Vogelclub Katwijk
de Duinstag 27 e jaargang | nr. 3 jaarverslag 2012
voorzitter
vormgeving, opmaak & fotoredactie penningmeester, ledenadministratie & advertenties waarnemingen
redactieleden
website webmaster abonnement
doel van Vogelclub Katwijk foto omslag
Arjan van Egmond Bestevaerweg 36 | 2225 PC Katwijk (071) 401 06 56 | 06 215 857 88 |
[email protected] René van Rossum Wassenaarseweg 16 | 2223 BK Katwijk (071) 362 37 34 | 06 123 096 57 |
[email protected] Huig Ouwehand Nachtegaallaan 34 | 2224 JH Katwijk (071) 407 55 35 |
[email protected] Maarten & Wim Langbroek Secr. Varkevisserstraat 114 | 2225 LG Katwijk (071) 401 55 10 |
[email protected] Gijsbert van der Bent (071) 402 45 47 | 06 23 53 27 50 |
[email protected] | eindredactie Bas van der Burg (071) 401 75 38 |
[email protected] Casper Zuyderduyn 06 153 572 16 |
[email protected] www.birdclubkatwijk.nl André van der Plas (071) 407 27 98 |
[email protected] Abonnementsgeld bedraagt vanaf 2013 minimaal E 15,-/jaar voor leden wonende in de gemeenten Katwijk, Rijnsburg, Valkenburg en Noordwijk, en E 17,-/jaar voor leden daarbuiten. Het abonnementsgeld overmaken op bank rekeningnr. 3918.44.431 van de Rabobank Katwijk ten name van Vogelclub Katwijk. Bovenstaande prijzen zijn per jaargang. Eventueel eerder uitgekomen nummers van het betreffende jaar worden nagezonden. Het lidmaatschap wordt automatisch verlengd, tenzij u uiterlijk voor 1 december het abonnement schriftelijk (per e-mail) opzegt bij de penningmeester. Het vergroten van de interesse in en kennis van vogels in en om Katwijk. Huiszwaluwen, Lentevreugd, 3 juli 2012, René van Rossum
de Duinstag 27 e jaargang | nr. 3 | jaarverslag 2012
De Vogelclub Katwijk is opgericht in februari 1986. De Duinstag verschijnt in juni en december, jaarverslag in maart/arpil 2013 Voor inlichtingen, abonnementen, adreswijzigingen en klachten kan men zich schriftelijk of per e-mail wenden tot: Huig Ouwehand | Nachtegaallaan 34 | 2224 JH Katwijk
[email protected]
❱ Vogelclub Katwijk
❱ Een compleet jaaroverzicht ! Het heeft even geduurd maar hier is-ie dan: het Jaaroverzicht 2012. Met de informatie die direct en dagelijks te vinden is via de websites katwijk.waarneming.nl en trektellen.nl wordt u al constant op de hoogte gehouden van de actuele waarnemingen en telresultaten in ons werkgebied. In de twee in 2012 gepubliceerde reguliere Duinstagen werden alleen de hoogtepunten al belicht. Maar het jaaroverzicht zoals dat nu voor u ligt geeft een compleet overzicht wat er in 2012 allemaal in en om Katwijk is gezien. Het jaar 2012 was goed voor 260 soorten. Hiervan waren er drie nog niet eerder waargenomen in ons waarnemingengebied: Alpengierzwaluw, Cetti’s Zanger (lang verwacht) en Zwartkeellijster (de enige echte knaller van het najaar). Niet alleen losse ingevoerde waarnemingen en trektelgegevens maar ook de resultaten van broedvogelinventarisaties en wintertellingen in Berkheide en Lentevreugd zijn in het jaaroverzicht 2012 meegenomen. Er is tevens een grondige analyse gemaakt van het aantal getelde uren per telpost, het aantal waarnemers en het aantal ingevoerde waarnemingen in de afgelopen jaren. Met uiteraard aandacht voor individuele jaarlijsten, en het ongelooflijke jaarrecord van René van Rossum, met 245 soorten! In drie korte artikelen wordt dieper ingegaan op het broeden van Kleine Mantelmeeuwen op daken, de Waterrietzangers in het nieuwe bolwerk Lentevreugd en de eerste aanvaarde waarneming van Alpengierzwaluw voor Katwijk. Complimenten voor Gijsbert van der Bent, Bas van der Burg, Menno van Duin, Maarten en Wim Langbroek, René van Rossum en Casper Zuyderduyn voor het samenstellen van het overzicht.
Op bestuurlijk vlak valt er ook iets nieuws te melden. Huig Ouwehand heeft inmiddels de taken van penningmeester van Angélique van der Burg overgenomen. Wij willen Angélique ook vanaf deze plaats hartelijk bedanken voor haar profes sionele en grote inzet in de afgelopen jaren en wij wensen Huig veel succes. In de afgelopen winterperiode werden naast de reguliere lezingen ook enkele ’vogelaarsavonden’ georganiseerd. Avonden gericht op de in en om Katwijk actieve vogelaars, waarin recent gemaakte foto’s werden getoond, determinatievraagstukken behandeld en informatie werd uitgewisseld. Een initiatief waar we volgend seizoen zeker mee verder willen gaan. In het vorige nummer sloot ik af met de woorden ’De eerste sneeuw is inmiddels gevallen, her en der zitten er Pestvogels. De Pestvogels zijn inmiddels weg, en hopelijk de sneeuw en de kou bij het op de mat vallen van dit nummer ook. Laat het nu maar voorjaar worden. Tot snel onder een warm zonnetje met veel vogels op een telpost of elders in het veld ! Arjan van Egmond
Agenda
Op woensdag 24 april organiseren we weer de traditionele Nachtegalen-excursie in duingebied Berkheide. We vertrekken om 19.15 uur vanaf de ingang bij de Soefitempel.
Gijsbert Twigt zoekt de meeuwen af, Katwijk aan Zee, 3 december 2012 (René van Rossum)
3
❱ Soortenoverzicht 2012 Patrijs
Een kleine populatie Patrijzen is nog altijd te vinden in polder Hoogeweg, ten noorden van ons gebied. In april werd een exemplaar waargenomen bij Rijnfront Oegstgeest. Een paartje eind oktober in de Coepelduinen voedt de hoop dat deze ooit algemene broedvogel nog eens zal terugkeren in ons gebied.
Kwartel
Roepende Kwartels werden in het voorjaar (eind mei) gemeld bij telpost Berkheide, op de Zanderij en op Lentevreugd. Op de laatste plek werd ook in augustus een roepende vogel gemeld.
Toendrarietgans
4
In 2012 slechts op zes dagen waargenomen, en slechts twee keer een vogel ter plaatse (polders rond het vliegveld). Ook gedurende de strenge vorst geen groepen vogels ter plaatse, zoals bij eerdere recente vorstperiodes. Grootste groep overtrekkers was 300 ex op 10 januari naar noord.
Kleine Rietgans
In het begin van het jaar werd er goede trek van ”Kleine Rieten” naar het noorden vastgesteld: op 2 januari 1.740 ex, op 3 januari 1.110 ex. en op 10 januari 2.500 ex. In het najaar druppelden groepjes zuidwaarts, maar eind december was er weer een noordwaartse verplaatsing, met op de 27e 410 ex.
Grauwe Gans
Deze soort blijft zich uitbreiden, als broedvogel en als overwinteraar in de polders rondom het vliegveld. In elke maand waargenomen. In februari maximaal 245 ex. in de polders. 3 februari was de beste trekdag, met 350 ex. naar zuid. In Berkheide werden tien territoria vastgesteld, op Lentevreugd drie. Ook op de Zanderij zat een paartje (zonder broedsucces), en waarschijnlijk is er ook gebroed op het Valkenburgse Meer en elders in de polders.
Kolgans
In het winterhalfjaar werden er zowel overdag als ’s nachts overvliegende groepen groepen waargenomen. Op 3 maart werden de laatste Kolganzen van de winter gezien, en op 11 oktober weer de eerste van het najaar. Ook voor Kolganzen worden de polders rondom het vliegveld interessanter, met bijvoorbeeld op 1 februari 78 ex. tp.
Grote Canadese Gans
Deze soort heeft z’n plek als broedvogel in ons gebied verworven en breidt zich uit. De soort is het hele jaar prominent aanwezig. In Berkheide werden vier territoria vastgesteld, in Lentevreugd drie. In de winter werden er ook groepen gemeld in dit gebied, met bijvoorbeeld op 18 december 100 ex.
Rotgans
Deze mooie ganzensoort wordt altijd veel gemeld. In de eerste maanden van het jaar tot 18 ex ter plaatse bij de Uitwatering (op 6 februari), en ook 1 ex. tp in De Mient op 8 februari en 50 ex. op het Valkenburgse Meer op 10 februari. Voorjaarstrek tot in half mei, met als veruit beste dag 18 maart, met 479 ex naar noord. De eerste vogels van het najaar werden op 16 september gemeld. In oktober een aantal goede trekdagen, met op 7 oktober zelfs 2.268 ex. naar zuid over zee. Daarna nog maar mondjesmaat vogels over zee, en
in november/december heel regelmatig 1-4 ex tp bij de Uitwatering.
Witbuikrotgans
Op 5 feb. vlogen acht Witbuikrotganzen over zee. Deze dag zaten er vier bij de Uitwatering, en die groep was een dag later uitgegroeid tot 9 ex, en de dag daarna tot 10 ex. Op de 9de was er nog één juveniel aanwezig. Deze groep werd ook waargenomen op de strekdammen bij Scheveningen.
Brandgans
Vroeger moesten we voor Brandganzen in de wintermaanden op excursie. Nu worden ze ook in Katwijk gezien, in elke maand van het jaar. Tijdens de vorstperiode van begin 2012 steeg het aantal Brandganzen rond het vliegveld naar circa 750 vogels (op 10 februari). Beste trekdag was 5 februari, met 3.000 ex zuid over zee. Vanaf maart werden de aantallen stukken lager, maar gedurende de hele zomer waren er waarnemingen. Op 12 juli werd op het Valkenburgse Meer een ruiconcentratie van 110 vogels gemeld, en in september en oktober ook weer tot 100 ex tp. Broeden in ons gebied lijkt een kwestie van tijd.
Knobbelzwaan
In de eerste vier maanden tot 12 ex in de polders rond het vliegveld. Aantal groeide aan tot maximaal 59 ex begin mei (de voor Knobbelzwaan bekende mei-piek). Daarnaast regelmatig overtrekkende vogels, maar nooit in grote aantallen. Broedvogel van Berkheide (vier territoria, notoir slecht broedsucces), Lentevreugd (twee territoria), Zanderij (met succes) en dorp Rijnsburg (met succes), en verspreide andere locaties in en buiten de bebouwde kom.
Wilde Zwaan
Tot begin maart werden max 30 ex geteld (11 februari) op het Valkenburgse Meer en max 27 ex op het Grote Meer in Berkheide (2 februari). Deze vogels foerageren op de velden rondom het vliegveld en slapen voor een deel in Berkheide en Lentevreugd. Al op 29 februari werden de laatsten gemeld. Deze noordelijke zwanensoort arriveerde pas weer op 8 december in onze contreien.
Kleine Zwaan
Slechts op enkele dagen in januari en februari werden een paar overvliegende ex waargenomen. Vogels aan de grond zijn helemaal zeldzaam, dus de Kleine Zwaan ter plaatse in Berkheide op 2 februari was heel bijzonder, en de groep van 17 vogels op het Valkenburgse Meer op 11 februari trok ook de aandacht.
Bergeend
Een bekende verschijning boven zee in vrijwel alle maanden van 2012, maar steeds in lage aantallen. Alleen in de nazomer een aantal dagen met tientallen vogels (maximaal 76 ex op 15 september). In de wintermaanden tot 4 ex tp in de polders. Vogels ter plaatse in Berkheide (april) en Valkenburgse Meer (mei) zijn broedverdacht. De vogels in juni in Lentevreugd zorgden voor een heus territorium naar SOVON-normen. Dat hoeft met echt broeden niets te maken te hebben, maar de hoop op terugkeer van deze ooit gewone broedvogel in Berkheide blijft er levend mee.
Casarca
In de eerste helft van het jaar werd de bekende vogel regelmatig
Witbuikrotganzen, strand buitenwatering, Katwijk aan Zee, 5 februari 2012 (Joost van der Sluijs)
Knobbelzwanen, Zanderij, Katwijk, 30 april 2012 (Gijsbert van der Bent) waargenomen in de omgeving van Lentevreugd en de Mient, maar verdween daarna uit zicht. Op 30 september werd een Casarca gemeld uit de Zonneveldse Polder.
Krakeend
Deze soort wordt steeds vaker in de bebouwde kom waargenomen, zoals in Rijnsoever en de Zanderij. Opmerkelijke groepen in 2012 waren 100 ex in de Binnenwatering op 15 januari, 85 ex in de Zonneveldse Polder op 20 januari, 51 langsvliegende vogels tijdens de vorsttrek op 5 februari en 47 ex op het Valkenburgse Meer op 13 oktober. Voor Berkheide en Lentevreugd tesamen werden 27 territoria berekend. Broedsucces is in de duinen zeer laag.
Smient
Op en rondom het Valkenburgse Meer overwinterden ook deze winterseizoenen grote groepen Smienten: 500-4.500 ex. Tijdens de vorstperiode in februari trok deze soort massaal langs. Recorddag was 4 februari, met 1.357 ex naar zuid. Ook regelmatig ter plaatse in Berkheide, zoals de 70 ex op 22 oktober.
Wilde Eend
Gehele jaar aanwezig en algemene broedvogel in elk water in en rond Katwijk. Het aantal territoria in Berkheide/Lentevreugd was 55 (25 jaar geleden nog drie keer zo veel). Een ruiconcentratie van 65 mannetjes werd op 11 juli gesignaleerd bij de zandafgraving van het Valkenburgse Meer. Tijdens een wintervogeltelling in oktober werden hier 88 ex geteld. Geen spectaculaire trekbewegingen. Tijdens de vorstperiode in februari werden maximaal 48 langs vliegende vogels geteld (op de 7e). In de wintermaanden verblijven tot 300 ex in Berkheide (totaaltelling).
Slobeend
In de wintermaanden in Berkheide maximaal 20 ex, oplopend tot 35 ex in maart. In deze maand ook enkele dagen met trekkende vogels, zoals 23 maart (31 ex noord over zee). Uit juni en juli niet gemeld. Wel werd in Berkheide een vrouwtje met een toom jongen waargenomen en staat ook een territorium voor Lentevreugd genoteerd. Dertig jaar geleden in Berkheide nog 55 paar, maar
Krooneenden ♂♀, Berkheide, Katwijk / Wassenaar, 24 januari 2012 (René van Rossum)
Twee Wilde Zwanen met in het midden een Kleine Zwaan, Berkheide, Katwijk, 2 februari 2012 (René van Rossum) daarna pijlsnel zakkend. Mogelijk dat in de polders rond het vliegveld nog een paartje onopgemerkt is gebleven.
Pijlstaart
Het merendeel van de waarnemingen betreft overvliegende vogels. Vogels ter plaatse waren schaars. Alleen in Berkheide zaten in het eerste kwartaal van het jaar 1-2 vogels.
Zomertaling
Net als de Slobeend trekt ook deze soort in het vroege voorjaar naar het noorden. 23 maart was ook een goede dag voor deze soort: 15 ex. Eind april was een paartje aanwezig bij het Zwarte Pad, in mei verbleef een mannetje een paar dagen op Lentevreugd, alwaar eind augustus zes vogels aanwezig waren.
Wintertaling
Het aantal waarnemingen blijft elk jaar stijgen, en ook het aantal vogels neemt toe. Dit jaar werden er 283 waarnemingen ingevoerd van 4.440 vogels. De beste maand is maart, met veel noordwaartse trek. Beste trekdag was op 18 maart, met 389 ex. Er zijn geen broedgevallen bekend, maar in de polders rond het vliegveld zou de soort best nog kunnen broeden. Maximale aantal in winter in Berkheide was 39 ex in december (totaaltelling).
Krooneend
Deze soort zit in de lift. Ook dit jaar deed een paartje weer een broedpoging in de Zijlhoek. In Meijendel had deze soort zich al eerder als broedvogel gevestigd en uitgebreid, en vanaf 2007 worden er ook territoria in Berkheide genoteerd, maar alleen niet in 2011 en 2012. Op 21 oktober werden 32 ex geteld in Berkheide.
Tafeleend
Tijdens de vorstrek werden op de beste dag (5 februari) 41 ex geteld. In Berkheide in 2012 tien territoria en een op Lentevreugd. In oktober waren er alleen al bij de Muur in Berkheide 47 vogels aanwezig. Een totaaltelling in oktober in Berkheide leverde 100 ex op.
Kuifeend
De algemeenste eend in de broedtijd in Berkheide (38 paar) en Lentevreugd (12 paar). Elders in de polders verspreide paartjes. Steeds
Zomertaling ♂, Lentevreugd, Wassenaar, 21 mei 2012 (René van Rossum)
5
vaker worden ze ook waargenomen in de bebouwde kom. Nest pogingen aldaar zullen vaak mislukken. Weinig trekwaarnemingen, maar met de vorst in begin van het jaar 70 ex over zee op 7 februari. In december werden bij een totaalttelling 235 ex vast gesteld in Berkheide.
Parelduiker
In februari verbleef een vrouwtje op het Valkenburgse Meer. In de winterperiode vlogen kleine groepjes langs Savoy. Hoogste aantal was op 29 november met 26 ex.
Vijf van deze reuzenduikers werden in november en december gemeld, waarvan twee vogels ter plaatse op de 15e ter hoogte van Savoy op zee.
Topper
Eider
In de winterperiode werden regelmatig langsvliegende vogels geteld. Het hoogste aantal vloog op 25 februari, met 237 vogels naar noord over zee. Vogels ter plaatse waren er nauwelijks.
Grote Zee-eend
Over zee werden 84 ex geteld door de zeetrekwaarnemers, waarvan een kwart in november.
6
Zwarte Zee-eend
Op 12 oktober vlogen er enkele grote groepen over zee, in totaal 640 ex. In december verbleef een groep van circa 230 vogels voor de kust, mogelijk aangetrokken door de grote hoeveelheid Amerikaanse Zwaardschedes.
IJseend
Deze fraaie arctische soort heeft het wereldwijd zwaar en is tegenwoordig een zeldzaamheid in ons gebied. Er werd vijf keer een vogel waargenomen in de laatste maanden van het jaar: 17 november (even tp), 21 november, 29 november (even tp), 15 en 16 december.
Brilduiker
In februari vroren het IJsselmeer en de Waddenzee grotendeels dicht, waardoor veel vogels naar het zuiden trokken, bijvoorbeeld op 7 februari 44 ex. Over heel deze maand vlogen er 99 ex langs Savoy. Enkele vogels overwinterden in Berkheide, op het Valkenburgse Meer en bij Rijnfront.
