V.O.L.S. Marokko 2006.
2
3
Wat staat er zoal in het verslagenboekje van onze reis naar Marokko : Dag Vr. 13-10. Za. 14-10. Zo. 15-10. Ma. 16-10. Di. 17-10. Wo. 18-10. Do. 19-10. Vr. 20-10. Za. 21-10. Zo. 22-10. Ma. 23-10. Di. 24-10. Wo. 25-10.
Auteur Reisdag Gulpen – Zaventem – Marrakech. Marrakech. Marrakech. Marrakech. Casablanca – Rabat. Rabat – vertrek naar Meknes. Meknes. Fes – Volubilis – Moulay Idriss. Fes. Fes – Midelt – Tineghir. Todrakloof – Dadesvallei – Ouarzazate – Zagora. Woestijnrit – Tamegroute. Agdz – Ait Benhaddou – Marrakech. Terugvlucht naar Brussel (Zaventem) – Gulpen. Deelnemers Marokkoreis 2006.
blz.
John. 4 Hanny. 7 Hetty. 27 Annemiek. 33 Jochen. 41 Theo. 52 Luc. 70 Gerda,Mar. 86 Corry. 104 Rob. 109 Bert. 113 Els. 123 John. 130 133
Lay out : John Pennings. Foto’s : Frans Cremers, Jos Degens, Rob Destreel, Theo Goebbels, Margriet Kager, Cis Kleijn, John Pennings, Hans Stevens, Huub Wierts.
4
Vrijdag 13 oktober 2006. Reisdag. Gulpen – Zaventem – Marrakech. We zouden om 10.00 uur vanaf het busstation in Gulpen vertrekken. Iedereen was al om 9.45 uur aanwezig alleen de bus van Taxi van Meurs was er nog niet. Gelukkig had ik het 06-nummer van de chauffeuse. Dus werd er gebeld.
Er waren enkele moeilijkheden maar over 15 minuten zou de bus ter plekke zijn. Mooi niet ! ! Nog driemaal gebeld, eenmaal met van Meurs zelf en tweemaal naar onze chauffeuse. Uiteindelijk om 10.50 uur ( een vol uur te laat) kwam de bus aanrijden. Een oude krak met veel te weinig kofferruimte zodat ettelijke koffers ( zeker 15) in de bus op zitplaatsen en in het middenpad moesten staan. Ondertussen had ik naar Cadier en Keer en naar Heer gebeld, naar de deelnemers die daar zouden instappen, om het verlate vertrek te melden. Gelukkig waren er onderweg geen files en hadden we ook geen pech aan de bus. Je weet maar nooit met zo’n krak van een bus. Het laatste stuk was nog spannend. De chauffeuse weet de weg niet naar het vliegveld Zaventem, ze is er nog nooit geweest. Geen nood Frans Souren wijst de weg en om 12.30 uur kwamen we te Zaventem aan. Uitstappen – koffers meenemen – naar de balie van Atlas Blue en inchecken. Dit gaat zeer snel en we kunnen naar de vertrekruimte. Natuurlijk moeten we eerst langs de douane, waar de handbagage door de securitysluis moet. Naderhand merk ik dat mijn toestel niet meer werkt. De lens komt niet meer naar buiten. Waarschijnlijke oorzaak is de straling in de securitysluis. Vooraf, bij het busstation heb ik nog foto’s kunnen maken en na de sluis was ”uit-af amen”. Niemand, ook geen fotospeciaalzaak in Marrakech, kon mijn fototoestel repareren en ik zat dus zonder. Gelukkig kan ik in Marokko het toestel van Latif lenen. Dat heb ik dus de hele reis gebruikt en er heel veel foto’s meegemaakt. Het vliegtuig vertrekt om 13.55 uur. Onderweg krijgen we nog een lichte maaltijd en dan landen we vroegtijdig om 17.00 uur in Marrakech. Na de bagage opgehaald te hebben en de douanecontrole, die niets voorstelde, zoeken we onze begeleider voor deze Marokkoreis, Latif en de bus. Niets en niemand te bekennen. Te laat ! Uiteindelijk, 15 minuten hebben we moeten wachten, komt Latif en dus eveneens de bus, alsnog. Een mooie, ruime bus en een gezellige begeleider. We gaan naar ons hotel, Hotel Amine. Daar worden de kamers verdeeld en daarna hebben wij vrij tot 19.30 uur, als het diner wordt opgediend. Vooraf gaan we op het terras bij het zwembad een pilsje drinken. Sommigen ( Berty en Herman) gaan zwemmen, het water is lekker warm zegt Herman.
