Voedingsrapport Saman Safawi 2.3
Inleiding Ik heb onderzoek gedaan over (gezonde) voeding omdat gezonde voeding heel belangrijk is, ik denk dat ik hier veel van kan leren. Eten doe je vaak, dus het is handig om te weten wat je eet. Het onderwerp is dus voeding, van deze tijd en van vroeger. Verder gaat het algemeen over voeding, wat is gezond en wat niet en mijn eetgewoontes komen er ook in voor. Mijn aanpak van onderzoek is simpel en logisch, ik ga eerst alle bronnen een beetje doornemen. Als ik dan een beetje een beeld heb wat er allemaal in moet, begin ik ben de deelvragen. Als ik alle deelvragen af heb, ga ik werken aan mijn slot, (conclusies en adviezen) en bronnenlijst.
Wat weten we over voeding
Voedingsmiddelen Voedingsmiddelen is een ander woord voor eten, plantaardig of dierlijk. Een paar voorbeelden hiervan zijn vlees en kaas (dierlijk) en groente en fruit (plantaardig). In elk voedingsmiddel zit wel een belangrijke voedingsstof. In het kopje hieronder zie je wat voedingsstoffen zijn, en welke functies ze hebben. In zuivelproducten en vlees zitten vooral veel eiwitten, in groente en fruit bevat Vitamines en mineralen. In aardappelen en brood zitten veel vezels, en in vetten zitten veel vetzuren en Vitamines. Drinken is ook heel belangrijk, het zorgt voor een goede vochtbalans binnen in je lichaam.
Voedingstoffen Er zijn 6 voedingsstoffen die een mens nodig heeft om gezond te zijn, dit zijn ze: eiwitten, Vitamines, mineralen, koolhydraten, vetten en water. Eiwitten: Eiwitten maken cellen in je lichaam aan, die cellen vormen weefsel. Eiwitten maken ook Aminozuren aan in het lichaam, aminozuren zijn als het ware bouwstenen voor het lichaam. Je hebt dierlijke eiwitten die zitten in o.a. vlees vis en melk. Je hebt ook plantaardige eiwitten, deze zijn gezonder. Plantaardige eiwitten zitten in brood, graan, peulvruchten en nootjes. Een ander woord voor eiwit is proteine. Eiwit rijke etenswaren Vitamines Vitamines behoren tot de groep bouwstoffen/beschermende stoffen, vitamine A, B, C, D en K zijn de belangrijkste. Vitamines zijn erg belangrijk, per dag heb je een goede hoeveelheid vitamines nodig, wil je niet ziek worden. Maar pas op, teveel Vitamines is ook niet goed. Vitamines zitten in natuurlijke producten, zoals bijvoorbeeld fruit. Ook kan je met een recept van de dokter vitamine pilletjes halen. Vitamine A wordt ook wel Retinol genoemd, het zorgt voor de huid en ogen en zorgt ook voor het bouwen van cellen, je kunt vitamine A vinden in de volgende producten:
Vitamine B: Vitamine maakt rode bloedcellen aan en het zorgt voor een goede werking van het zenuwstelsel. Vitamine B zit alleen in dierlijke producten zoals (melk)producten, (vlees)waren, vis en eieren.
Vitamine C: Vitamine C staat voor citrus, het is een antioxidant. Een antioxidant is een stof tegen agressieve stoffen, het beschermt je lichaam zodat je cellen niet worden beschadigd. Ook is vitamine C belangrijk voor het aanmaken van bindweefsel en het stand houden van de opname van ijzer en je weerstand. Vitamine C zit voornamelijk in: (zuur)fruit, groente, aardappelen.
