Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland
www.vwgzk.nl
Protocol overtredingen Flora- en faunawet Introductie De Flora- en faunawet (Ffw) is met betrekking tot vogels vrij helder. Nesten van alle vogelsoorten mogen in de broedtijd niet worden vernietigd. Van sommige vogelsoorten zijn de nesten zelfs jaarrond beschermd (zie bijlage 2). Broedende vogels mogen in beginsel ook niet worden verstoord, maar dat is al wat lastiger vast te stellen. Met deze regels wordt, zoals we vaak hebben moeten ervaren, lang niet overal even zorgvuldig omgegaan. Mensen die weinig met vogels op hebben, trekken zich het verbod in de praktijk vaak weinig aan. Nestgelegenheden van mussen worden dichtgemetseld, weilanden en bermen worden gemaaid en struiken of bomen gerooid zonder goed te kijken of er vogels broeden. Geregeld worden ook gebouwen gesloopt terwijl er vogels (en vleermuizen) in blijken te nestelen. Zelfs natuur- en groenbeherende instanties willen hier en daar in het begin of aan het eind van het broedseizoen - of net voorafgaande of na het algemene broedseizoen in jaren dat vogels bijzonder vroeg of laat broeden - nog net even zogenaamd urgente werkzaamheden uitvoeren zoals beplantingen rooien, dunningswerkzaamheden uitvoeren, riet maaien etc.. Soms gebeuren dit soort dingen tamelijk bewust, soms ook uit onkunde. Soms beroepen instanties zich daarbij op de zogenaamde gedragscodes. Volgens deze mogen werkzaamheden zelfs tijdens het broedseizoen plaatsvinden mits een deskundige vooraf heeft geoordeeld dat er geen nesten zijn. Maar ook daarmee wordt geregeld slecht of schimmig omgegaan. De Vogelwerkgroep ziet er een taak in om dit soort misstanden waar mogelijk tegen te gaan. Daarbij moeten we wel realistisch zijn. We zijn niet staat om elke verstoring van een meerkoetenof merelnest te bestrijden. Ook in belangrijkere kwesties staan we elke keer weer voor de vraag: wat is het beste om in dit geval te doen: aangifte doen? en, zo ja, bij welke instantie? de krant benaderen om publicitair druk uit te oefenen? de overtredende instantie zelf benaderen en overleg plegen? Met dit protocol willen we ons enige houvast geven hoe we in voorkomende gevallen gaan handelen.
Handhaving door de overheid Je zou denken: de handhaving van de wet is een taak van de overheid en de politie. Voor de handhaving van de Ffw zijn twee verschillende (rijks)instanties aangewezen (voor contactgegevens zie bijlage 1):1 de Rijksdienst Ondernemend Nederland (de vroegere Dienst Regelingen) voor de bestuurlijke handhaving: aanschrijving, stopzetten werkzaamheden e.d.
1
In beginsel zou je ook aangifte kunnen doen bij de (milieu)politie. In de praktijk blijkt dat echter zelden nut te hebben omdat de politie meestal over onvoldoende expertise beschikt en daardoor in dit soort gevallen niet weet wat te doen.
1
-
de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA (de vroegere AID) voor de strafrechtelijke handhaving achteraf: om een boete op te leggen als het kwaad al is geschied.
Kunnen we de handhavingstaak dan niet aan deze instanties overlaten? Helaas niet, want deze instanties doen geen eigen controles. Zij komen alleen in actie na een melding. In beginsel kan iedere willekeurige burger melding maken van een (mogelijke) overtreding. De gewaarschuwde instantie neemt vervolgens contact op met diegene die mogelijk in overtreding is. In het gunstigste geval gaan ze ook ter plekke kijken. Als er voldoende bewijzen zijn maken ze proces-verbaal op. In de praktijk verloopt dit vaak onbevredigend: Het is vaak niet duidelijk welke instantie je in een concreet geval (als eerste) moet inschakelen. Beide handhavende instanties reageren behoorlijk traag. Tot zij in actie komen is het kwaad vaak al geschied en zijn er geen bewijzen meer te vinden van een overtreding. Zij doen zelden eigen onderzoek. De beste kans op vervolging maken we als we zelf met overtuigende bewijzen komen (foto’s, getuigen van waargenomen nesten e.d.). Dat is in de praktijk best lastig. In het algemeen zijn de instanties wel bereid een brief te sturen naar de (mogelijke) overtreder. Die moet zich dan verdedigen. Als er geen bewijzen liggen van een overtreding, dan blijft het meestal daarbij.