Nonnetje
In Berkheide overwinterden ook dit jaar weer enkele vogels, maar het meest spectaculair waren de groepen langstrekkend in februari. Die maand kwamen er 346 vogels langs, met als beste dag 5 februari, met 159 ex. Half februari werd langs Lentevreugd een mannetje in een onvolwassen kleed gezien dat we hier eigenlijk nooit zien.
Grote Zaagbek
Fraaie groepen vlogen langs Savoy in februari, met in totaal 454 vogels, waarvan 405 alleen al op 7 februari. In deze periode doken ook vogels op in wakken in de bebouwde kom. Opmerkelijk was een mannetje (boterbuik) dat nog op 28 mei over de Muur in Berkheide vloog.
Middelste Zaagbek
Deze zoutwaterminnende soort is minder gevoelig voor vorst. Oktober was de beste maand voor deze soort, met 125 langstrekkende vogels, waarvan 101 ex op de 5e langs Savoy.
Roodkeelduiker
Aan het einde van het jaar verbleven er meer dan 1.000 vogels voor onze kust. Klaarblijkelijk was er ook voor deze soort veel voedsel te vinden. Op 29 december werden 1.248 naar zuid vliegende vogels geteld.
Over heel de winterperiodes werden enkele langstrekkende vogels gemeld. Wie geluk had kon in april nog vogels in het fraaie zomerkleed zien langsvliegen, wat wel moest worden afgedwongen door het maken van vele uren.
IJsduiker
Kuhls/Scopoli’s Pijlstormvogel
Van deze zeldzame pijl-soort in Nederland, werd op 14 september een vogel, die al eerder was opgemerkt bij Egmond en Noordwijk, langs Savoy gezien !
Noordse Stormvogel
Januari was een opmerkelijk goede maand, met 313 langsvliegende ex in totaal. Met als topdag 7 januari 97 ex, waarvan 18 van het donkere type. In februari weer veel schaarser. Er werd een tiental dode vogels gemeld. In april en mei nog twee waarnemingen, pas vanaf eind augustus druppelden de waarnemingen weer binnen, en na eind september was het weer afgelopen.
Grauwe Pijlstormvogel
Het aantal goede zeetrekdagen was dit jaar magertjes, wat resulteerde in slechts 12 langstrekkende Grauwe Pijlstormvogels in het najaar. In 2011 werden er 106 geteld en in 2010 werden er 78 geteld.
Noordse Pijlstormvogel
Ook voor het aantal Noordse Pijlen was 2012 een mager jaar, met slechts tien ex, zeker in vergelijking met 2011, toen er 132 werden geteld .
Vale Pijlstormvogel
Eén exemplaar werd waargenomen op 8 januari langs Savoy, en dat valt behoorlijk buiten het bekende seizoen. In tegenstelling tot de waarneming van één langstrekkende vogel op 19 juli.
Stormvogeltje
Eén Stormvogeltje trotseerde op 5 oktober één van de weinige najaarsstormen.
Vaal Stormvogeltje
De waarnemingen beperkten zich tot september, met in totaal 46 langstrekkende vogels en met als beste dag 14 september. De 17 ex die dag kwamen allen, typerend voor deze soort, in de namiddag langs.
Dodaars
Broedde met negen paren in Berkheide, en komt niet elders als broedvogel voor. Overwinterende vogels werden gemeld uit Berkheide, Zwarte Pad, Valkenburgse Meer, de oude Rijn en tijdens de vorstperiode in de Uitwatering en Binnenwatering.
Roodhalsfuut
Gelukkigen zagen in april en mei adult zomerkleed enkele vogels over zee vliegen. In de winterperiode werden er ook met enige regelmaat langsvliegende vogels gemeld. In oktober was een 1e kj aanwezig op het Grote Meer in Berkheide.
Fuut
In Berkheide vanaf jaren negentig sterk achteruitgegaan (van 38 in 1990 naar 5 in 2012), maar heeft elders in ons gebied wel meer vis-
Nonnetjes ♂♀, Valkenburgse Meer, 3 februari 2012 (René van Rossum)
Kuifduiker in half zomerkleed, Berkheide, Katwijk, 7 mei 2012 (René van Rossum) rijke watertjes gekolonialiseerd. Op Lentevreugd twee paar. Beste trekdag was 8 december, met 1.159 ex. In deze periode was met een vlakke zee een tapijt van overwinterende Futen (tot 2.000 ex) voor de kust waar te nemen.
Geoorde Fuut
Opmerkelijk is dat deze soort na de jaren negentig als broedvogel geen voet meer aan de grond heeft gekregen in Berkheide, terwijl de soort wel blijvend is in Meijendel. Wel waren er vier vogels in mei aanwezig op het Grote Meer. Daarbuiten werden twee vogels eind april gemeld op het Valkenburgse Meer en in juni een vogel op Lentevreugd.
Kuifduiker
De naar zomerkleed ruiende vogel die de eerste week van mei op het Grote Meer verbleef trok veel bekijks. Op 21 januari was er ook een vogel ter plaatse voor de Uitwatering.
Zwarte Ooievaar
Twee juveniele vogels verbleven de nacht van 24 op 25 juli op Lentevreugd en lieten zich vooral in de ochtend zeer goed zien en fotograferen. Gezien het enorme aantal waarnemingen tegenwoordig in Nederland in het zomerhalfjaar tot laat in de herfst een schrale score.
Ooievaar
Het is nog altijd wachten op het eerste broedgeval voor de regio. Heel het jaar werden er af en toe enkele Ooievaars waargenomen, met name in het zuidelijke deel en op en rondom Lentevreugd. Wellicht tijd voor een Ooievaarspaal?
Geoorde Futen, Valkenburgse Meer, Valkenburg, 23 april 2012 (René van Rossum) Zwarte Ibis
Van deze dwaalgast waren twee ex op de avond van Koninginnedag aanwezig op het Vliegveld Valkenburg.
Lepelaar
Tijdens de voor- en najaarstrek werden overtrekkende groepen gemeld, met op 6 oktober 75 vogels over de Noordduinen. De enige plek om vogels aan de grond te zien was Lentevreugd. In Warmond heeft in 2011 een paartje gebroed in een Blauwe Reigerkolonie. Dat is vlakbij...!
Roerdomp
Ooit was deze schuchtere soort alleen in de winter in Berkheide en rond het Valkenburgse Meer waar te nemen, maar de laatste jaren worden in Berkheide ook hoempende mannetjes gehoord; in 2012 zelfs op drie plaatsen!
Kwak
Eind april werd een roepende Kwak ontdekt in het Jan Parlebos, die bleef tot half mei. Helaas (en vreemd genoeg) bleef de vogel aan ieders zicht onttrokken.
Blauwe Reiger
Jaarrond aanwezig, maar geen broedvogel (meer) en de gemelde aantallen bleven zeer bescheiden. Tot in mei kleine groepjes naar noord. In het najaar eveneens, en tot 14 ex maximaal in polders rond vliegveld. Dichtstbijzijnde kolonie is in Oud-Leeuwenhorst te Noordwijk.
Purperreiger
In augustus verbleef een juveniele vogel op en rondom het Vlieg-
Purperreiger, onvolwassen ex., Oude Broekweg, nabij voormalig Vliegkamp Valkenburg, 14 augustus 2012 (René van Rossum)
7
paar ’jachtvluchten’ maakten.
veld Valkenburg in de maanden januari, februari en maart.
Vanaf de eerste week van maart tot de eerste week van mei werden vogels gemeld op doortrek naar het noorden. In de eerste week van augustus werden al weer de eerste ”ringtails” gemeld, waarvoor Lentevreugd een populaire pleisterplaats was. Vanaf december werd op Lentevreugd regelmatig een fraaie adult man (traditioneel zeer schaars in onze contreien) waargenomen.
Algemene broedvogel in Katwijk en omgeving in watertjes groot en zeker ook klein. In Berkheide en Lentevreugd broedden respect. 16 en 2 paar. Is zo gewoon dat de vogel weinig wordt gemeld. Grootste concentraties: 50 ex in februari op het Valkenburgse Meer en 26 ex in december op de Berghstichting.
Blauwe Kiekendief
Grauwe Kiekendief
Zwarte Wouw, trektelpost Berkheide, Wassenaar, 30 april 2012 (René van Rossum)
8
Op 15 augustus werd een vrouwtje gezien over de Zanderij. Een juveniel trok op 9 september langs de Puinhoop. Een maand later werd een slanke oranje juveniele kiek gemeld, maar deze kon niet nader als zekere Grauwe of Steppekiekendief worden gedetermineerd.
Sperwer
In totaal 115 Sperwers werden er in het najaar over de Puinhoop geturfd, met op 4 november 15 ex. Over broedsucces is niets bekend, maar er zijn wel territoria vastgesteld in de Wilbert, in Rijnsoever en de Hoornes en in Berkheide (1). Een Sperwer die in juni met prooi het Ridderpark in dook duidt ook op een mogelijk broedgeval.
Havik
De laatste tien jaar een gewone vogel geworden in ons gebied, en tot in de bebouwde kom worden tegenwoordig jagende vogels waargenomen. Twee territoria werden vastgesteld in noord-Berkheide en een in zuid-Berkheide, en broeden wordt ook vermoed in de Coepelduinen.
Buizerd
Ook deze roofvogel neemt nog altijd toe en laat zich ook steeds vaker in de bebouwde kom zien. In Berkheide werden vijf territoria vastgesteld en in de Coepelduinen minimaal één. Slechts twee trekdagen met dubbele cijfers: 30 april 28 ex naar noord en 26 oktober 16 ex naar zuid.
Arendbuizerd
Op 9 september werd een juveniele vogel gedetermineerd door de familie Twigt. Van de vogel, overvliegend over de watertoren in Berkheide, konden helaas geen foto’s worden genomen. De Arendbuizerd is pas zeven keer in Nederland waargenomen.
Ruigpootbuizerd
Visarend, over de Wassenaarseweg, Katwijk aan den Rijn 30 april 2012 (René van Rossum)
Havik, Berkheide, Katwijk, 20 maart 2012 (René van Rossum)
veld Valkenburg. Opvallend is dat er in het voorjaar geen overtrekkende vogels zijn gemeld. Pas na het broedseizoen werden enkele overvliegende ex gemeld over Lentevreugd en de Coepelduinen.
Visarend
In de winterperiode van begin 2012 werden vogels op Lentevreugd, de Klip en rond het vliegveld gemeld, met een maximum van 7 ex op 4 februari. De soort doet het goed in de regio. Overtrekkende vogels werden gemeld tot eind mei. Vanaf eind juli tot december weer gemeld in de polders en Lentevreugd, en ook enkele trekkende vogels over de Puinhoop in oktober.
Wespendief
Grote Zilverreiger
Dit jaar werden 16 overtrekkende Visarenden gemeld, waarvan zeven in het najaar (eind augustus en begin september) en negen in het voorjaar (eind april en mei).
Kleine Zilverreiger
Op 6 mei werd de eerste Wespendief gemeld, over de Coepelduinen, en kwam de voorjaarstrek los. In de zomer werd regelmatig een paartje bij Lentevreugd gezien, maar broeden is in ons gebied niet vastgesteld. Van half augustus tot begin september werden met goede weersomstandigheden enkele zuidwaards trekkende vogels gemeld.
Hoewel het leek dat ook deze zilverreiger sterk in opmars was, was er in 2012 slechts een waarneming, van een vogel vliegend naar zuid langs Savoy op 2 oktober.
Jan-van-gent
Met uitzondering van juni werden in 2012 in elke maand jaar genten waargenomen. De piek was in september, toen 869 ex in totaal werden geteld. Beste dag was 14 september, met 380 ex.
Aalscholver
Sinds 2010 broedt de Aalscholver in Berkheide. In een kolonie nabij de Wassenaarse Slag groeide het aantal van 1 (2010) en 10 (2011) naar 30 vorig jaar. De Aalscholver is alom vertegenwoordigd boven zee en als overtrekker. Ook worden steeds vaker foeragerende vogels in de bebouwde kom gezien.
Rode Wouw
Met een oostelijke wind is het vanaf maart opletten geblazen voor Rode Wouwen. Tussen de eerste week van maart en half mei werden 13 overtrekkende vogels gemeld. Op 23 juli vloog nog een exemplaar zuid over de Coepelduinen.
In februari zwierf een 2e kj vogel tussen de Wassenaarse Slag en Vliegveld Valkenburg. In maart dook vermoedelijk een adult op bij de Klip en de Ganzenhoek in Meijendel. In het najaar werd slechts één exemplaar ter plaatse gezien, in Berkheide nabij de Muur.
Torenvalk
Territoria werden vastgesteld op Lentevreugd, Vliegveld Valkenburg en de Coepelduinen, maar niet (meer) in Berkheide. In winterhalfjaar van verspreide locaties gemeld, maar steeds maar 1-2 vogels. In nazomer paartje met jongen op Lentevreugd, inclusief zeer fotogeniek mannetje. Enkele trekdagen in september-oktober met tot max. drie vogels naar zuid over de Puinhoop.
Smelleken
In het voorjaar werden zeven exemplaren op trek waargenomen, in het najaar ging het om 15 exemplaren. De meeste waarnemingen werden gedaan vanaf de Puinhoop, telpost Savoy en Trektelpost Berkheide.
Boomvalk
In en rondom Katwijk werden regelmatig jagende boomvalken waargenomen, maar er is geen territorium vastgesteld. De meeste waarnemingen werden gedaan in Berkheide en op Lentevreugd. Half augustus ging het om minimaal vijf exemplaren die profiteerden van libellen en andere insecten boven de plassen en het open duin.
Giervalk
Dit voorjaar werden er negen langstrekkende vogels gemeld. Veel vogelaars konden deze soort fraai bewonderen op Koninginnedag (30 april), wat de beste voorjaarsdag was voor veel trekvogels.
Op 15 januari vloog een mogelijke juveniele Giervalk over de Cantineweg. De vogel is de dagen daarna niet meer teruggevonden, en er zijn geen foto’s gemaakt. Op 8 maart vloog een zeer forse valk met ronde vleugeltoppen over Valkenburg.
Alleen al over trektelpost Berkheide werden in het voorjaar 20 vogels gemeld, met op Koninginnedag vier vogels. Op Lentevreugd werden in deze periode ook regelmatig vogels gemeld die kort een
In het voorjaar, het najaar en de winter werden meerdere Slechtvalken waargenomen in het werkgebied. Naast de langstrekkende vogels verbleef er minimaal 1 exemplaar rondom voormalig Vlieg-
Zwarte Wouw
Bruine Kiekendief
Slechtvalk
Waterhoen
Waterral
Alleen broedvogel in Berkheide (3 paar) en op Lentevreugd (7 paar). Tijdens de najaarstrek bevond een waterral zich lange tijd langs het Zwarte Pad, en liet zich hier uitstekend fotograferen. Op 19 november werd een versufte Waterral gevangen bij de Albert Heijn bij het Prins Hendrikkanaal en elders losgelaten. In de winter met totaaltellingen 20-30 exemplaren vastgesteld op Lentevreugd en rond de infiltratieplassen in Berkheide, maar gezien stiekeme leefwijze zullen dat er mogelijk meer zijn.
Meerkoet
Nog gewoner dan de Waterhoen in alle mogelijke wateren in ons gebied. Berkheide en Lentevreugd leverden bij elkaar 80 broedparen op. Tijdens de strenge vorst in februari werden meerdere Meerkoeten op zee waargenomen, en concentraties in wakken op bijvoorbeeld de Oude Rijn telden tot ruim honderd ex. In de wintermaanden met tot 37 ex aanwezig in Berkheide (totaaltelling december).
Kraanvogel
Deze zeldzame doortrekker werd meerdere keren waargenomen. Op 5 maart werd tegen de schemering een groep van circa 40 Kraanvogels ontdekt op Lentevreugd. Op 6 maart waren daarvan in de vroege ochtend nog zeven ex aanwezig. Op 6 april vlogen 2 adulte vogels over Berkheide, op 21 april twee over Golfbaan Rozenstein en op 7 mei nogmaals twee over Berkheide. In het najaar, op 17 november, vlogen drie exemplaren over de Zanderij.
Scholekster
Sinds 2001 geen territoria meer in Berkheide, maar vorig jaar op Lentevreugd wel twee territoria, en de soort zal ongetwijfeld nog wel elders in de polders broeden. In Klei-Oost werden twee paar dakbroeders vastgesteld. Het leeuwendeel van de waarnemingen komt van de Uitwatering/Binnnenwatering, met als hoogste aantal in het begin van het jaar 134 ex tp in maart. In februari ook 70 ex rond het Valkenburgse Meer en op 4 maart zelfs 197 ex op de pijpen bij de zandhopen. Trek tot eind mei, en weer vanaf half augustus, maar niet in opvallende aantallen. Pas in december nemen de aantallen rond de Uitwatering weer toe.
Ruigpootbuizerd, Lentevreugd, Wassenaar, 13 februari 2012 (René van Rossum)
9
Zilverplevier
Tijdens de voorjaarstrek en de najaarstrek werden langstrekkende exemplaren waargenomen over zee, maar er was zeker geen sprake van spectaculaire trek. Hoogste aantal: 40 ex op 29 april langs Savoy. Tijdens de strenge vorstperiode meerdere ex aanwezig bij de Uitwatering. Op 7 februari werd hier 1 ex dood aangetroffen.
Bontbekplevier
Vrij talrijke doortrekker in (met name) het voorjaar en het najaar. Grotendeels over zee, met het hoogste aantal op 18 mei: 104 ex naar noord langs Savoy.
Kleine Plevier
De eerste seizoenswaarneming werd gedaan op 15 maart bij het Rijnfront. De maanden daarna werden hier steeds minimaal twee exemplaren waargenomen. Ook bij de Zijlhoek, ten noordwesten van het Valkenburgse meer, werden geregeld twee exemplaren aangetroffen. In Berkheide werden geen territoria vastgesteld. Er was wel een territorium op Lentevreugd.
10
Strandplevier
Kleine Plevier, Rijnfront, Oegstgeest, 2 april 2012 (René van Rossum)
Kluut
In het voorjaar werden in totaal 158 langsvliegende Kluten waargenomen, met op 23 maart maar liefst 131 ex. In het najaar werden slechts twee Kluten waargenomen, foeragerend in de Uitwatering.
Kievit
In Berkheide een schaarse broedvogel, met negen broedgevallen, en op Lentevreugd drie broedgevallen. In de weilanden rondom Vliegveld Valkenburg houdt de Kievit als enige weidevogel nog een beetje stand, al leverde een rondje begin juni in deze contreien geen enkele weidevogel op (alleen ’ganzen’). Na de broedtijd op 4 augustus al een groep van 1.250 vogels bij het Valkenburgse Meer. Voorkomen in de winter afhankelijk van weerssituatie. Favoriete plek voor doortrekkers en wintergasten is langs de Oude Broekweg.
