Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied Verspreidingsinformatie ten behoeve van externe werking
2
Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
Verspreidingsinformatie ten behoeve van externe werking
D.M. Hoogeboom, F. Visbeen, D. Tanger, C. van den Tempel en T. Baas
Landschap Noord-Holland Rapportnummer: 13-007 2013
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
3
4
Samenvatting
x x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x x
x
x
x x x x x x x x x
x
x x x
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
x
Zwanenwater en Pettemerduinen
x x
x
Abtskolk en de Putten
Polder Zeevang
Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske
Polder Westzaan
x x x
Wormer-Jisperveld & Kalverpolder
+
x x
Eilandspolder
+
x
IJsselmeer
±
Markermeer en IJmeer
+ + + ± ± ± + ± ± ± + ± ± ± ± ± + + + + ± ± + ± + + ± ± + ± + + +
Eemmeer & Gooimeer
+ + ± + ± ± + + ± ± -
Oostelijke Vechtplassen
Bijdrage NH aan landelijk doel
± + ± + ± + + ± + ± + + + + + + + ± ± ± + + +
Naardermeer
Bijdrage overige geb. aan provinciaal doel
Vogelrichtlijn (nb) Fuut Aalscholver Lepelaar Kleine Zwaan Toendrarietgans Kleine Rietgans Kolgans Dwerggans Grauwe Gans Brandgans Bergeend Smient Krakeend Wintertaling Wilde eend Pijlstaart Slobeend Krooneend Tafeleend Kuifeend Toppereend Brilduiker Nonnetje Grote Zaagbek Meerkoet Kluut Goudplevier Kievit Kemphaan Grutto Wulp Dwergmeeuw Reuzenstern Zwarte Stern Habitatrichtlijn Noordse woelmuis
Representativiteit gegevens
In deze tabel staan de belangrijkste bevindingen per soort op provinciaal niveau. Specifieke informatie over een afhankelijkheidsrelatie tussen een Natura 2000 gebied en ander gebied staat hier niet in, maar kan worden teruggevonden bij de soortteksten.
x
x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x x
x
x
x
x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x x
x
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
5
6
Auteurs D.M. Hoogeboom, F. Visbeen, D. Tanger, C. van den Tempel en T. Baas Foto’s en afbeeldingen C. van den Tempel Foto cover G. Tik
ProjectcoördinatiE Dorien Hoogeboom Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Rapport van Afdeling Onderzoek & Advies Landschap van Landschap Noord-Holland, Postbus 222, maart 2013 Wijze van citeren Hoogeboom, D.M. & F. Visbeen, D. Tanger, C. van den Tempel, T. Baas, 2013. Vogelen Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied. Verspreidingsinformatie ten behoeve van externe werking. Rapportnummer 13.007. Landschap Noord-Holland, Heiloo.
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Vogelrichtlijnsoorten
7 10
Fuut 10 Aalscholver 12 Lepelaar 14 Kleine zwaan 18 Toendrarietgans 20 Kleine rietgans 22 Kolgans 24 Grauwe gans 26 Dwerggans 28 Brandgans 30 Bergeend 32 Smient 34 Krakeend 36 Wintertaling 38 Wilde eend 40 Pijlstaart 42 Slobeend 44 Krooneend 46 Tafeleend 48 Kuifeend 50 Toppereend 52 Brilduiker 54 Nonnetje 56 Grote zaagbek 58 Meerkoet 60 Kluut 62 Goudplevier 64 Kievit 66 Kemphaan 68 Grutto 70 Wulp 72 Dwergmeeuw 74 Reuzenstern 76 Zwarte stern 78 Noordse woelmuis 80
Literatuur 83 Bijlage 85
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
7
Fuut Aalscholver Lepelaar Kleine Zwaan Toendrarietgans Kleine Rietgans Kolgans Dwerggans Grauwe Gans Brandgans Bergeend Smient Krakeend Wintertaling Wilde eend Pijlstaart Slobeend Krooneend Tafeleend Kuifeend Toppereend Brilduiker Nonnetje Grote Zaagbek Meerkoet Kluut Goudplevier Kievit Kemphaan Grutto Wulp Dwergmeeuw Reuzenstern Zwarte Stern Habitatrichtlijn H1340 Noordse woelmuis
8
x
x x x
x x x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x x
x
x
x x x x x x x x x
x
x x x
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
x
Zwanenwater en Pettemerduinen
x x
x
Abtskolk en de Putten
Polder Zeevang
Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske
Polder Westzaan
Wormer-Jisperveld & Kalverpolder
Eilandspolder
IJsselmeer
Markermeer en IJmeer
Eemmeer & Gooimeer
Oostelijke Vechtplassen
Vogelrichtlijn (nb) A005 A017 A034 A037 A039b A040 A041 A042 A043 A045 A048 A050 A051 A052 A053 A054 A056 A058 A059 A061 A062 A067 A068 A070 A125 A132 A140 A142 A151 A156 A160 A177 A190 A197
Naardermeer
Tabel 1. Voor de Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten die in deze rapportage worden behandeld, zijn instandhoudingsdoelen geformuleerd voor verschillende Natura 2000-gebieden.
x
x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x x
x x
1. Inleiding Natura 2000 gebieden zijn natuurgebieden die zijn aangewezen in het kader van de Europese Vogel- en/of Habitatrichtlijn. Ze vormen een samenhangend netwerk in de Europese Unie (Ministerie van LNV, 2008). Het doel van deze richtlijnen is het tot staan brengen van de achteruitgang van biodiversiteit. Voor elk Natura 2000-gebied zijn doelstellingen geformuleerd voor de dieren en vegetaties waarvoor ze zijn aangewezen. Om deze doelen te behalen worden maatregelen genomen en worden activiteiten getoetst op hun invloed op de Vogelen Habitatrichtlijnsoorten. Niet alleen activiteiten in een Natura 2000-gebied hebben invloed op de staat van instandhouding van de soort, ook activiteiten buiten het gebied kunnen de natuurwaarden in een gebied beïnvloeden. Zo rust de smient bijvoorbeeld op het open water van Natura 2000 gebied IJsselmeer, waarna hij ’s nachts foerageert op de binnendijkse graslanden buiten het Natura 2000-gebied. Verlies van dergelijke graslanden zou direct effect kunnen hebben op de instandhoudingsdoelen van deze soort. De smient heeft een afhankelijkheidsrelatie met gebieden buiten dit Natura 2000 gebied. Dit wordt “externe werking” genoemd. Er bestaat geen ruimtelijke grens voor externe werking: de effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van de soorten en habitattypen in het Natura 2000-gebied zijn bepalend, ongeacht de afstand tot het beschermde gebied. Afdeling vergunningen van Provincie Noord-Holland heeft onvoldoende informatie over de verspreiding van soorten van de Vogel- en Habitatrichtlijn, die een afhankelijkheidsrelatie hebben met gebieden buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied (zie Tabel 1). Het gaat om belangrijke rust- en slaapplekken van watervogels, belangrijke foerageergebieden en kolonies of verblijfplaatsen buiten het natuurgebied. Provincie heeft onvoldoende gegevens over dergelijke relaties in het kader van externe werking. Aangezien zij te maken heeft met vergunningaanvragen, is hier wel dringend behoefte aan.
Doel van het project Het doel van dit project is om verspreidingsgegevens van niet-broedende Vogelrichtlijnsoorten en noordse woelmuis in kaart te brengen die een afhankelijkheidsrelatie met gebieden buiten Natura 2000 hebben en het belang van deze gebieden voor de instandhoudingsdoelstelling in te schatten. Deze gegevens dienen ter ondersteuning bij de beoordeling van vergunningaanvragen. Opbouw rapportage In het hoofdstuk methode staat beschreven hoe dit rapport tot stand is gekomen en welke gegevens er zijn gebruikt. Daarna worden de soorten besproken. Per soort hebben we een verspreidingskaart afgebeeld en geven we informatie over de Natura 2000 doelstellingen, functie van de Natura 2000 gebieden en de overige gebieden waar de soort voorkomt. We eindigen het rapport met een samenvatting in de vorm van een tabel.
Onderzoeksvraag Wat is de bijdrage van gebieden buiten Natura 2000 waarmee de Natura 2000 soort een afhankelijkheidsrelatie heeft aan het instandhoudingsdoel van het Natura 2000 gebied? Deelvragen 1. Wat is de verspreiding van de soort 2. Zijn de verspreidingsgegevens van de soort representatief? 3. Komt de soort buiten Natura 2000 gebieden voor? 4. Welke functie vervullen de overige gebieden voor de soort? 5. Is er een afhankelijksrelatie van de soort tussen de overige gebieden en het Natura 2000 gebied? 6. Welke bijdrage leveren deze overige gebieden aan het in standhoudingsdoel van het Natura 2000 gebied? 7. Welke bijdrage levert Noord-Holland aan de landelijke in standhoudingsdoelstelling van de soort? 8. Wat is de kwetsbare periode van de soort?
Figuur 1. Vogel- en Habitatrichtlijngebieden
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
9
Uitvoering Provincie Noord-Holland is opdrachtgever voor dit project. Vanuit Landschap Noord-Holland coördineerde Dorien Hoogeboom het project. Frank Visbeen en Dirk Tanger hebben inhoudelijk bijgedragen aan de rapportage en Carola van den Tempel en Theo Baas GIS analyses uitgevoerd. Wij zijn allen werkzaam bij het team Onderzoek & Databeheer van Landschap Noord-Holland. Vanuit SOVON Vogelonderzoek Nederland, waren Dirk Zoetebier en Menno Hornman betrokken, voor het leveren van de database en toelichting daarover. Bij het braakbalonderzoek hebben we samengewerkt met Nico Jonker, mensen van de kerkuilenwerkgroep en Dick Bekker (Zoogdiervereniging). Methode Landschap Noord-Holland heeft bij SOVON uitgebreide datasets opgevraagd. Die hebben we in Excel en in GIS bewerkt en geanalyseerd in combinatie met expert judgement. Er is veelvuldig overleg geweest met de databeheerder van SOVON. Per vogelsoort is aangegeven of het kaartbeeld representatief is of dat de soort op meerdere plekken in Noord-Holland voorkomt, en of de gebieden buiten Natura 2000 wezenlijk bijdragen aan de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000 gebieden. Deze inschatting is gemaakt op basis van telgegevens van SOVON en expert judgement. Voor de verspreiding van noordse woelmuis hebben we met vrijwilligers braakballen geplozen. Wanneer er 150 prooidieren zijn vastgesteld per territorium, hebben we een betrouwbaar beeld van de populatie kleine zoogdieren in dat territorium. Een kerkuil heeft een actieradius van 0,5 tot 5 km, zodat kan worden aangegeven dat er binnen dat territorium wel of geen noordse woelmuizen voorkomen. Als landelijke gemiddelde wordt 1 kilometer aangehouden. De braakballen zijn verzameld door mensen van de kerkuilenwerkgroep en andere contactpersonen. Gegevens Vogelrichtlijnsoorten Seizoensgemiddelden Gedurende de winterperiode worden in een aantal gebieden in Noord –Holland alle watervogels maandelijks van september tot april geteld. Dit gebeurt al enige jaren op een gestructureerde wijze. De hele provincie is ingedeeld in telgebieden. Desondanks wordt slechts een deel van de gebieden daadwerkelijk geteld. In de meeste gevallen gaat het om telgebieden die in of langs Natura 2000 gebieden liggen. Op basis van deze tellingen zijn door SOVON Vogelonderzoek Nederland de seizoensgemiddelden per telgebied berekend. Het seizoensgemiddelde is het gemiddelde aantal individuen over twaalf maanden van juli tot en met juni, met medeneming van de maanden waarin de soort afwezig is. De seizoensgemiddelden zijn berekend door het totaal aantal ge-
10
telde vogels en het aantal bijgeschatte vogels. Bijschattingen worden gebruikt om niet getelde telgebieden in een bepaalde maand in een bepaald jaar (uitgevallen tellingen door verschillende omstandigheden) toch van een aantal te voorzien. De seizoensgemiddelden zijn per soort in kaart gebracht. Daarvoor zijn de meest recente beschikbare gegevens gebruikt, namelijk seizoen 2008-2009. Per telgebied zijn de aantallen gecategoriseerd weergegeven. De categorieën zijn zo gekozen dat de spreiding in de aantallen goed wordt weergegeven. Op deze manier is in een oogopslag te zien welke gebieden van groot belang zijn voor de aangewezen niet broedvogel soorten. Vogeldagen Van ganzen en zwanen zijn meer telgegevens beschikbaar. Deze dieren worden in meer gebieden geteld. De weergave is echter in vogeldagen en niet in seizoensgemiddelden. Het aantal vogeldagen wordt op de volgende manier berekend: het aantal exemplaren van de maandtelling wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen van die maand. Vervolgens worden de resultaten van de maanduitkomsten uit het betreffende seizoen bij elkaar opgeteld. Noordse woelmuis Zoals al eerder genoemd, hebben we de gegevens over de verspreiding van noordse woelmuis verkregen door middel van het organiseren van pluisavonden. In 2012 zijn tien pluisavonden georganiseerd bij Landschap Noord-Holland en daarnaast hebben heel wat scholen en natuureducatie centra meegeholpen. In 2012 kwam dat neer op ruim 1000 vrijwilligers (sommige mensen doen meerdere keren mee). Behalve gegevens over noordse woelmuis uit braakballen is ook gebruik gemaakt van de NDFF. In de kaarten is onderscheid gemaakt tussen braakbalgegevens en overige waarnemingen
Figuur 2 Bij de wintervogeltellingen worden alle watervogels in de winter geteld. De ganzen en zwanentellingen beperken zich tot deze soortgroepen (Bron: SOVON).
