Voedingsadviezen bij Diabetes Mellitus behandeld met tabletten Inhoudsopgave Titel 1. Inleiding 2. Wat is Diabetes Mellitus? 3. Wat is het doel van de behandeling? 4. Diabetes en gezonde voeding? 5. Hypo, wat kunt u doen? 6. Kunt u zelf uw bloedsuiker meten? 7. Waarom is een goed gewicht belangrijk? 8. Voedingsadviezen 9. Wilt u meer informatie?
Pagina 1 1 2 3 7 8 8 9 10
1. Inleiding Voor u ligt de folder ‘Voedingsadviezen bij Diabetes Mellitus behandeld met tabletten’. Hierin vindt u informatie over wat diabetes is en wat het verband is tussen diabetes en voeding. Ook leest u hoe u in het dagelijks leven rekening kunt houden met de voedingsadviezen.
2. Wat is Diabetes Mellitus? Diabetes Mellitus is een stofwisselingsstoornis. Vroeger noemden we dit ook wel suikerziekte. De oorzaak van diabetes is een tekort aan het hormoon insuline (= type I) of een verminderde werking van insuline (= type II). Het gevolg hiervan is een verhoogde bloedglucose (=bloedsuiker). Om te kunnen weten waar glucose vandaan komt, is het nodig iets te weten over de voeding.
Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. © Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011 www.jeroenboschziekenhuis.nl
(DIE-004, uitgave april 2014)
Welke voedingsstoffen leveren energie? Door te eten en te drinken krijgen we onze voedingsstoffen binnen. Een aantal voedingsstoffen leveren energie (= calorieën). Dit zijn: • eiwitten; • vetten; • koolhydraten; • alcohol. Wat zijn koolhydraten? Heeft u diabetes? Dan is het belangrijk om iets meer te weten over koolhydraten. Koolhydraten noemen we ook wel ‘suikers’. Ze komen voor in verschillende voedingsmiddelen: • Zetmeel, in o.a. brood, aardappelen, rijst, deegwaren en peulvruchten. • Melksuikers (=lactose) in o.a. melk, yoghurt, kwark. • Vruchtensuikers (=fructose), in o.a. fruit en vruchtensappen. • Suiker, in snoep, koek, gebak en zoete dranken. • Druivensuiker (=glucose), vaak in tabletvorm (dextro-energy). Tijdens de spijsvertering in de maag en darmen worden de koolhydraten omgezet in glucose. Dit is de kleinste vorm waarin een koolhydraat voorkomt. Via de darmen komt glucose in uw bloed terecht. Glucose wordt via het bloed naar de lichaamscellen vervoerd, waar het gebruikt wordt als energiebron. Energie is nodig voor alle activiteiten van uw lichaam zoals ademhalen, bewegen, denken enzovoort. Zonder insuline kan glucose de cel niet in. Insuline is een hormoon dat gemaakt wordt door de alvleesklier. Het werkt als een sleutel: insuline opent de deur van de lichaamscel waardoor de glucose naar binnen kan. Bij Diabetes Mellitus gaat dit proces niet meer zoals het moet. Uw alvleesklier maakt te weinig of geen insuline meer. Het kan ook zijn dat er wel insuline aanwezig is maar dat de lichaamscellen er niet meer goed op reageren. De ‘insulinesleutel’ past niet goed in het ‘slot’ van de lichaamscel. In beide gevallen blijft glucose in uw bloed achter en stijgt de bloedglucosewaarde. Bij een sterk verhoogde bloedglucosewaarde gaan uw nieren een deel van de glucose afgeven. Hierdoor kunt u gaan afvallen, want de suikers (=energie) plast u uit. U moet vaker plassen en krijgt een dorstgevoel. Daarnaast kunt u klachten krijgen als jeuk en moeheid bij een te hoog bloedglucosegehalte. Al deze klachten verdwijnen meestal snel als de diabetes wordt behandeld.
