Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Voldoende inzet, onvoldoende resultaat bij overlast van hangjongeren Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
8 april 2013 RA130572
Samenvatting Een man is sinds eind 2009 met zijn vriendin woonachtig in Stadsdeel Nieuw-West. Reeds vanaf het begin ervaart hij enorm veel overlast van hangjongeren rondom zijn woning. Hij meldt de overlast diverse keren bij het stadsdeel en de politie. Desalniettemin blijft de overlast aanhouden. Na de zoveelste vernieling van zijn auto wil hij verhuizen en vraagt het stadsdeel om woningbemiddeling. Het stadsdeel start een onderzoek naar de ernst van de overlast en wijst op basis van de uitkomst het verzoek van de man af. De man kan zich niet vinden in het oordeel en stuurt een noodkreet naar diverse instanties, waaronder de Gemeentelijke Ombudsman. Kort daarna vindt hij op eigen kracht een (particuliere) huurwoning. Omdat hij de kosten daarvan amper kan betalen vraagt hij het stadsdeel om een gedeeltelijke tegemoetkoming. Het stadsdeel wijst ook dit verzoek af. Uit het onderzoek van de ombudsman is gebleken dat het stadsdeel in ieder geval vanaf begin 2010 op de hoogte was van de overlastmeldingen van de man en dat het stadsdeel sindsdien een scala aan maatregelen heeft genomen om de overlast te stoppen of te voorkomen. Het stadsdeel heeft onder meer de samenwerking met de politie geïntensiveerd, een vast contactpersoon aangesteld en diverse fysieke maatregelen op straat getroffen. De ombudsman oordeelt dan ook dat het stadsdeel over het algemeen en binnen de mogelijkheden die er op dat moment waren, voldoende serieuze inspanningen heeft verricht om de overlast tegen te gaan en de man te beschermen. Wel geldt dat het stadsdeel in de motivering van de afwijzing van het verzoek om woningbemiddeling en het eerste verzoek om tegemoetkoming in de (verhuis)kosten steken heeft laten vallen. De ombudsman kan evenwel billijken dat het stadsdeel zijn nadere claim alsnog afwijst.
Datum : 8 april 2013 Rapportnummer: RA130572 Pagina : 2/9
Oordeel Ten aanzien van de behandeling van de meldingen van ernstige overlast geldt dat het stadsdeel niet in strijd met het vereiste van voortvarendheid heeft gehandeld. Ten aanzien van de behandeling van het verzoek om woningbemiddeling én het eerste verzoek om tegemoetkoming in de verhuiskosten heeft het stadsdeel in strijd met het motiveringsvereiste gehandeld.
Amsterdam, 8 april 2013
Ulco van de Pol Gemeentelijke Ombudsman
Datum : 8 april 2013 Rapportnummer: RA130572 Pagina : 3/9
Verzoek Het verzoek tot onderzoek is schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Nieuw-West.
Bevindingen Informatie vooraf In het veiligheidsprogramma 2011-2014 van Stadsdeel Nieuw-West is de Hertingengroep opgenomen in het overzicht van actieve problematische jeugdgroepen. De groep kent 11 leden en wordt door het stadsdeel gekenmerkt als overlastgevend. Onder overlastgevend wordt verstaan: nadrukkelijk aanwezig, provocerend optreden, schelden en intimideren van bewoners, niet aanspreekbaar op gedrag, geweldsgebruik en lichtere vormen van criminaliteit. Bron: Veiligheidsprogramma 2011-2014 bijlage III (vastgesteld bij besluit van 19 juli 2011). http://www.raadsinformatienieuwwest.nl/Vergaderingen/Raadscommissie-B/2011/7september/19:30/Veiligheidsprogramma-2011-2014/ aanleiding Verzoeker is sinds 2009 woonachtig in Stadsdeel Nieuw-West en ervaart sindsdien diverse vormen van ernstige overlast. Op 31 juli 2009 wordt bij verzoeker ingebroken en wordt al zijn gereedschap gestolen. In hetzelfde jaar wordt in december een poging tot inbraak gedaan. Verzoeker is echter thuis en de inbrekers haken af. Een maand later volgt een nieuwe poging tot inbraak. Op 13 april 2010 wordt hij door vier personen met de dood bedreigd, nadat zij bij hem thuis hebben aangebeld om te zien of hij al of niet in de woning aanwezig is. Op 12 juli 2010 wordt verzoeker midden in de nacht wakker van lawaai en ontdekt dat er een inbreker in zijn slaapkamer staat. Op 21 augustus 2010 komt hij thuis en ziet dat zijn woning overhoop is gehaald. Er is weer ingebroken en hij is voor duizenden euro’s aan spullen kwijt. Op 5 november 