Vitamine D: Vitamine D is maakt calcium aan, calcium zorgt ervoor dat de tanden en botten stevig blijven en dat je groeit. Een belangrijke bron voor vitamine D is zonlicht, in zonlicht kan het lichaam uit zichzelf vitamine D aanmaken. In eten zit ook vitamine D, zoals vette vis en eieren. koolhydraten: Tot de koolhydraten behoren o.a. glucose, suiker en zetmeel. Koolhydraten dienen vooral als brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstoffen of reserverenstoffen. Dierlijke voedingsmiddelen bevatten meestal weinig koolhydraten. Vitamine K: Vitamine K is goed voor de bloedstolling, en maakt botten aan. Pasgeboren baby’s krijgen vaak in hun eerste 3 maanden vitamine K druppels.Vitamine K word aangemaakt door bacterien die in de dikke darm zitten. Ook zit vitamine K in eigeel, kaas, lever en groene bladgroenten.
Mineralen: Mineralen zijn net als vitamines, je hebt ze dagelijks nodig. Ze zitten vooral in fruit, en zijn bedoeld als bouwstoffen en soms ook beschermende stoffen. Vetten: Vet is een energiebron, het bevat o.a. vitamine A en D. Teveel vet kan een kans op hart en vaat ziektes verhogen. Vetten kunnen dienen als brandstoffen en bouwstoffen, stel dat je teveel vet binnenkrijgt, dan word het opgeslagen als reservestof. Daardoor krijg je overgewicht. Water: water is nodig om dorst te kunnen lessen, water bevat heet calorieen dus is dat helemaal niet erg. Een gemiddeld persoon hoort ongeveer 1,5 liter water op een dag te drinken, je lichaam heeft dat vocht nodig als bouwstof. In veel voedingsmiddelen zitten ook water, groente en fruit bijvoorbeeld. Je lichaam kan maximaal drie dagen zonder water, dus water speelt een belangrijke rol.
Beschermende stoffen, energiestoffen en bouwstoffen. Beschermende stoffen: Deze stoffen zorgen dat je minder snel ziek word, ze beschermen je lichaam tegen bacteriën. Beschermende stoffen zitten in vitamines en mineralen. Energiestoffen(brandstoffen): Energiestoffen zorgen ervoor dat het lichaam energie krijgt, zodat je goed kunt functioneren. Je hebt altijd energie nodig om iets te kunnen doen, bij elke beweging die je maakt heb je energie voor nodig. Niet alleen voor het bewegen, maar ook voor het behouden van een goede lichaamstemperatuur is het nodig om genoeg brandstoffen te hebben. Vetten en koolhydraten zijn een goed voorbeeld voor energiestoffen. Bouwstoffen: Bouwstoffen zorgen ervoor dat het lichaam zich ontwikkeld, en dat je groeit. Ook worden er nieuwe cellen aangemaakt. Eiwitten, vetten, vitamines en mineralen zijn goede voorbeelden van bouwstoffen. Calorieën/Joule Per dag heb je een hoeveelheid energie nodig, die energie wordt ook wel Joule genoemd. Een groot deel van je voedsel wordt gebruikt als brandstoffen. Uit dit deel van je voedsel haalt je lichaam de energie die het lichaam nodigt heeft. De maat waarmee je energie omzet heet Joule, joule geef je aan met een J en KJ betekent kilojoule dat is 1000 joule. Hoeveel energie iemand nodig heeft hangt af van het geslacht, de leeftijd, de lichaamsgrootte (lengte en gewicht) en de lichamelijke inspanning. Bij volwassen is de energiebehoefte sterk afhankelijk van de arbeid die ze verrichten. Iemand die zware arbeid verricht heeft meer energie nodig dan iemand de minder zware arbeid verricht.
Balans tussen bewegen en voeding Het is belangrijk dat je een balans hebt tussen voeding en beweging. Er zijn vaak mensen die af willen vallen. Maar die dit op de verkeerde manier doen. Ze eten dan te weinig waardoor ze te weinig voedingstoffen binnen krijgen, en daarbij sporten ze ook nog eens veel. Omdat ze te weinig voedingstoffen binnen krijgen worden ze snel moe en krijgen last van hun hoofd of andere kwalen. Daarom is eten belangrijk. Je eet niet alleen omdat je het lekker vind, maar ook omdat je de energie uit je ten nodig hebt. De energiebehoefte is niet voor iedereen gelijk. Je hebt ook mensen die te dik of te dun zijn. Als je te dik bent lijd je soms aan obesitas. Als je te dun ben lijd je soms aan een eetstoornis. Voordat je lichaam je eten kan opnemen. Moet je eten eerst worden verteerd. Het wordt gekauwd, gekneed en gemengd met verteringssappen.
