VOLWASSENENONDERWIJS Organisatie:
Modulaire opleiding
Onderwijsvorm:
Secundair onderwijs
Onderwijsniveau:
BSO
Graad:
derde graad
Studiegebied:
Decoratieve technieken
Opleiding:
DECOR- EN VORMGEVINGSCONSULENT
Modules:
A.
Grondbeginselen beeldvorming
B.
Publicitaire beeldvorming en technieken
C.
Illustratieve beeldvorming en technieken
D.
Etalage en decoratieve beeldvorming en technieken
S.
Specifiek
Ex.
Extra module
Nummer GO
2005/054M nieuw
Nummer Inspectie:
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
INHOUD Visie.......................................................................................................................................... 4 Beginsituatie............................................................................................................................. 5 Algemene doelstellingen .......................................................................................................... 6 Leerplandoelstellingen/leerinhouden........................................................................................ 9 Module A1 – Grondbeginselen conceptontwikkeling .....................................................................9 Module A2 – Grondbeginselen vormgeving.................................................................................11 Module A3 – Grondbeginselen woordbeeld en belettering..........................................................13 Module A4 – Grondbeginselen licht en kleur ...............................................................................14 Module A5 – Kunstinitiatie en stromingen in de publicitaire en decoratieve beeldvorming .........17 Module B1 – Publicitaire beeldvorming........................................................................................19 Module B2 – Initiatie fotografie.....................................................................................................21 Module B3 – Digitale beeldbewerking..........................................................................................22 Module B4 (= C4) – Webdesign...................................................................................................23 Module B5 – Handmatige beeldvorming......................................................................................26 Module B6 – Publicitaire compositie en concepten .....................................................................27 Module C1 – Illustratieve beeldvorming .......................................................................................28 Module C2 – Initiatie digitale vectoriele beeldvorming.................................................................29 Module C3 (= B4) – Webdesign...................................................................................................31 Module C4 – Waarnemen en digitale illustratieve weergave.......................................................31 Module C5 – Waarnemen en Manuele illustratieve weergave ....................................................33 Module C6 – Illustratieve compositie en concepten.....................................................................34 Module D1 – Ruimtewerking ........................................................................................................35 Module D2 – Standenbouw conceptontwikkeling – technisch tekenen .......................................37 Module D3 = B1 – Publicitaire beeldvorming ...............................................................................38 Module D4 – Decoratieve techniek ..............................................................................................38 Module D5 – Decoratieve compositie en concepten....................................................................39 Module S1 – Specifiek: Praktisch bedrijfsbeleid ..........................................................................40 Module EX1 Extra – Computerinitiatie .........................................................................................41
Pedagogisch-didactische wenken en timing .......................................................................... 43 Minimale materiele vereisten.................................................................................................. 49 Evaluatie................................................................................................................................. 50 Bibliografie.............................................................................................................................. 53
1
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
2
STRUCTUURSCHEMA BSO3 EN INSTAPVEREISTEN
A
Grondbeginselen beeldvorming
TV /BV 360 lt
instapvereisten
A1
Grondbeginselen conceptontwikkeling
TV 60 lt
A2
Grondbeginselen vormgeving
TV 120lt
A3
Grondbeginselen woordbeeld en belettering
TV 60 lt
A4
Grondbeginselen licht en kleur
TV 60 lt
A5
Kunstinitiatie en stromingen in de publicitaire en decoratieve beeldvorming
TV 60 lt
B
Publicitaire beeldvorming en technieken
TV 420lt
B1
Publicitaire beeldvorming = D3
TV 60 lt
B2
Digitale fotografie (initiatie)
TV 60lt
B3
Digitale beeldbewerking (pakketten)
TV 60 lt
B4
Webdesign = C3
TV 60lt
B5
Handmatige beeldvorming
TV 120lt
B6
Publicitaire compositie en concepten
TV 60lt
De cursist heeft de modules A1,A2,A3,A4,B1,B3,B5 met vrucht gevolgd.
C
Illustratieve beeldvorming en technieken
TV 420 lt
instapvereisten
C1
Illustratieve beeldvorming
TV 60 lt
C2
Initiatie digitale vectoriele beeldvorming
TV 60lt
C3
beeldopmaak Webdesign = B4
TV 60 lt
C4
Waarneming en digitale illustratieve weergave (vb tablet, fotografie...)
TV 60 lt
C5
Waarneming en manuele illustratieve weergave
TV 120 lt
C6
Illustratieve compositie en concepten
TV 60 lt
instapvereisten
Wenselijk B2 voorafgaand
De cursist heeft de modules A1,A2,A3,A4,C1 met vrucht gevolgd.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
D
Etalage en decoratieve beeldvorming en technieken
TV 420 lt
D1
Ruimtewerking
TV 60 lt
D2
Standenbouw conceptontwikkeling TV 60lt
3
instapvereisten
technisch tekenen D3
Publicitaire beeldvorming = B1
TV 60u
D4
Decoratieve technieken
TV 120 lt
D5
Decoratieve compositie en concepten
TV 120 lt
De cursist heeft de modules A1,A2,A3,A4,D1,D4 met vrucht gevolgd.
S
Specifiek
TV 60 lt
instapvereisten
S1
Praktisch bedrijfsbeleid
TV 60 lt
Extra Extra module
TV 60 lt
instapvereisten
EX1
TV 60 lt
Voor cursisten die niet de basisvaardigheden van computergebruik kennen.
Computerinitiatie
Opleiding
De cursist heeft de modules met vrucht gevolgd.
Totaal aantal lestijden
Publicitaire beeldvormer
Alle A en alle B
360 u+420 u = 780 u
Illustratieve beeldvormer
Alle A en alle C
360 u+420 u = 780 u
Decoratieve beeldvormer
Alle A en alle D
360 u+420 u = 780 u
Etalagist
Alle A, B2, C1 alle D en S1
360 u+ 60 u +60 u +420 u +60 u = 960 u
Decor- en vormgevingsconsulent
Alle A, B, C, D +S1
360 u+ 420 u +420 u+420 u+60u - 120u (dubbel 2 mod.) = 1560 u
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
4
VISIE De richting draagt in belangrijke mate bij tot de ontwikkeling van de totale persoonlijkheid. Zij leidt de cursist op via de eigen vormingswaarde van de artistieke en de theoretische inslag. De vorming bestaat uit een uitgebreide kennismaking met de wereld van de kunsten in het algemeen en het beeldende medium in het bijzonder. Ze is gesteund op historische, culturele en maatschappelijke inzichten en evoluties. Gezien de spontane interesse van de cursist is de ontvankelijkheid groot. De artistieke intelligentie krijgt een kans om zich te ontwikkelen, de belangstelling voor de algemeen vormende inhouden wordt gestimuleerd. Tijdens de polyvalente vorming krijgen de cursisten tijd en ruimte om hun mogelijkheden en interesses te ontdekken en te ontplooien op het gebied van de expressie en te oriënteren binnen het beeldend domein. Cursisten die dit studiegebied "Decoratieve technieken" kiezen, moeten zich ervan bewust zijn dat het verwerven van de beeldtaal (in wisselwerking met de algemene en technische vorming) zelfwerkzaamheid, studiemethode, organisatie en inzet vraagt. Het onderhouden van de algemene vorming en de opvolging van de technische evoluties moeten een natuurlijke ingesteldheid worden! De richting vormt de cursist beeldend en biedt hem een basis om in te spelen op de diverse specialiteiten waartoe de opleiding kan leiden. Persoonlijkheidsvorming houdt onder andere in: •
leren omgaan met subjectieve criteria;
•
een onderzoekende houding;
•
zelfwerkzaamheid;
•
zelfevaluatie;
•
ethisch, affectief en sociaal besef;
•
ontwikkelen van esthetische perceptie;
•
kennis van en participatie aan cultuur;
•
leren werken in teamverband;
•
communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
5
BEGINSITUATIE De cursisten schrijven zich in met zeer uiteenlopende motivaties. Enerzijds is er een groep die deelneemt om zich verder te verdiepen in een hobby. Anderzijds is er de cursist die een professionele loopbaan als ‘decor en vormgevingsconsulent ‘ wil uitbouwen. Hoewel de beweegredenen om deel te nemen aan de opleiding verschilt, verenigen de deelopleidingen een nieuwsgierigheid naar de verschillende media in al zijn aspecten en leerbereidheid van alle deelnemers. De basiskennis computergebruik van de cursisten kan sterk uiteenlopend zijn. Terwijl de ene cursist nauwelijks kennis heeft van het medium kan een ander al over een redelijke achtergrond beschikken. De aangeboden opleiding vertrekt steeds vanuit de brede instapbaarheid (zie modulaire structuur). De cursist beschikt over de minimale manuele vaardigheid om te gaan met materiaal, materieel en technieken, eigen aan het vak. Naast interesse in de technische aspecten en de voortdurende evolutie ervan, is hij gemotiveerd om de wetenschappelijke processen die aan de basis liggen van het ontstaan van een beeldvormer te begrijpen en toe te passen. De cursist heeft een zeker esthetisch aanvoelen en zin voor creativiteit.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
6
ALGEMENE DOELSTELLINGEN De cursist wordt gevormd tot ‘decor en vormgevingsconsulent’ en is in staat zelfstandig een technisch en esthetisch waardevol product of advies af te leveren. Hij kan een kwalitatief beeld realiseren, gaande van idee/voorontwerp tot en met de presentatie of het advies en daarbij een gemotiveerde keuze maken uit de diverse ter beschikking staande technieken en middelen. De cursist:
Algemeen −
beseft het belang van een brede culturele en maatschappelijke achtergrond;
−
is bereid zich permanent bij te scholen en blijft nieuwsgierig naar nieuwe technologische evoluties;
−
is bereid tot samenwerking en is sociaal vaardig;
−
blijft werken aan het verder ontwikkelen van zijn creativiteit en kunstzinnige/decoratieve inzichten;
−
is positief kritisch ingesteld t.o.v. eigen werk en dat van anderen;
−
heeft zin voor afwerking, oog voor detail, precisie, geduld, ...
−
is verbaal bewust in relatie tot zijn ideevorming
Modulair (module A1) ● heeft inzicht in de taal van grondbeginselen van conceptontwikkeling; ● kent de terminologie in verband met creatief denken; (module A2) ● heeft inzicht in de basisaspecten van vormgeving; (module A3) ● heeft inzicht in de basisaspecten van woordbeelden en belettering en kan dit visualiseren; (module A4) ● heeft inzicht in de grondbeginselen van licht en kleuren en kan dit visualiseren; (module A5) ● heeft basisinzicht in de wereld van de kunst en stromingen in de publicitaire en decoratieve beeldvorming; (module B1) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van de publicitaire beeldvorming; (module B2) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van de digitale fotografie en kan ze toepassen in opdrachten;
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
7
(module B3) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van de digitale beeldbewerking en kan ze toepassen in opdrachten; (module B4) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van webdesign en kan ze toepassen in eenvoudige opdrachten; (module B5) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van de handmatige beeldvorming en kan ze toepassen in opdrachten; (module B6) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van publicitaire compositie en kan ze toepassen in opdrachten; (module C1) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van de illustratieve beeldvorming; (module C2) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van digitale vectoriele beeldvorming en kan ze toepassen in eenvoudige opdrachten; (module C3=B4) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van webdesign en kan ze toepassen in eenvoudige opdrachten; (module C4) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van waarneming en digitale illustratieve
weergave; (module C5) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van waarneming en manuele illustratieve
weergave; (module C6) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van illustratieve compositie en concepten;
(module D1) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van de ruimtewerking en kan dit voorstellen; (module D2) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van standenbouw, conceptontwikkeling,technisch tekenen en kan ze toepassen in eenvoudige opdrachten;
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent (module D3=B1) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van de publicitaire beeldvorming; (module D4) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van decoratieve technieken en kan deze visualiseren; (module D5) ● heeft inzicht in de technische en esthetische aspecten van decoratieve compositie en concepten;
Specifiek (module S1) ● heeft inzicht in de aspecten van praktisch bedrijfsbeleid;
Extra (module EX1) ● heeft inzicht in de basisaspecten van computergebruik;
8
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN/LEERINHOUDEN Module A1 – Grondbeginselen conceptontwikkeling TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 1
● kan doelgericht communiceren.
1 • •
Communicatie Persoonlijk Bedrijf
2
● kan zich gericht documenteren.