2010 heeft men het gemunt op zijn auto. Zijn autoruit wordt ingeslagen en er wordt wat wisselgeld en een handsfree-set gestolen. Op 20 december 2010 wordt wederom zijn autoruit ingeslagen, het interieur wordt bewerkt met een mes en ook het dak wordt kapot gesneden. Op 22 april 2011 wordt de motorkap van de auto ingeslagen en er wordt op gedanst. In augustus 2011 wordt de kofferbak van verzoekers auto overgoten met kaarsvet. Vier maanden later, op 28 januari 2012, wordt voor de derde keer de ruit van zijn auto vernield en worden diverse goederen gestolen. Verzoeker ervaart naast het voorgaande ook dagelijks overlast in de vorm van hangjongeren die hun behoeften doen in zijn portiek en daar blowen. De jongeren spelen met stroomstootwapens, racen door de straat, gebruiken de straat als afvalbak en provoceren verzoeker bij thuiskomst door in de portiek te blijven staan terwijl hij de deur open doet. De portiekverlichting wordt diverse malen vernield en verzoekers auto wordt gebruikt als hangplek. Verzoeker neemt vanaf de eerste week dat hij de overlast ervaart contact op met Stadsdeel Nieuw-West en de buurtregisseur van de politie. Omdat de overlast blijft aanhouden wendt hij zich tot het stadsdeel met het verzoek om hulp bij het vinden van een nieuwe woning. Het stadsdeel stelt een onderzoek in waaruit moet blijken of en hoe urgent de situatie is. Het onderzoek neemt vier weken in beslag en daaruit komt naar voren dat de overlast gedurende de gehele week van ‘s avonds laat tot diep in de nacht plaatsvindt. De groep hangjongeren varieert in samenstelling en grootte en ook uit het onderzoek blijkt dat de jongeren rondhangen en blowen in de portiek van verzoeker. Het stadsdeel nodigt verzoeker op 5 oktober 2011 uit om de
Datum : 8 april 2013 Rapportnummer: RA130572 Pagina : 4/9
bevindingen en conclusies van het onderzoek mondeling te bespreken. De conclusie luidt o.a. als volgt: ‘Op basis van de uitkomst van het onderzoek kan het stadsdeel geen bemiddeling doen met betrekking tot een andere woning’. Het stadsdeel deelt verzoeker verder mee dat hij de overlast gewoon bij de politie moet blijven melden. Het stadsdeel blijft de straatcoaches inzetten op zijn locatie. Verzoeker kan zich niet vinden in de gang van zaken en stuurt op 29 januari 2012 een noodkreet naar diverse betrokkenen van het stadsdeel en de Gemeentelijke Ombudsman. nadere ontwikkeling Het stadsdeel laat op 2 februari 2012 aan de Gemeentelijke Ombudsman weten dat naar aanleiding van de noodkreet een bespreking zal plaatsvinden met de stadsdeelvoorzitter, tevens portefeuillehouder Openbare Orde en Veiligheid. Verzoeker vindt op 12 februari 2012 op eigen kracht alsnog een nieuwe woning. Het stadsdeel nodigt hem vervolgens uit voor een gesprek op 16 februari 2012 met de veiligheidscoördinator. Verzoeker vraagt tijdens het gesprek of een tegemoetkoming in de verhuiskosten tot de mogelijkheid behoort. Het stadsdeel deelt daarop mee dat een tegemoetkoming of enige andere financiële bijdrage aan de verhuiskosten niet aan de orde is. klachtomschrijving Het gevraagde onderzoek had betrekking op: • de behandeling van meldingen van ernstige overlast • de behandeling van een verzoek om woningbemiddeling • de behandeling van een verzoek om tegemoetkoming in de verhuiskosten. hoorzitting Naar aanleiding van de zaak besluit de ombudsman een hoorzitting te houden. Deze vindt plaats op 16 januari 2013 op het kantoor van de ombudsman. Hierbij is verzoeker aanwezig. Stadsdeel Nieuw-West wordt vertegenwoordigd door de Netwerk Coördinator Jeugd en de Veiligheidscoördinator. De politie wordt vertegenwoordigd door twee agenten die tijdens de hierboven omschreven incidenten buurtregisseur waren in verzoekers woonwijk. Hieronder volgt een weergave van de schriftelijke reactie van het stadsdeel op de nadere vragen van de ombudsman en hetgeen is besproken tijdens de hoorzitting. de behandeling van de overlastmeldingen reactie van Stadsdeel Nieuw-West Het stadsdeel is vanaf 2006 op de hoogte van de overlast die in de Evertsweertstraat wordt veroorzaakt door groepen jongeren en jongvolwassenen. Een aantal van de betrokken overlastgevende jongeren maken deel uit van de