgen ervoor dat deze zich door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen”. Voorts wordt voldaan aan principe A5 uit Pension Fund Governance dat bepaalt: “Het bestuur stelt zich onafhankelijk op, handelt uitsluitend ten behoeve van alle belanghebbenden, weegt hun belangen op zorgvuldige en evenwichtige wijze tegen elkaar af en maakt deze afweging inzichtelijk.” Samenvatting visitatierapport Bedrijfspensioenfonds AVH 1. Bestuursbeleid en –aansturing Bevindingen - Bestuursfunctioneren is goed en besluitvorming is transparant vastgelegd. - Collectieve deskundigheid bestuur is toereikend; verhogen individuele kennis is geagendeerd. - Bestuursondersteuning is kwalitatief goed. Aanbevelingen - Vorm de besluiten- en actielijst die per vergadering wordt opgesteld om naar een doorlopend genummerde lijst van besluiten en acties die inzicht geeft in status en voortgangsbewaking.
JAARVERSLAG 2008
- Verzorg een consequente vastlegging van de toetsing van beleidsplannen en (strategische) besluitvorming. Hierbij dient te worden ingegaan op alle relevante perspectieven in het bijzonder het juridisch en compliance perspectief.
48
SAMENVATTEND OORDEEL VISITATIE BEDRIJFSPENSIOENFONDS AVH 2. Risicoanalyse Bevindingen - Periodieke risicoanalyse is aanwezig. - Financiële risico’s, deskundigheidsrisico’s en integriteitsrisico’s worden periodiek gemonitord. - Strategische- en uitvoeringsthema’s worden vanuit diverse perspectieven op risico’s getoetst. Aanbevelingen - Ontwikkel de periodieke risicoanalyse door naar een integrale risicoanalyse. Bij een integrale risicoanalyse worden zowel bedreigingen als kansen inzichtelijk gemaakt. - Voer bij strategische beslissingen een toets uit op alle relevante (juridische) risico’s 3. Goed pensioenfondsbestuur Bevindingen - Aanbevelingen toezichthouder zijn overgenomen en opgevolgd. - Compliance en compliancemonitoring is goed geregeld. - Geen bijzonderheden vanuit controle door actuaris en accountant; aandachtspunten worden opgevolgd. - Er is aandacht voor het samenspel tussen deelnemersraad en bestuur. - Functioneren van het verantwoordingsorgaan is in gang gezet. - Beheersing van processen op basis van ruime informatieverstrekking. Aanbeveling Laat de externe accountant jaarlijks een managementletter uitbrengen. 4. Organisatie, uitvoering, uitbesteding Bevindingen - Korte lijnen en kleinschaligheid waarborgen voldoende grip van het bestuur op de uitvoering. - Beheersing van de uitvoeringsorganisatie onder andere via jaarlijkse begroting. - Uitvoeringskosten zijn relatief gunstig ten opzichte van andere pensioenfondsen. - Organisatie, uitvoeringsorganisatie en uitvoeringsovereenkomst zijn toegankelijk vastgelegd. - ICT-beleid en ICT-beheer is vastgelegd. - Periodieke evaluatie eigen beheer pensioenapplicatie is geagendeerd. - De administratieve organisatie is recent getoetst. - Uitbestedingsbeleid is vastgelegd.
49
JAARVERSLAG 2008
Aanbevelingen - Verwerk het ICT-beleid en ICT-beheer in de ABTN en behandel daarin alle operationele risico’s en de hiervoor ingerichte beheersingsmaatregelen. - Blijf het ICT beleid jaarlijks kritisch beoordelen inclusief de evaluatie van het gebruik van de pensioenapplicatie in eigen beheer en rapporteer hierover aan het bestuur.
SAMENVATTEND OORDEEL VISITATIE BEDRIJFSPENSIOENFONDS AVH Blijf beoordelen of toereikende beheersingsmaatregelen worden gehanteerd die de continuïteit waarborgen en dat kan worden ingespeeld op (wettelijke) ontwikkelingen op pensioengebied 5. Pensioenbeleid Bevindingen - Werkingssfeer verplichtstelling heeft continu aandacht van het bestuur. - Geen opmerkingen over statuten, pensioenreglementen en verplichtstelling/overeenkomsten. - Bestuur stelt zich onafhankelijk op; de interactie met sociale partners over uitvoerbaarheid verloopt soepel. - Voor de pensioenregelingen wordt via maatwerk ingespeeld op behoeften van de bedrijfstak. - Het bestuur heeft voldoende mogelijkheden om de ontwikkelingen op pensioengebied te volgen. Aanbeveling Herhaal klanttevredenheidsonderzoek op structurele basis (iedere 3 jaar). 6. Financiële opzet Bevindingen - Bestuur stuurt op minimum vereist en vereist eigen vermogen via ALMstudie en via recent uitgevoerde continuïteitsanalyse. - Bestuur is duidelijk over haar risicohouding en –beleid en is nauw betrokken bij de totstandkoming van de ALM-studie. - Consistentie advisering over de financiële positie heeft uw voortdurende aandacht. - Het renterisico is op basis van het bestuursbeleid beperkt afgedekt. - Besluitvorming bestuur over niet toestaan afkoop kleine pensioenen berust op zorgvuldige belangenafweging. Aanbevelingen - Maak ABTN transparanter door op relevante plaatsen verwijzingen op te nemen naar Pensioenwet en Uitvoeringsbesluit Financieel Toetsingskader pensioenfondsen. - Ga na of de financiering van de indexatie van actieven en niet actieven verduidelijking behoeft. - Het vereist eigen vermogen wordt vastgesteld op de hoogste van de twee uitkomsten op basis van feitelijke of strategische asset-mix. Wij bevelen aan om deze werkwijze in de ABTN te verduidelijken.
JAARVERSLAG 2008
7. Beleggingsbeleid en –uitvoering Bevindingen - Beleggingsbeleid, risico’s en uitbesteding worden adequaat beheerst. - Defensieve risicohouding vertaalt zich in relatief gering belang zakelijke waarden. - Het beleggingsbeleid is gebaseerd op evenwichtige afwegingen vanuit ALMstudie. - Verantwoord beleggen is voortvarend opgepakt. - Maandelijkse monitoring van posities en performance.
50
SAMENVATTEND OORDEEL VISITATIE BEDRIJFSPENSIOENFONDS AVH - Alerte reactie en monitoring bestuur naar aanleiding van recente ontwikkelingen op financiële markten. Aanbevelingen - Valuta afdekking is strategisch maar er worden ook tactische bets genomen. Wij bevelen aan dit beleid te verwerken in de ABTN en het beleggingsplan en toe te lichten in het jaarverslag. - Geef een toelichting op de performance op private equity; in het jaarverslag 2007 is de underperformance niet toegelicht (de J curve problematiek). - Per eind van het kwartaal wordt gerebalanced naar de bandbreedte indien de bandbreedte is overschreden. Deze formulering kan verduidelijkt worden door aan te geven dat hiermee bedoeld wordt dat hierbij wordt gepositioneerd op de grens van de bandbreedte. - Er wordt wellicht een mandaat gegeven voor toepassing van tactische assetallocatie binnen de categorie vastrentende waarden (dus op niveau van sub/categorie) door een asset-manager. Wij bevelen aan dat in het beleggingsplan doelstellingen en verwachtingen hieromtrent worden geformuleerd evenals het gestelde risicobudget. - Wij bevelen aan om eventuele toepassing van tactische asset-allocatie in ABTN en beleggingsplan te beschrijven. - Wij bevelen aan een procedure te ontwerpen die voorziet in de mogelijkheid van tussentijdse aanpassing van de z.g. normportefeuille, anders dan op grond van de Vrijstellingsregeling bedrijfstakpensioenfondsen mogelijk is. Voorts bevelen wij aan de floating normgewichten bij te houden en bij eventuele rebalancing in de loop van het jaar te sturen op deze floating normgewichten, of daar althans rekening mee te houden. Beide aanbevelingen hebben de bedoeling om de kans op het onnodig lopen van zscore risico te verminderen. - Gelet op het feit dat u in de praktijk in beleggingsfondsen participeert die bovendien indexbelegging als strategie hanteren, adviseren wij u de beleggingscriteria (richtlijnen) continu te toetsen op relevantie. 8. Communicatie Bevindingen Communicatieplan beschikbaar en er zijn voldoende middelen voor uitwerking.
51
JAARVERSLAG 2008
Aanbevelingen - Agendeer verbeterpunten AFM naar aanleiding van self assessment communicatie en zorgplicht. - Vul communicatieplan aan op onder andere de volgende punten: tijdigheid, toeslagenlabel/matrix, samenstelling, omvang en reikwijdte van de toetsing van communicatie-uitingen door de klankbordgroep, overzicht wettelijke informatieverplichtingen en uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek. - Verbeter de website op onder andere de volgende onderdelen: nieuwsrubriek, deelnemersgedeelte inclusief een werkende pensioenplanner, actualisatie cijfers en titels jaaronafhankelijk maken. - BPF AVH verstrekt populaire versies van de reglementen. Kwaliteit van deze boekjes zou verbeteren door een jaartal toe te voegen. - Het jaarverslag kan qua vormgeving en indeling worden verbeterd.