Andere middelen: overleg en publiciteit Gelukkig zijn er ook nog andere middelen, zoals overleg en publiciteit zoeken. De ervaring leert: gemeenten, woningbouwcorporaties, bouwers en terreinbeherende instanties willen niet graag in het openbaar erop worden aangesproken dat ze zich niet aan de regels voor natuur houden. Als je met hen contact zoekt namens de Vogelwerkgroep, willen ze meestal wel praten. Dergelijk overleg helpt weliswaar zelden het kwaad dat al is geschied, te herstellen. Maar door gericht overleg kun je veelal bereiken dat nieuwe gelijksoortige overtredingen minder of niet meer voorkomen. In het gunstigste geval kun je zelfs een zodanige verstandhouding tot stand brengen dat je vooraf over belangrijke en mogelijk schadelijke werkzaamheden wordt geïnformeerd. Uiteindelijk is dergelijke preventie – indien goed overleg mogelijk blijkt - nog belangrijker en beter dan het optreden tegen wandaden die al zijn gepleegd.
Gecombineerde inzet van middelen? Omdat alle genoemde middelen dus zo hun beperkingen hebben, is het vaak zinvol meerdere middelen parallel in te zetten. Maar daarbij zijn er ook dilemma’s: Aangifte doen en publiciteit zoeken kan (maar hoeft niet altijd) de bereidheid om te praten bij de andere partij aanzienlijk verminderen. Acties op alle fronten kosten de nodige tijd (vaak meer tijd dan je op dat moment eigenlijk hebt) terwijl het meestal nog snel moet ook. We moeten dus elke keer weer afwegen wat op dat moment kan en het meest zinvol lijkt. Als het om belangrijkere zaken gaat is het van belang dat over deze keuzes (per email of telefoon) overleg plaats vindt met een bestuurslid.
Protocol met verschillende trajecten Elk geval is dus weer anders. Van geval tot geval moeten we afwegen wat te doen. Het is ook bijna ondoenlijk de diversiteit van situaties in een protocol te vatten. Bovendien: dit soort acties kosten veel tijd. Terwijl je er meestal heel snel bij moet zijn, anders ben je te laat. Wat doen we als we onvoldoende tijd hebben om een maximale actie op te zetten? Of als we zo’n brede actie niet in verhouding vinden staan tot de aard van de (mogelijke) overtreding? Om er toch vat op te krijgen onderscheiden we in de navolgende overzichten twee trajecten: Een optimaal traject, gericht op het voeren van overleg. Aangifte doen en/of publiciteit zoeken kan daarbij nuttig zijn om de druk op te voeren. Dit traject is dan van toepassing als het om belangrijke zaken gaat, we met de betreffende instantie graag in overleg willen komen of blijven én we voldoende tijd beschikbaar hebben om dit traject te volgen.
2
-
Een verkort traject, dat alleen is gericht op het inwinnen van informatie en/of het doen van aangifte. Dit is van toepassing bij minder belangrijke zaken, daar waar we overleg bij voorbaat weinig zinvol (meer) vinden én in situaties waar we gewoon te weinig tijd hebben. We nemen dan op de koop toe dat we niet veel meer bereiken dan een briefwisseling met de overtreder. In gevallen waar het te onduidelijk is of er sprake is van overtreding vragen we nadere informatie. In andere gevallen doen we aangifte. Het is daarbij niet altijd nodig om zeker te zijn dat het om een overtreding gaat (bewijzen zijn uiteraard altijd gewenst). Je kan namelijk ook – zo nodig anoniem - aangifte doen van een mogelijke overtreding.
Protocol optimaal traject (primair gericht op overleg) Stap
Actie
Aandachtspunten
0.
-
1.
Zsm. ter plaatse gaan kijken, beoordelen en bewijzen verzamelen (foto’s maken, evt. nesten opsporen resp. nestindicerend gedrag vaststellen en op kaart vastleggen)
Daarbij beoordelen: Wat gebeurt er/ is er gebeurd? Is er (waarschijnlijk) sprake van een overtreding / Hoe ernstig is deze? Is het kwaad als geschied? Of nog aan de gang (valt er nog iets te voorkomen)?
2.
Zo mogelijk contact zoeken met verantwoordelijke instantie
Daarbij: Onze constateringen voorleggen Hun verhaal aanhoren, om bewijzen vragen (bijv. van uitgevoerd onderzoek) Laten weten dat we mogelijk aangifte zullen doen van mogelijke overtreding maar tegelijk ook in overleg willen blijven
3.
Vervolgstrategie kiezen (bij voorkeur in overleg met bestuurslid)
4.
Vervolgstappen uitvoeren
Er komt een melding binnen of Je hebt zelf iets waargenomen wat niet door de beugel lijkt te kunnen
Primair inzetten op overleg en/of Aangifte doen en/of Publiciteit zoeken
Protocol verkort traject (alleen inwinnen informatie of aangifte doen) Stap
Actie
Aandachtspunten
0.