zogenaamde Hertingengroep. Deze zijn reeds met naam en toenaam bekend bij politie en het stadsdeel. Echter voor een groot deel van de betrokken jongeren geldt dat er steeds sprake is van een wisselende samenstelling. Veel van hen hebben derhalve geen connecties met eerder genoemde groepering. Vaak zijn het jongeren van buiten de wijk of stad. Dit maakt een structurele oplossing voor de overlast lastiger. Het stadsdeel heeft naar aanleiding van de overlastmeldingen in de loop van juni 2010 een vaste contactpersoon (de Netwerk Coördinator Jeugd) voor verzoeker aangesteld. In hetzelfde jaar heeft het stadsdeel, gezien het feit dat de meldingen van verzoeker inhoudelijk steeds heftiger werden, in samenwerking met de politie een onderzoek ingesteld naar de overlastgevende jongeren. Daarbij is onder andere gekeken naar de frequentie en aard van de overlast. Bij deze
Datum : 8 april 2013 Rapportnummer: RA130572 Pagina : 5/9
inventarisatie heeft het stadsdeel straatcoaches en jongerenwerkers ingezet. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de avondwinkel, gelokaliseerd naast de woning van verzoeker, een aanzuigende werking op de jongeren heeft. De jongeren verzamelen zich met enige regelmaat in de buurt van verzoekers woning, maar zijn wel aanspreekbaar op hun gedrag. Gezien deze uitkomst van het onderzoek heeft het stadsdeel verzoeker mediation aangeboden. Verzoeker heeft dit geweigerd. Omdat de overlast voor verzoeker bleef aanhouden, is er in de zomer van 2010 extra inzet geweest van de politie en de straatcoaches. In de praktijk betekende dit dat de politie veel vaker surveilleerde in de omgeving van verzoekers woning en dat de straatcoaches langer statisch toezicht hielden rondom de avondwinkel. De samenwerking met de politie werd ook op andere vlakken geïntensiveerd. Zo was er elke twee weken een bijeenkomst met de betrokken buurtregisseurs om een plan van aanpak te bespreken en de situatie te herevalueren. Het stadsdeel heeft verder met de politie afgesproken dat de politie op elke melding van verzoeker direct actie onderneemt, ongeacht de ernst van de melding. Het stadsdeel heeft de hangjongeren zelf ook actief benaderd. De jongeren werden gestimuleerd om bij de jongerenbus bij elkaar te komen zodat er samenhang in de groep ontstaat. De jongeren hebben thuis bezoek gehad van de straatcoaches om ook de ouders medeverantwoordelijk te maken voor de gedragingen van hun kinderen. Het stadsdeel heeft daarnaast de jongeren aangeboden hen te begeleiden bij school, werk of vrije tijdsbesteding. Ook zijn er actief fysieke maatregelen getroffen om het hangen rondom verzoekers woning en de avondwinkel onaantrekkelijk te maken. Het stadsdeel heeft de bomen in de directe omgeving opgekroond om meer licht en zicht te creëren. In samenwerking met de avondwinkel is er extra verlichting bij die onderneming aangebracht. Naar aanleiding van een suggestie van verzoeker heeft het stadsdeel de eigenaren van verzoekers pand en de overige panden in de buurt gevraagd om de bewoners te ondersteunen bij het aanbrengen van andere veiligheidsmaatregelen, zoals het afsluiten van portieken. Het stadsdeel heeft tussentijds contact gehouden met verzoeker en aan hem meegedeeld in hoeverre het stadsdeel nog iets voor hem kan betekenen. Bij hem is aangedrongen om de overlast te blijven melden aan zowel het stadsdeel en de politie. In november 2010 heeft er opnieuw een gesprek plaatsgevonden met verzoeker. Het stadsdeel heeft op dat moment van verzoeker vernomen dat er een afname is van de overlast. Verzoeker heeft verder aangegeven tevreden te zijn over de inzet van het stadsdeel. Het stadsdeel heeft vervolgens een tijdlang geen overlastmeldingen meer binnengekregen, tot het incident van april 2011. reactie buurtregisseurs van de politie Verzoekers woning is gelegen aan een brede stoep, een doorgaande weg en in de nabijheid van een avondwinkel. De panden in de buurt van de woning zijn antikraakpanden. In de omgeving is er dan ook geen sociale controle. Dit maakt dat het een ideale plek is voor jongeren om te hangen. Zij spreken in de buurt van de avondwinkel af, halen daar gezamenlijk energiedrank en blijven er soms een tijd