SAMENVATTEND OORDEEL VISITATIE BEDRIJFSPENSIOENFONDS AVH 9. Thema’s: De financiële crisis en overige onderwerpen Wij bespraken uitgebreid de aspecten het pensioenfonds aangaande rond de financiële crisis. Onze bevinding is dat het bestuur goed op de hoogte is van de implicaties van de financiële crisis voor het fonds en de instrumenten heeft om hier adequaat op in te spelen. Er zijn extra besprekingen gevoerd, mede met externe adviseurs om passende maatregelen te bespreken. Hier is een actielijst uit voortgekomen. Het bestuur voelt zich bij handelen overigens wel belemmerd door een aantal beperkingen als gevolg van weten regelgeving, vooral de gedwongen focus op de korte termijn en belemmeringen als gevolg van de “z-score regelgeving”. Tot slot bespraken wij de sterkte – zwakte analyse met betrekking tot BPF AVH. De visie van het bestuur is: De kracht van BPF AVH - goede samenwerking sociale partners in het bestuur. - prettig en deskundig personeel binnen de uitvoeringsorganisatie. - een hoge betalingsmoraal binnen de achterban. - continuïteit en draagvlak binnen de achterban. - de financiële crisis heeft (in algemene zin) waarschijnlijk ook wel positieve kanten, financiële instellingen kunnen er “sterker uitkomen”. Een zelfreinigende werking. Na een crisis volgt meestal een trendbreuk met nieuwe kansen. In- en externe Aandachtspunten - onzekerheid economische vooruitzichten (naar diepte en lengte) en de gevolgen voor het zowel fonds als bedrijfstak. - nog steeds niet-transparante producten in de markt. - z-score belemmeringen, daardoor risico van gemiste kansen op beleggingsgebied en voorts risico afvlakking draagvlak bij achterban. VisitatieOpMaat, 20 april 2009 Drs. J. Groenewoud H.J.P. Strang RA
JAARVERSLAG 2008
D. Wenting AAG RBA
52
SAMENVATTEND OORDEEL VISITATIE BEDRIJFSPENSIOENFONDS AVH Reactie van het bestuur op het rapport van de visitatiecommissie Het bestuur van Bpf AVH heeft de aanbevelingen van de visitatiecommissie gedaan in het rapport van 20 april 2009 overgenomen, met uitzondering van die aanbevelingen die nog nader onderzocht moeten worden, zoals bijvoorbeeld de aanbeveling inzake een tussentijdse aanpassing van de normportfeuille en het hanteren van floatingnormgewichten .De aangenomen aanbevelingen zullen dit en volgend jaar aan de hand van een aktielijst uitgevoerd worden. Het bestuur van Bpf AVH,
53
JAARVERSLAG 2008
Den Haag, 18 juni 2009 Mevr. J.A.M. Bergervoet, voorzitter drs. L.A.M. Welschen, vice-voorzitter
VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN Verslag Het verantwoordingsorgaan heeft in 2008 vier keer vergaderd, waarvan tweemaal gezamenlijk met het bestuur van Bpf AVH. Op 20 maart 2008 is er een kennismakingsbijeenkomst geweest tussen het verantwoordingsorgaan en het bestuur. Op 10 april 2008 is het verantwoordingsorgaan in vergadering bijeengekomen, in welke vergadering het positief advies heeft gegeven over: de vergoedingsregeling voor leden van (dagelijks) bestuur, bestuurscommissies en deelnemersraad, het reglement en de samenstelling van de visitatiecommissie, het reglement van interne klachten- en geschillenprocedure en het communicatiebeleid. In een gezamenlijke vergadering van juni 2008 heeft het bestuur uit eigen beweging verantwoording afgelegd over: zijn handelen en het gevoerde beleid 2007 en de beleidskeuzes voor de langere termijn. In zijn verslag d.d. 19 juni 2008 heeft het verantwoordingsorgaan uitgesproken dat het bestuur in 2007 een verantwoord beleid heeft gevoerd. In de vergadering van 13 november 2008 heeft het verantwoordingsorgaan zich op de hoogte gesteld van de impact van de financiële crisis op Bpf AVH en van de uitvoeringsorganisatie. Daarnaast is er geëvalueerd over de opleidingsdag van oktober 2008. In de vergadering van 11 december 2008 heeft het bestuur het verantwoordingsorgaan geïnformeerd over: het dekkingstekort, het deterministische deel van de continuïteitsanalyse, het strategisch beleggingsbeleid en de normportefeuille 2009, de verwachting dat er in januari 2009 besloten zal worden om de pensioenen niet te indexeren, het deskundigheidsplan en het voornemen om in 2009 andere huisvesting te betrekken. In de eerste helft van 2009 is het verantwoordingsorgaan drie keer in vergadering bijeengekomen, te weten op: 9 april, 10 juni en 18 juni (gezamenlijk met bestuur). Op 9 april 2009 heeft het verantwoordingsorgaan zich laten informeren over: vermogensbeheer, deskundigheid, uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek, het herstelplan, de board functioning index (zelfevaluatie bestuur en deelnemersraad), het uitstel van het indexatielabel en de ophanden zijnde samenwerking van Bpf AVH met Bpf Dranken in de Stichting Servicekantoor AGH, waarbij in het bijzonder is ingegaan op de door deze partijen getekende intentieverklaring om de samenwerking vorm te geven en de organisatorische- en personele veranderingen als gevolg hiervan voor Bpf AVH en Stichting Servicekantoor AGH. In de vergadering van 10 juni 2009 heeft het verantwoordingsorgaan zich laten informeren over: het rapport van de visitatiecommissie, de agenda van de gezamenlijke vergadering van het bestuur met het verantwoordingsorgaan op 18 juni 2009, het concept-rapport van de adviserende actuaris, het concept-jaarverslag 2008 met daarin het concept-verslag van het verantwoordingsorgaan en over de stand van zaken aangaande de samenwerking tussen Bpf AVH en Bpf Dranken in Stichting Servicekantoor AGH. Op 18 juni 2009 heeft het bestuur van Bpf AVH verantwoording afgelegd over: zijn handelen en het gevoerde beleid 2008, de beleidskeuzes voor de langere termijn en over de afgesproken samenwerking van Bpf AVH met Bpf Dranken in Stichting Servicekantoor AGH.
JAARVERSLAG 2008
Het verantwoordingsorgaan van Bpf AVH is op basis van: het jaarverslag, de actuariële rapporten en het accountantsverslag 2008, het rapport van de visitatiecommissie, het rapport klanttevredenheidsonderzoek, het herstelplan, de door het bestuur en de directie aangereikte stukken inzake het bestuursbeleid, de vooruitzichten en de gemaakte afspraken inzake de interne beheersing, en met het bestuur en de directie gevoerde gesprekken van mening dat het bestuur van Bpf AVH een verantwoord beleid heeft gevoerd. Verantwoordingsorgaan Bpf AVH, Den Haag, 18 juni 2009 dhr. J.J. Horn, voorzitter verantwoordingsorgaan dhr. H.J.I. Giesendorf, plv. voorzitter verantwoordingsorgaan
54
VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
Reactie van het bestuur op verslag verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft met voldoening kennis genomen van het oordeel van het verantwoordingsorgaan.
Het bestuur van Bpf AVH,
55
JAARVERSLAG 2008
Den Haag, 18 juni 2009 Mevr. J.A.M. Bergervoet, voorzitter drs. L.A.M. Welschen, vice-voorzitter
JAARVERSLAG 2008
JAARREKENING
56
57
JAARVERSLAG 2008
JAARREKENING
BALANS PER 31 DECEMBER 2008 Na bestemming van het saldo van baten en lasten Activa (x duizend euro) Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Ref. 4
31 december 2008
27.913 43.482 366.630 43.574 15.348
31 december 2007
28.951 66.543 323.431 84 13.597
496.947
432.606
Deelnemingen
5
100
100
Immateriële vaste activa
6
18
16
Materiële vaste activa
7
1.478
1.526
Vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen
8
7008
6.444
7008 Overige activa Liquide middelen
JAARVERSLAG 2008
Totaal activa
13
13.677
6.444 4.860
13.677
4.860
519.228
445.552
58
BALANS PER 31 DECEMBER 2008
Ref.
31 december 2008
31 december 2007
0 0 14.924
0 136 80.280
Passiva (x duizend euro) 9
14.924 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
Overige schulden en overlopende passiva
Totaal passiva
80.417
10 502.928
11
348.802
502.928
348.802
1.376
16.334
519.228
445.552
59
JAARVERSLAG 2008
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal Bestemmingsreserves Overige reserves
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2008
2008
Ref.