5
6 Het diner is goed, heel veel keuze, en daarna is er een orkestje met buikdanseressen bij het zwembad. Iedereen komt natuurlijk kijken en het is er heel gezellig. Om ongeveer 24.00 uur is iedereen naar bed.
John Pennings.
7
Zaterdag 14 oktober 2006. Marrakech. Het grote avontuur dat Marokko heet, ligt voor me en ik popel om het te beleven. De ochtend begint met een stadsrondrit door de nieuwe wijken. Het stadsbeeld wordt bepaald door brede boulevards omzoomd door bomen, chique hotels, discotheken en moderne flatgebouwen. In dit deel van de stad zien we nagenoeg geen gesluierde vrouwen, kaftans of djellaba’s. Dichter bij het centrum wordt de armoede zichtbaar; de hotels hebben plaatsgemaakt voor krotwoningen met een woud van schotelantennes op het dak.. En achter de prachtige okerkleurige stadsmuur van Marrakech stappen we in een andere wereld.
Het lijkt of de tijd er heeft stilgestaan. Karren met vracht worden handmatig geduwd of door ezels voortgetrokken. Gesluierde vrouwen met kinderen banen zich een weg door de drukte.
8
Bedelaars en vrouwen met baby’s proberen ons met een smekende blik tot een aalmoes te bewegen. Kooplieden prijzen hun waar aan. Naast kleurrijke stalletjes met groenten, fruit en kruiden, zie ik dat er ook veel dumpartikelen en tweedehands producten worden verkocht.
9
10 Oud ijzerdraad, dat wij als afval naar het milieupark brengen . Door een gang tussen dikke muren naast de El Mansourmoskee bereiken we de graven van de Saadiërs. Deze grafstede uit de tijd van sultan El Mansour (1578-1603) is pas in 1917 ontdekt. Uit jaloezie op de bouwkunst van de Saadiërs liet de Alaouitische sultan Moulay Ismael hun paleizen verwoesten. Uit eerbied voor de doden ontzag hij hun graven, maar liet ze omgeven door een hoge muur. De begraafplaats raakte overwoekerd en vergeten. Wij zijn beslist niet de enige toeristen, die op deze dag de graven herontdekken! Lange rijen mensen wachten op hun beurt om zich aan zoveel Islamitische schoonheid te mogen vergapen. Om een binnenhof met vele zerken van marmer en prachtige mozaïeken liggen enkele schitterende paviljoens. De zaal der twaalf zuilen in de hoofdtombe geldt als het volmaakte voorbeeld van de architectuur uit die tijd. Met een meesterhand zijn schitterende tegelmozaïeken, prachtig in stuc uitgesneden inscripties en vervlochten arabesken tot een ragfijn decor van schoonheid samengevoegd. Onder de gesneden koepel van verguld cederhout, die gedragen wordt door twaalf zuilen van Carraramarmer pronken drie sarcofagen waarin sultan El Mansour, een zoon en een kleinzoon rusten. Een Oosterse hemel op aarde. In de zaal van de drie nissen zijn de kinderen van de sultans bijgezet. Ook deze ruimte is buitengewoon rijkversierd. De vertrekken van de vrouwen waren helaas gesloten.