2 • • • • •
Documentatie Bronnen (internet…) Lokaliseren van informatie (terugvinden in tekst) Interpreteren van informatie (verbanden leggen) Reflecteren over informatie (relateren aan eigen ervaring) Andere
3
● kent het basisprincipe van de conceptproef en kan het toelichten of/en zichtbaar maken.
3 • • • • •
Conceptproef en presentatie Ideeën visualiseren Ruwe schets (roughs) Presenteren Lay-outproef maken Totaalbeeld
•
Andere
4 • • • • •
Verzamelen van ideeën Associëren (basistechniek) Brainstormen (Uitstel van oordeel/ Zoek vele ideeën) Prikkelwoorden en prikkelproducten Dwaalwegen: opsplitsen idee Samenbrengen van (twee) elementen
•
Mind mapping
5 • • • •
Ordenen en / of bewerken van ideeën Vanzelfsprekendheid negeren Herformuleren vanuit een andere invalshoek Substitueren : vervangen / in de plaats stellen Combineren
4
5
● kent het basisprincipe van verzamelen van ideeën en kan het toelichten of/en zichtbaar maken.
● kent het basisprincipe van ordenen en/of bewerken van ideeën en kan het toelichten of/en zichtbaar maken.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: • • • •
Herschikken Aanpassen Vergroten /verkleinen / verbreden / versterken / ver... : een van de elementen wordt veranderd. Elimineren
•
Nieuw nut geven.
6
● kent het basisprincipe van bedrijfscultuur en kan het toelichten of zichtbaar maken.
6 • • • • •
Bedrijfscultuur Eigenheid van bedrijf Hiërarchie binnen het bedrijf Huisstijl Omgang met klanten en bezoekers Andere
7
● kent het basisprincipe van bedrijfscultuur van ideeën en kan het toelichten of zichtbaar maken.
7 • • • • • • • • • • • •
Werkzaamheden voorbereiden Werkvergadering (deelname) Uit briefing de opdrachten formuleren Werkfiche lezen Orderbon lezen Materiaalgebruik berekenen Werkmethode bepalen Eigen werkzaamheden plannen Database gebruiken (u) Werkplek inrichten Werkplek afsluiten Materiaal kiezen en klaarzetten Bronmateriaal controleren samenstelling
8
● kent het basisprincipe van snelschetsen en kan het zichtbaar maken.
8 • •
Snelschetsen Visualiseren van waarneming Visualiseren van een idee
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
11
Module A2 – Grondbeginselen vormgeving TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 9
● kent het basisprincipe van de gerichtheid en kan het toelichten of/en zichtbaar maken.
9 • • • • • • • • • • •
10
● kent het basisprincipe van de beeldende middelen (vorm, vlak en 10 lijn) kan deze toelichten en zichtbaar maken door middel van een • beeldende techniek. • • • • • •
11
● kent het basisprincipe van de beeldende dimensie, kan het toelichten en zichtbaar maken door middel van (een vrij gekozen) beeldende techniek.
11 • • • •
Gerichtheid Gericht naar specifieke publicitaire functie Gericht naar specifieke illustratieve functie Gericht naar het specifieke van decoratie Gericht naar specifieke stilstaande beeld Gericht naar specifieke beweeglijke beeld (effectief, suggestief…) Gericht naar specifieke tijdsverloop Gericht naar specifieke totaalbeeld Gericht naar specifieke detailbeeld Gericht naar specifieke van het registratiewijze (toestel, techniek…) Gericht naar specifieke van de uitvoer (web, print…) Andere Beeldende middelen vorm, vlak en lijn Beeldformaat Lijnvoering Vlak (oppervlak, opbouw,verdeling…) Vormen en vervormen (bijv. regelmatig – onregelmatig, symmetrie – asymmetrie, positief – negatief, stileren, vergroten – verkleinen, vormanalogieën...) Vormsoorten (bijv. organisch, geometrisch, realisatieproces, restvorm, restruimte…) Vormvariatie (bijv. door manipulatie, stofkeuze, transformatie…) Andere Beeldende dimensie Richting (bijv. verticaal, horizontaal, schuin...) Vlak Ruimte (bijv. voor – achter, boven – onder, tussen, overlappen, vertakken, hol – vol, ordenen, rasteren...) Tijd en beweging (bijv. rotatie, door drager, door wind …)
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 12
● kent het basisprincipe van de vormfunctie en concept, kan het toelichten en zichtbaar maken door middel van (een vrij gekozen) beeldende techniek.
• 12 • • • •
13
● kent het basisprincipe van compositie, kan het toelichten en zichtbaar maken door middel van (een vrij gekozen) beeldende techniek.
13 • •
andere Vormfuncties en concepten Ontstaanswijze (modelleren,plastisch, assembleren…) Vormfunctie (bijv. communicatie, symbool, beeldend, draagwijze, mode, verbergen, accentueren, ondersteunen…) Vormconcepten (bijv. maat, schaal, ritme, los, centreren, dicht, raken, thema, seizoen, gevoel, expressie……) Andere
•
Compositie (algemeen en vakgericht) Spreiding (vb concentratie, statisch, dynamisch, ritmisch…) Harmonie en evenwicht (vb stabiel, labiel, symmetrie, asymmetrie) Contrast (vb organisch/geometrisch)
14
● kent het basisprincipe van voorbereiden van werkzaamheden en kan het toelichten of zichtbaar maken.
14 • • • • • • • • • • • •
Werkzaamheden voorbereiden Werkvergadering (deelname) Uit briefing de opdrachten formuleren Werkfiche lezen Orderbon lezen Materiaalgebruik berekenen Werkmethode bepalen Eigen werkzaamheden plannen Database gebruiken (u) Werkplek inrichten Werkplek afsluiten Materiaal kiezen en klaarzetten Bronmateriaal controleren samenstelling
15
● kent het basisprincipe van snelschetsen en kan het zichtbaar maken.
15 • •
Snelschetsen Visualiseren van waarneming Visualiseren van een idee
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
13
Module A3 – Grondbeginselen woordbeeld en belettering TV 80 lestijden (totaal modules A = 480 lestijden) Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 16
● kent principe van het ontstaansproces, kan het toelichten en zichtbaar maken via manuele en digitale weg.
16 • •
Ontstaansproces (manueel en digitaal) Manueel: schriftuur, geconstrueerd, geschilderd… Digitaal: programmatuur (teken en beeldbewerking, paginaopmaak…)
17
● kent principe van de opmaak (letters en woordbeelden), kan het toelichten en zichtbaar maken via manuele en/of digitale weg.
17 • •
Letters en woordbeelden Letteranatomie en classificatie Lettertechnologie (bitmap, vector, scherm, afdruk, snijplotter…) Gebruik, opties en instellingen (digitaal) Effecten Tekstomloop toepassen Tekst op een pad Spatiëring en kerning Regelval Hulptekens en controle-elementen (verborgen tekens) Alinea - en tekenstijlen Uitvoeren van spellingcontrole Paginaopmaak (vb kolommen, tekstinvoer…) Belettering Integreren van woord en beeldmerken Andere
• • • • • • • • • • • • • 18
● kent principe van maatvoering, kan het toelichten en zichtbaar maken via manuele en/of digitale weg.
18 • • • • • • • •
Maatvoering Formaat tekstdrager (papier, muur, afgewerkt, tussentijdse print, verschillende beeldvlakken…) Papierformaten (A-formaten vb A4, vouwformaten vb folio, envelop …) Handelsformaten (filmfolies, pannelen…) Alternatieve formaten Typografische maateenheden Pixels als maateenheid Schalen en verschalen Andere
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 19
20
21
● kent principe van lettercompositie, kan het toelichten en zichtbaar 19 maken via manuele en/of digitale weg. • • • • • • ● kent principe van huisstijlmanagement, kan het toelichten en/of 20 zichtbaar maken via manuele en digitale weg. • • • • ● kent principe van belettering, kan het toelichten en zichtbaar 21 maken via manuele en/of digitale weg. • • • •
Lettercompositie Zetspiegels Hulplijnen, basislijnen,referentielijnen en rasters Compositieschema’s (gulden snede…) Gebruikt medium Merkbeelden Andere Huisstijlmanagement Logo’s Emblemen Huiskenmerken Andere Belettering Ontwerpen voor folies en snijfilm Realisatie lettering in folie dmv CADCAM (vb plotter) Sjabloon Kleven van folies
Module A4 – Grondbeginselen licht en kleur TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 22
● kent de basis van de kleurenleer in functie van modellen en menselijke perceptie.
22
Licht en kleur
Licht, lichtbreking en kleur • samenstelling van licht • spectrum • lichtbronnen • kleurentemperatuur kleurmodellen • RGB (oogprimairen)
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: • • • • • • •
CMY CMYK (bij print) TVH of HSB (ook wel HSL) (drie kleurdimensies) Cie Lab handelsmodellen (vb PMS, RAL…) (uitbreiding) modelbeperkingen (vb kleurbereik, chemische invloeden…) kleurordening (vb cirkel, kleurpaletten, driedimensionale ordening…)
menselijke kleurperceptie • kleurtoon (nuance ) regenboogkleuren [Hue ] • saturatie of verzadiging (kleurpuurheid) [Saturation] • lichtheid of helderheid (stralend ) [Brightness/Lightness] 23
● kent principe van licht en kleurconcepten, kan het toelichten en zichtbaar maken via manuele en/of digitale weg.
23 • •
•
Licht en kleurconcepten mengen (additief, subtractief en partitief) contrast [vb bonte kleuren, licht/donker, complementair (vb groen/magenta), hoeveelheid, kleurzuiverheidscontrast (=kwaliteitscontrast of mbt verzadiging)] ordening (bijv. combinatie, afstand, proportie, kleurparen…) harmonie en evenwicht [vb kleurgroepen (lokale kleur, aardkleuren, pastelkleuren = sterk verhelderende & onverzadigde kleur), symmetrie…] andere
• •
24
● kan functioneel werken met verschillende lichtbronnen.
24 • • • •
Lichtbronnen dag- en kunstlicht Spots, fotolampen, flits… menglicht andere
25
● kan de juiste beelddrager kiezen in relatie tot kleur en lichtomstandigheid.
25
soorten beelddragers (in relatie tot kleur en lichtomstandigheid) daglicht en kunstlicht keuze van beelddrager volgens lichtomstandigheden, bronnen,... kleurenfilms (o.a. opbouw…) pigmentdrager (vb schildersdoek)
• • • •
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: • •
digitale drager andere
26
● kent principe van licht en kleurbeoordeling, kan het toelichten en ● zichtbaar maken via manuele en/of digitale weg.
26 • • • • •
Licht en kleurbeoordeling materiaal en materieel hanteren proefstroken en kleurstalen kleur visueel beoordelen kleurencorrecties Andere
27
● kent principe van functionaliteit van kleur, kan het toelichten en zichtbaar maken via manuele en/of digitale weg.
27 • • • •
Functionaliteit Doel, toepassingsgerichtheid Uitvoering en techniek Idee Andere
28
● kent principe van gerichte vaardigheid, kan het toelichten en zichtbaar maken via manuele en/of digitale weg in functie van licht en kleur.
28 • • • • • • •
Vaardigheden Informatievaardigheid Onderzoeksvaardigheid Ontwerpvaardigheid Technische vaardigheid Presentatievaardigheid Standpuntvaardigheid Andere
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
17
Module A5 – Kunstinitiatie en stromingen in de publicitaire en decoratieve beeldvorming TV 80 lestijden (totaal modules A = 400 lestijden) Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
(u) = uitbreidingsdoelstelling LEERINHOUDEN
De cursist: 29
● ontdekt , is zich bewust van en kan adequaat omgaan met de zintuiglijke prikkels met betrekking tot verschillende genres in de beeldvorming.
29 • • • • • • • • • • • • •
Genres Portret en figuratie Landschap en ruimte Architectuur reportage materie en stofuitdrukking mode merken en merkbeelden reclame illustratie decoratie trends andere
30
● ontdekt , is zich bewust van en kan adequaat omgaan met de zintuiglijke prikkels met betrekking tot verschillende grote stromingen en stijlen in de beeldvorming.
30 • • • • • • • • • •
Grote stromingen en stijlen Gotiek Barok Impressionisme Expressionisme Kubisme Surrealisme Abstract Conceptueel Actuele kunst en kunst in de actualiteit Andere
31
● ontdekt , is zich bewust van en kan adequaat omgaan met de zintuiglijke prikkels met betrekking tot compositie van de beeldvorming.