JAARVERSLAG 2008
Baten (x duizend euro) Premiebijdragen (van werkgever en werknemers) Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Saldo overdrachten van rechten Overige baten
15 16 21 18
45.420 42.959 14.832 829
2007
36.939 4.937 37.343 136
104.040
79.355
Lasten (x duizend euro) Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten
17 19
12.409 1.908
11.722 2.014
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Overige lasten
20 22
154.126 954
19.727 985
169.397
34.448
Saldo van baten en lasten
- 65.357
44.907
Bestemming van het saldo van baten en lasten Bestemmingsreserves Overige reserves
136 - 65.493
136 44.771
Totaal saldo van baten en lasten
- 65.357
44.907
60
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2008
Ref. Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen in verband met overdracht van rechten Overige ontvangsten Betaalde pensioenuitkeringen Betaald in verband met overdracht van rechten Betaalde pensioenuitvoeringskosten Betaalde premies herverzekering
€
2008 €
€
45..756
36.053
16.244 - 15.466 - 12.909
38.398 12.036 -11.459
- 1.412 - 1.862 - 251
-1.055 -1.735 -226 30.100
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Aankopen beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer
258.281 7.132 -286.064 -6 32
2007 €
59.976 226.152 8.598 -305.520 -325
- 21.283
-59.059
Nettokasstroom
8.817
917
Mutatie liquide middelen
8.817
917
4.860 8.817
3.943 917
13.677
4.860
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Stand per 1 januari Mutatie liquide middelen
Stand per 31 december
13
61
JAARVERSLAG 2008
Het verloop van de liquide middelen is als volgt:
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 1. Algemene toelichting 1.1
Activiteiten Het doel van Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregelingen van de verplicht gestelde aangesloten werkgevers.
1.2
Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehanteerd.
2.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
2.1
Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in 1.000 euro’s. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op reële waarde. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
2.2
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
2.3
Beleggingen voor risico pensioenfonds
JAARVERSLAG 2008
Vastgoedbeleggingen Het vastgoed wordt gewaardeerd tegen reële waarde, zijnde de marktwaarde onder aftrek van verkoopkosten. De gehele portefeuille wordt gedurende het jaar getaxeerd door externe taxateurs. Taxaties vinden plaats volgens de richtlijnen van de ROZ/IPD. De indirecte vastgoedbeleggingen betreffen de participaties in vastgoedmaatschappijen of vastgoedbeleggingsinstellingen. Deze aandelen worden gewaardeerd tegen marktwaarde, gebaseerd op de beurskoers per balansdatum.
62
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Vastrentende waarden Onder de post vastrentende waarde zijn verantwoord: x Obligaties; Obligaties zijn gewaardeerd tegen de beurskoers op balansdatum inclusief de lopende interest ultimo jaar. x Participaties in beleggingsinstellingen die beleggen obligaties; Participaties zijn gewaardeerd tegen de koers op balansdatum inclusief de lopende interest ultimo jaar. x Onderhandse geldleningen; Aan de hand van de static data van de Onderhandse Leningen waarbij diverse gegevens moeten worden aangeleverd wordt de theoretische waarde van de Onderhandse Lening berekend op basis van een yield curve. De yield curve bestaat uit een aantal yields met verschillende looptijden. Deze waarden worden maandelijks opgehaald uit Bloomberg en opgeslagen in een tabel. Er wordt een contante waarde berekend van toekomstige couponbetalingen en de uiteindelijke lossing. x Deposito’s. Deposito’s zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Aandelen Onder de post aandelen zijn verantwoord: x Beursgenoteerde aandelen; x Participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen. Beursgenoteerde aandelen zijn gewaardeerd tegen de beurskoers op balansdatum Derivaten Derivaten zijn financiële instrumenten die zijn afgeleid van meer traditionele producten als aandelen en obligaties. Het betreft valutatermijncontracten, interest rate swaps en swaptions. Positieve posities uit hoofde van derivatencontracten worden gepresenteerd onder derivaten. Negatieve posities uit hoofde van derivatencontracten ultimo verslagjaar worden gepresenteerd onder verplichtingen uit hoofde van de beleggingen. De waarderingsmethode van de IRS en swaptions is: Interest rate swaps: waardering op basis van theoretische bepaling, middels zero coupon yieldcurve op basis van marktrentes. Swaptions: waardering tegen marktwaarde, op basis van slotkoersen (mid price via markit). Valutatermijncontracten: waardering tegen actuele koers inclusief agio/disagio forward punten (tics)
2.9
Deelnemingen Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen kostprijs
2.10
Immateriële vaste activa Computersoftware Gekochte softwarelicenties worden geactiveerd tegen de verkrijgingsprijs en afgeschreven over de geschatte economische levensduur. 63
JAARVERSLAG 2008
Overige beleggingen Hedgefunds en commodities worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde, zijnde een benaderde marktwaarde.
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2.11
Materiële vaste activa Bedrijfsgebouw is gewaardeerd op de actuele waarde. De actuele waarde wordt vervolgens bepaald op basis van de taxatiewaarde van het bedrijfsgebouw. Overige vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur.
2.12
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid.
2.13
Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas, banktegoeden en deposito’s die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel met een looptijd korter dan twaalf maanden.
2.14
Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen.
2.15
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds (VPV) wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente, waarvoor de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB wordt gebruikt. Bij de berekening van de VPV is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen.
JAARVERSLAG 2008
Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid.
64
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De VPV is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: x De gehanteerde marktrente die gebaseerd is op de rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB, rekening houdend met een gewogen gemiddelde looptijd van de uitkeringen (duration) van 19,9 jaar in huidig boekjaar en 17 jaar in vorig boekjaar. x Overlevingstafels, te weten de AG-prognosetafels 2005-2050 met een leeftijdsterugstelling van 1 jaar voor zowel mannen als vrouwen. De starttafel is de tafel 2006 – 2011. x Een vast leeftijdsverschil tussen (gewezen) deelnemer en partner van drie jaar. x Aangenomen is dat 90% van de deelnemers en gewezen deelnemers met premievrije aanspraken gehuwd is. Voor personen die op of na 1 januari 2002 actieve deelnemer zijn (geweest) wordt op leeftijd 65 uitgegaan van een percentage van 100 (in verband met uitruil). Voor deelnemers met een ingegaan ouderdomspensioen is rekening gehouden met de werkelijke burgerlijke staat. x Ter dekking van het wezenpensioen is de voorziening voor partnerpensioen verhoogd met 1,5%. x Een kostenopslag ter grootte van 2% van de VPV in verband toekomstige administratie- en excassokosten. x De toekomstige pensioenopbouw voor arbeidsongeschikte deelnemers is meegenomen in de technische voorziening. 3.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat 3.1
Algemeen De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorzieningen pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat.
3.2
Premiebijdragen Onder premiebijdragen wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. 65
JAARVERSLAG 2008
3.4
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. Kosten vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden de externe kosten verstaan. Verrekening van kosten Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen e.d. 3.7
Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
3.8
Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
3.9
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Pensioenopbouw Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken en rechten over het boekjaar gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben.
JAARVERSLAG 2008
Indexering en overige toeslagen Indien de middelen van Bpf AVH volgens het bestuur toereikend zijn, wordt op de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari een indexatie toegepast. De hoogte van de toeslagverlening is afhankelijk van de beschikbare premie en de overrendementen. Bij de jaarlijkse bestuursbeslissing inzake de aanpassing dient de een afgesproken staffel tot leidraad. Bpf AVH heeft geen geld gereserveerd om uw opgebouwde pensioen in de toekomst te verhogen, maar zal de toekomstige verhoging betalen uit pensioenpremie en uit overrendementen. Er is een duidelijke ambitie om te indexeren, maar de indexatie is nadrukkelijk voorwaardelijk. Uit de continuïteitsanalyse uitgevoerd in 2007 is het volgende gebleken. De actieve deelnemers mogen over de komende jaren gemiddeld rond de 2,25% verhoging verwachten, maar dit kan per jaar verschillen. Deze verhoging is meer dan de helft van de stijging van het indexcijfer voor de CAOlonen. De actieve deelnemer ontvangt bijna altijd 0,75% (dit wil zeggen dat 66
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN men over de komende jaren mag verwachten dat in 95% van de gevallen het opgebouwde pensioen gemiddeld met 0,75% wordt verhoogd). Gewezen deelnemers en gepensioneerden mogen over de komende jaren gemiddeld rond de 1,5% verhoging verwachten, maar dit kan per jaar verschillen. Deze verhoging is meer dan de helft van de stijging van het consumentenprijsindexcijfer. De gewezen deelnemer en de gepensioneerde ontvangen bijna altijd 0,50% (dit wil zeggen dat men over de komende jaren mag verwachten dat in 95% van de gevallen het premievrije pensioen en de pensioenuitkeringen gemiddeld met 0,50% worden verhoogd). Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De interesttoevoeging wordt tegen de rekenrente primo berekend over de beginstand en de mutaties gedurende het jaar. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten De uit te keren pensioenen vallen vrij uit de voorziening pensioenverplichtingen samen met 2% van die uitkeringen ter dekking van excasso- en uitvoeringskosten. Wijziging marktrente Ultimo van het jaar wordt overgegaan naar de per die datum geldende rentetermijnstructuur, hetgeen een mutatie in de voorziening tot gevolg heeft. De bij de voorziening behorende gemiddelde marktrente is gedaald van 4,9% ultimo 2007 naar 3,6% ultimo 2008. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten De voorziening pensioenverplichtingen wijzigt door inkomen en uitgaande waardeoverdrachten. 3.12 Saldo overdrachten van rechten
67
JAARVERSLAG 2008
De post saldo overdracht van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen.
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 4.