Dat de sultan Ahmed El Mansour met de goud- en slavenhandel veel geld verdiende, moge blijken uit de restanten van zijn paleis El Badi, de Onvergelijkbare. Een prachtige met mozaïeken betegelde vloer en restanten van marmeren zuilen, laten nog zien hoe schitterend het paleis eens moet zijn geweest. Uit brandende jaloezie op de grote macht van Mansour de Gouden liet Moulay Ismael dit juweel van bouwkunst slopen en gebruikte de materialen voor zijn stad Meknes.
11 Een aardedonkere kerker onder het paleis toont echter aan dat het niet alleen maar pracht en praal aan het hof moet zijn geweest. De ruïnes van het grote complex worden nu bewoond door tientallen ooievaars. Het prachtige terrein wordt tegenwoordig als decor gebruikt voor het ieder jaar te houden folkloristische festival.
12 Met de Berbermercedes met airco ( te voet) vervolgen we onze weg. Het smalle straatbeeld wordt mede bepaald door de vele mannen op brommers, scooters en fietsen. Veelvuldig moeten we aan de kant springen; het is oppassen geblazen.
13 We komen aan bij het Bahia paleis (het paleis van de Favoriet) gebouwd aan het einde
van de 19de eeuw. Bahia, stralende schoonheid en naamgeefster van het paleis baarde de grootvizier (minister) Ahmed Ben Moussa als eerste favoriete van zijn vier legitieme vrouwen een zoon. Bahia (mooi, schitterend) draagt het paleis met recht!
14
15
Het bevat lieflijk aangelegde tuinen en schitterende hoge Moors versierde vertrekken, met prachtige mozaïeken, stucwerk en cederhouten plafonds. Door een kleine poort betreden we het grote haremverblijf, een betegeld plein met enkele fonteinen. Volgens de gids ruimte genoeg om de vele ruzies tussen de vrouwen ( om de zakdoek van de grootvizier ?) uit te vechten.
16 Alle appartementen zijn op de benedenverdieping gebouwd om tegemoet te komen aan de zwaarlijvigheid van de huismeesters. In het Moorse paleis dat rond 1895 gelijktijdig met het Bahia paleis werd gebouwd, woonde Si Saïd, de broer van de grootvizier Ahmed Ben Moussa. Nu fungeert het paleis als museum voor Marokkaanse volkskunst. De rijk gesneden en kleurig beschilderde plafonds en deuren van de zalen zijn in één woord prachtig! Er is veel huisraad en aardewerk te zien en in de vitrines zijn o.a. kostbare sieraden , koperen voorwerpen en vuur- en sierwapens tentoongesteld. Op de bovenverdieping is een huwelijkstroon te zien, waarop ooit de bruid van een rijke man haar geschenken in ontvangst nam. De haremdames, die niet op het feest waren uitgenodigd, hoefden echter niets van de festiviteiten te missen, want door spionnenraampjes, de Mousharzbieh, konden zij alles zien, maar zelf niet gezien worden. Spiegels aan de wanden reflecteerden het feestgedruis tot in de finesses. Bezichtigen maakt hongerig. Vlakbij de Koutoubia -moskee gebruiken we de lunch. Het spreekwoord: “Haast en spoed zijn zelden goed”.wordt aanschouwelijk uitgebeeld. Een man met twee grote eiertreven probeert de groep op het smalst van de traptreden te passeren. Zijn acrobatische toeren eindigen catastrofaal, want in plaats van in de pan vallen de eieren op de treden van de trap kapot. Hij staat er zo beteuterd bij te kijken. Ik heb echt met hem te doen. Op weg naar de koranschool steken we het kloppend hart van Marrakech