31 • • • • • •
Compositie van een beeld vorm lijn punt vlak structuur textuur
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
18
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist:
32
33
● ontdekt , is zich bewust van en kan adequaat omgaan met de zintuiglijke prikkels met betrekking tot kunst en realiteit.
● ontdekt , is zich bewust van en kan adequaat omgaan met de zintuiglijke prikkels met betrekking tot rede en gevoel in de beeldvorming.
• • • • • • • • • • • •
ritme beweging richting zin diepte perspectief kadreren contrasten symmetrie asymmetrie kleur gulden snede
32 • • • • • • • • • •
Kunst en realiteit Verrijking van eigen leefwereld Harde realiteit Het leugenachtige en het waarheidsgetrouwe (vb perspectivisch bedrog) Afschaduwing van de werkelijkheid Artefact / natuurlijk object Nutteloosheid Vrijblijvendheid Consumeerbaar (vb televisie) Vergankelijkheid Andere
33 • • • • • • • • • •
Rede en gevoel Emotie Naïeve Het sentimentele De roes Het kuddedier Passie Driften Oorsprong van ons eigen(aardig) verlangen Het decadente Het sacrale, het sublieme
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
19
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: • • • • • •
Module B1 – Publicitaire beeldvorming TV 80 lestijden (totaal modules A = 480 lestijden) Decr. nr.
Leven en dood Het imaginaire Paradigma (voorbeeld/ model) (u) Kracht van de negatie (u) Tegengestelde denken Andere
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 34
● kent principe van het specifieke van de grammatica van het beeld, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele of/en digitale weg.
35
• publicitair gericht fundamentele inzichten verwerven met betrekking tot het merkconcept. (Dit inzicht is meer dan louter reproduceren, het kan worden uitgedrukt door aanwenden, toelichten, mening geven en/of gericht toepassen. Het is belangrijk dat dit inzicht niet vanuit een kentheoretische maar vanuit een praktisch handelen door de cursist
34 • • • • • • • • • • • • 35 • • • • • •
Het specifieke van de grammatica van het beeld Gericht naar specifieke publicitaire functie Vorm, vormsoorten en vormconcepten Licht en kleurconcept (vb coderen met kleur…) Symbool Compositie, focuspunt, blikvangers… Psychologie vorm en kleur in de beeldvorming Verborgen verleiders Voorstellingswijzen ( vb evenwijdige perspectief…) Leesbaarheid Synergie van alle componenten Van ruwe schets (roughs) tot presentatieontwerp Andere (u) Merk en productconcept (imago reclame) Doel: belangstelling creëren (Waarom je iets moet kopen) Historiek en toekomst van merk en product Definitie van merk (missie en visie) Soorten merken en producten Functie van het merk Merkpersoonlijkheid en productpersoonlijkheid
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
20
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: verworven wordt.)
• • • • • •
Begrippen rond het merk en een product Product versus concept brand (inbranden van merk, marketing …) Merkgevoelens en energie van het merk Merk en productpositionering Merkproducten Andere (u)
36
● kent principe van consumentenreclame, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele of/en digitale weg.
36 • • • • • • •
Direct-response (consumentenreclame) Doel: onmiddellijk gebruik (Waar je iets kunt kopen) Plaatselijk gebruik (prijs, soepele voorwaarden….) Voice-over (schreeuwen zoals nu bellen, langs komen…) Beschikbare media Positionering Budgettering Andere (u)
37
● kent principe van materiaal, materieel, techniek en productontwikkeling kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele en digitale weg.
37
Materiaal, materieel, techniek en productontwikkelingen Actuele materialen, materieel, technieken en productontwikkelingen die ter beschikking staan voor publicitaire realisaties (vb folies, laminaten, anti -graffiti, scanners, UV -bescherming…) Communicatiedrager (verpakking, huisstijl, verpakkingsvormen, productvorm, wervende dragers, informerende dragers, promotiemateriaal, transportmiddelen, signalisatie…) Media en effectiviteit (vb brochure, adverteren in open lucht, web, verpakkingsvormen…) Eisen, systemen, verantwoording, normeringen… Calculatie Andere
•
•
• • • •
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
21
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 38
● kent basisprincipe van de ethiek, kan het toelichten en/er adequaat 38 mee omgaan. • • • •
Module B2 – Initiatie fotografie TV 80 lestijden (totaal modules A = 480 lestijden) Decr. nr.
Ethiek Juridische aspecten (auteursrechten, archiveren van klantengegevens met respecteren wet op privacy…) Bedrijfsethiek (vb geheimhouding voor lancering product…) Normen en waarden Andere
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 39
● kent de basisprincipes van digitaal werken.
40
● kan een digitale foto opnemen.
41
● kan eenvoudige opname maken.
39 • • • • • • • 40 • • •
basis digitaal werken bits en bytes resolutie pixels en lineatuur compressie en bestanden hardware software terminologie digitale fotografie werking en hantering van een digitaal fototoestel toebehoren en werking traditionele versus digitale fotografie
41 • • • • •
hanteren fototoestel en fotograferen diafragma sluitertijd scherpstelling lichtmeting (met de camera, met externe lichtmeter ) (methodes voor lichtmeting (o.a belichtingsdosis, gereflecteerd licht, opvallend licht...) andere
•
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
22
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 42
● kan een actueel programma voor digitale beeldverwerking gebruiken voor eenvoudige fotobewerking en -manipulatie.
42 • • • •
initiatie fotobewerkingsprogramma menu’s commando’s gereedschappen uitprint
Module B3 – Digitale beeldbewerking TV 80 lestijden (totaal modules A = 480 lestijden) Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 43
● kent de basisprincipes voor beeldverwerking via een computersysteem.
43 • • • • • • •
basis digitaal werken pixel en vector bestandsformaten compressie en bestanden hardware software terminologie andere
44
● kan een digitale beeld invoeren en uitvoeren in andere programma’s.
44 • • •
digitaal beeld digitale beeld digitale invoer digitale uitvoer
45
● kan een bestaand beeld digitaliseren.
45 • • • • •
digitaliseren scanner en scannen van bestaande beelden scanprogrammatuur tekentabletten digitale fotografie andere
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
23
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 46
● kan een actueel programma voor digitale beeldverwerking gebruiken voor eenvoudige beeldbewerking, -pakketten en manipulatie.
46 • • • • •
beeld bewerkingsprogramma en pakketten soorten en functie menu’s commando’s gereedschappen uitprint
47
● kan een actueel programma voor digitale beeldverwerking gebruiken voor eenvoudige beeldaspecten en concepten.
47 • • •
Beeldaspecten en concept Vorm, ruimte, licht en kleuraspecten Spreiding (vb concentratie, statisch, dynamisch, ritmisch…) Harmonie en evenwicht (vb stabiel, labiel, symmetrie, asymmetrie) Contrast (vb organisch/geometrisch)
48
● kan een actueel programma voor digitale beeldverwerking gebruiken in relatie tot vaardigheden mbt digitale beeldverwerking tussen gecombineerde pakketten.
• 48 • • • • • • •
Vaardigheden samenhang tussen gecombineerde pakketten. Informatievaardigheid Onderzoeksvaardigheid Ontwerpvaardigheid Technische vaardigheid Presentatievaardigheid Standpuntvaardigheid Andere
Module B4 (= C4) – Webdesign TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 49
● kan de begrippen mbt het web duiden.
49 • • •
Basisbegrippen Webtaal (vb HTLM) Standaarden Uitgangspunten
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
24
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: • • • • • • • •
Bestanden Frame typografie planning compressie te printen pagina kleuren op het net andere
50
● kent de basisprincipes van de structuur van een website.
50 • • • • • • • • • •
Structuur van een website pixels inhoud en informatie organiseren en structureren navigatie sitemap paginalengte variabele beelden hyperlinks bandbreedte en afbeeldingen andere
51
● kent basisprincipe van de soorten websites, kan het toelichten en/er adequaat mee omgaan.
51 • • • • • • • • • • •
Soorten websites Bedrijfspresentatie Voorlichting Nieuws Portaal Zoekmachine Community (forum) Webwinkel Entertainment Intranet Extranet Particuliere homepages
52
● kent basisprincipe van doel en doelgroep, kan het toelichten en er adequaat mee omgaan.
52 • •
Doel en doelgroep Publicitair (informatie, verhogen omzet, communicatie…) Bezoekersprofiel
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
25
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: • • 53
54
55
● kent basisprincipe van functioneel ontwerpen, kan het toelichten en 53 er adequaat mee omgaan. • • • • • • • • ● kent basisprincipe van technisch ontwerpen, kan het toelichten en 54 er adequaat mee omgaan. • • • • • • • • ● kent basisprincipe van promotie, kan het toelichten en er adequaat 55 mee omgaan. • • •
taken Scenario Functioneel ontwerpen Navigeren Menu Paginaontwerp Dynamische lay-out Formulierontwerp Richtlijnen Gebruiksvriendelijkheid Andere Technisch ontwerp Webtalen Afbeeldingen Animatie Audio /video Domeinnamen Compatibiliteit Servers Andere Promotie Traditioneel Internetpromotie Aanmelden bij zoekmachines
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
26
Module B5 – Handmatige beeldvorming TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 56
● kent principe van materiaal, materieel, techniek en beeldvorming, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele weg.
56 • • • •
Basistechnieken Grafisch (potlood, pen…) Picturaal (verf, prints…) Collage, assemblage Andere
57
● kent principe van structuur en textuur,kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele weg.
57 • • •
Structuur en textuur Materie Lichtinval Andere
58
● kent principe van visualisatie, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele weg.
58 • •
Visualisatie Idee Perceptie van waarneming
59
● kent principe van lijn en vorm, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele weg.
60
● kent principe van licht en kleur, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele weg.
61
● kent principe van compositie kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele weg.
59 • • • • • • 60 • • • 61 • •
Lijn en vorm Lijnschets Lijnstructuren Vormsoorten en structuren Restvormen Gestileerde vorm Gedeformeerde vorm Licht en kleur Kleurweergave Licht en schaduw Andere Compositie Traditionele grondvormen Andere
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
27
Module B6 – Publicitaire compositie en concepten TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 62
63
64
65
66
67
● kent basisprincipe van publiciteit kan het toelichten en/of zichtbaar 62 maken in een publicitair concept. • • • • ● kent inzichten van ideefase, kan het toelichten en/of zichtbaar 63 maken in een publicitair concept. • • ● kent inzichten van opmaakbeslissingen, kan het toelichten en/of 64 zichtbaar maken in een publicitair concept. • • • • ● kent inzichten van functioneel ontwerpen, kan het toelichten en/of 65 zichtbaar maken in een publicitair concept. • • • ● kent inzichten vantechnisch ontwerp, kan het toelichten en/of 66 zichtbaar maken in een publicitair concept. • • ● kent inzichten van totaalconcept, kan het toelichten en/of 67 zichtbaar maken in een publicitair concept. • •
Basisprincipes Uitgangspunten, doel en doelgroep Planning Werkverloop andere Ideefase inhoud en informatie andere Opmaakbeslissingen Bedrijfspresentatie Extranet Particuliere homepages Functioneel ontwerpen Grafische ontwerpmiddelen Grondrelatie (vorm, kleur, techniek, concept…) Andere Technisch ontwerp Handmatig en digitaal Andere Totaalconcept samenhang van verschillende factoren in relatie tot beeldvorming kwaliteit in presentatie
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
28
Module C1 – Illustratieve beeldvorming TV 80 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 68
● kent principe van het specifieke van de grammatica van het beeld, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele of/en digitale weg.
68 • • • • • • • • • • • •
Het specifieke van de grammatica van het beeld Gericht naar specifieke publicitaire functie Vorm, vormsoorten en vormconcepten Licht en kleurconcept (vb coderen met kleur…) Symbool Compositie, focuspunt, blikvangers… Psychologie vorm en kleur in de beeldvorming Verborgen verleiders Voorstellingswijzen ( vb evenwijdige perspectief…) Leesbaarheid Synergie van alle componenten Van ruwe schets (roughs) tot presentatieontwerp Andere (u)
69
• illustratief gericht fundamentele inzichten verwerven met betrekking tot het concept.