Goudplevier
In de wintertijd een groep van circa 1.000 ex aanwezig op en rondom Vliegveld Valkenburg. Daarnaast regelmatig overtrekkende groepjes, zowel in het voorjaar als in het najaar. Een uitschieter is de waarneming van 1.000 overvliegende ex over Lentevreugd op 24 december.
Op 16 augustus vlogen twee Strandplevieren over zee naar zuid langs telpost Savoy. Een echte zeldzaamheid, want de laatste waarneming dateerde uit 2006!
Morinelplevier
Op 26 mei vlogen vier ex over Trektelpost Berkheide. Dit betrof de enige voorjaarswaarneming. In het najaar werden twee waarnemingen gedaan. Het gaat in beide gevallen om overvliegende vogels: op 10 augustus over Lentevreugd en op 17 augustus over Katwijk aan de Rijn.
Houtsnip
Er werden veel waarnemingen doorgegeven, vooral tijdens de strenge vorst begin van het jaar. De vogels werden op de raarste plaatsen aangetroffen. Op 10 februari werden 83 exemplaren geteld op het terrein van de Willem van den Berghstichting. Bijzonder was de waarneming van een baltsend/zingend exemplaar bij het Jan Parlebos op 6 mei. De eerste waarneming van het najaar werd gedaan op 15 oktober. Tijdens de totaaltelling in Berkheide op 17-18 november werden 11 ex geteld, en op de telling van 15-16 december 35 ex.
Watersnip
Deze vrij schaarse wintergast werd vooral aangetroffen op Lentevreugd en in Berkheide. Tijdens de vorstperiode werden ze op allerlei plekken aangetroffen. Het hoogste aantal in februari betrof 31 exemplaren op Lentevreugd. Op 6 oktober werden hier 75 exemplaren geteld, en op 23 oktober zelfs 120. Op 20 oktober vlogen er ook 70 rond in Berkheide. Tijdens de voor- en najaartrek vlogen er regelmatig groepjes over de telposten.
Kraanvogels, 6 ad. en 1 onv. Lentevreugd, Wassenaar, 6 maart 2012 (René van Rossum) Gefotografeerd in de vroege ochtendschemer met 12800 asa !
Bokje
Deze schaarse doortrekker en wintergast is vooral te vinden op Lentevreugd en in Berkheide, en af en toe op voormalig bolwerk de Zanderij. Op 14 januari werden 14 exemplaren waargenomen op Lentevreugd. Tijdens de vorstperiode van begin 2012 waren ze goed te zien bij de laatste watertjes die open waren. Doordat er vrijwel geen water meer open was werden ze op de gekste plekken aangetroffen. Er werden twee Bokjes dood gevonden; eentje op Lentevreugd en eentje op het strand bij de Uitwatering. Op 14 oktober werden acht exemplaren waargenomen op Lentevreugd.
Grutto
Voor de Grutto als broedvogel lijkt het doek gevallen. Tot in april werden nog twee baltsende paartjes gezien rond het vliegveld en er zijn waarnemingen tot in mei alhier, maar aanwijzingen voor broeden ontbreken. De eerste waarneming voor 2012 werd gedaan op 3 maart. Er zaten deze dag vier ex bij het vliegveld en twee bij het Rijnfront. Het hoogste aantal werd waargenomen op 23 maart: 25 ex naar noord over Berkheide. Enkele trekwaarnemingen in juli en augustus, en na 17 augustus niet meer gemeld.
Rosse Grutto
Deze talrijke doortrekker werd in het voorjaar en het najaar regelmatig opgemerkt langs de kust. Tijdens de strenge vorst verbleven er minimaal twee exemplaren rondom de Uitwatering. In het voorjaar was de beste dag 29 april: 757 ex naar noord langs Savoy. Op andere dagen in het voorjaar werden er niet meer dan maximaal 20 ex waargenomen.
Regenwulp
Vanaf 14 april tot eind mei enkele tientallen langsvliegend, voornamelijk over zee, en najaarstrek weer van half juli tot in september. Beste dag was 19 juli met 29 ex naar zuid over zee. Vogels ter plaatse zijn niet gemeld.
Wulp
Tijdens de strenge vorstperiode werden er enkele honderden waargenomen. Het ging hierbij vooral om overvliegende exemplaren. Zowel in het voorjaar als in het najaar vlogen er regelmatig groepjes langs Savoy. Het hoogste dagtotaal was 150, op 23 maart.
Zwarte Ruiter
Van deze schaarse doortrekker werden er slechts zeven in het voorjaar en vijf in het najaar waargenomen. Op 24 augustus bevonden zich 3 ex op Lentevreugd.
Tureluur
Zeer schaarse broedvogel in de weilanden rondom Vliegveld Valkenburg en bij Rhijnfront en waarschijnlijk ook De Klei. In de wintermaanden regelmatig enkele ex aanwezig bij de Uitwatering. Doortrek geconstateerd van eind maart tot eind mei, met op de beste dagen niet meer dan slechts enkele tientallen vogels, vanaf half augustus tot in september. Beste dag was 28 april: 36 ex langs Savoy.
Groenpootruiter
Deze doortrekker werd regelmatig overvliegend waargenomen, zowel in het voorjaar als in het najaar. In Berkheide en op Lentevreugd werd de soort ook regelmatig aan de grond gezien. Het voorjaar leverde ongeveer 70 ex op, het najaar ongeveer 30 ex.
Witgat
In de wintermaanden werden minimaal 2 ex waargenomen op Lentevreugd. Het voorjaar leverde geen spectaculaire aantallen op. Op 20 juni zaten er zeven op Lentevreugd. Deze werden in de daaropvolgende maanden regelmatig waargenomen. Op 20 augustus waren er hier zelfs acht ex aanwezig.
Bosruiter
Over het hele jaar werden slechts vijf Bosruiters waargenomen. De eerste werd gemeld op 29 april tegenover Lentevreugd.Op 27 mei vloog een ex over trektelpost Berkheide. De overige waarnemingen werden gedaan in juli en augustus op Lentevreugd.
Oeverloper
In het voorjaar en in de nazomer waren regelmatig Oeverlopers aanwezig rondom Vliegveld Valkenburg, op Lentevreugd, het Rijnfront, in de Binnenwatering, de Jachthaven, op de Zanderij en in Berkheide. Daarnaast regelmatig overvliegende exemplaren, ook
Tureluur, Oude Broekweg, nabij voormalig Vliegkamp Valkenburg, 5 april 2012 (René van Rossum)
11
’s nachts. De grootste groep werd waargenomen op de Zanderij: 11 ex op 13 juli.
Steenloper
In de Binnen- en Uitwatering vrijwel altijd groepjes aanwezig vanaf het najaar tot ongeveer het einde van de winter. De grootste groep betrof 29 exemplaren (januari). De eerste waarneming in het najaar was op 19 juli. Later in het najaar zat het gebruikelijke groepje van ongeveer tien Steenlopers weer in de Binnenwatering.
Kanoet
Tijdens de strenge vorstperiode regelmatig een aantal exemplaren aanwezig rondom de Uitwatering. Daarnaast vooral langsvliegende exemplaren over zee, zowel in het voorjaar als in het najaar. Het hoogste aantal werd gemeld op 29 november: 145 ex naar noord langs Savoy.
Drieteenstrandloper
Talrijke gast van half juli tot eind mei. Ook in 2012 waren er leuke groepjes aanwezig op het Katwijkse strand, met bijvoorbeeld op 7 januari 250 ex. Na januari steeds groepjes van enkele tientallen aanwezig. Trekkende vogels gemeld tot eind mei. Op 16 juli waren de eerste najaarsgasten weer present op het strand (drie vogels in zomerkleed). Na half augustus worden de aantallen weer snel hoger. In het najaar bestond de grootste groep uit 80 ex.
Kleine Strandloper
Op 18 mei vlogen drie ex langs telpost Savoy richting het noorden. Dit was de enige voorjaarswaarneming. In het najaar vlogen op 27 augustus twee ex langs Savoy naar zuid, en 1 ex op 25 september.
Krombekstrandloper
Slechts een waarneming van deze zeldzame doortrekker. Op 18
Kanoet, strand buitenwatering, Katwijk aan Zee, 6 februari 2012 (René van Rossum)
september vlogen 2 ex naar zuid langs telpost Savoy.
Paarse Strandloper
Deze schaarse gast werd zes keer opgemerkt. Het ging in alle gevallen om langsvliegende vogels. Het grootste groepje werd waargenomen op 24 december: 5 ex langs telpost Savoy.
Bonte Strandloper
Regelmatig langsvliegende groepjes over zee. Tijdens de strenge vorstperiode regelmatig een tiental aanwezig rondom de Uitwatering. Het hoogste aantal werd behaald op 24 maart: 300 ex langs Savoy. Naast de waarnemingen aan de kust slechts een waar neming tp: een vogel op Lentevreugd.
Kemphaan
12
In totaal werden er 52 kemphanen waargenomen. Het grootste aantal betrof een groepje van 15 ex langs Savoy. Tijdens de strenge vorst werd een Kemphaan waargenomen op het ijs van de Oude Rijn, en zat een vogel op het strand nabij de Uitwatering. Verder werden er waarnemingen van Kemphanen aan de grond gedaan rondom het Valkenburgse meer en op Lentevreugd.
Rosse Franjepoot
De storm in januari zorgde voor spectaculaire zeetrek voor deze tijd van het jaar. Dit gold ook voor Rosse franjepoten. Op 3 januari zat een ex kortstondig in de Uitwatering. Op 5 januari vlogen er twee richting zuid langs Savoy, en op 11 januari eentje richting zuid. Bijzonder was de waarneming van een zomerkleed Rosse franjepoot nabij het Valkenburgse Meer op 30 april. In het najaar werd slechts een langsvliegende vogel waargenomen, op 25 november.
Drieteenmeeuw
De stormen in januari zorgden voor grote aantallen Drieteenmeeuwen voor de Katwijkse kust. Op 4 januari werden er minimaal 2.300 ex gemeld. De dag erna ging het om minimaal 1.500 ex. De topdag was 14 januari met minimaal 4.000 langsvliegende vogels. Ook de laatste twee weken in januari leverden hoge aantal-
Drieteenmeeuw, onvolwassen, strand Katwijk aan Zee, 10 januari 2012 (René van Rossum)
len op, met 2.500 ex op 19 januari en 3.400 ex op 20 januari. In het najaar was de topdag 27 december: minimaal 3.300 ex langs telpost Savoy.
Kokmeeuw
Hele jaar door talrijk aanwezig. Op het strand en in de Binnenwatering verblijven regelmatig tientallen tot honderden exemplaren. Het hoogste aantal betrof minimaal 2.000 exemplaren op 20 februari. Het hoogste aantal langsvliegende ex was 779 op 23 september, langs telpost Savoy. Broeden op daken is in ons gebied alleen op het terrein van de Flora vastgesteld, maar daar zaten wel 42 paartjes.
Zwartkopmeeuw
De meeste exemplaren werden zoals gebruikelijk gemeld van zeetrektelpost Savoy, zowel in het voorjaar als in het najaar. De Mient en Polder Elsgeest leverde beide een Zwartkopmeeuw aan de grond op. In de avond van 23 juli bevond een adulte Zwartkopmeeuw zich in een grote groep Zilvermeeuwen, Kleine Mantelmeeuwen, Kokmeeuwen en enkele Visdieven die zich boven de Zanderij tegoed deden aan vliegende mieren. In totaal werden er minimaal 45 exemplaren waargenomen in het gebied.
13
Dwergmeeuw
Doortrekker in voor- en najaar, met name over zee. Ook in de winter regelmatig langsvliegende groepjes of (bij of na zware storm) foeragerende vogels ter plaatse. Het hoogste aantal werd waargenomen op 22 april: 743 ex noord langs Savoy.
Kleine Burgemeester, 2 kj, strand Katwijk aan Zee, 19 februari 2012 (René van Rossum)
Grote Burgemeester, 2 kj, strand, Katwijk aan Zee, 26 februari 2012 (Luuk Punt)
Stormmeeuw
Talrijke jaargast. Beste trekdag was 24 maart, met 650 ex langs Savoy. In winterhalfjaar regelmatig enkele tientallen, en soms zelfs honderden, aanwezig op het Katwijkse strand en in de weilanden rondom Vliegveld Valkenburg. Sinds 2010 geen broedvogel meer van de plassen in Berkheide. Dakbroeders werden vastgesteld op de Flora (22 paar), ’t Heen (6 paar, voor het eerst in jaren weer) en op een dak in Klei-Oost (1 paar).
Kleine Burgemeester
Alleen in de maand juni werd deze soort niet gemeld. Hoofdza kelijk wintergast en doortrekker, en in de zomermaanden schaars. De meeste waarnemingen zijn gedaan rondom de Uitwatering en Binnenwatering. Het hoogste aantal werd gemeld op 24 januari: 500 exemplaren op het Katwijkse strand.
Zilvermeeuw
Grote Mantelmeeuw
Kleine Mantelmeeuw
Weliswaar een echte zomervogel, maar ook in het winterhalfjaar worden er altijd wel enkele (met een uitschieter naar 25 ex) waargenomen. Vrijwel altijd rond de Uitwatering, en in de loop van februari ook wel binnenheen. In maart werden de aantallen snel hoger. Op 10 maart vlogen er 300 naar noord langs Savoy, en zaten er 150-200 op het strand. Vanaf deze datum meerdere data met honderden ex. naar noord, bijvoorbeeld 494 op 1 april, en groepjes tot 50 ex. op onder meer Lentevreugd. Duidelijke trek tot en met half mei. Daarna zakt het aantal meldingen enorm in (zie elders voor broedgegevens). Begin augustus werden de eerste trekbewegingen weer gemeld en verzamelden zich weer traditioneel tientallen ex rond de Uitwatering, Binnenwatering en Wantveld. Beste trekdag: 10 september met 544 ex. naar zuid. Vanaf eind oktober zakt het aantal ex weer snel, tot 1-2 ex in december. Op 23 t/m 25-9 zat een mogelijk ’fuscus’ op het Wantveld. Foto’s tonen een zeer slanke, langvleugelige, pikzwarte vogel.
Grote Burgemeester
Eind 2011 werd een behoorlijk aantal burgemeesters opgemerkt in Nederland. Ook in 2012 werden er hoge aantallen gemeld. Er kan wel gesproken worden van een influx. Ook in Katwijk werden er behoorlijk wat waargenomen. Van 1 tot 4 januari werden minimaal twee verschillende grote burries waargenomen. Na deze waarneming was het een tijdje stil, totdat op de 26e weer twee verschillende vogels aanwezig waren, tot en met 31 januari. Na deze waarneming was het bijna een maand stil. Maar op 26 februari werd er weer eentje opgemerkt, en dit ex werd de maanden daarna af en toe waargenomen. De laatste waarneming werd gedaan op 5 mei.Het najaar leverde helemaal geen Grote Burgemeesters op.
Ook bij de Kleine Burgemeester kon er gesproken worden van een influx. In januari zat een tweede wintervogel regelmatig in de Uitwatering/Binnenwatering. Op 28 januari zat een bijna adulte vogel in de Binnenwatering. Op 18 februari werden hier twee verschillende vogels waargenomen. De laatste waarnemingen komen uit april: op 2 april zat 1 ex ten noorden van de Uitwatering en op 16 april vloog er eentje over de Parklaan. Zowel in de winter als in de zomer talrijk aanwezig. Algemene dakbroeder, met soliatire paren verspreid over vrijwel de hele gemeente. Concentraties bevinden zich op het bedrijventerrein ’t Heen (48 paar in totaal, afnemend), rond het Prins Hendrikkanaal (8 paar) en op de Flora (9 paar). Het hoogste aantal in de winter was 7.000 exemplaren op het Katwijkse strand op 24 januari.
Geelpootmeeuw
In de maand januari werden minimaal twee Geelpootmeeuwen waargenomen rondom de Uit- en Binnenwatering. Op 20 februari werden er vijf waargenomen in de Binnenwatering.De laatste waarneming van het voorjaar werd gedaan op 6 april. Op15 augustus werd de eerste weer opgemerkt langs telpost Savoy. In het najaar/winter werden minimaal twee ex waargenomen.
Pontische Meeuw
Begin januari zaten minimaal drie ex rondom de buitenwatering. Op 16 februari werden er vijf waargenomen in de Binnenwatering. De laatste waarneming in het voorjaar werd gedaan op 29 april. Het najaar en de winter leverden minimaal drie ex op.
Lachstern
In totaal vier waarnemingen van deze zeldzame soort. In het voorjaar vloog een ex over de Boslaan richting noordoost. Op 20
Kleine Burgemeester, 2 kj, strand Katwijk aan Zee, 9 januari 2012 (René van Rossum)
zuid. Ter plaatse zijn ze vooral op en om Lentevreugd en in De Mient. In Berkheide hebben negen paar gebroed, waarvan zes in de Pan van Persijn. Broedvogels uit de binnenduinbossen foerageren regelmatig in het open duin, bijvoorbeeld rond trektelpost Berkheide.
juli vloog 1 ex over zee,. De maand augustus leverde twee overvliegende vogels op: op de 11e een ex over de puinhoop en op de 16e en ex over het vliegveld.
Reuzenstern
Op 1 september vloog een Reuzenstern langs Savoy richting zuid. Het betreft de enige waarneming uit 2012.
Houtduif
Grote Stern
De Houtduif is een algemene standvogel die het gehele jaar in de gemeente te vinden is. In het najaar zijn er geregeld grote groepen trekkende vogels over met name de binnenduinrand te zien. In Berkheide hebben in totaal 76 paar gebroed. Vooral in het kavel rond de Camping is de soort explosief toegenomen.
De eerste twee Grote Sterns werden dit jaar opgemerkt op 24 maart, langs Savoy. Het voorjaar leverde geen spectaculaire aantallen op. De eerste waarneming uit het najaar werd gedaan op 16 juli. Op 26 augustus vlogen 400 ex langs Savoy; het hoogste dagtotaal in 2012. De laatste waarneming werd gedaan op 21 oktober.
Zomertortel
Dwergstern
14
De Zomertortel (twintig jaar geleden nog 43 paartjes) wordt nog maar zelden waargenomen. In 2012 is een tiental waarnemingen gedaan van vogels over de Puinhoop of rondhangend in de buurt van Berkheide/de Wassenaarse Slag.