3. Wat is het doel van de behandeling? • De behandeling bestaat altijd uit een voedingsadvies, mogelijk samen met het nemen van medicijnen. • Door uw diabetes te behandelen willen we de bloedglucose binnen normale grenzen houden en al te grote schommelingen te voorkomen. Uw bloedglucose is goed als deze: - voor de maaltijd tussen de 4 en 8 mmol/l* zit; - na de maaltijd beneden de 10 mmol/l zit. * mmol/l is de afkorting van millimol per liter. Dit is de eenheid waarin de hoeveelheid glucose in het bloed wordt uitgedrukt. Een goede instelling van de bloedglucose voorkomt klachten op korte termijn, zoals moeheid. Complicaties die u later kunt krijgen zijn: klachten aan uw ogen, nieren, hart- en bloedvaten en zenuwen. Ook deze zijn op deze manier uit te stellen, of te voorkomen. Zorg er daarom voor dat het cholesterolgehalte in uw bloed goed is. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 10
Hierdoor verkleint u de kans op hart- en vaatziekten. Zorg er daarnaast voor dat uw lichaamsgewicht goed is. Als u te zwaar bent kan de insuline namelijk niet goed werken.
4. Diabetes en gezonde voeding? Wat is een goede voeding? De basisvoeding voor iemand met diabetes is een gezonde voeding, zoals die voor iedereen geldt. Gezond eten betekent: • Eet afwisselend, zodat u alle voedingsstoffen die uw lichaam nodig heeft binnen krijgt. • Gebruik minder verzadigd vet. Kies voor op het brood en voor bakken/braden/ frituren de zachte of vloeibare vetsoorten. • Zet twee keer per week vis op het menu, waarvan maximaal één keer vette vis. • Voldoende brood en aardappelen, maar ook rijst, pasta en peulvruchten zijn een ideale basis voor een gezonde voeding. U kunt het beste volkorenprodukten gebruiken. • Eet volop groente en fruit. Let u hierbij wel op uw persoonlijk voedingsadvies. • Wees zuinig met zout voor een gezonde bloeddruk. • Beperkt cholesterolrijke voeding • Drink minimaal 1,5 liter per dag. Gebruikt u niet teveel alcohol. • Eet niet teveel. Een goed dagmenu bestaat uit drie maaltijden en niet meer dan drie tot vier maal iets tussendoor. Afhankelijk van de soort insuline die u spuit, kan het zijn dat u een tussendoortje nodig heeft. Welke hoeveelheden kunt u gebruiken? De volgende hoeveelheden zijn een richtlijn volgens de schijf van vijf waaraan de voeding van een volwassene ongeveer zou moeten voldoen om alle voedingsstoffen, vitamines en mineralen in voldoende mate binnen te krijgen. Op de volgende pagina vindt u de tabel met basisvoeding.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 3 van 10
Basisvoeding
14 - 18 jaar
19 - 50 jaar
51 - 70 jaar
71 jaar en ouder
Brood
6-7 sneetjes
6-7 sneetjes
5-6 sneetjes
4-5 sneetjes
Aardappelen (of rijst, pasta, peulvruchten)
200-250 gr 4-5 aardappels en/of opscheplepels rijst/pasta
200-250 gr 3-5 aardappels en/of opscheplepels rijst/pasta
150-200 gr 3-4 aardappels en/of opscheplepels rijst/pasta
100-200 gr 2-4 aardappels en/of opscheplepels rijst/pasta
Groente
200 gr (4 groentelepels)
200 gr (4 groentelepels)
200 gr (4 groentelepels)
150 gr (3 groentelepels)
Fruit
2 vruchten (200 gr)
2 vruchten (200 gr)
2 vruchten (200 gr)
2 vruchten (200 gr)
Melkproducten 600 ml
450 ml
500-550 ml
650 ml
Vlees(waren), vis, kip, ei** of vleesvervangers
100-125 gr*)
100-125 gr*)
100-125 gr*)
100-125 gr*)
Halvarine, margarine
30-35 gr
30-35 gr
25-30 gr
20-25 gr
bak- en braadproducten
15 gr
15 gr
15 gr
15 gr
Drinken (vocht)
1 - 1,5 l
1,5-2 l
1,5-2 l
1,5-2 l