69 • • • • • •
Illustratieve concept Doel: belangstelling creëren (Wat wil je illustreren) Historiek en toekomst van illustratieve wijze Functie van de illustratie (vb werking, inzichtopbouw…) Persoonlijkheid en productpersoonlijkheid Begrippen illustreren (vb schermpresentatie, soorten grafieken…) Andere (u)
70 • • • • • • • • • •
Specificaties bij illustreren Doel: gebruik Doelgroep (richtpubliek, hoeveelheid…) Beschikbare media Budgettering Drager en achtergrond Tekstinformatie Beeldinformatie Anatomie van een grafiek Opsplitsen van info Andere (u)
(Dit inzicht is meer dan louter reproduceren, het kan worden uitgedrukt door aanwenden, toelichten, mening geven en/of gericht toepassen. Het is belangrijk dat dit inzicht niet vanuit een kentheoretische maar vanuit een praktisch handelen door de cursist verworven wordt.) 70
● kent principe van specificaties bij illustreren, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele of/en digitale weg.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
29
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 71
● kent principe van scenario’s uitbouwen, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele of/en digitale weg.
72
● kent principe van materiaal, materieel, techniek en productontwikkeling kan het toelichten en/of zichtbaar maken via manuele en digitale weg.
71 • • • • • • • 72 •
•
• • • • Module C2 – Initiatie digitale vectoriele beeldvorming TV 60 lestijden Decr. nr.
Scenario’s Vergaderingen Verkooppresentatie aan de hand van illustraties Rondreizende voorstelling Rapportering (vb financieel) Organigram van bedrijf of organisatie Onderwijs en opleiding Andere Materiaal, materieel, techniek en productontwikkelingen Actuele materialen, materieel, technieken en productontwikkelingen die ter beschikking staan voor illustratieve realisaties (vb folies, presentaties, scanners, UV -bescherming…) Communicatiedrager (verpakking, huisstijl, verpakkingsvormen, productvorm, wervende dragers, informerende dragers, promotiemateriaal, transportmiddelen, signalisatie…) Media en effectiviteit (vb brochure, adverteren in open lucht, web, verpakkingsvormen…) Eisen, systemen, verantwoording, normeringen… Calculatie Andere
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 73
● kent de basisprincipes voor digitale vectoriele beeldvorming .
73 • • •
basis digitaal vectoriele beeldvorming vectorwerking bestanden hardware
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
30
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: • •
software terminologie
74
● kan een digitale beeldopbouw realiseren.
74 • • •
digitale beeldopbouw werking en hantering toebehoren en werking input en output (print, plot…)
75
● kan technische aspecten van een actueel programma voor digitale vectorillustratie hanteren.
75 • • • • • • • •
hanteren technische aspecten vectorillustratie open en gesloten paden (lijn en vulling) vormen curven veranderingspunt (=vertex) richtingsvector teksttoevoer vulgereedschappen andere
76
● kan een actueel programma voor digitale beeldverwerking gebruiken voor eenvoudige combinatie van bitmap en vector.
76 •
Bitmap- en vectorillustratie combineren Foto of bitmap afbeelding wordt onderdeel van vectorillustratie commando’s gereedschappen
• • 77
● kent basisprincipe van beeldaspecten en concepten kan het toelichten en/of zichtbaar maken via digitale vectoriele beeldvorming.
77 • • • • • •
Beeldaspecten en concept Vorm, ruimte, licht en kleuraspecten Spreiding (vb concentratie, statisch, dynamisch, ritmisch…) Harmonie en evenwicht (vb stabiel, labiel, symmetrie, asymmetrie) Contrast (vb organisch/geometrisch) Beeldmerken in illustratieve composities Andere
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
31
Module C3 (= B4) – Webdesign TV/ 60 lestijden
Module C4 – Waarnemen en digitale illustratieve weergave TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 78
● kent principe van waarnemen, kan het toelichten en zichtbaar maken via digitale weg.
78 • • •
Waarnemen en digitale weergave Basisprincipe waarneming Perceptie van de waarneming Digitale voorstellingswijze
79
● kan de object- en materiewaarneming verkennen in zijn illustratieve, maatschappelijke, socio-culturele en historische context.
79 • • • •
situering relatie beeldende kunst en illustratie evoluties in illustratieve voorstellingswijzen tendensen andere
80
● kent de basisprincipes van compositie in relatie met de object- en materieweergave.
80 • • • • • • • • • •
compositie en object relatie en onderwerp verlichting standpunt beeldformaat Focus (algemeen, selectief,...) omgeving kleurencombinaties grijswaarden illustratieve waarde Andere
81
● kan een vormelijk en/of inhoudelijk verband leggen tussen opdracht, onderwerp, beeld. (u)
81 • • • • •
verband opdracht, beeld en onderwerp (u) vormelijke aspecten inhoudelijke aspecten relatie met de illustratieopdracht visie ondersteunend, op zichzelf staand
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
32
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 82
● kent principe van illustratieve technieken, kan het toelichten en zichtbaar maken via digitale weg.
82 • • •
Illustratieve technieken Camera en opnametechnieken Tablettechniek Andere
83
● kent de belichtings- en verlichtingstechnieken in functie van waarnemen en digitale weergave.
83 • • • • • •
licht verlichtingsbronnen en toebehoren lichtmeting, flitsmeettechniek verlichtingstechnieken (textuur en structuur in materiaal weergeven, gladde en glanzende voorwerpen, reproductie,...) contrastbeheersing lichtopstelling in functie van de morfologie van de materie andere
84
● kan een decor opbouwen in functie van een weer te geven onderwerp.
84 • • • • •
decor ontwerp opbouw materialen achtergrond accessoires
85
● kan een materie- of objectweergave op een illustratief en esthetisch verantwoorde wijze presenteren.
85
specifieke presentatietechnieken
86
● heeft inzicht in de object- en materievoorstelling en ontwikkelt een eigen visie en stijl. (u)
86
eigen visie en stijl (u)
87
● kan experimenteel werken binnen het domein van de object- en materiefotografie. (u)
87 • • • •
experimenteren (u) technieken materiaal materieel materie
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
33
Module C5 – Waarnemen en Manuele illustratieve weergave TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 88
● kent principe van waarnemen, kan het toelichten en zichtbaar maken via manuele weg.
89
● kan de object- en materiewaarneming verkennen in zijn 89 illustratieve, maatschappelijke, socio-culturele en historische context. • • • • ● kent de basisprincipes van compositie in relatie met de object- en 90 materieweergave. • • • • • • • • • •
Situering relatie beeldende kunst en illustratie evoluties in illustratieve voorstellingswijzen tendensen andere
91
● kan een vormelijk en/of inhoudelijk verband leggen tussen opdracht, onderwerp, beeld. (u)
91 • • • • •
Verband opdracht, beeld en onderwerp (u) vormelijke aspecten inhoudelijke aspecten relatie met de illustratieopdracht visie ondersteunend, op zichzelf staand
92
● kent principe van illustratieve technieken, kan het toelichten en zichtbaar maken via manuele weg.
92 • • •
Illustratieve technieken Potlood, pen Penseelweergave Andere
90
88 • • •
Waarnemen en manuele weergave Basisprincipe waarneming Perceptie van de waarneming Manuele voorstellingswijze (meten, referentielijnen ,hoeken vlakken…)
Compositie en object relatie en onderwerp verlichting standpunt beeldformaat Focus (algemeen, selectief,...) omgeving kleurencombinaties grijswaarden illustratieve waarde Andere
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
34
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 93
● kent de belichtings- en verlichtingstechnieken in functie van waarnemen en manuele weergave.
93 • • • •
licht verlichtingsbronnen en toebehoren verlichtingstechnieken (textuur en structuur in materiaal weergeven, gladde en glanzende voorwerpen, reproductie,...) contrastbeheersing andere
94
● kan een decor opbouwen in functie van een weer te geven onderwerp.
94 • • • • •
decor ontwerp opbouw materialen achtergrond accessoires
95
● kan een materie- of objectweergave op een illustratief en esthetisch verantwoorde wijze presenteren.
95
specifieke presentatietechnieken
96
● heeft inzicht in de object- en materievoorstelling en ontwikkelt een eigen visie en stijl. (u)
96
eigen visie en stijl (u)
97
● kan experimenteel werken binnen het domein van de object- en materie. (u)
97 • • • •
experimenteren (u) technieken materiaal materieel materie
Module C6 – Illustratieve compositie en concepten TV 60 lestijden Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
(u) = uitbreidingsdoelstelling LEERINHOUDEN
De cursist: 98
● kent basisprincipes van illustratieve compositie en concepten, kan 98 het toelichten en/of zichtbaar maken via digitale of manuele • •
Basisprincipes Uitgangspunten, doel en doelgroep Planning
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
35
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: beeldvorming.
• •
Werkverloop andere
99
● kent de ideeontwikkeling van illustratieve compositie en concepten, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via digitale of manuele beeldvorming.
99 • •
Ideeontwikkeling inhoud en informatie andere
100
● kent de opmaakbeslissingen van illustratieve compositie en concepten, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via digitale of manuele beeldvorming.
100 • •
Opmaakbeslissingen Illustratieve presentatie Soort informatiedrager
101
● kent functioneel ontwerpen van illustratieve compositie en concepten, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via digitale of manuele beeldvorming.
102
● kent technisch ontwerpen van illustratieve compositie en concepten, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via digitale of manuele beeldvorming.
101 • • • 102 • •
Functioneel ontwerpen Grafische ontwerpmiddelen Grondrelatie (vorm, kleur, techniek, concept…) Andere Technisch ontwerp Handmatig en digitaal Andere
103
● kan een vormelijk en/of inhoudelijk verband leggen tussen opdracht, onderwerp, beeld iin relatie tot het totaalconcept.
103 •
Totaalconcept samenhang van verschillende factoren in relatie tot beeldvorming kwaliteit in presentatie
•
Module D1 – Ruimtewerking TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 104
● kent de voornaamste ruimtevoorstellingen, kan het toelichten en/of zichtbaar maken.
104 • • • • •
Ruimtevoorstelling Atmosferisch (licht en kleur) Vervagen Repoussoir Planmatig (coulissen) S-vorm
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent Decr. nr.
36
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: • • • •
Vergroten en verkleinen Evenwijdige perspectieven (vb militair, cavalière, axonometrie,…) (u) Vluchtlijnperspectief (u) Andere
105
● kent de voornaamste ruimtelijke opstellingen, kan het toelichten en/of zichtbaar maken.
105 • • • •
Ruimtelijke opstellingen Voor / achter Boven / onder Overlappen Andere
106
● kent de opmaakbeslissingen bij ruimtelijke voorstelling, kan het toelichten en/of zichtbaar maken.
106 • •
Opmaakbeslissingen Decoratieve presentatie Soort decoratie
107
● kent functioneel ontwerpen bij ruimtelijke voorstelling, kan het toelichten en/of zichtbaar maken.
107 • •
Functioneel ontwerpen Ontwerpmiddelen Grondrelatie ruimtelijke voorstelling (vorm, kleur, techniek, concept…) Andere Technisch ontwerp Vlak en ruimtelijk Andere Ruimtelijk totaalconcept samenhang van verschillende factoren in relatie tot beeldvorming kwaliteit in presentatie
108
● kent technisch ontwerpen bij ruimtelijke voorstelling, kan het toelichten en/of zichtbaar maken.
109
● kan een vormelijk en/of inhoudelijk verband leggen tussen opdracht, onderwerp, beeld in relatie tot het ruimtelijk totaalconcept.
• 108 • • 109 • •
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
37
Module D2 – Standenbouw conceptontwikkeling – technisch tekenen TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 110
● kent de voornaamste ruimtevoorstellingen, kan het toelichten en/of zichtbaar maken in een technische tekening (digitaal of manueel).
•
Ruimtevoorstelling Enkelvoudig projectief aanzicht Meervoudig projectief aanzicht( u) Opbouw volgens assenstelsel Evenwijdige perspectieven (vb militair, cavalière, axonometrie…) Andere
111
● kent de voornaamste ruimtelijke opstellingen, kan het toelichten en/of zichtbaar maken in een technische tekening.
111 • • • •
Ruimtelijke opstellingen Zichtbaar en onzichtbaar Geometrische basisvolumes (prisma, kubus…) Stapelen Andere
112
● kent de opmaakbeslissingen bij ruimtelijke voorstelling, kan het toelichten en/of zichtbaar maken in een technische tekening (digitaal of manueel).
112 • •
Opmaakbeslissingen Maatvoering Schaal
113
● kent functioneel ontwerpen bij ruimtelijke voorstelling, kan het toelichten en/of zichtbaar maken in een technische schets (digitaal of manueel).