Op deze afbeelding zie je hoe je sporten en gezonde voeding zou kunnen combineren
schijf van 5 Er zijn 2 belangrijke regels bij de schijf van vijf. ●
Eet gevarieerd
Het is belangrijk dat je gevarieerd eet. Je moet bijvoorbeeld meer groente eten dan vetten en oliën. ●
Eet niet teveel en beweeg
Als je goed van de schijf van vijf eet maar teveel is dit niet goed. Zeker als je daarbij niet genoeg sport. De Schijf van vijf is een hulpmiddel dat in een snel laat zien hoe je gezond kunt eten. Je hebt met de Schijf van vijf veel mogelijkheden om te variëren met eten en drinken. Aan de grote van de vakken van de schijf van vijf kan je zien hoeveel je ongeveer per dag moet nemen. Zo zie je dat je meer groente en fruit moet eten dan olie. Het eten en drinken van gezonde producten levert de voedingsstoffen die nodig zijn om het lichaam gezond te houden. Elk product bevat verschillende voedingsstoffen in wisselende
hoeveelheden. Door gevarieerd te eten , is de kans het grootst dat je voldoende van alle voedingsstoffen binnenkrijgt. Eten uit alle vakken van de Schijf van Vijf, kan je hierbij goed bij helpen. Gezond eten vormt samen met voldoende bewegen de basis voor een gezond gewicht en lichaam. Eet je dagelijks volgens de Schijf van Vijf en ben je zuinig met zout, dan heb je een gezond eetpatroon.
De schijf van vijf
Conserveren van voedsel Door conserveren worden de omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt. Veel bacteriën en schimmels gaan dan dood. De meeste schimmels en bacteriën kunnen niet lang leven bij een lage of hoge temperatuur. Conserveren kan onder andere door invriezen, pasteuriseren, steriliseren en drogen.
invriezen: Als je voedsel invriest wordt de temperatuur zo snel mogelijk omlaag gebracht tot 20C of lager. In een diepvries kan voedsel dan enkele weken tot maanden goed blijven. Als het voedsel word ontdooid, kunnen bacteriën en schimmels zich snel vermenigvuldigen. Het voedsel uit de diepvries moet daarom ook snel worden klaar gemaakt. Dit geldt vooral voor dierlijke voedingsmiddelen als vlees, vis en kip. Dit voedsel bederft snel boven een temperatuur van 10’C. Het bederf wordt vaak veroorzaakt door salmonellabacteriën. Deze bacterie komt vaak voor in rauw vlees, kip en eieren. De bacterie veroorzaakt diarree, lichte koorts, misselijkheid en overgeven. Om de bacterie te doden moet je het eten goed doorbakken of koken.
ingevroren groente
pasteuriseren en steriliseren: Met pasteuriseren wordt melk een korte tijd verhit tot 72’C. Hierbij gaan al veel bacteriën en schimmels dood, maar nog niet allemaal. Om er zeker van te zin dat alle schimmels en bacteriën worden gedood, moet de temperatuur boven 100’ C komen. Bij het steriliseren van melk word de melk verhit tot 130140’ C. Hierna wordt de melk verpakt en naverhit. Ook andere voedingsmiddelen worden verhit om bacteriën en schimmels te doden.
gesteriliseerden melk
drogen: Je kan voedsel ook goed houden door het te drogen. Ze trekken dan al het water uit het voedsel. Zo kan het niet bederven. Later doe je er weer water bij. Een voorbeeld is cup a soup. Het zijn gedroogde kruiden, en als je er water bij doet wordt het soep.