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
11
2. Vogelrichtlijnsoorten Fuut De drie aangewezen gebieden hebben voor de fuut met name een functie als foerageergebied en ruigebied. Ruiplekken bevinden zich onder andere langs de Houtribdijk, de kust bij Zeevang en de Afsluitdijk. Zeer bijzonder is de broedkolonie in de Compagnieshaven bij Enkhuizen. Het is de grootste futenkolonie van Nederland en mogelijk zelfs van Noordwest Europa. De soort is het hele jaar present, met verhoogde aantallen in augustus tot en met november en in maart. Het IJsselmeer levert de grootste bijdrage in Nederland na de Grevelingen (voorheen de grootste bijdrage) en is vooral van belang in de maanden augustus-oktober (ruiperiode). Met name de omgeving van de Houtribdijk (Markermeer & IJmeer) en het Enkhuizerzand (IJsselmeer) zijn dan van grote betekenis. Futen hebben een voorkeur voor rustige gebieden met genoeg voedsel als vis en waterinsecten. Futen verplaatsen zich ’s nachts meer van de kust af om te foerageren. De afname van fuut heeft mogelijk te maken met concurrentie om kleine vis met sterke jaarklassen van de snoekbaars (Eemmeer & Gooimeer) en met de afname van prooidieren, met name van spiering rond 1990 en afname van het doorzicht van het water (Markermeer & IJmeer, IJsselmeer).
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Futen die ’s winters van elders naar Nederland trekken verblijven vaker in grotere groepen in buitendijkse gebieden. De futen die in binnendijkse wateren verblijven, zoals het Kinselmeer en Barnegat, zijn vermoedelijk standvogels die ook in de nabije omgeving hebben gebroed. De aantallen in deze gebieden dragen nagenoeg niet bij aan de instandhoudingsdoelstellingen van het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer en Eemmeer en Gooimeer. Tijdens vorst kunnen futen wel verplaatsen tussen de Natura 2000 gebieden (IJsselmeer en Randmeren) en bovengenoemde gebieden. Overige gebieden waar de soort voorkomt Twiske, Oostelijk Vechtplassengebied, Het Zwanenwater en Alkmaardermeergebied en Mokbaai. Het gaat hier om maximaal enkele tientallen exemplaren die hier foerageren en rusten. Voor een deel zal het om lokale broedvogels gaan. Verder kunnen bij vorst grote aantallen futen zich voor de Noordzeekust ophouden.
Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied Eemmeer & Gooimeer Markermeer en IJmeer IJsselmeer
12
Functie N2000 f
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. -
Doel kwaliteit leefgeb.
=
=
Doel omvang populatie
Belangrijke gebieden voor N2000 doel
160
geen
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
f
-
=
=
170
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
f
-
=
=
1300
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
13
Aalscholver Alle aangewezen gebieden vervullen een functie als foerageergebied. De grootste aantallen aalscholvers (duizenden) worden aangetroffen in het zuidelijk deel van het IJsselmeer, en komen uit omliggende broedkolonies en rustplaatsen (zoals Oostvaardersplassen, De Ven bij Enkhuizen, Steile Bank, Workumerwaard (Friese IJsselmeerkust) en nabij Andijk). De aalscholvers die foerageren in het Markermeer komen uit de broedkolonies en rustplaatsen in Naardermeer, Lepelaarplassen en Oostvaardersplassen. Tegenwoordig broeden er zo’n 11.000 broedparen verspreid over de zeven kolonies in Noord-Holland en Flevoland: het eiland De Kreupel, Vooroever Onderdijk, De Ven bij Enkhuizen, Trintelhaven, Oostvaardersplassen, Lepelaarsplassen en het Naardermeer (Noordhuis, 2010). De aanwijzing van de Oostelijke Vechtplassen voor de aalscholver heeft met name betrekking op de functie slaapplaats. De soort is het hele jaar present in het Eemmeer en Gooi-
meer, met sterk verhoogde aantallen in september/oktober. De recente lichte afname heeft mogelijk te maken met het te kort aan voedselaanbod in het algemeen en door het ondoorzichtige water in het Markermeer. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De inschatting is dat slechts een klein deel van de vogels van het IJsselmeer, Markermeer en Vechtplassen buiten de Natura 2000 gebieden foerageert. Overige gebieden waar de soort voorkomt Texel (vooral zuidpunt), Marsdiep en Balgzand. Verder Twiske en in mindere mate Zeevang, Eilandspolder en Alkmaardermeergebied. De Noordzee is de laatste decennia belangrijker geworden als foerageergebied voor de vogels die broeden in Het Zwanenwater en PWN duinen (o.a. Hoefijzermeer en Vogelmeer). En tijdens vorstperiodes kunnen er duizenden aalscholvers in de Noordzeekust voorkomen
Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer Markermeer en Ijmeer; IJsselmeer
14
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied
s
+
=
=
geen
Eemmeer & Gooimeer; Markermeer en Ijmeer;
f
+
=
=
160
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
f
+
=
=
2600
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
f
+
=
=
8100
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
f
+
+
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
15
Lepelaar Alle aangewezen gebieden fungeren onder andere als foerageergebied, maar ook als rustplaats, zoals de EilandspolderOost in de zomermaanden. Lepelaars pleisteren in het IJsselmeergebied vooral langs de Makkumer- en Kooiwaard (incl. de omgeving van Gaast) en op de Mokkebank. Na de broedtijd verspreiden lepelaars zich en houden zich op in gebieden in voornamelijk laag Nederland, met genoeg voedsel (visjes en garnalen). Door toename van het aantal broedparen (meer dan 2500 in 2011, (zie www.werkgroeplepelaarnederland.nl), gaat het nu om ruim 5.000 adulte vogels en ruim 1500 jongen zich na de broedtijd verspreiden.
Overige gebieden waar de soort voorkomt De Mokbaai op Texel, de polders op Texel en het Balgzand herbergen behoorlijke aantallen (Mokbaai tot 75, Balgzand tot 300 ex). Deze vogels hebben een relatie met de broedlocaties op Texel en Balgzand, maar na de broedtijd komen er ook velen bij uit andere (wadden)kolonies. Mogelijk is er ook uitwisseling met belangrijke gebieden in het IJsselmeer. Daarnaast zijn sommige polders en droogmakerijen van belang als foerageergebieden voor lepelaars, zoals Belmermeer en Broekermeer. Zo was vroeger de Schagerkogge van belang voor de lepelaars uit het Zwanenwater en foerageren vogels uit de Oostvaarderplassen in de droogmakerijen als de Wijde Wormer.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De omliggende droogmakerijen zoals Wijde Wormer, Beemster en Schermer kunnen van belang zijn voor de vogels die rusten in de Eilandspolder. Precieze aantallen en betekenis zijn echter onbekend. In alle wateren die ondiep zijn en met een bepaalde draagkracht van de bodem (zand, klei, dus niet teveel bagger of veen) zijn tegenwoordig lepelaars voedselzoekend aan te treffen. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
16
Functie N2000
Landelijke SvI
Doel omvang leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Doel Belangrijke gebieden omvang voor N2000 doel populatie
Markermeer en IJmeer
f
+
=
=
2
IJsselmeer
f
+
=
=
30
Eilandspolder
f
+
=
=
2
Waddengebied en Oostvaardersplassen Waddengebied en Oostvaardersplassen Beemster, Schermer en Wijde Wormer
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied
b+f
+
+
b+f
+
+
f
±
±
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens). Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
17
Kleine zwaan De kleine zwaan is een wintergast, vooral aanwezig in oktober-december, met kleinere aantallen tot maart. Alle aangewezen gebieden fungeren als foerageergebied. Het IJsselmeer levert daarnaast als slaapplaats een relatief grote bijdrage. Die liggen ter hoogte van de Wieringermeer en de Noordoostpolder. De Steile Bank vervult ook een functie als rustplaats. De landelijke afname van de kleine zwaan (staat van instandhouding matig ongunstig) is grotendeels verbonden aan fluctuaties in de omvang van de internationale populatie en heeft in het IJsselmeergebied mogelijk tevens te maken met concurrentie met andere soorten (knobbelzwaan). Kleine zwanen in het IJsselmeer concentreren zich recent sterk langs de Friese kust, waar ze foerageren op waterplanten. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Als kleine zwanen net in Nederland zijn binnengekomen foerageren ze nog op plekken met wortelknolletjes van fontein-
kruiden. Daarna gaan over op graslanden en akkerresten en een deel trekt door naar Engeland. Belangrijke gebieden voor kleine zwanen met een directe relatie met de Natura 2000 gebieden (IJsselmeer en Waddenzee) zijn de Wieringermeer en de polders op Texel. De vogels foerageren hier voornamelijk op bouwland waar zij de oogstresten zoals voederbieten eten. De Bloemendalerpolder, Noordpolder, Polder Katwoude, Rietbroek en Monnikenbroek zijn foerageergebied (grasland) voor vogels die het Markermeer, IJmeer en Gooimeer als rustgebied gebruiken. Ook vogels uit de Zeevang zullen het Markermeer als slaapplaats gebruiken. Overige gebieden waar de soort voorkomt Buiten de bovengenoemde gebieden komen er nauwelijks grote aantallen kleine zwanen voor behalve in de Bovenkerkerpolder waar soms 50-100 vogels worden waargenomen.
Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied Eemmeer & Gooimeer IJsselmeer
Polder Zeevang
18
Functie N2000
Landelijke SvI
Doel omvang leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
f
-
=
=
f+s
-
=
=
f
-
=
=
Doel Functie Belangrijke gebieden omvang belangr. voor N2000 doel populatie gebied Bloemendalerpolder / 2 f Noordpolder 20 foer/ 1600 Wieringenmeer f slaap Markermeer, 30 mogelijke Polder f Katwoude
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan elatie met N2000 doel N2000 gebied gebied ±
±
+
+
-
-
Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
19
Toendrarietgans Het IJsselmeer vervult voor de toendrarietgans de functie als slaap- en rustgebied. De ganzen foerageren op oogstresten in omliggende akkerbouwgebieden. Ze kunnen daarvoor afstanden van enkele tientallen kilometers afleggen. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De vogels die op Texel, en in de Anna Paulownapolder en Wieringermeer verblijven en foerageren, hebben een directe relatie met de slaapplaatsen op de Waddenzee (Balgzand) en het IJsselmeer. Als ze worden verstoord in hun foerageergebied heeft dat ook effecten op de aantallen in het slaapgebied. Overige gebieden waar de soort voorkomt Buiten de bovengenoemde gebieden komen toendrarietganzen voor in Spaarnwoude, Polder Katwoude en de Haarlemmermeer. Daarnaast worden tijdens de ganzentellingen in de overige gebieden (Zeevang, Waterland Oost en Vechtstreek) enkele vogels waargenomen. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied IJsselmeer
20
Functie N2000 s
Landelijke SvI +
Doel omvang leefgeb. =
Doel kwaliteit leefgeb. =
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel Wieringermeer en Texel
Functie belangr. gebied f
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied +
+
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens). Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
21
Kleine rietgans Kleine rietgans gebruikt het IJsselmeer voornamelijk als rusten slaapplaats (met name de Friese IJsselmeerkust tussen Kornwerderzand en Makkum, tussen Piaam, Workum en Steile Bank). Het gewenste doelniveau heeft betrekking op de foerageerfunctie. De slaapplaatsfunctie is waarschijnlijk belangrijker, maar er zijn niet voldoende telgegevens voor kwantificering in het doel. De soort is vooral aanwezig van oktober tot en met december en sterk geconcentreerd op de Steile Bank. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling In Noord-Holland liggen geen belangrijke gebieden voor de kleine rietgans. De belangrijkste foerageergebieden liggen in zuidwest Friesland waar met name in oktober-november 20.000-30.000 verblijven. In recente jaren gaat het in die periode om 15- a 20.000 exemplaren. Overige gebieden waar de soort voorkomt In de winter worden tijdens de maandelijkse ganzentellingen soms enkele vogels waargenomen in Waterland Oost, Wieringermeer en op Texel. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gering Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied IJsselmeer
22
Functie N2000 r+s
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. +
=
Doel kwaliteit leefgeb. =
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel 30
geen
Functie belangr. gebied n.v.t.