113 • •
114
● kan een vormelijk en/of inhoudelijk verband leggen tussen opdracht, onderwerp, beeld in relatie tot het ruimtelijk/technisch totaalconcept (digitaal of manueel).
Functioneel ontwerpen Ontwerpmiddelen Grondrelatie ruimtelijke voorstelling (vorm, kleur, techniek, concept…) Andere Ruimtelijk/technisch totaalconcept samenhang van verschillende factoren in relatie tot beeldvorming kwaliteit in presentatie
110 • • • •
• 114 • •
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
38
Module D3 = B1 – Publicitaire beeldvorming TV/ 60 lestijden
Module D4 – Decoratieve techniek TV 120 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 115
● kent de voornaamste decoratieve versieringstechnieken, kan het 115 toelichten en zichtbaar maken. • • • • • •
Versieringstechnieken Grafisch (vb. potlood, pen, druktechniek…) Picturaal (vb. verf, marmeren…) Vermenigvuldigingstechnieken (vb. sjablonen, afgieten…) Versieringstechnieken (vb wandbekleding, drapage, decoratieve verftechnieken, aanbrengen van folies…) Ruimtelijke technieken en uitvoering Andere
116
● kent de voornaamste ruimtelijke opstellingen, kan het toelichten en zichtbaar maken.
116 • • • • •
Ruimtelijke opstellingen Constructie en montering Stapeltechnieken Etalagetechnieken Verbindingstechnieken (spijkeren…) Andere
117
● kent de opmaakbeslissingen, conceptproef en presentatie, kan het toelichten en/of zichtbaar maken.
117 • • • •
Opmaakbeslissingen, conceptproef en presentatie Ideeën visualiseren (vb maquette) Presenteren Totaalbeeld Andere
118
● kan een vormelijk en/of inhoudelijk verband leggen tussen opdracht, onderwerp, beeld in relatie tot het ruimtelijk/technisch decoratieve concept.
118 •
Ruimtelijk/technisch decoratieve concept samenhang van verschillende factoren in relatie tot beeldvorming kwaliteit in presentatie
•
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
39
Module D5 – Decoratieve compositie en concepten TV 60 lestijden Decr. nr.
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De cursist: 119
● kent basisprincipes van decoratieve compositie en concepten, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via decoratieve beeldvorming.
119 • • • •
Basisprincipes Uitgangspunten, doel en doelgroep Planning Werkverloop andere
120
● kent de ideeontwikkeling van decoratieve compositie en concepten, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via decoratieve beeldvorming.
120 • •
Ideeontwikkeling inhoud en informatie andere
121
● kent de opmaakbeslissingen van decoratieve compositie en concepten, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via decoratieve beeldvorming.
121 • •
Opmaakbeslissingen Decoratieve presentatie Soort informatiedrager
122
● kent functioneel ontwerpen van decoratieve compositie en concepten, kan het toelichten en/of zichtbaar maken via decoratieve beeldvorming.
123
● kent technisch ontwerpen van decoratieve compositie en concepten, kan het toelichten en/of zichtbaar.
124
● kan een vormelijk en/of inhoudelijk verband leggen tussen opdracht, onderwerp, beeld in relatie tot het decoratieve totaalconcept.
122 • • • 123 • • 124 •
Functioneel ontwerpen Decoratieve middelen Grondrelatie (vorm, kleur, techniek, concept, decoratie…) Andere Technisch ontwerp Handmatig en machinaal Andere Decoratieve totaalconcept samenhang van verschillende factoren in relatie tot beeldvorming kwaliteit in presentatie
•
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
40
Module S1 – Specifiek: Praktisch bedrijfsbeleid TV 60 lestijden
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN Decr. nr.
MODULE S1 – Praktisch bedrijfsbeleid
LEERINHOUDEN
De cursist: 125
● kent het terrein van de beroepsmogelijkheden van vormgever.
126
● kent de verschillende productgroepen die in de decohandel worden 126 aangeboden en is in staat ze aan te kopen en te verkopen. • • • • • • ● weet welke de belangrijkste invoerders, leveranciers en 127 aankoopgroeperingen in de decobranche zijn en kan er een • verantwoorde keuze uit maken. (u) • • • •
producten verkoopsproducten verbruiksproducten randproducten diensten productrechten (auteursrechten…) actuele producten en trends
128
● verwerft inzicht in de vakgebonden marketing.
128 • • • • • • • •
marketing onderzoek marktpenetratie koopgedrag klanten bezoeksfrequentie klanten klantenprofiel klantenbinding meetbaarheid publiciteit imago (logo, huisstijl, communicatie,...)
129
● kent de publiciteitsvormen en kan, naar een specifieke doelgroep toe, een beperkt publiciteitsplan opstellen.
129 • • • •
publiciteit direct mailing pers kranten reclamebladen
127
125 • •
beroep van vormgever inzetbaarheid andere
verkoopsstruct(u)ur(en) in de branche (u) leveranciers labo’s en studio’s leveranciers diversen (kartonnage...) aankoopgroeperingen groothandelaars
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
41
LEERPLANDOELSTELLINGEN Decr. nr.
LEERINHOUDEN
MODULE S1 – Praktisch bedrijfsbeleid De cursist:
130
● kent de binnen het vakgebied relevante, bepalingen rond auteursrechten en kan ze gebruiken.
131
● kent de, binnen het vakgebied relevante, milieuwetgeving en kan ze gebruiken.
• • • • • • • 130
weekbladen reclamepanelen radio- en TV-reclame reclame in de winkel evenementen soorten sponsoring nieuwe media auteurrechten
131
milieuwetgeving
Module EX1 Extra – Computerinitiatie TV 60 lestijden
(u) = uitbreidingsdoelstelling
LEERPLANDOELSTELLINGEN Decr. nr.
MODULE S1 – Praktisch bedrijfsbeleid
LEERINHOUDEN
De cursist: 132
● kan verkennend omgaan met de computeromgeving.
132 • • • •
Computeromgeving Inzetbaarheid Procedures Input en output Andere
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
42
LEERPLANDOELSTELLINGEN Decr. nr.
LEERINHOUDEN
MODULE S1 – Praktisch bedrijfsbeleid De cursist: 133
● kan omgaan met de basisvaardigheden van een computeromgeving.
133 • • • • • • •
Basisvaardigheden Opstarten Omgaan met bestanden Omgaan met bewerkingen Structuur van eigen documenten Opmaak Tabelgebruik Andere
134
● kan omgaan met internet.
134 • • •
Gebruik van internet Zoekprogramma’s Digitale post Andere
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
43
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING 1.
Een meer procesgerichte benadering
Bij de ontwikkeling van dit leerplan hebben we steeds voor ogen gehouden wat we willen bereiken met de cursisten. Nog al te vaak wordt er gedacht en gehandeld vanuit sterk afgelijnde vakken en is er geen sprake van een geïntegreerde visie, waarbij verschillende leerinhouden met elkaar betrokken worden. De leerplandoelstellingen zijn zodanig geformuleerd dat zij de leraar in staat moeten stellen een gunstige leeromgeving te creëren waarin plaats is voor een gevarieerd en gedifferentieerd aanbod aan werkvormen. Het is uiteindelijk de bedoeling dat de cursist op een actieve en constructieve wijze participeert aan het leerproces. Vanuit diverse invalshoeken dient de cursist een globaal pakket aangereikt te krijgen zodat transfer naar andere domeinen bevorderd wordt. Samenwerking met andere leraren is meer dan wenselijk. Met deze opvattingen als uitgangspunt van het didactisch handelen, dringt zich een verschuiving op van een meer product- naar een meer procesgerichte benadering. Het procesmodel legt de nadruk op (half)open doelstellingen i.p.v. gesloten doelstellingen die enkel kennis en reproductie nastreven en kenmerkend zijn voor de productbenadering. De aandacht gaat niet alleen naar de resultaten van de cursisten, maar bovendien worden de processen die ze doorlopen, geëvalueerd waardoor cursisten makkelijker een hoger ontwikkelingsniveau bereiken. Binnen de procesbenadering zet de leraar de cursisten aan tot zelfsturing en actieve participatie. Op gebied van evaluatie staat niet de kwantiteit maar wel de kwaliteit van het leren centraal. Uiteraard moeten minimaal de doelstellingen in het leerplan bereikt worden. We laten echter in dit leerplan de ruimte aan leraren om via een persoonlijke invulling de doelstellingen te realiserenHet leerproces is dan het resultaat van een wederzijds evenwaardig respect in de verhouding tussen leraar en cursist. Uit het voorgaande blijkt evenwel dat we vanuit een voorkeur voor een emancipatorische en cursist gerichte invalshoek de balans iets meer naar de proceskant doen ombuigen. Toch mag de leraar niet besluiten dat de productcomponent verwaarloosd mag worden, want deze vormt complementair aan de procesgerichte visie een perspectief op onderwijs dat het mogelijk maakt om een krachtige leeromgeving te creëren op maat van de cursist.
2.
Doelstellinggerichtheid en uitzetten van leerlijnen
• De leraar moet er wel op toezien dat alle leerplandoelstellingen gerealiseerd of nagestreefd worden. De geformuleerde leerinhouden zijn bouwstenen van de beeldtaal waarvan gebruik wordt gemaakt om de leerplandoelstellingen van het vak te realiseren. De taxonomie, die het gedragsniveau bepaalt, zal daarom worden gericht naar de graad, de onderwijsvorm en de optie in functie van het doel dat men voor ogen heeft.
• De leerlijn De leerlijn (longitudinale planning van leerstof - op de lengte betrekking hebbend) is een volgorde van leermomenten voor een vak of vakonderdeel op basis van uitgangspunten/visie en afspraken. Bij het maken van een leerlijn moeten vooraf uitspraken gedaan worden over vakinhoud (alles wat je door het vak wilt aanleren of ontwikkelen). Duidelijk moet zijn of vakinhoud in een bepaalde leerlijn volledig of beperkt aan de orde komt. Een vak kan best opgesplitst worden in verschillende leerlijnen. Bij dit vak kan dit eventueel gebeuren rond ‘de kapstokken’ of vakcomponenten. Ook in functie van een module kunnen leerlijnen uitgezet worden. In een leerlijn zit weliswaar een volgorde van leermomenten, maar daarmee is niet gezegd dat alles van een bepaald aspect onmiddellijk door de cursisten ontwikkeld en geleerd zal worden. Alles moet niet systematisch aan bod komen. Je kunt namelijk ook telkens een deel van hetzelfde aspect aanleren en volgende opdracht weer een deel aanbrengen.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
44
• planimplementatie Bij de aanvang van de module maakt de leraar een oordeelkundige keuze van de leerinhouden waarmee hij de doelstellingen wil realiseren (bij voorkeur na overleg met de vakgroep) en stelt een (vordering)plan op waarin hij de leerstof op een evenwichtige wijze verdeelt over het beschikbare aantal lestijden. Het is belangrijk dat alle leerplandoelstellingen aangegeven en gerealiseerd worden. Het (vorderings)plan is een persoonlijk werkdocument dat geregeld dient bijgewerkt en aangepast te worden aan de reële toestand voor het vak. Regelmatig gaat de leerkracht na of alle geplande inhouden binnen de voorziene tijd gerealiseerd worden. Geactualiseerde kopieën worden op school bewaard. Het kan nuttig zijn om na elke lessenreeks commentaar bij het (vorderings)plan te voegen, om daar het volgend schooljaar rekening mee te houden.
• Een jaar/graad(vordering)plan (werkdocument) omvat zeker - schooljaar, centrum - onderwijsvorm, graad, studierichting, module - aantal lestijden per week of contact -uren - leerplancode /nummer - leerlijnen (best gerubriceerd) met verwijzing naar de punten van het leerplan - vakoverschrijdende verwijzingen - tijdspreiding m.b.t. leerdoelen, inhouden en/of verwervingsniveaus - aanstipmogelijkheid voor de vordering - opmerkingen en aanpassingen (o.a. vervangingen, afwezigheden, extra initiatieven binnen en buiten het centrum …)
3.