het Jemaa elFna Plein over. Ik ben voorbereid op acrobaten, verhalenvertellers, slangenbezweerders etc., maar kan mijn verbazing nauwelijks onderdrukken als ik een pseudo-tandarts met een ijzeren tang uit een bak, gevuld met tientallen tanden en kiezen er een exemplaar uit zie vissen en die bij een mevrouw in de mond probeert te plaatsen. De vrouw in kwestie deinst uiteraard terug. Heb je geen tanden en kiezen meer? ....... geen nood. Gebitten in allerlei kleuren, vormen en maten kunnen het gemis in de mond compenseren. Ik kom ogen en oren te kort. Ik weet niet waar ik het eerste naar moet kijken; naar Jochen, die een heuse aap op zijn hoofd torst of naar de schilderachtige waterverkopers, die in hun felrode Riffijnse klederdracht met breedgerande strohoed op ons afkomen. Annemie maakt een foto van dit kleurrijke tafereel. Maar natuurlijk niet voor niets; voor niets gaat de zon op. We zijn zo goed in de buidel te tasten, maar daar zit nou net
17 het probleem, want we hebben enkel groot papier geld. Annemie geeft ze het laatste tien dirham stuk met het verzoek om het tussen hen beiden te verdelen. Dat gaat natuurlijk niet, wat je aan de één geeft, moet je ook aan de ander geven, vinden zij en ze blijven ons koppig achtervolgen. |
18
Slangenbezweerders heb ik ook gezien, maar ze waren niet met hun dieren in de weer; ze hadden het te druk met het scheiden van hun twee “vrienden”, die elkaar als kemphanen bijna in de haren vlogen. Het was een tijdrovende bezigheid, want de ruzie
19 laaide steeds op nieuw op. Aan het einde van het plein liepen de verhitte gemoederen hoog op en was een soortgelijk tafereel te aanschouwen. Op mijn vraag wat er aan de hand was, moest Latif het antwoord schuldig blijven. Hij zei, dat de Ramadan het leven van de mensen behoorlijk ontregelde en dat het niet eten en drinken eerder tot irritaties leidden. Vanavond als de mensen hebben gegeten en gedronken, zal er op het plein een gezellige sfeer heersen. Gelukkig maar. We hebben haast, want de Medersa Ben Youssef is nog maar een bepaalde tijd geopend. Deze koranschool werd in de 14de eeuw door de Meridinische sultan Abou el Hassan gesticht. In 1960 werd het onderricht gestaakt en werd de medersa veranderd in een museum. In zijn glorietijd werden hier meer dan 900 studenten vanaf hun18de jaar onderwezen in godsdienst, geschiedenis, aardrijkskunde, astronomie en astrologie, Griekse en Arabische literatuur, psychologie en islamitisch recht.
De binnenplaats is geplaveid met wit marmer. Het centrum van de binnenplaats wordt ingenomen door een groot rechthoekig bassin met een fontein voor rituele wassingen. De overdadige versieringen aan de wanden bestaan in het onderste deel uit kleurrijke geometrische tegelmozaïeken. Daarboven zien we een rijk gekalligrafeerde rand met teksten uit de Koran en schitterend stucwerk, dat naar boven toe wordt afgewisseld met cederhoutsnijwerk. Aan weerszijden van de binnenplaats zien we een dubbele galerij, die door stevige zuilen wordt ondersteund. De leraren- en studentenvertrekken op de beneden- en bovenverdieping kijken uit op de prachtige binnenplaats. De cellen, die tegen het daglicht worden beschermd, zijn uitermate klein; er kan enkel een bed en een bureau geplaatst worden.