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied n.v.t.
n.v.t.
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
23
Kolgans die tegen de kust van het Marker-, en Eemmeer aanliggen, als foerageergebied gebruikt. Bijvoorbeeld de Noordpolder, Eempolder en aansluitende vechtpolders. Dat geldt ook voor kolganzen die slapen in het Naardermeer, Oostelijke vechtplassen en het IJmeer en Gooimeer (alleen bij vorst).
De kolgans gebruikt het IJsselmeer, Abtskolk en de Putten en de Oostelijke Vechtplassen om te foerageren en te slapen. Het Naardermeer hoofdzakelijk als slaapplaats. Polder Zeevang vervult met name de functie als foerageergebied. De slaapplaats bestaat uit ondiep water waar ze veilig kunnen staan. Ze foerageren op graslanden en soms op oogstresten (met name suikerbiet) of wilde planten.
Overige gebieden waar de soort voorkomt Texel, West Friesland (polders langs IJsselmeer), Eilandspolder, Polder Mijzen, Wormer- en Jisperveld, Wijde Wormer, Ilperveld, Waterland Oost, Bovenkerkerpolder, Ronde Hoep, Nieuwe Keverdijkse polder, Heintjesrak- en Broekerpolder, Horstermeer, Spaarnwoude, polders rondom Alkmaardermeer. De kolganzen foerageren in deze gebieden op grasland. Daarnaast liggen slaapplaatsen in het Alkmaardermeer en Vinkeveense plassen.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De precieze relatie tussen slaapplaats en foerageergebied is moeilijk vast te stellen. Kolganzen kunnen een behoorlijke actieradius hebben vanuit de slaapplaats en verschillende foerageergebieden exploreren. In principe foerageren ze in direct omliggende geschikte graslanden en als die er niet zijn trekken naar verder gelegen graslanden. De ganzen die in Zeevang foerageren, gebruiken het Markermeer en met name de Oostvaardersplassen als rust- en foerageergebied. Naast Zeevang worden ook andere graslanden Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gemiddeld
Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied
24
Functie N2000
Landelijke SvI
Doel omvang leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Doel Belangrijke gebieden voor omvang N2000 doel populatie
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan doel elatie met N2000 N2000 gebied gebied
Omliggende polders zoals Keverdijkse polder, Hilversumse Meent
f
±
±
Omliggende polders zoals Heintjesrak- en Broekerpolder, Horstermeer
f
±
±
f+s
Noordpolder
f
±
±
f+s
4400 foer/ 19000 Friese graslandgebieden slaap
f
±
±
f+r
±
±
f
±
±
Naardermeer
s
+
=
=
Oostelijke Vechtplassen
f+s
+
=
=
Eemmeer & Gooimeer IJsselmeer
+
=
=
920
Polder Zeevang
f
+
=
=
1000
uitwisseling omliggende graslandgebieden, Polder Katwoude, Waterland Oost, Markermeer en Ijmeer
Abtskolk en de Putten
f+s
+
=
=
1000
Verenigde Harger en Pettemerpolder, Polder Q en L en Groeterpolder
Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
25
Dwerggans Abtskolk en de Putten wordt gebruikt als rust- en slaapplaats. De foerageergebieden liggen onder andere in de Vereenigde Harger- en Pettemerpolder en de ruime omgeving van de Abtskolk zoals Polder Q en L. In de Abtskolk zelf rusten ze. Dwergganzen zijn aanwezig in de periode november tot met half maart. Dwergganzen slapen in de duinmeren van het Zwanenwater. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Voor de dwergganzen die jaarlijks in de Abtskolk & de Putten en Het Zwanenwater verblijven zijn de omliggende polders zoals de Groeterpolder, Verenigde Harger- en Pettemerpolder, Polder Q en L van belang als foerageergebied. Overige gebieden waar de soort voorkomt Buiten de N2000 gebieden worden in sommige jaren enkele vogels gezien in de Groetpolder, De Rijperweeren in Waterland Oost en de Hilversumsche Bovenmeent (seizoensgemiddelde 1 ex). Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied
26
Functie N2000
Abtskolk en de Putten
f+r
Zwanenwater
s
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. --
--
=
=
Doel kwaliteit leefgeb. =
=
Doel Belangrijke gebieden voor omvang N2000 doel populatie 20
Groeterpolder
Verenenigde Harger- en 20 Pettemerpolder, (seizoens Groeterpolder, Polder Q en L max) en Abtskolk de Putten.
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
f
+
+
f
+
+
Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
27
Grauwe gans Noordpolder, Bloemendalerpolder, Waterland Oost, Polder Katwoude, De Kogen, graslandgebieden rondom Polder Zeevang en Groeterpolder, zijn van belang voor de grauwe gans. Ze liggen rondom de Natura 2000 gebieden en maken deel uit van het foerageergebied.
Alle aangewezen gebieden, met uitzondering van Polder Zeevang en het Naardermeer hebben de functie foerageergebied en slaapplaats. In het Ilperveld, Oostzanerveld, Varkensland en Twiske en in Polder Zeevang komt de grauwe gans in het hele gebied foeragerend voor. Grauwe ganzen gebruiken het Markermeer/IJmeer als slaapplaats en rustgebied en foerageren in de aangrenzende polders van Noordpolder, Bloemendaler¬polder, Waterland Oost, Polder Katwoude, Marken, de Zeevang, In het IJsselmeer concentreren ze langs de Friese kust en de vooroevers bij Andijk. Ze foerageren en rusten hier in de oevers. De slaapplaatsen in de Oostelijke Vechtplassen bevinden zich in de Spiegelplas, Ankeveensche Plassen en Breukeleveensche Plas. Ook het Naardermeer wordt gebruikt als slaapplaats.
Overige gebieden waar de soort voorkomt De grauwe gans is een algemene vogel in Noord-Holland en neemt in aantal toe. De vogel wordt in steeds meer gebieden waargenomen. Grauwe ganzen blijken in toenemende mate te ruien in het gebied waar zij, al dan niet, jongen grootbrengen. Naast de bovengenoemde gebieden zijn Texel, Amstelmeer, Anna Paulownapolder, Wieringen, noord Wierin-germeer, randen West-Friesland, Alkmaardermeergebied, Wormer- en Jisperveld, Zaanstreek, Eilandspolder, Polder Mijzen, Haarlemmerliede, Spaarnwoude, Ronde Hoep en Bovenkerkerpolder van belang. Belangrijke ruiplaatsen liggen in Zwanenwater, noordkant Alkmaardermeer, Waterland Oost en Oostvaardersplassen.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Aangrenzende gebieden als de Keverdijkse polder, Hilversumse Meent, Heintjesrak- en Broekerpolder, Horstermeer, de Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gemiddeld
Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
Naardermeer Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer Markermeer en IJmeer IJsselmeer Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske Polder Zeevang
Abtskolk en de Putten
28
Functie N2000
Landelijke SvI
Doel omvang leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Doel Belangrijke gebieden voor omvang N2000 doel populatie
s
+
=
=
f+s
+
=
=
1200
f+s
+
=
=
300
f+s
+
=
=
510
f+s
+
=
=
580
Keverdijkse polder, Hilversumse Meent Heintjesrak- en Broekerpolder, Horstermeer Noordpolder en Overscheensepolders Waterland Oost, Zeevang, Polder Katwoude, De Kogen, De Noordpolder, Bloemendalerpolder West Friesland
f+s
+
=
=
90
f
+
=
=
190
f
+
=
=
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
f
±
±
f
±
±
f
±
±
f
±
±
f
±
±
omliggende graslandgebieden
f
±
±
omliggende graslandgebieden in de Zeevang
f
±
±
f
±
±
Verenenigde Harger- en 600 Pettemerpolder, (seizoens Groeterpolder, Polder Q en L max) en Abtskolk de Putten.
Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
29
Brandgans Het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer fungeren vooral als slaapplaats, de Polder Zeevang met name als foerageergebied. De soort is aanwezig van oktober-april, met een piek in februari-april, vlak voor de wegtrek. Ze verblijven dan hoofdzakelijk langs de Friese kust tussen Kornwerderzand en Makkum, tussen Piaam, Workum en Steile Bank waar ze slapen en foerageren. In recente jaren ook in Zeevang, polder Katwoude en Waterland oost. De hoogste aantallen in de aangewezen gebieden liggen in het IJmeer en het oostelijke deel van Polder Zeevang nabij het Markermeer wat als rust- en slaapplaats wordt gebruikt. Voorts zijn de Oostvaarderplassen als slaapplaats van belang voor de brandganzen die in Noord-Holland voedsel zoeken. Er is een duidelijke relatie tussen slaapplaatsen en foerageergebieden op binnendijkse graslanden. Geschikte slaapplaatsgebieden bestaan uit ondiep water waar de vogels in kunnen staan. Waterbergingsgebieden worden vanwege geringe waterdiepte ook steeds meer gebruikt.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Zeevang vormt met de omringende gebieden in het zuidelijk deel van Waterland een belangrijk gebied voor brandganzen in Noord-Holland. De brandgans neemt sterk toe als overwinteraar. Belangrijke slaapplaatsen liggen in het IJsselmeergebied, de Oostvaardersplassen en IJmeer/Markermeer (de Hoecklingsdam in Waterland Oost). Vanuit slaapplaatsen trekken de vogels naar de verschillende foerageergebieden in Noordpolder, Waterland Oost, Zeevang en West Friesland. Overige gebieden waar de soort voorkomt Polder Eierland, Dijkmanshuizen, Amstelmeer, Wieringen, oostelijk deel West Friesland, Westerkogge, Beetskoog, Eilandspolder, Alkmaardermeergebied, Wormer- en Jisperveld, Ilperveld, Ronde Hoep, Noordpolder beoosten Muiden, Horstermeer. Voor een deel betreft het hier plaatselijke broedvogels.
Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gemiddeld Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel Doel kwaliteit omvang leefgeb. populatie
Markermeer en IJmeer
f+s
+
=
=
IJsselmeer
f+s
+
=
=
f
+
=
=
Polder Zeevang
30
Functie N2000
160
Belangrijke gebieden voor N2000 doel Waterland Oost, Polder Katwoude, Noordpolder
1500 foer/2 vooral Friesland 6200 max omliggende 70 graslandgebieden
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
f
±
±
f
±
±
f
±
±
Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
31
Bergeend Het gebied heeft voor de bergeend met name een functie als foerageergebied. De bergeend concentreert zich langs de Friese IJsselmeerkust. De soort is het hele jaar present, met een piek in oktober/november als het lagere winterpeil is ingesteld en op droogvallende grond of in ondiep water gefoerageerd kan worden. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling In het IJsselmeergebied concentreren zich vogels die vanuit verschillende (broed)gebieden afkomstig zijn. Ze trekken na het broeden ook naar Zeeland en de Wadden. In de binnendijkse gebieden worden ook bergeenden waargenomen, maar aantallen zijn te beperkt om wezenlijk bij te dragen aan het instandhoudingsdoel dat voor het IJsselmeer geldt. Overige gebieden waar de soort voorkomt Balgzand en Texel (o.a. Mokbaai, Slufter, Schorren) zijn belangrijke gebieden waar veel bergeenden zich kunnen ophouden. Het waddengebied is van groot belang als voedsel- en ruigebied. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied IJsselmeer
32
Functie N2000 f
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. +
=
Doel kwaliteit leefgeb. =
Functie Doel Belangrijke gebieden belangr. omvang voor N2000 doel gebied populatie 210
Texel en waddenzee
b+r+f
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan doel elatie met N2000 N2000 gebied gebied +
+
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
33
Smient De smient overwintert in Nederland en is vooral aanwezig van oktober-april. Rustplaatsen liggen langs de Friese kust en tussen Marken en Durgerdam, ’t Zwet (Wormer- en Jisperveld), Stootersplas (Twiske), meertjes in Eilandspolder-West, oa. Wijde Blik, Loenderveensche Plas (Oostelijke Vechtplassen), overige brede vaarten en ondergelopen percelen van de Natura 2000 gebieden. De slaapplaatsen bestaan uit open water. Ze foerageren onder andere op graslanden in de Zeevang gebruikt, noord-Oostzanerveld, Ilperveld en Varkensland. In het Wormer- en Jisperveld foerageert de smient in het hele gebied. Ook is er uitwisseling van smienten met andere voedselgebieden in de ruime omgeving, zoals smienten van het IJsselmeer. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Belangrijke slaapplaatsen zijn het IJsselmeer, Markermeer (reRepresentativiteit kaartgegevens: weinig
latie Zeevang) en Alkmaardermeer (relatie Wormer- en Jisperveld). Ook de delen van de Zeevang buiten de Natura 2000 grenzen zijn van belang. Smienten zijn waarschijnlijk erg plaatstrouw. Bij ijsvorming trekken zij naar open water. Polders en wateren in de directe omgeving kunnen van belang zijn voor de vogels in de Natura 2000 gebieden, zoals wateren in Waterland Oost (Braken, Aeen en Dieen, Kinselmeer) en waterbergingsgebieden in West Friesland. De relatie tussen Natura 2000 gebieden en graslanden daarbuiten is vaak onduidelijk omdat smienten in de nacht kunnen foerageren buiten de Natura 2000 gebieden en overdag rusten op water daarbinnen. Overige gebieden waar de soort voorkomt Alkmaardermeergebied, Polder Waal en Burg, Polder het Noorden en Zeeburg op Texel, Ouderkerkerplas, Ursemmerplas, Spiegelplas. Vooral bij vorst neemt de betekenis van de wateren toe die niet of moeilijk dichtvriezen (Ouderkerkerplas, Jagersplas en Ursemmerplas).
Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
Functie N2000
Oostelijke Vechtplassen
Doel omvang leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Doel Belangrijke gebieden omvang voor N2000 doel populatie
+
=
=
2800
Eemmeer & Gooimeer
s
+
=
=
4900
Markermeer en IJmeer
s
+
=
=
15600
s+f
+
=
=
10300
+
=
=
7000
IJsselmeer Eilandspolder
34
Landelijke SvI
Keverdijkse polder, Hilversumse Meent Heintjesrak- en Broekerpolder, Horstermeer Waterland Oost, Polder Katwoude, Ae en Dieen, Kinselmeer omliggende graslandgebieden en kleinere wateren omliggende graslandgebieden
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan elatie met N2000 doel N2000 gebied gebied
f
±
±
f
±
±
f+r
±
±
f+r
±
±
f
±
±
f
±
±
Wormer-Jisperveld & Kalverpolder
f+s
+
=
=
5800
omliggende graslandgebieden
Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske
f+s
+
=
=
6400
omliggende graslandgebieden en Jagersplas
f+r
±
±
Polder Zeevang
s+f
+
=
=
12400
omliggende graslandgebieden in de Zeevang
f+r
±
±
Abtskolk en de Putten
f+r
+
=
=
f
±
±
1600 omliggende (seizoens graslandgebieden max)
Verspreiding in vogeldagen in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens, toelichting vogeldagen staat op pagina xx)
Landschap Noord-Holland -Titel jaar Veranderen in Basi-begin hst
35
Krakeend Alle aangewezen gebieden fungeren als foerageergebied. In de grotere meren is de krakeend gebonden aan de (dijk) oevers. De soort is het hele jaar present, met pieken in augustus/november en maart/april. In augustus/september concentreren de krakeenden zich in het IJsselmeer vooral langs het noordelijk deel van de Friese westkust, Steile Bank en vooroever Andijk en in de rest van het jaar komen ze verspreid voor in het IJsselmeer. Vooral langs de dijken waar zij op basaltblokken voedsel zoeken.
Overige gebieden waar de soort voorkomt De krakeend is de laatste jaren sterk toegenomen als broedvogel in Noord-Holland met een zwaartepunt in de waterrijke gebieden van Laag Holland.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Een zwaartepunt van de verspreiding ligt in de veenweidegebieden van Laag Holland en de Vechtstreek. In de winter concentreren krakeenden zich meer in groepen. Dan zijn de omliggende graslanden buiten de N2000 van belang. Een belangrijke ruiconcentratie is vastgesteld in Polder IJdoorn (>200 ex). In de strenge winters concentreert een deel van de vogels op waterzuiveringlocaties waar zij profiteren van het open water en gunstige voedselomstandigheden. De precieze relatie met de N2000 gebieden is dan onduidelijk. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer Markermeer en IJmeer
36
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Doel Belangrijke gebieden omvang voor N2000 doel populatie
f
+
=
=
40
f
+
=
=
90
f
+
=
=
90
IJsselmeer
f
+
=
=
200
Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske
f
+
=
=
200
waterzuiverinstallaties (bij strenge winters) waterzuiverinstallaties (bij strenge winters) waterzuiverinstallaties (bij strenge winters) waterzuiverinstallaties (bij strenge winters) waterzuiverinstallaties (bij strenge winters)
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
f+r
±
±
f+r
±
±
f+r
±
±
f+r
±
±
f+r
±
±
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
37
Wintertaling De aangewezen gebieden hebben met name een functie als foerageergebied. De soort is vooral aanwezig in de trektijd, augustus tot en met november en maart. In die periode komt de wintertaling voor langs de Friese westkust, Steile Bank, baai van Lemmer en vooroever Andijk. In de Eilandspolder zijn natte en ondergelopen (grasland)percelen van belang. Verder kunnen ze ’s winters overal voorkomen zolang er maar voldoende rust is en er ondiep water aanwezig is. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De Eilandspolder en IJsselmeergebied zijn specifiek aangewezen voor de wintertaling. Voor het overgrote deel gaat het om doortrekkers en overwinterende vogels. De directe relatie met omliggende gebieden is onbekend. Mogelijk is een relatie tussen het IJsselmeergebied en binnendijks gelegen gebieden zoals Wieringermeer en de waterbergingsgebieden in West Friesland. Overige gebieden waar de soort voorkomt De wintertaling kan in de trektijd in verschillenden waterrijke delen van Noord-Holland voorkomen zoals op Texel (Roggesloot, Polder het Noorden, Dijkmanshuizen e.o., Horsmeertjes), Balgzand bij Den Oever, Alkmaardermeergebied, Guisveld, Wormer- en Jisperveld, oostelijk deel Polder Zeevang, Oostzaan, Twiske, Ilperveld. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied IJsselmeer Eilandspolder
38
Functie N2000 f f
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. -
= =
Doel kwaliteit leefgeb. = =
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel 280 130
? ?
Functie belangr. gebied onbekend onbekend
Afhankelijkheids Bijdrage aan doel N2000 relatie met N2000 gebied gebied onbekend onbekend
onbekend onbekend
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
39
Wilde eend Het IJsselmeergebied en Eilandspolder hebben voor de wilde eend met name een functie als foerageergebied. Voor het IJsselmeergebied is de soort vooral een wintergast (september tot en met februari) en komt voor verspreid over het gehele gebied, minder langs de Houtrib- en Afsluitdijk. De belangrijkste concentraties bevinden zich langs de Friese westkust, Steile Bank en vooroever Andijk. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De wilde eend is een algemeen voorkomende soort in Noord-Holland. Precieze uitwisseling tussen gebieden is niet bekend. Overige gebieden waar de soort voorkomt Texel is het belangrijkste gebied voor deze soort (maxima tot 760 ex), daarnaast zijn de Zeevang en andere waterrijke delen van Laag Holland en de Vechtstreek van belang (max tot 150 ex). Buiten deze gebieden komt de wilde eend algemeen voor. Concentraties kunnen voorkomen bij dorpen waar ze soms worden gevoerd, en in droogmakerijen na de oogst van tarwe als de wilde eend op het valgraan komt foerageren. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied IJsselmeer
40
Functie N2000 f
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. +
=
Doel kwaliteit leefgeb. =
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel 3800
geen
Functie belangr. gebied n.v.t.
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied n.v.t.
n.v.t.
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
41
Pijlstaart Het IJsselmeergebied heeft voor de pijlstaart met name een functie als foerageergebied. De soort is vooral doortrekker in september-november en in maart. Het voorkomen is beperkt tot de Friese kust en de vooroever Andijk. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De Pijlstaart heeft tijdens de trek- en winterperiode vooral een voorkeur voor de Waddenzee en getijdegebieden zoals Balgzand en Slufter. Tussen IJsselmeer en de Waddenzee bestaat voor deze soort een directe relatie. Ze worden soms in hele kleine aantallen in binnendijkse gebieden gezien. Die aantallen zijn te laag om een wezenlijke bijdrage te leveren aan het instandhoudingsdoel dat in het IJsselmeer geldt. Overige gebieden waar de soort voorkomt Texel (o.a. Zeeburg, met max 150 ex.) en het Balgzand (max. 343) zijn belangrijke gebieden. In absolute aantallen kan dat soms om circa 3000 vogels gaan. In de waterrijke delen van Laag Holland en Vechtstreek worden lage aantallen waargenomen. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied IJsselmeer
42
Functie N2000 f
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. -
=
Doel kwaliteit leefgeb. =
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel 60
Waddenzee
Functie belangr. gebied f+r
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan elatie met N2000 doel N2000 gebied gebied +
+
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
43
Slobeend De Slobeend is met name aanwezig in de periode augustusoktober. Tijdens zachte winters overwinteren de laatste jaren meer slobeenden in Noord-Holland. In het IJsselmeer komt de slobeend in de nazomer (augustus) het meest talrijk voor langs de Friese kust en de vooroever Andijk. De Slobeend verblijft vooral op ondergelopen grasland, in ondiep water verspreid en brede natte greppels. Ze pleisteren op plekken met voldoende rust, voedsel en open water. De Schaalsmeerpolder is in het Wormer- en Jisperveld de belangrijkste rui- en verblijfplaats.
Overige gebieden waar de soort voorkomt Kleine Polder IJdoorn, Eilandspolder oost, oostelijk deel Polder Zeevang, Uitgeester- en Heemskerkerbroek, Balgzand en delen van Texel (o.a. Polder het Noorden en Horsmeertjes) zijn gebieden waar groepjes slobeenden kunnen verblijven.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Mogelijk vindt er uitwisseling plaats tussen Markermeer en IJsselmeer en de binnendijksgelegen wateren. De precieze relatie is onbekend. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
f
+
=
=
80
?
onbekend
onbekend
onbekend
f
+
=
=
5
?
onbekend
onbekend
onbekend
Markermeer en IJmeer
f
+
=
=
20
IJsselmeer
f
+
=
=
Wormer-Jisperveld & Kalverpolder
f
+
=
f
+
f
+
Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske Zwanenwater en Pettemerduinen
44
Functie N2000
r+f
±
±
60
Zeevang, kleinere wateren in Waterland Oost ?
onbekend
onbekend
onbekend
=
90
?
onbekend
onbekend
onbekend
=
=
50
?
onbekend
onbekend
onbekend
=
=
90
?
onbekend
onbekend
onbekend
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
45
Krooneend Krooneenden brengen de winter in groepen op groot open water door. Met name de Gouwzee is van belang voor krooneend vanwege een goed ontwikkelde onderwatervegetatie met sterkranswier. In de Gouwzee ligt een belangrijke ruiplaats. Hier kunnen tussen de 400-500 vogels verblijven. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Waarschijnlijk is er uitwisseling met de vogels die broeden in de Vechtstreek en in wateren grenzend aan Markermeer en IJmeer. Bij sommige omstandigheden (veel wind) zijn binnendijks gelegen wateren zoals Binnenbraek in Waterland Oost van belang. Het gaat dan om foerageer- en rustgebieden en ruiplaatsen. Overige gebieden waar de soort voorkomt In de Oostelijke vechtplassen komt de soort in lage dichtheden voor (seizoengemiddelde 3 ex.). Belangrijkste broedplaatsen liggen in de kustzone van het IJmeer en Gooimeer en de Vechtplassen en Vinkeveenseplassen. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied
Markermeer en IJmeer
46
Functie N2000
f
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
-
=
Doel kwaliteit leefgeb.