De geïntegreerde, criteriagerichte en onderzoekende aanpak
3.1 Geïntegreerd werken
• De leerplandoelstellingen en de leerinhouden omvatten verschillende vakcomponenten waarbij meerdere leerlijnen of ‘kapstokken’ kunnen uitgezet worden. Sommige leraren zouden ervoor kunnen opteren om de vakcomponenten los van elkaar te behandelen en uit te diepen. Dit is op zich niet verkeerd, maar niet aan te raden. Daarenboven behoort de wijze waarop de leerplandoelstellingen worden bereikt tot de pedagogische vrijheid en verantwoordelijkheid van het centrum en de leraar. Wel willen we erop wijzen dat dit niet de visie is van waaruit het leerplan is ontwikkeld. Er wordt geopteerd om leerlijnen uit te zetten waarin verschillende leerinhouden geïntegreerd aan bod komen. Cursisten zullen zo tot fundamenteler leren komen wanneer de werkelijkheid niet kunstmatig opgesplitst wordt in verschillende vakjes. Het zal ook realistischer zijn wanneer ze in een ruime context worden ingebed. • Theoretische sessies worden ingelast naargelang de behoeften van de leerlingen en bij voorkeur inspelend op de actualiteit en specifieke, optiegebonden inhouden. Bezoeken bij kunstenaars, aan tentoonstellingen en aan bedrijven zijn een nuttige aanvulling van de theoretische en praktische lessen.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
45
• De lesgever tracht van zijn les een afgerond geheel te maken, opgebouwd rond lesfases (herhalen, sensibiliseren, probleemstelling, aanbreng van nieuwe kennis, evaluatie,...). Hij verliest daarbij nooit uit het oog dat het leer- en/of productieproces, eerder dan het product zelf, centraal staat. 3.2 Criteriagericht formuleren van opdrachten • De leerplandoelstellingen en leerinhouden zijn het uitgangspunt van de opdrachten. Deze zijn geformuleerd in een concreet observeerbaar gedrag. Hier bedenken cursisten zelf alternatieven en geeft de leerkracht criteria. Hij omschrijft bijvoorbeeld de eisen ten aanzien van de uit te voeren leeractiviteit. Hij zegt bijvoorbeeld waaraan de taak moet voldoen. Cursisten werken een en ander uit en geven aan waarom ze denken dat ze aan de gestelde criteria voldoen. De criteriagerichte opdracht in relatie tot de doelstellingen zijn ook te linken aan de evaluatiecriteria… Dit houdt onder meer in dat: - de opdrachten meer open worden; - er verschillende oplossingen mogelijk zijn, dus geen voorbeelden namaken; - de cursisten zelf keuzes leren maken en die verantwoorden; - de cursisten zelf leren plannen; - er feedback is op proces en product; - er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct. Zorg er voor dat de mogelijke fasen van het werkproces duidelijk herkenbaar zijn o.a.: - voorbereidende fase; - werkplanorganisatie; - denkfase & experimenteerfase; - beste oplossing kiezen; - werkplan uitstippelen; - uitdieping definitieve vorm- en kleurkeuze; - presenteren; - resultaat beoordelen (proces en product: ‘Had ik het anders kunnen aanpakken? Verbeteren of een volgende keer anders?’). • De leraar is ook coach, begeleider. De leerkracht legt gedurende de begeleiding onder meer de nadruk op de verantwoorde keuze van materiaal en materieel, een efficiënte werkorganisatie, geregelde zelfevaluatie, precisie, orde en veiligheid. Het is aangewezen de cursist geregeld (tussentijds) te evalueren op zijn opgedane kennis en gemaakte vorderingen (dit volgens vooraf vastgelegde evaluatiecriteria – zie ook onderdeel evaluatie). Bij het bepalen van een opdracht waarbij enerzijds een technisch en anderzijds een creatief en inzichtelijk doel betrokken is, kan een keuze worden gemaakt uit een samenhang van verscheidene problemen (langs inductieve of deductieve weg). Belangrijk is dat de opdrachten een bevragend of onderzoekend karakter hebben. De leerstofafbakening is geen strak schema maar laat ruimte voor een dynamische en creatieve aanpak door de leraar. De leerkracht zal vermijden eerdere resultaten van éénzelfde opdracht te gebruiken als toelichting, omdat hierdoor een beïnvloeding van de persoonlijke creativiteit ontstaat.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
46
De impact van de cursist op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. • De uitgeschreven formulering van de opdracht dient functioneel te zijn (geen nodeloos papier maar een degelijk stappenplan, goed uitgekiende documenten voor de cursisten…). Om didactische redenen zal de cursist de uitgeschreven opdracht en de daarbij horende evaluatiecriteria bewaren. Dit kan enkel het leerproces ondersteunen. 3.3 Onderzoekende aanpak Het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs (PPGO), waarbij we “streven naar de totale ontwikkeling van de persoon: kennisverwerving, vaardigheidsontwikkeling, attitudevorming met bijzondere aandacht voor een kritische en creatieve ingesteldheid ten aanzien van mens, natuur en samenleving”. Het nastreven van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij de noodzaak om lerenden efficiënt en effectief te leren omgaan met de veelheid aan informatie en creativiteit. Meer en meer is men genoodzaakt om die informatie te kunnen omzetten van beschikbare naar bruikbare kennis. Bij een creatief proces is juist het bewust (gescheiden) omgaan met infoverwerving en infoverwerking fundamenteel. Het werken aan onderzoeksvaardigheden ontwikkelt het creatief en probleemoplossend vermogen van leerlingen. De leerkracht laat cursisten de (elementaire) onderzoekstaak zelfstandig uitvoeren. Hij is beschikbaar als gesprekspartner om te overleggen over elke onderzoeksstap. Hier beslissen de cursisten. Ze verantwoorden hun beslissingen naar de leerkracht (eventueel door gebruik van de educatieve portfolio). De leraar fungeert hierbij vooral als coach en als vangnet. Deze is niet langer uitsluitend de overdrager van kennis, maar vooral de begeleider van het leerproces. Om de studielast van de cursisten en de planlast van de leraren beheersbaar te houden, zijn afspraken en samenwerking met betrekking tot een aantal aspecten onontbeerlijk. De vakgroepwerking is hiervoor het uitgesproken medium.
4.
De werkmap
• De cursist legt minstens één werkmap aan. In werkmap(pen) vindt men o.m.: - omschrijving van de opdracht(en) of thema(‘s) + uit te voeren taken; - de leerinhouden zoals aangegeven in leerplan, verklaring en beoordelingscriteria van de opdrachten; - theoretische toelichtingen, incl. verklaring van woorden en/of begrippen; - documentatie en illustraties i.v.m. de opdrachten, eventueel specifieke bibliografie; - schetsen, voorstudies, gebruikte bronnen en/of voorbeelden, een kopij van het bereikte resultaat; - de beknopte verantwoording of legitimatie van eventueel onderzoek; - cursus; - planning en/of tijdspad. Dergelijke werkmap biedt o.m. de volgende voordelen: - cursist en leerkracht kunnen op elk ogenblik nagaan welke opdrachten werden uitgevoerd; - cursist en leerkracht kunnen steeds nagaan hoe een werk uitgaande van een opdracht is geëvolueerd;
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
47
- cursist en leerkracht kunnen steeds nagaan hoe de leerwinst, de verworven vaardigheden en de doelstellingenrealisatie in al zijn stadia over de tijd werd gerealiseerd; - de cursist heeft een verklarende lijst van vaktermen en -begrippen, beschrijvingen, illustraties, technieken, materieel en materiaal; - de cursist kan tot een beter inzicht komen in eigen en andermans werk met behulp van de genoteerde analyse en besprekingen van uitgevoerde opdrachten. De werkmap blijft best behouden gedurende de volledige opleiding. Aantekeningen dienen kort en bondig te zijn. Daar er voortdurend documenten van uiteenlopende aard aan de map worden toegevoegd, is een ringmap aan te bevelen. Kunstboeken zijn, naast ICT en divers audiovisueel materiaal, hulpmiddelen die de realisatie van het leerplan ondersteunen.
5.
Begeleiding
• Integratie in de klas Dit kun je onder meer realiseren door: - het creëren van een veilig (fysiek en emotioneel) leefklimaat; - stimuleren en aanmoedigen van elke cursist; - gelijkwaardige positieve behandeling; - alert zijn voor specifieke discriminaties. • Adaptief onderwijs (aanpassingsgerichtheid) Dit kun je onder meer realiseren door: - rekening te houden met elke beginsituatie van elke cursist (dus best registreren); - uitdagende aangename opdrachten te creëren; - differentiëren naar leerstijlen, werkvormen, doelen; - taalondersteunend te werken (o.a. instructietaal); - rekening te houden met fysieke stoornissen (vb kleurgestoordheid). • Studiebegeleiding en cursistenvolgsysteem (o.a. evaluaties)
Dit kun je onder meer realiseren door: - het geven van de nodige feedback; - remediëring en opvolging; - stimuleren van het leerproces;
- geïntegreerde, criteriagerichte en onderzoekende aanpak; - benutten van een registratiesysteem dat zowel evaluatiegegevens (proces & productgericht) als andere gegevens die evident zijn voor de cursist te begeleiden en ondersteunen in zijn leerproces.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
48
• Zorgbreedte (psychologisch, sociaal en remediërend) Men is alert en treedt correct op en signaleert discreet problemen (vb bijzondere noden…)
• Het registreren van het begeleidingsproces Het evaluatieschrift vermeldt o.a. de gebruikte evaluatiecriteria en tijdstip. In het evaluatieschrift noteert de leerkracht ook naast de beginsituatie, de positieve vorderingen, het procesgerichte, de sleutelvaardigheden, de doelgerichtheid, de eventuele tekorten, remediëring en opvolging. Op deze wijze verkrijgt men een beter zicht op het individuele leerproces.
6.
Varia
• De in de modules geformuleerde doelstellingen en leerinhouden kunnen elkaar gedeeltelijk overlappen en zijn niet altijd strikt te scheiden! De professionele en pedagogisch-didactische inzichten van de leerkracht bepalen de effectieve omzetting naar lesdoelstellingen en praktische opdrachten waarvan de moeilijkheidsgraad gaandeweg verhoogt. De modulaire structuur moet gerespecteerd worden. • Specifieke info (o.a. met betrekking tot het vak, visie…) is steeds terug te vinden op de webpagina’s van de Pedagogische Begeleidingsdienst van het Gemeenschapsonderwijs. Gelieve deze regelmatig te raadplegen, zeker met betrekking tot geactualiseerde informatie. (www.rago.be) • Administratieve documenten Naast wettelijke richtlijnen beslist het centrum zelf aanvullend over gebruik en archivering van documenten. Voor de meest actuele wettelijke richtlijnen kan men zich steeds wenden naar http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/ Bij betwistingen over beoordelingen of sanctionering kan de lesgever steeds een beroep doen op de administratieve documenten. Gecorrigeerde en besproken werken, remediëring en opvolging, de werkmap, examenkopijen, examenvragen en correctiemodel bieden in dergelijk geval een extra steun. • Vakgroepwerking Vermits naast het realiseren van specifieke doelstellingen van het vak, regelmatig linken gelegd worden naar de gevolgde specialiteit (o.a. via inhoud van opdrachten..), is het noodzakelijk dat de leerkracht regelmatig deelneemt aan een vakgroepwerking binnen de optie in kwestie. Enkel communicatie met vakspecialisten (binnen en buiten de optie/school) kan voldoende inzicht in de betreffende specialiteit verschaffen. Vakgroepwerking zal bijdragen tot een zinvolle invulling van de opdrachten. Tip: het is wenselijk de vakgroepwerking op een frequente basis verloopt. Hanteer eventueel hierbij het SMART- principe. [Specifiek (beperkt en concreet) / Meetbaar (duidelijk) /Aanvaardbaar / Realistisch / Tijd uitvoerbaar in een bepaalde tijd].