Deze doortrekker vloog zowel in het voorjaar als in het najaar in kleine groepjes langs de kust. In de vroege ochtend werden zo nu en dan vogels aan de grond opgemerkt bij de Uitwatering. De beste dag in het voorjaar betrof 5 mei. Op deze dag vlogen er 72 ex langs telpost Savoy. In het najaar was 10 september de topdag met 32 langsvliegende vogels.
Turkse Tortel
Algemene broedvogel van het urbane gebied. Regelmatig worden overtrekkers van de trektelposten gemeld.
Koekoek
Noordse Stern
De koekoek is nog steeds een karaktervogel van Berkheide, maar gaat wel achteruit. Vanaf 13 april was de zang van de koekoek geregeld te beluisteren in het duin. Op 2 mei zat een vogel van de rose vorm in Berkheide. Voor het hele duingebied Berkheide (inclusief Lentevreugd) zijn uit de wirwar van waarnemingen twaalf territoria gedestilleerd. De waarnemingen stoppen abrupt op 8 juli. Onderzoek met zenders heeft uitgewezen dat de meeste Koekoeken dan al lang en breed weer terug zijn in Afrika. Jonge Koekoeken met waardvogels in de nazomer worden al jaren niet meer waargenomen in ons gebied.
Zowel in het voor- als najaar langsvliegende vogels. Zo nu en dan ter plaatse op het Katwijkse strand. Het hoogste aantal in het voorjaar was 26 ex op 5 mei. In het najaar was 23 augustus de beste dag, met 21 ex. Voorkomen ’vertroebeld’ door lastige determinatie ten opzichte van Visdief.
Visdief
Visdieven zijn van eind maart tot in oktober in grote getale aanwezig voor de Katwijkse kust. Veelal gaat het om foeragerende vogels die landinwaarts nestelen, zoals in de kolonies op de Flora in Rijnsburg (90 paar!) en in Klei-Oost (10 paar). Het laatste broedgeval in Berkheide is al weer 20 jaar geleden.
Zwarte Stern
De Zwarte Stern is vrijwel uitsluitend doortrekker bij ons, meestal over zee. Waarnemingen vanaf april tot medio oktober. De enige waarneming van ter plaatse vogels was op 26 augustus bij het Valkenburgse Meer.
Grote Jager
Kleinste Jager, over binnenwatering, Katwijk aan Zee, 14 september 2012 (Sjaak Schilperoort) Kleine Jager
Het gros van de waarnemingen van Grote Jagers wordt gedaan in de periode september-januari. Tijdens of na een flinke storm kunnen de aantallen langs telpost Savoy flink oplopen. Het jaar 2012 was een mager jaar, met een maximum van drie ex op één dag.
De kleine jager passeert Katwijk van eind augustus tot eind december/begin januari. Het jaar 2012 leverde niet al te veel waarnemingen op, met maximale aantallen tot zes exemplaren langsvliegend op één dag.
De middelste jager is in het jaar 2012 voornamelijk langs Savoy of elders over zee waargenomen. 4 en 5 januari waren de topdagen, met respectievelijk elf en twaalf ex langs Savoy.
Kleinste jagers werden door meerdere waarnemers langs Savoy waargenomen. Op 26 augustus passeerde een juveniel exemplaren, op 14 september en 16 september respectievelijk vier en één ex. Deze zeldzame jager wordt eigenlijk ieder jaar wel waargenomen. Landelijk gezien was 2012 een goed jaar, dat verklaart ook de leuke aantallen langs Katwijk.
Middelste Jager
Grote Jager, strand, Katwijk aan Zee, 8 januari 2012 (René van Rossum)
Kleine Bonte Specht, over de Puinhoop, Katwijk aan Zee, 9 september 2012 (Johnny van der Zwaag)
Kleinste Jager
Kleine Alk
Kleine alken werden in 2012 weinig waargenomen. In voorgaande jaren was dat wel eens anders, met mooie groepen door de branding. In 2012 ging het slechts om enkele exemplaren over zee langs telpost Savoy.
Alk
In de wintermaanden regelmatig over zee en af en toe ter plaatse, maar in bescheiden aantallen. In januari werden een tiental dode vogels gevonden op strand. Bijzonder was de waarneming van een Alk op het Grote Meer in Berkheide op 20 januari.
Zeekoet
Algemene zeevogel die in de periode september - februari veelvuldig over zee te zien is, maar in 2012 zelden met meer dan tientallen ex per trekdag. Op 11 november 270 ex op zee voor de Coepelduinen.
Papegaaiduiker
In januari, oktober, november en december zijn er verschillende langsgekomen bij zeetrektelpost Savoy. Verder een enkel dood ex op het strand (10 januari).
Holenduif
Tijdens de najaarstrek regelmatig groepen Holenduiven richting
mingen doet toch vermoeden dat deze uil vaker voorkomt dan men denkt. In Berkheide, de Mient, Lentevreugd, Zanderij en zelfs ook in de bebouwde kom (Ridderpark en ’t Wantveld) zijn regelmatig jagende Ransuilen waargenomen. Eind juli is de kenmerkende bedelroep gehoord bij het Salempark. Groepjes op vaste plekken in de winter, bijvoorbeeld in Berkheide, worden al jaren niet meer gemeld uit ons gebied.
Velduil
Kerkuil
De velduil was schaars in 2012. Op 13 april zat er eentje op Lentevreugd. Daarna volgende tot eind mei een handjevol waarnemingen, ook over zee. Vanaf 22 september werden weer enkele ex gezien, waaronder twee ex in de Coepelduinen op 23 oktober. Op 5 november werd de laatste gemeld.
Bosuil
Algemene broedvogel in het urbane gebied, maar er zijn geen schattingen voorhanden. Zoals gebruikelijk werden in de week voor Koninginnedag de eerste ex gemeld. Doortrek werd opgemerkt tot eind mei, met op 26 mei 1.600 ex naar noord en op 27 mei bijna 3.000 ex naar noord. In de zomermaanden max 200 ex boven het dorp (juli). Na 26 september was het over met de Gierzwaluw.
Een Kerkuil zou moeten rondhangen bij de Mient, vanwaar deze uitstapjes maakt richting de Zanderij en Berkheide. Op 18 januari is ook daadwerkelijk een territorium vastgesteld in de Mient. Langs de N206 bij de Elsgeesterpolder werd een dood exemplaar aangetroffen, evenals in Oegstgeest bij de Voskuyl. Vlak over de gemeentegrens met Noordwijk heeft ook een paartje jongen grootgebracht. Alleen van Rijksdorp en de Pan van Persijn zijn waarnemingen bekend. Berkheide telde in 2012 drie broedparen, waarvan twee in de Pan van Persijn. De boswachters aldaar stelden tijdens hun nachtelijke rondes in mei/juni opvallend veel luidruchtige jongen vast, in de bomen en op de grond.
Ransuil
Van Ransuil zijn geen broedparen bekend. De hoeveelheid waarne-
Gierzwaluw
Alpengierzwaluw
Op 30 april passeerde rond een uur of tien een Alpengierzwaluw de Varkevisserstraat. Twee gelukkige waarnemers hebben de vogel gedurende een paar minuten goed kunnen bekijken, waarna de vogel doorvloog richting noord.
IJsvogel
Vanuit Berkheide zijn geen broedgevallen bekend. In de zomer-
Alk, strand Katwijk aan Zee, 9 januari 2012 (Arnold Meijer)
15
Bonte Kraai
Al vanaf december 2007 verblijft er iedere winter een Bonte Kraai in Berkheide en Lentevreugd. De vogel wordt ieder jaar tot ongeveer februari/maart waargenomen, meestal pendelend tussen de Pan van Persijn en Berkheide/strand.
Raaf
Wielewaal ♂, trektelpost Berkheide, Wassenaar, 30 april 2012 (1e foto René van Rossum, 2e en 3e foto Fred Klootwijk)
16
maanden worden er sporadisch IJsvogels gemeld. Tijdens vorstperioden daarentegen wordt de IJsvogel op zo goed als iedere plek gezien waar zich nog wat open water bevindt. In Rijnsoever is standaard een exemplaar aanwezig, en af en toe wordt een vogel op de Zanderij gezien. Maar het gros van de waarnemingen komt uit Berkheide en van Lentevreugd en omgeving.
Hop
Op 13 mei was een Hop aanwezig op de Vrieze Wei in Berkheide. Verder zijn er in 2012 geen waarnemingen van deze zeldzame gast gedaan.
Draaihals
Op 6 mei verbleef een Draaihals kortstondig in een duindoornstruweel in Berkheide. Helaas is de vogel door niemand anders meer gezien. 2012 was dus een mager jaar voor de Draaihals.
Kleine Bonte Specht
In januari-maart gemeld van diverse plekken in Berkheide en Panbos, en in februari ook gemeld uit het Duinpark bij Salem. Na maart stoppen de meldingen van elders, en wordt de soort alleen nog met een enkel ex gezien in mei-juni in het Panbos. Er zijn maar liefst drie territoria uit het Panbos in de boeken gekomen. Lijkt erg optimistisch? Vanaf 9 september weer gemeld, met op deze dag, op 10 oktober en op 12 november een ex over/op de Puinhoop.
Wielewaal ♀, trektelpost Berkheide, Wassenaar, 27 mei 2012 (René van Rossum)
Grote Bonte Specht
Hele jaar door een algemene vogel waar maar opgaand hout is. In Berkheide werden 36 broedparen geboekstaafd, waarvan 10 uit de Pan van Persijn. Broedt verder in alle parken. In het najaar opvallende trek, die al begon begin augustus, maar pas goed doorzette vanaf 1 september (9 ex zuid over de Puinhoop), met op 9 september 15 ex en 23 september 12 ex. Opvallende trek na half oktober afgelopen.
Groene Specht
Groene Spechten werden vooral gemeld van Berkheide, Rijksdorp, Lentevreugd en Zwarte Pad/Coepelduinen, maar ook van het Duinpark, ’t Heen, Rijnsburg (Waterbos) en Ridderpark (najaar). Voor Berkheide werden negen broedparen opgegeven, waarvan vier in de Pan van Persijn. Ongetwijfeld ook broedgevallen elders, maar geen bewijs. Op Lentevreugd werden vooral foeragerende exemplaren waargenomen. Tijdens totaaltellingen in het winterhalfjaar werden niet meer dan zes ex maximaal vastgesteld in Berkheide.
Grauwe Klauwier
Er zijn twee meldingen gedaan van Gauwe Klauwier: 3 juni een ex. op Lentevreugd en op 26 juni drie ex. bij het Valkenburgse Meer. Vooral deze laatste waarneming is wel een hele bijzondere, maar nadere info is er niet.
Klapekster
In 2012 was er slechts één melding (op 11 mei) van een verblijvende Klapekster in Berkheide, rondom Winning 3. Een zeer mager jaar dus.
Wielewaal
Vanaf 30 april waargenomen, met tot eind mei enkele ex over trektelpost Berkheide. Voor de Pan van Persijn zijn twee territoria genoteerd. Laatste melding was 21 juli, van een juveniel ex in Panbos.
Gaai
Algemene standvogel uit Berkheide en bosgebieden als de Pan van Persijn en het Ridderpark. In Berheide zijn 48 territoria bekend. De eerste trekbewegingen werden begin september opgemerkt, met op 8 september al 24 ex naar zuid over de Coepelduinen. Opvallende trek maar op enkele dagen in een korte periode: 21 september (86 ex), 23 september (88 ex) en 24 september (142 ex); alle over de Puinhoop. Na 8 oktober eindigde de ‘invasie’ abrupt en werd tot eind oktober nog maar af en toe een enkel overtrekkend exemplaar gemeld.
Ekster
Algemene standvogel van voornamelijk de omliggende duingebieden, en ook binnen de bebouwde kom broedend in parken, tuinen en laanbomen. In Berkheide werden 53 broedparen gekarteerd.
Roek
Schaarse doortrekker in met name het najaar. In 2012 ook in maart en april enkele ex over trektelpost Berkheide. Op 26 oktober vlogen 7 ex over de Puinhoop. Dit was het hoogste aantal op één dag.
Zwarte Kraai
Algemene broedvogel van met name de duingebieden rondom Katwijk. In de winter grote groepen rondom de Vrieze Wei en het strand. Meestal pendelend om te snacken; of in de Pan van Persijn of op het strand. In Berkheide werden 37 broedparen geturfd. Totaaltellingen in dit gebied in het winterhalfjaar leverden tot 200 ex op.
In 2012 werden in Katwijk regelmatig de Raven gezien die zich bij de Horsten (Wassenaar) een nestplaats hebben verschaft. Er zijn daar twee jongen grootgebracht. Het zuidelijk deel van Berkheide en Lentevreugd kunnen hotspots genoemd worden.In het voorjaar van 2012 hielden de vogels zich enkele dagen op rond het kadaver van een dood kalfje van de Schotse Hooglanders op Lentevreugd.
Kauw
Algemene broedvogel in de bebouwde kom van Katwijk. In de nawinter groepen tot 700 ex boven Katwijk. In het najaar weinig goede trekdagen; alleen in oktober. Beste dag was 22 oktober: 1.000 ex. Er werden ook 27 paar vastgesteld in de Pan van Persijn.
17
Pestvogel
De eerste waarneming van Pestvogels op Katwijks grondgebied dateert van 30-10-2012: 10 vogels in ’t Heen. Daarna zijn er meerdere ex. langs de telposten gevlogen. Tevens zijn er meerdere vogels ter plaatse geweest, o.a. in Rijnsoever en langs de Schelpendam.
Boomleeuwerik, Berkheide, Katwijk, 13 april 2012 (René van Rossum)
Glanskop
Broed- en standvogel van het zuidoostelijke deel van Berkheide en de Ganzenhoek. Voor Berkheide werden 14 paar genoteerd.
Matkop
Op 24 januari werd na een lange tijd weer eens een Matkop waargenomen in Berkheide. De vogel bevond zich langs het Grote Meer.
Koolmees
Zeer algemene broedvogel in het hele gebied. Totaal voor Berkheide: 157 territoria. De enorme invasie in Nederland werd ook in ons gebied opgemerkt. Tussen 11 oktober (550 ex) en 19 oktober (ruim 1.000 ex) de meeste vogels over de Puinhoop. Trek na 23 oktober weer helemaal stil. Door de waarnemers werd van deze vogels de afwijkende roep vastgesteld, kenmerkend voor oostelijke vogels.
Pimpelmees
Algemene broedvogel van het hele gebied. Totaal in Berkheide: 86 territoria. Trek over de Puinhoop in najaar 2012 (begin septembereind oktober) lang niet zo massaal als van Koolmees. Beste dagen 8 oktober (103 ex) en 19 oktober (220 ex).
Zwarte Mees
Schaarse wintergast in dennenbos. In het najaar van 2012 veel algemener. Trek zette eerder in (begin september) en hield eerder op (begin oktober) dan die van de andere mezen, al vlogen er op 22 oktober nog 100 ex over Berkheide. In september-begin november gemeld uit het dennebos van het Salempark, Ridderpark, Bergh stichting, Coepelduinen en bij de koffietent in Berkheide, en daarna weer veel minder.
Kuifmees
Er is maar één territoria bekend: in de dennen achter de koffietent in Berkheide. Kuifmezen zijn vooral waargenomen in de Ganzenhoek, sporadisch in het Ridderpark en in de Coepelduinen ter hoogte van de ESTEC.
Staartmees
Als broedvogel vrij algemeen door het hele gebied, met bijvoorbeeld 22 paar in Berkheide. In najaar en winter in groepjes in Berkheide, parken en groenstroken. Er zijn enkele meldingen gedaan van Witkopstaartmezen, in maart bij de Watertoren en in november in de Ganzenhoek (3 ex op 24 november).
Buidelmees
Op 2 oktober en op 11 november een vogel over de Puinhoop. Een mogelijk ex ter plaatse werd op 15 oktober gemeld uit Berkheide.
Baardman
Baardmannen werden opmerkelijk weinig waargenomen, en dan met name op Lentevreugd en in Berkheide. Het hoogste aantal betrof 3 ex. bij het Grote Meer.
Boomleeuwerik
Meestal de eerste zanger die van zich laat horen. Zo ook in 2012. Op
10 januari werden twee baltsende vogels gehoord in Berkheide. Hier zijn 35 territoria vastgesteld. De soort broedt ook in de Coepelduinen, maar heel schaars. Verder is de Boomleeuwerik een algemene verschijning in de najaarstrektijd over met name de Puinhoop. In oktober werden hier in totaal zo’n 550 vogels overvliegende ex geteld.
Veldleeuwerik
Als broedvogel alleen nog bekend van Lentevreugd (maar voor hoe lang nog?). In 2012 zijn er nog vier territoria vastgesteld. In oktober zijn in totaal meer dan 35.000 ex over de Puinhoop geteld.
Strandleeuwerik
De eerste waarneming van het jaar betrof een overvliegende vogel over de Coepelduinen op 4 april. Deze vogel is tot 15 april in de buurt gebleven en een aantal vogelaars heeft deze vogel goed kunnen bekijken. De tweede waarneming betreft een overvliegend ex over de Puinhoop op 31 oktober.
Oeverzwaluw
Deze was er vroeg bij in 2012. De eerste werd al gemeld op 12 maart
Russische Kauw, Rijnfront, Oegstgeest, 27 februari 2012 (Ed Schouten)
op Lentevreugd. Daarna wordt de Oeverzwaluw mondjesmaat waargenomen, met als uitschieters 50 ex. over de Puinhoop op 29 april en 67 ex over Trektelpost Berkheide op 26 mei. Met de broedgevallen was het in 2012 droevig gesteld. Op de Zanderij werd niet meer gebroed, en de enorme kolonie bij de zanddepots aan het Valkenburgse Meer is helemaal verdwenen. Op 12 juli werden hier vier broedverdachte vogels gezien, en werd slechts een bezet nesthol gevonden. In het najaar was de soort bijzonder schaars. Op 9 september was reeds de laatste melding, van een vogel over de Puinhoop.
Huiszwaluw
18
Strandleeuwerik, Coepelduynen, Noordwijk, 14 april 2012 (René van Rossum)
Uitgevlogen Boerenzwaluw, Oude Broekweg, nabij voormalig Vliegkamp Valkenburg, 28 april 2012 (René van Rossum)
De eerste melding in 2012 was op 5 april van 1 ex uit Berkheide. Opvallende trek werd waargenomen op 29 april, met 500 ex naar noord over Trektelpost Berkheide (vooral in de vroege ochtenduren), op 26 mei (220 ex) en op 27 mei (ruim 200 ex). Gedurende de zomermaanden werden op Lentevreugd tot 40 fouragerende vogels waargenomen. Alle bekende nesten bevinden zich hier in de buurt. Dit jaar werden vier nesten aangetroffen bij Overdevest (begin juli al grote jongen, maar ook nog nestbouw), aan de ’Witte Huisjes’ op Lentevreugd (tien nesten aan de westgevel, twee van de vijf kunstnesten aan de noordgevel bewoond) en in De Pan (drie nesten aan een houten woonhuis). Van elders zijn geen nesten bekend. Aan de woningen aan de Achterweg in het tuinbouwgebiedje noordoost van het vliegveld werden dit jaar, in tegenstelling tot in 2011, geen nesten opgemerkt. Schoonmaakacties? Vanaf begin september werd er zuidwaartse trek over de Puinhoop gemeld, maar geen grote aantallen. Op 16 september werden nog 150 fouragerende vogels op Lentevreugd gezien. Na 8 oktober werden er geen Huiszwaluwen meer gemeld.