=
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel Gouw zee en binnendijkse gelegen wateren Markermeer (Binnenbraek)
Functie belangr. gebied
f+r+rui
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
+
+
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
47
Tafeleend Alle vier aangewezen gebieden fungeren als foerageergebied. In het Eemmeer & Gooimeer overwintert de tafeleend in de periode september-maart en vertoont een piek in oktober (Eemmeer) en december (Gooimeer). In het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer is de tafeleend met uitzondering van mei en juni, het hele jaar aanwezig. Ze foerageren ’s nachts en verplaatsen zich vermoedelijk ook tussen de meren. Driehoeksmosselen zijn de voornaamste voedselbron. Tussen de kranswieren vinden ze ook veel klein dierlijk voedsel. De Gouwzee is dankzij de goed ontwikkelde onderwatervegetatie van groot belang. Als rui- en rustgebied worden onder andere de Houtribdijk, de Oostvaardersdijk, Oude Zeug, Afsluitdijk en Gouwzee gebruikt. De ruiperiode valt in de periode juli-oktober.
Overige gebieden waar de soort voorkomt. Het Zwanenwater is een belangrijke pleisterplaats. Daarnaast worden kleine aantallen waargenomen in waterrijke delen van Texel, Laag Holland en de Vechtstreek.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Op (grotere) wateren grenzend aan het IJsselmeer, IJmeer, Markermeer en Gooimeer kunnen belangrijke aantallen tafeleenden voorkomen, vooral in perioden met harde wind, zoals waterbergingsgebieden, de Braken, Aeen en Dieen in de Zeevang en Waterland Oost. De vogels zoeken op deze wateren beschutting. Daarnaast zijn deze braken en dergelijke van belang voor de paarbinding. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer
48
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Doel Functie Belangrijke gebieden voor omvang belangr. N2000 doel populatie gebied
f
--
=
=
120
f
--
=
=
790
Markermeer en IJmeer
f
--
=
=
3200
IJsselmeer
f
--
=
=
310
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
r
+
+
r
+
+
binnendijks gelegen aangrenzende wateren in Waterland Oost binnendijks gelegen aangrenzende wateren
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
49
Kuifeend Alle drie de aangewezen gebieden fungeren als foerageergebied. In het Eemmeer & Gooimeer overwintert de kuifeend in de periode september-maart en vertoont een piek in oktober (Eemmeer) en december (Gooimeer). In het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer is de kuifeend met uitzondering van mei en juni, het hele jaar aanwezig. Ze foerageren ’s nachts en verplaatsen vermoedelijk ook tussen de meren. Driehoeksmosselen zijn de voornaamste voedselbron. Tussen de kranswieren vinden ze ook veel klein dierlijk voedsel. De Gouwzee is dankzij de goed ontwikkelde onderwatervegetatie van groot belang. Als rui- en rustgebied worden onder andere de Houtribdijk, de Oostvaardersdijk, Oude Zeug, Afsluitdijk en Gouwzee. De ruiperiode valt in de periode juli-oktober.
Overige belangrijke gebieden De waterrijke delen van Texel, Het Zwanenwater, Laag Holland zoals Alkmaardermeer, Krommenieer Woudpolder, Oostzanerveld en Twiske en de Oostelijke Vechtplassen zijn van belang.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Op (grotere) wateren grenzend aan het IJsselmeer, IJmeer, Markermeer en Gooimeer kunnen belangrijke aantallen kuifeenden voorkomen bij perioden met harde wind. Deze wateren zoals waterbergingsgebieden, de Braken, Aeen en Dieen in de Zeevang en Waterland Oost geven de vogels beschutting. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
50
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Functie Doel Belangrijke gebieden voor belangr. omvang N2000 doel gebied populatie
Eemmeer & Gooimeer
f
Markermeer en IJmeer
f
-
=
=
18800
IJsselmeer
f
-
=
=
11300
-
=
=
2700
geen binnendijks gelegen aangrenzende wateren in Waterland Oost en Zeevang binnendijks gelegen aangrenzende wateren
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
r
+
+
r
+
+
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
51
Toppereend Het Markermeer & IJmeer en het IJsselmeer hebben onder andere de functie als foerageergebied. De topper is een overwinteraar, met name het IJsselmeer levert een grote bijdrage. De hoogste aantallen bevinden zich hier in februari en maart. De toppereend foerageert ’s nachts op driehoekmossels die verspreid in de beide Natura 2000-gebieden voorkomen. Overdag rusten ze op beschutte plaatsen zoals op de Gouwzee, Houtribdijk, bij Lelystad, vooroevers tussen Medemblik en Andijk en de Oude Zeug. Toppereenden verplaatsen zich veelvuldig tussen de twee Natura 2000-gebieden en de Waddenzee. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Er worden alleen belangrijke aantallen toppereenden gezien langs de Afsluitdijk (tot 6.250 ex), op het IJsselmeer (tot max. 10.000) en in sommige jaren in de Gouwzee. Binnendijkse wateren grenzend aan de Natura 2000 gebieden kunnen van belang zijn voor de vogels als ze bij ongunstige wind de luwte zoeken van kleinere binnendijks gelegen wateren. De vogels kunnen hier rusten. Overige gebieden waar de soort voorkomt Buiten de Natura 2000 gebieden komen nauwelijks toppereenden voor. Op Texel, in het Zwanenwater, de Putten en in Laag Holland worden af en toe enkele vogels waargenomen. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied
52
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Doel Belangrijke gebieden omvang voor N2000 doel populatie
Markermeer en IJmeer
f
--
=
=
70
IJsselmeer
f
--
=
=
15800
binnendijks gelegen aangrenzende wateren binnendijks gelegen aangrenzende wateren
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
r
±
±
r
±
±
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
53
Brilduiker Beide aangewezen gebieden fungeren als foerageergebied. Brilduiker overwintert hier en is met name aanwezig van november tot en met maart. De brilduiker foerageert tijdens het winterseizoen op driehoeksmosselen verspreid in de gebieden. De brilduiker komt ook verder van de kust voor en verplaatst zich regelmatig tussen het IJsselmeer en het Markermeer. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Aangrenzende kleinere wateren langs de aangewezen Natura 2000 gebieden kunnen als rustgebied fungeren bij ongunstige wind. Het precieze gebruik is echter onbekend. Overige gebieden waar de soort voorkomt Lage aantallen (tot 10 ex. seizoensgemiddelde) in de Mokbaai, Balgzand, Alkmaardermeer, Oostzaan en Twiske, Oostelijke Vechtplassen. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
54
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Doel Belangrijke gebieden omvang voor N2000 doel populatie
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied
Markermeer en IJmeer
f
+
=
=
170
binnendijks gelegen aangrenzende wateren
r+f
±
±
IJsselmeer
f
+
=
=
310
binnendijks gelegen aangrenzende wateren
r+f
±
±
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
55
Nonnetje Het nonnetje overwintert hier en is met name aanwezig in de periode december/maart. De aantallen lopen op bij strenge winters als de Oostzee dichtvriest. Het grootste deel van de populatie bevindt zich in het IJsselmeer en het Markermeer & IJmeer. Het nonnetje foerageert verspreid over het IJsselmeer maar met name in het zuidelijke deel. In het Markermeer & IJmeer foerageren ze op open water in het westelijke en noordelijke deel van het gebied en langs de Houtribdijk. In de Oostelijke Vechtplassen zijn het de Loenderveense plas en Ankeveensche Plassen die van belang zijn. De aantalsontwikkeling hangt sterk samen met verschuivingen in het overwinteringsgebied in noordoostelijke richting en de afname van het spieringbestand.
Overige gebieden waar de soort voorkomt Buiten de Natura 2000 gebieden komen geen noemenswaardige aantallen voor behalve in het Twiske. Enkele waarnemingen komen van Texel, Alkmaardermeergebied en Wieringen.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling In het verleden was er een directe relatie tussen vogels die foerageerden in het Markermeer en sliepen in binnendijkse kleinere wateren zoals het Kinselmeer. Op dit moment foerageren kleine aantallen nonnetjes in aangrenzende kleinere wateren in Waterland Oost en Zeevang en mogelijk langs het IJsselmeergebied. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen Eemmeer & Gooimeer Markermeer en IJmeer IJsselmeer
56
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Doel Belangrijke gebieden omvang voor N2000 doel populatie
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied
f
-
=
=
20
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
f
-
=
=
10
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
f
-
=
=
80
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
f
-
=
=
180
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
57
Grote zaagbek Zowel het IJsselmeer als het Markermeer & IJmeer zijn foerageergebied van de grote zaagbek. De grote zaagbek overwintert hier en is aanwezig tussen november en maart. Als de Oostzee dichtvriest zijn de aantallen in het IJsselmeer en Markermeer hoger. De hoogste aantallen worden vastgesteld in het IJsselmeergebied met max. tot 20.000 vogels. Voor beide gebieden gelden onzekerheden met betrekking tot de ontwikkelingen van de kwaliteit van het leefgebied en dus ook wat betreft de aantalsontwikkeling. De voedselsituatie voor viseters is in beide gebieden verslechterd, onder andere door afname van spiering. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Grootste aantallen verblijven in het IJsselmeergebied. Alleen bij strenge vorst kunnen grotere aantallen verblijven in wateren die niet dicht vriezen zoals Noordzeekanaal en wateren bij elektriciteitscentrales. Overige gebieden waar de soort voorkomt In waterrijke delen van Noord-Holland kunnen in de winter kleine aantallen grote zaagbekken worden waargenomen zoals op Texel, Alkmaardermeer, Twiske, Eilandspolder, Wormer & Jisperveld en de Oostelijke Vechtplassen. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied Markermeer en IJmeer IJsselmeer
58
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan doel elatie met N2000 N2000 gebied gebied
f
--
=
=
40
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
f
--
=
=
1300
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
59
Meerkoet Alle aangewezen gebieden hebben voor de meerkoet een functie als foerageergebied. De meerkoet heeft de hoogste aantallen in de periode september en november, met een sterke concentratie in de Gouwzee in oktober (Markermeer & IJmeer), september en maart (Eemmeer & Gooimeer). In het IJsselmeer nemen de aantallen toe in de periode juli-september, (wanneer er onder andere op waterplanten wordt gefoerageerd) en blijven de aantallen stabiel in de maanden daarna (wanneer onder andere op driehoeksmosselen en gras wordt gefoerageerd). De meerkoet is voornamelijk een planteneter en komt vooral voor langs oevers van de grotere meren en de grotere binnendijkse wateren zoals de Stootersplas (Twiske). De soort foerageert ook op grasland. Dankzij de toename van sterkranswier en een goed ontwikkelde onderwatervegetatie in de Gouwzee zijn hier de aantallen toegenomen. In het Eemmeer en Gooimeer is de toename van driehoeksmosselen positief geweest voor de aantallen meerkoeten in dit gebied.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Veel meerkoeten die zich tegoed hebben gedaan aan het voedsel in de Gouwzee en andere delen van het IJsselmeer en Gooi en Eemmeer zullen zich na oktober concentreren in de graslandgebieden van West Friesland, Vechtstreek, Zeevang, Waterland Oost en Wieringen. De vogels worden hierbij aangevuld met meerkoeten die vanuit Oost-Europa en tot ver uit Rusland naar de graslanden met aangrenzende wateren in Noord-Holland trekken. De vogels foerageren op gras. De precieze relatie tussen gebieden en verspreiding van deze vogels is echter onbekend. Overige gebieden waar de soort voorkomt Diverse polders op Texel, Alkmaardermeergebied, Wijde Blik, Spiegel- en Blijkpolderplas, Loosdrechtse plassen, Keverdijksche- Overscheensche Polder zijn van belang.
Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gemiddeld Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied Eemmeer & Gooimeer Markermeer en IJmeer
60
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Functie Doel Belangrijke gebieden belangr. omvang voor N2000 doel gebied populatie
480
diverse graslandgebieden diverse graslandgebieden diverse graslandgebieden geen
710
geen
f
-
=
=
1700
f
-
=
=
4500
IJsselmeer
f
-
=
=
3600
Eilandspolder Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske
f
-
=
=
f
-
=
=
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan doel elatie met N2000 N2000 gebied gebied
f
±
±
f
±
±
f
±
±
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
61
Kluut Het IJsselmeer is foerageergebied van de kluut aangewezen. De kluut is een pionier die allerlei kleine gebiedjes kan koloniseren waar geschikte omstandigheden zijn om te foerageren (slikkig) en te broeden (kale grond en natte graslanden). Om te foerageren zijn natte, slikkige en ondiepe gebieden zoals de Kleine Polder IJdoorn en waterbergingsgebieden langs de IJsselmeerkust van belang. Ze broeden in kleine aantallen binnendijks, maar tijdens de winter zijn ze meer kust gebonden. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De precieze relatie tussen vogels van het waddengebied en andere gebieden is niet bekend. Met name brakke gebieden zoals op Texel, de Putten en het waddengebied zoals het oostelijk deel van het Balgzand en de waddenkust bij Den Oever zijn belangrijke gebieden voor de kluut. Voorts zijn grote aantallen voedselzoekende kluten te vinden in de ondiepten van de Friese IJsselmeerkust. Overige gebieden waar de soort voorkomt Daarbuiten spelen Eilandspolder West, Westzaan en Waterland Oost (Hoecklingsdam en Kinsel) nog een rol, al gaat het hier om broedvogels met relatief lage aantallen (tot 100 ex.). Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied IJsselmeer
62
Functie N2000 f
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. -
=
Doel kwaliteit leefgeb. =
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel 20
waddengebied
Functie belangr. gebied +
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied +
+
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
63
Goudplevier Overige gebieden waar de soort voorkomt Buiten de Natura 2000 gebieden kunnen zich grote aantallen goudplevieren ophouden. Texel en Wieringen zijn veruit de belangrijkste gebieden. Daarnaast zijn graslandgebieden rond het Alkmaardermeer zoals de Krommenieër Woudpolder van belang. Ook andere graslandgebieden zoals het Wormer- en Jisperveld, Polder Katwoude en Waterland Oost zijn van betekenis. In de polders van West Friesland en de Wieringermeer kunnen zich eveneens grote aantallen goudplevieren ophouden. Wel zijn de aantallen ten opzichte van de zeventiger jaren overal afgenomen.
De Eilandspolder en de Zeevang zijn aangewezen voor de Goudplevier als foerageergebied. Voor het IJsselmeergebied geldt de aanwijzing voor foerageer- en slaapgebied. De kwaliteit van leefgebieden buiten het Natura 2000 netwerk is vermoedelijk afgenomen. De landelijke herstelopgave is daarom met name gebaseerd op de situatie buiten het Natura 2000-netwerk. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Goudplevieren zijn redelijk plaatstrouw. Bij verstoring kunnen zij uitwijken naar naastgelegen rustige en geschikte polders. Zij rusten overdag op graslanden, soms op geploegd bouwland en kunnen dan vanuit een wijdere omgeving komen. Er zal uitwisseling plaatsvinden tussen de Natura 2000 gebieden Zeevang, Eilandspolder en de omliggende polders. De aanwijzing van het IJsselmeergebied zal vooral in relatie staan tot rust – en foerageerplaatsen voor de Friese IJsselmeerkust en de graslandgebieden als de Workumerwaard. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering
Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
IJsselmeer
64
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel
f+s
--
=
=
9700
Eilandspolder
f
--
=
=
150
Polder Zeevang
f
--
=
=
790
omliggende graslandgebieden omliggende graslandgebieden omliggende graslandgebieden
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan elatie met N2000 doel N2000 gebied gebied
f
-
-
f
-
-
f
-
-
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
65
Kievit Eilandspolder en de Zeevang zijn aangewezen voor de kievit. Beide gebieden fungeren als foerageer- en als slaapgebied. Kieviten foerageren verspreid over de graslanden. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Direct voor de Natura 2000 gebieden zijn de aangrenzende polders c.q. graslandgebieden van belang zoals de overige graslanden in de Zeevang en de Polder Mijzen. Waarschijnlijk vindt er veel uitwisseling plaats tussen deze gebieden. De precieze relatie en betekenis zijn echter onduidelijk. Overige gebieden waar de soort voorkomt In de trektijd zijn veel gebieden, zowel grasland als bouwland, in Noord-Holland van belang als foerageer- en rustgebied voor grote groepen kieviten. Op basis van de gegevens zijn Texel, Wieringen, Alkmaardermeergebied, Ilperveld en Wormer- en Jisperveld van belang voor de kievit. Ook in andere gebieden kunnen grote aantallen kieviten aanwezig zijn zoals West Friesland, Waterland Oost Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
66
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel
Eilandspolder
f+s
-
=
=
1200
Polder Zeevang
f+s
-
=
=
2200
omliggende graslandgebieden omliggende graslandgebieden
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
f
-
-
f
-
-
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
67
Kemphaan Slaapplaatsen van kemphaan liggen met name aan de Friese IJsselmeerkust (in de Bocht van Molkwerum, rond Gaast en nabij de Mokkebank) en in Noord-Holland onder andere bij de polder IJdoorn. Slaapplaatsen bestaan onder andere uit ondergelopen graslanden waar de vogels kunnen staan. Waterbergingsgebieden worden om die reden ook gebruikt. De kemphaan is eveneens broedvogel in een zeer beperkt aantal graslanden van het IJsselmeergebied.
Overige gebieden waar de soort voorkomt Texel en Wieringen zijn de belangrijkste gebieden voor doortrekkende kemphaan. In mindere mate spelen polder Zeevang, Oostzaan, Eilandspolder en de Uitgeester- en Heemskerkerbroek een rol, het gaat in deze gebieden om maximaal 5 ex. Bij oostenwind begin mei kunnen de aantallen doortrekkende kemphanen oplopen tot meer dan 500 in Noord Holland.
Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Voorheen waren de graslanden van Laag Holland zeer belangrijk tijdens de voorjaarstrek. Tegenwoordig trekken veel minder kemphanen in het voorjaar door. Onderzoek wijst uit (kleurringwaarnemingen) dat de trekbaan van veel kemphanen nu veel oostelijker ligt, ter hoogte van Polen en Wit Rusland. In het najaar trekken kemphanen al vroeg (juli-augustus) door naar het zuiden. Belangrijke aantallen kunnen onder andere worden waargenomen in de veenweidegebieden van Laag Holland. De relatie met het IJsselmeergebied is onduidelijk. Wel is een slaapplaats gelegen in de polder IJdoorn. Representativiteit kaartgegevens: weinig Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
IJsselmeer
68
Functie N2000
f+s
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. -
=
Doel kwaliteit leefgeb. =
Doel omvang populatie
Belangrijke gebieden voor N2000 doel
2100 foer/ omliggende 17300 graslandgebieden slaap vooral in Friesland
Functie belangr. gebied f
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan doel elatie met N2000 N2000 gebied gebied -
-
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
69
Grutto Alle aangewezen gebieden fungeren als slaapplaats en het IJsselmeer daarnaast ook als foerageergebied. Slaapplaatsen van Grutto liggen in dit Natura 2000 gebied, met name in de Bocht van Molkwerum, rond Gaast en nabij de Mokkebank. Overige bekende slaapplaatsen liggen onder andere in de omgeving van De Merken (Wormer- en Jisperveld en Kalverpolder) en Varkensland en Oostzanerveld (Ilperveld, Oostzanerveld, Varkensland en Twiske). De grutto foerageert hier ook op de graslanden. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De relatie tussen de rust- en foerageergebieden in de Natura 2000 gebieden is dat een deel van de grutto’s die gebruikt maakt van deze slaapplaatsen en foerageergebied in de (omliggende) graslanden broedt. Een groot deel van de vogels zal tijdens de trektijd gebruik maken van de slaapplaatsen in de Natura 2000 en daarbuiten foerageren en broeden. De kwaliteit van die gebieden (onder andere rust en voldoende, goed bereikbaar voedsel) heeft effect op de gunstige staat van instandhouding op de soort. De afname van de grutto als
broedvogel heeft te maken met gering broedsucces door sterfte van jonge grutto’s (onvoldoende voedsel, omkomen bij maaien, predatie). Overige gebieden waar de soort voorkomt Op basis van de gegevens liggen belangrijke gebieden op Dijkmanshuizen op Texel, Wieringen, graslandgebieden rond het Alkmaardermeer en polder Westzaan. Daarnaast vormen in de trektijd ondergelopen graslanden belangrijke rust-, voedsel- en slaapplaatsen zoals Polder IJdoorn, Landje van Geijsel (Ouderkerk aan de Amstel), Waverhoek, graslanden bij fort Krommeniedijk en buitendijks gelegen graslanden (zoals de Rietkoog bij Schardam).
Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
IJsselmeer
70
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
f+s
--
=
=
Eilandspolder
s
--
=
=
Wormer-Jisperveld & Kalverpolder
s
--
=
=
Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske
s
--
=
=
Polder Zeevang
s
--
=
=
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel 290 foer/ omliggende 2200 graslandgebieden slaap omliggende 170 graslandgebieden geen
790
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan elatie met N2000 doel N2000 gebied gebied
b+f
±
±
b+f
±
±
omliggende graslandgebieden
b+f
±
±
omliggende graslandgebieden
b+f
±
±
omliggende graslandgebieden
b+f
±
±
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
71
Wulp Beide aangewezen gebieden vervullen een functie als foerageergebied. Daarnaast is het IJsselmeer ook slaapgebied voor de wulp. Slaapplaatsen liggen onder andere in de Bocht van Molkwerum, rond Gaast en nabij de Mokkebank. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Het Balgzand is een belangrijk foerageer- en rustgebied. De binnendijksgelegen gebieden langs de Waddenzee hebben een belangrijke functie als rustgebied tijdens hoogwater en worden ook gebruikt om te foerageren, onder andere Wieringen en Texel. Graslanden in en langs het IJsselmeergebied kunnen eveneens van belang zijn als foerageergebied. Voor de Zeevang is er een relatie tussen het Natura 2000 gebied en de aangrenzende graslandgebieden waar uitwisseling zal plaatsvinden. Overige gebieden waar de soort voorkomt Texel (binnendijks) en het Balgzand zijn veruit de belangrijkste gebieden voor deze soort. Verder zijn de graslanden binnendijks van Wieringen en de graslanden van Laag Holland van belang zoals Eilandspolder, polders rond het Alkmaardermeer, Westzaan, Wormer- en Jisperveld, Oostzanerveld, Ilperveld, Varkensland. Waterland Oost. In de trektijd (juli-nov & mrt) kunnen in andere polders van Noord-Holland (uitsluitend graslandgebieden) ook belangrijke aantallen wulpen verblijven. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gemiddeld Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: gemiddeld Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied
IJsselmeer Polder Zeevang
72
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
s+f
+
=
=
f
+
=
=
Doel Belangrijke gebieden omvang voor N2000 doel populatie 310 foer/ Friese graslandgebieden 3500 slaap 210
Friese graslandgebieden
Functie belangr. gebied f f
Afhankelijkheidsr Bijdrage aan doel elatie met N2000 N2000 gebied gebied
Seizoensgemiddelden in 2008-2009 in de getelde telgebieden. De soort kan daarbuiten dus ook voorkomen (zie ook representativiteit van gegevens) Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
73
Dwergmeeuw Beide aangewezen gebieden hebben voor de dwergmeeuw onder andere de functie als foerageergebied. De soort is jaarrond aanwezig, met de hoogste aantallen tussen september en januari (IJsselmeer) en augustus/september (Markermeer & Gooimeer). Het voorkomen hangt samen met het voedselaanbod (spiering). In het Markermeer & Gooimeer komt de dwergmeeuw verspreid voor. In het IJsselmeer is de concentratie het hoogst in de noordelijke delen. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Dwergmeeuwen zijn sterk gebonden aan grotere wateren zodat er geen/weinig uitwisseling zal plaatsvinden tussen het IJsselmeergebied en andere binnendijks gelegen gebieden. Er zal wel een relatie zijn met de Waddenzee en Noordzee. Overige gebieden waar de soort voorkomt In de trektijd in het voorjaar (april) worden in sommige jaren grotere aantallen dwergmeeuwen waargenomen zoals in het Vechtplassengebied zoals Ankeveen en Naardermeer en Waterland Oost. De vogels verblijven hier enkele dagen om te foerageren. Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig)
Natura 2000 gebied Markermeer en IJmeer IJsselmeer
74
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
f
-
=
=
f
-
=
=
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel
50
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
75
Reuzenstern Het IJsselmeer wordt gebruikt als slaap- en foerageergebied. De reuzenstern is een doortrekker en is vooral aanwezig in de periode augustus en september. Rustplaatsen liggen onder andere aan de Friese kust, zoals Makkumer- en Workumerwaar en de Steile bank, en vermoedelijk ook de Kreupel. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De reuzenstern is sterk gebonden aan grotere wateren zodat er geen/weinig uitwisseling zal plaatsvinden tussen het IJsselmeergebied en andere binnendijks gelegen gebieden. De laatste jaren worden er augustus/september tussen 5-10 vogels gezien in het Markermeer. Zij slapen op de Hoecklingsdam bij Durgerdam. Overige gebieden waar de soort voorkomt Tijdens de trektijd kan de soort op doortrek in andere gebieden voorkomen. Het foerageren en rusten is echter beperkt tot het IJsselmeergebied en Markermeer en IJmeergebied.
Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied IJsselmeer
76
Functie N2000 f+s
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb. +
=
Doel kwaliteit leefgeb. =
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel 40
Markermeer
Functie belangr. gebied f+r
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan latie met N2000 doel N2000 gebied gebied +
+
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
77
Zwarte stern De zwarte stern is een doortrekkende soort die aanwezig is in de periode juli tot en met september, met een piek in augustus. In de nazomer komt de zwarte stern vooral naar het IJsselmeergebied. Zij vinden voedsel in het IJsselmeer. De slaapplaatsen op het IJsselmeer bestaan uit tienduizenden vogels. In het verleden lag een belangrijke slaapplaats in het Balgzand. In de avond waren in de Den Oever duizenden vogels waar te nemen op weg naar de slaapplaats. De laatste jaren slapen de meeste vogels op de Kreupel. Vanwege de verslechterde voedselsituatie in het IJsselmeer (te weinig spiering) is de soort achteruit gegaan. In het verleden kwam de soort ook wel naar het Markermeer & Gooimeer om te ruien maar die aantallen zijn afgenomen. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling Er is een directe relatie tussen het Balgzand (slaapplaats) en het IJsselmeergebied (slaapplaats en foerageergebied). Verder werd in het verleden regelmatig vogels waargenomen die foerageerden in het Markermeer en rusten op graslanden tussen Enkhuizen en Hoorn, in Marken of Waterland Oost. Dat is steeds minder het geval Overige gebieden waar de soort voorkomt Tijdens de voorjaarstrek kan de soort overal worden waargenomen. Vooral in die periode (eind april-begin mei) kunnen groepjes zwarte stern verblijven in de waterrijke gebieden van de Vechtplassen en Laag Holland. De laatste broedplaatsen van de zwarte stern in Noord-Holland liggen in het Vechtplassengebied (Naardermeer). Representativiteit kaartgegevens: goed Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: gering Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel. (SvI= Staat van Instandhouding, r=rustgebied, f=foerageergebied, s=slaapgebied, b= broedgebied, omvang populatie=seizoensgemiddelde tenzij anders vermeld, +: groot, +-: gemiddeld, - : weinig) Natura 2000 gebied Markermeer en IJmeer IJsselmeer
78
Functie N2000
Doel Landelijke omvang SvI leefgeb.
Doel kwaliteit leefgeb.
f+s
--
=
=
f+s
--
=
=
Belangrijke Doel omvang gebieden voor populatie N2000 doel
49700
Marken en Waterland Oost geen
Functie belangr. gebied
Afhankelijkheidsre Bijdrage aan doel latie met N2000 N2000 gebied gebied
f+r
-
-
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
79
Noordse woelmuis De Noordse woelmuis komt in alle gebieden voor in moerasdelen, rietlanden, ruigten, oeverlanden, extensieve graslanden en eilandsituaties. Bepaalde habitattypen zijn eveneens belangrijk, zoals Ruigten en Zomen (H6430) en Overgangsvenen (H7140). In het IJsselmeergebied komt de noordse woelmuis met name voor langs de Friese IJsselmeerkust. In de voortplantingsperiode (apr-sep) en in de winterperiode (nov-mrt) is de soort het meest kwetsbaar. De maand oktober is de minst ongunstige periode voor het uitvoeren van werkzaamheden e.d.. Gebieden van belang voor Natura 2000 doelstelling De actieradius van noordse woelmuis is niet groot, namelijk 150 tot 500 meter. Het territorium van een mannetje beslaat ongeveer 20 vierkante meter. Gebieden die belangrijk zijn voor de Natura 2000 doelstelling liggen daarom dus aan de randen van de Natura 2000 gebieden waar geschikt leefgebied is (zie eerste paragraaf ). Er kan uitwisseling plaatsvinden met andere populaties die zich op een afstand van 1,5 tot 3 kilometer bevinden, daarom zijn ook deze gebieden van belang. Bijvoorbeeld het Alkmaardermeergebied en Waterland. In het kaartje is te zien dat de noordse woelmuis op veel plekken buiten Natura 2000 gebieden voorkomt. Representativiteit kaartgegevens: redelijk Bijdrage overige gebieden aan provinciaal doel: groot Bijdrage Noord-Holland aan landelijk doel t.o.v. andere provincies: groot Kwetsbare periode: jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Natura 2000 gebieden met een instandhoudingsdoel voor de Noordse woelmuis (SvI=Staat van Instandhouding, --: zeer ongunstig, =: behoud, >uitbreiding/verbetering, l=leefgebied)
Natura 2000 gebied Oostelijke Vechtplassen IJsselmeer Eilandspolder Wormer-Jisperveld & Kalverpolder Polder Westzaan Ilperveld, Varkensland, Oostzaner-veld & Twiske
80
Landelijke SvI
Doelstelling omvang leefgebied
Doelstelling kwaliteit leefgebied
Omvang populatie (indicatief t.b.v. draagkracht leefgebied) > > =
----
> > =
> = =
--
=
=
=
--
=
=
=
--
=
=
=
Verspreidingskaart van de Noordse woelmuis in de periode 2009-2012, op basis van inloopvallenonderzoek, braakbalanalyses en overige waarnemingen. Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
81
82
Literatuur •
•
•
•
• • •
• • •
•
•
•
• •
Bekker, D., 2005. Verspreidingsonderzoek muizen en spitsmuizen 2005. Haalbaarheidsstudie braakbalmethode voor landsdekkend beeld verspreiding noordse woelmuis, water- en veldspitsmuis. VZZ rapport 2005.81. VZZ, Arnhem. Boele, A. 2006. Recordaantallen krooneenden in de Gouwzee in oktober 2005. 2006, nr 1 Tussen Duin en Dijk Hornman M., Hustings F., Koffijberg K., Klaassen O.,van Winden E., SOVON ganzen –en zwanenwerkgroep & Soldaat L. 2013. Watervogels in Nederland in 2010/2011. SOVON-rapport 2013/02. Waterdienst-rapport 13.01. SOVON vogelonderzoek . Nijmegen Noordhuis R. (red.) 2010. Ecosysteem IJsselmeergebied: nog altijd in ontwikkeling. Trends en ontwikkelingen in water en natuur van het Natte hart van Nederland. Rijkswaterstaat, Lelystad. Roomen, van M., vanWinden E., Hustings F., Koffijberg K., Ens, B.,Hustings F., Kleefstra R., Schoppers, J., van Turnhout, C., SOVON Ganzen- en zwanenwerkgroep & Soldaat L. 2006. Watervogels in Nederland in 2004/2005. SOVONmonitoringrapport 2006/02, RIZArapport BM06.14, SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Roomen, van M., E. van winden, K. Koffijberg, L. van den Bremer, B. Ens, R. Kleefstra, J. Schoppers, J-W. Vergeer, SOVON Ganzen en Zwanenwerkgroep & L. Soldaat 2007. Watervogels in Nederland in 2005/06. SOVON-monitoringrapport 2007/03, Waterdienstrapport BM07.09. SOVON vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen Thissen, J.B.M., C. Achterberg & D. Bekker 2010. Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2009. Zoogdiervereniging rapport 2010.07. Zoogdiervereniging, Nijmegen. Van ‘t Veer, R. & D.M. Hoogeboom, 2011. Atlas van de Natura 2000 gebieden in Laag Holland. In opdracht van Provincie Noord-Holland. Landschap Noord-Holland, Heiloo. Visbeen, F. & D. Tanger, 2009. Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland. 2009, nr 1 Tussen Duin en Dijk Zomerdijk,. P. 2013. Krakeenden in de winter. Nr 1 2013. Tussen Duin en Dijk Zomerdijk, P. 2011. Smienten en zandputten. Nr 4 2011. Tussen Duin en Dijk
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
83
84
Bijlage NR GEBIEDSNAAM 262 Achtersluispolder (haven Hembrug oost) 357 Aetsveldsche Polder O 87 Akersloot oost 103 Amstelmeer 179 Amstelmeerkanaal (Wieringerrandkanaal) 27 Anna Paulownapolder: Oosterpolder 273 Anna Paulownapolder: Westerpolder N 102 Anna Paulownapolder: Westerpolder Z 120 Assendelver Noorderpolder: West 65 Assendelver Veenpolder: 22 Assendelver Zuiderpolder: Noordwest 269 AW Duinen noord-oost 100 AW Duinen zuid-oost 156 B.O.B.M.-polder 76 Balgzand telgebied 1: Van Ewijcksluisschor 77 Balgzand telgebied 1n: Van Ewijcksluisschor Nieuw 238 Balgzand telgebied 2: Tussenschor 78 Balgzand telgebied 3: Kooihoekschor 168 Balgzand telgebied 4: Slikhoek (pl 11.5 - Amsteldiepdijk, pl 15) 83 Balgzand telgebied 5: Kuitje 242 Balgzand telgebied 7: Marinehaven 315 Balgzandkanaal 6: Kanaaloever 359 Bloemendalerpolder 361 Bokkedoorns 155 Bovenkerkerpolder 167 Breukeleveensche Plas 134 Broekermeer 243 Buiten Crommenije: 0 Castricummerpolder 170 De Hengst 79 De Hors 218 De Koog 62 De Muy 220 De Nederlanden 239 De Schorren 172 De Slufter 337 De Waal - Dijkmanshuizen 331 De Waal - Oosterend 57 De Westen / De Hemmer 18 Deilings - De Dodde 253 Delft: 58 Den Burg - Oudeschild 362 Den Oever buitendijks 356 Diemerpolder 245 Dorregeesterpolder 192 Duin en Kruidberg 229 Eemmeer (zuid): Stichtse Brug - Eemmond 320 Eendenkooi Naardermeer 355 Eendenkooi Westergeest 63 Eijerland noord 221 Eijerland zuid
NR GEBIEDSNAAM 184 Eilandspolder NO 185 Eilandspolder W 186 Eilandspolder Z 348 Elswout 131 Enge Wormer 66 Gemeenschapspolder 230 Gooimeer (zuid): Hollandse Brug - Oud Valkeveen 73 Gooimeer (zuid): Oud Valkeveen - pier Huizen 164 Gooimeer: pier Huizen - Stichtse Brug (zuidhelft) 358 Gravelijkheidsduinen en Donkere Duinen 180 Groetkanaal en Kolhornerdiep 29 Groetpolder 145 Groote en Kleine Polders, Zuider Buitenspaarne 286 Groote en Kleine Vliet 183 Groot-Limmerpolder O 17 Grote Vlak 254 Guisveld: Centrale deel 136 Guisveld: Euverenweg 138 Guisveld: Lus Guisweg 137 Guisveld: Zuidoost 308 Haarlemmermeer ZO 307 Haarlemmermeer ZW 306 Haarlemmermeer: Haarlemmermeerse Bos 305 Haarlemmermeer: omg eendenkooi Vijfhuizen 341 Haarlemmermeer: omg Rijsenhout 149 Haarlemmermeer: omg Zwaanshoek 346 Haarlemmermeer: Vijfhuizer-Zwanenburg 241 Haven Oudeschild 314 Havens IJmuiden 119 Heemskerkernoordbroek 310 Heintjesrak- en Broekerpolder 303 Heksloot en Oude Spaarndammerpolder 86 Hempolder 71 Het Gooi: Naarder Meent-Warande 3 Het Gooi: Spanderswoud en Corversbos 311 Het IJ 326 Hilversumsche Meent 335 Hoge Berg - Oudeschild 28 Hoge Oude Veer en Van Ewijcksvaart 96 Holendrechter en Bullewijkerpolder (oost van A2) 265 Holendrechter en Bullewijkerpolder (zuid van A9) 232 Hollands Ankeveen 64 Hooglandspolder 16 Hoornder Nieuwland 222 Horn- en Kuijerpolder 59 Horsmeertjes & De Geul 13 Horstermeerpolder 304 Houtrakpolder 316 Huisduinen - Den Helder (Hp 1 t/m TESO veer) 99 Infiltratiegebied midden 268 Infiltratiegebied noord 98 Infiltratiegebied zuid