*) Het gaat hier om het gewicht in grammen van gare producten, dus bijvoorbeeld vleeswaren en bereid vlees samen **) Eieren: maximaal drie per week Deze tabel geeft een richtlijn voor de basisvoeding die het Voedingscentrum aan beveelt. Daarbij is uiteraard de nodige speelruimte. De hoeveelheden zijn opgesteld voor verschillende leeftijdsgroepen. Per leeftijdsgroep gelden de kleinste hoeveelheden voor de vrouwen en de grootste voor de mannen. Hoeveel koolhydraten mag u gebruiken? Zorg dat u een goed evenwicht vindt tussen de hoeveelheid koolhydraten die u eet en de beschikbare insuline. Dit is nodig om uw bloedglucose goed te houden. Dit betekent dat u de koolhydraten goed over de dag en avond moet verdelen. Van dag tot dag mag dit ook niet teveel verschillen. Om te kunnen afwisselen met koolhydraten kunt u de ‘Eettabel’ gebruiken.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 4 van 10
Mag u suiker gebruiken? In het verleden was suiker verboden voor diabeten. Het zou een te snelle stijging van de bloedglucose geven. De ideeën hierover zijn veranderd. Suiker in uw voeding is goed mogelijk. U moet er wel rekening mee houden dat suiker een koolhydraat is. Het moet wel in uw dieet passen. Bovendien levert suiker energie, wat de kans op overgewicht kan vergroten. Moet u suiker vervangen door zoetstoffen? U kunt suiker vervangen door zoetstoffen. Ze zijn er in verschillende vormen: als zoetjes, in vloeibare vorm en in poedervorm. Er zijn twee soorten zoetstoffen: • Zoetstoffen die geen koolhydraten of energie leveren, zoals aspartaam, cyclamaat, sacharine, acesulfaam-k of stevia. Zij komen vaak voor in light-frisdrank en vruchtenyoghurt zonder toegevoegde suiker. Zij zijn ook verkrijgbaar als ‘zoetjes’, bijvoorbeeld Canderel, Hermesetas, Natrena, Sukretine of een eigen merk van drogist/supermarkt. Dit is een goede mogelijkheid als u diabetes heeft of op uw gewicht wilt letten. • Zoetstoffen die geen koolhydraten leveren, maar wel energie zijn: sorbitol, lactitol, mannitol, xylitol, maltitol en isomalt. Deze komen veel voor in producten zoals snoepgoed, koek, gebak en ijs. De meeste van deze producten kunt u beter niet gebruiken. Zie verder onder diabetesproducten. Veilige hoeveelheden zoetstoffen in ‘light’- of suikervrije producten Voor zoetstoffen is een aanvaardbare dagelijkse inname vastgesteld, afgekort tot ADI. Dit wil zeggen de hoeveelheid zoetstoffen die u per dag mag gebruiken. Per frisdrank, zuiveldrank of zoetstof wordt aangegeven welke zoetstoffen er per product in zitten. Van de met cyclamaat en saccharine gezoete producten gaat u gemakkelijk over de veilige grens heen. Als u niet meer dan zes consumpties gebruikt met cyclamaat en of saccharine gezoet per dag is dit nog veilig. Wilt u meer weten over zoetstoffen? Kijkt u dan op www.zoetstoffen.nl. Moet u diabetesproducten gebruiken? Er worden nog steeds producten gemaakt speciaal voor mensen met diabetes. Bijvoorbeeld gebak, koek, chocolade, jam enzovoort. We raden u af om deze producten te gebruiken. Ze zijn niet nodig omdat u bij diabetes meestal alle ‘gewone’ voedingsmiddelen kunt gebruiken. Ook zitten in diabetes- of suikervrije producten vaak veel verzadigd vet. De producten zijn in verhouding duur en minder smakelijk. Sommige van deze producten kunnen diarree en winderigheid veroorzaken. Producten die nog wel passen in de voeding bij diabetes zijn light frisdrank en suikervrije kauwgom. Welke vetten kunt u gebruiken? Het is belangrijk om op het vet te letten. Een voeding rijk aan verzadigd vet kan het cholesterolgehalte van het bloed verhogen. Hierdoor neemt de kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten toe. Ook kunt u zwaarder worden door teveel vet eten. Dit heeft weer een ongunstig effect op uw diabetes. Niet alleen de hoeveelheid vet is belangrijk voor het cholesterolgehalte. Maar ook het soort vet. Er zijn twee soorten vetten: verzadigde vetten en onverzadigde vetten. De verzadigde vetten zijn de slechte vetten.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 5 van 10