hangen. De politie onderschrijft het standpunt van het stadsdeel dat de jongeren vaak qua samenstelling wisselen en zij doorgaans van buiten de wijk komen. Het eerste contact tussen politie en verzoeker was na het incident van 31 juli 2009 toen er sprake was van een inbraak. De politie heeft sinds 2010 89 meldingen geregistreerd, vanuit het woonadres van verzoeker, die betrekking hebben op overlast afkomstig van (hang)jeugd. Hiervan waren er 19 meldingen met prioriteitscode 2. Dit houdt in dat er mogelijk direct contact is geweest tussen verzoeker en de desbetreffende hangjongeren – en derhalve bij de afhandeling van de melding enige spoed is vereist. De overige 70 meldingen hebben een lagere prioriteit toebedeeld gekregen (prioriteitscode 3, niet spoedeisend). De meldingen concentreren zich
Datum : 8 april 2013 Rapportnummer: RA130572 Pagina : 6/9
tussen 8 uur ‘s avonds en 2 uur ‘s nachts. Verzoeker heeft diverse keren aangifte gedaan van strafbare feiten. De politie heeft tot op heden één iemand tijdens het plegen van een strafbaar feit op heterdaad aangehouden. De politie heeft geen verbanden kunnen ontdekken tussen deze aangehouden persoon en de hangjongeren waarop de overlastmeldingen betrekking hebben. Ook heeft de politie geen causaal verband kunnen leggen tussen drugs/alcoholgebruik en de strafbare feiten zoals die zijn gepleegd in de omgeving van verzoeker. reactie verzoeker Verzoeker benadrukt dat desbetreffende jongeren zeer intimiderend overkomen en hij mede vanwege hun houding nimmer de behoefte heeft gehad om met hen in gesprek te treden. In de beperkte contacten die er waren heeft hij de jongeren altijd correct bejegend. Ten aanzien van de overlastmeldingen deelt verzoeker mee dat hij vrijwel nooit een terugkoppeling heeft gekregen van het stadsdeel of van de politie. Hij heeft altijd zelf contact op moeten nemen met de vraag wat er concreet is gebeurd naar aanleiding van zijn meldingen. de behandeling van een verzoek om woningbemiddeling reactie van Stadsdeel Nieuw-West Het stadsdeel heeft, naar aanleiding van een tweede opleving van het aantal overlastmeldingen van verzoeker in de zomer van 2011, opnieuw een bijeenkomst georganiseerd in september van hetzelfde jaar. Daarbij waren onder andere een buurtregisseur van de politie, vertegenwoordigers van het stadsdeel en verzoeker zelf aanwezig. Verzoeker heeft in dat gesprek aangegeven opnieuw ondraaglijke overlast te ervaren en hierdoor te willen verhuizen. Het stadsdeel is vanwege deze melding een nieuw onderzoek gestart. De resultaten van dit onderzoek zijn in oktober 2011 met verzoeker besproken. Het stadsdeel acht de uitkomst van het onderzoek niet dermate ernstig dat aanleiding kan worden gezien om het verzoek om woningbemiddeling te honoreren. Wel is met verzoeker afgesproken dat hij overlast blijft melden bij de politie en dat het stadsdeel straatcoaches actief blijft inzetten in de omgeving van verzoekers woning. Het stadsdeel heeft de straatcoaches gevraagd om contact te maken met op straat aanwezige jongeren en hen in voorkomende gevallen aan te spreken op hun gedrag. de behandeling van een verzoek om tegemoetkoming in de verhuiskosten reactie van Stadsdeel Nieuw-West Op 16 februari 2012 heeft het stadsdeel verzoeker opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, naar aanleiding van een noodkreet die hij naar diverse betrokken instanties heeft gestuurd. Verzoeker heeft toen aangegeven reeds een nieuwe woning te hebben betrokken. Hij heeft het stadsdeel tijdens het gesprek om een tegemoetkoming in de verhuiskosten en huurkosten gevraagd. Het stadsdeel heeft hierop afwijzend gereageerd nu verzoeker deze woning reeds had betrokken zonder vooraf te overleggen met het stadsdeel. reactie verzoeker De afwijzing van het verzoek om woningbemiddeling heeft het beeld bij verzoeker gewekt dat het stadsdeel niets meer voor hem kon betekenen. Het stadsdeel heeft hem ook geen alternatieve oplossing geboden. Dit maakt dat hij nadien geen aanleiding heeft gezien om nog verder hierover met het stadsdeel in contact te treden. Hij heeft daarom, mede gezien de onhoudbare situatie, besloten om op eigen kracht een nieuwe woning te zoeken.