20
21
De hele dag leren en bidden op zo’n van zonlicht verstoken kamer zou mij neerslachtig maken. Als ik de gids nog iets vraag, zegt die, dat hij dat al heeft verteld. Ik zeg:”Ik moet luisteren, vertalen, schrijven, mijn aandacht er bij houden en mijn bewondering voor zoveel cultuurschoon onderdrukken. Dat alles is voor een vrouw van mijn leeftijd te veel” Hij kijkt mij lachend aan en zegt:”Oké madam” en de laatste wapenfeiten worden genoteerd. Doordat ik notities maak, mis ik een deel van de groepsinformatie, want in één keer bevind ik mij in een soort nostalgische kruidenierswinkel, die vanaf het midden van de wand tot bijna aan het plafond met kleurrijke stopflessen is uitgestald. Het blijkt een apotheek te zijn en een goedlachse kruidendokter onthult ons zijn geheimen. Voor elke kwaal is een remedie en het kan niet anders dan dat wij het pand als gelukkige, gezonde mensen zullen verlaten. De kruiden gaan van hand tot hand; er kan geroken, geproefd en gesnoven worden. Jan krijgt kummel, een probaat middel tegen buikloop. Jochen ontvangt een anti-snurkmiddel, zodat hij ‘s nachts minder bomen hoeft om te zagen. José verdient, zo te zien tot haar volle genoegen, een overheerlijke nek/schoudermassage. En ik ben de uitverkorene voor een oosterse make-over. De mascarastift verricht wonderen; mijn ogen worden bijgewerkt en een prachtige dadelpalm versiert mijn voorhoofd.
22
Even ben ik bang, dat ik als “Fatima uit Marokko” door het leven zal moeten gaan, maar een grondige poetsbeurt maakt mij gelukkig weer tot “Johanna oet Twente”. De kruidendokter beveelt de Ginseng aan: energieverrijkend en libidoverhogend.
23 Hij kijkt de kring rond en alhoewel we allemaal reikhalzend kijken, is John de gelukkige. Hij kijkt het vrouwvolk glunderend aan en zegt, dat hij vanaf 11 uur ‘s avonds zijn opwachting zal maken. Hij zal het ouderwetse balboekje in ere herstellen. Als evenwel uit het aangrenzende vertrek een medisch wonder wordt gehaald en onze kruidendokter met een big smile vanonder zijn djellaba een verbazingwekkend groot lid te voorschijn tovert, zie ik van het amoureuze avontuur af. Ook dit is meer dan een vrouw van mijn leeftijd kan verdragen. John zelf, moet ook tot andere gedachten zijn gekomen, want in de soeks hoor ik hem roepen:” Wei noch Viagra-wortels nudig hét, kan die veur ene euro bei miech kópe”. Zo blijven John en Maria een begrip en zijn er geen andere amoureuze betrekkingen aangegaan. De kassa rinkelt; er zijn heel wat kruiden, zalf en rozencrèmes tegen wallen aan de man gebracht. Lichtelijk high van het lachen verlaten we het pand.
We komen regelrecht in het kloppend hart van de medina: de soeks. Ik word ondergedompeld in een caleidoscoop van beelden, kleuren, geuren en geluiden. Ik kom ogen en oren te kort; links van mij worden een aantal konijnen op een weegschaal gewogen en rechts van mij bakt een vrouw flinterdunne, doorzichtige pannenkoeken, die ze op een soort hoofd van een pop te drogen legt. Stuk voor stuk zijn het allemaal schatkamers van aardewerk, sieraden, tapijten ,leer, groente, fruit en…….etc. Het zal nog een hele toer worden om daar een souvenir uit te kiezen. Gelukkig hoeven we niet bang te zijn dat we in het labyrint van steegjes, straatjes en doorkijkjes zullen verdwalen, want een hulp-gids, die zich schijnbaar bezorgd heeft gemaakt over ons oriëntatievermogen, heeft zich aan het gezelschap toegevoegd. Als ik bij de barnstenen sieraden achterblijf, maant hij mij tot doorlopen aan en met een “This way, madam, this way” begeleidt hij ons naar de bus. Hij wenst ons nog een
24
prettige dag en zijn blik en vriendelijke houding hebben we begrepen. Zo pikt iedereen een graantje van de toeristenindustrie mee. Na het overheerlijke buffet stappen we nogmaals in de bus om het Jemaa el Fna plein bij nacht te beleven. Het plein is feeëriek verlicht en straalt gezelligheid uit.