Beleggingen voor risico pensioenfonds
Stand per 1 januari 2007 Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardeontwikkeling
Vastgoed- Aandelen Vast- Derivaten Overige Totaal beleggingen rentende belegwaarden gingen € € € € € € 22.146 55.061 258.481 57 20.804 356.549 6.385 23.845 143.581 125.690 705 300.206 -430 -10.239 -82.834 -126.038 -6.611 -226.152 92 48 3.199 -72 -193 3.074 758 -2.172 1.004 447 -1.108 -1.071
Stand per 31 december 2007 Aankopen Verkopen Overige mutaties Waardeontwikkeling
28.951 180 -90 -10 -1.118
Stand per 31 december 2008
27.913
66.543 323.431 14.805 259.532 -1.712 -232.032 -1.260 -1.340 -34.894 17.039
43.482
366.630
84 920 -13.321 -1.972 57.863
43.574
13.597 432.606 10.627 286.064 -5.300 -252.455 -1.244 -5.826 -2.332 36.558
15.348
496.947
Vastgoedbeleggingen
Indirecte vastgoedbeleggingen (participaties in beleggingsinstellingen) Overige vorderingen
2008 € 27.831 82
2007 € 28.859 92
Stand per 31 december
27.913
28.951
Private equity aandelen Beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelenbeleggingsfondsen Liquide middelen
2008 € 4.284 39.022 176
2007 € 758 65.737 48
Stand per 31 december
43.482
66.543
JAARVERSLAG 2008
Aandelen
68
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Vastrentende waarden
Obligaties Leningen op schuldbekentenis Andere waardepapieren met een vaste of variabele rente Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden Deposito’s en dergelijke Overige vorderingen Liquide middelen
2008 € 7.854 13.626 0
2007 € 7.358 18.369 3.909
286.614 58.066 449 21
266.088 24.509 3.189 10
Stand per 31 december
366.630
323.431
Valutaderivaten Overige derivaten
2008 € 1.231 42.343
2007 € 84 0
Stand per 31 december
43.574
84
Derivaten
Overige beleggingen De overige beleggingen worden hieronder naar aard en omvang toegelicht.
Hedgefondsen Commoditiefonds (grondstoffen, edele metalen) Stand per 31 december
2008 € 7.796 7.552
2007 € 12.353 1.244
15.348
13.597
Methodiek bepaling marktwaarde
Opgemerkt wordt dat schattingen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waardeoordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie. 69
JAARVERSLAG 2008
Bij de waardering van de beleggingen van de stichting kan voor het grootste deel gebruik worden gemaakt van marktnoteringen, met uitzondering van hedge funds, private equity, onderhandse leningen en vastgoed, die op basis van waarderingsmodellen en technieken zijn gewaardeerd. (netto vermogenswaarde; zijnde benaderde marktwaarde).
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Schatting van reële waarde in geval van ontbreken directe en afgeleide marktnoteringen De belangrijkste waarderingsmodellen en -technieken die gehanteerd zijn bij het schatten van de reële waarde van financiële instrumenten zijn: x Gecontroleerde jaarrekeningen (intrinsieke waarde). x Mededelingen gerenommeerde derde-partijen: banken, brokers, custodians, etc. (transactieprijzen). x Due-diligencewaarderingsrapporten. Rentevoeten gehanteerd bij de bepaling van de reële waarde Op balansdatum zijn de volgende rentevoeten gehanteerd:
31 31 december december 2008 2007 % % 3,88 4,00 3,92 4,85
Vastrentende waarden Derivaten Overige toelichtingen
De volgende balansposities en/of toekomstige kasstromen worden door het fonds door middel van derivaten afgedekt: x Beleggingen in Amerikaanse dollars per 31 december 2008 waarbij deze beleggingen een waarde in euro’s vertegenwoordigen van 3.773. x Beleggingen in Britse ponden per 31 december 2008 waarbij deze beleggingen een waarde in euro’s vertegenwoordigen van 5.994 5. Deelnemingen Het verloop van de deelnemingen kan als volgt worden gespecificeerd:
Stand per 1 januari 2008
Deelnemingen € 100
Totaal € 100
100
100
Stand per 31 december 2008
De belangen van de stichting in andere maatschappijen zijn als volgt verdeeld:
Aandeel in geplaatst kapitaal in % 12,5
Naam, vestigingsplaats
JAARVERSLAG 2008
LevensloopPlus BV te Utrecht
70
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 6. Immateriële vaste activa Computersoftware €
Totaal
34 -18
34 -18
Boekwaarden
16
16
Mutaties Investeringen Afschrijvingen
13 -11
13 -11
2
2
47 -29
47 -29
18
18
Saldo Stand per 31 december 2008 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden Afschrijvingspercentages
33,3
71
JAARVERSLAG 2008
Stand per 1 januari 2008 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
€
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 7. Materiële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa worden als volgt weergegeven: BedrijfsAndere vaste gebouwen bedrijfsmiddelen € € Stand per 1 januari 2008 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen
Totaal €
1.400
323
1.723
0
-197
-197
Boekwaarden
1.400
126
1.526
Mutaties Investeringen Afschrijvingen
0 0
9 -66
9 -66
Saldo
0
-57
-57
1.400
332
1.732
0
-254
-254
1.400
78
1.478
Stand per 31 december 2008 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden Afschrijvingspercentages
Bedrijfsgebouw Andere vaste bedrijfsmiddelen
25
31-12-2008 31-12-2007 € € 1.400 1.400 78 126 1.478
JAARVERSLAG 2008
De waarde van het bedrijfsgebouw is bepaald op grond van geregeld uitgevoerde taxaties door deskundigen, eventueel gecorrigeerd met specifieke indexcijfers voor de jaren waarin geen taxatie heeft plaatsgehad Het bedrijfsgebouw is voor het laatst in 2005 getaxeerd.
72
1.526
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 8. Overige vorderingen
Vordering op werkgevers Vordering vpgaard Overlopende activa
2008 € 3.577 3.041 390
2007 € 3.247 2.724 473
Stand per 31 december
7.008
6.444
Alle overige vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 9. Stichtingskapitaal en reserves
Stand per 1 januari 2007 Bestemming saldo van baten en lasten Overige mutaties
Stichtings- Bestemmings- Overige kapitaal reserves reserves € € € 0 272 35.374 0 0 44.907 0 -136 0
Totaal € 35.646 44.907 -136
Stand per 31 december 2007 Bestemming saldo van baten en lasten Overige mutaties
0 0 0
136 0 -136
80.281 - 65.357 0
80.417 -65.357 -136
Stand per 31 december 2008
0
0
14.924
14.924
73
JAARVERSLAG 2008
Herwaarderingsreserve Ondernemingen die hun jaarrekening opmaken volgens de bepalingen van Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek moeten uit oogpunt van kapitaalbescherming een herwaarderingsreserve aanhouden ter grootte van de niet gerealiseerde waardevermeerderingen van activa waarvoor geen frequente marktnoteringen bestaan. Hierdoor wordt het vereiste inzicht in het vermogen gegeven, terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen dat crediteuren kunnen worden benadeeld door dividend uitkeringen uit nietuitkeerbare reserves. Voor banken en verzekeraars is een uitzonderingsbepaling van toepassing. Voor pensioenfondesen is echter nog geen uitzonderingsbepaling van toepassing. Pensioenfondsen hebben vanwege hun juridische status (stichting) geen aandeelhouders en kennen geen dividenduitkeringen. Tegen deze achtergrond is geen separate herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserves zouden per 31 december 2008 circa EUR 0,6 miljoen hebben bedragen. Overigens worden belanghebbenden bij een pensioenfonds afdoende beschermd door de regels die door het Financieel Toetsingskader (FTK) worden gesteld.
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Bestemmingsreserves De bestemmingsreserve heeft betrekking op waardeoverdracht:
Stand per 1 januari Afname bestemmingsreserve waarde overdracht
2008 € 136 -136
2007 € 272 -136
0
136
Stand per 31 december
Buffers worden door het pensioenfonds berekend met behulp van de standaardmethode. Hierbij wordt voor de samenstelling van de beleggingen uitgegaan van de feitelijke assetmix in de evenwichtssituatie. De dekkingsgraad van het pensioenfonds bedraagt per 31 december 2008 103 % (2007: 123 %) en is daarmee in vergelijking met vorig jaar afgenomen. De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als dekkingstekort. Het (minimaal) vereist eiden vermogen wordt berekend met gebruikmaking van het standaard model. Per 31 december 2008 bevindt het pensioenfonds zich in een situatie waarbij zowel sprake is van een dekkingstekort als reservetekort. Het bestuur heeft in maart 2009 een geïntegreerd herstelplan, hetgeen bestaat uit een korte- en langetermijnplan, opgesteld en vastgesteld. Het geïntegreerd herstelplan is voor goedkeuring ingediend bij DNB. Het herstelplan is opgesteld volgens bepaalde uitgangspunten en veronderstellingen dit alles binnen de door de wet gestelde mogelijkheden. De realisatie van het herstelplan zal waarschijnlijk afwijken van de toegepaste veronderstellingen. Het korte- en langetermijnherstelplan leidt tot herstel binenn de wettelijk gestelde termijnen van 1 – 5 respectievelijk 1 – 15 jaar. Het herstelplan is in hoofdlijnen gebaseerd op de volgende realistische uitgangspunten Er tot 2016 niet dan gering wordt geïndexeerd. Nadien zullen er meerdere jaren zijn waarin wel volledig wordt geïndexeerd.