Boerenzwaluw
De eerste waarneming van 2012 betrof een overvliegend ex. over trektelpost Berkheide op 15 maart. Op 29 april zaten 400 ex op het prikkeldraad van het vliegveld. In mei passeerden zo’n 1.700 ex. de trektelpost. In de zomermaanden veel foeragerende vogels (tot max. 45 ex) boven met name Lentevreugd. Het broeden in bunkers in Berkheide is al jaren verleden tijd. De soort broedt met name nog in het gebied rond Vliegveld Valkenburg, maar er is niet gezocht naar exacte locaties. De verspreiding lijkt ruimer dan die van de Huiszwaluw. Begin juli zijn uitgevlogen jongen gezien bij onder andere de boerderij aan de Oude Broekweg. Later in de zomer ook groepen foeragerende vogels in de Coepelduinen en omgeving. Volgens de eigenaar broedde er ook een tiental paartjes in de stallen van Manege Jonker (Wantveld). De najaarstrek was niet opvallend. De laatste waarneming van 2012 dateert van 28 oktober.
tijdens de inventarisatieperiode meerdere exemplaren op meerdere tijdstippen waargenomen. Er zijn echter geen territoria vastgesteld.
Bladkoning
Bladkoningen zijn in het najaar van 2012 veel waargenomen. In oktober/november op een aantal dagen meerdere exemplaren aanwezig in het waarnemingsgebied, tot maximaal zelfs 4 ex (Ganzenhoek, Ridderpark, Coepelduinen en Berkheide).
Humes Bladkoning
Op 22 december werd weer een Humes Bladkoning gevonden bij Overduin. In januari/februari was hier, op precies dezelfde locatie, een vogel al vanaf eind 2011 aanwezig. Er zijn vermoedens dat het mogelijk om hetzelfde beest gaat. Een leuke soort, die veel bekijks heeft getrokken onder de Nederlandse vogelaars. Vanaf 25 maart werd een tweede vogel waargenomen, in het Heerenschoolbos. Deze vogel is tot 16 april waargenomen
Goudhaan
Schaarse broedvogel, en broedgevallen alleen bekend van de Ganzenhoek. Wel vrijwel het hele jaar te zien in het gehele waarnemingsgebied. Vanaf begin september doortrek gesignaleerd door ruimere verspreiding, maar nauwelijks zichtbare trek van overvliegende vogels. Bij totaaltelling in november 74 ex over heel Berkheide en Panbos.
Vuurgoudhaan
Schaarse doortrekker die zich vooral tijdens het najaar en de winterperiode in de gemeente Katwijk laat zien. In het winterseizoen verblijven nu en dan een aantal vogels in Berkheide (max. 6). Naast Berkheide (met name Panbos) zijn ook het Ridderpark, het Heerenschoolbos, de Willem van den Berghstichting en de Ganzenhoek goede locaties om deze soort tegen te komen.
Waterrietzanger
Het jaar 2012 was het beste jaar voor Waterrietzanger voor Katwijk ooit. Na de eerste waarnemingen in 2004 wordt de soort sinds 2008 jaarlijks in Lentevreugd waargebomen. In 2012 jaar werden er tenminste 9 ex gezien (zie verder het aparte kader).
Rietzanger
Rietzangers zijn vooral bekend van Lentevreugd. Sinds de toename van de rietvegetatie is hier een bolwerk ontstaan waar Berkheide niet tegenop kan. Van Lentevreugd zijn 29 broedpaar bekend, in Berkheide is de Rietzanger vertegenwoordigd met 15 broedpaar. Ook langs het Valkenburgse Meer is de soort als broedvogel present, met enkele paaartjes. De laatste waarneming is gedaan op 28 augustus.
Roodstuitzwaluw
De sterke toename van het aantal waarnemingen van Roodstuitzwaluw in Nederland de afgelopen twee decennia gaat ook aan Katwijk niet voorbij. Op 30 april werden drie Roodstuitzwaluwen opgemerkt richting zuid over de Puinhoop. Twee van de drie vogels konden dankzij alert mobiel communiceren worden opgepikt op trektelpost Berkheide.
Cetti’s Zanger
2012 was het jaar van de Cetti’s Zanger in Berkheide. Deze langverwachte nieuwe soort voor het Katwijks gebied werd voor het eerst gehoord op 24 januari. Daarna was het een tijdje stil, maar vanaf 19 maart is de vogel het gehele voorjaar bij het Jan van Parlebos gebleven. De laatste waarneming dateert van 9 augustus.
Fitis
De algemeenste broedvogel van Berkheide, met 399 paar in 2012. Wordt bijna niet waargenomen buiten de duinen, en duikt alleen sporadisch op in tuinen en parken. Arriveerde reeds op 21 maart, en is gemeld tot en met half oktober.
Tjiftjaf
Zeer algemene broedvogel van parken en duinbossen in heel ons gebied. In Berkheide 195 broedpaar. Enkele overwinteraars in Berkheide en in bebouwde kom.
Fluiter
Deze broedvogel van de hoge zandgronden in Nederland werd in mei een aantal keren waargenomen in de Pan van Persijn. Er zijn
Kleine Karekiet
De eerste waarneming van het seizoen betrof een zingende vogel op 24 april in Berkheide. De soort is in Berkheide met 137 broedparen vertegenwoordigd. Verder is een behoorlijk aantal broedparen aanwezig op Lentevreugd (42), bij het Zwarte pad en langs het Valkenburgse Meer, en zijn er verspreide broedgevallen in goed ontwikkelde stukjes riet door heel het gebied. In hoeverre deze soort (en Rietzanger en Bosrietzanger) slachtoffer is van de even onbegrijpelijke als blijkbaar onvermijdelijke maai- en opschoonactiviteiten al vanaf begin juli langs veel watertjes is niet duidelijk. De laatste waarneming werd gedaan op 22 oktober.
Bosrietzanger
De eerste waarneming van het seizoen betrof een zingende vogel op 13 mei aan de zuidkant van het Valkenburgse meer. In Berkheide zijn 24 broedparen vastgesteld. Buiten dit gebied maximaal drie territoria vastgesteld in de ruigten op het talud aan de noordkant van de Cantineweg, en maximaal vier territoria in de overgebleven ruige stukjes op de Zanderij. Van andere plekken is de soort vreemd genoeg niet bekend. De laatste waarneming van 2012 is gedaan in het Guytendel op 2 september.
Spotvogel
Minimaal twee territoria: in een groenstrook aan de zuidkant van het Hertenkamp langs de Wassenaarseweg en op Lentevreugd. De eerste waarneming van het seizoen betrof een zingende vogel op 13 mei aan de zuidkant van het Valkenburgse Meer. De laatste waarneming werd gedaan op 29 juni op Lentevreugd.
Sprinkhaanzanger
Als broedvogel en doortrekker is de Sprinkhaanzanger dit jaar uitsluitend in de duinen aangetroffen. In Berkheide werden 25 broedparen vastgesteld. De eerste waarneming werd gedaan op 11 april in Berkheide langs het meer met de muur. Drie najaarswaarnemingen: 27 augustus 1 exemplaar Coepelduinen 8 september 1 exemplaar Puinhoop Op 20 oktober werd de laatste waarneming ooit in het seizoen in ons waarnemingsgebied gedaan, in het zuidelijk deel van de Coepelduinen.
Snor
Op 23 en 24 april bevond zich een zingend exemplaar aan de westoever van het Grote meer, gevolgd door een exemplaar dat van 27 april tot 1mei zong nabij het meer met de muur. Het is aannemelijk dat het hier om hetzelfde exemplaar ging.De Snor is een niet-jaarlijkse gast in Katwijk. Buiten Berkheide is de Snor enkele malen in het voorjaar langs het Valkenburgse meer vastgesteld.
Zwartkop Humes Bladkoning, Nachtegaallaan, Katwijk aan Zee, 22 december 2012 (Ed Schouten)
De enige overwinteraar in 2012 werd waargenomen op 28 januari en 3 februari langs het Grote Meer in Berkheide. Op 23 maart werd de eerste zingende vogel opgemerkt in de Berghstichting. De hoogste dichtheid van territoria vinden we in het Panbos (35 broedparen). Maar ook elders is de Zwartkop een gewone broedvogel, met onder andere territoria binnen de bebouwde kom van Katwijk in het Ridderpark en het Heerenschoolbos. De laatste waarneming van 2012 was op 12 november in de Berghstichting.
Tuinfluiter
De eerste vogel van het seizoen werd gehoord langs de Valkenburgerweg tussen Rijnsburg en Oegstgeest op 13 april. Broedend in Berkheide en het Panbos (41 broedparen), maar van nergens anders als broedvogel gemeld. De laatste Tuinfluiter van het jaar werd op 23 september opgemerkt in het Ridderpark.
Sperwergrasmus
De enige Sperwergrasmus van het jaar werd op 8 september door enkele waarnemers kortstondig gezien op de Puinhoop.
Braamsluiper
De eerste Braamsluiper van het seizoen werd op 20 april gehoord bij de watertoren. Vrij algemene broedvogel in Berkheide (68 broedparen), maar elders ontbrekend of in ieder geval zeer schaars. De laatste waarneming werd op 21 september gedaan in het Jan Parlebos.
19
de laatste ooit in ons waarnemingsgebied, werd op 14 november gezien op Lentevreugd.
maar nooit in zulke hoge aantallen als de andere lijsters. Topdag en een nieuw telpostrecord was 12 november, met 87 ex richting zuid.
Roodborsttapuit
Zwartkeellijster
Algemene broedvogel in Berkheide/Lentevreugd (64 paar) en schaarse broedvogel van de Coepelduinen. Op de Zanderij kon ook nog een paartje (met jongen) vastgesteld worden. In de winter van 2011/2012 maximaal drie overwinterende vogels op Lentevreugd.
Op 11 november werd door minimaal elf waarnemers een man netje Zwartkeellijster doortrekkend gezien over de Zeereep. De vogel viel in ter hoogte van de ”Kleine maasvlakte”, maar kon ondanks intensief zoeken niet meer worden teruggevonden. Het gaat hier om een nieuwe soort voor ons waarnemingsgebied.
Tapuit
De eerste Tapuit van het seizoen werd op 16 maart gezien op Lentevreugd. Doortrek, zeer waarschijnlijk ook van de Groenlandse ondersoort, werd vastgesteld tot eind mei. Ook het territorium dat in 2012 voor Berkheide is genoteerd in kavel 1 betreft ongetwijfeld late doortrek (in 1990 werden nog 77 territoria gekarteerd...). Op 10 november werd een late en helaas ongedetermineerde tapuit gezien vanaf Savoy, vliegend over het binnenland.
Kramsvogel
20
Beflijster ♂, trektelpost Berkheide, Wassenaar, 14 april 2012 (René van Rossum)
Grasmus
Zeer algemene broedvogel in de Katwijkse duinen (in Berkheide 313 broedparen). Minder algemeen in de Coepelduynen en nog een enkel paartje op de Zanderij. Eerste waarneming was op 11 april bij het meer met de muur. Een late vogel werd op 13 oktober nog gezien in Berkheide.
Winterkoning
Algemene broedvogel. Relatief hoge dichtheden bevinden zich in het Panbos en de Katwijkse parken (in het Panbos 29 territoria).
Boomklever
De vaste territoria in het Panbos (1 territorium) en Rijksdorp (1 territorium) waren ook in 2012 bezet. De waarneming van twee vogels op 1 juli op de Berghstichting doet ook daar een territorium vermoeden. In het najaar werd diverse malen een vogel opgemerkt in de aangrenzende Coepelduinen, maar dit heeft mogelijk betrekking op doortrekkers. Het was namelijk een goed jaar voor doortrekkende Boomklevers.Over de Puinhoop werd tweemaal een overtrekkende vogel gezien, op 9 en op 23 september, en langs telposten elders langs de Hollandse kust werden ook verscheidene overtrekkende vogels opgemerkt. Vanaf 22 september tot in het nieuwe jaar waren twee exemplaren aanwezig in het Ridderpark, waar de soort vrijwel nooit wordt gezien.
Boomkruiper
Vrij algemene broedvogel. Relatief hoge dichtheden bevinden zich in het Panbos en de Katwijkse parken (in het Panbos 18 territoria). Er werd ook een nest gemeld in een huis in De Krom.
Spreeuw
Als broedvogel doet de Spreeuw het tegenwoordig slecht in de Katwijkse bebouwde kom en daarbuiten. Broedt nog wel onder meer rond de Waal Malefijtstraat en de Varkevisserstraat en in de E. A. Borgerstraat. Het is wel de talrijkste trekvogel over de Puinhoop. Topdag was 20 oktober, toen ruim 54.000 spreeuwen over de Puinhoop zijn gezien. De najaarstrek zette al vroeg in, met op 28 juni bijvoorbeeld al 650 ex naar zuid over Berkheide.
Beflijster
Schaarse voorjaarsdoortrekker met een piek in de eerste helft van april. De eerste vogel van het seizoen vloog op 3 april over trektelpost Berkheide. De grootste groepen werden waargenomen op 13 april (16 ex) en 25 april (20 ex), op en rond de Vrieze wei. In het najaar werden minimaal 16 waarnemingen gedaan in de periode tussen 26 september en 28 oktober, merendeels in de Coepelduinen en over de Puinhoop. In een gemiddeld najaar liggen de aantallen van deze soort lager dan in het voorjaar.
Merel
Algemene broedvogel en in vrijwel ieder stukje groen aanwezig. Van de bebouwde kom ontbreken kwantitatieve gegevens, maar wie in het voorjaar enige tijd voor zonsopgang door het dorp loopt krijgt een goede indruk van de talrijkheid van de soort. In Berkheide ligt de broeddichtheid waarschijnlijk een stuk lager (204 territoria voor het hele gebied). In het najaar trek over de Puinhoop,
Algemene wintergast en vooral doortrekker. De laatste waar neming van het voorjaar betrof een exemplaar op 27 mei. Een wel hele vroege najaarswaarneming was een vogel die op 25 juli over Lentevreugd vloog, gevolgd door twee vogels op zowel 12 en 19 augustus over Lentevreugd en de Puinhoop. Topdag was 12 november, toen circa 3500 vogels over de Puinhoop vlogen. In de laatste maanden van het jaar bijna niet aanwezig in Berkheide vanwege het ontbreken van duindoornbessen in die periode.
Grauwe vliegenvanger
Koperwiek
Tijdens de vorstperiode in februari was soms sprake van behoorlijke trek. Op 4 februari werden bij Savoy bijvoorbeeld 142 ex naar zuid geteld en op 7 februari werd dit aantal zelfs op 400 geschat. De eerste najaarstrekker werd op 23 september opgemerkt boven de Puinhoop. Topdag op de Puinhoop was 26 oktober, toen naar schatting 40.000 Koperwieken naar noord vlogen. Ook de Koperwiek had de laatste maanden van het jaar niets te zoeken in de duinen.
Zanglijster
Broedvogel in het Panbos (zeven territoria) en verder zeer dun verspreid (onder andere Ridderpark en Heerenschoolbos) over het gebied. In het winterhalfjaar veel algemener. Doortrek tot in mei, en weer vanaf september.
Gekraagde Roodstaart ♂, Wassenaarse Slag, Wassenaar, 24 april 2012 (René van Rossum)
Grote Lijster
Broedvogel in Berkheide (twee territoria). Na bijna veertig jaren blanco of zeer incidenteel na 2005 weer regelmatiger broedend in dit gebied. In het najaar regelmatig trekkend over de Puinhoop, met als uitschieter 19 oktober, met 47 ex.
Roodborst
Algemene broedvogel. Relatief hoge dichtheden in het Panbos (18 territoria), het Heerenschoolbos en het Ridderpark. In november traditioneel hoogste aantal bij totaaltelling in Berkheide: 141 ex.
Blauwborst Nachtegaal, Berkheide, Katwijk, 7 mei 2012 (René van Rossum)
Op 12 maart werd de eerste zingende Blauwborst waargenomen op Lentevreugd. Na een aantal jaren met enkele tientallen broedparen in Berkheide in het begin van deze eeuw is deze mooie soort tegenwoordig weer een schaarse broedvogel. Bekende plekken zijn Lentevreugd ( tenminste drie paartjes) en het ’meer met de muur’ (twee paartjes). In heel het voor BMP geïnventariseerde gebied 15 territoria (11 in Berkheide zelf, 4 op Lentevreugd). In het moerassige stukje achter de zandhopen van het Valkenburgse Meer werd ook een broedgeval vastgesteld (op 11 juli mannetje met uitgevlogen jong). Na een vogel op 12 augustus op Lentevreugd zijn er geen waarnemingen meer gedaan.
Nachtegaal
In landelijk bolwerk Berkheide werden 274 territoria vastgesteld. De eerste zingende Nachtegaal werd op 6 april gehoord op de Vrieze wei. In het najaar wordt meestal nog wel eens een enkele Nachtegaal opgemerkt. In 2012 niet, want de laatste melding was op 21 juli.
Zwarte Roodstaart
Tenminste een vastgesteld territorium bij de Watertoren. De eerste vogel werd hier eveneens waargenomen en wel op 18 maart. De laatste Zwarte Roodstaart werd op 21 november gezien op de Uitwatering.
Gekraagde Roodstaart
Broedvogel in het Panbos (5 territoria) en elders in Berkheide (34 territoria). Deze soort zit de laatste twee jaar enorm in de lift. De eerste Gekraagde Roodstaart van het seizoen werd op 6 april opgemerkt nabij het meer met de muur. In het najaar werden regelmatig trekkers opgemerkt in met name de Coepelduinen, en daarnaast in het Heerenschoolbos en op de Zanderij. De laatste vogel van het jaar werd op 18 oktober gezien op Golfbaan Rozenstein, tegenover Lentevreugd.
Paapje
Deze voormalige broedvogel van de Katwijkse duinen wordt tegenwoordig alleen nog gezien als doortrekker in de perioden eind april-mei en half augustus-oktober. Een extreem late vogel;
De Grauwe Vliegenvanger arriveert als een van de laatste zomervogels in de broedgebieden. De eerste vogel bevond zich dan ook pas op 11 mei op Lentevreugd. Slechts een broedgeval in het waarnemingsgebied: bij de hoofdingang van het Panbos. In het najaar werden doortrekkers opgemerkt onder meer langs het Zwarte pad, het Ridderpark en het Heerenschoolbos De laatste vogel werd gezien op 13 oktober langs de Berkenlaan.