Het is dus belangrijk dat u minder verzadigt vet eet. Verzadigde vetten komen vooral voor in dierlijke producten zoals: • vet vlees en vette vleeswaren; • volle melk en melkproducten; • volvette kaas; • roomboter, gewone geharde margarine; • snacks; • gebak, koek, chocolade en kokos. De onverzadigde vetten zijn juist goed. Deze helpen het cholesterol in uw bloed te verlagen. Onverzadigde vetten komen vooral voor in producten zoals: • olie, bijvoorbeeld zonnebloemolie, olijfolie, sla-olie; • dieetbak- en braadproducten. Dit zijn vaak de vloeibare soorten/vloeibaar frituurvet; • halvarine/dieetmargarine; • vis; • noten en pindakaas. Kiest u dus zoveel mogelijk magere of halfvolle producten. Vervang verder zo mogelijk producten met verzadigd vet door producten met onverzadigd vet. Eet twee keer per week vis, waarvan tenminste één keer vette vis. Vis bevat vetzuren die de kans op hart- en vaatziekten verkleinen. Voor het verlagen van het cholesterolgehalte is het in de eerste plaats belangrijk dat u zo weinig mogelijk verzadigd vet in uw voeding gebruikt. Blijft uw bloedcholesterolgehalte toch te hoog? Dan kunnen speciale producten het cholesterol verlagen. Dit zijn voedingsmiddelen waaraan plantensterolen zijn toegevoegd, bijvoorbeeld Pro-activ. Waarom zijn voedingsvezels goed? Voedingsvezels zijn onverteerbare delen van plantaardige voedingsmiddelen. U kunt het beste producten gebruiken waar veel voedingsvezels in zitten. Zoals groente, fruit, peulvruchten, volkorenproducten zoals volkoren- en roggebrood en volkoren graanproducten zoals volkoren macaroni, muesli en noten. Deze hebben een goede invloed op uw bloedsuikergehalte na de maaltijd. Maar ook op het cholesterolgehalte van het bloed. Mag u alcohol gebruiken? Alcohol kan de bloedglucose verlagen. Dit effect komt soms echter pas na enkele uren en kan zeer lang aanhouden. Soms wel tien uur of langer. Er zijn verschillende soorten alcoholische dranken, met en zonder koolhydraten. Een enkel glaasje alcohol bij de maaltijd levert geen probleem op voor uw bloedglucose. Heeft u bijvoorbeeld ’s avonds een feestje en wilt u meerdere glazen alcohol gebruiken? Dan is het belangrijk dat u iets eet met koolhydraten op het moment dat de bloedglucose gaat dalen. Ook hier geldt weer dat zelfcontrole een prima manier is om uit te zoeken hoe de bloedglucose reageert op alcohol: • meet uw bloedglucose voordat u alcohol gebruikt; • meet halverwege de avond nog eens de bloedglucose; • meet vóór u gaat slapen en de volgende dag nuchter; • noteer wat en hoeveel u heeft gedronken en gegeten. Wat voor iedereen geldt is: drink met mate! Voor vrouwen geldt, neem niet meer dan één tot twee glazen alcohol per dag. Voor mannen geldt niet meer dan twee tot drie glazen per dag, waarvan twee dagen achter elkaar geen alcohol.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 6 van 10
Vitamines en mineralen die extra aandacht vragen De hoeveelheid vitamines en mineralen die u per dag nodig heeft is hetzelfde als het advies voor gezonde volwassenen. Het is erg belangrijk om voldoende variatie in uw voeding aan te brengen. Vitamine B12 Gebruikt u langdurig metformine, dan heeft u een verhoogde kans om een vitamine B12 tekort te krijgen. Een vitamine B12 tekort kan vermoeidheid, bloedarmoede en klachten aan het zenuwstelsel veroorzaken. Calcium kan de opname in het lichaam van vitamine B12 tegen gaan. In melk en melkproducten zit veel calcium, het