Datum : 8 april 2013 Rapportnummer: RA130572 Pagina : 7/9
verzoek om heroverweging Tijdens de hoorzitting verzoekt de ombudsman het stadsdeel om het besluit op verzoekers verzoek om tegemoetkoming in de verhuiskosten en huurkosten gezien de achtergrond van de situatie te heroverwegen. Het stadsdeel zegt toe dit te zullen doen zodra verzoeker een nadere onderbouwing en specificatie van de gemaakte kosten opstuurt. Op 5 maart 2013 stuurt verzoeker de gevraagde onderbouwing toe. Het stadsdeel deelt de ombudsman op 27 maart 2013 mee het verzoek niet te zullen honoreren. Het stadsdeel is van mening dat het alles heeft gedaan wat in deze situatie redelijkerwijs verwacht had mogen worden. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker, het stadsdeel en de politie gegaan om na te gaan of de feiten juist zijn weergegeven. De betrokkenen kunnen zich vinden in het verslag van bevindingen.
Beoordeling De ombudsman beoordeelt of het bestuursorgaan zich in de door hem onderzochte aangelegenheid behoorlijk heeft gedragen1.
Behoorlijkheidsvereisten Indien naar het oordeel van de ombudsman de gedraging niet behoorlijk is, vermeldt hij in het rapport welk vereiste van behoorlijkheid is geschonden2. In dit onderzoek toetst hij de gedragingen aan het vereiste van voortvarendheid en het vereiste van goede motivering.
Overwegingen Allereerst geldt dat de Gemeentelijke Ombudsman niet bevoegd is om over het handelen en optreden van de politie te oordelen, nu dat geen gemeentelijke instantie betreft. Een oordeel over de rol van de politie is voorbehouden aan de Nationale ombudsman. De overwegingen in dit rapport zien derhalve alleen toe op het handelen van Stadsdeel Nieuw-West. Ten aanzien van de behandeling van meldingen van ernstige overlast Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan waar gevraagd en waar nodig naar vermogen en op een slagvaardige wijze hulp biedt. In dit geval betekent dit dat van het stadsdeel verwacht mag worden dat het adequaat reageert op klachten/meldingen van burgers en dat het, waar nodig en mogelijk, tot (bestuurlijke) handhaving overgaat. Het staat vast dat het stadsdeel in ieder geval vanaf begin 2010 bekend was met de problemen van verzoeker en dat het stadsdeel sindsdien een scala aan maatregelen heeft genomen om de overlast te stoppen of te voorkomen. Het stadsdeel heeft een vast aanspreekpunt voor verzoeker aangesteld in de vorm van de Netwerk Coördinator Jeugd, om zo de meldingen te kunnen
1 2
artikel 9:27 lid 1 Algemene wet bestuursrecht artikel 9:36 lid 2 Algemene wet bestuursrecht
Datum : 8 april 2013 Rapportnummer: RA130572 Pagina : 8/9
kanaliseren en effectiever op te kunnen treden. Ook heeft het stadsdeel intensief jongerenwerkers en straatcoaches ingezet op de locatie rondom verzoekers woning. Het stadsdeel heeft samengewerkt met de buurtregisseurs van de politie en met hen afspraken gemaakt om de veiligheid van verzoeker zoveel als mogelijk te waarborgen. Daarnaast heeft het stadsdeel diverse fysieke maatregelen genomen om het hangen rondom verzoekers woning zo onaantrekkelijk mogelijk te maken en de ouders van de hangjeugd benaderd om hen te wijzen op het gedrag van hun kinderen. Het voorgaande duidt erop dat het stadsdeel de meldingen hoog heeft opgenomen en getracht heeft om, met de (beperkt) beschikbare instrumenten, de problematiek zo adequaat mogelijk aan te pakken. De ombudsman merkt op dat hij het betreurt dat verzoeker het slachtoffer is geworden van zoveel strafbare en overlastgevende feiten. In de praktijk blijkt dat de gemeente niet altijd in staat is om overlast effectief te bestrijden. Op het stadsdeel rust hier echter een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting. Het gaat erom wat een burger, afhankelijk van de ernst en intensiteit van het dreigingsniveau, redelijkerwijs van