25
We komen aan bij een groep muzikanten, die met hun gezang en ritmisch tromgeroffel een grote kring toehoorders om zich heen hebben verzameld. Het werkt aanstekelijk , maar we kunnen niet te lang blijven, want er is nog meer te zien. Op de grond zitten jongeren doodstil naar een verhalenverteller te luisteren; je kunt er een speld horen vallen. Ik vraag Latif wat de man te vertellen heeft en als Latif zegt, dat de Koran gebiedt goed voor onze ouders en ouderen te zorgen, omdat zij in het verleden altijd offers voor ons hebben gebracht, ben ik oprecht ontroerd. Ik kan het me namelijk in onze 24 uurs economie, waarin iedereen het druk, druk, druk heeft nauwelijks voorstellen, dat er op het Vrijthof veel jeugdig gehoor aanwezig zal zijn als een verhalenverteller dat thema aansnijdt. Maar ik kan me natuurlijk sterk vergissen.. Annemie neemt bij de fruitverkopers een glas vers geperste sinaasappelen en ik kijk naar de tafels waar de vlees-, vis- en soepverkopers de kijklustigen uitnodigen aan te schuiven. Over het orgaanvlees wordt een heerlijke saus gedaan en zo te zien doet iedereen zich te goed aan de maaltijd. Aan de rand van het plein beginnen de souks en Annemie moet voor het thuisfront nog een djellaba bemachtigen. Als zakenvrouw is ze goed in het afdingen en in no time is de keus gemaakt en de koop beklonken. De koopman is tevreden en wil nog graag op de foto met “the lady with the blue eyes”. Ik word in een jurk gehesen en voor altijd op de gevoelige plaat vastgelegd. Als dank krijgen we nog een cadeautje (spiegeltje) van de baas en giechelend verlaten we de zaak. We voegen ons bij Ruud, Annemiek, Hetty en Henny, die vanaf de terrassen aan de rand van het plein de openluchtshow in zich opnemen en zich tegoed doen aan een drankje. We volgen hun voorbeeld en lachen er wat af…….
26
Om twaalf uur stap ik in bed en uit het sprookje, dat “Duizend en één Nacht’ heet en met een glimlach om mijn lippen kijk ik op een zeer geslaagde dag terug. Hanny Muller.
27
Zondag 15 oktober 2006. Marrakech. Deze dag heeft mij twee openbaringen gebracht. Maar daarover later meer. Als we na het ontbijt om half negen allemaal in de bus zitten, blijkt de gids nog niet aanwezig. We moeten een half uur wachten. Signaal voor de verstokte rokers om meteen de bus te verlaten en er eentje op te steken. Eenmaal op weg krijgen we tijdens de rit allerlei waardevolle informatie van de gids, gekleed in traditionele djellaba. Zoals het Arabische woord voor dankjewel: SUKRANI. Of we gaan: JALLA. Dat er verschillende mensen zijn in Marokko: wit, donker en café-au lait. Dat er ook blauwe mannen zijn die door de slechte verf van hun kleren blauwe plekken krijgen op hun lichaam. Dat de soep die we nu telkens bij het diner kunnen eten, de harira, hoort bij de Ramadan. We komen door een villawijk. Het huis van Bernard Tapis wordt ons gewezen (burgemeester en directeur van Marseille ?). Het schijnt dat de grondprijs enorm gestegen is: in de laatste 2 jaar zelfs 5 keer. Onbetaalbaar dus voor de ‘locals’. De Majorelle tuinen zijn in 1920 opgericht door Jacques Majorelle, een Franse schrijver. Hij is begonnen met een cactusverzameling, later aangevuld door allerlei andere planten. De tuin is nu privé-bezit van Yves Saint Laurent, maar wel opengesteld voor publiek. We hebben er heerlijk rondgelopen en mooie kiekjes geschoten. De cactussen waren inderdaad indrukwekkend: heel wat groter dan bij ons in de vensterbank! Ook hier blijkt dat de mens behoefte heeft een teken van aanwezigheid achter te laten. In verschillende bamboetakken waren allerlei namen gekerfd. Er schijnen ook beeldhouwwerken te zijn: die hebben we gemist.