is dus belangrijk dat u hiervan voldoende gebruikt. Vitamine D Heeft u een donkere huidkleur, bent u zwanger of geeft u borstvoeding, draagt u een sluier, bent u een vrouw van boven de 50 of een man van boven de 70 jaar of bent u chronisch ziek? Dan heeft u meer kans op het krijgen van een tekort aan vitamine D. Het is belangrijk voor u om voldoende vette vis, margarine, halvarine en bak- en braadproducten te gebruiken, want daar zit veel vitamine D in. Verder wordt onder invloed van zonlicht (UV straling) van april tot oktober, vitamine D gevormd in uw huid. Ga daarom dagelijks minstens een kwartier overdag naar buiten en laat uw hoofd en handen dan onbedekt. Uw arts of diëtist kan u adviseren over het gebruik van vitamine D supplementen. Magnesium Heeft u vaak last van hyperglykemie waarbij u glucose in de urine heeft? Dan kunt u een magnesium tekort krijgen omdat u via de urine ook magnesium verliest. Klachten die u bij een magnesium tekort kunt krijgen zijn spierkrampen/zwakte, lusteloosheid en hartfunctiestoornissen. Magnesium zit veel in brood, graanproducten, groene(blad) groenten, melk en melkproducten, noten en vlees. Zout Wanneer u minder zout gebruikt, kan dat een stijging van de bloeddruk voorkomen. Een al bestaande verhoogde bloeddruk bij diabetes (zoutgevoelige hoge bloeddruk) daalt bij minder zoutgebruik goed. Gebruik zo min mogelijk zout en zoute producten, zoals soep, snacks, chips, zoutjes en kan -en klaarproducten. Voeg bij de bereiding van de warme maaltijd minder keukenzout of zoute smaakmakers toe, zoals bouillonblokjes, ketjap en kant- en klaar kruidenmixen. Maak meer gebruik van kruiden. Zeezout, selderijzout, knoflookzout en uienzout bevatten net zoveel natrium als keukenzout. Gebruik maximaal zes gram zout per dag (is ongeveer 2400 mg natrium).
5. Hypo, wat kunt u doen? Een ‘hypo’ is de afkorting voor een hypoglycemie en dat betekent een te lage bloedglucose. We spreken van een hypo bij een bloedglucose lager dan 4 mmol/l. Een hypo kan ontstaan door: • te weinig of te laat eten; • meer lichamelijke inspanning dan normaal, zoals sport, huishoudelijk werk of tuinieren; • teveel alcohol; • een te hoge hoeveelheid insuline. De klachten waaraan u een hypo kunt herkennen zijn: hoofdpijn, duizeligheid, trillerigheid, transpireren, bleekheid, wazig zien, honger, vermoeidheid, humeurigheid. Het is
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 7 van 10
belangrijk dat u leert hoe een hypo bij uzelf aanvoelt. Maar zeker ook dat u deze voelt aankomen. Wat moet u doen bij een hypo? U moet zo snel mogelijk iets gebruiken waar de bloedsuiker snel van stijgt, bijvoorbeeld: • een glas limonade van limonadesiroop met water, niet suikervrij!; • een glas dubbeldrank (150 ml.) of gewone frisdrank (200 ml.); • vijf tot zeven druivensuiker tabletten (Dextro Energy); • een schaaltje vla (150 ml); • een glas thee met vier klontjes suiker. Stop hierna met eten en drinken ook al houden de klachten aan. Hierna blijft u vijftien tot twintig minuten rustig zitten. Daarna meet u het bloedsuikergehalte opnieuw. Is dit nog aan de lage kant? Dan kunt u het beste nog een snee brood of een stuk fruit of iets dergelijks eten. Heeft u vaak een hypo? Overleg dan met uw arts, diabetes verpleegkundige of diëtist wat de oorzaak kan zijn. Belangrijk • Neem als u onderweg bent altijd druivensuiker en iets te eten mee, zoals een Liga, een stuk fruit of een boterham. Het is verstandig altijd iets bij de hand te hebben om de hypo te bestrijden. • Controleer uw bloedsuiker als u gaat autorijden, machines gaat besturen of bijvoorbeeld een ladder op gaat en neem zonodig maatregelen.