Bonte Vliegenvanger
In het voorjaar van 2012 werd geen enkele Bonte Vliegenvanger opgemerkt. De eerste najaarsdoortrek vond plaats op 14 augustus, toen zich vier vogels ophielden langs het Zwarte pad en eentje in Berkheide. Hoge aantallen werden dit najaar niet aangetroffen. Het betrof nooit meer dan een of twee vogels gelijktijdig. Op 20 oktober werd de laatste Bonte Vliegenvanger van het seizoen gezien in het Ridderpark.
Huismus
Nog altijd algemeen broedend in de bebouwde kom van Katwijk,
Blauwborst ♂, Berkheide, Katwijk, 13 april 2012 (René van Rossum)
21
al zijn er wijken waar de soort maar niet wil komen (de Zanderij bijvoorbeeld). Opvallend talrijk is de Huismus bij Manege Jonker naast de Puinhoop. op 2 juli werden hier 100 ex geteld en op 15 juli 200 ex, inclusief veel bedelende jongen.
Ringmus
Inmiddels als broedvogel uit Berkheide verdwenen. Broedverdachte waarnemingen uit eventueel geschikte terreinen, zoals bijvoorbeeld de Mient-Kooltuin, ontbraken dit jaar. In het najaar wel regelmatig groepen overtrekkend over de Puinhoop, met top dagen op 8 en 10 oktober toen respectievelijk 380 en 148 vogels naar zuid werden genoteerd.
Heggemus
Algemene broedvogel in de duinen (Berkheide 244 paar) en in tuinen en groenstroken in de bebouwde kom. De beste dag met doortrek voor deze soort was 23 september, toen 74 vogels werden geteld over de Puinhoop.
22
Gele Kwikstaart
De eerste Gele kwikstaart van het jaar werd op 4 april opgemerkt boven Lentevreugd. De voorjaarstrek bereikte zijn hoogtepunt op 30 april, toen 40 exemplaren langs trektelpost Berkheide vlogen. Op 29 april zaten er 25 ex bij het vliegveld ter plaatse. Broedverdachte vogels zijn in 2012 niet vastgesteld, maar mogelijk dat de soort nog ergens broedt in de Mient-Kooltuin of Polder Hoogeweg. Vanaf 20 juli kwam de najaarstrek op gang, met als topdag 28 augustus toen 18 exemplaren over Savoy vlogen.
Engelse Gele Kwikstaart
Doortrekker in klein aantal in het voorjaar. De eerste vogels werden op 18 april gezien in de Mient-Kooltuin. De beste plekken om deze vogel te zien waren Trektelpost Berkheide, waar regelmatig enkele ex overtrokken, met maximaal zes ex op 30 april, en vliegveld Valkenburg, waar begin mei regelmatig vogels pleisterden.
Noordse Gele Kwikstaart
Een mager jaar voor deze soort. Op 28 april bevond zich een vogel ter plaatse op Vliegveld Valkenburg. In de periode 29 april - 27 mei werden vijf overtrekkende vogels opgemerkt boven trektelpost Berkheide
Grote Gele Kwikstaart
Overwinterende vogels werden onder andere opgemerkt in de Zanderij, de Willem vd Berghstichting, Rijnsoever en ’t Heen. In het voorjaar eenmaal overtrekkend over trektelpost Berkheide, op 22 maart. De eerste najaaarstrekker werd gezien op 30 augustus over de Buitenwatering. Goede dagen over de Puinhoop waren 30 september en 10 oktober met respectievelijk 13 en 11 ex.
Witte Kwikstaart
Enkele winterwaarnemingen, zoals op 2 januari in de Mient-Kooltuin en op 24 januari overvliegend in noordelijke richting over de Uitwatering.Vanaf eind februari kwam de voorjaarstrek goed op gang, met bijvoorbeeld op 22 maart 29 ex over Trektelpost Berkheide. In Berkheide een territorium vastgesteld en gezien enkele
Boompieper, Wassenaarse Slag, Wassenaar, 20 april 2012 (René van Rossum)
zomerwaarnemingen ook nog wel broedend in de Mient-Kooltuin en Vliegveld Valkenburg. Zeer waarschijnlijk ook elders in tuin derijen broedend.
Rouwkwikstaart
Doortrekker in kleine aantallen dit voorjaar, in de periode 3 maart tot 10 mei. Pleisterende vogels waren toen aanwezig op Vliegveld Valkenburg, Lentevreugd en in de Mient-Kooltuin.
Grote Pieper
Een van de weinige voorjaarswaarneming werd gedaan op Lentevreugd. Hier was een vogel van 1 tot 6 mei aanwezig. In het najaar was hier wederom een vogel aanwezig, van 6 tot 10 oktober. Over de Puinhoop trokken dit najaar in totaal vijf vogels over. Op 10 oktober werd een exemplaar overvliegend boven de Kerkstraat opgemerkt.
Duinpieper
Twee voorjaarsgevallen: 30 april en 27 mei over trektelpost Berkheide. Twee najaarsgevallen: 9 september over Savoy en 21 september over Lentevreugd
23
Graspieper
Algemene broedvogel in Berkheide (49 paar) en Lentevreugd (24 paar), en waarschijnlijk ook enkele in de Coepelduinen, maar elders ontbrekend. Beste trekdag in het voorjaar was 30 april, toen 508 ex over trektelpost Berkheide werden genoteerd. Voor het najaar was dit 30 september, toen maar liefst 4.090 ex over de Puinhoop vlogen.
Boompieper
Alleen broedvogel in Berkheide, met 18 territoria. De eerste vogel van het seizoen werd hier gezien op 28 maart. Op 30 april vlogen 36 ex over trektelpost Berkheide. In het najaar was de topdag 23 september, toen 45 ex over de Puinhoop trokken.
Noordse Kwikstaart ♂, Oude Broekweg, nabij voormalig Vliegkamp Valkenburg, 28 april 2012 (René van Rossum)
Siberische Boompieper
Twee waarnemingen van overvliegende vogels: op 17 oktober in Berkheide en op 11 november in de Coepelduinen. Helaas kon het geluid van beide vogels niet worden opgenomen, zodat het bij claims zal blijven.
Roodkeelpieper
De enige vogel dit jaar hield zich op 15 en 16 september op nabij het Guytendel in de Coepelduinen.
Oeverpieper
Doortrekker in het voor- en najaar in kleine (afnemende?) aantallen. Ook enkele malen ter plaatse op de Buitenwatering. Op 22 en 23 september bevonden zich hier bijvoorbeeld drie exemplaren.
Waterpieper
Overwinterde in klein aantal op Lentvreugd (maximaal drie exemplaren) en Vliegveld Valkenburg.
Vink
Sterk toegenomen broedvogel in Berkheide/Panbos, met 154 territoria (in 1984 nog slechts vijf!) en ook elders in het gebied nog steeds toenemend. In het najaar na de Spreeuw de meest getelde
Rouwkwikstaart, Oude Broekweg, nabij voormalig Vliegkamp Valkenburg, 20 april 2012 (Jaap Engberts)
Gele Kwikstaart ♂, Oude Broekweg, nabij Vliegkamp Valkenburg, 29 april 2012 (René van Rossum) trekvogel over de Puinhoop. In totaal 60.682 vogels, met als topdag 19 oktober (9.870 ex). Ook als wintervogel steeds algemener.
Keep
Schaarse wintergast en talrijke doortrekker in het najaar. Een late zingende Keep werd op 30 april nog gezien in Berkheide. Topdag was 31 oktober, toen 1.200 vogels over Puinhoop trokken.
Europese Kanarie
Schaarse doortrekker in voor- en najaar, maar relatief veel waarnemingen dit jaar: 30 april 1 richting noord over Trektelpost Berkheide 8 oktober 1 richting zuid over de Coepelduinen 10 oktober 1 richting zuid over de Puinhoop 20 oktober 1 richting zuid over de Puinhoop 22 oktober 1 richting zuid over Berkheide 23 oktober 1 richting zuid over Berkheide
Engelse Kwikstaart ♂, Oude Broekweg, nabij Vliegkamp Valkenburg, 29 april 2012 (René van Rossum) 26 oktober 1 richting zuid over Lentevreugd
Groenling
Hier en daar broedend in de bebouwde kom van Katwijk. Lijkt de laatste jaren in aantal toe te nemen, hoewel daarover geen kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn. Aan de randen van Berkheide werden in ieder geval zes paar vastgesteld.Over de Puinhoop dit najaar in totaal 228 vogels overtrekkend, met als topdag 11 november (88 ex). In de winter de bekende groepjes op met name de aangeplante rimpelroos.
Sijs
In de zomermaanden werden enkele malen Sijzen opgemerkt, bijvoorbeeld op 7 juli vier ex overvliegend in zuidelijke richting over Katwijk aan de Rijn, 21 juli over de Coepelduinen en op 23 juli 1 ter plaatse achter de koffietent in Berkheide. Het was een goed najaar voor Sijs op de Puinhoop, met ruim 2.900 getelde vogels, waarvan
❱ De Kleine Mantelmeeuw-soap
550 ex op 8 oktober. Als wintergast niet zeldzaam, maar zeker niet algemeen. Twee bekende overwinteringsplekken zijn het elzenbosje op Lentevreugd en de elzenhaag in het Heerenschoolbos.
Putter
Schaarse broedvogel in de bebouwde kom van Katwijk op onverwachte plekken, en altijd in hele kleine boompjes, bijvoorbeeld in de Zeewinde, de Zuidstraat, langs het Prins Hendrikkamaal en in de Wassenaarseweg. In Berkheide werden negen territoria vastgesteld. Concentraties na de broedtijd op ruige plekjes met distels onder andere op Lentevreugd en omgeving Vliegveld Valkenburg. Op 2 september groep van 32 ex op de Zanderij.
Grote Barmsijs
Slechts één waarneming: op 13 oktober bevonden zich drie exemplaren nabij het Duyfrak in Valkenburg.
Kleine Barmsijs
24
In de periode maart-juni werden verschillende malen Kleine Barm sijzen in Berkheide gehoord en gezien. Toch kon volgens de gegevens van de Vogelwerkgroep Berkheide geen territorium van deze soort worden vastgesteld. In de Coepelduinen werden op 23 april en 27 mei zingende Kleine barmsijzen vastgesteld. In het najaar verschillende barmsijzen over de Puinhoop trekkend. Het was niet met zekerheid vast te stellen of dit Grote of Kleine Barmsijzen zijn.
Frater
Deze soort is de laatste jaren erg schaars geworden. Op 8 januari vlogen 10 exemplaren richting zuid over telpost Savoy. That was all.
Kneu
Algemene broedvogel in Berkheide en Lentevreugd, respectievelijk 43 en 11 paar. Enkele paartjes in de Coepelduinen. In het voorjaar was de beste trekdag voor deze soort 3 april, toen 33 ex over trektelpost Berkheide vlogen. Voor de Puinhoop was de topdag 30 september toen 101 ex overvlogen.
Roodmus
Drie waarnemingen: 27 mei 2e kalenderjaar mannetje Coepelduinen 28 mei zingend mannetje, Wassenaarseweg, Katwijk aan den Rijn. 28 mei 1 zingend mannetje, Johannes Poststraat, Rijnsburg.
Kruisbek
Regelmatige doortrekker dit jaar. In het voorjaar werden in totaal 86 Kruisbekken genoteerd over trektelpost Berkheide. Topdag was 27 mei met 47 ex, waarvan de meeste richting noord vlogen. In het najaar een stuk schaarser; in totaal 34 stuks in de periode 21 september-11 oktober.
Goudvink
Schaarse broedvogel in Berkheide, met in totaal vijf paar. Een paartje bracht jongen groot in de tuin van de boswachter van Panbos. Er werden weinig vogels tijdens de najaarstrek gezien; in totaal
Sneeuwgors, in tuin Rijnsoever aan de Kreeft, Katwijk aan Zee, januari 2012 (Jaap van Duijn)
25 Kruisbek ♂, trektelpost Berkheide, Wassenaar, 27 mei 2012 (René van Rossum)
acht. Ongebruikelijke plekken voor deze soort waren op 10 oktober in de Sandtlaan in Rijnsburg, op 15 oktober in het Ridderpark en op 20 november twee vrouwtjes bij het Valkenburgse Meer. Maximale aantal bij totaaltellingen in Berkheide 10 ex.
Appelvink
De Appelvink is in 2012 niet als broedvogel vastgesteld. Het was wel een buitengewoon goed voorjaar voor deze soort op trektelpost Berkheide. Tussen 25 en 27 mei vlogen hier maar liefst 111 exemplaren over. Het aantal van 59 vogels op 26 mei was een nieuw telpostrecord. In het najaar was de soort veel zeldzamer. Over de Puinhoop werden slechts zeven vogels genoteerd. Pleisterende vogels werden in maart gezien in het Panbos en in september op de Willem van de Berghstichting.
Geelgors
Deze voormalige broedvogel was in 2012 een zeldzame soort. In totaal slechts zes overvliegende vogels in het najaar over de Puinhoop, waarvan drie op 23 september.
Sneeuwgors
In januari bezocht een mannetje een tuin in Rijnsoever. De najaarstrek over de Puinhoop was mager, met in totaal vier ex. Er werden ook enkele groepjes langstrekkend gezien bij Savoy. Begin november tot vier ex pleisterend op de Uitwatering, waarbij het bij minimaal twee exemplaren bleek te gaan om de IJslandse ondersoort ”nivalis”. Hiervan is uitgebreid verslag gedaan in Dutch Birding nummer 1, 2013.
Ortolaan
Vijf waarnemingen: 19 augustus 1 richting zuid over de Coepelduinen. 29 augustus 1 richting zuid over de Coepelduinen. 2 september 1 richting zuid over de Coepelduinen. 8 september 1 richting zuid over de Coepelduinen. 9 september 1 richting zuid over de Puinhoop.
Rietgors
In maart weer terug in het broedgebied. Algemene broedvogel in Berkheide (23 paar), Lentevreugd (27 paar) en het Valkenburgse meer, en nog een paartje op de Zanderij. Tijdens najaarstrek in totaal 300 vogels geteld, met als topdag 19 oktober (58 ex).
IJsgors
Er was een voorjaarsgeval: op 30 april vloog een ex noord over trektelpost Berkheide. In het najaar in totaal 13 ex over de Puinhoop in de periode 1 oktober - 11 november. Op 6 oktober waren vijf vogels ter plaatse op Lentevreugd en op 22 december werd hier ook nog een vogel gezien. Door Gijsbert van der Bent, Menno van Duijn, Maarten en Wim Langbroek en Casper Zuyderduyn, en met dank aan Ben ter Haar, Peter Spieringburg en Kees Schoonenberg.
Kleine Mantelmeeuwen, Katwijk aan Zee, 21 mei 2012 (Gijsbert van der Bent)
De Kleine Mantelmeeuw is een algemene dakbroeder geworden in Katwijk, en is waarschijnlijk in aantal de al langer dakbroedende Zilvermeeuw voorbijgestreefd. Een voor plaatsen als Katwijk grote kolonie bevond zich in 2011 en 2012 op het Prins Hendrikkanaal (zie Duinstag 2011, nummer 2). Eind februari 2012 was de soort nog niet aanwezig boven deze broedplaats. Op 8 maart patrouilleerde er enkele exemplaren. De gemeente wilde het pand in het voorjaar van 2012 slopen. Dus midden in het broedseizoen. Het advies van onze vogelwerkgroep: direct slopen in maart, of anders wachten tot het broedseizoen over is. Maar de gemeente had blijkbaar geen andere mogelijkheid en bleef inzetten op sloop midden in het broedseizoen. Eigenwijs ? Broedende meeuwen mag men niet verstoren, dus de broedpogingen van de meeuwen op dit mooie platte dak moesten bij voorbaat de kop in worden gedrukt. Op 22 maart waren er al 80-90 enthousiast baltsende vogels op en boven het dak aanwezig, maar hoe ging de gemeente nu het dak ongeschikt maken? Op 23 maart was er een grote lap plastic gespannen om de meeuwen af te schrikken, en hoorde ik van plannen om het dak met sprinklers onder water te zetten. Van dat laatste kwam het niet. De meeuwen gaven ondertussen geen krimp. Half mei was er grof geschut ingezet; het hele dak was met netten overspand. De meeuwen vertoonden aandoenlijke trouw aan de nestplaats en gingen gewoon door met nesten maken en eieren leggen. Op de netten! Die daardoor overal inzakten. De gemeente erkende zijn nederlaag en liet de netten (voorzichtig) verwijderen. Tot vreugde van de meeuwen, en met ’tientallen nesten’ als resultaat. Op 25 juni werden 30 broedende vogels geteld (in 2011 waren er toen al grote pulli). Op 9 juli
Kleine Mantelmeeuwen, Veerboot naar Texel, juli 2011 (René van Rossum)
waren er veel kleine pulli op het dak. Een solitair paartje aan de overkant van het kanaal had toen al bijna vliegvlugge jongen. Door Peter Spierenburg werden 41 paar geteld in de grote kolonie en vier paartjes verspreid. De aanhouder won dus, maar de vreugde duurt maar kort. In het najaar is het pand, waarin ook nog Stadsduiven broedden, uiteindelijk gesloopt. In 2013 zullen deze Kleine Mantelmeeuwen dus elders emplooi moeten vinden. Andere broedplaatsen in Katwijk aan Zee met meerdere broedvogels bij elkaar zijn Salem en de flat in de Hoornes tegenover de Pniël Kerk. Inmiddels over de hele bebouwde kom verspreide broedgevallen op daken en dakkapellen (Zanderij bijvoorbeeld). Op industrieterrein ’t Heen is een grote kolonie bekend van 255 paar (ongeveer evenveel als in 2011), en op de Flora zitten ook nog eens 85 paartjes. Gijsbert van der Bent
❱
26
2012 het beste jaar ooit voor Waterrietzanger
De Waterrietzanger, ooit algemeen, is nu een mondiaal sterk bedreigde soort als gevolg van habitatvernietiging in zowel de broed- als overwinteringsgebieden. De wereldpopulatie wordt momenteel geschat op 32.000-48.000 vogels (gebaseerd op 11.000-16.000 zingende man netjes), verspreid over ongeveer 40 locaties in Duitsland, Polen, Litouwen, het Europese deel van de Russische Federatie, Wit-Rusland, Oekraïne en Hongarije. Echter, 80 procent van de totale populatie broedt in slechts vier locaties in Polen, Oekraïne en Wit-Rusland. In het najaar trekken de Waterrietzangers vanuit de broedgebieden weg in westelijke richting, om vervolgens via de Noordzeekust (wat de waar nemingen bij ons verklaart), Frankrijk, Spanje en Portugal naar de overwinteringsgebieden in West-Afrika te vliegen. De meest zuidoostelijke broedvogels (Oekraïne) volgen meer een route westwaarts langs het Middellandse Zeegebied. Het grootste overwinteringsgebied is gelegen in Senegal, en wel in het Djoudj National Park en de moerasgebieden bij Tiquet. In 2011 zijn er nieuwe overwinteringsgebieden gevonden in het westelijk deel van Mauritanië en in de Nigerdelta in Mali. Eerdere waarnemingen in het werkgebied
De soort werd voor het eerst in ons werkgebied waargenomen op 17 augustus 1988 (ringvangst Vogelringstation De Beer in Berkheide), gevolgd door een waarneming in 1995 (datum onbekend) in de voormalige Boerendel in Berkheide. Daarna duurde het negen jaar voordat de soort weer zou opduiken. In 2004 werd de soort op drie verschillende plekken waargenomen in ons werkgebied: Berkheide (8 augustus), Lentevreugd (15 t/m 17 augustus) en op telpost De Puinhoop (4 en 5 september). Hierna bleef het stil tot 2008. Sinds dat jaar wordt de soort jaarlijks waargenomen in ons werkgebied, waarbij het opvallend is dat de waarnemingen zich sindsdien concentreren op Lentevreugd. Of liever gezegd, sinds 2008 wordt de soort alleen waargenomen op Lentevreugd. Zo ook in 2012.