Grootmoederstroost
28
29 Terug in de bus: zoals wel meer deze reis: wachten op Frans Souren. Op naar de dadelmarkt op speciaal verzoek. De dadels zijn belangrijk tijdens de ramadan, omdat ze erg calorierijk zijn. Ze worden aan het eind van de dag als eerste gegeten, voordat men aan de traditionele soep begint, als ritueel voor het ‘breken’ van het vasten. Saillant detail: Mohammed lustte geen soep! Hij at zijn dadels met melk (wat voor melk? Schapen-, geiten-, kamelenmelk? Vergeten te vragen). De dadelmarkt blijkt iets voor de lokale bevolking te zijn.
We worden nauwelijks lastiggevallen, zoals we bij de Souk gewend waren. We vragen ons af hoe men nou weet waar je de beste dadels kunt kopen. En we zijn een beetje vies van alle vliegen die overal op kruipen. Het blijkt een soort groothandel: je kunt alleen per kist kopen. We zien een man met een fiets met aan het stuur 12 schapenkoppen met wat groen kruid eroverheen. Hij wordt erg boos als iemand van ons probeert hem te fotograferen.
30 Op weg naar de koffie komen we opnieuw langs mooie optrekjes. Alain Delon, Paul Belmondo en Yves Saint Laurent hebben hier allen een villa om te overwinteren. Niet alleen vanwege het klimaat, maar ook omdat je kunt skiën op 70 kilometer van Marrakech. Half twaalf, we zouden nu wel een bakje lusten, maar dat blijkt moeilijker dan gedacht. Latif springt een paar keer uit de bus op zoek. Bij twee zaken gaat de deur niet open (vanwege ramadan ligt vrijwel de hele horeca plat). Uiteindelijk kunnen we terecht bij Planet Foods, een zaak met een mooi, schoon terras tegenover de Parlementsgebouwen.
Gelukkig is het er erg rustig vanwege het weekend. Ook vandaag springt een fotograaf weer driftig om de groep. Bij de lunch zullen er wel weer foto’s van de hele groep te koop liggen. We blijven lang zitten. Het is er heerlijk, we zijn aan een zitje toe en het duurt erg lang voordat iedereen krijgt wat hij besteld heeft. Maar de cappuccino blijkt volgens enthousiaste uitroepen de moeite waard. Voor de lunch nog een bezoek aan de andere tuinen van Marrakech: de Menara Gardens. Hier zien we onze eerste dromedarissen. Menara betekent letterlijk: uitkijktoren. Het gebouw dat er nog staat was oorspronkelijk bedoeld voor de sultan om te rusten na de jacht. Voor het bevloeien van de tuin die voor het grootste deel uit olijfbomen bestaat, is een waterbassin gemaakt, 220 meter lang, 180 meter breed en 4 meter diep. Vanuit de Atlas wordt het water over een afstand van 70 kilometer via ondergrondse leidingen aangevoerd. In de loop der eeuwen heeft het water drie functies gehad: ten eerste als buffer tegen Spanje en Portugal, op de tweede plaats als drinkwater en als laatste als irrigatie van de olijfbomen. Het uitzicht is minder
31 spectaculair dan verwacht. We lopen wat rond, maar het is een stuk benauwder dan gisteren. Aan de andere kant van het bassin ontspint zich een hele discussie: op welk gebergte kijken we nu uit ? De hoge, contra- midden-, anti-, Zuid Atlas? Jochen besluit: de Bosatlas ! Op naar de lunch. Dit blijkt weer wat anders dan verwacht: we kunnen wel ergens