6. Kunt u zelf uw bloedsuiker meten? Het is mogelijk om thuis zelf uw bloedsuiker te meten met behulp van de bloed glucosemeter. Mensen die insuline spuiten gebruiken deze meter ook. Het is ook een handig hulpmiddel voor mensen die tabletten gebruiken. Door goede controle van uw bloedsuiker heeft u meer mogelijkheden met uw voeding. De zorgverzekeraar vergoedt helaas de teststrips nog altijd niet als u geen insuline spuit. Heeft u hier belangstelling voor? Overleg dit dan met uw arts en diabetesverpleegkundige.
7. Waarom is een goed gewicht belangrijk? Heeft u een goed lichaamsgewicht? Dan is dat soms voldoende om ervoor te zorgen dat uw bloedglucosegehalte weer beter wordt. Bij overgewicht is veel vet opgeslagen in de vetcellen. Dit vet zorgt ervoor dat de insuline minder goed haar werk kan doen. Naast een daling van de bloedglucose kan gewichtsvermindering ook het cholesterolgehalte en de bloeddruk laten dalen. Vermindering van het te veel aan vet rond uw buik is het belangrijkste. Vermageringspillen, -poeders en -kuren hebben als belangrijkste nadeel dat uw eetgewoonten niet verbeteren. Zodra u stopt met de kuur komt u snel weer aan. Uw dietist kan u advies en begeleiding geven bij het afvallen. Lukt het ondanks alle inspanningen niet om af te vallen, dan is het verstandig om tevreden te zijn met het gewicht dat u heeft. Zorgt u er dan voor dat u niet zwaarder wordt. Blijf in ieder geval wel proberen om zo gezond mogelijk te eten.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 8 van 10
8. Voedingsadviezen Brood / broodsoorten • U kunt alle soorten brood, knäckebröd, beschuit, ontbijtkoek, krenten- en rozijnenbrood normaal gebruiken. • U kunt met mate gebruik maken van broodsoorten waaraan extra suiker is toegevoegd zoals suikerbrood, krentenbrood mét spijs of ontbijtkoek met kandij of vulsel. Smeerboter Wij raden u aan om uw brood te besmeren met halvarine. Hiermee gebruikt u een goede vetsoort in uw voeding, enkelvoudig en meervoudig onverzadigd vet met vitamine a en d Beleg Alle soorten hartig beleg, zoals kaas, vleeswaren, pindakaas en zoet beleg zoals jam en hagelslag kunt u gebruiken. Kies bij voorkeur uit de magere soorten hartig beleg zoals 20+ of 30+ kaas, rookvlees, ham of kipfilet. Moet u op uw gewicht letten? Dan kunt u ook kiezen voor zoet beleg waar wat minder suiker inzit zoals halva jam. Warme maaltijd U kunt het beste de minder vette producten gebruiken. Maak uw voeding zo mager mogelijk klaar. Maak gebruik van een dieetmargarine of vloeibaar bak- en braadvet. U kunt ook een goede olie gebruiken, bijvoorbeeld zonnebloemolie of olijfolie. Wat mag u gebruiken: • soep, alle soorten; • vlees, vis en dergelijke: alle soorten mager vlees, vis, wild, gevogelte, schaal- en schelpdieren; • aardappelen, rijst, macaroni: alle soorten; • groente en peulvruchten: alle soorten; • appelmoes: u mag als nagerecht af en toe gebruik maken van de gewone appelmoes/compôte; • nagerechten: u kunt gebruik maken van magere yoghurt, kwark, en met mate van gewone, halfvolle of magere vla, vruchtenyoghurt, vruchtenkwark ijs enzovoort. Fruit Alle soorten vers fruit zijn toegestaan. U kunt het fruit het beste over de dag verdelen. U mag ook gewoon druiven of bananen