JAARVERSLAG 2008
Tot 2015 de premie op het huidige niveau zal worden gehandhaafd. Naar verwachting zal, als gevolg van de vergrijzing, in de periode van 2015 tot en met 2023 de premie in stapjes verhoogd moeten worden. Daardoor zal de premie in 2023 naar verwachting ruim 10% hoger liggen dan het huidige niveau.
74
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 10. Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Het mutatieoverzicht van de voorziening pensioenverplichtingen luidt als volgt:
2008 Totaal € 348.802
2007 Totaal € 329.075
Stand per 1 januari 2008 Bij: – Toevoeging pensioenopbouw – Indexering en overige toeslagen – Rentetoevoeging – Mutatie overdrachten van rechten – Overige mutaties Af: – Onttrekking voor pensioenuitkeringen – Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten – Wijziging marktrente – Overige mutaties
24.574 5.096 17.474 11.554 0
23.648 1.790 15.007 28.474 0
- 13.111 - 240 110.872 - 2.093
-11.367 -222 -37.023 -580
Stand per 31 december 2008
502.928
348.802
Voor een toelichting op de verschillende posten wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten en lasten. De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld:
Actieven en arbeidsongeschikten Gepensioneerden Slapers Overige
Stand per 31 december
€ 210.006 114.402 178.520
2008 Aantallen 17.641 6.869 41.653
502.928
66.163
€ 129.256 91.814 127.732 0
2007 Aantallen 15.019 6.438 40.405 0
348.802
61.862
75
JAARVERSLAG 2008
Herverzekeringscontracten Door het pensioenfonds zijn herverzekeringscontracten afgesloten met betrekking tot het Tijdelijk Nabestaandenpensioen
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 11. Overige schulden en overlopende passiva
Werkgevers / Deelnemers Derivaten Sociale Lasten en belastingen Vooruit ontvangen waardeoverdracht Overige schulden overlopende passiva
2008 € 139 0 386 0 851
2007 € 111 1.973 310 12.786 1.154
Stand per 31 december
1.376
16.334
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. 12. Risicobeheer en derivaten Beleid en risicobeheer Voor risicobeheer heeft het bestuur de beschikking over de volgende beleidsinstrumenten: x ALM-beleid en duration-matching x Dekkingsgraad x Financieringsbeleid x Premiebeleid x Indexatiebeleid x Herverzekeringsbeleid x Risicobeleid alternatieve beleggingen x Risicobeleid ten aanzien van uitbesteding. Welke beleidsinstrumenten het bestuur op welke manier zal hanteren wordt bepaald op basis van uitvoerige analyses van de te verwachten toekomstige ontwikkelingen van de verplichtingen en de ontwikkelingen op de financiële markten. Voor deze analyses gebruikt men onder andere Asset-Liability Management-studies (ALM). Een ALM-studie analyseert de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s.
JAARVERSLAG 2008
Op basis van de uitkomsten van deze analyses stelt het bestuur jaarlijks beleggingsrichtlijnen vast waarop het door het fonds uit te voeren beleggingsbeleid wordt gebaseerd. De beleggingsrichtlijnen zetten uiteen binnen welke grenzen en normen het beleggingsbeleid moet worden uitgevoerd, en richten zich op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico’s. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruikgemaakt van derivaten die worden toegelicht in hoofdstuk 4 Beleggingen voor risico pensioenfonds. 1. Marktrisico Marktrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en prijs(koers)risico. De beleggingsdoelstellingen bepalen de strategie die de stichting volgt ten aanzien van het beleggingsrisico. In de dagelijkse praktijk ziet de beleggingscommissie toe op het marktrisico conform de binnen het pensioenfonds aanwezige beleidskaders en de beleggingsrichtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.
76
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 1.1. Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen. 31 31 december december 2008 2007 Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten) Duration van de vastrentende waarden (na derivaten) Duration van de (nominale) pensioenverplichtingen
5.40 16.40 19.90
6.45 6.45 17.00
Indien op balansdatum de duration van de beleggingen aanzienlijk korter is dan de duration van de verplichtingen is er sprake van een zogenaamde ‘duration-mismatch’. Bij een rentestijging zal de waarde van beleggingen minder snel dalen dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur), met als gevolg dat de dekkingsgraad zal stijgen. Voor het fonds geldt dat bij een rentedaling de waarde van de beleggingen minder snel stijgt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het fonds is gericht op het verkleinen van de duration-mismatch, bijvoorbeeld door meer langlopende obligaties in plaats van aandelen te kopen (aandelen hebben per definitie een duration van nul), en kortlopende obligaties te vervangen door langlopende obligaties. Een andere mogelijkheid is gebruik te maken van renteswaps of swaptions. Een renteswap ruilt een te ontvangen vaste lange rente (vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie) tegen een te betalen variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor). Aan de ene kant verkleint dit de duration-mismatch, maar aan de andere kant wordt het fonds nu afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente. Het risico van een verdere rentedaling is tijdelijk af te dekken door middel van een swaption, waarvoor een premie betaald moet worden. Het afsluiten van een swap of een swaption kan dus mismatchrisico’s afdekken, maar aan dit soort instrumenten zijn ook risico’s verbonden (zoals liquiditeits-, tegenpartij- en juridisch risico).
Resterende looptijd 1 jaar Resterende looptijd > 1 jaar en < 5 jaar Resterende looptijd 5 jaar
€ 65.460 140.321 160.849
2008 % 18 38 44
€ 36.413 129.661 157.357
2007 % 11 40 49
Totaal
366.630
100
323.431
100
77
JAARVERSLAG 2008
De vastrentende waarden, uitgesplitst naar looptijd, zijn als volgt:
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 1.2. Valutarisico Eind 2008 wordt voor circa 4 % (2007: 8 %) van de beleggingsportefeuille belegd buiten de eurozone, met name in Noord Amerika en Verenigd Koninkrijk . Hiervan is het US dollar deel voor 100 % (2006: 100 %) afgedekt door de euro. Daarnaast is in april 2008 besloten om het Britse Pond Sterling (GBP) ook gedeeltelijk af te dekken. Aanvankelijk voor 50% en aan het einde van het boekjaar was het GBP voor 75% afgedekt. Deze afdekking betrof een tactische beslissing. De waarde van de per het einde van het verslagjaar uitstaande valutatermijncontracten bedraagt € 1.231, (2007: € 84). De beleggingen in vreemde valuta kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: 31 december 31 december 2008 2007 € € 22.181 32.825
Aandelen
22.181
Totaal
32.825
De valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven:
Euro USD GBP Overig Totaal
2008 2007 Voor Valuta- Nettopositie Nettopositie afdekking derivaten (na) (na) € € € € 495.810 9.450 505.260 404.061 3.773 - 3.824 - 51 22 5.994 - 4.395 1.599 0 12.414 0 12.414 28.523 517.991
1.231
519.222
432.606
Het bestuur heeft besloten de risico’s met betrekking tot de valuta van opkomende markten en/of de markten die gekoppeld zijn aan de Amerikaanse dollar niet af te dekken.
JAARVERSLAG 2008
1.3. Prijsrisico Prijsrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren) waardewijzigingen plaatsvinden. Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) kan het prijsrisico dempen. Het prijsrisico kan ook afgedekt worden door gebruik te maken van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. De vastgoedbeleggingen en de aandelen kunnen als volgt naar sectoren en regio’s worden onderverdeeld:
78
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Vastgoedbeleggingen (sectoren)
Winkels Woningen Bedrijfsruimten Gemengd Participaties in vastgoedmaatschappijen Overige vorderingen Totaal Vastgoedbeleggingen (regio)
Europa Verenigde Staten Pacific Overige vorderingen Totaal
Aandelen (regio)
Europa Verenigde Staten Pacific Em. Markets Liquide middelen Totaal
31 december 2008 € 16.424 10.946 0 0 461 82
31 december 2007 € 17.032 11.380 159 103 185 92
27.913
28.951
31 december 2008 € 27.481 272 72 82 27.913
31 december 2007 € 28.355 352 152 92 28.951
31 december 2008 € 26.382 6.813 6.817 3.294 176 43.482
31 december 2007 € 44.001 6.430 8.065 7.999 48 66.543
79
JAARVERSLAG 2008
2. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt.
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand. In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de beleggingen naar sector weergegeven:
Overheidsinstellingen Financiële instellingen Handels- en industriële bedrijven Serviceorganisaties Andere instellingen
2008 € 205.325 99.437 18.300 2.831 40.737
2007 € 204.016 63.387 17.797 5.866 32.365
Totaal
366.630
323.431
Mature markets Andere opkomende markten
2008 € 365.340 1.290
2007 € 321.022 2.409
Totaal
366.630
323.431
De verdeling naar regio is weergegeven in onderstaande tabel:
JAARVERSLAG 2008
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven:
AAA AA A BBB BB B Overig*
2008 € 180.151 53.969 117.809 10.195 1.765 1.135 1.606
2007 € 154.446 36.191 115.867 10.215 1.744 1.854 3.114
Totaal
366.630
323.431
* betreft in een aantal gevallen het cashgedeelte van een beleggingsfonds. 80
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN
3. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities, rekening houdend met directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. De volgende zaken zijn van belang met betrekking tot het liquiditeitsrisico: x Tot en met het jaar 2008 zullen de inkomende premies het niveau van de uitkeringen overtreffen. x Ultimo 2008 zijn er voldoende obligaties, die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. 4. Verzekeringtechnische risico’s (actuariële risico’s) De belangrijkste actuariële risico’s zijn het langleven-, overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico. Het belangrijkste actuariële risico is het langlevenrisico (het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen). Door toepassing van de AG-prognosetafel 2005-2050 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit (‘schadereserve’). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het fonds heeft het nabestaanden- en wezenpensioen voor een deel op risicobasis herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. De herverzekeringsovereenkomst vervalt in 2009. Met de herverzekeraar is een resultaatdeling overeengekomen.