terecht, El Atlassi, in de buurt van het plein Djemaa el Fna en de Koutoubia moskee, maar dan voor een Marokkaans buffet tegen een vaste prijs. Niet iedereen is gelukkig met het toch min of meer verplichtende karakter. Sommigen willen bij de lunch een klein hapje en niet een hele maaltijd. In het vervolg wordt daar rekening mee gehouden, zegt Latif. Het eten is heerlijk en er is meer dan genoeg. We maken hier voor het eerst kennis met lage tafels en wegzakkussens, niet zo gemakkelijk als je wat wil eten. Ik kies dan ook voor een normale zit. We drinken vlot een paar liter water weg. Het blijkt dat we de Koutoubia moskee alleen van buiten kunnen bekijken. We lopen er dus omheen. Het gebouw ziet er nog als nieuw uit. Pas later hoorde ik dat het in de 12e eeuw gebouwd is. Een gedeelte is verwoest tijdens de aardbeving van Lissabon in 1755. Tijdens het wandelingetje zien we een man ontzettend kwaad worden en op de vuist willen gaan vanwege een voetbalpartijtje of iets dergelijks. Meteen stappen er een paar mannen op af om hem tot bedaren te brengen. En dan de Soek. We mogen hier zelf een tijdje doorbrengen tot 5 uur. In groepjes lopen we te slenteren en te kijken. Er zijn heel veel mooie spullen, maar om nu al wat te kopen … Dan maar wachten tot Fes. Toch alvast een mooie kasjmiersjaal gekocht. Deze Souk is niet zo groot. Als je eenmaal de richting door hebt, valt het wel mee. We helpen nog wat reisgenoten de uitgang te vinden. Dan over het plein waar veel te beleven valt naar de bus en het hotel. Even bijkomen, relaxen van een volle dag. Na het diner gaan we met z’n allen met de bus nog even naar het el Fna plein. We
32 hebben er allemaal grote verwachtingen van. Aan de ene kant komt dat uit. Het plein is bezaaid met verhalenvertellers, kooplui, muzikanten en eetkraampjes.Je kunt er zelfs hengelen naar een fles cola. Overal staan hele horden rond iemand die iets doet. Doordat het erg donker is, krijgt alles nog iets extra spannends. Voor de dames van het gezelschap wordt dat verhoogd door het gevoel dat je je rug niet onbeschermd moet laten als je naar een optreden wilt kijken. In een mum van tijd voel je iets raars in je rug of net daaronder. Bovendien vallen we op en wil men direct geld van ons, terwijl anderen rustig kunnen kijken. Je voelt je toch een beetje opgejaagd wild. Ook het eten lijkt ons niet zo lekker: de schapenkopjes zijn klaar, ook kun je een bordje hersenen eten. Van een kraampje komt zoveel rook dat het lijkt of de boel in de fik staat. Na een kopje koffie op een terrasje gaan we bijtijds met een taxi naar ons hotel terug. Morgen moeten we vroeg weer op: een lange reis naar Casablanca en Rabat staat ons te wachten. Ja en waar blijven die openbaringen nou? Wel, de eerste is dat ik niet wist dat er dadelpalmen waren. Voor mij konden palmen alleen maar kokosnoten leveren. Ik had wel vaker dadels zien hangen aan een boom, maar ik dacht dat dat een soort bloem of vruchtbeginsel was van kokosnoten. En de tweede is van taalkundige aard. Onze gids had het ’s morgens in de bus over de dadels die men als eerste at na een dag vasten. Hij zei letterlijk: “They eat the dates to break the fast”. En toen realiseerde ik me waar het Engelse woord voor ontbijt vandaan komt: het breken van het vasten, nuchter zijn aan het begin van de dag: breakfast ! Nou nog zoeken waar ‘ontbijt’ vandaan komt. Hetty de Bakker.