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
49
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN Volgende opsommingen zijn niet limitatief. Loka(a)l(en): • ruim, licht lokaal met (eventueel) mogelijkheid tot verduisteren • stromend water met aangepaste wasbak(ken) • bord (wenselijk met wit projectievlak, schrijfvlak met raster per 10 cm, eventueel verstelbaar) • vuilbak • multimediacomputer(s) (o.a. met geluidskaart, grafische kaart,…) en randapparatuur • digitale projector • elektrische verlengkabel(s) (10m) en verlichtingset • kleurwaaiers handelsmodellen [vb Pantone (coated en uncoated), RAL,…] en CMYK Toegang hebben tot of kunnen beschikken over materiaal/materieel (aanwezig op de school): • werktafels om op te tekenen (glad en afwasbaar oppervlak) • kast met schuifladen (voor papier tot 0,90-1,20meter) • prikborden en magneetborden (aan de wanden) • bordpasser, lat, tekendriehoeken • klein gereedschap (hamers, trektangen…) • metalen lat (roestvrij 1meter) • papierschaar • snijmessen • kunststof transparante snijplaten • snijtafel voor papier (min 90cm) • lichtbak • sokkels, podiumblokken, … (als basis voor decorelementen, tentoonstelling,…) • koffer met stoffen • TV met video en/of DVD • digitale fotocamera • audiovisuele middelen: projectietoestel... • papiersnijmachine, snijlengte 90 cm • geluidsinstallatie (CD, cassette, radio...) • computeruitrusting en randapparatuur: - software (tekenprogramma(s) vector/pixel gestuurd )
• •
-
computer (richtinggevend één per leerling) die de betreffende software op een voldoende snelheid kan draaien
-
minimum 17” beeldschermen (bij voorkeur 19”)
-
scanner
-
digitale (reflex)camera (bij voorkeur met afneembare lenzen en aansluitbaar op een flitsinstallatie)
-
kleurprinter A3 (laser of inktjet)
-
wenselijk: draagbare en/of statiefflitser(s)
-
opslagmedia (o.a.ZIP, CD-writer, externe harde schijf, USB-stick,…)
-
digitaal tekentablet (u)
-
Snijplotter
werkatelier opslagruimte
Indien gewenst kunnen beschikken over (niet noodzakelijk op de school): • vrije ruimte met geschikte bevloering voor opstellingen • spuitcabine
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
50
EVALUATIE Principes Evaluatie is een onontbeerlijk element van het leer- en vormingsproces. De eind- en leerplandoelstellingen zijn het uitgangspunt voor de evaluatie. De evaluatie geschiedt op basis van de vigerende regelgeving. Doel Het moet cursisten in staat stellen een duidelijk inzicht te verwerven in de vordering van hun specifieke kennis en vaardigheden en in de ontwikkeling van hun gedragspatronen. Het is meer dan een selectiemiddel, het heeft ook een diagnosticerende, een begeleidende en een remediërende functie. De eisen van een kwalitatieve evaluatie Gezien het einddoel van een leerproces het levenslang en levensbreed leren is, moeten een aantal belangrijke componenten in acht genomen worden: -
het verwerven van zelfkennis via reflectie over het eigen leerproces.
-
het leren gebruiken van leerstrategieën.
-
verantwoordelijkheid leren nemen voor elke leeractiviteit en de beoordeling ervan.
-
cursisten laten leren uit nieuwsgierigheid.
Validiteit in functie van kenmerken van een goede evaluatie: -
Inhoudsvaliditeit of doelstellingenrepresentativiteit: een goede evaluatie weerspiegelt de totale leerinhoud.
-
Begripsvaliditeit: worden de beoogde kenmerken of vaardigheden door de leerling bereikt? Kies de juiste vaardigheid in functie naar wat je wenst te beoordelen. Vb praktische vaardigheden doet men niet met een schriftelijke toets.
-
Voorspelbaarheid (predictieve validiteit): kan een evaluatiemethode een andere variabele voorspellen?
-
Levensechtheid: opdracht wordt als betekenisvol en waardevol ervaren.
Betrouwbaarheid in functie van kenmerken van een goede evaluatie: -
Objectiviteit: krijgt elke cursist de zelfde kansen?
-
Doorzichtigheid: duidelijkheid omtrent de vooropgestelde doelstellingen. Hoe en wat controleren!
-
Normering: evaluatiestandaarden (zowel procesmatig als productmatig). Welke prestatie leidt tot een uitmuntende score? Is er duidelijkheid over de evaluatiestandaarden.
-
Billijkheid: realiteitszin.
De eisen van de juridische beginselen -
-
het zorgvuldigheidsbeginsel (technisch nauwkeurig, correct, objectief gelijkberechtend…) de redelijkheid (aanvaardbare moeilijkheidsgraad van de evaluatie, relativiteit van de beoordeling) de gelijke behandeling, zowel op klas als op schoolniveau, in die zin dat alle leerlingen gelijke kansen krijgen en dat elke individuele beslissing gemotiveerd wordt door het studiereglement.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent -
51
het inzagerecht (dwingend recht voor de leerling) de motiveringsplicht (absolute verplichting bij de eindbeoordeling) het recht op verdediging.
De cursist-gerichte functie Naast de aandacht voor de kwaliteit en zorg voor juridische beginselen van de evaluatie moet elke leraar zich ook telkens weer bezinnen over de beoogde functies van de evaluatie. Deze beoogde functies zijn: - begeleiden van het leerproces (diagnose, bijsturing, remediëring, zelfreflectie…) - beoordeling van de leerprestatie (registreren, reflecteren, interpreteren, besluiten,…) - achterhalen van de leerwinst - eindbeslissing (delibererende klassenraad (slagen/niet-slagen, oriënteren, adviseren…) Concreet Bij de aanvang van elke module moeten de cursisten op de hoogte gebracht worden over de manier van evalueren. Dit moet duidelijk in overeenstemming zijn met het studiereglement dat als onderdeel van het schoolreglement ter ondertekening aan de cursist wordt voorgelegd. Via evaluatie bepaalt de leraar, al dan niet in samenspraak met de cursist, in welke mate de concreet gestelde doelen bereikt zijn of de cursist hanteert een zelfevaluatie. Een positieve evaluatie gaat uit van hetgeen de cursist heeft bijgeleerd (leerwinst) , niet van de tekorten. De evaluatie bestaat erin het werkproces van de cursist te toetsen aan de opdracht en omgekeerd. Voor permanente en objectieve evaluatie is het aangewezen te kunnen steunen op concrete evaluatiegegevens. Evaluatiecriteria die bij voorkeur opgesteld worden door de vakwerkgroep in samenspraak met de directie. Procesevaluatie kan best gebeuren aan de hand van het verloop van de praktijkopdrachten. Observatie van het affectieve gedrag van de leerling kan aanleiding geven tot aanpassing van een evaluatiecijfer. Theoretische leerinhouden (bv. technologie) kunnen worden geëvalueerd via schriftelijke proeven. Korte opdrachten en vragen die peilen naar inzicht krijgen daarbij de voorkeur. Indien de bevraging mondeling gebeurt, zal van de bevraging en de evaluatiewijze een degelijke registratie gebeuren. Deze registratie zal tevens bewaard worden samen met andere evaluatiegegevens conform de fungerende regelgeving. Voor praktijkopdrachten kan het examen vervangen worden door een beoordeling van een opdracht die in een duidelijk afgebakende periode (examenperiode bvb.) gerealiseerd wordt. Dit dient te gebeuren conform het studiereglement van de school. Bij elke evaluatie houdt de leerkracht niet alleen rekening met de technische uitvoering maar ook met de voorafgaande werkfasen en met de inbreng van persoonlijke creativiteit. De ideevorming, de onderzoeks- en uitvoeringsfasen gedurende de realisatie van die opdrachten (het proces) zijn daarbij minstens even belangrijk als het gepresenteerde werk (het product). De examenpunten zijn wenselijk een samenstelling, volgens minimum vier parameters, waarbij geen enkele parameter meer dan 50% van het maximumtotaal bedraagt. De cijfers van deze parameters blijven natrekbaar. De evaluatiemomenten worden per instelling/centrum bepaald. Het integreren van een procesbeoordeling met betrekking tot de vakoverschrijdende aspecten is een noodzaak voor het verkrijgen van een totaalevaluatie van de cursist. Beoordelen Het toekennen van een waardering aan een geleverde prestatie. Deze waardering kan uitgedrukt worden in een cijfer of in een verbale kwalificatie. Deze beoordeling zal steeds vertrekken vanuit de basisdoelstellingen. De Uitbreidingsdoelstellingen en uitbreidingsleerinhouden ( worden aangeduid met een U) mogen niet de cesuur van de evaluatie beïnvloeden.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
52
Correctievoorschrift Is een lijst met richtlijnen voor de beoordelaar(s). Bij schriftelijke toetsing bestaat het correctievoorschrift uit: een antwoordmodel* (bij open vragen) een correctiesleutel (bij meerkeuzevragen) een scoringsvoorschrift (met bijhorende cesuur**) een beoordelaarinstrument (middel om het geheel te registreren) Bij mondelinge of praktijktoets is er in plaats van een antwoordmodel* of correctiesleutel een beoordelingsschema opgenomen. * =Het antwoordmodel is een opsomming van goede, soms van minder goede en foute antwoorden bij open vragen, bedoeld als richtlijn voor de beoordelaar. Het antwoordmodel is een onderdeel van het correctievoorschrift. **= De cesuur is de grens tussen de hoogste toetsscore waaraan een onvoldoende, en de laagste toetsscore waaraan een voldoende wordt toegekend.
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
BIBLIOGRAFIE Tijdschriften. AAA, Arts Antiques Auctions, E. Seghersplein 5, 9000 Gent (www.aaauctions.be) Art Das Kunstmagazin, Am Baumwall 11, 20459 Hamburg Art in America, PO Box 10902, Des Moines, Iowa 50340 Arte news, Victor Allardstraat 88 1180 Brussel (www.artenews.be ) Artpress, rue François-Villon, 75015 Paris (www.artpress.com) Arts, Actualités magazine, Rue Villeneuve 21, 92110 Clichy Beaux Arts, Le magazine de l'actualité, Tour Montparnasse 33, Av. du Maine 75755 Paris Connaissance des Arts, Société Française de Promotion Artistique, Rue de ponthien 25, 75008 Paris Dada, Kunsttijdschrift voor kinderen, Lotte Vandeweerdt, Anjelierstraat 77, 9000 Gent De Facto, Tijdschrift voor Kunstgeschiedenis en Archeologie, JW Wilsonstraat 80, Brussel De Vrienden van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Driemaandelijks tijdschrift, Regentschapstraat 18, 1000 Brussel Flash Art, Via Carlo Farini 68, 20159 Milano Het andere meubel, Tijdschrift voor de échte meubelliefhebber,Heuvel 37, 9260 Schellebelle Janus Italiëlei 56, 2000 Antwerpen (www.janusline.net) Kunstbeeld, Tijdschrift voor beeldende kunst, Joh. Verhulststraat 101, 1071 MX Amsterdam Kunst en Cultuur, Tijdschrift, Paleis voor Schone Kunsten, Koningstraat 10, 1000 Brussel Le Journal des Arts, Avenue Villemain 23, 75014 Paris L'Oeil, Magazine international D'art, Rue Guichard 10, 75116 Paris Metropolis M, Tijdschrift voor hedendaagse kunst, Postbus 19263, 3501 DG Utrecht Modern Painters, Central Books, 99 Walls Road, London E 95 LN Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, Driemaandelijks tijdschrift, Kasteelstraat 97, 8700 Tielt Ra, The Royal Academy Magazine, London Tableau, Tijdschrift voor beeldende kunst en antiek, Grote Haven 1, 2861 BM Haastrecht Universe des Arts, Magazine de l'information artistique, Avenue René Coty 14, 75014 Paris Vitrine, Tijdschrift Openbaar Kunstbezit, Postbus 30446, 2500 GK Den Haag
53
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
54
Boeken Beeldbeschouwing: algemeen Van Altamira tot Heden Nederlandse Boekhandel
ISBN 90-289-9533-2
BEX, FLORENT
Kunst in België na 1975
Mercatorfonds, Antwerpen 2001, 438p
ISBN 90 6153 505 0
BLOK, COR
Beeldvertalen
Amsterdam University Press, Amsterdam 2003, 270p
ISBN 90 5356 584 1
De tweede helft beeldende kunst na 1945
Sun- Kritak
ISBN 90 6168 614 8 ISBN 90 6303 783X
Het Kunst Pakket
De Brink, Ploegsma
(De werking en interpretatie van visuele beelden) DE VISSER, AD
FRAYLING, C. & H.; VAN DER MEER, R.