Cup a soup
Body Mass Index Body mass index, ook wel BMI genoemd. Je BMI is een getal om te bepalen of je te zwaar bent (overgewicht) of wellicht te licht (ondergewicht). De BMI wordt ook wel de Quetelet index genoemd. De BMI kan worden berekend voor kinderen en volwassenen van 2 t/m 70 jaar. Alleen de BMI kan je niet bij iedereen goed berekenen. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld stevig gebouwd, en andere mensen juist weer heel smal gebouwd. Ook heb je mensen die zwaar zijn vanwege vet en heb je mensen die zwaar zijn vanwege spieren.
Op deze afbeelding zie wanneer je underweight bent of extremely overweight en de gewichten er tussen in.
Op de deze afbeelding zie je een plaatje van iemand die zwaar is vanwege vet en iemand die zwaar is vanwege spieren.
wat zijn mijn eetgewoontes De hapstap test en mijn bmi Mijn BMI is goed, ik zit op een normaal gewicht. Volgens de hapstaptest krijg ik alleen te weinig voedingstoffen binnen voor de hoeveelheid die ik beweeg. En volgens de eettest beweeg ik genoeg en eet ik gezond. Alleen kan ik wel wat beter op het milieu letten.Ik ga nu vertellen wat mijn dagelijkse eet gewoontes zijn.
De hapstap test
De eettest
mijn eetgewoontes Ontbijt: Ik eet s’ochtends niet zo veel. Meestal een biscuitje en als dat er niet is een boterham. Meestal doe ik hier kaas, salami, pindakaas of hagelslag op. Ligt er aan waar ik zin in heb. Soms neem ik s’ochtends wel een fruit shake of yoghurt met jus de orange. Na of tijdens het ontbijt neem altijd een glas water. op school: De eerste pauze op school is de kleine pauze. Ik heb dan altijd wat fruit bij me. Meestal een appel of mandarijn. Hierbij drink ik gewoon wat water uit een flesje. Daarna komt
de grote pauze. Ik eet hierbij altijd 3 broodjes. Meestal bruin en soms wit. Het beleg dat ik hier op eet is verschillend. Maar het is meestal kaas of salami. Hierbij drink ik ook weer gewoon uit mijn flesje water. Als ik daarna nog les heb komt de andere kleine pauze nog. Meestal eet ik hier ook nog fruit, en wat uit mijn flesje met water. Thuis: Als ik thuis kom neem ik soms wat lekker. Soms zijn dat wat chipjes of wat pepernoten, of wat druiven of fruit of groente wat ik heel lekker vind. Als ik thuis kom drink ik weer een glas drinken. Soms icethea (zonder prik) of een glas chocomelk, ligt er aan waar ik zin in heb. avondeten: Met het avondeten eten we vaak wat anders, ik zal het eten van gister vertellen. Gisteren hebben we zuurkool op. We doen er zelf dan altijd nog een worstje bij of een andere klein vleesje. Bij het eten drink ik gewoon water of limonade. de rest van de avond: Het ligt er aan of het door de weeks is of in het weekend. Als het bijvoorbeeld op vrijdag of zaterdag gaan we vaak met zen allen (rond 8 uur) iets leuks kijken. Dan doen we er vaak wat lekkers bij. En dan wat drinken met prik. Eet ik volgens de schijf van vijf Ik denk dat ik wel goed volgens de schijf van vijf eet. Ik eet genoeg fruit en groente. Ik weet niet of ik genoeg zuivel binnen krijg op een dag. Ik drink niet echt vaak melk en kaas eet ik vaak maar niet elke dag. Vis en vees ik eet wel genoeg. Ik eet niet iedere dag vis en vlees. Maar wel vis of vlees. Van de vetten en olie weet ik niet precies. Ik neem wel bijna altijd boter op mijn brood. Maar van de olie weet ik het niet zeker. Maar ik denk dat ons eten soms in olie word gebakken. En er zit vaak olie in de salades. Ik eet denk ik vaak genoeg brood. Maar niet altijd.