81
JAARVERSLAG 2008
5. Indexatierisico Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om de pensioenen te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in rente, rendement, looninflatie en demografie en de financiële ruimte in de pensioenpremie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de indexatietoezegging voorwaardelijk is.
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Uit de continuïteitsanalyse uitgevoerd in 2009 is het volgende gebleken. De actieve deelnemers mogen over de komende jaren gemiddeld rond de 2,25% verhoging verwachten, maar dit kan per jaar verschillen. Deze verhoging is meer dan de helft van de stijging van het indexcijfer voor de CAO-lonen. De actieve deelnemer ontvangt bijna altijd 0,75% (dit wil zeggen dat men over de komende jaren mag verwachten dat in 95% van de gevallen het opgebouwde pensioen gemiddeld met 0,75% wordt verhoogd). Gewezen deelnemers en gepensioneerden mogen over de komende jaren gemiddeld rond de 1,5% verhoging verwachten, maar dit kan per jaar verschillen. Deze verhoging is meer dan de helft van de stijging van het consumentenprijsindexcijfer. De gewezen deelnemer en de gepensioneerde ontvangen bijna altijd 0,50% (dit wil zeggen dat men over de komende jaren mag verwachten dat in 95% van de gevallen het premievrije pensioen en de pensioenuitkeringen gemiddeld met 0,50% worden verhoogd). 6. Concentratierisico Grote posten kunnen leiden tot concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden opgeteld. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt. Dit betreft per 31 december 2008 de volgende posten: x x
Aandelen: Vastrentende waarden
Europe Index Plus € 17.543 BGI Euro Covernmant Bond index € 183.485 BGI Euro Corporate Bond index € 78.076
JAARVERSLAG 2008
In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Overigens beperken concentratierisico’s zich niet uitsluitend tot de beleggingen.
82
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Overige niet-financiële risico’s 7. Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles en kwaliteit geautomatiseerde systemen. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. 8. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. 9. Gevoeligheidsanalyse De beleggingsportefeuille van Bpf AVH bestaat voor 72,5% uit vastrentende waarden, voor 12,5% uit aandelen, voor 5% uit niet-beursgenoteerd Nederlands vastgoed en voor 10% uit alternatieve beleggingen. De kredietrating van de vastrentende waarden is hoog te noemen (96% heeft een rating van A of hoger (49% heeft een AAA-rating). De vastrentende portefeuille is vrijwel geheel belegd in Europa (EMU). De aandelenportefeuille is voor 61% belegd in Europa. Daarnaast is ook een deel belegd in Noord-Amerika(16%), Pacific(16%) en Emering Markets(8%). Binnen de europese aandelenportefeuille is er nog gediversifieerd tussen large en small caps. Het valutarisico ten aanzien van de US Dollar is volledig afgedekt, middels valutatermijncontracten. Er is een mismatch tussen de duration van de vastrentende waarde (16,4) en de nominale verplichtingen (19,9). 10. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor zover dat binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van het fonds past maakt het fonds ook gebruik van financiële derivaten, voornamelijk bij het afdekken van het marktrisico. De economische effecten van de derivaten dienen meegenomen te worden in de berekening. In hoofdstuk 4 Beleggingen voor risico pensioenfonds worden de door het pensioenfonds gebruikte derivaten toegelicht.
De volgende instrumenten kunnen gebruikt worden: x Valutatermijncontracten. Dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico’s afgedekt. x Swaps. Dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een 83
JAARVERSLAG 2008
Derivaten hebben als voornaamste risico het kredietrisico (het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen). Dit risico kan beperkt worden door alleen transacties aan te gaan met goed te boek staande partijen, en zoveel mogelijk te werken met onderpand.
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het fonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden. Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2008: Type contract
Valutatermijncontract eur/gpd Valutatermijncontract eur/gpd Valutatermijncontract eur/gpd Valutatermijncontract eur/usd Valutatermijncontract eur/usd Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Interest rate swap Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption Receiver swaption Accued interest
Expiratiedatum
22-01-2009 22-01-2009 22-01-2009 22-01-2009 22-01-2009 10-09-2023 10-09-2023 05-02-2047 05-02-2047 05-02-2037 05-02-2037 13-12-2047 13-12-2047 13-12-2037 13-12-2037 26-09-2038 26-09-2038 24-04-2009 24-04-2009 24-04-2009 24-04-2009 24-04-2009
Onderliggende contractomvang € 5.583 580 315 3.862 116 -70.000 70.000 15.000 -15.000 15.000 -15.000 -17.000 17.000 -18.000 18.000 -30.000 30.000 8.000 14.000 16.000 29.000 53.000
Actuele waarde activa € 1.166 -90 5 139 11 -71.342 74.367 18.595 -15.107 17.577 -15.107 -17.087 21.993 -18.093 21.973 -30.546 36.983 422 1.051 1.774 4.301 10.589 -299
Onderstaande tabel geeft inzicht in de derivatenposities per 31 december 2007: Type contract
Valutatermijncontracten Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Interest Rate Swap Receiverswaptions Receiverswaptions Payerswaption
Expiratiedatum
23-01-2008 05-02-2047 05-02-2047 13-12-2047 13-12-2047 05-02-2037 05-02-2037 13-12-2047 13-12-2047 10-12-2008 27-04-2008 10-12-2008
Onderliggende contractomvang € 4.374 15.000 -15.000 17.000 -17.000 15.000 -15.000 18.000 -18.000 143.000 120.000 -143.000
Actuele waarde activa € 84 14.215 -14.976 16.835 -17.035 14.256 -14.976 17.819 -18.037 491 0 -563
JAARVERSLAG 2008
De verplichtingen van Bpf AVH in het kader van derivaten vallen onder de algemene bankvoorwaarden van KASBANK. Hierdoor dienen de aanwezige tegoeden als
84
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN onderpand voor het bedrag dat Bpf AVH verschuldigd is aan KASBANK. De tegoeden van Bpf AVH bij KASBANK waren voldoende, zodat Bpf AVH zowel in 2007 als in 2006 geen aanvullende zekerheden heeft moeten stellen. In 2008 heeft KASBANK collateral gestort, in de vorm van cashgelden, als onderpand voor de waarde van de Interest Rate Swaps en de swaptions. Op 31 december 2008 bedroeg de waarde van het collateral € 39.557. 13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Gecommiteerde nog niet afgeroepen private equity
2008 € 9.744
2007 € 6.589
Totaal
9.744
6.589
Deze verplichtingen zullen naar verwachting in de volgende twee boekjaren nagenoeg geheel worden afgewikkeld. 14. Verbonden partijen Overige transacties met verbonden partijen De stichting heeft een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met de werkgever ten aanzien van de uitvoering van de vrijwillige pensioenregelingen. Hierin zijn die zaken opgenomen die wettelijk zijn vastgelegd in de pensioenwet 15. Premiebijdragen Werkgevers/werknemersdeel
2008 € 45.420
2007 € 36.939
Totaal
45.420
36.939
Kostendekkende premie Feitelijke premie Gedempte premie
2008 € 39.109 45.420 45.420
2007 € 35.332 36.939 36.939
Actuarieel benodigd Opslag in stand houden vereist vermogen Opslag voor uitvoeringskosten Actuarieel benodigd ten behoeve van toeslagverlening Premies herverzekering
2008 € 24.154 3.978 2.606 8.080 291
2007 € 23.244 4.296 2.205 5.368 219
Totaal
39.109
35.332
85
JAARVERSLAG 2008
Bij de bepaling van de aan het boekjaar toe te rekenen premie is rekening gehouden met verleende premiekortingen en/of premieopslagen. In het boekjaar is geen korting verstrekt .
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 16. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten €
Indirecte beleggingsopbrengsten €
Totaal
2008 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Derivaten Kosten vermogensbeheer
1.304 1.728 2.606 1.874 - 380 - 52
- 1.118 - 34.894 17.039 - 2.431 57.863 - 580
186 - 33.166 19.645 - 557 57.483 - 632
Totaal
7.080
35.879
42.959
2007 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Derivaten Kosten vermogensbeheer
1.564 3.678 2.257 1.167 37 -105
814 -2.171 871 -1.131 -1.719 -325
2.378 1.507 3.128 36 -1.682 -430
Totaal
8.598
-3.661
4.937
Type belegging
€
17, Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Afkopen Overige uitkeringen
Totaal
2008 € 6.358 2.202 30 1.168 1.125 1.526
2007 € 5.662 2.081 29 1.188 1.180 1.582
12.409
11.722
JAARVERSLAG 2008
De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 406,- (2007: 404,-) per jaar (de afkoopgrens).