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
85
NR GEBIEDSNAAM 148 Inlaagpolder 8 Kaagpolder N 352 Kaagpolder Z en Schrinkkaagpolder 266 Kalverpolder: Noord 97 Kalverpolder: Zuid 109 Kanaal Omval-Kolhorn: Verlaat-Braaksluis 193 Kennemerduinen 325 Keverdijksche Overscheensche Polder oost 324 Keverdijksche Overscheensche Polder west 321 Keverdijkse Polder oost 61 Korverskooi 88 Krommenie: Noorderham/Zuiderham 19 Krommenieër Woudpolder: Binnen Crommenije 90 Krommenieër Woudpolder: Noord 89 Krommenieër Woudpolder: Zuid 112 Langereis N 244 Limmergat 301 Lindenheuvel-Schapenduin 225 Loenderveensche Plas 226 Loosdrechtsche Plassen, open water 49 m100, Haven Edam - Groote Braak 171 m102, Volendam - haven Edam 235 m103, kust Volendam 234 m104, Hoek van de Noord - Zwembad Volendam 236 m105, dam Purmer Ee - Hoek van de Noord 203 m106, Hemmeland - dam Purmer Ee 56 m107, zuidwesthoek Gouwzee (Pl 25) - Hemmeland 48 m109, De Nes - zuidwesthoek Gouwzee (Pl 25) 47 m110, De Nes - Marken, Gouwzeezijde 205 m114, noordkust Marken 204 m115, zuidkust Marken 24 m116, De Nes - Marken, IJsselmeerzijde 46 m117, hoek zuid van Uitdam - De Nes 84 m118, Blijkmeerpolder - hoek zuid van Uitdam 45 m120, hoek Kinselmeer - Blijkmeerpolder 44 m122, polder IJdoorn - hoek Kinselmeer 237 m123, IJ mond - polder IJdoorn 250 m126, Vijfhoek - bultje Diemerzeedijk 43 m127, eiland voor de Vijfhoek 202 m128, Vijfhoek oost 42 m130, westpier haven van Muiden - driehoek 75 m131, Gr Krabbenhoofd - westpier haven van Muiden 201 m132, Muiderberg 327 M45b 328 M46b 347 M47b, Banaan 101 m48, Zuiderhaven Den oever 216 m53, Wieringermeerdijk: Zeughoek - Schervenweg 215 m54, Wieringermeerdijk: Schervenweg - Paal 3 55 m56, Haven Medemblik - Onderdijk 350 m57, Onderdijk - Kerkbuurt
86
NR GEBIEDSNAAM 54 m58, Kerkbuurt - hoek Rijksproefpolder 214 m59, hoek Rijksproefpolder - Kathoek 349 m60, Kathoek - Geldersche Hoek 213 m61, Spaarbekkens 40 m63, De Ven - Enkhuizen 53 m64, Haven Enkhuizen 198 m65, P-plaats km 25 - Krabbersgat Enkhuizen (IJsselmeerzijde) 233 m84, haven Krabbersplaat 251 m85, De Drieban - hoek Hoornsche Gat 52 m86, halverwege Pl 70 en 80 - De Drieban 212 m87, Leekerhoek - halverwege Pl 70 en 80 211 m88, camping - Leekerhoek 210 m89, De Nek - camping 51 m90, Hoorn 80 - De Nek 209 m92, Haven Schelphoek 208 m93, Grashaven - Schelphoek 74 m95, Scharwoude - Westerkogge 249 m96, Schardam - Scharwoude 207 m97, Etersheim (Pl 30) - Schardam 50 m98, Warder - Etersheim (Pl 30) 206 m99, Groote Braak - Warder 169 Marinehaven Den Helder 126 Marken 339 Markervaart noord 322 Melkmeent 217 Mok 153 Muidertrekvaart en Rietpolder 319 Naardermeer, Groote Meer zuid 197 Naardertrekvaart en Vesting Naarden 4 Nauernasche Polder 182 NHD: Castricum 32 NHD: Wijk aan Zee 280 Niedorperkogge O 108 Niedorperkogge W 318 Nieuwe Keverdijksche Polder 353 Noordeindermeerpolder 93 noordelijke helft 37 Noorder Buiten Spaarne, Mooie Nel en Liede 317 Noorderhaaks (Razende Bol) 154 Noordpolder beoosten Muiden 261 Noordzeekanaal: Haven Bruijnzeel (Westzaner-Overtoom) 161 Noordzeekanaal: Oost oost 162 Noordzeekanaal: Oost west 313 Noordzeekanaal: Sluizen-pont Velsen 160 Noordzeekanaal: Voorzaan (Zijkanaal G) 163 Noordzeekanaal: West 178 Noordzeekanaal: Zijkanaal D 363 Normerven 20 omgeving Oeverse Vaart 9 oost van Kortenhoef
NR GEBIEDSNAAM 248 oost van Zuiderkwelweg 72 Oostermeent noordwest A27 25 Oostermeent zuidoost A27 287 Oosterpolder in Drechterland 144 Oostzanerveld Noord: 259 Oostzanerveld Zuid: Oost 257 Oostzanerveld Zuid: Waterzuivering 258 Oostzanerveld Zuid: Zuid (Centrale deel) 264 Ouderkerkerplas 21 Overdiemerpolder 128 Polder Assendelft: Noorderpolder O 135 Polder Assendelft: Zuiderpolder O oost 252 Polder Assendelft: Zuiderpolder O west 33 Polder Assendelft: Zuiderpolder W 274 Polder Balgzand 293 Polder Beetskoog 115 Polder Beschoot 107 Polder Burghorn 26 Polder Callantsoog 290 Polder de Drieban 82 Polder de Eendracht 121 Polder de Graftermeer 113 Polder de Lage Hoek 309 Polder de Ronde Hoep 12 Polder de Schagerwaard 295 Polder de Uitgeesterbroek N 147 Polder de Velserbroek 30 Polder de Westerkogge N 31 Polder de Westerkogge Z 122 Polder de Zeevang Etersheim 123 Polder de Zeevang: omg Middelie 124 Polder de Zeevang: Oosthuizen-Kwadijk en Hobrede 110 Polder Geestmerambacht: omg recratiegebied en Klei 289 Polder het Grootslag NO 288 Polder het Grootslag: omg Andijk 345 Polder het Grootslag: omg Bovenkarspel 117 Polder het Grootslag: omg Westwoud 271 Polder het Koegras Z 81 Polder het Noorden 351 Polder Huisduinen 2 Polder Katwoude en Zuidpolder bij Edam 152 Polder Kortenhoef: omg Het Hol 1 Polder Mijzen 224 polder Nieuw Loosdrecht, vliegveld, Egelshoek 227 polder noordwest van Nieuw Loosdrecht 228 Polder Nw Loosdrecht, Achteraf 70 Polder Nw Loosdrecht, De Ster 298 Polder Oostzaan Z 132 Polder Purmerland 7 Polder Schagen: Keinsmerwiel-’t Wad 344 Polder Schagen: omg Schagen
NR GEBIEDSNAAM 118 Polder Schellinkhout 272 Polder ‘t Hoekje 281 Polder Ursem 279 Polder Valkkoog 302 Polder Vogelenzang 200 Polder Waard-Nieuwland 240 Polder Wassenaar - Zeeburg 297 Polder Westzaan: de Reef 130 Polder Westzaan: Noorderveld 105 Polder Wieringerwaard 294 Polder Zeevang Noord 332 Prins Hendrikpolder 125 Purmer N 187 Purmer Z 323 Ridderhoeve - Stadszicht 38 Ringvaart Haarlemmermeer: Buitenkaag-Leimuiden 196 Ringvaart Haarlemmermeer: Cruqius-Buitenkaag 270 Ringvaart Haarlemmermeer: Cruqius-Vijfhuizen, Molen- en Meerwijkplas 150 Ringvaart Haarlemmermeer: Lijnden-Nieuwe Meer 111 Ringvaart HHwaard N, Ringsloot Berkmeer en Wijzend 312 Rothoek 263 Rothoek: Zijkanaal H 354 Schinkelpolder 223 s-Gravelandsche Polder 67 s-Gravelandse Vaart 11 Slikvenpolder 92 Slootdorp - Middenmeer - Wieringerwerf 151 Spiegel- en Blijkpolder (Spiegelplas) 60 Staatsbossen 231 Stichts Ankeveen 219 Strand Texel: Paal 12 - 15 14 Strand Texel: Paal 15 - 20 95 Strand Texel: Paal 9 - 12 39 Strand Texel: Sluftermonding tot de Koog (paal 20 25) 157 Strand Texel: Vuurtoren tot Sluftermonding (paal 25 - 31) 68 Terra Nova (west van Waterleidingplas) 158 Twiske: Noord 260 Twiske: Zuid-Oost 159 Twiske: Zuidwest 127 Uitgeester- en Heemskerkerbroek 85 Uitgeestermeer 292 Ursemmervaart 199 Vatrop 94 Vecht: Nigtevecht - Weesp 360 Vecht: Weesp - Muiden 300 Velserbeek-Beeckestijn 340 Vereenigde Binnenpolder 291 Vereenigde Harger- en Pettemerpolder
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
87
NR GEBIEDSNAAM 116 Vier Noorder Koggen: Egboetswater-Boxweide 283 Vier Noorder Koggen: Kolk van Dussen-Abbekerk 282 Vier Noorder Koggen: omg Hoogwoud 285 Vier Noorder Koggen: omg Opperdoes 284 Vier Noorder Koggen: Sybekarspel-Benningbroek 114 Vier Noorder Koggen: Twisk-Midwoud 36 Volgermeer, Poppendammer Weeren en Belmermeer 166 Vuntus, Oud Loosdrecht tot Gravelandsche Vaart 330 Waal en Burg noord 338 Waal en Burg zuid 195 Waarder-, Veer-, Zuider- en Poelpolder 276 Waardpolder 333 Waddenzee: Ceres - veerhaven 329 Waddenzee: De Bol - Zandkes 10 Waddenzee: De Schorren 15 Waddenzee: De Schorren - De Bol 336 Waddenzee: Ottersaat - surfstrandje 334 Waddenzee: Oudeschild - Redoute 80 Waddenzee: vuurtoren - Zeeburg 190 Waterland: Buitengouw, Kerk en Arken Ae 299 Waterland: Groote Blauwe Polder-Durgerdam 188 Waterland: Ilperveld 35 Waterland: omg Kinselmeer-Ransdorper Die 191 Waterland: Opperwoud en omg Holysloter en Uitdammer Die 34 Waterland: Rietbroek, Monnickenmeer, B. & B.weeren 133 Waterland: ten zuiden van Beekstraat 189 Waterland: Varkensland, Woudweeren en Noordmeer 69 Waterleidingplas 176 Weerepolder 175 west van Zuiderkwelweg 267 Westerkanaal & Zeeveld 296 Westwouderpolder 6 Westzanerpolder 255 Westzijderveld: Noord 139 Westzijderveld: Zuid 41 Wieringen oost 173 Wieringen west 104 Wieringermeer NW 246 Wieringermeer ZW: NW deel 91 Wieringermeer ZW: ZW deel 165 Wijde Blik 174 Wijde Gat 143 Wijde Wormer: Midden 142 Wijde Wormer: Noordwest 141 Wijde Wormer: Oost 256 Wijde Wormer: Zuidwest 342 Wormer- en Jisperveld noordoost, tussen Sluissloot en Neck
88
NR GEBIEDSNAAM 343 Wormer- en Jisperveld noordwest: oost 129 Wormer- en Jisperveld zuid 23 Zaan: Noord van Wilhelminabrug 177 Zaan: Noord van Zaanbrug 140 Zaan: Zaanbrug-EngeWormer 5 Zaandammerpolder 194 Zijkanaal C en IJ 181 Zijpepolder: omg eendenkooi de Hoop 278 Zijpepolder: Polder C 277 Zijpepolder: Polders D en E 106 Zijpepolder: Polders O en L; Hazepolder 146 Zuid- en Noord-Spaarndammerpolder 247 zuidelijke helft 275 Zwanenwater
89
90
Landschap Noord-Holland Postbus 222 1850 AE Heiloo Tel. 088 - 006 44 00 landschapnoordholland.nl
[email protected]
GEDRUKT OP FSC PAPIER
Landschap Noord-Holland - Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten buiten het Natura 2000 gebied
91