-
1.
Zsm. ter plaatse gaan kijken, beoordelen en bewijzen verzamelen (foto’s maken, evt. nesten opsporen resp. nestindicerend gedrag vaststellen en op kaart vastleggen)
Daarbij beoordelen: Wat gebeurt er/ is er gebeurd? Is er (waarschijnlijk) sprake van een overtreding / Hoe ernstig is deze? Is het kwaad als geschied? Of nog aan de gang (valt er nog iets te voorkomen)? Is aangifte zinvol?
2a.
Inwinnen informatie per email, telefoon of een praatje ter plekke
Vragen wat er aan de hand is Aandacht vragen voor belang natuur/ vogels en wijzen op wetgeving
2b.
Aangifte doen per email via
[email protected]
Contatpersoon bestuur informeren Evt in het vervolg nog reageren op acties van de handhavende instantie
Er komt een melding binnen of Je hebt zelf iets waargenomen wat niet door de beugel lijkt te kunnen
Chris Brunner 13 mei 2014/ 21 juli 2014
3
Bijlage 1 Handhavende instanties
Dienst Ondernemend Nederland (het zogenaamde DR Loket) De Dienst Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Landbouw richt zich als uitvoeringsorganisatie voor nationale en Europese regelingen voornamelijk op subsidieverstrekking en vergunningverlening. Verlenen van ontheffingen Flora- en faunawet vallen onder vergunningverlening. Bij het DR loket (vernoemd naar de vroegere Dienst Regelingen) kan iedereen zijn vragen stellen die iets willen weten over subsidies en vergunningen http://www.drloket.nl/onderwerpen . Onder http://www.drloket.nl/onderwerpen/vergunning-en-ontheffing/dossiers/dossier/flora-enfaunawet-ruimtelijke-ingrepen/overzicht-besluiten-flora-en-faunawet kun je nagaan of er voor bepaalde werkzaamheden een ontheffingsaanvraag is ingediend ten aanzien van de Flora- en faunawet. Handhaving van de Flora- en faunawet valt ook onder DR (voor de bestuurlijke handhaving: aanschrijving, stopzetten werkzaamheden e.d. ). Mogelijke overtredingen van de Flora- en faunawet kunnen worden gemeld: of telefonisch via 088-042042 of 070-3786683 of via e-mail
[email protected] Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) 0900 – 0388 (7 dagen / 24 uur bereikbaar) Wat voorheen de Algemene Inspectiedienst (AID) was, valt tegenwoordig onder de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), eveneens een onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken. Zij voeren steekproefsgewijs controles uit voor allerlei regelingen, zoals subsidies en vergunningen die verleend zijn. Daarnaast voeren zij ook handhaving van verschillende regelingen uit, waaronder Flora- en faunawet. Wanneer de wet wordt overtreden kunnen zij de werkzaamheden stilleggen en strafrechtelijk optreden (uitdelen boetes e.d.). Melden kan telefonisch via de bovenstaande nummers of via het meldingsformulier op: http://www.vwa.nl/organisatie/contact/klantcontactcentrum Politie 0900 - 8844 of 0800 – 7000 (anonieme melding) Bij overtredingen die al plaatsvinden zou (in theorie) het snelst gehandeld worden door de politie. Zij kunnen net als de NVWA strafrechtelijk handhaven. De politie is vaak sneller ter plaatse dan de NVWA. Het grote nadeel is echter dat de politie zelden kennis heeft van de Floraen faunawet.
4
Bijlage 2 Overzicht jaarrond beschermde nesten
De betreffende lijst van het ministerie maakt onderscheid tussen: Soorten waarvan de (nog gebruikte) nesten jaarrond zijn beschermd en; Soorten waarvan inventarisatie van nesten ‘wenselijk’ is (helaas een nogal vage term). Jaarrond beschermde nesten Boomvalk Buizerd Gierzwaluw Grote gele kwikstaart Havik Huismus Kerkuil Oehoe
Ooievaar Ransuil Roek Slechtvalk Sperwer Steenuil Wespendief Zwarte Wouw
Niet jaarrond beschermd, wel inventarisatie gewenst Blauwe reiger Boerenzwaluw Bonte vliegenvanger Boomklever Boomkruiper Bosuil Brilduiker Draaihals Eidereend Ekster Gekraagde Roodstaart Glanskop
Grauwe vliegenvanger Groene specht Grote bonte specht Hop Huiszwaluw IJsvogel Kleine bonte specht Kleine vliegenvanger Koolmees Kortsnavelboomkruiper Oeverzwaluw Pimpelmees
Raaf Ruigpootuil Spreeuw Tapuit Torenvalk Zeearend Zwarte Kraai Zwarte mees Zwarte roodstaart Zwarte specht
5