86
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 18. Overige baten 2008 € 136 272 421
2007 € 136 0 0
829
136
Bestuurskosten Administratiekostenvergoeding Controle- en advieskosten Contributies en bijdragen Overige
2008 € 144 1.468 102 66 128
2007 € 149 1.367 340 40 118
Totaal
1.908
2.014
Mutatie bestemmingsreserve WO Baten uit herverzekering Overige baten Totaal
19. Pensioenuitvoeringskosten
Accountantshonoraria Onder de controle- en advieskosten is een bedrag van € 66.451 (2007: € 57.477) opgenomen inzake honoraria van PricewaterhouseCoopers Accountants NV. Bovenstaande honoraria betreffende werkzaamheden die bij de stichting door de extrene accountant zijn uitgevoerd terzake de controle van de jaarrekening en diverse andere controles, zoals z-score en FVP.
20. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
Indexering en overige toeslagen Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de loonontwikkeling volgens de CAO. De indexering heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de indexering kan in principe worden ingehaald. Het pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze indexering heeft een voorwaardelijk karakter. 87
JAARVERSLAG 2008
Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van pensioen. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale aanspraken ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen.
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 4,696% (2007: 4,066%), zijnde € 17.474 (2007: € 15.007). De rentetoevoeging is gelijk aan de 1-jaarsrente, die afgeleid kan worden uit de rentetermijnstructuur ultimo het voorgaande boekjaar. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoeringskosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval ten behoeve van de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
Resultaat op kanssystemen - Sterfte - Arbeidsongeschiktheid Mutaties Overige Totaal
2008 €
2007 €
940 - 574 11.525 -2.120
90 -/-1.786 1.116 0
9.771
-/-580
Ultimo 2008 is er een wijziging doorgevoerd in de actuariele grondslagen. De opslag die op de voorziening voor het partnerpensioen wordt gelegd ter dekking van het wezenpensioen is verlaagd van 5,0% naar 1,5%. Een toetsing van die opslag heeft namelijk uitgewezen dat kan worden volstaan met een opslag van 1,5%. Het effect op het resultaat van 2008 van 2,1 miljoen euro is opgenomen in de overige mutatie pensioenverplichtingen. 21. Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. 2008 € Inkomende waardeoverdrachten kasstroom 16.244 Toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen - 12.940
JAARVERSLAG 2008
Actuarieel resultaat inkomende waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten kasstroom Onttrekking aan de voorziening pensioenverplichtingen Actuarieel resultaat uitgaande waardeoverdrachten Totaal
2007 € 38.397 -/-28.988
3.304 - 1.412 1.386 - 26
9.410 -/-1.055 514 -/-541
3.278
8.869
88
TOELICHTING OP DE BALANS EN STAAT VAN BATEN EN LASTEN 22. Overige lasten
Andere lasten
Totaal
2008 € 954
2007 € 985
954
985
23. Aantal personeelsleden Bij het fonds zijn 19 werknemers in dienst. De hieraan verbonden kosten bedragen € 889.000 (2007: € 861.000) en zijn voor rekening van de stichting. Het bestuur van Bpf AVH, Den Haag, 18 juni 2009
89
JAARVERSLAG 2008
Mevr. J.A.M. Bergervoet, voorzitter drs. L.A.M. Welschen, vice-voorzitter
OVERIGE GEGEVENS Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Overeenkomstig de statuten en de ABTN wordt het negatief resultaat ad € 65,357 toebedeeld aan de overige reserve. Gebeurtenissen na balansdatum
JAARVERSLAG 2008
Door het bestuur is op 16 januari 2009 een indexatiebesluit genomen, waarbij de pensioenaanspraken per 01-01-2009 voor zowel de actieven en passieven niet te indexeren.
90
ACTUARIELE VERKLARING Opdracht Door Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel te ’s Gravenhage is aan Hewitt Associates B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2008. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: Ŷ heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en Ŷ heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel
Eindhoven, 18 juni 2009 Ir. M.J.M. Pernot AAG verbonden aan Hewitt Associates B.V. 91
JAARVERSLAG 2008
Met inachtneming van het voorafgaande en het navolgende verklaar ik dat naar mijn overtuiging is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. Het pensioenfonds heeft tijdig een herstelplan ingediend en is in afwachting van instemming van De Nederlandsche Bank. De vermogenspositie van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel is naar mijn mening onvoldoende, vanwege een dekkingstekort. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opgenomen criteria.
ACCOUNTANTSVERKLARING Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag op pagina 58 tot rn mrt 90 opgenomen jaarrekening 2008 van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel te Den Haag bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de staat van baten en lasten over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van het bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
JAARVERSLAG 2008
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
92
ACCOUNTANTSVERKLARING Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel per 31 december 2008 en van resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5f BW melden wij dat het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Rotterdam, 19 juni 2009 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
93
JAARVERSLAG 2008
M. van Ginkel RA
Appendix
JAARVERSLAG 2008
Afkortingen en begrippen ABTN Actuariële Bedrijfstechnische Nota ANW-hiaat is een wettelijke voorziening voor mensen die hun partner door overlijden verliezen. Bij overlijden vormt de ANW samen met het partnerpensioen van het pensioenfonds de basis van de financiële zorg voor de partner APP Actuariële Principes Pensioenfondsen FTK Financieel Toetsingskader NP Nabestaandenpensioen OP Ouderdomspensioen StAr Stichting van de Arbeid VPL VUT/Prepensioen en Levensloop VUT Regeling Vervroegd Uittreden WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet) BPF (Wet betreffende verplichte deelneming in) Bedrijfs(tak)pensioenfonds ALM Analyse van de onderlinge samenhang van de ontwikkeling van beleggingen en verplichtingen ter toetsing van het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid Asset Beleggingscategorie Basispunt 0,01 procentpunt Benchmark Norm waarmee kosten en prestaties van instellingen uit dezelfde sector worden vergeleken Commodities Beleggingen in goederen en grondstoffen (verbruiksartikelen) Compliance Handelen in overeenstemming met (in- en externe) wet- en regelgeving en integriteitsbeleid Continuïteitstoets is bedoeld om inzicht te geven in de financiële opzet van een pensioenfonds en een oordeel te geven over de continuïteit van het fonds Corporate governance Goed ondernemingsbestuur, gericht op (het toezien op) integer en transparant handelen en het afleggen van verantwoording daarover Dekkingsgraad De mate waarin de toegezegde-pensioenverplichtingen zijn gedekt door aanwezig vermogen Duration is de gewogen gemiddelde looptijd van cashflows van vastrentende waarden. Durationverlenging is het verlengen van de duration van de portefeuille Duration-mismatch is het verschil in duration tussen de beleggingen en de pensioenverplichtingen Feitelijke premie is de daadwerkelijke premie die betaald wordt door de werkgever en de deelnemers in de pensioenregeling Financiële instrumenten omvatten ‘primaire’ financiële instrumenten zoals vorderingen en schulden, en afgeleide financiële instrumenten zoals opties, termijncontracten en swaps Future Op de beurs verhandeld termijncontract met verplichte levering van de onderliggende waarden in de toekomst tegen een vooraf vastgestelde prijs FVP-bijdrage is een bijdrage aan de beperking van de pensioenbreuk bij werkloosheid Geamortiseerde kostprijs is het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten 94