Ik zou namelijk 6 sneetje
slot samenvatting hoofdstuk 1: Het hoofdstuk begint met een stukje over voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen is eigenlijk alles wat je eet. Zo heb je dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen. Je hebt deze voedingsmiddelen nodig omdat in die voedingsmiddelen zitten Energiestoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen. Deze stoffen heb je allemaal nodig voor een gezond lichaam. In voedingstoffen zitten allen stoffen die je nodig hebt. Je hebt bijvoorbeeld eiwitten, koolhydraten en vetten. Dit zijn een paar van die voedingsstoffen. Je moet natuurlijk wel weten hoe je goed balans moet houden tussen bewegen en eten. Vaak zijn er mensen die te weinig voedingstoffen binnen krijgen en teveel sporten. Daar word je ziek van. Hier kan de schijf van vijf je bij helpen. De schijf van vijf is een hulp middle waar mee je kan zien wat en ongeveer hoeveel je moet binnen krijgen op een dag. Al dit eten moet je ook goed bewaren, anders word je ziek. Je kan het bijvoorbeeld invriezen. Dan blijft het soms wel weken goed. Je kan ook kijken of je gewicht goed bij je lengte past. Dit kan je bereken met een BMI meter. Je vult je lengte, gewicht, geslacht leeftijd in en je ziet zo of je een goed gewicht hebt. samenvatting hoofdstuk 2: Dit hoofdstuk gaat over mezelf. Eerst heb ik wat testjes gedaan. Door deze testjes kan je makkelijke zijn of je gezond leeft. Na dat ik deze testje had gedaan. Ben ik mijn dag gaan beschrijven. Zo at ik s’ochtends een beschuitje, s’middags een boterham en s’avonds zuurkool. Nadat ik dit allemaal op een rijtje heb gezet kon ik gaan kijken of ik gezond leef volgens de schijf van vijf. Hier lees je meer over in de conclusie die later in het slot komt. samenvatting hoofdstuk 3: Dit hoofdstuk gaat over de industriële revolutie. In het begin van de industriële revolutie aten de mensen nog niet zo goed. Dit kwam pas toen er beteren manier van fokken werd bedacht. Het vee werden sterker en de producten van de dieren werden ook beter. In de 17de eeuw gingen de mensen steeds meer vlees en groente en fruit eten. Er was ook een nieuwe manier bedacht om het brood te verkopen. Maar dit pakte niet zo goed uit. Conclusie: mezelf: Ik ben er achter gekomen dat ik best goed volgens de schijf van vijf leef. Ik eet voldoende groente en fruit. Alleen ik eet iets te weinig brood, en te weinig olie. Ik drink ik te weinig water. Ik drink op school zelfs is het een lange dag maar 500cl. En melk ik drink te weinig melk. Ik hou niet zo erg van melk. Ik eet wel veel kaas. Maar ik eet van alles wel genoeg. Ik vind dat ik nog steeds een gezond lichaam heb. mensen industriële revolutie: De mensen van de industriële revolutie aten helemaal niet zo gezond. Vooral de arme mensen. De mensen aten dingen zoals brood, soep en pudding van meelspijs. Dat voedsel vulde helemaal niet. En zeker niet als je daarbij ook nog eens zware arbeid moest verrichten. Pas in de 17de eeuw begonnen de mensen beter te eten. Ze aten meer vlees en aten ook meer groente en fruit. Alleen het brood ging er op achteruit. Omdat het verkopen van brood was veranderd. Het werd niet meer goed gecontroleerd. De mensen
vonden vaal schimmel en muizenkeutels in het brood. Uiteindelijk ging het steeds beter met het eten. De conclusie is dus het begon slecht maar langzaam gaat het steeds een beetje beter. advies: Mezelf: Ik heb het advies voor mijzelf om meer brood te eten, en meer te eten ‘s ochtends. Ook moet ik meer water drinken. anders neem ik gewoon twee flesje mee naar school. Of vul het flesje nog een keer. Ook moet ik gewoon in keer per dag in glas melk drinken, ook al is het maar een klein glaasje. Ook moet ik wat meer olie eten. Ik zou bijvoorbeeld kunnen vragen aan mijn ouders of ze het vlees bakken in olie in plaats van boter. mensen in de industriële revolutie: Deze mensen moeten veel meer groente en fruit eten. Je wordt er namelijk gewoon ziek van als je dat niet genoeg eet. Ook moeten ze genoeg vlees en brood eten. Ze moeten het brood ook eerst goed checken voordat ze het opeten. Ook moeten ze minder gaan werken. Dan verbruiken ze namelijk minder, en zo houden ze meer voedingstoffen vast.