gebruiken. Het is wel zo dat hierin een hoger gehalte aan vruchtensuiker zit dan in ander fruit, zoals bijvoorbeeld appels. Daarom is het verstandig hier geen grote porties van te gebruiken. Vruchtenconserven U kunt gebruik maken van ongezoete producten zoals vruchten op eigen sap, vruchten op water, ongezoet vruchtensap. In de gezoete producten zoals vruchten op (lichte) siroop en gezoet vruchtensap zoals twee- of dubbeldrank zit meestal wel veel suiker. U kunt deze beter vermijden. Dranken Het is belangrijk om elke dag minimaal anderhalf tot twee liter vocht te gebruiken. Dit zijn ongeveer tien kopjes of glazen per dag. U mag het volgende nemen: • thee, koffie e.d. zonder suiker; • suikervrije (‘light’) frisdrank; • limonade van suikervrije siroop. Bijvoorbeeld Diaran, Slimpy, Roosvicee dieet; • melk, karnemelk, yoghurt enzovoort. Kies ook hier voor de halfvolle of magere producten. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 9 van 10
Gezoete producten Het is goed mogelijk om gebruik te maken van gezoete producten zoals snoep, koek en gebak. Maar ook gezoete dranken als koffie en thee met suiker, frisdrank en gezoete melkdranken. Dit vraagt echter wel om enige toelichting. Bespreek dit met uw diëtist.
9. Wilt u meer informatie? Meer informatie kunt u opvragen bij: Diabetes Vereniging Nederland (DVN) Postbus 933, 3800 AX Amersfoort Tel: (033) 463 05 66 www.dvn.nl De diabetesvereniging Nederland zet zich in voor mensen met diabetes. De vereniging verzorgt bijvoorbeeld de uitgave van verschillende folders en het tijdschrift DIABC. Daarnaast organiseert de DVN regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten bij u in de regio over de vele aspecten van diabetes. Voedingscentrum Meer informatie over voeding vindt u in de volgende folders van het Voedingscentrum: • De schijf van 5 (nr. 111) • Dieetadviezen bij diabetes (nr. 841) • Eettabel (nr. 806) Heeft u vragen over de folders of over voeding? Neemt u dan contact op met het voedingscentrum. Zij zijn op werkdagen bereikbaar van 09.00 tot 17.00 uur, telefoon (070) 306 88 88. Voor informatie over voeding kunt u ook kijken op de website: www.voedingscentrum.nl www.hartstichting.nl www.diabetesvereniging.nl www.diabetes.pagina.nl www.dieetinzicht.nl
Algemeen Naam :
................................................................................................................
Datum uitgifte :
................................................................................................................
Naam diëtist :
................................................................................................................
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u een controlebezoek bij uw diëtist afspreken? Neemt u dan contact op met de secretaresse Dietetiek, telefoon (073) 553 20 19. Zij is dagelijks bereikbaar van 09.00 tot 14.00 uur. De secretaresse maakt dan voor u een afspraak of verbindt u door met de betreffende diëtist.
In deze folder staan sommige voedingsmiddelen met merknaam genoemd. Dit is alleen om de herkenbaarheid te vergroten, u mag natuurlijk ook soortgelijke producten van andere merken gebruiken.
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 10 van 10