Gedempte premie is de berekening van de jaarlijkse premie op basis van grondslagen anders dan de kostendekkende premie door rekening te houden met verwachtingen en/of historische rendementen Indexatie Aanpassing van de toegezegde pensioenrechten aan de algemene loonontwikkeling in enig jaar; de indexatie is strikt voorwaardelijk Indexatielabel geeft aan hoe groot de kans is dat je pensioen meegroeit met de prijsstijgingen Indexatiematrix vormt een belangrijk instrument bij het vormgeven van het indexatiebeleid van pensioenuitvoerders; de matrix zorgt voor consistentie tussen de indexatieambitie, de financiering, de toekenning en de voorlichting over het indexatiebeleid Inflatie Geldontwaarding J-curve effect bij Private Equity: Naast de verwerving van ondernemingen (niet beursgenoteerd), wordt eerst extra geïnvesteerd (bijvoorbeeld: wijziging management, financiering e.d.). Hierdoor is er in de eerste jaren sprake van aanloop verliezen. Deze verliezen worden na een aantal jaar goed gemaakt door een hogere waarde van de onderneming. Als de waarde van de investering, door de tijd heen, in een grafief (horizontale-as tijd en verticale-as waarde van de onderneming) wordt gezet, dan lijkt de grafiek op een “J”. Kostendekkende premie is de kostendekkende premie die gelijk is aan de actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de onvoorwaardelijke onderdelen van de pensioentoezegging Nominaal Uitgedrukt in geldwaarde of procenten zonder rekening te houden met toekomstige loon- of prijsinflatie Normportefeuille De vooraf gedefinieerde samenstelling van de beleggingsportefeuille met bijbehorende benchmarks, waaraan de behaalde beleggingsrendementen achteraf worden getoetst One tier board is een bestuursmodel waarin de raad van bestuur en raad van commissarissen samen zijn gevoegd tot één bestuur Private Equity Participatie in het risicodragend vermogen van nietbeursgenoteerde ondernemingen Reële rentetermijnstructuur bedraagt de nominale rentetermijnstructuur gecorrigeerd voor de mogelijke indexatie. Reële dekkingsgraad is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen rekening houdend met het volledig indexeren daarvan Reëel Uitgedrukt in geldwaarde of procenten, rekening houdend met toekomstige loon- of prijsinflatie Rentetermijnstructuur is het verband tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds Repo Overeenkomst (repurchase agreement) waarbij tegen een voorafbepaalde aan- of verkoopprijs en voorafbepaald tijdstip stukken worden uitgewisseld met behoud van economisch risico Slapers Deelnemers van een pensioenfonds die niet langer bij dit fonds pensioenrechten opbouwen Swap is een overeenkomst tussen twee partijen waarbij wordt afgesproken om gedurende een bepaalde periode bepaalde betalingen met elkaar uit te wisselen, bijvoorbeeld het ruilen van vaste rentebetalingen en variabele rentebetalingen Swaption is een optie op een swap waarbij de eigenaar van de swaption het recht heeft, maar niet de verplichting, om een swap tegen voorafbepaalde voorwaarden af te sluiten op of voor de expiratiedatum van de swaption 95
JAARVERSLAG 2008
Appendix
JAARVERSLAG 2008
Appendix
Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen in valutawisselkoersen Vastgoedfondsen Een beleggingsfonds waarvan het kapitaal is belegd in vastgoed Vastrentende waarden Beleggingen met een vaste looptijd en een overeengekomen plan van rente en aflossing, zoals onderhandse leningen, obligaties en hypothecaire leningen Verantwoordingsorgaan is een orgaan waaraan het bestuur van het pensioenfonds verantwoording moet afleggen Visitatiecommissie bestaat ten minste uit drie externe deskundigen; de visitatiecommissie beoordeelt minimaal één keer in de drie jaar het functioneren van het pensioenfonds Zakelijke waarden Aandelen, private equity, commodities en onroerend goed Z-score Een maatstaf die het verschil meet tussen het feitelijk behaald rendement en het rendement van de vooraf gedefinieerde normportefeuille, rekening houdend met kosten. De Z-score is één van de criteria op grond waarvan eventueel kan worden afgezien van de verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
96
Bestuur
Nevenfunctie
Mw. J.A.M. Bergervoet
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Werknemersvoorzitter Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Werknemersvoorzitter AGF Groothandelsfonds Werknemersvoorzitter VUT-fonds AGF-groothandel Lid Vaste Commissie VUT/Prepensioenfonds Textielgroothandel Werknemersvoorzitter Bpf Handel in Bouwmaterialen (tot 2009) Werknemersvoorzitter Bpf Drankenindustrie Werknemersvoorzitter VUT-fonds Drankenindustrie Lid beleggingscommissie Bpf Drankenindustrie Werknemersvoorzitter Opf Co-op Lid beleggingscommissie Opf Co-op Bestuurslid Bpf Detailhandel Lid commissie Vermogensbeheer Bpf Detailhandel Lid communicatiecommissie Bpf Detailhandel Vereffenaar VUT-fonds Slijterijen Lid Commissie van Advies VUT-fonds Technische Groothandel Vereffenaar VUT-fonds ETD Werknemersvoorzitter Bpf Groothandel in Levensmiddelen (per 1 januari 2009) Plv. lid Fonds collectieve belangen Handel in Bouwmaterialen (per 1 maart 2009) Plv. lid Hoofdbedrijfschap Detailhandel Plv. lid Productschap Wijn Plv. lid commissie Bier Vice-voorzitter Wijkoverleg Assendelft (gemeente Zaanstad)
J. Bleeker
Bestuurslid Bpf Optiek Bestuurslid Bpf Banden en Wielen Bestuurslid Bpf Groothandel Bestuurslid Opf Co-op (vanaf 1 december 2008) Bestuurslid Bpf Handel in Bouwmaterialen Bestuurslid Bpf Textiel Bestuurslid VUT-fonds Uitgeverijen Lid Raad van Toezicht Media College Amsterdam Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
O.F. Boersma
Directeur Gemzu Secretaris VNK/VGM/VGB/NNKC Plv. bestuurslid PZ Plv. bestuurslid Eucolait Plv. bestuurslid FKB Plv. bestuurslid Vupak Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
T.J.C. van den Brekel *)
Administrateur Nederlandse Aardappel Organisatie Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
97
JAARVERSLAG 2008
Nevenfuncties van (plv.) bestuur en management
JAARVERSLAG 2008
Nevenfuncties van (plv.) bestuur en management Bestuur R. van Diepen
Nevenfunctie Directeur Nederlandse Aardappel Organisatie Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
A. van Dijk
President EUWEP (European Union of the Wholesale in Eggs, Egg Products, Poultry and Game) (tot 1 juni 2008) Directeur Nateland Beheer B.V. Innovatiemakelaar van Eggnovation Center Holland Directeur Euro Groep Beheer B.V. Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Managing Director Nateland Consultancy
Mw. M. Hesper-de Haas
Voorzitter VW Maasdelta Bestuurslid Bpf Levensmiddelen Bestuurslid Opf Co-op Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
A. Hess **)
Beleidsmedewerker Gemzu Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
Mw. C.M.P. Huntjens *)
Vakbondsbestuurder CNV Dienstenbond Bestuurder CKO Bestuurder AGF Groothandelsfonds Bestuurder VUGaard Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
M.R. Klunder **)
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
J. Martens
Bestuurslid HBD (tot 2009) Bestuurslid Productschap Vis (tot 2009) Bestuurslid HBAG commissie bloemen, aardappelen (tot 2009) Plv. bestuurslid Bpf Detailhandel in Levensmiddelen Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
G. Mastenbroek
Bestuurslid Opf Co-op Bestuurslid Bpf Groothandel in Levensmiddelen Bestuurslid Bpf Groothandel in Bloemen en Planten Bestuurslid HBAG Bloemen en Planten (+ enkele commissies) Bestuurslid HBAG Groente en Fruit (+ enkele commissies) Bestuurslid Hoofdbedrijfschap Ambachten Bestuurslid PVE en commissie pluimvee vlees en eieren Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Bestuurslid OOCC (opleidingsfonds callcenters) Plv. bestuurslid HBAG in Aardappelen
98
Bestuur N. Meijer ***)
Nevenfunctie Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Bestuurslid FNV Dienstenbond Bestuurslid Bpf Groothandel in Levensmiddelen Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
A. Mijs ***)
Bestuurslid PPE Bestuurslid DB / PPE Bestuurslid Sector commissie Eieren Bestuurslid Stichting Fonds Pluimveebelangen Bestuurslid IKB Ei (vanaf april 2008) Voorzitter Anevei Vice president FEPA Bestuurslid EUWEP Bestuurslid SEC Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
P.A. Nijhuis
Penningmeester Verenigingprofessionals Nederland Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
A. Sioua *)
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Bestuurslid van het Sociaal fonds en Vutfonds van AGF Groothandel Bestuurslid CKO Bestuurslid AGF Groothandelsfonds (en scholingscommissie) Bestuurslid Vugaard Bestuurslid HBAG commissie pootaardappelen en consumptieaardappelen Commissielid AGF van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel Bestuurslid HBAG commissie Groente/ Fruit
A. in ’t Veld **)
Vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten Lid Raad van Advies Syntrus Achmea Bestuurslid Pensioenfonds Campina Bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
M.C.P.M. van der Smissen
Financieel directeur Scherpenhuizen BV (2008) Penningmeester Businessclub Etten-Leur (2008) Bestuurslid STAK Scherpenhuizen Holding BV (2008) Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
L.A.M. Welschen
Algemeen secretaris Frugi Venta Vice-voorzitter VUGaard Vice-voorzitter AGF-groothandelsfonds Commissielid PT-sectorcommissie Groenten en Fruit Commissielid HBAG Groenten en Fruit Stichting Opleidingsfonds Groothandel Plv. bestuurslid KCB Vice-voorzitter Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
P.L.M. Zuiderwijk
Finncieel manager The Greenery Onbezoldigd penningmeester Parochie H. Machutus te Monster Plv. bestuurslid Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
99
JAARVERSLAG 2008
Nevenfuncties van (plv.) bestuur en management
Nevenfuncties van (plv.) bestuur en management Managementteam E.W. Martens
Nevenfuncties Bestuurslid Stichting Performance Voorzitter Commissie Europa van pensioenkoepels (tot 1 januari 2009) Lid directeurenoverleg VB Lid directeurenoverleg Kring Willemse Lid Customer Board Kasbank Lid Participantenoverleg Levensloop Plus BV Directeur Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Lid Raad van advies euroforum
R.G.M. van Bergen
Plv. directeur Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel
E. Mateman
Geen
JAARVERSLAG 2008
*) Onderhandelaar CAO AGF Groothandel **) Onderhandelaar CAO Partikulier Kaaspakhuisbedrijf ***) Onderhandelaar CAO Groothandel in Eieren
100
Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postbus 3144 2280 GC Rijswijk Tel.: 070 - 338 10 20 Fax: 070 - 350 35 31
[email protected] www.bpfavh.nl