Nijmegen 1998
ISBN 90 216 7071 2
Amsterdam 1992
GEIRLANDT, KAREL
Kunst in België na 1945
Mercatorfonds, ISBN 90 6153 507 0 Antwerpen 1983, 2001, 448p
GIELEN, PASCAL
Kunst in netwerken
LannooCampus,
(Artistieke selecties in de hedendaagse dans en beeldende kunst)
Heverlee-Leuven, 2003, 264p
MANGUEL, ALBERTO
Kunstlezen
(vert. Van Os Pieter)
Over het kijken naar beeldende kunst
Ambo/Anthos, ISBN 90 263 1767 0 Amsterdam 2002, 352p
PAS, JOHAN
Buiten & binnen (Visie op en door het actuele landschap)
Koninklijke Vereniging voor Natuur- en Stedenschoon, Koningin Astridlaan 24 Antwerpen 1998, 78p
ISBN 90-76514-01-0
TUCKER, WILLIAM
De taal van de beeldhouwkunst
Sun- Kritak
ISBN 90 6168 637 7
Beeldenstorm (1-5)
Amsterdam University Press
VAN OS, HENK
ISBN 90 209 5559-4
Nijmegen 1999 ISBN 90 5356 248 6 ….
(begeleidt AVRO – televisie programma
……
VAN DAMME, CLAIRE
Mythische sporen in de Academia Press Gent, 1996, 200p hedendaagse kunst
ISBN 90-382-0086-2
VAN DAMME, CLAIRE
Papier
Academia Press Gent, 1997, 95p
ISBN 90-382-0127-3
Pelckmans Kapellen, 2004, ca.144p
ISBN 90-28930841
(Beeld en ruimte. Behoud en recyclage) VAN DAMME, PAUL; KNOCKAERT, YVES
Kunst & co
…..
eerste druk VANDE VEIRE FRANK
HOVING, THOMAS
Als in een donkere spiegel – de kunst in de moderne filosofie
Sun,
Kunst voor Dummies
Pearson Education,
ISBN 90-58750574
356p ISBN 90 430 0167 8
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
55
Amsterdam 2000, 422p WOLFRAM, EDDIE
Gaade, Amerongen De collage (Geschiedenis van een 1975, 192p. kunsttechniek 1907heden)
WOLFSON, RUTGER
Kunst in crisis
Prometheus
ISBN 90 6017 511 5
ISBN 90 446 0133 4
www.pbo.nl 2003, 200p
Beeldbeschouwing: onderwijskundig DE JONG, KLAAS
WateenKunst! (Twaalf toppers uit de moderne kunst)
INITIATIEFGROEP MUSEA & ONDERWIJS
Museum en onderwijs
DEWULF, BERNARD
Bijlichtingen
(Ervaringen en handreikingen voor & SMOLDERS, FRANS museumbezoek)
(Kijken naar schilders)
Gottmer, Haarlem 2001, ISBN 90 257 3279 8 64p. Garant Uitgevers, EB Apeldoorn /Antwerpen vroeger Leuven, 1999, 139p
ISBN 90-5350-931-3
Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 2001, 199p.
ISBN 90 450 0593x
MEYKENS,SIMONE; CLUCKERS GASTON
Acco Leuven / Leusden Kindertekeningen in ontwikkelingspsychologie 2000 herwerkte uitgave175p en diagnostisch perspectief
ISBN 90-334-4515-8
SCHASFOORT, BEN
Tekenen en didactiek,
Wolters-Noordhoff, , Groningen 1993, 248p.
ISBN 90-01-77311-7
SCHASFOORT, BEN
Beeldonderwijs en didactiek
Wolters-Noordhoff, , Groningen 1999, 351p.
ISBN 90-01-77312 -5
VAN DER HEIJDEN, PIETER
Arti (havo/vwo kunstboek ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2002, >blauw) 168p.
ISBN 90-06-48153-X
3de druk VAN WOERKOM, VINCENT
Arti (vmbo kunstboek >rood)
ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2002, 144p.
ISBN 90-06-48154-8
3de druk VOLKERT, KEIJSPER SALOMONS, COOS e.a.
Arti (Praktijkboek handenarbeid & Documentenhandboek handenarbeid)
Meulenhoff Educatief, Amsterdam 1992
ISBN 90 280 …. ISBN 90 280 ….
• www.thiememeulenhoff.nl (uitgeverij voor kunst en onderwijs o.a. volledig lessenpakket Arti)
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
56
Dimensie en ruimte: projectief tekenen BAETENS, BERT
Wetenschappelijk tekenen 1
Standaard Educatieve Uitgeverij 1994, 121p
ISBN 90 02 16954 X
Van waarneming naar projectie BAETENS, BERT
Wetenschappelijk tekenen 2
Standaard Educatieve Uitgeverij 1995, 215p
ISBN 90 02 17195 1
BAETENS, BERT
Wetenschappelijk tekenen 3
Standaard Educatieve Uitgeverij 1999, 64p
ISBN 90 02 17616 3
ISBN 90 02 17474 8
Met de computer CUISINIER,G.; LEGRAND,D.; VANHAMME,J. vertaald en hertekend door BAETENS, BERT
Ruimtemeetkunde bewezen aan de hand van schaduw door middel van een lamp.
Standaard Educatieve Uitgeverij 1998, 71p
DE DECKERE, MARCEL
CAD voor windows Mechanica (Theorieboek)tweede graad TSO
Wolters Plantyn Deurne ISBN 90 301 6995 3 2000, 250p
Wetenschappelijk tekenen
Acco Leuven 1988,
DHOOGHE, FREDDY STELS, PH.
ISBN 90 334 1864 9
327p
Evenwijdige perspectief • Commissie Ruimtelijk Inzicht, Technisch Tekenen en Ontwerpen Technologisch Instituut vzw Desguinlei 214, B 2018 Antwerpen1 tel 03/216.09.96 E-mail:
[email protected] verschillende publicaties o.a. Vademecum Technisch Tekenen, Normen en richtlijnen Bouw, Normen en richtlijnen technisch tekenen hout e.a..
Beeldbeschouwing: architectuur
LEERING, JEAN
Wonen met kunst
Beta-plus,Edingen 2002, 224p
ISBN 90 802 216-7-8
Beeldarchitectuur en kunst.
Thoth, Bussum 2001, 415p
ISBN 90 6868 276 8
Libero, AB Hedel
ISBN 90-5764-067-8
(Het samengaan van architectuur en beeldende kunst.) WESTGATE, ALICE
De complete kleurenwijzer voor het interieur
2000, 191p
Beeldbeschouwing: mode FLUIT, SJOERD; VAN STEENBERGEN GISELA
Mode: tekenen en styling
Cantecleer / De bilt
ISBN 90-213 0224 1
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
57
Licht en kleur ANDERSON FEISNER, Colour EDITH (How to Use Colour in Art and Design)
Laurence King Publishing Ltd
CATTAROZZI, MARCO
Easy Computing, Brussel, 2002, 320p, 1ste druk
Kleurmanagement (Hét boek voor kleurmanagement met ICC-profielen in de praktijk)
ISBN 1-85669-300-7
London, 2000 166p ISBN 90-5167-395-7
FRASER, TOM en BANKS, ADAM
The complete guide to colour
Ilrx, East Sussex (U.K.), ISBN 1-904705-22-7 2004, 224p
GERRITSEN, F.,
Het Fenomeen Kleur
Cantecleer / De bilt
HEIDELBERG
Kleur en kwaliteit
Plantin,
ISBN 90-21113-0055-9
Kareelovenlaan 5, 1140 Brussel (Evere) 02/727.31.11 STROMER, KLAUS
Farbsysteme
ZOMEN en KEUNIG, E., Kleur
Dumont, Köln 2003, 238p, tweede druk
ISBN3-8321-7203-3
2de druk
ISBN 90-210-3930-3
Technieken CENNINI, CENNINO
HET HANDBOEK VAN DE KUNSTENAAR
Contact ISBN 90-254-6261-8 Amsterdam/Antwerpen, 2002, 295p
(Il Libbro dell’Arte – afschrift uit 1437) KNUT, NICOLAS
Handboek voor het restaureren van schilderijen
Kônemann, Keulen, 1999, 427p
ISBN 3-89508-924-9
Traditionele verven en
Cantecleer / De bilt
ISBN 90-213-2138-6
SLOAN,ANNIE;GWYNN afwerkingen KATE
(Het gebruik van natuurlijke materialen en authentieke technieken)
Technieken: grafimedia FREDERIKS, HANS; HERTOGS, Robert; KENTIE, PETER; RIS, JAN NUMAN, JOHN
DTP in de praktijk
Addison Wesley,
ISBN 90-678-9629-2
Pearson Education Hét complete standaardwerk voor de Benelux 2003,336p Grafimedia-industrie Bronnenboek voor grafisch ontwerpen
Academic Service, Shoonhoven 2003
ISBN 90 395 2114 X
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent VAN DEN ELZEN, HEDWYG
58
Webdesign van concept tot realisatie
Academic Service,
ISBN 90 395 2137 9
BENTVELSEN, YSOLDE
Windows wijzer 7 Tekenen op pc
Ten Hagen & Stam, Den Haag 2001, 78p.
ISBN 90-440-0215-5
FREEMAN, MICHAEL
Digitale fotografie en beeldbewerking
Libero AB Kerkdriel 2002, 224p
ISBN 90-5764-220-4
GASKELL, ED
Digitale video en beeldbewerking
Libero AB Kerkdriel 2004, 192p
ISBN 90-57464 395 2
LACEY, JOËL
Digitaal beeldbewerken Libero AB Kerkdriel 2002, 224p Addison Wesley, Het oog is bepalend
Shoonhoven 2003
Technieken: digitaal
VAN KEMPEN, ROB
(digitale fotografie en beeldbewerking voor gevorderden)
ISBN 90-5764-221-2 ISBN 90-430-0731-5
Pearson Education Benelux 2003,312p
Creatief denken BYTTEBIER, IGOR
Creativiteit HOE?ZO!
Lannoo, Tielt 2002, 280p.
ISBN 90 209 5017-7
FRAYLING, C. & H.;
Het Kunst Pakket
De Brink, Ploegsma
ISBN 90 216 7071 2
VAN DER MEER, R. GELB, J. MICHAEL
Amsterdam 1992 Denken als Leonardo da Vinci
De Kern, Baarn
HOVING, THOMAS
Kunst voor Dummies
Pearson Education, Amsterdam 2000, 422p
ISBN 90 430 0167 8
MOLLY W, JOSS
Creatief Ontwerpen
Academic Service,
ISBN 90 395 1370 8
Kwaliteit in presentaties
Shoonhoven 2000
Creatief Ontwerpen
Academic Service,
Kwaliteit in druk
Shoonhoven 2000
PARKER, ROGER C.
ISBN 90 325 0684 6
1999
ISBN 90 395 1369 4
Management en reclame BOER, RUUD
Brand design
Pearson Education, Benelux 2004, 274p
ISBN 90-430-0871-0
Lannoo, Tielt 2004, 232p.
ISBN 90-209-5894-1
Addison Wesley,
ISBN 90-430-0649-1
(Het vormen van (gewijzigde tweede merken en vormgeven editie) van merken voor een optimale merk-identiteit) CATTOIR, TRIERRY
Het Kernmerk (Wegwijzer voor een succesvolle merkenarchitectuur)
DAHL, GARY R.
Reclame voor dummies
OSP – BSO3 – studiegebied: decoratieve technieken modulair – opleiding: decor- en vormgevingsconsulent
PIËT, SUSSANNE
De emotiemarkt (De toekomst van de beleveniseconomie)
Pearson Education Benelux 2001,312p Pearson Education, Benelux 2004, 264p
59
ISBN 90-430-0805-2
(vijfde druk editie)
Expressie WATSON, B.
Gymmen op muziek
Intro, Baarn 1992, 62p
ISBN 90 55 74098 5
STORMS,
Honderd nieuwe muziekspelen
Panta Rhei 1997, 127p
ISBN 90 73207 72 X
BLOEMENDAL, GERT
Intro, Baarn 1996, 152p Speelt u mee? Gezelschapsspelen met dementerende ouderen
ISBN 90 5574093 4
SMILDE,P.H.; VAN DEN BOS;
Jong geleerd oud gedaan – puzzels en kwissen
Intro, Baarn 1994, 108p
ISBN 90 266 6179 7
Dostiloff Fisher, Pauline Bewegen en meer: creatieve bewegingsactiviteiten met ouderen
Intro, Baarn 1995, 158p
ISBN 90 5574 173 6
WOLTERS NOORDHOFF bv/SLO
ISBN 90 01 794025
cd-rom VAN ONNA, JOS
LAAT MAAR ZIEN
JACOBSE, ANKY
2001
Internet • www.boekenwereld.com • www.malmberg.nl • www.plantin.be • www.pearsoneducation.nl • www.garant-uitgevers.be • www.goc.nl • www.febelgra.be • www.grafoc.be • www.grafisch-nieuws.be • www.sip.be • www.rago.be