Het jaar 2012
Op 27 juli ontdekte Ed Schouten de eerste Waterrietzanger voor het ’seizoen 2012’, aan het einde van het welbekende dijkje op Lentevreugd. Het betrof een onvolwassen vogel die zich, zoals vaker op Lentevreugd, erg leuk liet bekijken en fotograferen. Johnny van der Zwaag had de eer om de laatste waarneming op zijn naam te schrijven, en wel op 8 augustus. Het hoogtepunt was 29 juli, toen er tenminste drie verschillende exemplaren werden waargenomen. Op basis van analyse van alle waarnemingen uit 2012 kan voorzichtig worden geconcludeerd dat in 2012 tenminste negen verschillende Waterrietzangers zijn waargenomen. Hierbij zijn dubbele waarnemingen zoveel
mogelijk uitgesloten en zijn waarnemingen waar een of meerdere dagen tussen zaten als nieuwe exemplaren genoteerd. Eenzelfde analyse is gedaan voor de jaren 2004 en 2008 t/m 2011. In totaal zijn t/m 2012 per jaar de volgende aantallen waargenomen in ons werkgebied: 2004 (3), 2008 (1), 2009 (3), 2010 (6), 2011 (7) en 2012 (9). Hieruit blijkt dat 2012 in ons gebied het beste jaar ooit was voor de Waterrietzanger.
Waterrietzanger, Lentevreugd, Wassenaar, 27 juli 2012 (René van Rossum)
Doortrekpatroon op Lentevreugd
In Nederland wordt de Waterrietzanger in het vroege najaar waargenomen, van de laatste week van juli t/m half september. Met een piek in de eerste twee weken van augustus. Het is dan niet verwonderlijk dat het doortrekpatroon op Lentevreugd gelijk is aan het landelijke. De soort wordt in Lentevreugd met name waargenomen in de periode 1-17 augustus, met als uiterste data 25 juli en 5 september. Bij vrijwel alle waargenomen exemplaren gaat het om onvolwassen vogels. Alleen op 3 augustus 2010 is met zekerheid een adulte vogel waargenomen.
Habitatkeuze bepalend ?
In 2004, 2008, 2009 en 2010 werd de soort aangetroffen in het rietveld rondom het einde van het dijkje, waar de vegetatie hoofdzakelijk uit Riet Phragmites australis bestaat. Sinds 2011 echter duikt de Waterrietzanger meer op in de vegetatie langs de zogenaamde ”slenk”. De vegetatie wordt hier gekenmerkt door een combinatie van Riet (en dan als lage vegetatie), Pitrus Junctus effusus en Ruwe Bies Schoenoplectus tabernaemon tani. Uit diverse studies blijkt dat de Waterrietzanger in zowel broed- en overwinteringsgebieden als in de doortrekgebieden veelal kiest voor eenzelfde soort habitat waarbij de vegetatie wordt gedomineerd door Phragmites sp., Junctus sp. en Schoen oplectus sp. (en verwante soorten). De Waterrietzanger is dus een echte habitatspecialist, die hoge eisen stelt aan zijn leefgebieden. Waarbij niet alleen het type vegetatie een grote rol speelt, maar ook de waterstand en de hoogte van de vegetatie. Dit verklaart wellicht waarom de soort sinds 2011 in toenemende mate wordt waargenomen aan de rand van de slenk. Het is echter niet uitgesloten dat de soort zich ook ophoudt in het ontoegankelijk deel van het rietmoeras, waardoor het werkelijke aantal doortrekkende waterrietzangers iets hoger zou kunnen liggen. De combinatie van Riet, Pitrus en Ruwe Bies lijkt wel een vereiste, aangezien in andere delen van Lentevreugd (bijvoorbeeld het noordoostelijk deel, waar veel pollen Pitrus/Ruwe Bies te vinden zijn) tot op heden geen Waterrietzangers zijn waargenomen.
27
Tot slot
Sinds 2008 neemt het aantal exemplaren dat wordt waargenomen toe, waarbij 2012 het beste jaar tot nu toe is voor deze soort in ons werkgebied. Het gebied Lentevreugd speelt hierin een belangrijke rol en is in een kort tijdsbestek dé plek geworden voor de Waterrietzanger in de regio en wellicht ook in heel Zuid-Holland. De vraag is alleen: voor hoe lang? Het zou niet verkeerd zijn om hier eens dieper op in te gaan, om zo te kijken of er misschien bepaalde beheersmaatregelen kunnen worden ontwikkeld om Lentevreugd aantrekkelijk te houden voor deze mooie maar ernstig bedreigde soort. Voor meer informatie wordt verwezen naar: http://www.birdlife.org/datazone/speciesfactsheet.php?id=7597 www.aquaticwarbler.net Bas van der Burg
[email protected] Waterrietzanger, Lentevreugd, Wassenaar, 13 augustus 2012 (René van Rossum)
30 april 2012 was een topdag
❱ Het jaar 2012 in getallen, tabellen en grafieken
❱ Eerste aanvaarde Alpengierzwaluw voor Katwijk
Aan het einde van de maand april van 2012 had het trektellen nog maar weinig opgeleverd. De wind waaide steeds uit de verkeerde hoek, en de temperaturen waren erg laag. De laatste twee dagen van deze maand maakten echter een hoop goed.
Alpengierzwaluw, Grossglockner, Oostenrijk, 14 juni 2012 (René van Rossum)
28 Het begon op 29 april 2012. Op deze dag vlogen vele honderden Boerenzwaluwen boven en over Berkheide en ook over vliegveld Valkenburg. Tot laat in de avond foerageerden ze daar in grote groepen. De zwaluwen waren door de lage temperaturen lang blijven hangen in zuidelijker streken, en schoten nu allemaal door naar het noorden. De voorspellingen voor 30 april, Koninginnedag, waren erg goed. In de nacht zou de wind waaien uit oostelijke richting en in de ochtend zou deze draaien naar noordoost, kracht 3. Ook kon de temperatuur overdag aardig oplopen. Al met al zorgde dit voor een goed bemande trektelpost Berkheid. De kwantiteit viel tegen maar de kwaliteit daarentegen was uitstekend. Krenten waren twee Roodstuitzwaluwen, twee Europese Kanaries, een Zwarte wouw, een IJsgors en een Duinpieper. Laatstgenoemde soort misten we helaas omdat onze Wim om 10.00 uur moest werken en we daarom eerder van de telpost vertrokken. Toen we thuiskwamen vlogen er nog steeds behoorlijk wat zwaluwen, en af en toe wat kwikstaarten en Graspiepers. Het was uitstekend weer voor een bakje koffie in de tuin met de verrekijker om de nek. Rond half 11 zie ik opeens een Alpengierzwaluw tussen de Gierzwaluwen, recht boven het huis! Al de
kenmerken zijn uitstekend te zien. M’n vader ziet de vogel ook. De Alpengierzwaluw vliegt daarna snel door, richting oost. Maarten en Wim zijn allebei niet thuis, en door drukte op het werk wordt de telefoon pas na 11.00 opgenomen. Het bellen van andere vogelaars heeft waarschijnlijk ook weinig zin. De waarneming wordt zo snel mogelijk ingevoerd, en staat iets later op de Dutchbirdalerts. In de omgeving wordt de vogel helaas niet opgepikt. Alleen Jan Mudde ziet deze dag een overvliegende Alpengierzwaluw, over Berkel en Rodenrijs om 12.37 uur. Dit zou best wel eens dezelfde vogel geweest kunnen zijn. Het gaat hier om het vierde geval voor het Katwijkse waarnemingengebied, maar pas het eerste aanvaarde geval. Officieel een nieuwe soort voor Katwijk dus. De waarneming van Jan Mudde is echter niet aanvaard. Al met al een was het een Koninginnedag om niet snel te vergeten ! Marien Langbroek
Naschrift: Volgens www.dutchavifauna.nl zijn er in Nederland tot en met 2011 in totaal 54 waarnemingen van de Alpengierzwaluw gedaan. De waarneming uit Katwijk is vooralsnog het enige aanvaarde geval in Nederland voor het jaar 2012. Drie gevallen uit 2012 circuleren nog (Utrecht, Castricum, Oirschot), en naast het hierboven genoemde geval van Berkel Rodenrijs is voor 2012 ook een waarneming uit Groningen afgewezen.
Alpengierzwaluw, Istanbul, Turkeije, 17 september 2010 (René van Rossum)
Hoeveel soorten zijn er gezien in ons werkgebied, hoeveel uur is er geteld per telpost, hoeveel vogels zijn er gezien op 1 bepaalde dag, wat was de beste dag in 2012, hoe verhoudt 2012 zich tot voorgaande jaren, enz., enz. Met de komst van www.trektellen.nl in 2002 en met de aansluiting van de vogelclub bij www.waarneming.nl in 2007, zijn dit soort gegevens tegenwoordig relatief gemakkelijk te reproduceren. Hieronder zal worden ingegaan op het aantal soorten dat in 2012 is waargenomen, inclusief een vergelijking met voorgaande jaren en het fenomeen www. waarneming.nl (en welke gegevens eruit zijn te halen). Tevens zal worden ingegaan op trektellen. Binnen het werkgebied van de vogelclub zijn drie telposten aanwezig, elk met zijn eigen dynamiek aan soorten, aantallen vogels, bezettingsgraad en dergelijke. Aantal soorten in 2012
In 2012 werden 260 soorten waargenomen inclusief de vier soorten (Arendbuizerd, Giervalk, Siberische Boompieper en Zwartkeellijster) die nog door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) moeten worden beoordeeld. Van de vier genoemde ”nog te beoordelen” soorten, maakt de Zwartkeellijster de grootste kans om aanvaard te worden. Zodoende komt het jaartotaal uit op 257 soorten. 2012 gaat
daarom in de boeken als het 2e jaar ooit qua soortenaantal! Voor 2012 zijn er drie nieuwkomers te noteren, te weten: Alpengierzwaluw (waargenomen 30 april en aanvaard door CDNA), de Cetti’s Zanger (alhoewel de soort zeer waarschijnlijk in 2011 ook al is waargenomen) en de Zwartkeellijster. De totale soortenlijst van de vogelclub steeg in 2012 van 323 naar 326. Hierbij moet wel worden aangegeven dat de Dwergooruil (2008) en de Witbandkruisbek (2011), beiden waargenomen op het terrein van ’s-Heerenloo West-Nederland, niet zijn meegenomen in de totalen. Dit wijkt enigszins af van het werkgebied zoals dat is aangehouden op katwijk.waarneming.nl. 2012 gaat in ieder geval in de boeken als het jaar waarin het individuele jaarrecord van 239 soorten uit 2011, ruimschoots werd verbroken door René van Rossum. Het individuele jaarrecord staat nu op 245 soorten (inclusief de eerder genoemde Zwartkeellijster). Een verbetering met maar liefst zes soorten. Indien, voor wat betreft het jaarrecord 2011, de Ganzenhoek buiten beschouwing wordt gelaten, gaat het zelfs om een verbetering met acht soorten (Taigaboomkruiper en Pallas’ Boszanger dan niet meegerekend). René van Rossum wist 95% van de in 2012 waargenomen vogelsoorten op zijn lijstje te noteren. De landelijke ”vuistregel” van 90%, die inhoudt dat het voor één waarnemer mogelijk moet zijn 90% van het totale aantal vogelsoorten dat in één jaar in Nederland wordt waargenomen ook daadwerkelijk te zien, en die ook is te hanteren op lokaal niveau, is in 2012 ruimschoots overschreden (zie ook artikel ”Jaarlijsten in Katwijk: een nieuw fenomeen?”, Duinstag 2011:1, 57-61). Het leuke van www.katwijk.waarneming.nl is dat het ook mogelijk is om de totale lijstopbouw van 2012 in het
Grafiek 1: opbouw soortenlijst in 2012 (totaal en individueel)
29
werkgebied te vergelijken met die van individuele vogelaars. Loopt de ”totale lijstopbouw” synchroon met een individuele lijstopbouw? In grafiek 1 is getracht dit inzichtelijk te maken door de ”totale lijstopbouw 2012” af te zetten tegen de lijstopbouw van de vijf personen die in 2012 in het werkgebied 200+ vogelsoorten hebben waargenomen. Het opvallende aan de grafiek is dat de totale lijstopbouw en die van enkele vogelaars zeer veel gelijkenis vertonen. Op zich niet verwonderlijk aangezien de meest fanatieke ”jaarlijsters” ervoor zorgen dat zij zo snel mogelijk een nieuwe soort proberen mee te pakken. Gedurende het jaar zie je qua lijstopbouw min-of-meer drie pieken te weten: 1-31 januari, 31 maart - 30 april en 31 augustus - 31 oktober. De eerste piek wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het fenomeen ”jaarlijsten”, terwijl voor de andere twee pieken de vogeltrek als reden is aan te wijzen.
30
Zoals aangegeven werden in 2012 in totaal 257 vogelsoorten waargenomen in het werkgebied met drie nieuwkomers. Maar hoe verhoudt dit zich nu met andere jaren? Ook hiervoor is de database te vinden op de website www.katwijk.waarneming. nl een zeer bruikbaar middel. Echter, het gaat hier dan om ”ruwe” data die wel bewerkt moeten worden. Soorten die niet zijn ingediend bij en niet zijn aanvaard door de CDNA zijn buiten beschouwing gelaten, terwijl deze wel terug zijn te vinden in de database. Rekening houdend met het bovenstaande wordt in tabel 1 inzichtelijk gemaakt hoeveel soorten er jaarlijks zijn waargenomen in de periode 2002-2012, hoeveel nieuwkomers per jaar in de betreffende periode zijn gezien (en welke) en wat dit betekende voor de totale soortenlijst. Met de gegevens in deze tabel is het mogelijk om het jaar totaal 2012 te vergelijken met het jaargemiddelde en is het mogelijk om te beoordelen of 2012, qua nieuwkomers voor het werkgebied boven het gemiddelde is uitgekomen. Het jaargemiddelde over de periode 2002-2012 bedraagt 236 soorten/ jaar. Echter, omdat de aantallen in de periode 2002-2005 zeer waarschijnlijk niet volledig zijn, juist vanwege feit dat de vogelclub pas in april 2007 aansluiting heeft gezocht bij www. waarneming.nl, is het beter uit te gaan van het jaargemiddelde berekend over de periode 2006-2012. Het jaargemiddelde over de periode 2006-2012, bedraagt 247 soorten. De totaal
score van 257 voor 2012 ligt wat dat betreft met 4% boven het gemiddelde. Alleen 2011 scoorde beter met 5,6% boven het gemiddelde. Bij de bepaling van het gemiddeld aantal nieuw komers dat per jaar wordt waargenomen, is het wel mogelijk gebruik te maken van de periode 2002-2012. Dit omdat het aantal nieuwkomers per jaar laag is en dit relatief eenvoudig is te controleren. In de periode 2002-2012 is de soortenlijst gegroeid van 313 naar 326 soorten, wat een gemiddelde betekent van 1,2 soorten per jaar. Met de drie nieuwkomers in 2012 kan worden gesteld dat 2012 ruim boven het gemiddelde zit. Ter vergelijking, topjaar 2011 met 261 soorten kende slechts één nieuwkomer.
De lokale pagina www.katwijk.waarneming.nl in relatie tot 2012
In april 2007 ging de lokale pagina www.katwijk.waarneming. nl in de lucht en werd dit ”het medium” voor vogelaars om hun waarnemingen met anderen te kunnen delen. Hoewel nog niet iedere ”Katwijkse” vogelaar zijn/haar waarneming invoert, is er wel sprake van een toename door de jaren heen. En met het groeien van de database, wordt het ook mogelijk statistiek ”te bedrijven” op de ingevoerde waarnemingen. Een mooi voorbeeld hiervan is het onderwerp ”aantal soorten in 2012” waar eerder in dit artikel op is ingegaan. Andere leuke weetjes die uit de database zijn te halen, zijn bijvoorbeeld gegevens over het aantal vogelwaarnemingen wat is ingevoerd, hoeveel mensen een vogelwaarneming hebben ingevoerd in 2012, welke soort is nu het meest ingevoerd, e.d. Uit de database blijkt dat in 2012 door 584 verschillende personen in totaal 38.412 vogelwaar-nemingen zijn ingevoerd, waarvan daadwerkelijk 34.620 waarnemingen betrekking hebben op een waarneming uit 2012. In totaal zijn er een slordige 1,6 miljoen exemplaren ingevoerd, betreffende 261 vogelsoorten, negen exoten (zoals Nijlgans, maar ook IJslandse Brilduiker), zes hybriden, 15 zogenaamde ”verzamelsoorten” (zoals ”Noordse Stern/Visdief”), één ”variëteit” (witkoppige Staartmees), drie ”forma’s” (zoals Parkeend), en zijn 18 soorten op ondersoortniveau ingevoerd (zoals Russische Kauw). Ook is het mogelijk een top 10 te genereren en blijkt uit de database, dat, opvallend genoeg, de Buizerd de soort is die in 2012 het meest
Tabel 1: Overzicht jaartotalen 2002-2012 Jaar
Totaal/jaar
Totaallijst
2002
193
313
2003
227
2004
223
2006
235
2005
2007
2008
2009 2010
2011
2012
223 244
244
240 249 261
257
Nieuwkomer/jaar Aantal 3
Soorten Roodhalsgans en Roze Spreeuw
314
2
Kleinst Waterhoen, Poelruiter
315
1
Zwarte Zeekoet
314 318
319
0 3
1
---
Ralreiger, Slangenarend en Graszanger
Kroonboszanger
319
0
---
322
2
Kuifkoekoek, Withalsvliegenvanger
326
3
Alpengierzwaluw, Zwartkeellijster en Cetti’s Zanger
320 323
1
1
Raddes Boszanger
Giervalk
In deze tabel zijn alleen de soorten opgenomen die zijn waargenomen in het werkgebied zoals dat is te vinden op www.katwijk. waarneming.nl, met dien verstande dat de soorten die alleen in de Ganzenhoek dan wel alleen op het terrein van ’s-Heerenloo West-Nederland zijn aangetroffen niet zijn meegenomen in de totalen.