bronnen filmpje op moodle over slot en inleiding tekst over de industriële revolutie teksten op moodle google afbeeldingen site’s van de testjes www.studiobiologie.nl http://www.voedingscentrum.nl/nl.aspx http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijfvanvijf/schijf.aspx
evaluatie Heb je goede keuzes gemaakt? Ik denk dat ik wel goed keuzes heb gemaakt met het bepalen van waar ik mijn informatie vandaan heb gehaald. Ik heb alleen niet de goede keus gemaakt om eerst alleen informatie te zoeken. Hierdoor kwam ik in tijd nood. ik heb ook een foute keuze gemaakt door te laat te zeggen dat ik het niet begreep. Wat heb je anders gedaan dan je vooraf had bedacht? Ik had gedacht dat deze opdracht minder tijd zou kosten en niet zo groot zou zijn. Ook heb ik bijna alleen maar bronnen uit de opdracht gebruikt. Dit doe meestal niet, meestal gebruik ik er veel meer. Wat kan je een volgende keer anders of beter doen? Ik moest de volgende de keer beter inschatten hoeveel tijd het zou kosten. En ik zou eerder moeten beginnen. Ik had dus eigenlijk gewoon beter moeten plannen. Hoeveel tijd heb je aan de opdracht besteed? Ik heb denk ik ongeveer 12 uur aan de gehele opdracht besteed.
etensgewoonten mensen in de industriële revolutie Koren en wol waren lange tijd de belangrijkste producten voor de bevolking van Engeland. Er graasden over heel het land meer schapen dan koeien, en in het Noorden werden veel paarden gefokt. De boeren die vruchtbaar akkerland hadden in het zuiden van Engeland hadden altijd een paar dieren zodat ze wol, melk en vlees hadden. Zo hadden de
boeren in nood gevallen altijd genoeg eten.
De schapen die in het land graasde De mensen ging op een gegeven moment niet meer alleen voedsel verbouwen op het land rond de boerderij maar de mensen gingen steeds meer gewassen verbouwen. De boeren verbouwde beteren grassoorten, klaver, wortelen en bieten, En uit Nederlands komende hop en koolzaad. Sommige gewassen zijn voer voor de dieren andere gewassen zijn voedsel voor de mensen. Door nieuwe fokmethoden kregen de mensen ook sterker vee, meer melk, beter vlees en wol van hogere kwaliteit. Het verbouwen van voederbieten zorgde ervoor dat de boer in de winter goed stalvoedsel had. Hiermee kwam een einde aan de massale slachtingen van koeien in de herfst. Het ging steeds beter met de voeding. De mensen gingen rond 1700 meer vlees eten, bijvoorbeeld roast beef. Ook het eten van tarwebrood en groente en fruit was goed voor de gezondheid. Er werd ook al veel thee gedronken. Ook werd er voor het eerst werd er voedsel uit andere landen getransporteerd met name rijst, suiker, katoen en tabak Er werd ook een nieuwe manier van het verkopen van brood bedacht, maar het was geen goed idee. De groothandelaren kochten de koren in bij de grondbezitters en verkochten het door aan kleinere handelaren, die het weer door verkochte aan molenaars en bakkers. Helaas was er hierdoor maar weinig controle op de kwaliteit van het brood.
.Er werd ook De groothandelaren kochten het koren op bij grondbezitters en verkochten dit aan kleinere handelaren die dit doorverkochte aan molenaars Er werden vaak zandkorrels, muizen of ratten getroffen in het brood.