het stadsdeel mag verwachten. Bezien in dat licht concludeert de ombudsman dat, ondanks het uitblijven van het gewenste resultaat voor verzoeker, het stadsdeel over het algemeen en binnen de mogelijkheden die er op dat moment waren voldoende serieuze inspanningen heeft verricht om verzoeker te beschermen en de overlast te verminderen. Dit maakt dat niet in strijd met het vereiste van voortvarendheid is gehandeld. Ten aanzien van de behandeling van het verzoek om woningbemiddeling. Het motiveringsvereiste houdt in dat het handelen van een bestuursorgaan feitelijk en logisch wordt gedragen door een kenbare motivering. Daarbij geeft zij aan op welke wettelijke bepalingen de handeling of het besluit is gebaseerd, van welke feiten zij is uitgegaan en hoe zij rekening heeft gehouden met de belangen van de burgers. Deze motivering moet voor de burger begrijpelijk zijn. Verzoeker heeft naar aanleiding van de aanhoudende overlast in een gesprek in september 2011 aan het stadsdeel kenbaar gemaakt te willen verhuizen en het stadsdeel om bemiddeling bij het vinden van een nieuwe woning gevraagd. Het stadsdeel heeft hierop afwijzend gereageerd en verwijst daarbij naar de feiten zoals deze zijn geconstateerd na vier weken onderzoek in diezelfde maand. De afwijzing wordt echter niet nader beargumenteerd. Het is niet duidelijk waaraan een verzoek om woningbemiddeling in dit soort gevallen moet voldoen, wil het slagen. Ook is niet duidelijk of en in hoeverre het stadsdeel bij de beoordeling van het verzoek rekening heeft gehouden met de (ernst van de) incidenten die eerder in 2010 en in de loop van 2011 hebben plaatsgevonden. Het louter verwijzen naar de feiten duidt niet op een deugdelijke motivatie. Ten aanzien van de behandeling van het verzoek om tegemoetkoming in de verhuiskosten Het volgende heeft betrekking op de behandeling van het initiële verzoek van verzoeker om tegemoetkoming in de verhuiskosten. Ook hierbij geldt dat het stadsdeel in strijd met het motiveringsvereiste heeft gehandeld. Het stadsdeel gaat in de motivering van de afwijzing van het verzoek voorbij aan het feit dat verzoeker zich reeds eerder bij het stadsdeel heeft gemeld met het verzoek om hulp bij het vinden van een woning. Nadat dit verzoek werd afgewezen werd hij, gezien de situatie, gedwongen om op eigen kracht een woning te vinden. Dat hij hierbij geen nader overleg heeft gepleegd met het stadsdeel valt verzoeker in het licht van de eerdere afwijzing bezien niet te verwijten.
Datum : 8 april 2013 Rapportnummer: RA130572 Pagina : 9/9
Na de hoorzitting van de ombudsman heeft het stadsdeel het onderbouwde en aangevulde verzoek om tegemoetkoming alsnog afgewezen. De ombudsman kan dit billijken in het licht van zijn oordeel dat het stadsdeel zich voldoende heeft ingespannen om de overlast te beperken. Informeren melden overlast De ombudsman merkt zijdelings op dat het stadsdeel verzoeker op een meer actieve wijze had moeten informeren over de (wijze van) afhandeling van de overlastmeldingen en de daarmee samenhangende mogelijkheden of beperkingen. De contactmomenten tussen het stadsdeel en verzoeker vonden voornamelijk plaats nadat verzoeker zelf aan de bel trok. De ombudsman verneemt daarom met instemming dat in het uitvoeringsbeleid van de nieuwe ‘Treiteraanpak’ is opgenomen dat een stadsdeel binnen 48 uur contact dient op te nemen met een melder en daarbij actief informatie verstrekt en aan verwachtingsmanagement doet.
Oordeel Ten aanzien van de behandeling van de meldingen van ernstige overlast geldt dat het stadsdeel niet in strijd met het vereiste van voortvarendheid heeft gehandeld. Ten aanzien van de behandeling van het verzoek om woningbemiddeling én het eerste verzoek om tegemoetkoming in de verhuiskosten heeft het stadsdeel in strijd met het motiveringsvereiste gehandeld.