Tabel 2: top 10 aantal meest ingevoerde vogelsoorten Top 10 aantal waarnemingen Soort
waarnemingen
exemplaren
Top 10 aantal exemplaren Soort
exemplaren
waarnemingen
Buizerd
590
1.229
Spreeuw
439.649
207
Roodborsttapuit
498
1.206
Koperwiek
109.725
239
Graspieper Torenvalk
534
464
43.114 652
Vink
99.625
188
Drieteenmeeuw
65.896
328
Kokmeeuw
50.470
463
845
Smient
Groene Specht
411
455
Zilvermeeuw
Rietgors
Aalscholver
Grote Bonte Specht
455
406 401 382
455
1.632
22.878 693
is ingevoerd kijkend naar het aantal waarnemingen. Echter, de Spreeuw voert de lijst aan als het gaat om aantal ingevoerde exemplaren. In tabel 2 is een top 10 van de meest ingevoerde soorten in 2012 (aantal waarnemingen en aantal exemplaren) weergegeven. Een opvallende verschijning in de top 10 aantal waarnemingen is de Humes Bladkoning. De soort is goed voor 455 waarnemingen en staat daarmee op de 6e plaats in de top 10. Echter, het gaat hier ”maar” om 2-3 vogels die in 2012 zijn waargenomen in ons werkgebied. De Humes Bladkoning geeft wat dat betreft goed aan hoe www.waarneming.nl is opgezet, namelijk uitgaan van de waarnemer in plaats van de waarneming waardoor het systeem veel dubbeltellingen kent. Wat dat betreft geeft de top 10 van aantal ingevoerde exemplaren een iets beter beeld met betrekking tot de status van enkele vogelsoorten in 2012. In deze top 10 zitten namelijk
254
Alk/Zeekoet
Tjiftjaf
Humes Bladkoning
163.353
Fuut
Graspieper
78.665
57.527
45.854
43.114
322
340 327
338 534
soorten waarvan ook de verwachting is dat die de hoofdmoot vormen van het totale aantal exemplaren vogels in ons werkgebied. Echter, ook hiervoor geldt dat de gegevens uit deze top 10 niet zonder meer 1-op-1 bruikbaar zijn. Een illustratief voorbeeld is het aantal Spreeuwen wat op 20 oktober 2012 over telpost De Puinhoop vloog (bron: www.trektellen.nl). Op 20 oktober werden in totaal 53.860 overvliegende Spreeuwen genoteerd. Echter, op www.katwijk.waarneming.nl is de Spreeuw in totaal door vijf personen ingevoerd, variërend van 45.000 tot 53.860 exemplaren. Juist omdat www.waarneming. nl uitgaat van de waarnemer, geeft dit een vertekend beeld. Immers deze vijf ”dubbeltellingen” zijn goed voor in totaal 252.720 Spreeuwen, wat 57% van het totale aantal Spreeuwen is wat in heel 2012 is ingevoerd. Ondanks datgene wat hiervoor is aangegeven, levert de database een schat aan informatie op die elk jaar meer informatie oplevert. Zoals eerder aangegeven, is de vogelclub in april 2007 aange-
Grafiek 2: Verloop waarnemingen en waarnemers 2006-2012
31
32
sloten bij www.waarneming.nl. Sindsdien neemt het aantal ingevoerde vogelwaarnemingen flink toe, waarbij in 2012 voor het eerst de 30.000 waarnemingen in een jaar tijd is gepasseerd (34.620 vogelwaarnemingen die ook daadwerkelijk betrekking hebben op 2012). Een mooie bijkomstigheid is, is dat de vogelclub ook de beschikking heeft over waarnemingen die zijn ingevoerd door vogelaars van ”buitenaf”. Elke waarneming die wordt ingevoerd op de landelijke site wordt auto matisch doorgevoerd op de lokale pagina. De database op www.katwijk.waarneming.nl bevat t/m 31 december 2012 in totaal 158.825 vogelwaarnemingen, waarvan een slordige 118.000 betrekking hebben op de periode 2007-2012. In grafiek 2 is te zien hoe de database in korte tijd een vogelvlucht heeft genomen. Werden in 2006 nog maar 4.446 vogelwaarnemingen ingevoerd (door 113 waarnemers), in 2012 is dat gegroeid naar 34.620 vogelwaarnemingen door 584 waarnemers.
Trektellen 2012
Het trektellen binnen het werkgebied heeft een lange geschiedenis. Binnen het werkgebied zijn niet minder dan drie telposten aanwezig. Al in de jaren zeventig van de vorige eeuw werden de eerste tellingen verricht vanaf ”De Puinhoop”, een oude vuilstortplaats aan de rand van parkeerterrein Het Wantveld, naast Manege Jonker. De telpost wordt vooral in gebruik genomen tijdens de najaarstrek (grofweg eind augustus t/m november). Een tweede telpost waar vooral naar landtrek wordt gekeken is telpost ”Berkheide”. Deze telpost is in 2007 ’herontdekt’ door Casper Zuyderduyn, is gelegen in het zui delijk deel van het gelijknamige duingebied langs het fietspad ongeveer 500 meter ten zuiden van Hotel Duinoord en wordt vooral bemand in het voorjaar (grofweg maart t/m mei). De derde telpost betreft telpost ”Hotel Savoy”. Deze telpost is, net als ”De Puinhoop”, al enige tientallen jaren in gebruik - met
enkele jaren een uitstapje naar de enige honderden meters noordelijker gelegen KRB-post op het strand - voor zeetrek. Deze telpost wordt vrijwel het gehele jaar door bezet waarbij in het najaar de post het drukst bezet is. Ondanks dat de diverse posten al enige tientallen jaren worden bemand, heeft het trektellen met de komst van de website www.trektellen.nl ergens begin 2002 een vogelvlucht genomen. De grote initiator hiervoor is Teus Luijendijk. Het was Teus die in het najaar van 2004 besloot een account aan te vragen bij www.trektellen.nl, waardoor het mogelijk werd tellingen op een meer systematische wijze in te gaan voeren. Samen met Menno van Duijn zette hij in het najaar 2004 de eerste stappen naar een meer systematische wijze van invoeren voor de telposten Hotel Savoy en De Puinhoop (telpost Berkheide volgde in 2007). De eerste telling werd ingevoerd op 31 augustus 2004 (betreffende een telling bij Hotel Savoy d.d. 30 augustus 2004) en sindsdien worden de tellingen ingevoerd op www.trektellen.nl. Ook de oudere tellingen van Hotel Savoy en De Puinhoop zijn al ingevoerd. De boeiende vraag is nu hoe is er geteld in 2012 ? Hieronder wordt per telpost ingegaan op het jaar 2012.
Telpost Savoy
Zoals gezegd wordt deze telpost vooral gebruik voor het waarnemen van zeetrek. In 2012 werden er 345:46 uur geteld, verspreid over 11 maanden (behalve maand juni). Het aantal presentiedagen in 2012 bedroeg 117. De meeste teluren werden gemaakt in september (76:58 uur), gevolgd door augustus met 40:10 uur, januari met 36:58 uur en november met 35:25 uur. De overige zeven maanden werden er minder teluren gemaakt waarbij in de maand juli slechts 5:30 uur werd geteld. In totaal werden er 265.559 vogels langsvliegend waargenomen en werden er 176 verschillende vogelsoorten genoteerd. De beste dag qua soortenaantal was 4 februari, met 48 soorten en 4.955
Waarnemers op trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 4 januari 2012 (René van Rossum)
Tabel 3: top 10 van meest talrijke vogelsoorten per telpost in 2012 Savoy Soort
Puinhoop
% van aantal Soort totaal
Berkheide
% van aantal Soort totaal
% van totaal
aantal
Spreeuw
18,4
48903
Spreeuw
49,8
154973
Gierzwaluw
37,2
7345
Drieteenmeeuw
10,1
26715
Koperwiek
15,6
48585
Kokmeeuw
7,1
1396
Alk/Zeekoet
18,1
Noordse Stern/Visdief 6,0 Aalscholver
4,6
Roodkeelduiker
4,3
Kokmeeuw Vink
4,3 3,8
Kleine Mantelmeeuw 3,3
Zwarte Zee-eend
3,1
48085 15946
12099 11537
11407 9993 8723
8107
Vink
Graspieper
Kramsvogel Sijs
Keep
Koolmees
Alk/Zeekoet
Veldleeuwerik
exemplaren. De beste dag qua aantal vogels was 10 november met 29.564 exemplaren verdeeld over 32 soorten. De Aalscholver is de soort die op de meeste presentiedagen werd gemeld (108 van de 117 presentiedagen = 92%) maar was niet de talrijkste vogelsoort van 2012. Dit betrof de Spreeuw. Een top 10 van de meest talrijke vogelsoort per telpost is terug te vinden in tabel 3.
Telpost De Puinhoop
Deze telpost wordt vooral gebruikt gedurende de najaarstrek. In 2012 werden er 88:15 teluren gemaakt, verspreid over 33 dagen in de maanden augustus t/m november. De meeste teluren werden gemaakt in oktober (39:40 uur), gevolgd door september (23:25 uur), november (19:40 uur) en augustus (5:30
19,5 5,4 1,8
0,9 0,9 0,6
0,6
0,5
60682 16658 5528
2903
2648 1902
1723
1530
Boerenzwaluw Spreeuw
Huiszwaluw Graspieper Houtduif
Aalscholver
12,2 6,6 5,8 4,7 4,1
3,0
Kleine Mantelmeeuw 1,7 Grauwe Gans
1,4
2399 1307 1144 929 816
595
345
282
uur). In totaal vlogen er 311.063 vogels over betreffende 143 vogelsoorten. De beste dag qua soortenaantal was 23 september, met 55 soorten en 5.224 exemplaren. De beste dag qua aantal vogels was 20 oktober met 61.886 exemplaren verdeeld over 50 soorten. De Vink is de soort die op de meeste teldagen werd gemeld (31 van de 33 presentiedagen = 94%) maar staat op de 2e plaats van de top 10 van de talrijkste vogelsoorten 2012 (nummer 1 is, net als bij telpost ”Hotel Savoy” de Spreeuw). Voor de top 10 van meest talrijke vogelsoorten wordt verwezen naar tabel 3.
Telpost Berkheide
Als laatste de ”nieuwkomer” onder de telposten (herontdekt in 2008). Deze telpost wordt vooral gebruikt tijdens de voorjaars-
Uitzicht vanaf trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 4 januari 2012 (René van Rossum)
33
Tabel 4: telgegevens 2008-2012 per telpost
Telpost
2008
2009
2010
2011
2012
Gem.
Teluren
Savoy
181:05:00
223:05:00
237:20:00
388:35:00
325:46:00
271:20:00
Berkheide
86:06:00
111:45:00
66:20:00
68:35:00
78:20:00
82:20:00
Puinhoop
Presentiedagen Savoy
Puinhoop
Maanden
Savoy
Aantal vogels
34
Aantal soorten
Berkheide Puinhoop
Berkheide Savoy
Puinhoop
Berkheide Savoy
Puinhoop
Berkheide
101:50:00 69 34 27 12 5 7
121.207
246.201 62.659 129 145 137
72:30:00 109 27
42 11 4
8
82.068
210.656 46.397 157
129 123
trek, hoewel ook het begin van het najaar de telpost wordt bemand. In 2012 werden er 78:20 uur geteld verspreid over 24 dagen in de maanden februari t/m mei en juli & augustus. De meeste teluren werden gemaakt in april (24:40 uur) en mei (26:55 uur) en de minste teluren in de maand februari (1:30 uur). In totaal werden er 124 vogelsoorten waargenomen en vlogen er in totaal 19.722 vogels over. Qua soortenaantal was 30 april de beste dag met 60 soorten en 2.416 exemplaren. Qua aantal vogels was 27 mei de beste dag met 4.031 exemplaren (57 soorten). Opvallend is hierbij dat 27 mei qua soortenaantal op de 2e plaats staat in 2012. De Boerenzwaluw, in de top 10 van talrijkste soorten op een 2e plaats na de Gierzwaluw, werd op 19 van de 24 presentiedagen waargenomen (79%). Zie tabel 3 voor een top 10 van de meest talrijke vogelsoorten 2012 van deze telpost.
2012 in vergelijking met voorgaande jaren.
Maar hoe verhoudt 2012 zich tot andere jaren. Om de drie telposten een beetje met elkaar te kunnen vergelijken is in tabel 4 een overzicht te vinden van de drie telposten, betreffende teluren, presentiedagen, maanden, aantal vogels en aantal soorten over de periode 2008-2012. Voor de statistiek zou het wenselijker zijn deze vergelijking te maken met een langere reeks, ware het niet dat telpost Berkheide in het voorjaar van 2008 voor het eerst werd bemand. Uit de gegevens in de tabel blijkt, dat er nogal wat verschillen zijn waar te nemen. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door de vogels zelf, het ene jaar is er meer vogeltrek dan het andere jaar, maar ook door de bezettingsgraad van de verschillende telposten. Echter, als wordt gekeken naar het gemiddelde m.b.t. teluren, presentiedagen, maanden en aantal soorten, kan worden geconcludeerd dat telpost Savoy het beste scoort van de drie telposten. De Puinhoop daarentegen, staat qua aantal vogels bovenaan. Savoy komt aardig in de buurt, maar De Puinhoop wordt gemiddeld genomen 4 maanden per jaar bemand, tegen gemiddeld 11 maanden telpost Savoy. Telpost Berkheide is de hekkensluiter van de drie posten, met dien verstande dat als de soortenlijsten van de drie telposten met elkaar worden vergeleken, telpost Berkheide de meeste verrassingen heeft opgeleverd in een relatief korte periode.
55:20:00 102 19
29 11 3
8
170.831
222.355 58.027 154
130 136
99:50:00 126 29 25 11 3 7
234.612 433.123 50.339 182
149 131
88:15:00 117 33
24 11 4
6
265.559 311.063 19.722 176 143
124
❱ Zoogdieren in 2012
83:36:00 105 28
29 11 4 7
174.855
284.680
35
47.429 160 139
130
Samenvattend
Al met al was 2012, vogeltechnisch gezien een mooi jaar. Niet het beste jaar ooit qua aantal soorten maar toch een zeer verdienstelijke 2e plaats. Wel is in 2012 het individuele jaarrecord behoorlijk aangescherpt met 245 soorten (95% van het totaal !). Het aantal nieuwe soorten voor het werkgebied was met (vooralsnog) drie soorten ruim boven het 11-jarig gemiddelde van 1,2/jr. Dit in tegenstelling tot 2011, wat uiteindelijk maar één nieuwe soort opleverde voor het werkgebied, terwijl er in totaal 261 soorten werden waargenomen. Op het gebied van ingevoerde waarnemingen op www.katwijk.waarneming.nl kan worden gemeld dat in 2012 in totaal 34.620 waarnemingen zijn ingevoerd die ook daadwerkelijk betrekking hebben op 2012. De database bevat t/m 31 december 2012 in totaal 158.825 vogelwaarnemingen. In 2012 voerden 584 verschillende personen vogelwaarnemingen in, het hoogste aantal sinds de aansluiting van de vogelclub bij waarneming.nl. Enerzijds is dit te verklaren doordat in Katwijk gewoon veel wordt gevogeld en veel wordt gevonden, waardoor er veel vogelaars naar Katwijk komen (bijvoorbeeld de Humes Bladkoningen in 2012 waren goed voor 455 waarnemingen) en anderzijds door de hoge dichtheid aan vogelaars, vogelaars die meer en meer de website gebruiken als digitaal notitieboekje. Op het gebied van trektellen bleef 2012 een beetje achter ten opzichte van 2011, maar kijkend naar de gemiddelden over de periode 20082012, dan loopt 2012 aardig mee. In sommige opzichten scoort 2012 beter dan het gemiddelde en in sommige opzichten ligt 2012 onder het gemiddelde.
Dankwoord
Het jaar 2012 uitdrukken in getalletjes zou niet mogelijk zijn geweest zonder de hulp van Gerard Troost (www.trektellen.nl) en Hisko de Vries (www.waarneming.nl), dank daarvoor. Echter, de grootste dank gaat uit naar de vele personen die waar nemingen hebben ingevoerd, dan wel de harde kern die het toch iedere keer maar presteert om op een telpost te staan. Ga zo door ! Bas van der Burg
[email protected]
Bruinvis overlijdt in de handen van Joost van der Sluijs, strand Katwijk aan Zee, 4 januari 2012 (Fred Klootwijk) Gewone Zeehond, Buitenwatering, Katwijk aan Zee, 29 december 2011 (René van Rossum)
Z e e t r e k g e w e l d
❱ Waarnemingengebied
Vogelclub Katwijk 24 6 1
22 2
21 14
Kleine Rietganzen, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 25 februari 2012 (René van Rossum)
Jan-van-gent, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 5 januari 2012 (René van Rossum)
12 13 17
16
23
5
9
20 10
25
4
3
Noordse Stormvogel, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 7 januari 2012 (René van Rossum)
15
7
18
Grote Burgemeester, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 4 januari 2012 (René van Rossum)
8
19
11 26
Vaal Stormvogeltje, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 11 september 2012 (René van Rossum)
Middelste Jager, trektelpost Savoy, Katwijk aan Zee, 5 januari 2012 (René van Rossum)
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Telpost De Puinhoop Telpost Savoy Telpost Berkheide Lentevreugd Berkheide Coepelduynen Pan van Persijn (Panbos) Zanderij Watertoren
10 11 12 13 14 15 16 17 18
’Voormalig’ Vliegveld Valkenburg Valkenburgse meer Ridderbos Duinpark ’t-Heen Heerenschoolbos Vlaggeduin Vrieze wei Koffietent
19 20 21 22 23 24 25 26
Hotel Duinoord Oude Broekweg Binnenwatering Buitenwatering Jan Parlebos ’s-Gravendijck Rijnfront Rijksdorp
37